Alicitci Nimis- Aiitriiiiit-1 lulliirtlü. Donderdag 16 Februari 1911. CHAËER 55ste Jaargang No. 4866. COURANT' Dit nummer bestaat uit 1 blad. Anondissements Rechtbank te Alkmaar. Zitting van Dinsdag 14 Februari 1911. ONVOLDOENDE AFSCHEIDING TUS8CHEN WEI- LAND EN TRAMBAAN. De eerste beklaagde, die moest terechtstaan, was de 50-jarige landbouwer en veehouder, de heer Klaas Boekei, geboren te Assendelt't en wonende in de Weere, gemeente Winkel. Rustig graasden zijn koeien den 20sten Augustus jl. in de groene wei, maar begaven zich al spoedig, in spijt van de (trouwens zeer onvoldoende) afschei ding van Boekels land en de baan van de tramlijn SchagenWognum, op deze baan. Dit nu bezorgde aan Boekei een procesje, waarbij de Schager Kanton rechter hem veroordeelde tot f 3 boete, subsidiair 3 dagen hechtenis. Van dit op 15 December jl. gewezen vonnis kwam genoemde heer Boekei in hooger beroep en stond in voortfcetting daarvan heden voor do Rechtbank te recht Boekei voerde als verweer aan, dat ter plaatse waar zijn koeien door de in zeer slechten staat ver- keerende sloot op de trambaan zijn gegaan, deze sloot geheel in onderhoud is bij de H. IJ. S. M., terwijl ze als afscheiding te wenschen overliet. En. hoewel er van de H. IJ. S. M. wel drie employé's als getui gen optraden, en er heel wat woorden werden gewis seld, Boekel's standpunt bleek nogal stevig te wor telen. Want niettegenstaande de verklaringen van de hh. H. A. baron Collot d'Escury uit Schagen, chef van dienst der Westfriesche Stoomtramweg-Mij. Scha- gen-Wognum, Jonkheer Johan Roëll, te Alkmaar, ci- viel-ingenieur en adjunct-inspecteur der H. IJ. S. M., en D. Zijlstra, opzichter van den weg bij de H. IJ. S. M., wonende te Schagen, sloot ook de heer Offi cier zich in zijn requisitoir aan bij het standpunt van Boekei: ter plaatse waar de beesten doorkwamen was de veekeering onvoldoende, terwijl het onderhoud bij de H. IJ. S. M. berustte. Immers zij verhuurde het grasgewas der bermen van de trambaan aan an deren en het bewuste gedeelte aan zekeren Smit, wien direct na inspeetie van den heerschenden toe- stand is aangeschreven geworden, om de sloot te ver- beteren. Waaraan hij met spoed gevolg heeft gegeven. Waar de Mij. dezen huurder de verplichting oplegde voor de sloot te zorgen, blijkt toch ook wel, dat zij onderhoudsplichtig is. Na eenige beschouwingen over de tekortkomingen j van het kantonrechterlijk vonnis, wat betreft de for- meele punten, is Z.E.G. tot de materiëele genaderd. En hierbij vraagt spreker, beklaagde niet schuldig achtende, diens vrijspraak, met vernietiging van, 's heeren Kantonrechters vonnis. Beklaagde verklaart, dat het hem zeer aangenaam is, en meldt voorts nog dat het niet minder den 12 keer is voorgekomen, dat tengevolge van den deso- laten toestand der veekeering, zijn koeien langs de trambaan liepen; 4 keer moest de tram er zelfs voor stoppen. Enfin, 't staat er voor beklaagde op het moment prachtig voor. Er zijn er heel wat van het bokkebankje afgekomen, wier kans vrij wat slechter stond. EEN KLAVERBLAD. Thans waren eenige echte straatlijpers uit Hoorn aan do beurt. Het is dezen menschen aan te zien, dat ze in de rechtszaal al lang geen nieuwelingen meer zijn. En het aantal veroordeelingen dat deze luidjes gezamenlijk achter den rug hebben, dwingt je dan ook respect af!... al is het dan ook in negatie ven zin We hebben ze ternauwernood meer voor te stellen de drie heeren, waar het hier om gaat, zóo bekend zijn ze. Maar we willen toch even hunne namen ver melden. Eerst hebben we Kees van der Kooij, een 33jarigen