Een belangrijk werk. ■wist... 'u Best zaakje is 't geweest 'n Prachtig zaakje!" Maar liij wachtte er zich voor om te geuren* te pronken met dat winstje, verkregen van den jongen, tegen wien, wegens diefstal, zes maanden was ge dacht... Want dat zou van Sam niet wijs en niet voorzich tig zijn geweest... MAITRE CORBEAU. 396ste Staatsloterij. 3de KLASSE, 4de TREKKING. HOOGE PRIJZEN. f 1000: 17496. f 400: 17526. Pi-ij2}en van f45. 377 2642 5.4 45 9372 11798 14744 16512 17969 r.68 3016 573 973 12040 985 566 18217 !»67 195 585 996 353 15081 831 394 995 485 6089 10178 442 580 850 775 1106 554 543 351 619 731 958 19264 221 844 566 631 900 741 17057 380 S64 807 657 13837 782 146 388 r.23 4320 7239 767 964 988 173 895 653 761 353 981 14060 16330 388 961 714 950 563 11106 226 377 434 20131 782 952 8752 118 245 452 572 508 979 5325. 994 604 706 478 631 929 Binnenlandsch Nieuws. LANGS DE STRAAT. VICIEUSE CIRKEL. De trein schokt stil, terwijl het gewrik der rem men kermend gilt, en ineens is het halfschaduwige plankier van het Weesperstation overstroomd met drukke reizigers, die dan uitzwermen van onder de u-rauwe kap, en direct de zongestriemde Sarphati- ïxxa&it inzwenken. Verdwaasd door het teveel aan geluiden en het grelle licht, onthutst door de lange reis in het boe meltreintje en de aanschouwing der schichtige trams, de jachtende menschen, komen schoorvoetend een juffrouw uit de duisterste binnenlanden van Neder land en een andere juffrouw, blijkbaar familie van de eerste, onder de kap uit. Ze beraadslagen luid, zenuwachtig, maar onder den druk van mogelijke, komende rampen: „We moste nummer 10 hebbe, het Joost geschre ven. enne die komp vlak voorbij 't stasieon, hèt-ie ceschreve waar heb-'k nou z'n brief wachtis, zóo, zie-je wel, bij hèt-'t op 't pampiertje uit-ge- teekend. Eerst rèchtuit loope late we dat nou doen, Goosie. Of we hier nou stil blijve staan geeft niks, éérst rechtuit loope o lieve christeneziele, nas toch op die autemobiel ze benne over je heen vóór dat je 't weet wèclit nou is wat^staat er nou nou motte we in 'n waelithuisie En ineens juichend de andere: „Daar hei-je-'n 't, Mien! Daar staat 't wachthui sje! „Nou zie je nou? Zie je wel, dat 't gemakke lijk is? Nou uitkijke nou goed uitlcijke daar komp er een hei, hef! Stoppe!" De juffrouw zwaait hevig met een parapluie. De wagenbestuurder grinnikt flauwtjes. „Ben uwe nummer tien, konducteur? Weraggies? Instappe, Goosie, denk om je karrebies. Hè hè! Da's één. Nou zitte me. Nou mot je goed oplette kom- me we soometeen de Hooge Sluis over 't staat op 't pampiertje enne dan voorbij 't Paleis mit de fontein mot je goed je oogen opendoen Maar de tram negéert de Hoogesluis, zwenkt af over 't Tulpplein, steekt de Nieuwe Amstelbrug over, her-zwenkt de Stadhouderskade op. De juffrouwen raken ongedurig, begrijpen er niets van. Dan, draalt de tram 't Westeinde op. En dan cirkelt hij. dw;\as, oircus-achtig, tijd-verluioeiend, om 't heeie Frederiks- plein, om weer op 't Westeinde. uü op 't reehtsche spoor te komen. De juffrouwen zitten sprakeloos. ,,'t Lijkent wel 'n mallemolen, Goosie!" giggeit de eene. „Ze doene 't erom," minacht de andere, „omdat ze denko, dat ze mensche als wijlui voor de mal magge houden!" Én de juffrouwen rijden naar 't Amsterdamsche fa milielid in, de heilige overtuiging, dat de gemeente tram hèar speciaal een kool gestoofd heeft. Leo in de Telegraaf. HET LEVEN VAN H. M. I)E KONINGIN IN GE- VAAR. T,. Onder dit opschrift