Sul® Conrenl, iislerflascle Bram. Eenige der aanvangs- verschijnselen, Voor Dammers. Zaterdag I Juli 1911. 55e Jaargang. No. 4942. DERDE BLAD. KERKNIEUWS. Staat in de vrijheid en doe het juk der ovoiheev- sching van n. Paulus. se De mensch zij den menscli heilig. Do waarheid heelt; geen politie, geen krijgslisten oj vrijbrieven noodig, om den zege te behalen. Milten. Ware zelfkennis is kennis van God. Zend-Avesta. De taak der kerk is niet de menschen, in den hemel te brengen, maai- den hemel te brengen in de men schen. Emerson. XiAat anderen het met den priester" en den leviet honden, ik wil liever- het werk doen van den barni- bartigen Samaritaan. Yoltaire. „Wondt; ge; ook een Christen zij» voor mv g e- m a k?" „Een Stunrpèrd". De Génestet. n i -j— Alles groeit, ook de Kerk, of beter nog: ook Godsdienst Niet, dat ze zoo groot wordt of zich zoo uitbreidt; maar se zuivert zich, ze reinigt zich van lieverlede. Want groeien is niet altyd uitbreiding, vooral niet in geestelijke dingen, maar veeleer heiliging. Groeien uitbreiding naar buiten, kan gepaard gaan met verwording, maar zulk 'n groei is eer achteruitgang dan vóóruitgang. Nu is het iets treurig-merkwaardigs, dat zoo'n buitenkantsche groei heel dikwijls ik zou bijna zeggen: „gewoonlijk" met zulk 'n „verwording" gepaard gaat. Om dit met voorbeelden te bevestigen, souden we kunnen beginnen bij den mensch zelf, die op zyn allerbest is, d.w.z. in 't geheel nog niet slecht, als hij in de luiers ligt of als kleine kleuter rondscharrelt. Maar naarmate zijn kleertjes worden uitgelegd, en zijn schoentjes telkens 'n ietsje grooter vallen, wordt hij 'n stouterd, 'n brutaaltje, 'n deugniet. En als hy dan eindelijk 'n „mensch" geworden is, volgroeid, „volwas sen* zoo ze dat noemen, „'n mensch in de maatschappij", met handschoenen nummer negen of elf, als hy zyn eigen kleermaker heeft en zoogenaamd zijn eigen inzichten en overtuigingen; als hy dan lid is van ik weet niet welke colleges, en zyn eigen zaken drijft, zijn eigen vrMPnden kiest, zyn eigen oordeel velt, zyn eigen leven Dcawt, zyn eigen vrouw trouwt naar de waarachtigheid zijner eigen keuze, als hy dan honderd dingen doet, die ip 'n zelfstandig leven mogen geacht worden op hun plaats te zijn, als hy dan 'n „gezeten" man is, die geen tien anderen zouden kunnen omver loopen, op wien niets te zeggen valt, die 'n groot woord heeften „lakens" uitdeelt, dan Nu ja, dan stooten de buren elkander aan, en steken de „vrienden" de hoofden bij elkander, en het oordeel valt. Zulk 'n oordeel kan 'n „vonnis" wezen, en voorts kan zulk 'n vonnis zeer onrechtvaardig zyn; maar de mogelijkheid bestaat ook dat het „rechtvaardig" is, en dan Och, laten wy er maar niet te'veel van zeggenWe hebben allemaal wel wat op onzen kerfstok, allemaal wel iets gedaan, dat we nu maar liever niet hadden moeten doen, wat onze eerlijkheid geschaad heeft, ons hart niet wijzer gemaakt, ons leven misschien bezoedelt. Als we we dit inzien, eerlijk inzien, dan is 't nog zoo erg niet, en kunnen we allicht nog veel goedmaken, ofschoon de geheimzinnige gevolgen van 'n dwaze daad, de invretende gevolgen van 'n lasterwoord gevolgen, altijd erger voor den lasteraar dan voor den belasterde zyn nooit geheel te niet te doen. De munt, die we uitgaven, keert eens op onze eigen toonbank terug, en de beeldenaar mag wat uitgesleten zyn, hy is