IIiiiiii Nieiws-
Mmtmtii- laiilimllü,
De Gezelschapsjuffrouw.
Woensdag 8 Februari 1911.
35ste Jaargang No. 4861.
CHAËEH
C0URA1T
Dit nummer bestaat uit 1 blad.
Binnenlandscli Nieuws.
•N ONDUIDELI JKE VRAAG.
Vader: En heb je nu die honderd gulden, die ik
je verleden maand stuurde aan den. kastelein be
taald?
Zoon (student): Welken, kastelein bedoelt u, va
der?
ONGELUK.
Bij het tramstation te Losser gebeurde Zondagavond
een vroeselijk ongeluk. Een dienstmeisje, afkomstig uit
Hengelo, geraakte onder de in beweging zijnde tram
mot het noodlottig gevolg, dat haar beide beenen hal
verwege de knie bijna werden afgereden. Per extra-
tram werd "zij naar Oldenzaal vervoerd en daar in het
ziekenhuis opgenomen. Dr. Frederiks te Losser en dr.
De Vries te Oldenzaal verleenden hulp. Waarschijn
lijk zullen een of beide beenen geamputeerd moeten
worden.
ALWEER EEN.
Te Hilversum is gisteren oen droevig ongeluk ge
beurd, dat voor de zooveelste maal. wijst op het hoogst
onvoorzichtige van het springen op reeds in gang zijnde
treinen.
Hoevele slachtoffers zijn daardoor niet reeds geval
len en hoeveel zullen er nog komen?
De menschen schijnen niet wijzer te willen worden.
De heer Th. Ausscmsphotograaf, wonende in de
Langeslraat te Hilversum wilde zich nog een plaats
verschaffen in den reeds een tamelijken gang hebben
den trein, die 8.32 van Hilversum naar Amsterdam
vertrekt. Hij slaagde er niet in het portier te openen
en viel, vermoedelijk door dc zuiging lusschen den
Irein en hel perron, waarna hij eenige malen werd
rondgewenteld.
Een conducteur, die het ongeluk zag. trok aan de
noodrem, waardoor de trein stilhield en men den on
gelukkige uit zijn vreeselijke positie kon Verlossen. Be
wusteloos werd hij naar de wachtkamer overgebracht
en daar door de doctoren Ten Brink en Hooeenhuyze
onderzocht. Het linkerbeen bleek geheel gebroken, ter
wijl ook inwendige kneuzingen geconstateerd werden.
Zonder bij bewustzijn te zijn gekomen, overleed hij
na een half uur.
EIGENAARDIG BEGRIP.
Een eigenaardig begrip heersclit onder de visschers-
bevolking van het vervallen stadje Arnemuiden op Wal
cheren in verband met het verschijnen voor den rechter.
Als een der inwoners uit die gemeente als beklaagde
voor de rechtbank moet komen, dan zal hij of zij steeds
weigeren op het beklaagde-bankje plaats te nemen, daar
men dit te Arnemuiden beschouwt als het afleggen
va.n een -volledige bekentenis.
Nog onlangs is dit een paar maal voor de rechtbank
te Middelburg gebleken toen ondanks herhaalde aan
zeggingen van den president de beklaagden in slaan
de houding de behandeling hunner zaak aanhoorden.
OP DEN SNELTREIN.
Woensdagavond werd te Utrecht bij het binnen
komen van den sneltrein uit het noorden een man
op de treeplank van een der wagens gezien. Hij
vluchtte de spoorbaan op, maar werd later door de
politie gegrepen.
Deze zonderlinge reiziger vertoeft thans aan het
hoofdbureau van politie aldaar. Het is een Duitscher,
die te voet uit de omstreken van Kiel naar Neder
land was gekomen om te trachten hier werk te
vinden, een zwerver dus, zooals er wel meer zijn-
Toen hij in Amersfoort was beland, wilde hij pro-
beeren gratis met den trein naar Utrecht te komen.
Toen de sneltrein uit Zwolle, Woensdagavond het
station Amersfoort verliet, sprong de Duitscher, die
zich in het donker ongemerkt op de spoorbaan had
begeven, op de treeplank van een der wagens, den
kende dat niemand z'n gewaagde daad had ontdekt.
