Alicitci Nimis-
Aiitriiiiit-1 lulliirtlü.
Donderdag 16 Februari 1911.
CHAËER
55ste Jaargang No. 4866.
COURANT'
Dit nummer bestaat uit 1 blad.
Anondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 14 Februari 1911.
ONVOLDOENDE AFSCHEIDING TUS8CHEN WEI-
LAND EN TRAMBAAN.
De eerste beklaagde, die moest terechtstaan, was
de 50-jarige landbouwer en veehouder, de heer Klaas
Boekei, geboren te Assendelt't en wonende in de
Weere, gemeente Winkel.
Rustig graasden zijn koeien den 20sten Augustus
jl. in de groene wei, maar begaven zich al spoedig,
in spijt van de (trouwens zeer onvoldoende) afschei
ding van Boekels land en de baan van de tramlijn
SchagenWognum, op deze baan. Dit nu bezorgde
aan Boekei een procesje, waarbij de Schager Kanton
rechter hem veroordeelde tot f 3 boete, subsidiair
3 dagen hechtenis.
Van dit op 15 December jl. gewezen vonnis kwam
genoemde heer Boekei in hooger beroep en stond in
voortfcetting daarvan heden voor do Rechtbank te
recht
Boekei voerde als verweer aan, dat ter plaatse
waar zijn koeien door de in zeer slechten staat ver-
keerende sloot op de trambaan zijn gegaan, deze sloot
geheel in onderhoud is bij de H. IJ. S. M., terwijl
ze als afscheiding te wenschen overliet. En. hoewel
er van de H. IJ. S. M. wel drie employé's als getui
gen optraden, en er heel wat woorden werden gewis
seld, Boekel's standpunt bleek nogal stevig te wor
telen. Want niettegenstaande de verklaringen van
de hh. H. A. baron Collot d'Escury uit Schagen, chef
van dienst der Westfriesche Stoomtramweg-Mij. Scha-
gen-Wognum, Jonkheer Johan Roëll, te Alkmaar, ci-
viel-ingenieur en adjunct-inspecteur der H. IJ. S. M.,
en D. Zijlstra, opzichter van den weg bij de H. IJ.
S. M., wonende te Schagen, sloot ook de heer Offi
cier zich in zijn requisitoir aan bij het standpunt
van Boekei: ter plaatse waar de beesten doorkwamen
was de veekeering onvoldoende, terwijl het onderhoud
bij de H. IJ. S. M. berustte. Immers zij verhuurde
het grasgewas der bermen van de trambaan aan an
deren en het bewuste gedeelte aan zekeren Smit,
wien direct na inspeetie van den heerschenden toe-
stand is aangeschreven geworden, om de sloot te ver-
beteren. Waaraan hij met spoed gevolg heeft gegeven.
Waar de Mij. dezen huurder de verplichting oplegde
voor de sloot te zorgen, blijkt toch ook wel, dat
zij onderhoudsplichtig is.
Na eenige beschouwingen over de tekortkomingen j
van het kantonrechterlijk vonnis, wat betreft de for-
meele punten, is Z.E.G. tot de materiëele genaderd.
En hierbij vraagt spreker, beklaagde niet schuldig
achtende, diens vrijspraak, met vernietiging van, 's
heeren Kantonrechters vonnis.
Beklaagde verklaart, dat het hem zeer aangenaam
is, en meldt voorts nog dat het niet minder den 12
keer is voorgekomen, dat tengevolge van den deso-
laten toestand der veekeering, zijn koeien langs de
trambaan liepen; 4 keer moest de tram er zelfs voor
stoppen. Enfin, 't staat er voor beklaagde op het
moment prachtig voor. Er zijn er heel wat van het
bokkebankje afgekomen, wier kans vrij wat slechter
stond.
EEN KLAVERBLAD.
Thans waren eenige echte straatlijpers uit Hoorn
aan do beurt. Het is dezen menschen aan te zien,
dat ze in de rechtszaal al lang geen nieuwelingen
meer zijn. En het aantal veroordeelingen dat deze
luidjes gezamenlijk achter den rug hebben, dwingt je
dan ook respect af!... al is het dan ook in negatie
ven zin
We hebben ze ternauwernood meer voor te stellen
de drie heeren, waar het hier om gaat, zóo bekend
zijn ze. Maar we willen toch even hunne namen ver
melden. Eerst hebben we Kees van der Kooij, een
33jarigen volbloed sjappitouwer, die zich evenals zijn
beide na te noemen kameraden Kees Veer en Jaap
Blokdijk nog heel doodleuk als werkman presenteert.