lezen wij in „De Fiets een ingezonden sluk, waaraan wij liet volgende ontleenen: „Zooals hekend is, heeft H. M. de Koningin twee automobielen gekocht wan de Nederlandsche fabriek „Trompenburg en zijn een paar mannen \-an het stalpersoneel aangewezen, om daarop dienst te doen 'aLs chauffeur. - Aangezien deze mannen geheel onbekend waren met hel l>esturen van motorwagens, zijn ze naar een par ticuliere ohauffeiirsschocl gezonden, om daar te wor den afgericht in het besturen en behandelen van _cen automobiel, waarna zij zich nog een korten tijd practisch geoefend hebben in 'de fabriek „Trompenburg", 't Is mij echter persoonlijk uit goede bron bekend, dat men zich daar heef! geërgerd over de onbekwaamheid tier toeken!s'iee automobiel-bestuurders. Er zijn veel slechte .-hauffc-urs' in Nederland, en dat is begriinelijkde Mitomebiel is een nieuw voertuig, dat slech's in de laatste jaar eenigszijis in tel is. Goede chauffeurs zijn zeldzaam. or zijn echter wel goede te krijgen in Nederland en het is mij dan ook onverklaarbaar, waar om men mensdien van een stalpersoneel een-twee-drie Een smartelijk lachje vertoonde zich om Vera's lippen, toen, zij antwoordde: „Misschien kunnen, wij er toch wel eene vinden dokter, al is zij misschien niet zoo knap als de ba rones wel verlangt. Deemoedig en geduldig is zij en zij heeft den vasten wil, om haar best te doen. ,,Ik heb zulk een innig medelijden met die men schen en ik gevoel mijzelf mee de oorzaak van al hun ellende, dat het mij wel zal gelukken om hun leed te verzachten; ik zal er zelf heengaan." Wanneer er zich bij haar teekenen hadden ver toond van plotselinge verstandsverbijstering, dan had de dokter haar niet versehrikter kunnen aanstaren. Hij sprong op en zeide driftig: „Tot nog toe heb ik u steeds voor een verstandige jongedame gehou den, maar u is een dweepster, Vera. Dit denkbeeld, vergeef het mij dat ik het zeg, acht ik bespottelijk en onuitvoerbaar. Als hoedanig wilt u daar optreden en hoe denkt u wel dat men zal ontvangen? Van verzoening, dat zeg ik u vooruit, kan geen sprake zijn. U wordt daar, al is het onverdiend, diep ver acht en een beleedigende afwijzing zou u daar te wachten staan. Weet wel, dat u de laatste is, van wie Waldemar zoo Iets zou willen aannemen,." Een donkere blos kleurde Vera/s gelaat en zij zeide op trotsehen toon: „En Vera von Zahrlngen zou de laatste zijn, om zich op te dringen. Gelooft u, dat ik daarheen zou gaan onder mijn eigen naam, dat ik zoo weinig tact zou hebben om de diep belee- digde nog meer te grieven en hen door mijn per soon steeds weer zou willen herinneren aan de vreeselljke ellende die hij door mij moet doorstaan? Denkt gij, dat ik den moed zou hebben, om hem don beroofde, toe te werpen, wat hem van rechts wege toekomt?" „Maar kind. wat wilt ge dan eigenlijk?" vroeg de oude man half onwillig, half nieuwsgierig, terwijl Vera in, haar toenemende opgewondenheid opstond en vlak tegenover hem ging staan. „Het plan is mij heel dvidelijk en eenvoudig," antwoordde Vera een wrinig bedaarder, „dat ik het wol als een ingeving van boven mag beschouwen. Het m dit nieuwe vak moet (bekwamen. Ware liet £en chauffeur voor een privé persoon, het liet mij koud; ieder moet voor ziolizelf weten, of hij zijn leven in gevaar wil brengen, maar daar waér het onze Ko ningin betreft, vind ik het onverantwoordelijk, dat men stilzwijgend genoegen neemt met de onbekwaamheid van de toekomstige chauffeurs van H. M. Een ernstig verwijt