noodweer. Boven de provincie Groningen woedde gisterenmid dag een windhoos met hevige hagelbuien; er vielen hagelsteonen als knikkers, waardoor veel schade aan ooft, boom en, en gewassen werd toegebracht. bene erfenis vax 75 millioen. Men schrijft hel vjpdgande aan het „Hbl. van Ant werpen" Ten jare 1628, vluchtte zekere Jcan Thiry. Franscli- man van geboorte, uit zijn vaderland; en trad in dienst bij een zekeren AUiana.se Tripaldy. Italiaanschcn han- deldrijvcr in 't groot, op zee en* te lande; door zijn «lel karakter, en goede diensten, werd hij de gunsteling zijns meesters; en deze liet hein bij zijn aüslerveto yjjn gans olie fortuin na. hetwelk bestond uit verschil lende handelsschepen, cn een som van 800.000 goud stukken, welke door Altlianasc Tripaldy op de Staats lui nk van Venetië, ten jare 1621 geplaatst waren. Dit bedrag van acht millioen werd, bij contract, ais Staatsschuld, door den Doge van Venetië aange nomen en zou 3 p.Ct. rente opbrengen. Jcan Thiry, welke ten jare 1676 stierf, liet bij testa ment hel gansehc bedrag, dat als staatsschuld op de staatsbank van Venetië berustte, met alle interesten aan zijne twee broeders of aan hun wettige nakomelingen. Napoleon Bonaparte legde ten jare 1/96 op bevel van hel Directoire, beslag op de Thirvsche erfenis; van dien tijd af is het kolossale fortuin 't welk thans door <ie opgeloopcn rente reeds meer dan 75 millioen moet bedragen, in het bezit van den Fransdhen Staat geble ven. ofschoon ireods meerdere malen door de recht matige erfgenamen pogingen in 't werk gesteld zijn, o.n in hel bezit vun hunne millioenen te komen. Dertig jaren geleden ongeveer was de Fransche staat bereid liet kapitaal, zonder intresten, uit te betalen, doch de familie Thiry weigerde zulks; en 'naar het schijnt moet nu de Fransche Staat door het Seine- gerechtshof veroordeeld zijn, om het gansche fortuin, benevens de opgeloopcn renten uit te betalen. Van de twee broeders van den bovengeraelden erf later, Jcan Thiry, moet er een naar Holland zijn over gestoken, de andere broeder moet zich in de omstre ken van Lokeren, provincie Oost-Vlaanderen, gevestigd Ilebben; het is van dezen laatste^ dat zich hier te Ant werpen, evenals in de omstreken van Lokeren, 'de erf genamen moeten bevinden. Een erfgenaam te Antwerpen wendt nu met "de mede hulp zijner mede-erfgenamen van Antwerpen, Lokeren en Gocs. de noodige stappen aan, om in het bezit hunner rechtmatige erbenis «te komen; reeds zijn belangrijke papieren "ontdekt, welke bewijzen, dal de bewuste fa-~ milie wel degelijk de ware erfgenamen zijn. Een oproep iu de dagbladen zal eerlang „de familie laten verwittigen, dat zij bij een notaris moeten komen, om hunne rechten te doen gelden. Of zij tevreden zullen zijnt nederland op de visscherij-tentoonstel ling te parijs. Daartoe bijeengeroepen door de Ncderlandsche V er- eeniging van Exposanten" vond gistermiddag in liet American Hotel te Amsterdam eene vergadering plaats vun belanghebbenden in de Vissclierij-tentoonstelling, die in NovemberDecember van dit jaar te Parijs wordt gehouden. De groote opkomst bewees de sympathie voor hel >ian voor eene collectieve Nederlandsche inzending te Yirijs. Er werd eene commissie benoemd, bestaande uit de hoeren A. A. Mengermans, hoofd van de afdccling ZoetwatervissckerijB. J. Gelder, redacteur van de „Visscherij Courant" «en L. J. Zegers Veeekens, bc- .sLuurslid dea- Nederlandsche Vereenig'ing van Expo santen", om 'de vooiioopigo plannen uit te werken en een comité bestaande uil de vertegenwoordigers