DE HONDERD-JARIGE.
Gemengd Nieuws.
Hoe kunt pij vaststellen
Als arm moedertje een troepje blauw gedasten en
geijsniutstou ziet naderen, houdt zo angstig do pun
ten van liaar boezelaar vast.
Maar... „ook onder den ruwen kiel van den straat
jongen kan een warm hart kloppen."
Eón begint houtjes te zamelen en straks brengen
er zee of zeven hun handenvol groote splinters in
do schort van glunderend oudje.
Vriendelijk knikkend, zorgvuldig haar bultend schort
vasthoudend, verdwijnt het vrouwtje.
'T ZAND (ZÖ1»E).
(Zie ons nummer van Donderdag.)
In vervolg op wat wij reeds meldden over mej.
Elisabeth Kooijman, weduwe van G. Boekei, eerder
van P. Keizer, die Donderdag 2 Februari 1911 on
der zeer groote belangstelling in dit heugelijke feit
haren lOOsten verjaardag alhier herdacht, kunnen
we nog het een en ander modedeelen omtrent den
zoo uitstekend geslaagden feestdag van Donderdag.
De receptie, die van 2 tot 4 uur 's namiddags
duurde mocht buitengewoon druk bezocht heeten.
Men toonde van alle kanten een waar medeleven
met dit krasse oudje op dezen dag, die door zoo
uiterst weinigen kan worden, gevierd.
Behalve de vele felicltatiën per brief of briefkaart,
kwamen ook nog telegrammen in, waaronder zelfs van
buiton onze provincio. Eu met de mondelinge geluk-
"wenschen, waarbij onder meer ook die van den heer
Hulst, Burgemeester, stond het schier niet stil den
geheolen middag. Dat er druk getoost werd, laat zich
begrijpen en een en ander werd nog niet weinig in
gezelligheid verhoogd, waar een ervaren pianist het.
geheel mét onverbroken ijver opluisterde.
Een woord van lof aan 't fanfaregezelschap van
Oudesluis en zijn eminenten leider mag zeker worden
geuit, kranig als dit groepje muzieklievenden af en
toe verschillende mooie nummers ten gehoore bracht I
in de aan de feestzaal grenzende voorzaal.
De receptie had, even als alles vandaag, een heel I
prettig en gezellig verloop. Intusschen gingen „vedel
en trom" al druk in de andere localiteiten van de
heeren De Graaf en Ruis, En al mocht aanvankelijk j
bij 't daglicht, de danslust nog niet zoo erg groot zijn, j
's avonds werd dat anders en was een algemeene,
gezellige drukte in de dansgelegenheden waar te ne- j
men.
Ook op straat hield de drukte steeds aan en lie-
pen gezellig koutende groepjes af en aan, meest het
flinke 100-jarige vrouwtje als onderwerp van ge-
sprek hebbende.
Een aardige afwisseling, in al die feestvreugde zou
ons om 7 uur 's avonds de iakkeloptocht hebben kun- j
nen brengen, die door 't fanfarekorps weer werd op-
geluisterd.
Deze optocht baarde echter eenige teleurstelling,
daar men de benoodigde fakkels niet van den be
trokken leverancier kon krijgen, zooals te elfder ure,
toen men ging telegrafeeren. bleek. Wèl stelde zich
nu een 16-tal jongelieden, potsierlijk uitgedost in leu
ke maskeradepakjes, die je aan een Carnaval deden
denken, disponibel voorzien van een aantal in der
haast bijeengescharrelde lampions en ging men 't even
zoo probeeren met het Harmoniegezelschap voorop,
maar daar de muzikanten bij het zeer onvoldoende
licht der lampions hunne muziek niet konden lezen,
trokken ze zich terug en gingen niet mee. Nu gin
gen de jongens alleen op weg, met een talrijke me
nigte menschen achter zich, doch de optocht verliep
spoedig en viel, jammer genoeg, feitelijk in 't water.
Inmiddels ging het er in het lokaal van den heer
De Wit recht gezellig toe. De zaal was dicht bezet
on de wakkere voorzitter van het feestcomité, de heer
Vogelenzang, had het druk met het woord të vragen
voor de verschillende welwillende lieden, die zich
met de meeste toewijding leenden tot het doen van
diverse gezellige meerendeels heel aardige voordrach
ten. zangnummertjes, etc. 't Was daar in hooge mate
gezellig bij den heer De Wit, waar de oudere luidjes
zich uitstekend vermaakten bij voordrachten en
zang, alles vaardig geaccompagneerd op een goed
klavier.