treft den directeur van de school, die menschen aflevert, welke niet bekwaam zijn voor de taak, die hen wacht. De menschen hebben :op die school niet genoeg gereden. Wel schrijft de heer S. in ,,I)e Auto" yan 21 April, dat zijne ervaring hem geleerd heeft, dat het rijden in een ticnlal goed gegeven lessen geleerd kan worden, ik weet echter, dat aan do door de N. A. C. geautori seerde chauffeursschool de chauffeurs in den laatslen tijd meer jton 30 lessen krijgen. Wanneer de veronderstelling] van den heer S. juist is, dat ionand, die in 10 lessen nog niet goed een automobiel kan besturen, het nooit leert, dan zijn er maar twee dingen mogelijk; óf dat de heer S. het niet aandurft, omi den toekomstigen chauffeurs van H. M. do Koningin een brevet van onbekwaamheid te geven, óf li ij 'is niet voldoende op de hoogte. In ieder geval; dit is zeker, dat de man, dien ik zag rijden, op liet oogenblik een onbetrouwbaar chauf feur is. Voor den dienst op een locomotief van een trein, zal men nooit een koetsier nemen, die eens een paai weekjes in een locomiotievenwerkplaats heeft rondge zwaaid, of die eenige lessen in theorie heeft gehad, om tolt locomotieven. Een automobiel nu is een nog gevaarlijker voertuig. Wanneer H. M. met den trein reist, wordt ccn ingenieur naast den reeds bekwamen machinist gezet, voor de groote zekerheid. Ik vind dit te apprecieercn, daar inderdaad het le ven van eene Koningin zooveel mogelijk beschermd, moet worden. Nu echter zal 11. M. in een voertuig rijden, dat in onbekwame handen zeer zeker het meest gevaarlijk is. Aan het Hof zal precies de tijd gereden moeten worden. De tijd van een Vorstin is precies ingedeeld. Een Koningin komt nooit telaat. De chauffeur moei dus altijd precies op een vasfgjestelden tijd aankomen. Dit levert vooral bij een mineer bekwamen chauffeur een groot gevaar. Indièn de schutspatroon der automobilisten H. M. de Koningin niet beschermt, dan zijn ongelukken te verwachten." De redactie teekent bij dit schrijven aan, dat zij over de chauffems van H. M. de Koningin niet kan oordeelen, doch dat zij den inzender van bovenstaandi stukje kent als een man vait groote vakkennis, die niet over gevaar zal spreken, als er niet inderdaad ge vaar is. EEN ONVERBETERLIJKE RECIDIVIST. Voor eenige weken nam zekeren H. F. lJzendooni uit den winkel van den. juwelier W. van Rossum 'du Chattel te Leiden eenige gouden ringen mee, die hij zoogenaamd op zicht vroeg. Ilij werd' echter spoedig gevat en in verzekerde bewaring gesteld. Hij werd gis teren door de Haagsclie Rechtbank vrijgesproken en onmiddellijk in vrijheid gesteld. Gisteravond stal hij te Leiden uit den horiogewinkel van den heer Terp stra, Kort Rapenburg, oen horloge en werd weder door 'de Leidsche politie ingerekend. De man zeide weder in de gevangenis te willen en daarom <3en dief stal te hebben gepleegd. EEN ATLAS GEVRAAGD. Dat de Belgische journalisten op gespannen, voet staan met aardrijkskunde en geschiedenis is bekend. Wie herinnert zich niet het dagblad, dat gelezen had over verwoestingen op Java door bandjirs aange richt en in een snorkend telegram het bericht over een opstand van een, nieuwen volksstam, dien der Bandjirs, de wereld inzond? Eén der meest gelezen dagbladen had het gisteren over een standbeeld van Peter den Groote, dat te Laardam zal worden opgericht; het was geen druk fout, de plaats kwam op tien regels vier keer zóo voor. En nu schrijft diezelfde courant vanavond on der elkaar, dat