Ve
r a.
Woensdag 31 Mei 1911.
SCIAGEÏ
ilttitti Willis-
55ste Jaargang. No. 492S.
COURANT.
Mitrlimit- LuilniMil
Dit nummer bestaat uit 1 blad.
Yereenigingvan Oud-Leerlingen
DER
Rijkslandbouwwinterschool
te SCHAGEN.
Twintigste algemeene vergadering op heden. Woensdag
31 Mei 1911. des morgens 9 uur in Cérès alhier.
De voorzitter, de heer P. Jz. Eriks, opent de ver
gadering, hij roept de aanwezigen een hartelijk welkom
toe en wijst op het bijzondere van dezen dag. het
l2Va-jarig bestaan der vareeniging. Het bestuur had
gemeend dezen dag meer geschiedkundig dan feeste
lijk te moeten berdenken. Spr. hoopt evenwel, dat de
geest der vergaderden anders zal zijn dan gewoonlijk.
Een welvoorziene agenda wijst er evenwel op, dat het
ook een arbeidsdag zal zijn. welke arbeid, zoo hij
hoopt, in het belang zal zijn van de vereeniging in
het bijzonder en den landbouw in 't algemeen.
Onzen landbouw, zegt spr., gaat het goed, 1910 was
een gunstig jaar. 1911 belooft veel, alleen dreigt schade
door het mond- en klauwzeer, welke schade, zoo hoopt
hij. zoo gering mogelijk zal zijn.
Spr. brengt de regeering hulde voor haar pogen om
het mond- en klauwzeer te bestrijden en al mag rij
deze ziekte niet hebben kunnen weren, toch is de
ziekte wel een maand verschoven, wat de schade be
paald geringer doet zijn.
Na een oogenblik pauze brengt voorzitter in herinne
ring het overlijden van den heer G. Maters en wijdt
eenige waardeerende woorden aan rijn werken als lid.
bestuurslid en penningmeester, waarvoor hij den over
ledene een woord van weemoedige» dank brengt. Een
brie! van rouwbeklag zal aan de familie worden gezon
den.
Hierna leest de heer P. Hopman de zeer uitvoerige
en keurig gestelde notulen, die onder applaus worden
goedgekeurd.
Wordt meegedeeld, dat van de 13 nieuwgeslaagdö
leerlingen er 8 tot de vereeniging rijn toegetreden;
2 leden hadden bedankt.
Van de Landbouwboekhouding 2e druk', rijn in het
afgeloopen jaar 64 ex. verkocht. Van de brochure: „uit
betaling gehalte". 3e druk, rijn geplaatst 183 ex.
In de commissie voer voortteling der zaaigranen,
rijn benoemd de hèeren P. Kistemaker. V. Kaan Kz.,
Blaauboer. en als plaatsvervanger de heer H. S. Eriks,
als adviseur de heer D. Gier.
In de commissie voor de vragenlijsten, veeteelt-con
sulent. /rijn benoemd de heeren A. D. Groneman, H.
S. Eriks, G. Nobel, Jb. Jimmink' Hz., J. Zijp Jz.
Do ingekomen stukken geven geen aanleiding tot
discussie.
Door den voorzitter, den heer P. Jz. Eriks, wordt
vervolgens een overzicht gegeven van de werkzaam
heden der vereeniging in het tijdvak December 1898
Juni 1911. 12Va jaar.
Spr. begint met te conslateeren. dat de vereeniging
met eere haar plaats inneemt in de rij der- corporaties,
welke zich de bevordering van den landbouw ten doel
stollen. Kunnen echter andere vereenigingen door hare
manier van werken en andere samenstelling meestal ver
schillende zaken met name roemen, waaraan rij heb
ben meegewerkt, in het persoonlijk en finanliccl be
lang der leden, door den aard onzer vereeniging Is
dit hier in mindere mate het geval en moet worden
volstaan met te zeggen, dat zij in de eerste plaats door
woord en geschrift bevordeilijk is geweest aan de ont
wikkeling der leden in alsem eenen zin en daarna ten
tweede aan hun persoonlijke belangen. De 'daarmee
verkregen resultaten rijn dikwijls niet tastbaar, niet
recht te omschrijven, doch wie onzer zou in twijfel
willen trekken dat de juistheiel der bewering, die zoo
moeilijk op te sommen voordeelen werkelijk beslaan 1'
Wat snr. hier aanvoert bewijst hij met de opsomming
van tal van onderwerpen die oi> de algemeene verga
deringen zijn besproken en behandeld. Van tal van
inleidingen worden de titels genoemd, die zoowel de
Veehouderii. Land- en Akkerbouw. Zuivelbereiding als
verschillende diversen betreffen. Een dertigtal onder
werpen worden genoemd als de voornaamste punten
die behandeld rijn.