Ook in de zalen van Ruis en De Graaf heerschte
onder het jongere volkje veel pret en er werd daar
gedanst tot laat in den avond of, beter gezegd,
tot laat in den nacht. Zoo vormde een en ander een
gepast slot aan dezen zoo vreugdevollen en gedenk-
waardigen dag.
WINKEL.
Voor de betrekking van secretaris-penningmeester
van den Oosterpoldcr onder Winkel en Nieuwe Nie-
dorp hebben zich 4 sollicitanten aangemeld.
WINKEL.
Het getal schoolgaande kinderen op 15 Januari jl.
bedroeg 153, dat der leerplichtige 147.
Voor de lichting der Nationale Militie voor het
jaar 1912 hebben zich aangegeven 14 jongelieden.
VERVOLGING VAN EEN WONDERDOKTER.
Men meldt uit Leiden:
Door den ambtenaar van het O. M.. van het Leid-
sche kantongerecht, is een vervolging ingesteld tegen
den wonderdokter De Haas, in de wandeling prof. De
Haas genoemd, die 't van schoenlapper zoo ver ge
bracht heeft, dat hij thans oen villa „Habïs Per
kara", aan den Haagweg nabij Leiden bewoont.
Hij is op Maandag 13 Februari gedagvaard. Meer
dan 20 getuigen, waaronder van hoogen stand, zul
len gedagvaard worden- Hij wordt vervolgd wegens
onbevoegd uitoefenen van de geneeskunde.
KWARTO ES VINDERS.
Men meldt d.d. 2 Februari uit 's-Gravenhage:
De „kwartjesvinders" zijn gisteravond weer eens
bezig geweest om het publiek lastig te vallen.
In den laatsten trein, van Rotterdam naar Amster
dam dreigden de „heeren" het publiek met een re
volver, indien men niet wenschte mede te spelen.
Het station Den Haag werd telegrafisch hiervan
op de hoogte gesteld en toen de trein hier binnen-
stoomdc worden maatregelen genomen om ieder der
kwartjesvinders in een. afzonderlijke coupé te doen
plaats nemen, waartegen zij zich zóo heftig verzetten,
dat zij door het stationspersonccl met behulp van
politic en militairen uit den trein werden verwijderd
en het perron moesten verlaten, waarbij zij gevoelige
duwen opliepen.
Zij schenen met hun vijven te zijn, doch op drie
van hen, die werden verwijderd, werd geen revolver
gevonden.
VOOR DORIS RIJKERS.
Bij het plaatselijk bestuur te Den Helder der Nd.-
en Zuid-Hollandsche reddingmaatschappij, dat eene
som verzamelt om een kleine lijfrente te verzekeren
aan Doris Rijkers, den bekenden schipper der red
dingboot, die medewerkte aan 40 reddingen en de
redding van 600 menscbenlevens, en nu zijn betrek
king, wegens ouderdom, moet neerleggen, is ingeko
men voor dat doel eene gift van H. M. de Koningin
van f 100, van H. M. de Koningin-Moeder f 100 en
van Z. K. H. den Prins der Nederlanden f 40.
Er ontbreekt nog ongeveer f 700 om het doel (eene
lijfrente van f 3.'s weeks) te bereiken.
PRINSES JULIANA EN DE OCCARINASPELER.
Toen Woensdag een occaiinaspeler in de Konings
poort, aan bet Noordeinde te 's-Gravenhage, blijk
baar denkende, dat daar burgerwoningen waren, zijn
instrument bespeelde, werd hij door een, hoflakei in
den tuin van bet paleis geroepen. Daar voerde de
man zijn fraaiste stukjes uit, terwijl prinses Juliana
voor een der ramen aan do achterzijde van het pa
leis staande, blijkbaar veel schik in de zoetvloeiende
muziek bad.
Na een tijdje kwam de lakei den man iets in een
papiertje gewikkeld in de hand stoppen, en dankbaar
ging de straatmuzikant, die ongetwijfeld een goeden
dag had, weder heen.
„HOLLANDSCHE ZINDELIJKHEID".
