ABSterdaiscliB Briem Voor Dammers. a I. J Zaterdag 18 Maart 1911. 55e Jaargang. No. 4883. DERDE BLAD. Alles deze rubriek betreffende te zenden aan bet Bureau der Sehager Courant, onder bet opschrift: ..Damrubrlek". Oplossing; Probleem No. 20, van G. van Leeuwen, Amsterdam. Stand zwart 5 schijven op: 6, 11, 13, 14, 18 en ccc dam op 45. Stand wit 9 schijven op: 17, 24, 26, 30, 33, 37, 42, 44 en 50. Oplossing: Wit: 37—31. Zwart: 11 22. 2420. 14 34. 4439. 34 43. 3329. 45 23. 4238. 43 32. 3127. 32 21. 26 8 en wint. Oplossing Probleem No. 30, van E. Heering, 's-Gravenhage. Stand zwart 8 schijven op: 2, 8, 10, 12, 13, 38, 43, 44 en een dam op 37. Stand wit 8 schijven op: 11, 21, 22, 24, 25. 30, 40 en 49. Oplossing: Wit: 2520. Zwart: 44 35. 2014. 10 19. 21—17. 12 21. 117. 2 11. 2218. 13 22. 24 2. 35 24. 2 31 of 42 en wint. Goede oplossingen ontvingen we van: S. E. te Zijpe, Jac. K. te Zuidscharwoude, D. K. te Winkel, D. O. Azn. te N. Niedorp, J. B. te Ut recht, M. de V. Az. en P. N. te Oudesluis, Joh. v. d. S. te Wieringerwaard, L. K. te Noordscharwoude, C. S. en J. V. Pzn. te Keinsmerbrug, E. R. te Winkel, K. V. to Koegras, G. de W. en H. J. G. tq Schagen, S. K. te Callantsoog, D. A. B. te St. Maarten, P. S. te Oudkarspel, D. B. te Berkhout, H. A. te Oudkarspel van No. 29 en No. 30. G. v. i L. te Noordscharwoude van No. 30. Probleem No. 31, van D. Dissel, Den Helder. Zwart. Wit. Stand zwart 13 schijven op: 2, 7, 9, 11 tot 15, 17, 19, 20, 23 en 24. Stand wit 12 schijven op: 22, 25 tot 28, 32, 33, 34, 37, 41, 42 en 44. Probleem No. 31, van Jb. Strijbis te Zuidscharwoude. Zwart. Wit Stand zwart 10 schijven op: 6, 8, 10, 11, 18, 21, 24, 25, 27, 29 en een dam op 9. Stand wit 8 schijven op: 28, 33, 37, 38, 40, 43, 49, 50 en een dam op 48. Oplossingen van bovenstaande probleems in te zen den uiterlijk Maandag 27 Maart aanstaande. CORRESPONDENTIE. D. O. Azn. te N. Niedorp. Het doet mij genoegen dat u Zondag met den heer Van E. aan de séance deelneemt. Noteer vooral uw partij; deze zou ik dan gaarne van u ontvangen. Bord en schijven moeten worden medegebracht. Joh. v. d. S. te Wieringerwaard. Van uw belofte nam ik nota. Het Is zeer vriendelijk van u. Zondag ontmoet ik u toch zeker bij de séance. simultaan-seance. Den heeren deelnemers aan de séance op morgen (Zondag 19 Maart) te Schagen in 't Noordhollandsch Koffiehuis wordt herinnerd dat bord en schij- e n moeten worden medegebracht Op verzoek van velen is de aanvang nu gesteld >p 's middags 1 uur; dit met het oog op een :roege beëindiging. cclxxxix. wij spelen in bedrijven „dk eeuw der vrouw". „vrouwenkiesrecht". over de rechten der vrouw. 'n bekroond antwoord. „Muller taceet in ecclesia." Paulus. Er Is slechts éen vrouw, maar de omstandigheden taken er verschillende van. Alphonse Karr. Soms schaam ik mtf „vrouw" te zijn." 8. d. H. We doen tegenwoordig alles in bedrijven. Zoo nu en dan valt '1 gordijn eens even, cn is er zoogenaamd „rust", maar dim gaat 't gordijn woei- op en beginnen we opnieuw. Als er hier of daar op de maan iemand zat. die ons gadesloeg, dan zou hij kunnen zeggen „Nu zijn ze aan 't zooveclste bedrijf'; „Nu vechten ze"; „Nu zoenen ze elkaar weer"; „Na praten ze zoo duidelijk met elkander, dal er geen touw aan vast te maken is"; „Nu zijn ze 't weer eens met elkaar, cn loeren ze alleen maar op kansen, om elkaar 'n beentje te lichten"; „Nu slapen ze goddank 'n poosje! Hèhè. wat is dat rustig!" Zoo zou. zeg ik, 'n maanbewoner over ons kunnen praten. Wat 'God er van zeggen zou en ook zeker wel van zegt. durf