Niet minder belangrijk wordt de verspreiding van
verschillende brochures genoemd, terwijl ook het houden
Feuilleton.
van exoursiën de' leden ontwikkelde.
Met genoegen wordt nog teruggedacht aan de toch
ten ni.aar West-Pannerden en Apeldoorn, Delft, West- j
land en Rotterdam. Groningen, Noordbrabant en Zee- l
land, Rollecate, Lonneker en de IJsselslreek, Fries
land enz. Ook de uitstapjes binnen de provincie brach- 1
ten groot nut. j
Voor enkele zustervereenigingen werden excursiën
voorbereid.
Verder bevorderde de vereeniging voorals het land
bouwonderwijs, en inleider kon bij dat punt tevens
niet nlalalen met blijdschap te constateeren het vele
nut dat het onderwijs op de Rijkslandbouwwinterschool
te Scliagen opgedaan, den leerlingen in de omgeving j
heeft geschonken. De daar opgedane kennis is tot
steun geweest in den tijd na het eindexamen en zal
ons steeds .zegt spr. en dan wel steeds meer tot steun
blijven, t Is, geloof ik, goed, dat eens in berinne- j
ring te brengen, want boe gaat het dikwijls r 't Is i
met kennis als met gezondheid en zoovele andere za
ken: liet bezit er van wordt vaak niet voldoende ge
waardeerd, omdat men er te weinig aan denkt, men
is er aan gewoon geraakt.
Laten wij er voor zorgen, dat dit niet van ons gezegd
kan worden. Wij'rijn verplicht dankbaar te rijn allen, die
ons in staat hebben gesteld die kennis op te doen en
Directeur en Leraren voor de uitstekende wijze waar
op zij ons het onderwijs .gegeven hebben.
I Maar naast die dankbaarheid past een plicht én als
oudleerling én als lid dezer vereeniging om een' ieder
j te toonen door woord en daad. dat het volgen der
lessen aan de Rijkslandbouwwinterschool van groot nut
is geweest, dal wij niet zijn geworden z.g.n. geleerde j
boeren, maar mannen met een goeden practischcn kijk i
op de zaken. Dan, maar ook e erst dén, werken j
1 wij mede om uit te roeien het nog steeds bestaande
vooroordeel tegen landbouwonderwijs en alzoó tevens
1 om do klassen van de R.L.W.S. flink te bevolken.
1 De heer Eriks noemt als een der belangrijke zaken
der vereeniging de uitgave ecner Landbouwboekhou
ding en de verspreiding der brochure: „uitbetaling naar
gehalte aan kaasfabrieken."
Hij wijst vervolgens op de oprichting van den Al-
gemeenen Bond, en de uitgave van het jaarboekje daar
van; op het instellen van een onderzoek inlichtingsdienst
voor het omwisselen van boerenzoons. Daarna wordt
in herinnering gebracht de instelling van het Station
voor Melkonderzoek. Tor illustratie van de werkzaam
heid van dit Station wordt meegedeeld, dat in de le
maand werden aangeboden 22 monsters melk en in
de laatste maand ongeveer 1100. in het eerste boek-
jaar 1515, in hel laatste pl.m. 7000.
j Vervolgens brengt spr. een woord van hulde aan
de volgende oprichters der vereeniging, de heerenC.
j Best, J. Best Nz., K. Eriks Jz., A. D. Groneman,
K. Kater, J, C. Mateis en J. Schoorl Cz. 1
1 Een hartelijk applaus beloonde dit overzicht.
I De heer G. Nobel brengt den heer Eriks hartelijk
dank voor rijn werk dat Ixij heeft gehad in de samen-
stelling van zijn overzicht en stelt voor, dat dit zal
worden geplaatst in liet jaarboek, zeker als hij is. dat
dit zat bijdragen tot het bevorderen van den bloei
der organisatie.