van de visscherij- den vischhandcl en den industrieën in verband met iict visseherij-bedrijf, te zamen te brengen. Waar voor Nederland groote belangen 'op hel spel staan, wat betreft zijn exjjort naar - z^o»>ei van zout-x «ls zpet-walérvischmeende de vergadering dat dejd^rihen zeer veel kans van slagen hebben, indien -'dC voorloop'igi' commissie slechts medewerking onder vindt van de Regeering en den financieelen steun van enkele vereenigingen op visscherij-gebied. moord. Omtrent den moord, gepleegd op den Perzische» vin- keiier Moerad Bey, aan de Wagenstraat, te 's-Graven- höge. ,{zic vorig nummer), meldt men nader: Men ver moedt dat de Grieksche bediende, die verdacht wordt de moordenaar van zijn patroon te zijn, is uitgeweken naar Duitschland, waar hij tot vóór een paar maanden werkzaam was. Bij de nadere lijkschouwing in het ziekenhuis moet gebleken zijn dat de moordenaar op afschuwelijke iwijze op zijn slachtoffer heeft toegestoken en ge slagen. Het lichaam is als met wonden overdekt. Hel lijk {vertoont n.1. niet minder dan 20 a 22 steek wonden. Er zijn elf steken in den rug toegebracht; vier aan den schedel, nabij het achterhoofd; twee onder den arm cn vijf aan handen en polsen. Deze taaiste verwondingen zijn waarschijnlijk bij het af weren van hel moordend wapen bekomen. De groot ste wond js toegebracht in de bomt. Het is een steekwond. 5 cM. lang en 2 c.M. breed. De verwon dingen moeten zijn toegebracht met een zeer scherp puntig voorwerp, naar alle waarschijnlijkheid een soort dolkmes. Naar de X. C. meldt is de verslagene langen lijd in liet gevolg geweest van den. Sjah van Per/.ië. Hij volgde den Sjah als kok op zijn reizen naar Europa en kiecg dan ook als zoodanig veilige Perzische onder scheidingen. In zijn winkel in de Wagenstraat, eerst langen tijd iu de' Prinsestraat gevestigd, hingen tlan ook verschillende foto's, waar Moerad Bey in gezelschap van den Sjah te vindon is. Ook is er een foto waarop voorkomen de koning der Belgen Leopo'ld mei den Sjah en zijn hofhouding-waaronder de kok. 'Nu aan hel Perzische hof zijn diensten 5fs kok met care 1e hebben vervuld, kwam .Moerad Bey in die betrekking bij den Perzische» gezant alhier. De „Jufrouw Wilding, onze trouwe verpleegster en hu'sgi nooaV zeide hij. „Dus een goede huisgenius of prozaïsch uitge drukt. huishoudster," zeide Ulla op niet onvriende- 1 ijken toon. „Dat is een. goed idee geweest, Waldemar," vervolg de zij, „de laatste maal dat ik hier was heb ik heel veel ontbeerd door het gebrek aan goede 'dienst boden." Een trek van pijnlijke verlegenheid vertoon de zich op zijn gelaat, en zijn onrust, vermeerderde nog. omdat hij niet op Vera's gelaat kon lezen, hoe zij Ulla's woorden opnam. „Sinds juffrouw Vera hier den schepter zwaait, zijn wij er oneindig veel beter aan toe. Zij toont zich hierin evenals in alles, voortreffelijk." Gelukkig kon Waldemar den onbeschaamde» blik niet zien, waarmee freule Ulla de huishoudster van het hoofd tot de voeten opnam. Vera stond dien blik kalm dooi'. Toen zij de jongedame van koffie had voorzien en haar hoed en mantel had opgenomen, trok zij zich terug, om de barones de aankomst van haar toekomstige schoondochter mee te deelen, en haar huiswerk te vervolgen. Het kwam Vera voor, als had zij het met veel moeite door haar verkregen terrein weer verloren, toen zij zoo druk bezig was, opdat Ulla maar nergens aanmerking op zou kunnen maken. Hét was niet de bescheiden betrekking die zij zelf had gekozen, die haar terneer drukte, maar het besef dat zij