toch nog wel te her kennen. Ja, 'n oordeel kan 'n „vonnis" wezen, en 't is mogelijk, dat dit „rechtvaardig" is Maar dit hangt van onszelf af. Wanneer wy in alle oprechtheid gesproken en gehandeld Na eeuwen en eeuwen van uitwendigen zoogenaam- den bloei, van mirakel-gedoe en het vaststellen van allerlei leerstukken, die men aan moest nemen en zoo genaamd gelooven, om eenmaal da eeuwige zaligheid deelachtig te worden, na allerlei inquisitoriale gruwe lijkheden van „dwingt ze om in te gaan" en „slaat ze dood; God kent de Zyn en" na allerlei bombastisch gefilosopheer over Gods almacht en den vrijen wil des menschen, waaraan ieder heette to gelooven of niet te gelooven zonder er ooit over nage dacht te hebben, na allerlei politiek en vieB gescharrel, en zooveel mogelijk zieltjes te winnen voor het „Heilige Huisje", dat telkens weer anders in de verf gezet werd, maar waarbij het alleen te doen was, om door den toevloed der massa de macht in handen te krijgen, na het toepassen van honderd duizend kunstjes om die macht te behouden, maar ^aarover telkens weer door vroom heid en gezond verstand den staf werd gebroken, is men in de laatste jaren eindelijk gaan inzien, dat al die uitwendigheden, al die paskwilligheden van geloofs leer en geloofsartikelen, „brieven van eeuwigheid" en de „ware kerk" of „de alleenzaligmakende kerk", niets, niets, niets met waarachtige deugdjen waarachtig vroom heid te maken hebben. Al die dingen mogen een kerk, als maatschappelijk lichaam ten goede komen, den godsdienst, de onbevan gen vroomheid, die niet speciaal te Jeruzalem of op den Gerizim aanbidt, ziju zij tot schade en een gruwel. Schrijf voor Jeruzalem „Rome" en voor den Gerizim „Dordt" en het oordeel over elke afbakening, in zake godsdienst, is geveld. Zie, i k vel dit oordeel nietChristus heeft het geveld in zyn gesprek met de Samaritaansche vrouw. Het Joodsche volk der oudheid ontleende zijn bizondere beteekenis aan zijn vroomheid, by monde van zijn pro feten nooit aan zijn exlusivisme, zijn uitsluitingsgeest, welke die vroomheid veel afbreuk deed. Christus heeft dien uitsluitinsgeest willen opheffen, en dit is Hem in zooverre gelukt, dat Zijn idee tot nu toe altijd in de be wustheid der besten is blijven voortleven. Maar de kerk of zeg maar de kerken hebben er zich nooit aan gestoord. Volgens de Joden was er geen draad goeds aan eenigen Samaritaan, en op dit oogenblik is 'n Jood of 'n protestant of 'n heilsoldaat by Rome gezien als 'n rotte kool by 'n groentenvrouw. Dit moge zeer kerkelijk zyn en dat is het ook maar „godsdienstig" is het niet, „vroom" is het nietwant het heeft niet de minste eigenheid met die liefde, die haar zon laat opgaan over boozen en goeden, en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. En Dordt doet voor Rome in liefdeloosheid niet onder en eigenlijk doet dit geen enkele kerk. Dit wil niet zeggen, dat er geen pastoors, geen kapelaans, geen bis schoppen, geen pauzen, geen dominees, zouden zyn, die als andere bamhartige Samaritanen hun olie en hun wyn niet zouden over hebben voor eiken „vijand" van hun „Is de Heer niet in het midden van ons? Ons zal geen kwaad overkomen". Maar daarom zal Sion als 'n akker geploegd worden en Jerusalem tot 'n steenhoop worden'. (Micha III) Moet ik in herinnering brengen, hoe Christus zich uit liet over de kerk van zyn tyd Ik zal 't niet