I Uit het verslag van het Station voor Melkonder-
zoek over 1910. door den heer J. Buis Jz. uitgebracht,
declen wij mee, dat het afgeloopen jaar zeer gunslig is
geweest. Er werden ter onderzoek aangeboden 6772
i monsters, waarvan 6700 volledig. Het hoogste gevon-
den vetgehalte was 7 p.Ct., het laagste 1,75 p.Ct. Voor
het S.G. waren deze cijfers 1.0361 en 1,0278.
j De rekening sluit met een ontvangst van f 750.18,
uitgaaf f 727.93, een voordeelig saldo van f 22.25.
Wordt meegedeeld dat het z.g.n. dubbel monster-
nemen goede resultaten gaf.
l De rekening, waarvan hierboven reeds de cijfers,
werd eveneens goedgekeurd.
Wordt vervolgd.
MOND- EN KLAUWZEER.
I Sedert Zaterdag jl. is mond- en klauwzeer in onze
gemeente uitgebroken bij de Erven Grootes, P. Pos-
ker, P. Vries, J. Bood, A. Doorn en M. Stammes.
TER PROCESSIE.
I Met den processietrein naar Heilo vertrokken he
den van het station alhier 66 bedevaartgangers.
SCHAGER KERMIS.
Blijkens een in dit nummer voorkomende advertentie,
zal met Schager kermis in het Noordhollandsch Koffie
huis van den heer J. Vader Az. optreden op Dinsdag
en Woensdagavond het gunstig bekende tooneclgezel-
schap van Sol Kinsbergen. Opgevoerd zal worden het
lachsucces: De Big van het 168ste en het beroemde
toonet lspelDe Onbekende Vrouw. Woensdagmiddag
zal in een matinee voor kinderen gegeven worden
Roodkapje.
Vrijdag, Zaterdag en Zondag zal optreden het operette-
gezelschap van Janmart, dat hier steeds zooveel suc
ces heeft behaald. Vrijdag: De kuische Suzanna, Za
terdag: De gescheiden vrouw. Zondag: De Graaf van
Luxemburg.
De heer Vader heeft, blijkens bovenstaande, alles
aangewend om amusement met kermis te brengen. Hij
zal bovendien door het stellen van verschillend entrée,
deze voorstellingen voor allen bereikbaar maken.
EEN JUBILEUM. f
Vrijdag 2 Juni a.s. hoopt vrouw Molenaar op de
Laan haar 70sten verjaardag te vieren, en tevens den
dag. dat rij gedurende 35 jaar Schagens kleedennaaister
is. We gunnen het nijvere oudje een prettigen dag.
Binnenlandsch Nieuws.
18.
„Dat moest ge niet doen, Waldemar," meende me
vrouw Von Zahringen, „ge windt u zeiven en ook
mij te veel op door deze klanken, die zulk een ver
schrikkelijk contrast opleveren met onze ellende en
ons de vroegere dagen van vreugde in het geheugen
roepen, dagen die toch nooit zullen wederkeeren. Het
is een ongeluk, dat ge nooit de rechte snaren weet
te treffen met uw muziek!! Het zijn óf allertreu
rigste wijzen, die mij zoo somber stemmen, wilde
wanklanken, die mijn zenuwen smartelijk aandoeu,
óf gij speelt melodieën, wier klank en maat de pijn
lijkste herinnering aan een verloren paradijs in mij
opwekken!
„Ik hoop toch niet, dat ge daarmee de balzaal be
doelt, mama," antwoordde hij, vroolijk spottend, „ik
verzeker u plechtig, dat ik aan dat paradijs nooit
gedacht heb."
,,Maar waaraan dan, wanneer ge toch een wals
eomponeert?"