Maar een wisselwachter had 't gezien, en seinde naar
Soesterberg, om den chef aldaar te waarschuwen dat
zich een man op een der treeplanken van den in
aantocht zijnden trein moest bevinden. Als gevolg
daarvan werd te Soesterberg het signaal op onveilig
gezet en stopte de sneltrein tot niet geringe ver
wondering van personeel en reizigers aan dit sta
tion, dat anders in volle vaart wordt voorbijgevlogen.
De Duitscher was inmiddels, toen hij bemerkte dat
de trein ophield, fluks van de treeplank gesprongen
en had zich vliegensvlug verstopt ter zijde van de
spoorbaan, waar niemand hem zou zoeken. Het trein
personeel zocht den geheelen trein af, keek onder
alle wagens, maar vond niets; de man was er zeker
tusschea Amersfoort en Soesterberg weer afgespron
gen. De chef gaf order de reis te vervolgen, maar
nauwelijks was de sneltrein weer in beweging, of
de Duitscher kwam uit z'n schuilplaats en wist an
dermaal op een, treeplank te springen. Zoodoende
kwam hij in Utrecht aan; z'n pet was onderweg dooi
de zuigiug van den trein afgewaaid. Hij rende hier
het station af en, de spoorlijn op in de richting van
de Jeremie. Men teLefoneerde dadelijk naar het poli
tiebureau a,an de Tolsteegbrug en, een der agenten
hield een oogenblik later den Duitscher die zich
zelf verried door z'n bloote hoofd aan, achter Ab-
stede.
De man zal heden te Zevenaar weer over de grens
worden gezet.
AKRONDISSEMENTS-RECHTBANK TE ALKMAAR.
Zitting van Dinsdag 7 Februari 1911.
Uitspraken:
J. Visbeen, Uitgeest, vernieling van. een anders
eigendom en beleediging van een dienstdoend amb
tenaar: 2 weken gevangenisstraf.
G. Klaren,beek, Alkmaar, overtreding leerplichtwet:
f2.GO boete of 2 dagen hechtenis.
A. de Moor, Alkmaar, overtreding jachtwet: f 2
of 1 d. hechtenis, met vernietiging van 's Kanton
rechters vonnis.
J. de Moor, Alkmaar, overtreding jachtwet: f 6
of 2 d. hechtenis, met vernietiging van 's Kanton
rechters vonnis.
J. Broersen, C. Broersen, C. Konijn en L. Alles,
allen te Sohermerhwn, wederrechtelijk 's nachts op
iemands erf binnendringen: elk f 5 boete of 5 dagen
hechtenis.
S. de Vries, Alkmaar, mishandeling: 2 weken ge
vangenisstraf.
J. Beentjes, Hoorn, mishandeling: f 10 of 10 d.
hechtenis.
E. J. v. d. Veldt en F. Lens, zonder vaste woon-
of verblijfplaats, vernieling: niet bewezen, vrijgespro
ken.
J. Veerman. Andijk, onzedelijke handelingen: 1 jaar
gevangenisstraf.
J. Basjes, Wervershoof, onzedelijke handelingen: 1
jaar gevangenisstraf.
KRANIGE ZEELIEDEN.
De 20-jarige R. L. van Roon Jr„ matroos op het
stoomschip Walcheren van de Rotterdamsche Lloyd,
kapitein de heer Van Vollenhoven, schreef den 20en
Januari jl. een brief aan zijn te Vlaardingen wonen
de ouders, waaraan wij het volgende ontleenen: ,,Op
den 16en en 17en Januari heeft het stoomschip 2
dagen liggen drijven op de Middellandsche Zee, en
was het aldus door het ruwe weer en de hooge zeeën
de speelbal der golven.
Bij die gelegenheid, 't was op den I6en, sloeg bo
vengenoemde matroos over boord door een stortzee.