Werkman!... Zulke lui werklieden?... die zich den
dag niet kunnen heugen dat zij een spade of houweel
hebben gehanteerd... en die niets beters weten te
doen dan centen ophalen en deze in geestrijk vocht
om te zetten.
In volle actie besloot het edele drietal den laat-
sten dag des jaars, den 31 December van het jaar
1910. Zij hielden zich dien dag „onledig" door den
goeden luiden in Avenhorn, cum annexis uit pure
hartelijkheid een zegenrijk uiteinde van 't gepas
seerde jaar toe te wenschen, inclusief een heilrijk
nieuwjaar. Gaarne werd dan een kleino, uit dankbaar
heid voor die welmeenende woorden geschonken gift
aanvaard.
Zoo werden dan, 't zal zoowat een uur of vijf
zijn geweest, zoo tusschen licht en donker een
boerenweduwtje, Antje Kok genaamd, wier echtge
noot Dirk Schuitemaker heette en haar zoon Jaap,
benevens de knecht Arie Hoogvorst, recht aangenaam
verrast door de komst op hunne te Grosthuizen (ge
meente Avenhorn) eenzaam gelegen boerenhoeve. Met
geestdrift' werd aangebeld en al spoedig kwam de
zoon des huizes opdagen, die bij zulke gelegenheden
steeds het „volk" te woord staat. Hij zag al gauw
wat lui het waren en waar het hen eigenlijk om te
doen was, zoodat hij hun aanzei, dat ze af moeeten
trekken. Ook Arie, de knecht, beduidde hen dit, maar
de heeren hadden geen trek en een hunner wou zijn
krachten eens toonen en nam daartoe een uit zijn
hengsels gerucht poortje, waarmee hij tegen de deur
van het boerderijtje bombardeerde, het ijzeren lof
werk met den sierlijken paardekop, inclusief de rui
ten der zich daarachter bevindende draaibare raam
pjes, aan stukken neervielen. Jaap Blokdijk, de 21-
jarige held die dit kranige stukje volbracht, wou
ook de woonkamerruiten vernielen, maar werd door
Veer nog teruggehouden. Wat v. d. Kooij betreft,
deze had handig zijn voet tusschen de deur gezet.
Het optreden van de drie barbaren mocht in
derdaad schandelijk heeten en toen ze eindelijk dan
toch oprukten, konden ze er wel zeker in gaan, dat
hunne wandaden hun een geducht proces-verbaal zou
den bezorgeó. Dat gebeurde dan ook... en niet zui
nig!...
Het getuigenverhoor was heel gauw afgeloopen,
gelukkig! want waarlijk, er was vandaag evenwel ge
noeg. Wat beklaagden betreft, alleen de beide eer
sten (gedetineerd uit anderen hoofde) waren present.
En ze gedroegen zich thans zeer gedwee. Blokdijk
was afwezig.
De heer Officier vraagt allereerst clementie, niet
voor de hier terechtstaande exemplaren, behoorende
tot het uitschot van Hoorn, maar voor Antje Kok.
Want deze heeft hem gesmeekt de vervolging niet
door te doen gaan, zoo vreesde zij de wraak van de
beklaagden. Maar de O. v. J. zette de zaak toch door.
Een schandelijk feit als dit kan niet geschonken
worden aan de daders, 't Is een aaneenschakeling
van strooptochten. En dat bet in de herbergen ook
lieve jongens zijn, zal a.8. Dinsdag wel blijken, als
wanneer zij voor nog veel erger dingen zullen moe
ten compareeren voor de Rechtbank. Kooij en Veer
althans.
De ten laste gelegde feiten: erf vredebreuk, bedrei
ging en vernieling bewezen zijnde, werd tegen elk
der ongunstig bekend staande sujetten 8 maanden
gevangenisstraf geëischt.
TE HARDHANDIG.
Een zekeren Visser had eersten Kerstavond te 't
Zand (Zijpe) in de kolfbaan van Ruis, waar fanfare-
uitvoering werd gegeven, op wat hardhandige wijze
uiting gegeven aan den wrevel, dien hij had voelen
opkomen tegen Jan Ruis, den kasteleinszoon, die
zijn best deed een anderen driftkop te kalmeeren.