De Haagsche arts, mej. Llze Deutmann lieeft een,
ook uit literair oogpunt lezenswaardig opstel ge
schreven in het Tijdschrift voor Sociale Hygiëne over
een der weerzinwekkendste euvels, die velen aankle
ven, de onzindelijkheid op eigen lichaam. Uit haar
(praktijk deelt zij 't een en ander mee over de Hol-
landsche watervrees en het gebrek aan reinheidszin
bij het Nederlandsche volk, een gebrek dat te schril
ler uitkomt naast den uiterlijken pronk waarmee men
zich gaarne tooit en den glans en de netheid onzer
gebouwen, straten, trams enz.
Zij heeft in haar opstel de groote massa van het
volk geschetst. Maar ook de betere standen gaan
in dezen niet geheel vrij uit. Er wordt zoo zegt
zij in Engeland, Duitschland, Zwitserland, mis
schien ook in andere landen, nagenoeg-geen burger-
of heerenhuis zonder badkamer gebouwd. In Neder
land is dit uitzondering. Een badkamer wordt door
den Engelschman als een noodzakelijkheid, door den
Hollander als een luxe-voorwerp beschouwd. Men
zou hier te lande beter doen zich desnoods wat min
der mooi te kleeden en het daardoor vrijkomende
geld te gebruiken om zich een badkamer te laten
Inrichten en deze zindelijkheidsuiting moest zeer ze-1
leer niet door den fiscus belast worden.
En dan zegt mej. Deutmann het volgende over het
kind, dat een der ergste slachtoffers is van de „Hol-
landsche. watervrees'" en van de over het algemeen
bij ons volk heerschende luiheid en onverschilligheid
voor lichamelijke reinheid:
Volgens artikel 33 van d6 wet op het lager onder
wijs moet de onderwijzer het kind opvoeden in maat
schappelijke en christelijke deugden. Het heeft mij
altijd verwonderd, dat, waar het begrip „maatschap
pelijk'' toch zoo ruim genomen kan worden, „rein
heid" blijkbaar nooit daaronder een plaatsje heeft kun
nen vinden. Niet de schoolarts, maar de onderwijzer
zelf moest het kind opvoeden in de deugd, in den
plicht van zindelijkheid op eigen lichaam. Een goede
lichamelijke opvoeding, waaronder in de allereerste
plaats lichamelijke reinheid moet genoemd worden, is
van veel grooter belang voor het Hollandsche vólk
dan de keunis van den loop van den Rijn in Neder
land. Er behoeft op den rooster van onze volksschu-'
len geen leervak „hygiëne" geplaatst te worden,
maar, waar de onderwijzer wettelijk verplicht wordt
het kind tot mensch en staatsburger op te voeden,
daar moesten onder nadere omschrijving van de be
grippen „maatschappelijke deugden" ook de woorden
„reinheid op eigen lichaam" met nadruk worden ge
noemd. Hollandsche zindelijkheid bestaat wel; de
zindelijkheid van onze huizen en steden is zelfs spreek
woordelijk. Het besef dient alleen gewekt, dat ook
dezelfde zorg aan ons eigen lichaam dient besteed
te worden, als tot dusverre aan onze omgeving ten
deel gevallen is. Op school, van jongsaf moest het
den kinderen ingeprent worden: Reinheid is een
plicht, niet alleen voor ons zelf, maar ook voor onze
omgeving.
EEN ZONDERLING.
In het logement van den heer Schwarwachter, War
moesstraat 79 te Amsterdam, stapte "Woensdagmid
dag naar het Hbl. mededeelt een jonge vrouw
af, die blootshoofds per rijtuig gekomen was en voor
een week pension vooruitbetaalde. Het viel den ho
telhouder op, dat de vrouw iets zonderlings over
zich had en hij vond het geraden de politie van het
bureau Warmoesstraat te waarschuwen. Een inspec
teur verscheen en kreeg den indruk, met... een ver-
kleeden man te doen te hebben. De „vrouw" werd
meegenomen naar het politiebureau en het daar in
gestelde onderzoek bracht aan het licht, dat men in
derdaad met een man, van omstreeks 30-jarigen
leeftijd, te doen had. Het weelderige kapsel bleek
oen pruik te zijn en ook op andere wijze had de
man getracht zich het voorkomen van een vrouw te
geven. De aangehoudene gaf op een Duitscher te zijn,
ofschoon zijn tongval eer een Vlaming verried. I
Rechercheurs brachten don, zonderlingen vreemde-1
ling naar het hoofdbureau, waarheen ook zijn kof
fers gebracht werden. Deze bleken vol nieuwe dames-
kleedingstukken te zijn. Vermoedelijk heeft men hier
te doen met een trouwens meer voorkomend geval
van voorkeur voor vrouwenkleerep.