„Aan juffrouw Vera, ik dacht er aan of zij vroeger
dat "kinderlijk genot wel gesmaakt heeft, of zij wel
ooit gedanst heeft, en terwijl ik daarover nadacht,
ontstonu aeze melodie vanzelf."
In zijne woorden lag een soort van uitnoodiging
om te antwoorden, en Vera gaf hieraan gehoor en
zeide: „eenmaal in mijn leven heb ik gedanst."
„Slechts éénmaal! en deed u dat toen genoegen?"
vroeg hij, met de eene hand de zachte melodie door
spelend, terwijl hij het hoofd wendde naar de zijde
vanwaar haar stem klonk.
Het schoone gelaat van het meisje was plotseling
met een donkeren blos bedekt.
„Genoegen," antwoordde zij op een eigenaar digen
toon. „Genoegen is 't eigenlijke woord niet, waar
mee ik het gevoelen van dien dag kan beschrijven.
De herinnering daaraan is mij nog steeds bijgeble
ven en nog lang, lang daarna was het een gebeur
tenis waarop lk met kinderlijk genot terugzag."
Zijn spel hield op, doch rijn hand bleef op de
toetsen rusten. „Kon die dag zulk een levendigen in
druk bij u achterlaten?" vroeg hij met belangstel
ling.
„Ja," antwoordde zij ontroerd; „toen scheen het
mij toe als een verwezenlijkt sprookje, heden als de
openbaring van een goed hart, dat deelneming ge
voelde voor een ongelukkig kind. Want ik was toen
nog een kind, baron, een verlaten, ongelukkig kind,
dat het geluk van slechts uit de verte kende. Jk
was vroeg wees geworden, en, ging als een voorwerp
der barmhartigheid, van de eene hand in de andere
over. De mensehen die mij huisvesting gaven deden
daarmede, reeds meer dan zij verplicht waren te
doen en liefde en vreugde behoefde men mij dus
niet te. schenken.
„Zoo groeide ik eenzaam op, zonder speelmakker,
zelfs zonder een hond of kat lief te hebben, en toch
gevoelde mijn hart zulk een verlangen n,aar kinder
spelen,' en kindergeluk.
„Eindelijk kwam dit tot mij. Ik ging, met mijn be
schermer naar een kleine badplaats waar veel jonge
vroolijke kinderen waren, die ik steeds van verre
bewonderde en toen er op zekeren dag een groot
kinderfeest zou plaats hebben, sloot men mij daar niet
van buiten. Ik zou tevergeefs trachten u de opge
wondenheid te beschrijven, waarin ik verkeerde, den
trots, toen ik voor het eerste en eenige feest mijns
levens aangekleed werd, en daarbij den heimelijken
angst of die schoone vroolijke kinderen zich wel met
mij zouden willen bemoeien."
Waldemar luisterde met' gespannen, aandacht; hij
was opgestaan en naderde langzaam de plaats waar
zij zat, maar hij viel haar verhaal met geen enkel
woord in de rede.
1 „Mijn vrees was niet ongegrond," ging zij voort,
„ik was zoo alleen opgegroeid tot een bang en ver
legen kind, zonder eenige bekoorlijkheid. In plaats
van de vreugde te genieten, waarnaar ik zoo vurig
verlangd had, oogstte ik spot en onverschilligheid.
Bij het spel was ik onhandig, ik viel gedurig en
nam eindelijk op een stoel plaats; toen men mij later
riep, mij weder bij de anderen te voegen
„Was het uw lange, breede sjerp, die u vasthield,"
viel Waldemar, die zich niet langer bedwingen kon,
haar in de rede, „en toen men, u bevrijdde en u
wat moed ingesproken had, werdt gij schoon en vroo-
St. Maartensbrug.
De voordracht voor onderwijzer aan de O. L. school
alhier is als volgt samengesteld uit de heeren: Speels
te Benningbroek. Hoogbruin te IJmuiden èn Kiljan
te Helder.
openbare zangles te wierixgerwaard
Men schrijft ons:
Met veel genoegen heb ik Zondagavond, in de
zaal van mej. de wed. Boon, geluisterd naar de zang
nummers. ten beste gegeven door de leerlingen der
zangschool, en ik hoop te mogen zeggen, dat alle aan
wezigen genoten van de mooie melodieën, ten gehoore
gebracht door nog zulke jonge kinderen.