volbloed sjappitouwer, die zich evenals zijn beide na te noemen kameraden Kees Veer en Jaap Blokdijk nog heel doodleuk als werkman presenteert. Werkman!... Zulke lui werklieden?... die zich den dag niet kunnen heugen dat zij een spade of houweel hebben gehanteerd... en die niets beters weten te doen dan centen ophalen en deze in geestrijk vocht om te zetten. In volle actie besloot het edele drietal den laat- sten dag des jaars, den 31 December van het jaar 1910. Zij hielden zich dien dag „onledig" door den goeden luiden in Avenhorn, cum annexis uit pure hartelijkheid een zegenrijk uiteinde van 't gepas seerde jaar toe te wenschen, inclusief een heilrijk nieuwjaar. Gaarne werd dan een kleino, uit dankbaar heid voor die welmeenende woorden geschonken gift aanvaard. Zoo werden dan, 't zal zoowat een uur of vijf zijn geweest, zoo tusschen licht en donker een boerenweduwtje, Antje Kok genaamd, wier echtge noot Dirk Schuitemaker heette en haar zoon Jaap, benevens de knecht Arie Hoogvorst, recht aangenaam verrast door de komst op hunne te Grosthuizen (ge meente Avenhorn) eenzaam gelegen boerenhoeve. Met geestdrift' werd aangebeld en al spoedig kwam de zoon des huizes opdagen, die bij zulke gelegenheden steeds het „volk" te woord staat. Hij zag al gauw wat lui het waren en waar het hen eigenlijk om te doen was, zoodat hij hun aanzei, dat ze af moeeten trekken. Ook Arie, de knecht, beduidde hen dit, maar de heeren hadden geen trek en een hunner wou zijn krachten eens toonen en nam daartoe een uit zijn hengsels gerucht poortje, waarmee hij tegen de deur van het boerderijtje bombardeerde, het ijzeren lof werk met den sierlijken paardekop, inclusief de rui ten der zich daarachter bevindende draaibare raam pjes, aan stukken neervielen. Jaap Blokdijk, de 21- jarige held die dit kranige stukje volbracht, wou ook de woonkamerruiten vernielen, maar werd door Veer nog teruggehouden. Wat v. d. Kooij betreft, deze had handig zijn voet tusschen de deur gezet. Het optreden van de drie barbaren mocht in derdaad schandelijk heeten en toen ze eindelijk dan toch oprukten, konden ze er wel zeker in gaan, dat hunne wandaden hun een geducht proces-verbaal zou den bezorgeó. Dat gebeurde dan ook... en niet zui nig!... Het getuigenverhoor was heel gauw afgeloopen, gelukkig! want waarlijk, er was vandaag evenwel ge noeg. Wat beklaagden betreft, alleen de beide eer sten (gedetineerd uit anderen hoofde) waren present. En ze gedroegen zich thans zeer gedwee. Blokdijk was afwezig. De heer Officier vraagt allereerst clementie, niet voor de hier terechtstaande exemplaren, behoorende tot het uitschot van Hoorn, maar voor Antje Kok. Want deze heeft hem gesmeekt de vervolging niet door te doen gaan, zoo vreesde zij de wraak van de beklaagden. Maar de O. v. J. zette de zaak toch door. Een schandelijk feit als dit kan niet geschonken worden aan de daders, 't Is een aaneenschakeling van strooptochten. En dat bet in de herbergen ook lieve jongens zijn, zal a.8. Dinsdag wel blijken, als wanneer zij voor nog veel erger dingen zullen moe ten compareeren voor de Rechtbank. Kooij en Veer althans. De ten laste gelegde feiten: erf vredebreuk, bedrei ging en vernieling bewezen zijnde, werd tegen elk der ongunstig bekend staande sujetten 8 maanden gevangenisstraf geëischt. TE HARDHANDIG. Een zekeren Visser had eersten Kerstavond te 't Zand (Zijpe) in de kolfbaan van Ruis, waar fanfare- uitvoering werd gegeven, op wat hardhandige wijze uiting gegeven aan den wrevel, dien hij had voelen opkomen tegen Jan Ruis, den kasteleinszoon, die zijn best deed een anderen driftkop te kalmeeren. Terwijl hij hiermee bezig was kreeg hij van Visser nog slaag op den koop toe. 