NIEUWSTE PORTRET VAN PRINSES JULIANA.
In don „Cadetten-Aimanak" van de Koninklijke Mi
litaire Academie en de Cadettenschool die eerst
daags zal verschijnen is opgenomen een nieuw
portret van H. K. H. Prinses Juliana.
Dit portret, dat niet in den handel is, word door
H. M. de Koningin zelve vervaardigd naar aanleiding
van een verzoek der cadetten om toestemming een
portret van H. K. H. in hun almanak te mogen op
nemen. Door den gouverneur der K. M. A., die dit
verzoek van de cadetten aan H. M. de Koningin over
bracht, werd hierbij opgemerkt, dat het hem min
der eigenaardig voorkwam, een reeds meer dan, een
half jaar oud en bekend portret op te nemen, waar
om de gouverneur tevens vroeg of misschien de be
schikking zou kunnen worden verkregen over een,
portret van jongen datum.
H. M. de Koningin deed hierop toestemmend ant
woorden en berichten dat H. M. zelve het portret
vervaardigen zou.
Het portret stelt H. K. H. voor in het wit ge
kleed, staande op een stoei in een kamermilieu.
Met de eene hand houdt de kleine Prinses zich ste
vig vast aan de stoelleuning, in de andere hand
heeft zij een houten paardje. Het vriendelijk ge
zichtje ziet den toeschouwer recht in het gelaat. Dit
portret is wel een der aardigste, tot nu toe van
Prinses Juliana verschenen.
BELEEFD UITGELATEN.
Gisterochtend werd ontdekt dat ingebroken, was in
'een kantoorgebouw aan de Spaansche kade te Rot
terdam. Eenige lessenaars warm geopend, doch al
leen ten kantore van de firma _C. zijn, een bedrag
van ongeveer f 6 en eenige postzegels gestolen. De
dader liet zich insluiten en is door den huisbewaarder,
dien hij Woensdagavond bij het verlaten, van het
huis ontmoette, uitgelaten. Hij deed het voorkomen,
alsof hij op een der kantoren thuis behoorde en
'zich verlaat had.
Op het signalement door den huisbewaarder van
den dief gegeven, is iemand aangehouden, die even
wel niet werd herkend en weer vrij gelaten is.
DE LOXGPEST IN CHINA.
De correspondent te Charbin van de New-York He
rald seint nog enkele bijzonderheden over de pest
epidemie, die wij verkort hier doen volgen.
De correspondent schat het aantal slachtoffers der
ziekte in Noord-Mantsjoei'tje op ten minste 1000 per
dag. Twee-en-twintig doktoren met elf assistenten
zijn er vrijwel in geslaagd, in de Russenwijk van
Charbin de verbreiding der ziekte te stuiten; maar
de Chineezenstad Foetstsjiatsjeng is een ware ,,doo-
denstad". Er zijn daar meer dan 4000 slachtoffers;
ea van de 30.000 inwoners zijn minder dan de
helft gebleven. Allen, die er kans toe zagen, heb
ben de wijk genomen. De troepen hebben nu een
kordon om Foetstsjiatsjens getrokken; de inwoners
die er nog gebleven zijn, hebben, alle geestkracht
verloren en wachten gelaten den dood af. Er zijn
toebereidselen gemaakt om 1000 gevulde doodkis
ten, die onbegraven bleven, te verbranden. Verschei
den kisten zijn opengebroken, en de lijken die er
uit hangen worden door honden verscheurd. Soldaten
schieten n,u alle honden neer.
Dinsdagavond zijn heele huizenrijen verbrand; en
men houdt bet er voor dat de gansche stad er aan
zal moeten gelooven. Zoowel in de Russische als
in de Chineesche stad worden nog tersluiks lijken,
de hulzen uitgedragen en op straat of op open plek
ken neergegooid. De snelheid, waarmee de ziekte de
menschen aanpakt is angstwekkend.