Geoefend zwemmer als hij is, daarbij z'n tegenwoor
digheid van geest behoudende, bleef hij, ondanks z'n
kleeding, zooals oliejas, laarzen etc. toch boven wa
ter. De derde stuurman wierp een reddingboei naar
den drenkeling, welke op 5 meter afstand van hem
neerkwam. Zwemmer als hij is, bereikte hij de boei,
werkte zich er in, en had nog de kracht om z'n
zware laarzen uit te trekken, niettegenstaande hij
volle twee minuten onder water bleef. Toen moest
de redding eerst beginnen, waarvan de eerste po
ging mislukte, doordat het stoomschip den drenke
ling ongeveer 10 meter voorbüstoomde.
Op bevel van den kapitein werd de boot uitgezet,
bemand met den Isten stuurman en, vijf matrozen
en, den bootsman. De zee ging echter zoo te keer,
dat ook hun leven in gevaar was, waardoor de kapi
tein het sein gaf om terug te keeren, onderwijl was
Van Roon uit het gezicht weggedreven, en de overige
bemanning dacht niets anders of hun jeugdige kame
raad was verloren.
De kapitein noch de 1ste stuurman gaven den
moed op. zij stoomden al maar verder, tot opeens
een matroos Van Roon weer in 't gezicht kreeg.
Onmiddellijk werd daarheen koers gezet, bij welke
gelegenheid de kapitein stond te schreien van aan
doening; die emotie was zelfs dien bevaren gezag-
voerder te sterk.
De bootsman wierp een lijn naar Van Roon, aan
wien het gelukte deze te grijpen. Ware dit mislukt,
dan had de bootsman, die reeds klaar stond, met een
lijn om zijn middel gebonden, den in levensgevaar
verkeerenden kameraad na te springen, dit ongetwij-
feld gedaan. Van Roon bond de lijn goed aan de
boei, waarna hij voorzichtig naar boven werd ge
haald, nadat hij volle twee uren met de woeste ele
menten had geworsteld.
Nauwelijks ann boord gehaald zijnde verloor Van
Roon z'n bewustzijn. Nadat hij ontdaan was van
z'n oliegoed enz. werd hij door toediening van daar
voor gebruikelijke middelen weer tot bewustzijn, ge
bracht, om verder uit te rusten in de slaapsalon van
den hofmeester, terwijl gedurende twee dagen en
nachten bij hem gewaakt werd, en extra voeding en
behandeling ertoe bijdroegen, dat hij geheel en, al
hersteld is.
Als aandenken aan deze gebeurtenis, doch inzon
derheid aan de niet te verklaren taaiheid en on
verschrokkenheid van dit jongmensch, krijgt hij van
den kapitein de boei cadeau, waarmee hij gered is.
88 JAAR IN EEN WONING.
De wed. E. de GrootL"\vcnho\en te Ben nebroek
vierde dezer dagen liaar 88sten verjaardag, hetgeen op
zichzelf geen vei meldenswaardigheid is, doch wet, dat
zij thans nog dezelfde woning bewoont, waarin zij werd
geboren en nimmer een andere woning heeft betrok
ken. En het is nog wel een huurwoning!
DE MALVEIïSATIëN TE DOORNSPIJK.
Naar de ,,Zw. Ct." verneemt, moet Eibert Draaier,
gemeenteraadslid van Doornspijk, tegen den burge
meester (Tier gemeente persoonlijk een eisch hebben
ingesteld tot belaling van f 5000, aangezien deze in
zijn bekend verweerschrift van hem, Dr.. gezegd heeft,
dal hij waanzinnig, querulant is en zaken van gemeente
en kerkelijke administratie, waarin Dr. genoemd was
geweest, verkeerd heeft behandeld.
De zaak moet, naar wij gehoord hebben, 15 Febr.
a.s. dienen voor de rechtbank te Zwolle.
DIEFSTAL TE CASTR1CUM.
In den nacht van Zaterdag op Zondag j.1. is ver
moedelijk door gebruikmaking van valsehe sleutels, dief-
stal gepleegd in het station te Castricum. Uit de brand
kast is ontvreemd een bedrag van ongeveer f 150.
Het trekt wel de aandacht, dat deze diefstal zoo i
merkwaardig veel overeenkomst vertoont met de dief-
stallen, welke voor eenigen tijd in het gesticht ,,Duin
en Bosch" hebben plaats gehad. Ook nier alles op
nieuw gesloten en allëen het bankpapier verdwenen,
terwijl het zilvergeld nagenoeg onaangeroerd is gela
ten.