ik niet veronderstellen, maar ik vrees, dat dit niet bij zulke oppervlakkige opmerkingen zal blijven. Zoo 'n maanbewoner, nu ja. .die mag óók blij wezen, dat ie 't leven heeft. éls hij 't al heeft maar 'n liooger oordeel, dat 'n „vonnis" worden kan. is van meer gewicht. Evenwel, wij spelen voort, van 'l cene bedrijf in t andere. Nog moe van de actie der vorige eeuw", cn nog heelemaal niet bekomen van de verrassingen en teleurstellingen, die toen vertoond werden, de blauwe plekken nog wrijvende, die toen de inemchheid opliep onder de handen van hen, die haar in 'n vloek en 'n zucht genezen zouden, hebben wij zoodra deze eeuw lichtte het scherm opnieuw opgehaald, om t zij op oude of eenigszihs nieuwe wijze elkander onze kunsten te vertoonen. Wij zijn ernstig begonnen, héél ernstig, te ernstig bijna, om 't op den duur vol te houden, te k u n n en of te wi 1 len volhouden; want ook ernst kan overdreven worden; ook ernst kan zich met zoon ernst in 't zadel gooien, dat paard en rui ter neertuimelen cn niet meer opstaan dan met gebroken ledematen. Shakespeare zegt in zijn ..King Lear": 7,Striving to better, oft we mar "Whal's welt": ..Strevende naar het betere, bederven we dikwijls datgene, wat er nog goeds was", en deze waarheid schijnt zóó zwaar te rijn. om begrepen te worden, dat wij de comedie, met verandering van tooneel en tekst, eiken dag weer op nieuw vertoonen. 'n Schepsel, meer hardleersch dan 'n mensch, bestaat er niet. :t Domste dier, dat onze spreek woordenwijsheid kent, stoot zich geen tweemaal aan denzelfden steen; maar 'n mensch stool er zich dui zendmaal aan. zonder ooit wijs genoeg te worden er over heen of er langs te stappen. En slapt hij.er over heen. dan doet hij 't zóó beslist, dat hij jnju poot, ik bedoel: zijn been ontwricht en zijn pezen verrekt, of hij wijkt zóóver van den steen af, dat hu in 'n sloot terecht komt. waar hij. kopje onder, in ver drinkt. Menschen. die evenals ik, graag wat op andere men- schen aan te'merken "hebben, zeggen dat ik overdrijf; en omdat er zoovelen zijn, die dit zeggen. zaL 't ook wel waar' zijn. Maar i k heb 't nog nooit anders zien gebeuren, zoomin bij de menschheid in haar geheel, als bij 'den menscli als enkeling. Toen men in Frank rijk eindelijk eens aan ,,<le Rechten van den Mensch" ging denken, deed men 't zoo vurig, dat 't halve land werd uitgemoord; en toen de heer X inzag, dat zijn veel te lange haren hem 'n verwijfd voorkomen gaven. Met hij ze zóó kort knippen, dat 't leek, alsof hij nooit haren gehad had. De weg van 't ware midden is voor de mensehen 'n nog onbekende weg; de enkele, die hem gevonden heeft en bewandelt, gjaat bij hen dan ook voor 'n „zonderHng" door. En déérom 't schijnt ons 'in 't bloed te zitten, dat streven naar verbetering déarom practiseeren we telkens wat anders, zonder ons den lijd' te gunnen, eens te. zien en af te wachtenhoe dit of dat nu gjaan zal; 't zij, dat wij ons aan 't ontdekte of 't ontdekte zich misschien aan ons zal aanpassen. „Zóóveel geduld heb ben wij niet", zal ik dan nu maar in negatieven zin zeggen; maar eigenlijk .bedoel ik: daar zijn we te on gedurig voor; daar zijn we te ongestadig voor, te dartel, te ijdcl, te lichtzinnig, te leeg. Do onrust van ons ver langen naar Volmaaktheid en Geluk, is ons zóó diep ingeschapen, dat, indien er 'n engel uit den hemel kwam en ons die beide bracht, wij den andetren dag er op uit zouden gaan om naai' 'n fiog volkomener Volkomenheid en 'n nog geluklager Geluk te zoeken, als zijnde niet content met die van God. En zoo