j president Fallières de Koningin- Moeder te Westdijlc zal gaan bezoeken, en er een ongeluk is gebeurd in de staatsmijnen te Haarlem! Een atlas a. u. b.! vraagt de N. R. Ct., waaraan wij dit berichtje ontleenen. WIEKIN GERW AARD. De fokvereeniging alhier heeft een éénjarige stier aangekocht van den heer J. L. T. Groneman voor de kapitale som van f 1000 EERBIEDWAARDIGE OUDERDOM! Een der Zeeuwsehe correspondenten van het Hdbld. schrijft Bekend alom in den lande is het slot „Ostende" te Goes, waarvan de overblijfselen zeer merkwaardig zijn. In den tuin bij het „slot" behoorend vindt men nog een ouden moerbezie nboom, wiens stam, zooaLs wordt medegedeeld, bijna vijf eeuwen oud is. In die dagen werd de moerbeiboom als zeldzaamheid hier te lande gekweekt en naar de oveiieveiingcn willen zou deze boom geplant zijn door gravin Jacoba van Beieren, waarom hij ook den naam draagt van den boom van Jacoba. Het scliijnt evenwel vrij onzeker, dat zij zelf dien boom heeft geplant, maar toch dateert zijn jeugd ongetwijfeld uil de dagen van hare regee- •ri'ng; waar hij, hoe ook door den tand des tijds geleden hebbende, nog meermalen rijpe vruchten geeft, mag zeker van eerbiedwaardigen ouderdom gesproken wor den. SMAADSCHRIFT. Voor liet Gerechtshof te Amsterdam werd Donder - derdag de hocger-bcrocpzaak behandeld tegen den heer A. G. A. V., raadslid en redacteur van „Het Anker" te Helder, wien ten laste was gelegd, dat hij te Den hangt er alleen maar van af, of het geheel uitvoer baar is of niet. Hoor mij nu eens een oogenblik rus tig aan en doe het met die vaderlijke welwillendheid, die mij zoo gelukkig maakt en mij den moed gaf deze aangelegenheid met u te bespreken. „Mevrouw de barones verlangt een jong medsje -bij zich te hebben, dat trouw en handig de voornaamste zorgen van het huishouden en het verplegen van zieken op zich wil nemen. Gelooft u dat ik daarvoor ongeschikt ben? Lach nu maar niet zoo spottend, u weet niet hoe streng mijn leven op school is ge weest. Ik was een verlaten kind en ik leerde reeds vroeg mijzelf te helpen en niemand lastig te vallen met wensehen en verlangens, zooals de jeugd ze anders wel eens heeft- „Afhankelijkheid, dienstbaarheid, ontbering, dat zijn woorden, waarvan, ik de volle beteekenis heb leeren beseffen en ik geloof wel school genoeg ge maakt te hebben, om ©enigszins te beantwoorden aan die duizendpoot diem evrouw de barones verlangt Maar," ging zij hartstochtelijk voort, „ik ben niet in staat voortdurend de kwellende gedachten met mij om te dragen, aan een onrecht, dat in mijn naam begaan is en waarvan de gevolgen mij nu zoo diep, diep ongelukkig maken,. Er is slechts éen middel om aan mijn hart vrede, al is het dan ook geen geluk te geven. Laat mij goed maken wat goed te maken valt, en zooals ik dat zelf wil. Ik ben lang genoeg afhankelijk geweest, geef mij nu voor een enkele maal eens het gevoel van zelfstandig te mogen han delen." „En hoe kan ik dat doen?" riep de oude dokter ten hoogste verbaasd en tevens getroffen door de uit drukking van innige smart op haar gelaat. „U moet mij helpen, die menschen te bedriegen. Zulk een bedrog kan niet slecht zijn. Niet Vera von Zahringen moet u aanmelden, maar een verpleegster, die voor haar eigen gezondheid genoodzaakt is een anderen werkkring te zooken n daarom gaarin In een huishouden behulpz. m v!1 zijn. Toen ik nog op de kostschool was, rustte do zorg daarvoor ge heel op mij en ook op Zührenburg heb ik er dik- Helder kort voor 12 Nov. 1910 opzettelijk do eer en goeden naam heeft aangerand van A. H. Stark, officier van gezondheid le klasse bij de Koninklijke Nederl. Marine door het schrijven van een stuk, getiteld: „Een Christenmens ch' 11 Februari diende de zaak voor de Alkmaarsche Rechtbank, die beklaagde vrijsprak. De advocaat-generaal bij het Hof vroeg vernieti ging van hel vrijsprekend vonnis en eiscihte beklaag- de's veroordeeling tot 14 dagen gevangenisstraf. De adv.