De heer Stadt heeft alle eer van zijn kinderkoortje,
en het is jammer, dat het denkelijk de laatste Open
bare Les is, waarbij de heer Stadt als zangonderwij
zer optreedt. De manier, waarop de kleintjes zingen,
de du'delijkbeid, waarmede zij de woorden uitspreken,
de wijze van voordragen, de verkregen harmonie,
dit alles toont ons, in welke goede handen de leiding
berust Ik bewonder de macht, dit uitgaat van den
maatstok van „Meester". Onverwijld zijn de blikken
d^r kinderen er op gericht; vandaar die gelijkheid en
zuiverheid van tempo.
Met „Zingen" van Nicolaï en „Vleugelen" van Viot-
ta werd de les ingeleid. Een woord van hulde aan
hVt publiek, dat ook zonder tooneelschel, terstond
muisstil zat te luisteren.
Daarna hoorden we het vroolijke „Zomervacantie"
van Federich, wat we mogen noemen, een echt lied
voor de kinderen, waarin ze boeken en schooltas-
schen in een hoek gooien, om te genieten van do
heerlijke zomervacantie.
Nu volgde bet neusje van den zalm: ,,t' Samen-
spraeck" van C. van Rennes. Wat klonk dat plech
tig. Vooral de solo, gezongen door een viertal kin
deren. Welk een effect werd bereikt in de woorden:
„Dat ik U liefde leere." En wat was de orgelbege
leiding van mej. Stadt heerlijk zacht en in reine har
monie met het zangstuk! Dat het door allen.schoon
gevonden werd. bewees het verzoek, om de cantate
tevens als slotnummer op het programma te plaat
sen.
Na een kleine pauze gaven de kinderen „De red
dingboot", „Avondlied", „Janmaat" en „Loreley ten
beste, werkelijk heerlijke wijsj.es, die duidelijk wer
den gezongen en met gevoel voorgedragen. Hier volg
de weer eeu kleine pauze.
Daarna luisterden we naar de opgewekte tonen van
„Speellied", gevolgd door een keurig liedje „Naar de
ruste" van Nageli. Hoe werd dit met gevoel gezon
gen! Ook de kleinen gevoelden klaarblijkelijk den
weemoed, waarmee de grijsaard, waarmee zich eens
alles „naar de ruste" begeeft.
De eenigszius gedrukte stemming werd weggeno
men door „Dansdeuntje" van Van Milligen, een vlug
en vroolijk liedje, dat ook los en opgewekt werd ge
zongen. De les eindigde met „t* Samenspraeek", dat
ook voor de tweede maal heerlijk gevonden werd
en nogmaals een luid applaus verdiende.
Jammer, jammer, als de kinderen spoedig hunnen
lijk, ten laatste zelfs de koningin van het kleine
feest.
„Was het niet zoo?"- ging hij met vroolijke belang
stelling voort.
„O, ik zie het schuwe meisje nog voor mij, dat
voor eenige uren, een koningin mijn koningin
werd. Ik was zoo trotsch haar redder en bescher
mer te kunnen zijn wie had toen gedacht, dat
ik ooit zoo veel hulpeloozer voor u zou staan, dan
gij voor Thüj
„Gij moogt niet zoo treurig denken," zeide zij
bezorgd. ik zou anders berouw hebben, dat ik die
herinnering aan die kleine episode bij u opgewekt
had."
„Neen, neen," zeide hij met vuur, „doe dat niet,
ik ben blijde eene gemeenschappelijke herinnering
met u te hebben, eene herinnering, die gij een ge
lukkige noemt. Maar waarom zegt ge dat alles eerst
nu wist ge niet dat ik uw beschermer was van
weleer?"
„O ja, baron, ik herkende u dadelijk, doch ik wil
de eerst tot de overtuiging komen, dat de herin
nering daaraan u niet onaangenaam was."