acteeren we maar voort, zoo zoeken wc maar altijd door: van 't paleis naar den modderpoel, van den modderpoel weer naai' 't paleis; van 't eene liefje naar 't andere en van 't andere weer naar 't eene; de vrindschap van den een afschuddend, óm in die van 'n anderen teleurgesteld te worden; overleggend, redeneerend en plannen beramend, om op 'n goeien dag alles bij elkaar te binden, overleg en redeneering en plannen, en alles in 'n hoekje van den zolder weg te bergen, om er nooit meer naar om te kijken. En toch,.... we vinden niets kosteMjks of het heeft zijn onwaarde, en we werpen niets weg, of 't heeft zijn waarde. En 't zijn stomkoppen, die dit niet begrijpen. De Natuur nu, die bereid is alles te vergeven, behalve domheid, heeft dan ook zulke wezens reeds bij hun geboorte 'n geesel mee gegeven, dien ze hun heelé leven met ach moeten dragen, opdat het Lot or niet te lang naar behoeft te zoeken, om ze ter gelegener tijd eens af te rossen. En dan zijn de meesten toch nog te dom om te beseffen, dat dit met him eigen geesel «ebeurt, en geven zij er als zo er kans toe zien - hun buurman of hiui vrind, de koningin of de kat de sehidd van; want zij deden altijd alles even wijs en eerlijk. Stomme dieven, die ze zijn 1 „O t what men dare do! What men may do! What men daily do, not knowing what they do!" (Sh. „Mach Ado aboat Noth.ing". 1 Maar.... de Bedrijven 1 Aan 't hoeveelste zijn we nu al? en wat hebben we alzoo gehad? 't Is om in de war te faken, zooveel! Terwijl we de eeuwige din gen trachten te vergeten wat ons, zonder snoeven, ook tamelijk wel gelukt maken we van al wat tijdelijk is, en waarvan we weten, dat :t „tijdelijk" rijn zal, zoo'n ernst dat we met zeker recht som tijds aan 'eikaars verstand twijfelen. De een aan dat van den ander: want waar de een met recht en reden vierkant vóór is, is de ander met evenveel recht en reden vierkant tegen. Zoo zou men ruzie kunnen krij gen over het al of niet invoeren van de jupc-culotte. de harembroek, alsof vrouwen, die zoo'n ding zouden aantrekken, als ze maar durfden toch niet reeds „de broek aan hadden". Zoo is er bij onze verlooning in t bedrijf van „De vrije Liefde" heel wat gezegd, waar nu want 't begint al te luwen niemand meer aan denkt of er rijn schouders voor ophaalt. Zoo raakt het Socialisme van lieverlede uitgewoed, uitge praat. en riin er zelfs socialisten, met wie heel ver- stand'g over het „mijn en dijn" te praten valt. Zoo komt de macht:ge stroom der „wereld-omwentelende" nieuwe letterkunde, zachljes aan weer in haar oude bedding terecht, en raken de stalletjes van ontroeringen als: „In en om de Na^h'kroeg", „Levenslol". ..de Verkochte Ziel" en ander moois van viezigheden, uitverkocht. De volgelingen van Zola, die ons goudenen vrucht op rit- veren schalen reikte, rijn in hun zend'ng gefaald. Zijn heilige woo*xlen werden in hunnen mond vloeken en schunnigheden. Alleen Van Deijssel en nog 'n enkele ander had rijn mantelslip mogen aanraken en daar mede 'n deel van rijn geest ontvangen. Maar de rest?!... Doch 't is afgeloopenl 't Go'xüjn is ahveer gevallen. Volgende schilders. God bcscherme henWie zal ze teugelen? Heeft Rembrandt afgedaan? Heeft Valcs- quez afgedaan? Zijn de dagen van Rafaël, Murillo. Jan Steen, Paulus Potter voorbij GoedWe" zullen afwachten en zien. Neer maar weer 't scherm i 'n An der bedrijf! Leuzen asjeblieft! Onze eeuw heeft be- hocf'e aan kabaal en vertooning. „De eeuw van het Kind" I „De eeuw van den Arbeid" I „De eeuw der Luchtscheepvaart en van het Vliegen"! „De eeuw van de Vroirw"I