Dr. Jackson, die te Moekden overleed, was vier
maanden tevoren in China aangekomen uit Liver-
pool, waar hij op schitterende wijze had gestudeerd.
Hij bood zich aan voor de leiding der quarantaine
te Moekden, waaraan de Chineesche koelies, die per
spoor aankwamen, zich hadden te onderwerpen. Zes-
en-dertig uur na het eerste gevoel van, onbehaaglijk
heid was hij dood. Inenting met het Haffkine-serum
helpt niet; voorloopig is er maar een middel, dat iets
uitwerkt, nl. het dragen van maskeré en lange ge
waden. Deze worden benoorden Moekden thans ge
dragen door alle blanken en Japanners en ook door
die Chln,eezen, welke, zooals het treinpersoneel en
de politie, met besmetten in aanraking kunnen ko
men. In de maskerkappen zijp geen, andere openin
gen dan die voor de oogen.
J. K. Ohl, de correspondent te Peking van de New
York Herald, meldt nog dd. Dinsdag dat de provin
cie Sjantoeng waar de Duitsche kolonie ligt
ernstig geteisterd wordt. Om Tsjifoe en ook in de
dorpen aan den Tientsin-Poekof-spoorweg nemen de
sterfgevallen snel toe in aantal. De consuls en de
buitenlanders""te~Hankau bebben er op aangedrongen,
dat het spoorwegverkeer tusschen Peking en Han-
kau zal worden gestaakt, maar de gezanten te Pe
king hebben dat verzoek niet willen ondersteunen.
HOOGER DAN 300 METER VLIEGEN ZELF
MOORD.
Het merkwaardige wetsontwerp in den staat Mis-
souri, waarbij het aan aviateurs verboden wordt hoo-
ger dan 300 Meter te vliegen, heelt nog een, eigen
aardige bepaling. Het overLreden wordt nl. als poging
tot zelfmoord gestraft met een gevangenisstraf van
ten hoogste vijf jaar. Voorts moet elke avlateur, voor
hij opstijgt, een borgstelling van 10.000 dollar ge
ven, opdat hij zich aan deze bepaling houdt. De af
gevaardigde, die het wetsontwerp ingediend heeft,
was een persoonlijke vriend van Hoxsey en Johnstone,
die beiden bij hun vluchten het leven verloren.
Of er dan in Missouri veel gevlogen zal worden?
DE ONTPLOFFING VAN HET DYXAMIETSCHIP
TE NEW-YORK. (Zie vorig nr.)
Reeds worden enkele nadere bijzonderheden be
leend omtrent de ontzettende ontploffing in de haven
van New-York, waar, zooals Reuter reeds berichtte,
een groote hoeveelheid dynamiet, dat op een boot
werd overgeladen, in de lucht vloog.
Het tooueel der ontploffing leverde een beeld van
totale verwoesting. Door den outzettenden luchtdruk
werden de gebouwen In de finauciëele- en de sky-
scrapers-wijk op verren afstand, als door 'n. aardbó-
ving heen en weer geschud. Ook op het emigranten
eiland sidderden de huizen, die voor het grootste go-
deelte zwaar werden beschadigd.
Het ergst was de paniek in de benedenstad. Dui
zenden vensters werden daar vernield, en in de ju-
welierswijk werden de ijzeren staven voor de étalages
weggerukt en ais rietjes verbogen. Vele bedienden
sprongen in bun angst uit de vensters van winkels
en kantoren. Het geheele verkeer in de banken en
op de Beurs was een tijd lang als verlamd. De op
winding was onbeschrijflijk.
Op hot brandsignaal vlogen alle brandspuiten der
benedenstad in wilde haast naar alle richtingen, om
den vermeenden brand te gaan blusschen.
Bij duizenden kwamen de menschen de huizen uit,
om de straat op te vluchten.
Het aantal dooden wordt tot dusverre op 10 tot
15 geschat, maar het aantal gewonden loopt in de
honderden. Een groot aantal personen werden door
den hevlgen luchtdruk in de Hudson geslingerd.
De materiëele schade is zeer aanzienlijk.
SCHEEPSRAMP.