een vreemde voor Waldemar was ge bleven dat haar loodzwaar drukte. Zij had geen aandeel in Waldemars innerlijk leven en in de plan nen zijner familie. Zij zag weinig van het verloofde paar. Toen het warmer werd ging men zitten in de kamer der barones en vandaar hoorde zij zoo nu en dan Ulla's vroolijk lachen. Het was zoo natuurlijk dat het Waldemar wat opvroolijkte. een zekere luchthar tigheid, die Vera ontbrak, stak zoo verkwikkend af bij het zware lot dat Wa.dcmar had te i gen en het kwam Vera voor, dat hij het door Ulla's op- heer Sadig oei Moclk was den Pers zeer genegen cn steunde hem soms, wanneer hij lijdelijk in finan cieel© moeilijkheden verkeerde. Moerad Bey was be- halve de gezant en zijn secretaris de eeniga Pers in Den Haag. een hollaxdsche als advocaat voor 'n dcitsohe rechtbank. Men meldt uit Munchen aan de Telegraaf: Onze lan,dgenoote, mejuffrouw dr. jur. Goudstikker, die bier als advocaat een zeer goeden naam heeft, trad onlangs als verdedigster op in een rechtszaak, die op zichelf reeds belangrijk genoeg is en ook daarom de beschouwing waard, wijl ze een licht •werpt op toestanden hier, die in het veel ge- en nooit volprezen Beieren voor verbetering vatbaar zijn. Evenals in ons land tuchtscholen en verbeterhui zen bestaan, hebben we in Duitschland en dus ook in Beieren 't systeem, dat men hier Zwangserziehung noemt. Ik ken onze tuchtscholen niet; maar zonder die te kennen, durf ik de stelling te verkondigen, dat de kinderen er bij ons beter aan toe zijn dan de kleine Beiersche boefjes. Wij hebben althans staatsinrichtingen, maar hier gaan de tuchtscholieren in... kloosters. Nu mag men over het systeem denken, zooals men wil, zeker is, dat al die kleinen, die tucht noodig hebben, om in de maatschappij bruikbaar te wor den, éen eigenschap gemeen hebben: den vrijheids zin. Waar deze in ongebondenheid is ontaard, mag liet goed zijn het kind te leeren, dat niet zijn wil op permachtig is; men zal bij ons, in Holland zeker er kennen, dat bij de wijze, waarop de tucht moet aan geleerd worden, rekening dient gehouden te worden met dien vrijheidszin en met den kinderzin in het algemeen. In de kloosters hier schijnt men zulks niet te verstaan en, zoo gebeairde het dan ook in, het kloos- ster Zum guten Hirten, dat den 20sten Januari 11. een tiental meisjes in opstand kwamen, weigerden te werken, in een cel gingen en toe» ze daarin wer den opgesloten, de deur vernielden en ettelijke rui ten ingooiden. Voor de jeugd-rechtbank gebracht, werden de meisjes tot straffen van 1 dag tot 4 weken gevan genis veroordeeld. Dezer dagen kwam de zaak in hooger beroep ten tweede male voor en het bleek nu noc •duidelijker hoe ondeugdelijk hel kloostersysteem is. De groote klacht der meisjes, de spil, waaróm de heele beweging draait, is deze: de meisjes kunnen het kloosterleven niet ver dragen. In brieven aan den rechter en mondeling steedis dezelfde klachtIk kón niet i Ik ben niet voor het kloosterleven geschapen J Wat dil bet eekent begrijpen we als we een dag-pro gram inzien: 5 uur opstaan, daarbij voorgeschreven gebed; 67 uur kerk. half 8 morgengebed; 8 uur weer gebed, 10 uur gebed met zang; kwart over 10 gewetensonderzoek; 11 uur middageten, voorafgegaan en gevolgd door ge bed; 12 uur gebed „Engel des Heeren"; 1 uur uur- gebed, half 2 „Heilige Geest met zang'; 2 uur gebed en geestelijke voorlezing; 3 uur gebed voor de „Vor- gesetzten"; half 4 „Gegroet zijt Gij. Maria'r; 4 uur uurgebed; 5 uur Jiddienst; 6 uur uurgebed; half 7 avond eten niet gebed, daarlusschen