doen, omdat ik het bekend genoeg acht. De reiniging van den tempel, waarbij hy een karwats gebruikte, is tee- j kenenden zyn klacht over Jeruzalem, dat hij bijeen had willen vergaderen „als een h6n haar kiekers," is meer dan aandoenlijk. Zóó jammert ware vroomheid haar droefheid uit over de misdadigheden van een kerk, die vroom wil heeten, maar het niet is, en daardoor de menschen op ver keerde paden voert. Zoo traden velen na Hem op tegen dat monster, dat „Kerk" heet, omdat het zich het masker 'voorbond van den liefsten en zachtmoedigsten van allen en daarachter het gelaat en het karakter verborg van een verscheurend dier. Maar allen die zoo optraden, ondergingen het lot der profeten; zij werden „gesteenigd en gedood." Zóó zyn de manieren der kerk, en ze zyn vies en slechtmaar wie er dan godsdienst aansprakelijk voor stelt, die dwaalt. Alle* wat deze rubriek betreft te «enden aan Ae Redactie der Schager Courant, onder het opschrift: „D&mrubriek". UIT DE PARTIJ. In onderstaanden stand deed de beer Pieksma met "wit een aardigeu slagzot. Leerzaam is het alvorens de oplossing te raadplegen zich eerst eenige moeite te getroosten. Zwart. Zal ik eindelijk eens gaan zeggen, wat my er toe bracht dit espitel te schrijven? In de „fultura Moderna", een Italiaansch-Zwitsersch tijdschrift, bespreekt de redacteur D. Battaini de vraag van de „Revue Moderniste" tot het ontwerpen van een program van actie. .Het modernisme," zegt hy, „is niet het gevolg van een louter kerkelijke crisis, maar veeleer van een gods dienstige. Het dankt zijn ontstaan niet aan deze of gene min of meer overgeleverde kanonieke wet, als b.v. die om trent het verplichte coelibaat; maar aan dehierachische en Roomsche opvatting van den godsdienst. Het streven der moderne beperkt zich niet eenvoudig tot de afschaf fing van enkele verouderde en dwaze gewoonten, ter wijl het een stelsel zou blijven handhaven, dat op gods dienstig, verstandelijk en practisch terrein in strijd ia gekomen met de moderne gedachte en de moderne beschaving, maar inderdaad stelt bet zich ten doelt de huidige, geheel middel-eeuwsch kerkelijke opvat-I ting van den godsdienst te wijzigen." In het program van Battaine komt voor: „Volmaakte vrijheid van wetenschappelijk onderzoek. Afschaffing der verouderde exegetische stelsels. Herziening van onhoudbare leerstukken, waaronder dat van de pauselijke onfeilbaarheid. Opheffing van het kerkelijk gezag. Afschaffing der kerkelijke censuur, van de Inqmisitie en van den Index. Opheffing van het coelibaat, dat is de verplichte on- volk, die in het leed gekomen is; maar de „kerk" erkent gehuwde staat der priesters. ze niet als schapen van eigen weide of van denzelfden Afschaffing van de oorbiecht, die geworden is tot 'n herder. Ze zegt met andere woorden nog precies hetzelfde, bron van ongeneeslijk bederf. wat benepen Joden in de dagen der oudheid van alle I Afschaffing van al die maatregelen, die 'n huwelijk niet-Joden zeiden: „Dat zyn varkens en honden*. En te niet doen of onwettig maken, maar waarvan Rome met die kwalificatie mogen zy het dan om beurten doen, en ieder mag weten, dat hy altijd wel 'n categorietje van menschen vindt, die 't met hem eens zijn. Prettig, hè I En dat noemen ze dan „godsdienst"dat heet dan God beter 't „vroomheid" 1 Als ge by den een niet geestelijken, gelooft in de onfeilbaarheid van den Paus, en