-gen. was van meening dat beklaagde niet had gehandeld in het algemeen belang en dat hij noodeloos de eer en goeden naam van den geneesheer had aan gerand. VEENBRAND. Sedert veertien dagen is er brand in het Buiirsche- veen bij Haaksborgen. liet vuur as aangekomen in het Ageloosche veen over de Duitsche grens, waarschijnlijk aangestoken door een bestedeling bij een Duitschen landbouwer, en heeft zich over een groote oppervlakte uitgebreid, waarbij alle aanwezige turfhoopen en ook een turfschuur met inhoud is verbrand. Het gevaar van diep inbranden kanalleen door overvloedige regens worden gekeerd, daar "er van over heidswege niets wordt gedaan om het voortwoekeren te stuiten. SLECHT WEER. De boeren in Friesland die. om hooi uit te winnen, het jongvee reeds in de weide gelaten hadden, moeten hel weer stallen, wegens het weinige gras en het koude weer. Enkele runderen zijn reeds door de koude bezwe ken. ZELF GEKOMEN. Tc Amsterdam heeft zich bij de politie aangemeld de heer Ilosang, gewezen burgemeester van Blarioum, veroordeeld wegens geploegde onregelmatigheden in het gemeentelijk beheer en voortvluchtig van den dag af. dat hij zijn straf zou moeten ondergaan. De veroordeelde, die een maand gevangenisstraf heeft te ondergaan (van een ander veroordeelend vonnis is hij in hoogor beroep gekomen), is naar de strafgevan genis aan den Amslelveerischen weg overgebracht. MEETING WINKEL. De zangvereeniging te Kolhorn heeft aangenomen op eene avondvergadering op 21 Mei as. te Winkel met eenige nummers eene lezing van den heer H. de Hoog van Amsterdam af te wisselen. KOLHORN. Met 1 Mei ajs. beginnen de schooltijden hier om 81/2 uur. Des morgens eindigen zij voor de eerste en tweede klasse om 11 uur des Maandags, de andere dagen om kwart voor elf. De middagschooltijd eindigt voor deze klassen om half drie. De overige klassen eindigen 's morgens om half twaalf, 's middags om 3 uur. Het handwerkomdcrwijs wordt dagelijks gege ven van 11 tot 12 uur. EEN WANDELING MET DEN PRINS. De Roti. geeft een aardige anecdote van Prins Hen drik. Z. K. H. houdt er van om incognito, slechts ver gezeld van zijn hondje, wandelingen te doen in de Residentie, daarbij zich niet beperkend tot de hoofd straten. maar ook meermalen een bezoek brengende aan de volksbuurten, ten einde het leven daar eens gade te slaan. Zoo gebeurde het enkele dagen geleden, dat de Prins op een dier wandelingen, in de omtrek van het station der IIoll. Spoor (een echte volksbuurtI was aangeland en al wandelende ten slotte in de Van Ravesteijhstraat arriveerde. Hier wist de Prins geen weg meer en daarom richtte Hij zich lot een voorbijganger, een werk man. met de vraag: Kunt ge mij ook den weg wijzen naar de Groenmarkt? O, jawel, mijnheer, antwoordde de man, maar dat is een heel eind. Toevallig moet ik ook dien kant op, laten wij dan samen gaan. De prins vond dit goed en beiden wandelden naai de Groenmarkt. Hier aangekomen liet Z. K. H. den arbeider eens opsteken, bedankte hem vriendelijk en