moet door de kinderen hard gewerkt worden. Dit eeuwige bidden bracht de kinderen tot vertwij feling, hoewel ze overigens door de nonnen goed behan deld werden. Mejuffrouw Goudslikker, die deze feiten aanvoerde, wees er in haar pleidooi op, dat xle bedoeling|toch was op te voeden, niet te straffen, en dat op'deze Wijze zeker geen bruikbare leden der maatschappij gevormd worden; dat er eindelijk eens staatsinstituten moeten komen waar deze kleine wilden der samenleving1 niet gekweld worden met gedwongen vroomdoenerijmaar waar ze nuttige, samenhangende arbeid krijgen en waar hun ook vrije tijd wordt toegestaan. Bovendien betoogde plcilsler terecht, dat de straf niet in evenredigheid slaat tol het misdrijf, dat zoo'n gevangenisstraf van 4 weken zeker geen middel is, de jeugdige misdadigs Iers te ver beteren. De feiten spreken hier, daar kort voor Paschei weer oen dergelijke opstand voorkwam, waarvan de hoofdaanstookstcr zelfs tot 6 maanden gevangenisstraf werd veroordeeld. Plcïtster bereikte tenslotte ,dat de straffen, ondanks tegenwerking van den staatsanwalt, tol op de helft werden verminderd. Mejuffrouw Goudstikker deelde mij neg nader me lde, dat zij nu voor het eerst, doch niet voor het laatst, jdc aandacht heeft gevestigd op een systeem, dat uiteraard •niet deugen kan. Zij is begrijpelijkerwijze zeer slecht over de kloosteropvoeding' tc spreken, die dan ook bewezen heeft ongeveer het tegendeel té béréikén van wat als doel moet verondersteld worden. Zoo vertelde zij mij, dat bij een enquête te Straatsburg bleek, dat 80 p.Ct. van de prostituees aldaar vroeger in een dergelijk klooster, als „Zwangszögling", geweest waren. Ook is het niet alléén liefdadigheid van de nonnen, dat ze deze meisjes opnemen; de meisjes verdienen door hun werken, ruimschoots wat ze liet klooster kosten en meer. Met allerlei winkels en zaken staan die kloosters in handelsrelatie, en mej. Goudstikker wist. dat het Kloster des guten Hirtins tc Müncaiein o.a. aan één zaak in „Weiswaaren", manufacturen, per jaar voor 2000 Mark afzet. Het is te hopen» dat het werk van onze landgenoote, die dil principe ook cp andere wijze* zal aanvallen, moge leiden tol een betere verzorging der „misdadige" en ontuchtige jeugd. Tel. meer dan een voordeel. Iemand voerde het woord in een onthoudersvergade ring. r~ „Kijk zei hij, „ik zal zeggen hoe 't was. Ik lei m'n hand op m'n hoofd en daar was 'n erge. pijn. Toen lei ~k m'n hand op m'n lijf en daar was pr nog een. Ja, daar was heel veel pijn in mijn gansdie lichaam. Toen stak ik m'n hand in m'n zak, en daar gewekten geest in een minder somber licht zag. Zij hadden dezelfde herinneringen, maakten gemeen schappelijke plannen. Onder Ulla's gesprek klonken, Snaren die Vera niet kon doen trillen, nu ontsloten zich verborgen diepten in zijn zieleleven, waarvan zij het bestaan slechts kon vermoeden. Het jonge meisje was zoo stralend en opgewekt, alles in haar was verlangen en levensvreugde. En Waldemar kende haar schoonheid, hij had haar gouden lokken gezien, die hij nu liefkoozend streefde, een blik als 't ware op vangende met zijn herinnering uit die oogen, die zoo overmoedig rondkeken en hem toch hadden weten te boeien. Vera vergat haar rijkdom en alles wat zij daaraan had te danken; zij verlangde niet naar vreugde en genot, de plaats die zij hier had, zou haar steeds vol doende zijn geweest. Zoo dacht zij ten minste. En toch moest zij die inruimen. Tot nu toe had zij zoo hartelijk deelgenomen in alles wat Waldemar betrof, het laatste, het schoonste