by den^ Hervorming van het begrip ander niet in de vleeschwording Gods of in eenig ander mirakuleus verzinsel, dan zyt ge 'n „godloochenaar", 'n „renegaat", 'n „apostaat", 'n „afvallige" en ge moogt bly zyn, dat ge niet in 't tuchthuis zit, waar ge eigenlijk behoort. En als ge 'n paar honderd jaar vroeger geleefd had, dan zou men het u aan den lijve hebben laten voor 'n handvol geld dispensatie verleent. Opheffing van onderscheiden gewijde handelingen, die den godsdienst belachelijk maken. Vermindering van het aantal heiligen- en feestdagen. Onthouding van alle optreden in de politiek door de JKerk". Zuiverder voorstelling van het begrip „Godsdienst". Algeheele scheiding van kerk en staat. Vriendelijker omgang tusschen de zoogenaamde „kerk" en de zoogenaamde „afvallige" kerken, zoowel de Oostersche ala de Protestantsche. Krachtige sympathie voor alle vormen van godsdienst". WIL Stand zwart 14 schijven op: 2, 3, 8, 9, 11, 13, 14, 16, 18, 19, 20, 23, 24 en 25. Stand wit 14 schijven op: 27, 32 tot 36, 38, 39, 40, 42, tot 45 en, 48. Oplossing: Wit: 2722. Zwart: 18 27. 32 21. 16 27. 3430. 25 34. 40 18. 13 22. 3329. 24 33. 39 6. EEN BELANGWEKKENDE STAND. EwarL ondervinden, dat ge ongelijk had. Dan had men u ge- j Enzoovoort, enzoovoort, enzoovoort. geeseld en geradbraakt, gewurgd of verbrand „tot pulver ende assche, opdat van u geen memorie meer ware". Dat hebben Jan de Bakker wat ik hierboven afschreef, is niet alles wat het en Wendelmoet, dat hebben duizende slachtoffers der programma van D. Battaini bevatmaar het doe ons inquisitie, Girardino Bruno, Savonarola, de Vrouwe van zien, waarheen het streven is. Muiden en duizende andere ondervondendat ondervond Ieder, die onbevangen dit programma leest, zal moeten Docter Michaöl Servedo van Calvyn, dat ondervinden op toegeven, dat er 'n wys en vredelievend man in aan dit oogenblik die duizend ongelukkige Joden, die uit het woord is. Hy scheldt niet, hy vloekt niet, hy verwet Kief verbannen worden door de „allerheiligste Synode* niet; hy wijst alleen maar met bezadigde woorden op van Rusland. Als ze niet maken, dat ze intijds wegkomen, de schade, die godsdienst lijdt, door de kerk en haar worden ze met vrouwen en kinderen over gegeven aan organisme. En als godsdienstig mensch doet hem dit j 'n progrom, zooals ditgte Kissinef woedde, en waarby zeer; want zelfs voor den zich „ni e tg od s d i en stig" i evenmin kraamvrouwen als pas geboren kinderen of noemende, is de godsdienst het hoogste en het beste, grijsaards werden ontzien of gespaard. Beesten, die ze Ik weet wel, dat om deze laatste woorden velen mij zijn! Wat zoo'n God-vergeten kerk niet durft, durft niets belachen en my verslijten voor 'n „bekrompen" mensch, of niemand meer. jDaarby|vergeleken wordt de kindermoord maar dit doet aan de waarheid van mijn beweringen te Bethlehem 'n interessant vertellinkje en Herodes 'n niets af. Het allerbeste wat 'n mensch heeft, is zijn fatsoenlijk mensch. Toen dat schoelje van 'n.Pobjedo- godsdienst, zyn vroomheid, zyn piöteit, zyn waarheids- nestjeu dood was, de voorzitter van die „heilige Synode", liefde, de schat zijns harten, zyn stille deugden, waarvoor toen hebben we gehoopt, dat 't beter zou wordenmaar hij geon loon verwacht of vraagt, en die hem schats de kerk is gebleven, en die doet het. genoeg zyn. Ik weet geen goeds van eenige kerk. Ik