MADRID, 2 Febr. De Liberal ontving een telegram
uit Sagunta, meldende, dat het stoomschip „Leanto"
gezonken is. Er zouden 22 personen om het leven
zijn gekomen. Twee an,dere stoomschepen beliepen
ernstige averij,
TORPEDO-ONTPLOFI'ING.
SPEZZIA, 2 Febr. Tijdens een oefening ontplofte
een torpedo te vroeg, waardoor drie onder-officieren
werden gedood en twee matrozen gewond.
BRUTALE DIEFSTAL.
Een brutale diefstal hoeft plaats gehad in den ju
welierswinkel van den heer Eusden in Cambridgestreet
te Londen. Een paar dagen geleden hield tegen 7 uur
een fraaie auto voor den winkel stil. De chauffeur stapte
af. ging den winkel binnen en verzocht den juwelier
even naar buiten te komen, omdat de in den auto
gezeten lieer hem iets te vragen had. De heer Eusden
ging naar buiten, maar had nauwelijks eenige woorden
gewisseld toen hij een net gekleed heer zijn winkel
zag binnengaan. Mij brak het gesprek af en volgde
den nieuwen klant, maar toen hij zijn winkel wilde bin
nen gaan trad deze al weer buiten, duwde hem op
zij. slapte in de auto, waarop deze in volle vaart
wegreed. Toen de hoer Eusden den winkel binnentrad
ontdekte hij dat een doos met ringen, ter waarde van
0000 glcl. was gestolen. Hel geheele geval speelde zich
in een paar minuten af zoodat de juwelier geen enkele
aanwijzing omtrent de daders kan geven.
B E C L fe M E S.'
of gij eenig teeken vaii de verschrikkelijke nier- of
blaas ziekte hebt.
Vraag 1. Hebt gij 's morgens bij het opstaan een
ellendig gevoel in uw rug?
Vraag 2. Ziju uw oogleden opgeblazen? Hebt gij
blauwe zwellingen onder de oogen? Zijn uwe enkels
en handen opgezwollen? (De eerste kenteekenen van
waterzucht.
Vraag 3. Is uw urine bewolkt, met bezinksel of
schrijnend? Loost gij'te veel of te weinig urine?
Vraag 4. Zijn uw ledematen bevend of rheumatisch,
vooral bij slecht én vochtig weer?
Vraag 5. Is uw rug pijnlijk, wanneer gij u bukt of
uit een stoel tracht op te staan?
Vraag 6. Hebt gij hoofdpijn of klopt uw hoofd?
Werkt het hart onregelmatig? Wordt gij duizelig na
eenigen tijd gestaan te hebben?
aan graveel, lenden- of heup-
Vraag 7. Lijdt
Jicht?
Nierkwalen doen niet iedereen op dezelfde wijze
aan geen enkele patiënt heeft alle kenteekenen,
maar iedere patiënt heeft sommige kenteekenen.
Indien gij echter eenige aanwijzing voor nier- of
blaaszwakte hebt, is uw kwaal misschien reeds tot
een hoogeren graad geklommen dan gij denkt, en
verliest de blaas misschien plotseling haar kracht
om het water op te houden.
Alleen een nierengeneesmiddel kan een nierziekte
tor in haar wortels uitroeien. Foster's Rugpijn Nie
ren Pillen dienen speciaal voor nier- en blaas-
kwalen. Zij lossen het urinezuur volkomen op en
werken rechtstreeks op die lijdende nieren. Zij staan
hen op een zachte wijze bij in hun grootsch werk
om het bloed te filtreeren en de urinegiften af te
voeren, die zoovele noodlottige ziekten bij mannen
en vrouwen teweegbrengen. 11.
Geen doos is echt, wanneer er niet de volledige
naam: Foster's Rugpijn NIeron Pillen op voorkomt. Zij
zijn te Schagen verkrijgbaar bij den heer J. Rotgans.
Toezending geschiedt franco na ontvangst van post
wissel h fl.75 voor éen, of f 10.voor zes doozen.
eveneens naar de kamer zijner tante en daar kon
Hertha hem niet ontwijken. Zoo dikwijls het hem
maar mogelijk was, was hij steeds bij het voorlezen
tegenwoordig.