Terwijl hij hiermee bezig was kreeg hij van Visser nog
slaag op den koop toe. 't Mag niemand verwonderen
dat deze werd opgekalkt wegens de gepleegde mis
handeling.
De O. v J. eischte f 15 boete of 13 dagen hech
tenis.
Volgt een kinderwettenzaakje. Deuren dicht!...
VAN EEN EX-POLITIEMAN.
Nu is aan de beurt Maarten Koning, vroeger rijks
veldwachter op Vlieland, thans zelf gesnapt door de
politiemannen Arie Kos en Gert Baken van Callants-
oog wegens jachtwetovertreding. De Kantonrechter
legde hem deswege 4 gulden boete op. In hooger
beroep gegaan natuurlijk!
Toch gaf dat niet veel al had Koning thans vrij
wat tegen te spartelen en al vond de O. v. J. het
vonnis van den Kantonrechter lang niet onaantast
baar, want het geheel werd besloten met een eisch
tot 4 dagen hechtenis en verbeurdverklaring van 't
jachtgeweer of f 10 boete, te vervangen door 2
dagen hechtenis.
LANG GEEN VREDE OP AARDE.
Laurens Lageveen moest eens komen vertellen,
waarom* of hij zijn Medemblikker stadgenoot Jan
Haring den eersten Kerstdag met een kacheldeksel
op zijn kop heeft getimmerd. Dit mooie gevalletje
gebeurde in het café van Klaas Zwaan in de Nieuw-
straat.
Louw leek er wel niet veel meer van te weten.
Maar de anderen (er waren nog een paar getuigen)
zooveel beter. En hoewel Lageveen nog een blanco
strafregister heeft, eischte de O. v. J. wegens den
ernst van het feit eene maand gevangenisstraf.
HIJ HAD GEEN VERGUNNING.
Henricus Marinus Dolmans, gérant in het café Neuf
aan de Langestraat te Alkmaar, moest zich nu ver
antwoorden, omdat hij zonder vergunning glaasjes
brandewijn enz. heeft getapt jongstleden zomer en
nog wel aan een Alkmaarschen politieagent, Pieter
Corstanje genaamd.
Dit gevalletje werd op 11 November jl. behandeld
voor het Kantongerecht en bij vonnis van 25 Nov.
daaraanvolgende mocht beklaagde vrijspraak erlan
gen, doch ziet, de Ambtenaar van hot Openbaar Mi
nisterie ging in appèl en daar hadt je de poppetjes
opnieuw aan het dansen.
Jammer, dat mijnheer Bakker, de directeur van
een Bank, die in deze historie ook meedeed, ziek was.
Anders hadden we van diens verhoor ook nog een
poosje kunnen smullen, terwijl er nu vanaf werd
gezien door Mr. Hanegraaff, als zullende dat verhoor
toch geen nieuw licht in de zaak brengen.
Trouwens er bleef nog genoeg te verhapscheeren
over. Vooral over de pogingen om eenige klaarheid
te krijgen aangaande de juiste verhouding tusschen
beklaagde en den heer Cornelis van 't Hullenaar.
een vergunninghouder, even zwaarlijvig als Dolmans
en diens zaakje, namen heel wat tijd in beslag.
Van 't Huilenaar is nl. de man, ten wiens name
de vergunning staat voor 't café Neuf, waarin die
mijnheer zelf tot 12 Augustus 1905 heeft gewoond,
om er naderhand zijn gérant in te laten resideeren*
Nu behoort café Neuf als gebouw de echtgenoote
van Van 't Hullenaar toe. Zij ontvangt dan ook de
huur, terwijl haar echtvriend de ontvangsten en uit
gaven vereffent met Dolmans, met wien hij in reke
ning-courant staat door welwillende bemiddeling van
den straks genoemden Bakker. Van dezen krijgt Van
't Hullenaar een dubbele rekening-courant (die als
't ware een twee-eenheid vormt) natuurlijk mede met
het oog op de huur van het op naam zijner ega
staande gebouw.
't Was een allerdolste warwinkel, waaruit in den
loop der behandeling bleek, dat die ingewikkelde
romp-slomp feitelijk wel terdege noodig was, terwijl
men het „zonde" achtende dat de vergunning uit
't gezellige Neuf wegraakt kunst- en vliegwerk
aanwendt om die daarin te behouden.