't Mag niemand verwonderen dat deze werd opgekalkt wegens de gepleegde mis handeling. De O. v J. eischte f 15 boete of 13 dagen hech tenis. Volgt een kinderwettenzaakje. Deuren dicht!... VAN EEN EX-POLITIEMAN. Nu is aan de beurt Maarten Koning, vroeger rijks veldwachter op Vlieland, thans zelf gesnapt door de politiemannen Arie Kos en Gert Baken van Callants- oog wegens jachtwetovertreding. De Kantonrechter legde hem deswege 4 gulden boete op. In hooger beroep gegaan natuurlijk! Toch gaf dat niet veel al had Koning thans vrij wat tegen te spartelen en al vond de O. v. J. het vonnis van den Kantonrechter lang niet onaantast baar, want het geheel werd besloten met een eisch tot 4 dagen hechtenis en verbeurdverklaring van 't jachtgeweer of f 10 boete, te vervangen door 2 dagen hechtenis. LANG GEEN VREDE OP AARDE. Laurens Lageveen moest eens komen vertellen, waarom* of hij zijn Medemblikker stadgenoot Jan Haring den eersten Kerstdag met een kacheldeksel op zijn kop heeft getimmerd. Dit mooie gevalletje gebeurde in het café van Klaas Zwaan in de Nieuw- straat. Louw leek er wel niet veel meer van te weten. Maar de anderen (er waren nog een paar getuigen) zooveel beter. En hoewel Lageveen nog een blanco strafregister heeft, eischte de O. v. J. wegens den ernst van het feit eene maand gevangenisstraf. HIJ HAD GEEN VERGUNNING. Henricus Marinus Dolmans, gérant in het café Neuf aan de Langestraat te Alkmaar, moest zich nu ver antwoorden, omdat hij zonder vergunning glaasjes brandewijn enz. heeft getapt jongstleden zomer en nog wel aan een Alkmaarschen politieagent, Pieter Corstanje genaamd. Dit gevalletje werd op 11 November jl. behandeld voor het Kantongerecht en bij vonnis van 25 Nov. daaraanvolgende mocht beklaagde vrijspraak erlan gen, doch ziet, de Ambtenaar van hot Openbaar Mi nisterie ging in appèl en daar hadt je de poppetjes opnieuw aan het dansen. Jammer, dat mijnheer Bakker, de directeur van een Bank, die in deze historie ook meedeed, ziek was. Anders hadden we van diens verhoor ook nog een poosje kunnen smullen, terwijl er nu vanaf werd gezien door Mr. Hanegraaff, als zullende dat verhoor toch geen nieuw licht in de zaak brengen. Trouwens er bleef nog genoeg te verhapscheeren over. Vooral over de pogingen om eenige klaarheid te krijgen aangaande de juiste verhouding tusschen beklaagde en den heer Cornelis van 't Hullenaar. een vergunninghouder, even zwaarlijvig als Dolmans en diens zaakje, namen heel wat tijd in beslag. Van 't Huilenaar is nl. de man, ten wiens name de vergunning staat voor 't café Neuf, waarin die mijnheer zelf tot 12 Augustus 1905 heeft gewoond, om er naderhand zijn gérant in te laten resideeren* Nu behoort café Neuf als gebouw de echtgenoote van Van 't Hullenaar toe. Zij ontvangt dan ook de huur, terwijl haar echtvriend de ontvangsten en uit gaven vereffent met Dolmans, met wien hij in reke ning-courant staat door welwillende bemiddeling van den straks genoemden Bakker. Van dezen krijgt Van 't Hullenaar een dubbele rekening-courant (die als 't ware een twee-eenheid vormt) natuurlijk mede met het oog op de huur van het op naam zijner ega staande gebouw. 