geluk, dat mocht hem niet ontbreken. Het dienstmeisje, door Vera's zorg en vrijgevigheid van een slordige deern in een fatsoenlijk en net meisje veranderd, bediende aan tafel en Vera ver scheen zoo nu en dan om te zien of alles in orde was. Ter eere van de gast was er meer werk van de tafel gemaakt dan ooit te voren en Ulla keek zeer verbaasd en vernietigend, toen Vera haar plaats aan tafel innam en het was slechts Waldemar die haar een vriendelijk en minzaam woord toesprak. Hij wijdde natuurlijk zijn onverdeelde aandacht aan zijn vciioofde en de barones, die door de aanwezigheid %an büa nog meer dan gewoonlijk haar waardigheid wensehle op te houden, sprak heden korter en beve lander wanneer zij een dienst verlangde, terwijl de gast zelve in het geheel geen woord tot haar richtte. Na het eten, toen de barones een weinig rustte, maakte Waldemar aan Ulla's arm een wandeling door den tuin en eerst nu werd het Vera duidelijk dat zij ■was nietsEn nu sedert ik de borrelflesch heb stuk geslagen en het glas erbij nu i.s er geen pijn moer in mijn hoofd. De pijn in mijn lichaam is iieelemjaal weg. Ik steek m'n hand in m'n zak en daar is een portcmonnaie mot geld. Is 'I nu wonder da 'k het met de geheelonthouding houd?" gemengd en geteld. Te Haarlem is een verkiezing geweest voor leden der Kamer van Arbeid voor het bloembollenbedrijf. Aan een der processen-verbaal van stemopneming wordt door het H. Dbld. het volgende antieend: „Onmiddellijk daarop wordt de stembus gesloten. De stembriefjes worden dooreengemengd cn geteld. Hun aantal bedraagt gcenc". Van dit en van dat. door haar kind. Uit het Pransch door h. d. h. I. Alle vrouwen stonden op den drempel harer wo ning, en lceken, met 'u minachtenden trek om den mond, toe. Nieuwsgierige kinderen kwamen aanloo- pen en beschouwden haar als 'n vreemd wezen De honden snuffelden aan haar kleed en gingen brommend terugAlleen de mannen schenen on verschillig en praatten met elkaar over allerlei din gen; alleen een hunner zei: „Kijk, daar heb je Jeanne ook!" De ondergaande zon kleurde den hemel rood en do frissche wind, die over de bloemen was heen ge waaid, bracht 'n aangename geur mede. Zij Jeanne, zooals men haar noemde was ruim twintig jaren oud. Zij zag er bleek uit; hare anders zoo fraaie lokken, hingen ongekamd over haar schouders. De ellende had haar wangen doen, inval len en „schandie" had haar heden het hoofd doen buigen en de oogen doen neerslaan. 'n Kleine cherubijn met schitterende oogen, roode gevulde wangen en fijn gekroesd haar, hing half aan haar kleed en liep zoo met haar mee, terwijl hij aan houdend omkeek; hij glimlachte tegen de afldere kin deren. die de tong tegen hem uitstaken. Het tweetal leverde een droevig schouwspel op, temidden der schoone natuur in het dorp. Zij sleepte zich met den kleine voort, alsof ze be vreesd was en bleef eindelijk voor het laatste huis in het dorp staan. Toen de kleine haar aan de deur zag kloppen, liep hij naar de kinderen, die hem en zijn moeder ge volgd waren. Eerst traden zij terug, maar toen hij steeds glimlachend nader kwam, bleven ze staan, en 'n oogenblik later speelden ze met hem. ii. Jeanne had de deur opengeduwd. Daarna was ze zacht naar binnen gegaan. Er was 'n grijze man binnen gekomen, en voor haar achteruit gaande, vroeg hij ruw: „Wat moet jij hier?" Jeanne had de kruk van de deur gegrepen om niet te vallen. Maak, dat je weg komt. bedelaarster! Slet! Mijn huis uit! Bezoedel het niet! Vader! smeekte Jeanne. Pak je weg! Voort! Maar de arme jonge vrouw