GoddankWe rijn er i Dien sn-ong hadden we we! in eens kunnen doen. De svmboFek van de hi^embroek had wel ee-der begrepen kunnen worden. Zooa's er in and"re onwijze dagen g'kcoquetfe~rd is met nr'e-i~l'sme, philosofie. a'longe-pnnken, mnronnerie, sti'I em pire, kerstbrood, snu-'fdoozen en evangelie: zooa's dn1 vr-gv boM'Vh en id-'oo' <*eoei'pel welks bloeders en zusters wij de eer hebben te rijn telkens weer wat anders vindt, om den boel op stelten te zetten, de eene uiaand „vloeken" cn de andere maand „bidden- in de mode weet te brengen, zooals dat leeghoofdig rapaille, dat zoomin naar 'n preek weel tc luisteren als behoorlijk aardappelen kan schillen, zoomin goede hoornen weet te planten als kwade weet om te houwen, telkens weer de aandacht van al wat waarachtig cu blijvend is, weet af te leiden, en van het groole ernstige menschen leven 'n soort van „I.eipziger Messc weet te inaken. waar „rommel, drukte cn stank" de sterkst? elementen rijn, die 'n fatsoenlijk mensch alleen ergernis kunnen bezorgen, zoo hebben ze ons n i over d? uit gesleten en glibberige trede van t „Algemeen Kies recht" heen, op de sport van het „Vrouwenkiesrecht gebracht. 't Is geworden -luistert goed, Moeders van 'n ge slacht, dat naar „Vooruitgang" streeft! dat zich „ont wikkelt" I dat vrijt zonder liefde en lieft in vrijheid dat trouwt om te scheiden en 'n huishouden opzet om het te verwaarloozendat kinderen genereert om ze beslist niet op te voedendat zich alleen den slaap uit dc oogen wrijft, om... O God, neen, niet oin tc arbeiden en te spinnen of na tc denken, niet om door zuinigheid en overleg rijker te worden, niet om door geven en toewijden zich schallen te verzamelen, „die roest noch mol" \erteren't Is geworden luistert goed. Vaders, die u krom werkten, voor zoo veel stuivers daag»! Luistert goed, Moedeis, wier huis 'n tempel van orde en geluk, wier huishouding 'n klok in regelmaat geleek't Is geworden 'n „cisch van billijkheid", dat de srouw mede stad cn land regeert. Weet ge, hoe 'n dame van stand 't mij onlangs zei. toen we er over praatten? Ze zei: .„De vrouw, meneer II. d. II., is nog iets anders dan 'n kousen stopster". Kunt u kousen sloppen, mevrouw? en doel u 't ook? 'n Vernietigende bük was het antwoord. Vindt u kousen stoppen en eten koken en stuk ken in 'n broek zetten zoo vernederend? vroeg ik. Wil len wij. .mannen, t dan soms doen? Ook al goed! Of kunt u 't niet? Leer 't dan; en leer :t ook uw dochters, anders bezorgen ze haar mannen later n even beroerd leven, als meneer uw cehlgenoot ïïu heeft, dien ik vanmorgen tegen kwam met 'n winkelhaak in zijn mouw, die er drie weken geleden ook al in was. Tenzij... jo. tenzij meneer 't-volkomen met u eens is, en liever tweeërlei kousen aantrekt, dan dat gij u zoudt verlagen tot zijn kousenstopster". Is de vrede u beiden zóó lief, dat ge dien niet - zelfs niet onder bedreiging van :n naderend failliet zoudt willen verstoren? Dan ben ik uitgepraat, mevrouw, cn wensch ik u beiden 'n ge lukkig huwelijksleven. 5I1 hebt gij het woord „huwelijk" altijd verkeerd verslaan als 'n soort van brons-riekte; waarbij u bovendien nog de taak schijnt aanvaard te hebben, om 't verdiende 200 gauw en zoo roekeloos mogelijk er door te helpen. Maar heusch, '11 „huwelijk" is iels anders. Toen ging ik heen, bedroefd, om wat ik gezien en gehoord had, wetend, dat er nog 'n koppiger en onleer zamer dier is dan 'n man. I Wat ik hierboven schreef is geen verzinsel, niaar werkelijkheid, en ik dacht aan Schopenhauer en aan 1 het woord van mijn oudste zuster. I Veider: De twee en twintigjarige Arnold Nicolaas Zus en Zoo werd verliefde. Toen hij mij 't voorweg I van zijn begeeren had gewezen, begreep ik, dat zijn 1 verliefdheid ernstig kon zijn. 