weet goeds Wat.geef ik om ophemeling van de menschen buiten van priesters van dominees, van kardinalen en bisschop- my, als myn hart zelfs geen bewustheid van den hemel penvan pausen en catechiseermeesters, van voorzitters, heeft? synoden, en als 't moet, wil ik nog wel voor kosters Wat baten my honderd wonderverhalen van Jezus en v vpiuv,uuuuiu BOO„1UIXOU oug0U0uu<;iu pleiten, maar voor 'n kerk, die er 'n belijdenis op na alle heiligen te zamen, als het wonder der liefde en der hebben in alle onbevangenheid onze malle woorden houdt, 'n regelement van zaligmaking en verwerpen, goedheid vreemd blijft aan alles wat ikzelf denk en doe gezegd, onze onwijze daden gedaan, en 't was onze W00t ni0t8 dan slechts. Zoo onbeschoft kan geen dron- Welk nut heeft het verhaal van den barmhartigen bedoeling niet, beslag te leggen op wat ons niet toekwam, ken soldaat te keer gaan, ofde kerk heeft'tin onbeschoft- Samaritaan voor my, als 't my niet dwingt te doen iemands goeden naam niet te kwetsen, ónze schuld k0id bewezen van hem te winnen; zoo wreed was nooit als by? en zonden niet te laden op de schouders van anderen, 00n of ZÜ hem in wreedheid nog les te geven. Is er nog iets kostelykers voor ons menschen, dan als wij de overtuigdheid hadden in ons gemoed, te li08 niet> al bespreek ik het kwade, ik laster niet, de menschen lief te hebben en te trachten ze gelukkig hebben gesproken en te spreken, te hebben gehandeld al spreek ik over lasterlijke dingende historie, de ver- te maken en te handelen, zooals dit betaamde, dan.... moordde mannen en vrouwen, de tranen en angstkreten Wat kan my 'n kerk schelen, die zegt, dat zy my Dan kunnen wy goedsmoeds het vonnis 'afwachten en van duizende ongelukkigen zijn myn getuigen, dat ik wil onderwijzen in de dingen Gods, en my voorbeelden ons eigen hart, onze eigen wandel onz9 eigen innerlijke waarheid spreek. Ik haat niemand, al ga ik enkelen uit geeft van haat en liefdeloosheid? WIL Stand zwart 9 schijven op: 3, 14, 15, 17, 22, 23, 24, 27 en 28. Staja,d wit 9 schijven op: 25, 26, 33 tot 36, 39, 40 en 43. In bovenstaanden stand was wit aan zet en speelde 3430, verwachtende van zwart 2329; dit geeft "beiden, dam en wit dacht daarna de partij Temise te kunnen spelen. Zwart, de heer Content te Amsterdam, doorzag wit's bedoeling, doch zag tevens voor hem de winst. De partij had het volgende verloop: Wit: 3430. Zwart: 2329. 3010. 29 49. 510 gedwongen. Zwart: 4943. 5:8. Zwart: 43 2. NOG EEN PARTIJSTAND. van. voornoemden heer, waarin, hij met een aardige combinatie de partij beëindigde. Stand zwart 11 schijven op: 3, 9, 11, 12, 13, 16, 18. 20, 21, 24 en 26. Stand wit 10 schijven, op 27. 32 tot 38, 42 en 48. Wit, Wit: de heer 2722. 2829. 38 29. 3438. 30 6. C. aan zet, speelt nu: Zwart: 18 27. 24 33. 27 47. 47 24. den weg, ik zal vergeven en heb vergeven den man, die my kwaad wilde doen maar ik haat de kerk uit den diepsten grond van myn hart, omdat zy de menschen haat. „Eu indien iemand zegt: „ik heb God lief" en hy haat zyn broeder, die is een leugenaar". Maar buiten de kerk om, schijnt het geweten der kerk te ontwaken, 't Klinkt parodoxaal, maar 't is zoo. Door alle eeuwen heen hebben zich in de Cristelyke kerk stemmen doen hooren, die zich, evenals in oud- Israël, verzetten tegen de gesanctioneerde leer en den tempeldienst, welke beide van den godsdienst'n paskwil