was naar de tafel ge- loopen en had het hoofd ter neer gebogen, terwijl ze 'n paar tranen wegveegde, die haar over de wan gen rolden. Zoo had ze daar gestaan, half gebukt, vast besloten zich liever met geweld te laten weg jagen, dan goedschiks heen te gaan. Wat?! Vader?! Ik?!zoo had hij uitgeroe pen, en 'n bedelaarster zooals jij mijn dochter?! Ik heb 'n kind gehad,... mijn overleden vrouw aan bad het. Het was 'n goed en mooi meisje, voor wie wij ons leven hadden willen geven... Dag en nacht diend. veel verdiend, om haar alles te laten leeren. hebben we gezwoegd voor haar... We hebben ver- Armoede hebben we voor haar geleden. Toen we haar eerlijk als vader en moeder hadden opgevoed, hebben we alles gedaan om haar 'n huwelijksgift mee te geven voor den echtgenoot, dien we voor haar bestemd hadden. We hadden ons doel bereikt, ...en toen we den dag voor het huwelijk des avonds van ons werk terug kwamen,... toen... o!toen moesten we vernemen, dat ze was heengegaan met...! In 't heele dorp heeft ze den spot gedreven met haar vader en moeder, die zich voor haar doodge- werkt hadden! Er volgde 'n bange stilte, slechts afgebroken door het bange snikken van Jeanne, en door de vroolijke stemmen der kinderen, die speelden op de straat. De oude man ging voort: Door haar bittere bedroefdheid, door uren en uren rond te zwerven door weer en wind, om te zien qf haar dochter niet terug kwam, is die moe der ziek geworden,is ze gaan hoesten,is ze bedlegerig geworden, gaan kwijnen,heeft ze gewild, dat men haar het mutsje geven zou, dat ze met haar eigen handen gebreid had voor haar lie veling, die haar Vader!... Vader!... Genade! In dfenzelfden tijd leidde die dochter 'n schan delijk leven te Parijs! De Parijzenaars, die bij ons kwamen, zeiden: ,Ik heb uw dochter gezien in het Bois de Boulogne of in het Bois de Vincennes. Ik heb geen dochter!antwoordde ik dan O zeker, vader Couteaud, zeiden ze dan. Uw kleine Jeanne! En ze ziet er goed uit!... Dan riep ik uit: Den eerste, die het waagt mij weer van haar te spreken, verpletter ik het hoofd met mijn bijl!... Ik heb mij bijna niet meer buiten mijn huis durven vertoonen... Ik verbeeldde mij, dat ik werd uitge lachen als de menschen mij zagen. Ik heb niet meer te Parijs durven komen uit vrees, dat de vrouw, die men op straat met den vinger zou aanwijzen, mijn dochter wezen zou!... Maar waar spreek ik van?! Heb ik dan 'n dochter?! Mijn huis uit, bedelaarster! Mijn huis uit!... Onmiddellijk! Vader! Heb medelijden! Heb medelijden! een minnend paar waren, Een paar maal, toen zij stil stonden, legde Ulla haar hoofd vertrouwelijk op Waldemars schouders en streelde hij haar liefkoo zend het prachtige haar of kuste haar op het blanke voorhoofd. Een eigenaardige smart doortintelde Vera toen zij dit alles zag. Plotseling gevoelde zij met een ontzet tende duidelijkheid, dat zij 'geheel alleen op aarde stond, dat slechts haar vrijwillige dienstbaarheid haar een voorbijgaand recht gaf op een tehuis en zij wend de zich af als had zij een misdrijf gedaan door ge tuige te zijn van Ulla's geluk. Maar het beeld der kleine scène, die zij had bespied, vervolgde haar overal en te midden van haar drukte stond zij droo- merig in gedachten verzonken. Een plotselinge moe deloosheid overviel haar, een zwakheid, zooals zij nog nooit on dervonden had; een innig verlangen naar een plaats waar zij liefde zou vinden. Maar waarheen waarheen? Zij schrikte op door de bel van de barones, dit was het teeken dat deze haar middagslaapje uit had. De scherpe, en