't Was 'n aardig, lief mqisje. Wat doet ze, Arnold? Niets; ze is bij haar. oudere thuis. Des te beter, dari leert ze huishouden 1 Want, hoor eens. jij met je twee duizend gulden inkomen, moet n vrouw hebben, die zuinig is en overleg 'heeft. Nu ja. maar mijn vader heeft nooit meer verdiend dan zestien gulden in de week 1 - Dat was je vader. En mijn inooder is er altijd mee toegekomen! Dat was je moeder. Maar dat geslacht schijnt uit te sterven. Zondag ga ik met haar vader spreken. Nou kerel, dan wensch ik je succes. Een dag na dien Zondag. Wel, Arnold. kan ik je félicileeren Geen antwoord. Hij boog zijn hoofd voorover en ik kreeg ecnig vermoeden van tranen. Ik zei niets en ging ook met 'n boek voor me zitten, 'n Uur later raakten we aan dc praat. Zeg, Arnold, vindt je beter, dat ik er niet naar vraag? Och, Hein. jij mag alles* vragen, maar ik weet niet wat ik je moet antwoorden. Heeft die vader je beleedigd? Heelcmaal niet. Is ze nog te jong? Neen. ze is twintig. Familie-omsta nd:gheden dus f Nou kerel, wie weet. of 't nog niet eens terecht komt. Je moet den moed maar niet laten zakken. Denk maar aan dat Duitsche versje: „Kein Qraben so breit, kein Mauer so hoch, Wenn zwele sich gut sind, ste treffen sich doch." Eens kom ik op je bruiloft. 'u Dag; of wat later ontmoette ik hem weer. Hij lachte en scheen in 'n vroolijke stemming. 1 Ziezoo, zei ik, ik zie, dat de papleren gerezen zijn! Heelemaal niet! 't Is nog precies 't zelfde. Maar Ik moet je toch wat vertellen. En er is wel iets grappigs in. Vertel op. Toen Ik Zondag bij dien meneer kwam, je weet wel? toen had ik dan mijn versje opgezegd en mijn aanzoek gedaan. En toen bleef ie mij 'n heelen tijd, als 'n stomme aankijken. Eindelijk zei hij: U ziet er mij nog al fatsoenlijk uit; wat is uw handel of bedrijf? Ik ben aan 'n bank, meneer. En wat Is uw verdienste? Twee duizend per jaar, meneer; later krijg ik verhooging. Zoozoo! En hebt u 't daar druk? Van, 's morgens negenen tot 's avonds vijven, meneer. En bent u dan vrij? 'n Enkelen keer 's avonds terugkomen. Dan wordt 't wel eens elf of twaalf uren, meneer. Dat is nog al gek. Maar meneer, dat gebeurt toch op wel meer kantoren! Jawel, dat is 't ook niet! Maar wanneer moet 't huishouden dan gedaan worden? Ge zijt dan toch zeker van plan 'n huishouden op te zetten? Natuurlijk, meneer! Welnu? Wanneer moet u dan den vloer vegen? de bedden opmaken? de vaten wasschen? kousen stoppen? en al die andere dingen doen, die toch in 'n huishouden gedaan moeten worden? Kunt u dwei len? mazen? knoopen aan uw ondergoed zetten? Natuurlijk niet mieneer! Welnu, mijn dochter kan 't óok niet, want haar moeder heeft 't haar nooit geleerd. En u be grijpt wel, als u alles door anderen moet laten doen, of alles telkens maar weer nieuw uit den win kel moert, laten komen, dat u dan aan driemaal twee duizend gulden per jaar nog niet genoeg zoudt heb ben. Als u haar en zij u met geweld hebben wilt, natuurlijk, dan kan ik daar niets tegen doen, maar om uwzelfs wil raad ik u dan toch aan, eerst 'n huis houden te leeren besturen, want mijn dochter heeft 'n aartje naar haar moeder en die verdomt 't. Het ziet er hier nog al knap uit, hé?... Ja, maar daar voor ben ik ook van morgen vroeg opgestaan; want sedert verleden Zondag was er geen hand aan de kamer geslagen. Maar Arnold?! riep ik uit, dat is toch niet waar?! Zoo waar, als ik hier voor je zit. Als Ik het 'n ander hoorde vertellen, zou ik 't ook niet geloo- ven. Eerst dacht ik dan ook. dat de man mij eea beetje voor den gok hield of zelf 'n beetje ;:<*k was. Maar die man is heelemaal niet gek. ttlj is zes en veertig jaar, maar ziet er uit, als 'n zestiger. En al wat hij zegt. is wijs en ern.