Er was, toen de diefstal gepleegd werd meer geld
in kas dan gewoonlijk, doordat een beding van ruim
f 100 was ontvangen van een geadresseerde op „Duin
en Bosch" als verpleegster werkzaam.
OPLICHTER AANGEHOUDEN.
Toen Zondag j.1. het Nederlandsche stoomschip „Zee-
landia" van Amsterdam naar Argentinië, de haven La
Coruna aan de Spaansche noordkust was binneng>
loopen, begaf zich de Duitsche consul met eenige po
litieagenten aan boord om den passagier Alexis Ton-
do»'f. die zich in Dtiifschland aan verduistering van
90.000 Mk. had schuldig gemaakt, in hechtenis te ne
men. De gearresteerde weid in de gevangenis te Corona
in voorloop'ge bewaring gesteld, waar hij zal blijven,
to'dat de uitlevering is toegestaan.
LAGE AANVAL.
Ho? gevaarlijk het is. zicih fc Smilde bii avond
op straat te bevinden, ondervond Zaterdagavond een
onzer in.c'r'zelenen. een gehuwd persoon op gevorder
den leetftiid, d;e nab'i Veenhoonsbmg onverhoeds
door eenige onbekende individuen werd aingevallen en
od vreeseliike wiize werd gesneden. Badende in ziin
bloed werd de ongelukkige gevonden en, na door dok
tor Van Waning Bolt verbonden te zijn, per as naar
zijn woning vervoerd. Ass. Crt.
EEN ZIONISTISCHE LAND- EN TUINBOUW
SCHOOL.
Er is indertijd door bekende Zionisten in den lande.
de wenscheJijkheid besproken een land cn tuinbouw
school op te richten, teneinde daar jonge mannen op
te leiden, die zich later willen vesügcn in Juruzalem
en Palestina, inct de bedoeling het land te ontginnen
en vruchtbaar te maken voor cultuur.
Naar het ,,U. D." verneemt, is voor de vestiging
dezer schooi thans terrein aangekocht. De heer Kann
te 's-Gravenhage heeft zich voor dit doel hel eigen
dom verzekerd van den bekenden Wcstlandschen Tuin
aan den Vleutenschenweg. tussdien Utrecht en Vleu
ten. welk terrein tot dusver toebehoorde aan dr. Van
Dugteren te Rotterdam. Deze grond werd tot heden
gebruikt voor de vruchtenteelt en voor den kweek van
ooflboomen en werd voor het nieuwe doel alleszins
geschikt geacht. Daar zal dus weldra dc Zionistische
Jand- en tuinbouwschool verrijzen. De leerlingen zullen
zich na volbrachten leertijd nog in de praktijk bekwa
men, waartoe men zich heeft gewend tot de Heide-
Maatschappij en eenige bekende groote landbouwers.
BESMETTELIJK.
Te Sliedrecht doen zidi in vijf gezinnen in eenzelfde
buurt, gevallen voor van febris typhoïdca. Twee lijders
bezweken aan dc ziekte. In geen dezer gezinnen werd
gebruik gemaakt van do waterleiding, die uitstekend
water levert, doch werd water gebruikt uit een ver
ontreinigden put.
WINKEL.
Dc vereen tóng Onderling Nut „Nieuw I^ven", gaf
.Maandagavond bij den heer Kroon weder een gezellige
avond, bijgewoond door ruim 50 leden en genoodigden.
Als spreker trad op de heer K. Brugman, met het
onderwerp: „Groote veranderingen". Vervolgens ver
plichte bijdrage van den heer P. Bart, inet „Eliza's
vlucht" en nog verschillende vrijwillendc bijdragen.
Na een zeer aangenaam verloop sloot de voorzitter
HET KOEGRAS
Zondagavond ongeveer zes uur ontstond door het
vallen der lamp brar.u bij den heer G v. d. Brink
alhier Met behulp der buren en een voorbijkomen
den fietser wist men den brand te blusschen. Huis
raad en inboedel verbrandden echter. Verzekering
dekt de schade.
HET KOEGRAS.