Zijn tante maakte hij wijs, dat hij de beschaafde
voordracht van Hertha zoo bewonderde en dat wilde
zijn tante hem niet misgunnen. Hij zat immers dood
stil op zijn stoel en sprak geen woord. Maar tante
was blfnd en zij kon dus niet zien met welke blik
ken hij het arme kind vervolgde en tot welke mi
miek hij zich dorst verlagen. Telkens dreef hij Her
tha het bloed naar de wangen en zU stond de groot
ste folteringen van angst uiL Het was haar onmoge
lijk zich goed te houden en bedaard te blijven. Op
een zekeren middag maakte Frits het weer zoo
bont, dat Hertha het boek wanhopig liet zinken en
in tranen dreigde uit te barsten, juist op het oogen-
blik, dat er schreden weerklonken en de deur werd
geopend. Egbert trad binnen.
Frits was oogenblikkelijk opgestaan en trad zijn
neef onbevangen tegemoet. Maar nertha was het niet
mogelijk haar tranen zoo vlug af te vegen. Egbert
begreep dan ook dadelijk hoe de zaken stonden.
De blifcde was hier niet in betrokken, dat was dui
delijk en daar hij wist hoe Frits zich placht te ge
dragen, begreep hU dat Hertha weer lastige beleefd
heden had te verduren gehad van zijn neef. Hij kon
zijn bedaardheid nauwelijks behouden en hij zag hoe
Frits begreep, wat er iu zijn binnenste omging. Om
den mond van Frits speelde een boosaardig lachje,
dat hem bewees, dat de ander hem geheel doorzag
en voor de zooveelste maal kreeg hU een idee van
het gevaarlijke karakter van zijn neef. Egbert had
Frits steeds voor een lichtzinnig jongmensch ge
houden, maar volstrekt niet voor slecht. Frits was
te kort samen met Egbert geweest, om den laatste
veel gelegenheid te geven om zijn karakter te be-
studeeren.
Sedert Frits evenwel ook op den Tulpenhof eeu
arbeidsveld had gevonden, had hij zoo nu en dan een
zekeren ijverzucht laten doorschemeren tegenover den j
neef die boven hem stond. Dat was Egbert niet ont
gaan en vooral was hem de zaak verdacht voorgeko
men, toen Frits eensklaps een meer dan gewonen ijver
aan den dag legde om met de zaken op de hoogte
te komen. Egbert had dat eerst prettig gevonden,
maar de tuinman en andere personen hadden hem
gewaarschuwd en hem gewezen op het eigenaardige
van dezen plotselingen Ijver, die spoedig een verkeer
de bemoeiing en heerschzuchtigheid werd. Hij be
greep op zijn hoede te moeten zijn, anders kon neef
Frits wel eens lust hebben om hem de teugels van
bestuur uit de banden te rukken.
Het lachje, dat er zooeven om den mond van Frits
speelde, bewees Egbert voldoende duidelijk dat zijn
neef weer slechte streken in zijn hoofd had. Egbert
was gekomen om met zijn tante een dringende zaak
te bespreken en kon dus op dit oogenblik hetgeen
bij had gezien niet nader onderzoeken. Deozelfden
dag evenwel vond hij gelegenheid, met; Hertha te spre
ken,
„Ik heb straks gemerkt, Hertha, dat je geweend
hebt," zeide hij tot haar, „ik vrees, dat mijn neef
Frits daar de oorzaak va.n is."
De herinnering aan den pijnlijken toestand dreef
het meisje het bloed naar de wangen, zij schaamde
zich over hetgeen gebeurd was.
„Wanneer u zich over mijn neef hebt te beklagen,
wendt u dan tot mij, ik hoop het wel met hem klaar
te spelen."
„Ik zou niet gaarne degene zijn, die tweedracht
en twist tusschen u beiden bracht," zelde Hertha
schuchter. „Ik houd uw neef niet voor een edel-
moedigen tegenstander. Ook ben ik niet zonder
eigen schuld in dezen toestand gokomen. Uw neef
was mij niet onbekend, ik had hem reeds ontmoet
toen hij in de residentie studeerde. Toen heeft hij
mij reeds vervolgd, drong mij zijn gezelschap op,
waar hij mij ook zag, en het gelukte mij nooit mij
van hem te ontslaan. Halve dagen lang heeft bij
voor ons huis op en neer gewandeld. De buren wer
den er opmerkzaam op, mijn naam leed er onder en
mijn arme zieke vader kon mij niet beschermen. Eerst
toen wij van woning veranderden verloor uw neef
mijn spoor en ik had van zijn vervolgingen rust. tot
ik hem hier eensklaps weer ontmoette. Ik had toen
moeten doen, wat ik wilde, nl. direct rechts-om-keert
maken. Maar om verschillende redenen kon ik daar
toe niet besluiten.