„Eu daarvoor hebt ge al dien tijd noodïg gehad?"
vroeg hij verwijtend. „Ik geloof dat ik erger men-
schenhater ben dan ik gedacht had. Maar vertel nu
verder, juffrouw Vera, toen, ik u in mijn bescher
ming had genomen, waart ge werkelijk gelukkig?"
„Gelukkig!" riep zij met stralende oogen. „Zoo
veilig en zeker, zoo genietend van spel en dans, zoo
zacht gestemd jegens alle kinderen, die mij in, hun
midden namen. De muziek en de lichten, de vroolijke,
mooi aangekleede menschen, het wilde spel waarbij
men niet dacht aan heden of morgen, waarbij men
alle leed vergat het werkte betooverend op mijn
kinderhart! Ware ik een koningin, een werkelijke
koningin geweest, ik had niet gelukkiger kunnen
zijn,!"
„Nu, en wat werd er van dit zoogenaamde sprook
je?" viel mevrouw Von. Zahringen haar in de rede
op een toon, die duidelijk bewees hoezeer zij zich
verveelde.
„Het verdween evenals een droom," antwoord
de het jonge meisje, min of meer treurig. „Weinige
dagen daarna vertrokken wij èn de vreugde, zooals
ik die toen gesmaakt héb, keerde nooit weer. Het
zoo werkzaroen en bekwamen directeur zullen moe
ten missen, want het zal wel moeite kosten, oen oven
ambitieus en gerespecteerd opvolger te vinden, aju
de heer P. Stadt.
Wlerlngerwaard.
Bleef bet onlangs gemelde geval van mond- en klauw
zeer alhier beperkt tot een varken, dat spoedig geslacht
is. thans is in een ander deel van onze gemeente dia
ziekte geconstateerd, en wel onder het rundvee van
den heer W. M.
gemeenteraad van winkel.
Openbare vergadering van den Raad der gemeente
Winkel, op Dinsdag 30 Mei 1911.
Tegenwoordig alle leden.
De voorzitter opent de vergadering en heet do
leden welkom, waarna de notulen der vorige vergade
ring worden gelezen, en onveranderd goedgekeurd.
In verband met het beslotene in de vorige verga
dering omtrent de bestemming van eigendommen, die
zonder eenig bewijs bij anderen in gebruik waren,
deelt de voorzitter mede, dat dit nu in orde is, de
noodige besluiten zijn door Gedeputeerde Staten goed
gekeurd. en vóór deze vergadering zijn de notarlëele
akten gepasseerd.
Door C. Witsmeer, wiens tegenwoordige woning
is onbewoonbaar verklaard, is verzocht de woning van
de gemeente in den Groetpolder te mogen betrek
ken. In dien geest was al eens gesproken en omdat
de zaak geen uitstel kon lijden, hebben Burgemees
ter en Wethouders hem vergund die woning te be
trekken tegen een huur van f 0.60 per week, welk
bedrag van zijn gewone bedeeling zal worden inge
houden.
B. en W. stellen voor, definitief te besluiten tot
onderhandsehe verhuring van genoemd perceel aan
C. Witsmeer. Aldus wordt besloten.
Ingekomen stukken.
1. Berichten van goedkeuring van Gedeputeerde Sta
ten: van het raadsbesluit tot verkoop van grond aan
Andries Smit; van het raadsbesluit tot uitgifte iu
erfpacht van grond aan K. Leijen Kz.; van het kohier
Hondenbelasting over 1911; van het kohier van den
Hoofdelijken Omslag over 1911.
2. Een mededeeling, dat de heer S. Over is be
noemd tot zetter in de plaats van den heer J. Tim
merman.
3. Een dankbetuiging van Winkel's Harmonie voor
het toegekende subsidie.
4. Een mededeeling van het voorloopig comité in
zake een Centrale Waterleiding in Westfriesland, dat
de kosten van het onderzoek der duinen te Schoorl
voor waterwinplaats, ad f 40.000, vermoedelijk door
het Rijk zullen worden gedragen.
Allei stukken voor kennisgeving aangenomen.
Aangeboden worden het gemeenteverslag over 1910,
het woningverslag over 1910, het verslag van de Ge
zondheidscommissie te Hoorn over 1910. Deze versla
gen zullen bij de leden circuleereu.