't Was een allerdolste warwinkel, waaruit in den loop der behandeling bleek, dat die ingewikkelde romp-slomp feitelijk wel terdege noodig was, terwijl men het „zonde" achtende dat de vergunning uit 't gezellige Neuf wegraakt kunst- en vliegwerk aanwendt om die daarin te behouden. De O. v. J. constateerde ten slotte in zijn requi- sitoiru dat Dolmans ook al heeft deze nu niet bepaald zelf de schenkende en incasseerende bewe ging gemaakt, toch den drank heeft verkocht of heeft doen verkoopen, zonder dat hij zelf daartoe vergun ning had. Zoover kan men langs de interpretatie van de dagvaarding komen. Maar nu rijst de vraag of hij daarbij gedekt was door van 't Hullenaar's ver gunning. En dan meent spreker van uiet. Wel is vorige week uit Helder een dergelijk zaakje voor geweest, waarin vanmorgen vrijspraak volgde, maar dat stond netter op pooten. En in de zaak Dol mans is niet gebleken, dat deze handelde namens zijn lastgever. Daarmede nu staat vast, dat de ver gunning van Van 't Hullenaar hem niet zal dekken. t 't Kindje had overigens een nogal zachten dood, want de eisch was slechts f 1 of 1 dag hechtenis. Mr. De Graaf, als verdediger optredende, vond de argumentatie van den O. v. J. niet steekhoudend en concludeerde tot vrijspraak, met vertrouwen de uit spraak tegemoetziende. BELEEDIGING VAN EEN OFFICIER. De achtste en laatste zaak was contra Alexander Gustaaf Adolf Verstegen, Redacteur van „Het An ker', weekblad gewijd aan de belangen van het min dere marinepersoneel, uitgegeven te Den Helder, waar in in het No. van 12 November jl. een stuk voor kwam, dat knapjes beleedigend was voor den officier van gezondheid le klasse W. A. Stark van Hellevoet- sluis, die zich dan ook in zijn eer en goeden naam aangetast achtte en eene vervolging deed instellen tegen Verstegen. Het bedoelde courantartikel begon als volgt: „Uit Heilevoetsluis deelt men ons het volgende tergende geval van hondsheid mede", en droeg het opschrift: „Een christenmensch" en repte van het kind van het echtpaar H. F. Ammersdorffer, marinier te Hei levoetsluis en Martijntje Oudenaarden, een wicht van een paan maanden, dat in October Jl. pijn leed, schreide en voortdurend braakte, doch waarvan de dokter Tichelaar zei, dat het niets mankeerde. Een paar dagen later echter werd deze dokter zelf ziek. Nu nam de heer Stark zijn dienst over. Deze was er eenmaal geweest en oordeelde dat het kindje ster vende was. En nu is het toch wel een verregaande brutaliteit als je den dokter in het theedrinken en 't genot van pianomuziek komt storen om dat kindje. Dokter ging dan ook zeggen, toen men hem over het kindje kwam spreken, „als het dood is, moet Je er maar een laken over leggen, dan zal ik het mor gen wel komen schouwen; nu heb Ik geen tijd." Zoo'n antwoord van een dokter!... Die marinier kon heengaan. Zijn bede om mee te gaan liet dokter gevoelloos. Des anderen daags 's morgens 11 uur, kwam dok ter en constateerde den dood van bet kind. En op den uitroep der moeder: „Wie had dat zoo kunnen denken," zei dokter: „Troost u maar er gaan zoo veel kinderen dood?" „Met de begrafenis heb ik niets te maken," zei dokter verder, toen men hem daarvan sprak. Hij hield niet van die drukte. Is dat nu een handelwijze voor een dokter? De hoop van die twee menschen voor hun kind, was op hem gevestigd! Het was hier maar voor een mindere... Als het voor een officier geweest was, zou hij niet geweten hebben, wat te doen, om mee te gaan. Nu ging hij niet mee. Het wordt tijd dat in Heilevoetsluis eens een Marine-dominé komt... Zoo waren ten naaste bij in het kort de uitlatingen in het beleedigende artikel. Benevens het ouderpaar trad Martijntje's vader, de oude Hendrik Oudenaarden en ook dokter Stark als getuige charge op. Hendrik Captijn, marinier mede als zoodanig gedagvaard, scheen ziek te zijn en was absent. A décharge werd nog de bootsman Zwaan ge hoord. Tijdens het