De O. v. J. constateerde ten slotte in zijn requi-
sitoiru dat Dolmans ook al heeft deze nu niet
bepaald zelf de schenkende en incasseerende bewe
ging gemaakt, toch den drank heeft verkocht of heeft
doen verkoopen, zonder dat hij zelf daartoe vergun
ning had. Zoover kan men langs de interpretatie van
de dagvaarding komen. Maar nu rijst de vraag of
hij daarbij gedekt was door van 't Hullenaar's ver
gunning. En dan meent spreker van uiet.
Wel is vorige week uit Helder een dergelijk zaakje
voor geweest, waarin vanmorgen vrijspraak volgde,
maar dat stond netter op pooten. En in de zaak Dol
mans is niet gebleken, dat deze handelde namens
zijn lastgever. Daarmede nu staat vast, dat de ver
gunning van Van 't Hullenaar hem niet zal dekken.
t 't Kindje had overigens een nogal zachten dood, want
de eisch was slechts f 1 of 1 dag hechtenis.
Mr. De Graaf, als verdediger optredende, vond de
argumentatie van den O. v. J. niet steekhoudend en
concludeerde tot vrijspraak, met vertrouwen de uit
spraak tegemoetziende.
BELEEDIGING VAN EEN OFFICIER.
De achtste en laatste zaak was contra Alexander
Gustaaf Adolf Verstegen, Redacteur van „Het An
ker', weekblad gewijd aan de belangen van het min
dere marinepersoneel, uitgegeven te Den Helder, waar
in in het No. van 12 November jl. een stuk voor
kwam, dat knapjes beleedigend was voor den officier
van gezondheid le klasse W. A. Stark van Hellevoet-
sluis, die zich dan ook in zijn eer en goeden naam
aangetast achtte en eene vervolging deed instellen
tegen Verstegen.
Het bedoelde courantartikel begon als volgt: „Uit
Heilevoetsluis deelt men ons het volgende tergende
geval van hondsheid mede", en droeg het opschrift:
„Een christenmensch" en repte van het kind van
het echtpaar H. F. Ammersdorffer, marinier te Hei
levoetsluis en Martijntje Oudenaarden, een wicht
van een paan maanden, dat in October Jl. pijn leed,
schreide en voortdurend braakte, doch waarvan de
dokter Tichelaar zei, dat het niets mankeerde. Een
paar dagen later echter werd deze dokter zelf ziek.
Nu nam de heer Stark zijn dienst over. Deze was
er eenmaal geweest en oordeelde dat het kindje ster
vende was. En nu is het toch wel een verregaande
brutaliteit als je den dokter in het theedrinken en
't genot van pianomuziek komt storen om dat kindje.
Dokter ging dan ook zeggen, toen men hem over
het kindje kwam spreken, „als het dood is, moet Je
er maar een laken over leggen, dan zal ik het mor
gen wel komen schouwen; nu heb Ik geen tijd."
Zoo'n antwoord van een dokter!... Die marinier
kon heengaan. Zijn bede om mee te gaan liet dokter
gevoelloos.
Des anderen daags 's morgens 11 uur, kwam dok
ter en constateerde den dood van bet kind. En op
den uitroep der moeder: „Wie had dat zoo kunnen
denken," zei dokter: „Troost u maar er gaan zoo
veel kinderen dood?"
„Met de begrafenis heb ik niets te maken," zei
dokter verder, toen men hem daarvan sprak. Hij
hield niet van die drukte.
Is dat nu een handelwijze voor een dokter? De
hoop van die twee menschen voor hun kind, was
op hem gevestigd! Het was hier maar voor een
mindere... Als het voor een officier geweest
was, zou hij niet geweten hebben, wat te doen, om
mee te gaan. Nu ging hij niet mee. Het wordt tijd
dat in Heilevoetsluis eens een Marine-dominé komt...
Zoo waren ten naaste bij in het kort de uitlatingen
in het beleedigende artikel.
Benevens het ouderpaar trad Martijntje's vader, de
oude Hendrik Oudenaarden en ook dokter Stark als
getuige charge op. Hendrik Captijn, marinier mede
als zoodanig gedagvaard, scheen ziek te zijn en was
absent. A décharge werd nog de bootsman Zwaan ge
hoord. Tijdens het verhoor stelde Mr. Mendels, ad
vocaat te Amsterdam, als verdediger tallooze vragen
aan de getuigen.