Naar we vernemen zal het circus Blanus de vol
gende week eeDige voorstellingen komen geven in
ons dorp. het Julianadorp. A.s. Zondag groote ope
ningsvoorstelling. Denzelfden Zondagavond treden bij
den heer Marees op de heeren D'Hont en van Twisk
van den Helder. Beide heeren hebben op 't gebied
va.i voordrachten een goeden naam. Zij zullen zeker
wel publiek trekken.
8T. PANKRAS.
Mej. de Wed A. WortelModder overleed Maan
dag in den ouderdom van ruim 96 jaar. Zij was de
oudste onzer plaatsgenooten.
WIERINGEN.
Men deelde ons mede, dat de heer M. B., die jl.
Maandagavond per fiets huiswaarts keerde, in de
Westeliüg bij 't passeeren van een rijtuig, welk rij
tuig niet veel opzijde ging, van zijn fiets is gevallen.
Deze val is, daar de heer B. altijd nogal flink op
rijdt, bepaald hevig geweest. Een van den anderen
kant komende wielrijder vond hem dan ook in half
bewusteloozen toestand op den weg liggen. Spoedig
kwam hij echter bij en werd hij door den voorbij-
ganger een stuk op weg gebracht. Thuis gekomen
i zijnde bleek hij aan hoofd en beenen zx>odanlg ver-
j wond te zijn, dat geneeskundige hulp moest worden
1 ingeroepen.
IN EEN SCHAPENHOK.
Aan den Veendijk. onder Vriescheloo (Gr.) woont
I een huisgezin, man, vrouw en drie kinderen, sedert
eenige dagen in een schapenhok. De arme man. H.
E., kan geen woning krijgen.
EEN FORT CHABROL IN NOORD-BRABANT.
Naar uit Wijchen aan de 's-H. Ct. gemeld wordt,
weigert daar ter plaatse, bij eene gerechtelijke uit
zetting van zekeren Geurts, de vrouw de ontruiming.
Verdekt opgesteld op den zolder, heeft zij 6 maal
op de politie geschoten.
De hulp der Justitie is ingeroepen.
Feuilleton.
NOVELLE VAN HöCKER.
4.
„Wat Ik van u denk?" zeide Hertha, terwijl zij
Egbert hartelijk aanzag, „dat zal ik u zeggen. Gij
zijt voor mij als een lichtstraal in de duisternis.
Gij zijt het eerste edele menschenkind, dat ik sinds
jaren heb ontmoet en dat mij mijn geloof in goed
heid en edelmoedigheid heeft teruggegeven."
„Hertha," riep Egbert uit, „is er voor dit alles
misschien geen ander woord, een enkel woord?"
„Ik weet het niet," fluisterde Hertha, haar blik
afwendende.
„Heriha," ging Egbert bemoedigd voort. „Wan
neer het woord lieïde eens het goede woord daar
voor was?"
Zij maakte een beweging om heen te gaan. Maar
hij greep haar snel bij de hand en hield die vast.
„Nog waag ik het niet mijn geluk te vertrouwen,
Heriha," zeide Egbert. „Gij hebt van dankbaarheid
en vereering gesproken. Dat kan men ook voor een
vader, voor een moeder gevoelen. Er ontbreekt nog
iets, want uwe verwarring durf ik niet in mijn voor
deel uitleggen, er zou ook schaamte over mijn verme
telheid kunnen zijn. Het moet tusschen ops duidelijk
worden, in dit uur nog!"
..Nu, welaan," antwoordde Hertha met edele, kal
me waardigheid, „mijne oprechtheid tegenover u moet
volkomen zijn. Ik gevoelde mij direct tot u aange
trokken. Ik wist niet wie gij waart, maar ik wist
dadelijk, wat gij waart. Ik gevoelde, dat gij voor
mij alles zoudt kunnen zijn, wat twee zielen slechts
voor elkander kunnen zijn. Maakt u deze bekentenis,
waarmede ik de uwe beantwoord, slechts een wei
nig gelukkig, dan wil ik gaarne het zelfverwijt dra
gen. u meer gezegd te hebben, dan ik misschien mag.