Door de commissie tot voorbereiding van een stich
ting eener Electrische Centrale voor Westfriesland is
een verzoek met uitvoerige toelichting ingezonden,
om zich in principe uit te spreken voor of tegen een
electrische centrale. Verzoek en toelichting worden
voorgelezen, benevens hetgeen op een op 5 Mei jl.
te Alkmaar gehouden' vergadering, waar deze ge
meente ook vertegenwoordigd was, is* besproken.
Over het zoo gunstig voorgestelde financiëele plan
wordt van gedachten gewisseld.
De heer Brcebaart informeert of er nu reeds be
kend is, of de Groetpolder b.v. er van zou kunnen
profiteereu voor licht en drijfkracht. Daarvan is ech
ter nog niets bekend.
In stemming gebracht verklaren alle leden zich in
bgeinsel voor aansluiting bij een electrische centrale.
Door de vrijwillige brandweer te Lutjewinkel is
verzocht om het subsidie te willen vernoogen en te
brengen van f 25 op f 50, omdat het thans ontvan
gen bedrag niet voldoende is tot dekking harer huis-
Ihondelijke kosten.
I<. en W. stellen voor op het verzoek gunstig te
b schikken. Aldus wordt besloten.
De heer Wit vraagt of de spuit van Lutjewinkel
nu reeds in orde is.
De voorzitter deelt mede, dat uit Lutjewinkel is
gevraagd de spuit door een deskundige te doen on
derzoeken, dit is niet gebeurd. Ter voorkoming van
kosten en omdat in de toekomst voor Winkel toch
wel een andere spuit, b.v. een motorspuit aangeschaft
Is het eenige feest mijns levens gebleven, het eenige
uur, dat ik waarlijk kind was."
„Ge moet dat niet zoo tragisch opnemen, Vera,"
zeide mevrouw Von Zahringen, berispend, terwijl haar
zoon aangedaan zweeg. „Het is de groote fout vau
de meeste menschen, dat zij gelooven allen dezelf
de aanspraken te hebben op het geluk. Heeft God in
zijn ondoorgrondelijke wijsheid geen rijken en armen,
zieken, en gezonden geschapen; heeft Hij zelf niet
de menschen verdeeld in hoogen en lagen, werklie
den en, renteniers? Welnu waarom zoudt ge dan
zuchten? U is eenmaal een plaats toegewezen onder
de minvermogenden het is niet goed om dan een
blik te werpen op verboden, goederen."
Het plotselinge opheffen van het hoofd kondigde
tüu naderenden storm van haar zoon aan, doch Vera
voorkwam dit door snel te zeggen: „Ik klaag ook
niet mevrouw de barones, ik zag met dankbaarheid
terug op die zonnige plek mijns levens."
I „Dat is verstandig. Gij zijt immers ook zonder die
zoogenaamde vreugde, goede wenscheh, en hoe men
j dit alles nog meer noemt, niet te gronde gegaan,
I maar gij zijt verstandig genoeg geweest om aan te
j grijpen wat voor een arm meisje van uw stand, en
dat geen vooruitzichten heeft, het passendste is: t
beroep der algemeene menschenliefde."
„Dit beroep, mevrouw de barones, heeft minder
met de omstandigheden van het leven dan wel met
de neiging daartoe te maken," antwoordde Vera
kalm.
„Zeker," zeide Waldemar opstaande, terwijl hij de
blond1 naar haar uitstrekte, „en het is een verlich
ting voor mij, juffrouw Vera, dat te kunnen geloo
ven, n,u gij aan elk offer het drukkende weet te ont
nemen, door de wijze waarop gij het brengt, kan ik
u tot vergelding zeggen, dat ik van niemand op de
geheel e wereld een dankbaarder offer aanneem dan
van u!"
„Ja, ja, Vera, ik ben eveneens zeer tevreden over
uw werk," voegde mevrouw Von Zahringen erbij,
,,maar breng mij nu. wat ik u bidden mag, naar mijn
kamer; deze kinderverhalen hebben mij vreeselijk
vermoeid."
Wordt vervolgd.
.1- -V Jj