Dokter Stark beschreef de toedracht van het geval
vrijwait anders dan „Het Anker".
Nadat ook de andere getuigen hunne verklaringen
hadden ten beste gegeven, kregen we bootsman
Zwaan décharge, die verklaarde dat een klacht, bij
een eersten officier der Marine ingediend, altijd tot
zijn recht komt. En men behoeft niet bang te zijn,
dat je dit later ingepeperd wordt. Iedereen weet waar
hij klachten kan indienen.
Terwijl Verstegen, (die ontkent, het doel te hebben
gehad om den dokter in eer en goeden naam aan te
tasten, maar beweert de belangen van de schepelin
gen te hebben willen behartigen) verklaart, dat er
geen officiëele weg bestaat om een klacht over een
dokter van den buitendienst (en als zoodanig fun
geerde Dr. Stark in het onderhavige geval) bij de
bevoegde autoriteiten in te dienen.
De O. v. J. releveert dat er iets niet tot klaarheid
is gekomen, nl. of dokter Stark op 11 of op 12 Oct
het bezoek bij het kind aflegde. De dokter zegt op
11 October, de anderen beweren op 12 October.
Wat beklaagde is ten laste gelegd vormt tezamen
een feit, over de meeste onderdeelen waarvan we kort
kunnen zijn, zegt de O. v. J. Na een en ander nog
eens te hebben nagegaan, eischt de heer Officier aan
het eind zijner uitgebreide beschouwingen tegen
Verstegen 2 weken gevangenisstraf, waarna Mr. Men
dels in een vurig en van groote welsprekendheid ge
tuigend pleidooi, waarin hij onder anderen het vol
strekt niet eens is met het redigeeren van de uitge
brachte dagvaarding, betoogt dat er geen sprake kan
zijn van veroordeeling van zijn cliënt die voor
eenigen tijd van het vonnis der rechtbank, (twee
weken gevang.), na het pleiten van Mr. Mendels, door
het Hof werd vrijgesproken en wiens ontslag van
rechtsvervolging thans door Mr. Mendels gevraagd
wordt.
Te zeven uur 's avonds werd de zitting eerst ge
sloten.
A.s. Dinsdag uitspraken.
Biniienlandsch Nieuws.
WEERINGEN.
Onze oud er af deeling der V.P.N., welke ter gelegen
heid van het 50-jarig bestaan der Landbouwafdeeling
alhier, mede op dien dag eene tentoonstelling wilde
organiseeren, is hierin teleurgesteld, daar het hoofd
bestuur der afd. Noordholland afwijzend heeft be
schikt op een subsidie-aanvrage.
GEMEENTERAAD WARMENHUIZEN.
Vergadering, gehouden op Woensdag 15 Februari
1911. voorin. 10 uur. AJien aanwezig.
Voorzitter, Burgemeester Blom, die de vergadering
opent, waarna de notulen worden gelezen en goedge
keurd.
Medegedeeld wordt, dat goedgekeurd is de rekening
over 1909 en de begrooting over 1911, benevens de ge
gevens aangaande de grondbelasting.
De politieverordening is nog steeds in onderzoek en
zal aan de Gezondheidscommissie te Schagen, waar
onder deze gemeente ressorteert, worden gezonden om
advies.
De verordening op inning van gelden van doodgraven
is mede goedgekeurd.
Van den heer Graafsma, onderwijzer te Warmenhui
zen, is S-erzoek ingekomen om ontslag wegens benoeming
te Onderdijk (Wervershoof). Daar in deze aanvrage geen
datum van ontslag wordt genoemd, licht de secretaris
desgevraagd in, dat hij meent te weten, dat door hui
selijke omstandigheden, 15 Mei a.s. de bedoelde ont-
j slag-datum is.
l)e heer De Groot vraagt, of Graafsma ernstig ziek is.
Voorzitter verklaart, dat hij wel ziek is.
Do heer Kraakman vindt: Dat is kwaad. Als 'I, een
gewone influensa is, da's niet zoo erg. Maar nu is
't erger. En dan met dit weer!
Goedgevonden wordt tegen 15 Mei a.s. het gevraagde
ontslag te verleenen.