maakten. Het bandietenleven van roof en moord door de kerk geleid, en telkens goed gepraat ten minste voor hen, die zelf niet denken konden is geschoven op de Behouders van den godsdienst. En de menigie heeft 't als zoodanig aanvaard en er iets „goddelijks" in gezien. Als de kerk scheldt, is volgens haar de gods dienst verontwaardigd; als de kerk verketterd, werpt volgens haar de godsdienst uit. Want „kerk" en „godsdienst" zyn voor 't gepeupel één; maar voor de vromon niet; voor de godvreezen- den niet, voor Israöls profeten niet, voor Jezus niet. Zy hebben altijd geweten, dat de kerk een maat schappelijke affaire was, en haar veracht, omdat zij zich tooien wilde met de kroon van den godsdienst. Amoa zegt tot haarIk haat en versmaad uwe fees ten, en uw verbodsdagen heilige dagen mag ik niet ruiken. Want al offert gy my brandoffers en spijsoffers, ik heb er toch geen welgevallen aan, en het dankoffer van uw vette beesten mag ik niet aanzien. Doe het getier van uw liederen van my weg, en laat my uwer luiden spel niet hooren. Maar laat het oordeel zich daarhenen wentelen als wateren, en de gerechtigheid als een sterke bek. Hebt gy my veertig jaren in de woestyn slachtoffers en spijsoffers gebracht, o huis Israöls? Ja, gy droegt de tent van uwen Melech, en den Kiun, uw beelden, de ster uws gods, die ge met uw handen gemaakt had. Maar daérom zal ik u dan ook gevankelijk wegvoeren zegt de Heer, wiens naam is: God der Heirscharen (Amos Y21 v.v.) Micha zegt„Alzoo zegt de Heer tegen de profeten, die myn volk verleiden; die met hun tanden bijten m vrede uitroepenmaar wie hen niets geelt voor hun mond, tegen dien heiligen zy 'n k r y g. ah Hare hoofden richten om geschenken, en hare priesters a ttt 1 laatste is men nu in de Kerk bezig, leereri om loon, en hare profeten doen waarzeggen <m w. z. m den Godsdienst. geld) ,.n toc^ durYl.n zy steunen op den Heer, zeggei.de vrede zullen de getuigen zyn, die het oordeel oordeelen en het vonnis vonnissen. Menschen, die zich zoo boven mate haasten, om hun goed recht te pleiten, gevoelen zelf wel, dat er aan hun goed recht iets hapert, en ver klappen dit in hun haast. De Waarheid heeft geen haast; die is morgen en over tien jaar nog precies dezelfde. Maar met al zulke dingen, die opzet en willekeur met zich brengen, tobben vooraameylk knobbelig uitgegroei de menschen. Ze waren steeds op hun voordeel bedacht en zagen in ieder ander een dief; ze vreesden steeds voor de aanranding en het verloren gaan van hun goeden naam, en vonden het daarom veilig ieders kwaad te bespreken, en waar geen kwaad aanwezig was, dit te verzuimen, en terwijl zy anderen belasterden, de aan dacht van hun eigen doen en laten af te leiden. En waarachtig, dit gelukte hen soms J Ik zeg„soms." Niet „altyd" en zelden „lang"nooit voortdurend. En als ik dan hun wringen en hun angst zag, om l<*r te komen uit de ketenen, die zy zichzelven gesmeed hadden, meenende het anderen te doen, als ik dan hun dubbelhartig optreden zag in verschillende ontmoetingen hun afwisselende schuwheid en brutaliteit, dan is het wel gebeurd, dat ik innig, innig medelijden met deze tot list en boosheid aangelegde menschen kreeg, al wist ik ook, dat ik, by hen vergeleken, weinig anders dan een „stommeling was. *faar tochja, ik weet wel, dat ik my nooit eenig tastbaar voordeel brachtMaar toch was ik dan maar bly, niet