verhoor stelde Mr. Mendels, ad vocaat te Amsterdam, als verdediger tallooze vragen aan de getuigen. Dokter Stark beschreef de toedracht van het geval vrijwait anders dan „Het Anker". Nadat ook de andere getuigen hunne verklaringen hadden ten beste gegeven, kregen we bootsman Zwaan décharge, die verklaarde dat een klacht, bij een eersten officier der Marine ingediend, altijd tot zijn recht komt. En men behoeft niet bang te zijn, dat je dit later ingepeperd wordt. Iedereen weet waar hij klachten kan indienen. Terwijl Verstegen, (die ontkent, het doel te hebben gehad om den dokter in eer en goeden naam aan te tasten, maar beweert de belangen van de schepelin gen te hebben willen behartigen) verklaart, dat er geen officiëele weg bestaat om een klacht over een dokter van den buitendienst (en als zoodanig fun geerde Dr. Stark in het onderhavige geval) bij de bevoegde autoriteiten in te dienen. De O. v. J. releveert dat er iets niet tot klaarheid is gekomen, nl. of dokter Stark op 11 of op 12 Oct het bezoek bij het kind aflegde. De dokter zegt op 11 October, de anderen beweren op 12 October. Wat beklaagde is ten laste gelegd vormt tezamen een feit, over de meeste onderdeelen waarvan we kort kunnen zijn, zegt de O. v. J. Na een en ander nog eens te hebben nagegaan, eischt de heer Officier aan het eind zijner uitgebreide beschouwingen tegen Verstegen 2 weken gevangenisstraf, waarna Mr. Men dels in een vurig en van groote welsprekendheid ge tuigend pleidooi, waarin hij onder anderen het vol strekt niet eens is met het redigeeren van de uitge brachte dagvaarding, betoogt dat er geen sprake kan zijn van veroordeeling van zijn cliënt die voor eenigen tijd van het vonnis der rechtbank, (twee weken gevang.), na het pleiten van Mr. Mendels, door het Hof werd vrijgesproken en wiens ontslag van rechtsvervolging thans door Mr. Mendels gevraagd wordt. Te zeven uur 's avonds werd de zitting eerst ge sloten. A.s. Dinsdag uitspraken. Biniienlandsch Nieuws. WEERINGEN. Onze oud er af deeling der V.P.N., welke ter gelegen heid van het 50-jarig bestaan der Landbouwafdeeling alhier, mede op dien dag eene tentoonstelling wilde organiseeren, is hierin teleurgesteld, daar het hoofd bestuur der afd. Noordholland afwijzend heeft be schikt op een subsidie-aanvrage. GEMEENTERAAD WARMENHUIZEN. Vergadering, gehouden op Woensdag 15 Februari 1911. voorin. 10 uur. AJien aanwezig. Voorzitter, Burgemeester Blom, die de vergadering opent, waarna de notulen worden gelezen en goedge keurd. Medegedeeld wordt, dat goedgekeurd is de rekening over 1909 en de begrooting over 1911, benevens de ge gevens aangaande de grondbelasting. De politieverordening is nog steeds in onderzoek en zal aan de Gezondheidscommissie te Schagen, waar onder deze gemeente ressorteert, worden gezonden om advies. De verordening op inning van gelden van doodgraven is mede goedgekeurd. Van den heer Graafsma, onderwijzer te Warmenhui zen, is S-erzoek ingekomen om ontslag wegens benoeming te Onderdijk (Wervershoof). Daar in deze aanvrage geen datum van ontslag wordt genoemd, licht de secretaris desgevraagd in, dat hij meent te weten, dat door hui selijke omstandigheden, 15 Mei a.s. de bedoelde ont- j slag-datum is. l)e heer De Groot vraagt, of Graafsma ernstig ziek is. Voorzitter verklaart, dat hij wel ziek is. Do heer Kraakman vindt: Dat is kwaad. Als 'I, een gewone influensa is, da's niet zoo erg. Maar nu is 't erger. En dan met dit weer! Goedgevonden wordt tegen 15 Mei a.s. het gevraagde ontslag te verleenen. Op verzoek van het Hoofd der school te Schoorl dam en in