ongeduldige terechtwijzing, dat zij haar had vergeten te wekken, verdroeg Vera zwij gend. Men gebruikte de thee onder den kastanjeboom en nu Ulla aan Waldemars zijde zat, op dezelfde plaats waar Vera Waldemar het eerst had gezien, viel het haar scherp op, welk een groot verschil met toen. Het was niet alleen alsof zijn geest meer vatbaar was voor frissche gevoelens, maar ook zijn gestalte leek grooter, zijn stem klonk helderder en krachtiger, en elk zijner bewegingen waren krachtiger en elasti scher. Vera vergat in haar naijver dat deze veran dering zich langzaam had ontwikkeld van dag tot dag, evenals licht en regen een halfverwelkte bloem weer leven en frischheid kunnen teruggeven. Eerst nu bemerkte zij de verandering, want tot dusverre had zij nooit een vergelijking gemaakt en zij schreef dat alles toe aan het bijzijn van Ulla, aan de liefde van Waldemar voor zijn verloofde. Toen het theeuur Medelijden! Met jou?! Ga weg! En de man greep Jeanne bij den arm, om haar! de deur uit te werpen; maai* de ongelukkige klemde zich aan de tafel vast. Genade, vader! Genade! Het huis uit! Er uit! III. De worsteling düurde voort. Eensklaps kwam de kleine, geheel rood, de oogem uit het hoofd en met zweet op 't aangezicht het ver trek binnen stormen Hij had de kreten zijner moeder gehoord. Met zijn kleine handjes streek hij zich de verwar de haren uit de oogen, en zeide stout tegen dea grijzen man: Waarom doet ge mijn moeder schreien? Is u dan, mijn grootvader njet? De jongens zeggen 't toch! Toen liet vader Conteaud Jeanne los en keek ver ward en stom den kleinen knaap aan. Hij kon zichl geen rekenschap meer geven van het gevoel, dat hem overweldigde. Hij wilde spreken, maar hij stot terde... Zijn oogen vulden zich met tranen,en om ze te verbergen omhelsde hij kind en moeder. Noot van den vertaler: Het meisje in bo-j venstaande novelle was ongetwijfeld 'n dwaas meisje; j maar die vader was ongetwijfeld, even dwaas. Is dat de manier om 'n begane fout goed te maken? Ge- lukkig dat er verstandiger en wijzere vaders zijn, die geen echtgenoot voor hun dochter „bestemmen" en, haar daardoor dwingen 'n dwaasheid te doen. Ik vind i het 'n prul van 'n novelle, eigenlijk de moeite van 't vertalen niet waard;; maar als spiegel kan ze. haar groote nut hebben, en daarom vertaalde ik haar. H. d. H. jantjes vader. Meester: Hoe heet je vader, Jan? Jan: Van voren Jan en van achteren Jansen. 'n felicitatie waard. Luitenant: Mag ik u om de hand van uw dochter Helena verzoeken, en mevrouw cn u tegelijk van harte geluk wenschen met haar engagement? school voor dieven. De schrijver van Oliver Twist zou verrukt zijn, als hij had kuunnen tegenwoordig zijn bij de ontdek king te Berlijn van een school voor dieven, in een kelder in de kleine Markurstrasse. De politie ontdekte daar een school waar arme weezen stelselmatig op stelen werden afgericht. Zü moesten voor de lessen 3 mark daags betalen, en maakten dan vier klassen door: Eerst gemakkelijk werk op markten en kermissen, dan diefstal in wa renhuizen, daarna zakkenrollen en ten slotte hotel diefstal. De buit mochten zij houden na aftrekking van 10 pet. voor den onderwijzer, Arthur Senig. d© „professor" werd dezer dagen gearresteerd en mea hoopt dat zijn college de eerste jaren gesloten zal blijven- Bekendmakingen. G E M F. E T K C H A E K- MAKKTPOLITDE. Burgemeester en Wethouders der gemeente Scha- gen brengen ter algemeene kennis, dat op Woensdag den 2 4 Mei a.s. geene rijtuigen op het Noord en op het Marktplein mogen worden geplaatst, dan