- Ik praat er nooit over," zei hij verder, „er i.-: toch niets aan te doen, maar 't zou mij spijten, voor u. als 11 'u zelfde lot tegemoet ging. Maar u kunt mijn doch- der heb men mij niet ge- ter krijgen, net zoo goed. als ik gekregen. Alleen spijl 't mij, dai waarschuwd heeft; ofschoon j En toen?! j Toen ben ik weg gegaan. Gek hè?! j Ja, vreeselijk gek! En wat doe Je hu? Bij God, als ik 't weet! Als ik nu toch van te voreu weet. dat ik zoo'n leven zou krijgen, als Karei de Gunst of Kees den Braber,... neen heusch. Hein, dan verhing ik me liever. Dan. hou je niet veel van haar' zei ik botweg 1 Ja, dat kan wel! Ik wist. dat Je dat zeggen zou, en daarom beb (k 't Je van de week niet verteld; maar heusch, Hein...! Enfin, 't geval ligt nog in dubio, en ,,Oh, beware! beware! Those wounds heat ill, that men do glve them- (1) solves." And, iny good friend Arnold, „I am sure, 't is safer to Avoid what 's grown, than queetion how 't is (2) bom." VROUWENKIESRECHT!? Is 't heusch ernst? Zijn er nog geen vrouwen ge- noeg, die haar huishouden verwaarloozen? Mooten nu de goede, huishoudelijke, zorgzame huismoeder* DIE ER GODDANK NOG VELE ZIJN mee gesleurd worden In dien maalstroom van politiek geknoei? Hebt ge zóo weinig verstand van vrou wen, dat ge daar ook maar 'n grein goeds van durft, verwachten? Ziet, alle vrouwen met wie ik 't voor recht heb, om te gaan die mij zoenen en die mij niet zoenen weten, hoe ik over dit vraagstuk denk. en er is er geen enkele onder, die mij ter oorzakc daarvan haar toegenegenheid onthoudt. Is dit, omdat ik eerlijk ben, en misschien we! j 'n beetje wijzer, dan zoovete andere mannon, die zijn? Nu dan zal de straf ook wel niet uitblijven' Ieder op zijn plaats, de schoorsteenveger in den schoorsteen, de bakker voor zijn oven, ik voor mijn I schrijftafel, de man op zijn kantoor of in zijn fa briek en de vrouw in haar huishouden. En nu mo gen sommige vrouwen, door allerlei omstandigheden in de noodzakelijkheid verkeeren, haar leven ln do meer „page" zijn dan „man", en alles wat vrouwen doen, goed vinden en toejuichen, omdat zij „vrouwen'' wereld te bouwen en zichzelve aan do een of andero betrekking te wijden, goed! maar haar e i g e n 1 ij k o plaats is in het huishouden; daar is haar troon. haar koninkrijk, haar arbeidsveld. Daar alleen kan haar karakter zich ln al zijn volle schoonheid ont plooien, en zij zich wijden aan haar man en kinde ren, door orde en reinheid en toewijding, 'n Vrouw, die zich niet weet toe' te wijden, is geen „vrouw", hoogstens '11 bijslaap, en zulk eene zal nooit tot 't besef komen, dat zij in haar huishoudelijk Paradij-: de opvoedster mag en behoort te wezen der komon- de geslachten, 'n Vrouw moet haar eero zoeken in „vrouwelijke" deugden, en niet in die van den man. Want man en vrouw hebben niet dezelfde en niet gelijke rechten; ieder heeft z IJ.n EIGENE. Hij de verdediger, de overwinnaar, de be schermer; zij de lamp van 't huis, die allen, beschijnt. En wee dengene, 't zij man of vrouw, die niet weet. dat rechten alleen geboren worden, uit de vervul ling der plichten. Rechten zonder plichten bestaan er niet. Onlangs werd er in 'n Amerikaansch blad 'n prijs vraag