overleg met den Districtsschoolopziener, zal aldaar het gy m nas I Lekonderwijs-gelegenheidje eveneens aan de Zuidzij worden dichtgemaakt. Uit Schoorldam en Warmenhuizen zijn de jaarver slagen der respectieve coramissiën tot wering van school verzuim ingekomen,. Op advies van Ged. Staten wordt eene suppletoire begrooting gewijzigd. Goedgevonden wordt om uit de onvoorziene tfitga- ven te bestrijden de gezamenlijke ui'giaf van f 261.80. ten behoeve van de heeren K. de Geus en G. J. ter Plegt. Voorzitter stelt voor om' met de Noorder-Stoómtra rij weg-Maatschappij eene overeenkomst aan te gaan. in zake den paralelweg te Schoorldam', waarbij de ge-- meen te zich met liet onderhoud belast, tegen vergoe ding in den vorm van hare beschikking over het gras gewas aan den dijksberm. B. en \Yhebben veel moeite gedaan, om het onderhoud op te dragen aan Rijk Provincie of train zelve, .maar 't kon niet baten. En het behoud van dien weg is afhankelijk van het al of niet in onderhoud nemen daarvan door de ge meente. liet onderhoud zal niet zoo erg zijn, terwijl de opbrengst van den berm de kosten wel omtrent zal dekken. Er wordt besloten, de overeenkomst tc sluiten. Van de gemeente Schoorl is oen adres ingekomen om adhesiebetuiging te zenden op de door haar aan gewende pogingen om de tram traject Alkmaar Schoor], dezen zomer in gebruik te doen nemen. A! len voor. Met het oog op de voor de deur staande verkiezing vacature Prov. Staten, wordt thans benoeming gedaan voor het stembureau. Gekozen worden de heeren Kraak man en De Groot. Op verzoek van den Districtsschoolopziener is eene instructie gemaakt voor de schooischoonmaaksters, die aan de hoofden zal worden overgelegd om advies. B. en VV. hebben eenige bepalingen opgemaakt. De Secretaris zegt. dat de vrouw, die op schoorldam de school schoonmaakt, er extra belooning voor wit hebben. Voorzitter vindt de f 5, die ze meer wil hebben, niet zoo'n bezwaar. Na eenige bespreking wordt deze Verhooging goed gevonden. Volgt instructie der hooistekers. Na voorlezing der artikelen, houdende de bepalingen aangaande hunne be voegdheid en de verplichtingen der gemeenten aren, wordt de verordening na eenige aanvulling goedgekeurd. Aan de orde is thans vaststelling van het salaris van den hulp-telefoonkantooriiouder. In Juni zijn 7. in Juli 18, Augustus 31. Sept. 27, Oct. 12, Nov. 4 en Dec. 9 gesprekken telefonisch gevoerd. Deze amb tenaar verzoekt f 35 f 40 verhooging van salaris. Dc gesprekken toch nemen veel tijd en de administratie asei! zeer veel werk. Ook brengt de nieuwe regeüng voor Keynders.... heel wat minder dubbeltjes mee. De Secretaris zegt, dat aan Reijnders nog geen ver hooging is toegekend. Hij heeft nog niets gehad. Ten minste als telcfoonhouder niet. Wij wilden eerst we ten hoeveel gesprekken er gevoerd zijn. Voor kantoor- gelegenheid (Waarvoor andere dc gemeente moet zor- m. inolusief licht en verwarming) wordt aan Rcijn- 3ts boven het gewone palaris f 201 toegekend. De heer De Groot zegt, dat dit bedrag toen is ge- ncmen, omdat wij liet toen niet goed wisten. Voorzitter zegt: Hij vindt het zeker voldoende, want dé&r spreekt hij niet over. Spreker zou f 30 verhooging van salaris voldoende vinden. De heer Swan acht hel toch meer de gewoonte ont bij verhooging het aangevraagde bedrag toe te staan. En hier is het verschil miniem. De heer De Groot wil eens weten of Reijnders salaris ncgal behoorlijk is in vergelijking met dat van anden kantoorhouders. De Secretaris zegt, dit niet precies te weten. Een maatstaf is moeilijk aan te geven. Tenslotte wordt f 35 verhooging algemeen goedge vonden. Ter tafel komt een plan voor het bouwen van een koetshuis met stal bij de geneeshceiswoning, waarin de arts, de heer H. Muller woont. Wel heef: deze I. reidvvillig eene gelegenheid tot shilling van a !