alleen gedurende den tijd van op- of afladen bestemd, ter- Wijl het uit- en inspannen van paarden aldaar niet I ■zal mogen geschieden. Overtreding zal gestraft worden met eene geld boete van ten hoogste f 25 of hechtenis van ten hoogste 6 dagen. Schagen, den 9 Mei 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN. De Secretaris, ROGGEVEEN. MARKTEN. Burgemeester en Wethouders der gemeente Scha gen brengen ter algemeene kennis, dat wegens het invallen van den Hemelvaartsdag, op 25 Mei a.s. de gewone Donderdagsche markt aldaar in die week zal worden gehouden op Woensdag 24 Mei a.s. en dat de alsdan gehouden wordende kaasmarkt op den gewonen tijd zal aanvangen. liet wegen op de waag van andere goederen dan kaas zal op genoemden datum, 24 Mei, niet langer kunnen plaats hebben dan tot des voormiddags elf uur. Schagen, den 9 Mei 1911. Buigemeester en Weihouders voornoemd. De. Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN. De Secretaris, ROGGEVEEN. OPRUIMING MESTVAALTEN. Burgemeester en Wethouders der gemeente Scha gen; Gezien de artikelen 108 en 109 der algemeene po litieverordening voor die gemeente; Brengen ter algemeene kennis, dat in het belang der openbare gezondheid alle verzamelingen van af val, vuilnis, mest of dergelijke stoffen zich bevin dende op de erven of andere plaatsen in de kom der gemeente moeten zijn opgeruimd voor 3 Juni a.s. Op behoorlijk afgedekte mestvaalten, zich bevin dende op erven bij boerderijen is deze bepaling niet van toepassing. Nalatigheid met betrekking tot het vorenstaande is strafbaar met een geldboete van ten hoogste f 25 of hechtenis van ten hoogste 6 dagen, Schagen, den 9 Mei 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN. De Secretaris. ROGGEVEEN. voorbij was veroorloofde de oude barones zich voor de eerste maal sedert haar verbanning, een rijtoer te maken. Het dorpje dat nog nooit de weelde had gekend, was eensklaps in het bezit gekomen van een landauer. Hij was den kastelein aangeboden ge worden voor een koopje. Geen der beide dames dacht er aan Vera mee te vragen, alleen Waldemar vergat dat niet. Zijn scherp oor miste spoedig haar lichten tred. Hij keerde zich om en riep haar. ,,U gaat toch ook mee?" vroeg hij, toen Vera dade lijk bij hem zijkwam. Een uitdagende blik van Ulla trof Vera en eer deze een antwoord had kunnen geven, riep Ulla: „Wat ben je toch bezorgd voor ons, beste Waldemar. Wij zijn niet zoo verwend als je wel denkt. Op zulk een kort ritje hebben wij geen hulp noodig, ik zou gaarne zien, dat mijn koffers eindelijk eens werden uitgepakt." Het deed Vera niet bitter, doch smartelijk aan. Zij zag duidelijk, dat Ulla niet wenschte, dat zij iets al was het nog zoo weinig voor Waldemar, zou zijn. De onbestemde beelden eener verzoening door Ulla's tusschenkomst, vervlogen in rook. „Ik dank u wel voor uw vriendelijkheid, baron," zeide Vera, „maar zelfs wanneer mijn bezigheden mij niet terughielden, zou ik u verzoeken mij thuis te laten. Ik zal zorg dragen, dat de opdracht der freule stipt uitgevoerd wordt." ,Gij zult het toch zeker zelf doen?" vroeg Ulla op een toon die een bevel geleek. ,Ik zal er het opzicht over houden," zeide het meisje rustig. Evenals altijd, wanneer hij zich over iets ergerde, fronste Waldemar de wenkbrauwen.». Hij reikte Vera haastig de hand en volgde de dames toen zwijgeud in het. rijtuig. Vera keek het rijtuig weemoedig na. Als een zege toeken wapperde de witte sluier van Uk. 's iio;d bo ven het rijtuig. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 6