uitgeschreven, die luidde: „Wat zullen wij met onze dochters doen?" Uit het bekroonde antwoord schrijf ik 't volgend-- over: I „Geef haar behoorlijk schoolonderwijs. Leer ze een voedzaam middagmaal koken. Leer ze wasschen, strlj- ken, kousen stoppen, knoopen aanzetten, haar eigen kleeren maken en 'n behoorlijk in elkaar passend hemd knippen. Leer ze brood bakken en goed be grijpen, dat eenvoudige spijzen heel wat aan den apo theker uithalen. Leer ze ook goed begrijpen, dar. éen dollar honderd centen waard is, en dat hij, dio niet zuinig is, noodzakelijk arm moet worden. Leer ze inkoopen doen, en narekenen of de nota wel uit komt. Leer ze ook, dat zij door inrijgen Gods even beeld slechts bederven kunnen; dat zei alp er. ar beidzaamheid groote deugden zijn. Eu r .ik her gelegener tijd op 't hart, dat 'n rechtse..apen werksman, zonder 'n cent vermogen, me r w; en beter dan 'n dozijn voorname dagdieven. Lw haar het huishouden zóo besturen, dat vader rustic kan gaan zitten als hij van zijn werk thuis komt. en hij zich niet behoeft te bemoeien met de kachel, de keuken of de linnenkast. Als ge er geld voor hebt. laat ze dan ook wat muziek leeren of 'n andere schoone kunst, maar vergeet nooit, dat dit slechts hijzaken, zijn." Dit antwoord, dat nog al eenvoudig is, werd be kroond met vijf honderd dollars, en de dame. die het schreef is door tal van verstandige moeders ge prezen. I Welnu, ik prijs haar ook, vooral omdat ik weet. dat zij moeder is van drie dochters, die alle drie gelukkig getrouwd zijn. Er staat nog wel meer in dat antwoord, want het besloeg 'n, heele kolom in „the Sun", maar er komt niets in voor van de harembroek of van vrou wenkiesrecht. Willen we 't voorloopig dan hier maar mee doen? In orde' Laat dan 't scherm maar weer 'n poosje zakken. H. d. H. Aa nt.eekeningen. tij .O. geef acht, geef acht! De wonden heelen slecht, die men zich zei ven toe brengt!" (2) „Ik weet zeker, dat 't veiliger is 'n gegroeid kwaad uit te roeien, dan er over te twisten, hoe 't Oiitstaao is." „Winter's Tale, Shakespeare." r e c l a t 8». Is uw kwaal iisuiiu ren BiMlwail? Er zijn tal van vrouwen, die voortdurend aan ze nuwhoofdpijn lijden, düe zich altijd even afgemat ge voelen en last hebben van uitputtende pijn in da lendenen en den rug, en van aanvallen van duizelig heid, flauwten en lusteloosheid, doch die niet be grijpen wat haar eigenlijk scheelt. Gewoonlijk dienen de nieren hiervoor aansprake lijk gesteld te worden. Zij zijn zwak of ziek en kunnen zoodoende uw bloed niet rein en krachtig houden, en gij kunt niet gezond zijn tenzij dit be hoorlijk geschiedt Stelt het geen dag uit om te beginnen met het ge bruik van Foster's Rugpijn Nieren Pillen, wanneer gij waarschuwingen als de bovenstaande opmerkt d.e bij verwaarlooring zich spoedig zullen uitbreiden cn lei den kunnen tot gevaarlijke riekten. Foster's Rugpijn Nieren Pillen rijn een speciaal ge neesmiddel voor de nieren en dan ook alleen voor do nieren. Zij geven de gezondheid aan deze b-langrijke organen terug en wanneer de nieren g.-zond en sterk rijn. brengen deze gezondheid aan alle andere orguicn door het volkomen gezonde bloed, dat dan uw lichaam doorstroomt. Wacht u voor namaak en Jet er daartoe op, dat de handteekening van James Fos!er op het etiket voor komt. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn te Schagen ver krijgbaar bij den heer J. Rotgans. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel f 1.75 voor éen, of f 10.voor zes doozen. 17.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 9