nam joviaal afscheid. De man keek vreemd op, toen hij later hoorde, dat hij met Prins Hendrik had gewandeld. I DE MÜNRAMP TE HEERLEN. Omtrent de toedracht der ramp ontleenen wij aan De Mijnwerker (orgaan van den Bond van Chr. Mijn werkers) nog de volgende bijzonderheden: Woensdag 26 April had er op de Staatsmijn Emma omstreeks 8V2 uur in de ochtendschacht 'een vreeselijk ongeluk plaats. Niet minder dan 4 personen dood en 12 min of meer zwaar gewond, waarvan 3 naar het hospitaal te Heerlen weiden vervoerd. Xn schacht 1 295 M. diep. waren een 20 mijn werkers bezig met het opruimen van het vuil. dat bij liet metselen van de schacht naar beneden was gevallen. Men is n.1. van plan om die schacht nog een 40 tot 50 M. dieper te maken. Plotseling stortte met gróót gedruis de stijgleiding naar beneden, dit is dfe buizenleiding waardoor het water naai- boven wordt gevoerd. Nauwelijks was het ongeluk bekend of de bewoners der kolonie en die van dc omliggende dorpen stroom den raar de plaats des onheils. Spoedig waren cok de geneesheoren en geestelijken alsmede dé diréetié der Staatsmijn ter plaatse verschenen om de vele ge wonden te verbinden en verdere geestel'jke hulp te verleenen. Al spoedig worden door schacht li, die met schacht Verbonden is, de mijnwerkers Bus uit Oiisbeck en Grijns uit Heerlerheide naar boven gebracht. Bus gaf nog .een zwak levensteeken van zien, doch overleed spoedig, terwijl Crijns reeds dood was. Crijns had een stuk ijzer of hout op het hoofd gekregen, zoodat er oen groot stuk vleesch los langs liet hoofd wijls genoeg naar omgezien, om mijzelf wrat afwisse ling te geven. Ik zal mij gemakkelijk in mijn nieuwe omjgeving schikken en trachten alles te doen, wat men van mij verlangt. Ik van mijn kant zal maar éen voorwaarde stellen, of ik mijn piano mede mag brengen, omdat ik daar anders geen plaats voor heb. O dokter, lach nu niet, begrijpt u dan niet, dat het alleen om Waldemar is.. U kunt zich toch I wel voorstellen hoe gelukkig ik zal zijn als ik maar een geringe verlichting kan geven in zijn vreugde loos bestaan. Het hangt nu alleen van u af, om mijn verzoek in te willigen;, hoe rijk zou plotseling mijn eenzaam en doelloos leven worden. „En nu spreek ik niet voor uw vriend Waldemar, maar voor mijzelf. Hoe zou mijn leven zijn daar bo ven in dat groote slot met die eindelooze reeks van kamers, ledig als mijn eigen hart.. Wat geef ik om den tijd, dien ik niet weet te gebruiken, wat om den rijkdom, die mij geen geluk aanbrengt, om de schoonheid der wereld, die ik niet weet te genieten, omdat ik alleen ben en anderer schuld moet dragen? Zou ik niet gelukkig zijn als ik, na een dag van huiselijke zorgen, Waldemar mocht voorlezen of naar zijn pianospel mocht luisteren? „Denkt 11 dal het voor een vrouw onmogelijk is, Waldemar wat op te wekken, zijn leven moer in houd en afwisseling te geven en meer tevredenheid in zijn huis te brengen? O dokter, het hangt alleen van u af of gij Waldemar's leven d ageüjk en bevredi gend vilt maken. Ik ben slechts de bestuurderes van zijn vermogen, want van rechtswege komt een deel hem toe. Gij kunt hem zijn leven gedeeltelijk weer geven. laten wij samenwerken cn beproeven, wat wij voor hem doen kunnen, ik geef mij geheel aan u over. ik heb geen vader, gi; geen dochter, maar denkt nu een- dal ik uw kiati was, dat door een daad van u gelukkig zou kunnen worden, zoudt gij mij dan tevergeefs laten bidden en smcekeai?" In de opgewondenheid van het oogenblik had zij zijn handen gevat en T nartstoohteliik gedrukt en de oude man gero l .omgesleept, boog zi h over haar heen en druk: -olijke liefde een kus op Twee and we mijnwerkers. L. Dobio cin VV. Gerards uit Ileerlerheide. liggen nog hoogstwaarschijnlijk op den bodem der schacht, en konden nog' niet bovenge bracht worden. 