Neem het aan. alsof het een bloem was, een ver-
geet-mij-niet, die ik u voor mijn scheiden als een
aandenken geef. En wanneer het in uw hart begin;
te verwelken, leg het dan tusschen de bladen uwer
herinnering. Misschien ziet eenmaal een gelukkiger en
waardiger mensche. d dan ik ben, met medelijden
daarop neer."
„Neen, Hertha, neen!" riep Egbert vol vuur uit,
„alleen gij kunt deze waardige zijn. Gij spreekt van
scheiden, maar wij scheiden niet meer. Uw tehuis
is aan mijne zijde. Ik eer den deemoodigen zin uwer
moeder, die u aanried uw verleden te vergeten, maar
ik heb eene andere opvatting van menschenwaarde
en mijne tante, die gij uwe meesteres noemt, insge
lijks, want zij is nog niet vergeten, dat zij eens
zelf orra en ongelukkig was, en dit zoowel als de
achting, waarmede zij van u spreekt, is voor mij de
beste waarborg voor de gunstige opname van mijn
besluit.
Voor 't overige ben Ik meester van mijn wn; en
ook wanneer ik tiet de \erzekevd') toekomst voor
mij had, welke ik aan mijn tarit-ï heh te danken,
dan zou ik toch voor niets ter wer 91 afstand wil
len doen. van int juweel, dat ik in u gevonden heb."
Nogmaals greep hij haar hand, om er een kus op
te drukken. Had het geluk haar ook verward en
sprakeloos gemaakt, het stond duidelijk op haar ge
laat te lezen.
„Ha, ha! Dus ook gij, neefje Egbert?" riep onder
spottend gelach een stem. Hertha trad ontsteld te
rug Egbert echter vatte haar hand De rustverstoor
der was niemand anders dan Frits, die beiden reeds
lang had bespied en nu pas te voorschijn was ge
treden.
„Van deze galante zijde heb ik u nog niet ge
kend," zeide Frits, wiens doodsbleek gelaat zijn lach
sterk logenstrafte.
„Tante Georgine is niet gelukkig met hpar gezel
schapsdames. Ten slotte zal ik nu naar de residentie
moeten reizen, om haar een ander te bezorgen wan
neer mejuffrouw Hertha over u mocht beginnen te
klagen."
„Ik denk niet, dat er eene plaatsvervangster noo-
dig is," antwoordde Egbert kalm, „want mejuffrouw
Hertha zal zich ook als mijn echtgenoote het eere
ambt niet laten ontnemen, voor de blinde tante een
teedere en opgeruimde gezelschapsjuffrouw te zijn,
waardoor tante juist bevrijd wordt van verdere ver
anderingen.
HOOFDSTUK VI.
Egbert had zich in zijne meening, dat tante
zijn besluit zou goedkeuren, niet bedrogen. Het was
reed? lang haar wensch geweest, haar neef eti rent
meester gelukkig gehuwd te zien en zijn keuze vond
ook hare geheele goedkeuring, want hoe korten
tijd Hertha ook op den Tulpenhof vertoefde,
had tante toch voldoende gelegenheid gehad hare
voortreffelijke eigenschappen te leeren kennen.
De bruiloft zou binnen eenige Vreken plaats vin
den. en tot zoolang had Egbert goeden moed in de
scheiding van zijn geliefde, die in het gezelschap van
eene met tante zeer goed bevriende buurvrouw een
reisje naar Zwitserland maakte.
Gedurende dien tijd wist Frits zijn gemoedstoe
stand onder een vreedzaam uiterlijk te verbergen.