„Ik heb ook eerst," zoo ging Hertha voort, „ge
dacht dat uw neef Frits hier maar tijdelijk was en
rekende op de bescherming uwer tante. Maar nadat
ik heb gemerkt in welk een goed blaadje uw neef
bij de oude dame stond, heb ik het niet gewaagd
eenige klacht te doen. Wel is waar, twijfel ik er geen
seconde aan, of als ik uw tante alles had meege
deeld, zij zich mijner zou hebben aangetrokken, maar
ik hoorde van het personeel, dat ook mijn voorgang
ster mejuffrouw Schröder haar bescherming genoot
en toch is ook bij haar het einde geweest, dat zij
haar betrekking moest veriaten. En u begrijpt daar
voor vreesde ik het meest en bovendien zulk een
spoedige verandering van betrekking zou mij ner
gens tot aanbeveling strekken en ik zou ten slotte
mijn ouders weer lastig moeten vallen, in plaats van
hen tot steun te zijn. Deze overwegingen mogen
mij nu evenwel niet langer tot richtsnoer zijn. Ik
ben het aan mijn eer verplicht om juffrouw Halder
om mijn ontslag te vragen. Dat zal wel ondankbaar
schijnen tegenover u, aan wien ik alles heb te dan
ken. Ja, ja, ik weet wel wie aan mijn vader dat geld
heeft gezonden. Tot nu toe zweeg ik daarover, om
dat u het blijkbaar geheim wildet houden, en deze
wensch was mij heilig. Maar nu wij zoo spoedig weer
dat ik u vereer als onzen redder, den engel en moet
zullen scheiden, moet ik het u eindelijk zeggen,
ik u danken, hartelijk danken voor zooveel goeds."
Egbert had dezen dank gaarne afgewezen, maar
toen Hertha hem haar hand reikte, kon hy de ver
zoeking niet weerstaan, die te* drukken.
„Juffrouw Hertha, ik ben geen engel en dat be
wijs ik door deze hand te kussen, inplaats van, uw
dank af te wijzen."
Hij bracht zijn lippen op h^t blanke handje dat
heftig beefde. Toen hij de hand even later losliet,
zag hij hoe hoog rood haar gelaat gekleurd was,
maar ook hoe daar dadelijk een doodelljke bleekheid
voor in de plaats trad, en een smartelijk gevoel daar
op te lezen was.
„O juffrouw Hertha, hetgeen ik zooeven heb ge
daan, heeft u gekrenkt. Ja ik zie het hoe u dunkt,
dat u uit de handen van den eenen vervolger is ge
vallen in die van den tweede. En dan gevoelt u ook
niets voor mij, ik, die van het eerste oogenblik u
heb aangebeden en vereerd. Wanneer u bang is voor
mij, evenals voor mijn neef zeg éen woord en ik
zal u niet langer lastig vallen."
„Uw oordeel is onjuist .en onrechtvaardig," zeide
Hertha, „maar ik. ken mijn plaats. Ik kwam hier
heen om te dienen. Mijn goede moeder gaf mij den
raad mee, dat ik alleen moest bedenken wat ik n.u
beu, en geheel moest vergeten wat ik eenmaal was.
Ik ben een arm meisje, iemand die u vreemd is, en
op wie gij niet anders kuntd oen dan neerzien
„Neen, Hertha," riep Egbert uit, „spreek niet van
neerzien. Ik zie veeleer tot u op. O, gij kunt niet
vermoeden welk een waarde ik aan uw persoon
hecht. Ik zou zoo gaarne weten, hoe dat vreemde
meisje over mij denkt. Daarover zekerheid te heb
ben zou mij zoo gelukkig maken."
Hertha was ontroerd en zij scheen geen woorden
t9 kunnen vinden.
De 8rueekende blik, dien Egbert evenwel op haar
richtte, deed Hertha's tong als 't ware loskomen.
Wordt vervolgd.