Op verzoek van het Hoofd der school te Schoorl
dam en in overleg met den Districtsschoolopziener, zal
aldaar het gy m nas I Lekonderwijs-gelegenheidje eveneens
aan de Zuidzij worden dichtgemaakt.
Uit Schoorldam en Warmenhuizen zijn de jaarver
slagen der respectieve coramissiën tot wering van school
verzuim ingekomen,.
Op advies van Ged. Staten wordt eene suppletoire
begrooting gewijzigd.
Goedgevonden wordt om uit de onvoorziene tfitga-
ven te bestrijden de gezamenlijke ui'giaf van f 261.80.
ten behoeve van de heeren K. de Geus en G. J. ter Plegt.
Voorzitter stelt voor om' met de Noorder-Stoómtra rij
weg-Maatschappij eene overeenkomst aan te gaan. in
zake den paralelweg te Schoorldam', waarbij de ge--
meen te zich met liet onderhoud belast, tegen vergoe
ding in den vorm van hare beschikking over het gras
gewas aan den dijksberm. B. en \Yhebben veel
moeite gedaan, om het onderhoud op te dragen aan
Rijk Provincie of train zelve, .maar 't kon niet baten.
En het behoud van dien weg is afhankelijk van het
al of niet in onderhoud nemen daarvan door de ge
meente. liet onderhoud zal niet zoo erg zijn, terwijl
de opbrengst van den berm de kosten wel omtrent
zal dekken. Er wordt besloten, de overeenkomst tc
sluiten.
Van de gemeente Schoorl is oen adres ingekomen
om adhesiebetuiging te zenden op de door haar aan
gewende pogingen om de tram traject Alkmaar
Schoor], dezen zomer in gebruik te doen nemen. A!
len voor.
Met het oog op de voor de deur staande verkiezing
vacature Prov. Staten, wordt thans benoeming gedaan
voor het stembureau. Gekozen worden de heeren Kraak
man en De Groot.
Op verzoek van den Districtsschoolopziener is eene
instructie gemaakt voor de schooischoonmaaksters, die
aan de hoofden zal worden overgelegd om advies. B.
en VV. hebben eenige bepalingen opgemaakt.
De Secretaris zegt. dat de vrouw, die op schoorldam
de school schoonmaakt, er extra belooning voor wit
hebben.
Voorzitter vindt de f 5, die ze meer wil hebben, niet
zoo'n bezwaar.
Na eenige bespreking wordt deze Verhooging goed
gevonden.
Volgt instructie der hooistekers. Na voorlezing der
artikelen, houdende de bepalingen aangaande hunne be
voegdheid en de verplichtingen der gemeenten aren, wordt
de verordening na eenige aanvulling goedgekeurd.
Aan de orde is thans vaststelling van het salaris
van den hulp-telefoonkantooriiouder. In Juni zijn 7.
in Juli 18, Augustus 31. Sept. 27, Oct. 12, Nov. 4
en Dec. 9 gesprekken telefonisch gevoerd. Deze amb
tenaar verzoekt f 35 f 40 verhooging van salaris. Dc
gesprekken toch nemen veel tijd en de administratie
asei! zeer veel werk. Ook brengt de nieuwe regeüng voor
Keynders.... heel wat minder dubbeltjes mee.
De Secretaris zegt, dat aan Reijnders nog geen ver
hooging is toegekend. Hij heeft nog niets gehad. Ten
minste als telcfoonhouder niet. Wij wilden eerst we
ten hoeveel gesprekken er gevoerd zijn. Voor kantoor-
gelegenheid (Waarvoor andere dc gemeente moet zor-
m. inolusief licht en verwarming) wordt aan Rcijn-
3ts boven het gewone palaris f 201 toegekend.
De heer De Groot zegt, dat dit bedrag toen is ge-
ncmen, omdat wij liet toen niet goed wisten.
Voorzitter zegt: Hij vindt het zeker voldoende, want
dé&r spreekt hij niet over. Spreker zou f 30 verhooging
van salaris voldoende vinden.
De heer Swan acht hel toch meer de gewoonte ont
bij verhooging het aangevraagde bedrag toe te staan.
En hier is het verschil miniem.
De heer De Groot wil eens weten of Reijnders salaris
ncgal behoorlijk is in vergelijking met dat van anden
kantoorhouders.
De Secretaris zegt, dit niet precies te weten. Een
maatstaf is moeilijk aan te geven.