't is zeker, dat ook deze twee dood zijn. Drie der doodclijk verongelukten zijn gehuwd. Omstreeks half twaalf stond het water reeds vijf meter hoog in de schacht, cn er zullen wel enkele dagen verloopen, eer alles weer is opgeruimd. Dit is nu het tweede groote ongeluk, wat bij he' afdiepen der mijn Emma is gebeurd. De oorzaak van het ongeluk kon nog niet wor den vastgesteld. Misschien is er door den zwaren last een tder ijzeren buizen overgebroken, zoodat de andere mede naar beneden stortten. De verslagenheid onder do bewoners der omliggende derpen is zeer groot. Gemengd Nieuws. EEN AVONTUUR MET EEN TIJGER. Misschien is het wel nimmer het leven eens men schen op merkwaardiger wijze gerecl, dan dat van een kapitein der Bengaalsche lanciers, omtrent wiens won- het volgende lezen: derbaariijk avontuur, wij in een Ameiikaansch blad Dc officier was een bezoek gaan brengen aan een vriend in Rajputana en maakte bij het invallen der duisternis een wandeling in de omstreken. Na eenigen tijd geloopcu te hebben, bevond hij zich op een smal pad. aan de eene zijde grenzend 'aan een diepen ai- grond. aan de andere afgesloten door een stijl op- rijzenden rotswand. Het was niet bepaald de aange naamste plek om een grooten tijder te ontmoeten, maar dit juist overkwam den kapitein. Het was te laat om om te koeren. zoodait hij besloot om dapper stand te houden.. Het vilde dier had waar schijnlijk geslapen, want het ging nog even door met zich al likkend en schoonpoetsend. klaar wakker te maken. De kapitein stond doodstil, met zijn oogen star op den tijger gericht. Maar nu stond het beest op, deed een paar stappen vooruit en vloog "toen op hem al Gelukkig grepen zijn tandon hem bij de lappel yan rijn jas, zoodat de kapitein niet gewond' w^rd. Maar daarentegen kon hij zich maar al te goec verplaatsen, in den gedachtengang v-an een muis in de klauwen van een kat. De tijger schudde hem heen en weer. tot hij zijn bezinning verloor. Toen hij, eenige minuten later weer bij kwam, bevond hij, dal hij op zijn rug lag. met zijn beenen half over den afgrond bengelend. Hij opende zijn oogen. maar "durfde zich niet .bewegen, daar hij meende aat de tijger nog in de buurt was, Teen dacht hij. een zonderling ge rucht op eenigen afstand le hooren. alsof iemand sterk niesde. Zijn eerste gedachte was, dat men hem was komen redden, en dat de tijger- was neergeschoten, maar dit bleek spoedig onjuist door het gedempto, aauwe geweeklaag van den tijder, dat zich met liet niezen mengde. Hij draaide zich langzaam om, en kon nauwelijks zijn oogen gelooven. De tijger droop af met de staart tusschen de beenen, hevig niezend en het woedende gelaat jammerlijk vertrokken. Toen begon het licht te worden in de hersenen van den kapitein: terwijl dc tijger hem schudde, had hij zijn snuifdoos doen open vliegen, en den prikkelenden, verblindenden inhoud in het volle gezicht gekregen. Bekendmakingen, GEMEENTE HCHM1K IV Inlevering Landweer-Zakboekjes. Dc Burgemeester der gemeente Schagen, brengt ter kennis van de in deze gemeente gevestigde verlofgan gers van de Landweer, en van liet Reservepersoneel beneden den Officiersrang, ingedeeld