Inwendig was hij echter woedend. Nog nooit had een
meisje hem zoo weten te boeien, als Hertha, ofschoon
zijn huldebetoon meer voortsproot uit ijdelheid en
het bewustzijn zijner overwinningen. Om in ernst
naar Hertha's hand te dingen, daartoe noemde hij
zich te verstandig. Alleen wist hij, wie Hertha's moe
der was; hij was getuige geweest van de buitenge
wone zenuwachtige ontroering, waarin alleen de naam
Louise Stein zijn tante gebracht had. Er moest een
onherstelbare verwijdering tusschen beiden zijn ont
staan en evengoed als bij de stijfhoofdigheid van
zijne tante kende, evenzoo wist hij. dat een huwelijk
van de dochter van de gehate met Egbert, een vol
slagen breuk tusschen hem en tante zou tengevolge
hebben. Eene voorzichtige poging om de onverzoen
lijke stemming tegen de vroegere vriendin te peilen,
lokte het scherpe verbod uit, den naam van Louise
Stein ooit weder uit te spreken,
i Aan de gespannen verhouding was dus niets ver
anderd en wanneer tante er vroeg of laat achter
kwam, tot welk een huwelijk zij onwetend hare toe
stemming had gegeven, moesten al de gevolgen, die
Frits van zulk een verbintenis voor zichzelven ge
vreesd zou hebb%p, nu op Egbert's hoofd neerkomen.
Mochten deze nu meer of minder hard uitvallen,
dan kon het ook niet uitblijven of de verhouding
tusschen Egbert en tante zou geschokt worden en
daarop rekende Frits.
Het was zijn doel, de blinde grondeigenares geheel
In zijn macht te krijgen, opdat hij op den Tulpenhof
geheel kon huishouden naar zijn eigen meening en
zien eens naar hartelust zou kunnen overgeven aan
de genietingen des levens.
Het was hem reeds lang een doorn in het oog,
dat zijn eenmaal vastgesteld erfdeel reeds zulk een
vermindering had ondergaan; des te meer welkom
was het hem dus wanneer iets gebeurde, waardoor
zijn neef en m --erfeen ernstig twist zou krij
gen met zijn taj fc-»r verwikkeling zag Frits
komen en tegelijk hoopte hij zijn wraaklust te kun
nen bevredigen tegen den "medeminnaar, dien hij
sedert zijn verloving even sterk haatte, als diens
beminde, die zijn gunsten had versmaad. Voorloopig
kon hij echter niets beters doen dan dat tijdstip af
te wachten.
Hertha's ouders vertoefden in een Noordduitsche
badplaats, toen zij verrast werden door Egbert's
schriftelijk aanzoek om de hand hunner dochter. Hoe
zeer Louise zich ook verheugde over het geluk van
haar kind, toch deed het haar onaangenaam aan,
dat in Egbert's brief niets geschreven werd omtrent
de vroegere vriendschappelijke verhouding tusschen
zijne tante en de moeder van zijn beminde. „Mijne
tante laat u en mijnheer uw echtgenoot hartelijk
groeten," schreef Egbert. In deze koude formaliteit
herkende Louise opnieuw, dat Georgine elke toena
dering van hare verarmde vriendin wilde beletten.
Zoo moest dan Louise zich er mede tevreden stellen,
dat hare dochter goed verzorgd was en dat de te
genwoordige toestanden niets gemeen hadden met het
verledene. Dat was wel is waar een bittere gedachte
voor haar, maar al haar wrok verdween, en maakte
plaats voor een gevoel van dankbaarheid, wanneer
zij een blik wierp op haar echtgenoot, die met reu
zenschreden zijn genezing tegemoet ging. Hij was
teruggegeven aan zijn familie en aan zijn werkkring
en Louise. die meende dat te danken te hebben aan
Georgine, vergaf haar van ganscher harte al het
andere.
In het antwoord aan Egbert, waarin zij hare en
des vaders toestemming gaf, hield zij zich gestreng
aan de haar afgebakende grenzen en vermeed zij elke
zinspeling op hare vroegere verhouding tot de tante.
Eenige weken later ontvingen de ouders eene uit-
noodiging tot de bruiloft. Louise zag hierin weer
eene noodzakelijke formaliteit en zij zou het gaarne
hebben afgeslagen om Georgine het pijnlijke van een
persoonlijke ontmoeting te sparen, maar zij kon geen
weerstand bieden aan de roerende beden van Hertha,
die bij Egbert's schrijven een brief had gedaan. Zij
wilde op dien gewichtigen dag niet ontbreken en wil
de haar kind zegenend den bruidskrans op hA hoofd
drukken, om zich dan bescheiden terug te trekken.
Haar echtgenoot was nog niet in staat mede te
gaan, zoodat zij alleen op reis ging.
Wordt vervolgd.