>i gemeester in bruikleen gehad, maar hij wenscli.c g.i u zelf eene stalling te hebben, liefst zoo dicht mógel. bij zijne ambtswoning. Nu heeft adressant zelf gccri grond, maar is genegen jaarlijks 4 p.Ct. van hel bc- noodigde kapitaal in den vorm van rente af le dragen. De kosten van den bouw zullen plm. f 1400 bedragen. De heer Stadegaard vraagt, of het in het belang is van de gemeente, dat we er hier over spreken. De heer Swan vindt, dat het nooit zulke groote kosten voor de gemeente zullen worden. Dokter be- taalt rente. Wij willen hem, bemind als hij is. gaarne jhicr houden. En stel eens dat hij weggaat!.... Spreker vindt het werkelijk een goed aanbod, dat dokter doet. En zonder rijtuigen kan dc heer Muller nu eenmaal niet. Hel onderhoud zal bovendien, waar het gebouw tje van steen en pannen wordt opgetrokken, zeer gering zijn. De mogelijkheid bestaat natuurliik wel, dat dokter vertrekt of overlijdt. Maar don zullen we wel voor minder salaris een nieuwe krijgen en wordt zoo dc rente er nog uitgevonden. De heer Dc Groot vraagt wat het advies van B. en W. in deze is en waar hel gebouwtje zal komen le slaan. Voorzitter wil dit nu juist bespreken. De heer Stadegaard meent, als de tram cr is, dan is het voor de praktijk in Warmenhuizen zelf ternau wernood vereischte. dat dokter een rijtuig houdt. Maar hij voor zich zelf strekt de praktijk natuuruik verder uit. De heer De Groot veronderstelt, dal B. en W. er toch wel over zullen hebben vergaderd. Ja, «lat wordt toe gestemd. En wat is het advies nu? is de wedervraag. Voorzitter zegt: Om in te willigen. De plaats weet men nog niet precies. De heer Swan meent echter, dat cr hij 'de woning van den arts wel ruimte is om een koetshuis tc zetten. De Secretaris meent, wijzende, achter die hoornen, (men kan vanuit de Raadzaal dc bedoelde 'laats zien dan kunnen de vruchtboomen blijven slaan. De heer Kraakman zegt: Dokter wil 't ook wel hebben achter dc cachot. Voorzitter vindt, wc moeten nu maar bespreken, ja cf neen. De Secretaris zet uiteen koetshuis hier, paardenstal daar. nog een stal voor een eventueel tweede paard, hier 'n koestal... Wal, wil dokter boer worden ook'?!... klinkt het hem verbaasd tegen. De heer Dc Groot meent, dat dc gemeente, al vangt zij rente van dokter, jaarlijks toch van het benoodigae kapitaal moet aflossen. Dus 't is betrekkelijk een finan cieel bezwaar voor de gemeente. De kosten noemt men f 1400, maar zeg maar van f 1500. De onderen be duiden den heer De Groot, dat dokter absoluut buiten de aDossing staat. Wat niet wegneemt, dat de heer De Groot het voor de gemeente een financieel bezwaar blijft achten. Do secretaris heeft blijkbaar geen hooge verwach tingen van de hechtheid van het e>-entueel te stichten koetshuis met bijbehooren, daar hij veronderstelt, dat het over 40 jaren wel aan bouwvalligheid lijdt. De heer Swan denkt daarover anders en zegt dat hier wel huizen staan van 200 jaren oud. In beginsel is spreker sterk voor inwilliging. Dokter is hier be mind. En enkelen meencn. dat als het dokter gevraagd wordt, hij nog wel voor het op zich nemen van den onderhoudsplicht zal zijn te vinden. Goedgevonden dok ters verzoek in te willigen en aan B. en W. over te laten, het zoo goed mogelijk te doen en zoo weinig mogelijk grond er mee weg te nemen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 1