bij de Landweer, dat zij hunne zakboekjes, vóór 5 Mei a.s. tor Secre tarie dezer gemeente moeten inleveren, lui- aanvulling voor de opkomstmet spoed. Schagen, den 27 April 1911. De Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN. RECLAMES. De nieren behooren tot de gewichtigste organen, van het lichaam. Zij zorgen voor een zeer belangrijk werk, namelijk voor het filtr-eeren van het bloed, waaraan zij alle onzuiverheden onttrekken. Iedere drie minuten van ons leven passeert het bloed door de nieren om gefiltreerd en gezuiverd te worden, en de nieren zijn de eenige organen in het lichaam, die er alle afgewerkte stoffen en onzuiver heden aan kunnen onttrekken. Wanneer het bloed de nieren bereikt, is het don ker van kleur en vol schadelijke, afgewerkte stoffen. Wanneer het de nieren verlaat, is 't het zuiverste bloed van uw lichaam. Alle onzuiverheden zijn er aan onttrokken, evenals door een waterfilter de on- zuivrheden aan het water onttrokken worden. Zijn de nieren echter zwak of traag, dan, kunnen zij hun gewichtig werk niet volbrengen. De schade lijke stoffen worden met het bloed door het lichaam gevoerd en gij gaat u dof en ellendig gevoelen, gij zijt altijd vermoeid en spoedig zult gij rugpijn opmer ken en urine-stoornissen, of rheumatische pijnen, wa terzuchtige zwellingen, pijn in de heupen, de lende nen en het hoofd. Geeft uw kwaal geen gelegenheid om zich verder te ontwikkelen, doch begint bij het eerste teeken, dat uw nieren niet goed werken, onmiddellijk met het gebruik van Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Een goed doorgezette kuur geeft aan de nieren zachtjes hun gezondheid en kracht terug. En wanneer de scha delijke stoffen, die uw kwalen veroorzaken, geregeld uit het lichaam afgevoerd. De ooi-zaak der nter- of blaasaandoening wordt weggenomen en daardoor is uw genezing van blijvenden aard. Foster's Rugpijn Nieren Pillen (let vooral op de juiste spelling van den naam Foster's) zijn te Scha gen verkrijgbaar bij den heer J. Rotgans. Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel hf 1.76 voor éen, of f 10.voor zes doozen. 23. het voorhoofd van het jonge meisje. „Je bent goed als een engel en toch breng je mij in verzoeking." „Neen, farcen'riep rij warm uit, „wat gij ver zoeking noemt, is alleen nog wat twijfel bij u, is alleen het angstig vasthouden aan een ingeworteld begrip. Ik ben geheel vrij, geheel onafhankelijk, ik ben niemand rekenschap verschuldigd dan Godj gelooft gij dat die het afkeurt?" De oude man schudde zwijgend het hoofd. „Waarom zoudt gij mij dan verhinderen te doen, wat Gcd goedkeurt en wat mij gelukkig maakt? Wat ik voor Waldemar -\Vorden wil, kan niemand voor hem rijn. want wie anders heeft een schuld aan hem ,te boeten „Mijn kraoht, mijn wil, mijn tijd, alles is tot zijn dienst, totdat hij verzoend zal zijn. met het leven; totdat hij, ik durf aan dat oogenblik niet te den ken genezen zal zijn. En waarom zoudt u mij terug houden? Ik doe er niemand onrecht of verdriet mee, mij weerhoudt liefde noch plicht. De eenzame Zahrenburg is niet voor mij het gelukkige thuis, dat ik er mij van had voorgesteld. In een goed en heer lijk thuis moet men liefhebbende menschenharten vinden en ik ik ben zoo alleen!" De oude man keek haar ernstig aan, maar plotse ling verhelderde zijn gelaat, er nviel hem zeker een gelukkige gedachte in. ri~l' \-^m Wordt vervolgd. u-riamünüljLJj \sé

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 10