Tenslotte wordt f 35 verhooging algemeen goedge
vonden.
Ter tafel komt een plan voor het bouwen van een
koetshuis met stal bij de geneeshceiswoning, waarin
de arts, de heer H. Muller woont. Wel heef: deze I.
reidvvillig eene gelegenheid tot shilling van a !>i
gemeester in bruikleen gehad, maar hij wenscli.c g.i u
zelf eene stalling te hebben, liefst zoo dicht mógel.
bij zijne ambtswoning. Nu heeft adressant zelf gccri
grond, maar is genegen jaarlijks 4 p.Ct. van hel bc-
noodigde kapitaal in den vorm van rente af le dragen.
De kosten van den bouw zullen plm. f 1400 bedragen.
De heer Stadegaard vraagt, of het in het belang is
van de gemeente, dat we er hier over spreken.
De heer Swan vindt, dat het nooit zulke groote
kosten voor de gemeente zullen worden. Dokter be-
taalt rente. Wij willen hem, bemind als hij is. gaarne
jhicr houden. En stel eens dat hij weggaat!.... Spreker
vindt het werkelijk een goed aanbod, dat dokter doet.
En zonder rijtuigen kan dc heer Muller nu eenmaal
niet. Hel onderhoud zal bovendien, waar het gebouw
tje van steen en pannen wordt opgetrokken, zeer gering
zijn. De mogelijkheid bestaat natuurliik wel, dat dokter
vertrekt of overlijdt. Maar don zullen we wel voor
minder salaris een nieuwe krijgen en wordt zoo dc rente
er nog uitgevonden.
De heer Dc Groot vraagt wat het advies van B. en W.
in deze is en waar hel gebouwtje zal komen le slaan.
Voorzitter wil dit nu juist bespreken.
De heer Stadegaard meent, als de tram cr is, dan
is het voor de praktijk in Warmenhuizen zelf ternau
wernood vereischte. dat dokter een rijtuig houdt. Maar
hij voor zich zelf strekt de praktijk natuuruik verder uit.
De heer De Groot veronderstelt, dal B. en W. er toch
wel over zullen hebben vergaderd. Ja, «lat wordt toe
gestemd. En wat is het advies nu? is de wedervraag.
Voorzitter zegt: Om in te willigen. De plaats weet
men nog niet precies.
De heer Swan meent echter, dat cr hij 'de woning
van den arts wel ruimte is om een koetshuis tc zetten.
De Secretaris meent, wijzende, achter die hoornen,
(men kan vanuit de Raadzaal dc bedoelde 'laats zien
dan kunnen de vruchtboomen blijven slaan.
De heer Kraakman zegt: Dokter wil 't ook wel
hebben achter dc cachot.
Voorzitter vindt, wc moeten nu maar bespreken, ja
cf neen.
De Secretaris zet uiteen koetshuis hier, paardenstal
daar. nog een stal voor een eventueel tweede paard,
hier 'n koestal... Wal, wil dokter boer worden ook'?!...
klinkt het hem verbaasd tegen.
De heer Dc Groot meent, dat dc gemeente, al vangt
zij rente van dokter, jaarlijks toch van het benoodigae
kapitaal moet aflossen. Dus 't is betrekkelijk een finan
cieel bezwaar voor de gemeente. De kosten noemt men
f 1400, maar zeg maar van f 1500. De onderen be
duiden den heer De Groot, dat dokter absoluut buiten
de aDossing staat. Wat niet wegneemt, dat de heer
De Groot het voor de gemeente een financieel bezwaar
blijft achten.
Do secretaris heeft blijkbaar geen hooge verwach
tingen van de hechtheid van het e>-entueel te stichten
koetshuis met bijbehooren, daar hij veronderstelt, dat
het over 40 jaren wel aan bouwvalligheid lijdt.
De heer Swan denkt daarover anders en zegt dat
hier wel huizen staan van 200 jaren oud. In beginsel
is spreker sterk voor inwilliging. Dokter is hier be
mind. En enkelen meencn. dat als het dokter gevraagd
wordt, hij nog wel voor het op zich nemen van den
onderhoudsplicht zal zijn te vinden. Goedgevonden dok
ters verzoek in te willigen en aan B. en W. over te
laten, het zoo goed mogelijk te doen en zoo weinig
mogelijk grond er mee weg te nemen.