zoo'n oolykerd te wezen. Ik hou rixet van ooljjke menschen. Neen, alle groeien is geen „groeien" en alle uitbrei ding geen „uitbreiding" in den goeden zin. Als 'tkind „n ,maar groot wordt aan den zichtbaren kant; groot® handen, groote voeten, een stevig lyf, een groote J^ond heeft en nog grooter gewaagdheden en brutaal heden durft te doen, dan is zyn groei veeleer verwor ding aan groei, en zyn uitbreiding zeker geen zuivering van zichzelf 6 Daar komt wat anders voor kijken. Tochalles groeit. Stilstand is er in de schepping met te vinden. Alles groeit, 't zy in uitbreidenden zin die ook goed en heiligend kan wezen ik herzeg met opzet, opdat men 't nietvergete: „die óók goed en heiligend kan wezen" 't zy in dien zin, die zich om de buitenzydsohe uitbreiding niet-bekom merd en alleen op do binnenwaartsche reiniging bedacht „Met 'n boekje in 'n hoekje" wil ik liever als Thomas a Kempis de dingen Gods bepeinzen, en trachten genoeg moed eu kracht te verzamelen, om voor de waarheid Gods en voor de rechten en vrijheden zyner tot slaven en rechteloos gemaakte menschen, op te komenwil ik trachten draagkracht genoeg te verzamelen, om bly moedig te dragen wat lot cn menschen wy te dragen geven wil ik omzien naar wonden, die ik misschien verbinden kanwil ik luisteren naar een kreet van smart, of ik misschien vertroosting kan brengenwil ik door Christus myn handen laten heffert. „Naar Zyn*r handen wond", of ze daar mochten leeren schoon zelf gewond wonden te genezen. Wat zouden my al die aandoenlijke verbalen baten, als haar aandoenlijke symboliek en innigheid myn hart niet ontroerde en my niet maakten tot 'n wijzer en 'n beter mensch? Zie, i k zal betrachten, evenals honderden met my, maar laat de kerk het ook doen. Laat zij trachten te worden, wat zy altyd voor gegeven heeft te zyn, maar nooit geweest is: vroom, godsdienstig, eerbiedig, zacht moedig, waarheidlievend, menschlievend, groot en edel moedig. Dan zal zy in D, Battaini, die haar nu met woorden van goedheid en ernst tot de orde roept, geen vijand zien en naar zijn raad luisteren. Zal zy het doen Wy weten 't niet. Laat ons althans het beste hopen, Een ding is zekeralles groeit, ook het godsdienstig bewustzijn. Maar dit ging tot nu toe tamelijk wel buiten de kerk om. H. d. H. NASCHRIFT. Toen ik bovenstaande blief aan een paar vrienden voorlas wat gewoonlijk vóór de verzending geschieot is er aanmerking gemaakt op het gebruik van het woord „hemel". Men vreesde, dat dit woord misschien niet verslaan zou worden, zooals ik 't bedoel. Met het woord „hemel" bedoel ik geen plaats, maar een toestand. „Hemelsche zaligheid" wil dan ok niet zeggen, dat een mensch in den hemel is, maar dat de hemel, het geluk, in zyn hart is. Men zie daar voor het woord van Emerson, dat ik als motto boven lezen brief plaatste. H. d. H. Van dit en van dat. AAN HET GOEDE ADRES. Op zekere secretarie, green honderd mijlen van Buitenzorg, vertelt het Indische N. v. d. D.. kwam onlangs een circulaire, gericht aan de ambtenaren, houdende een. opwekking tot organisatie. De aanhef der circulaire luidde: ..Ambtenaren, ontwaakt::... Wij komen u wakkerschudden! Al de ambtenaren waren woedend, over hetgeen zij noemden een persoonlijke beleediging PASTORAAL. Dominee vindt Zondags even voor kerktijd een van zijn catechisanten kalm visschend; en zegt: Maar best jongen, ik ben ten hoogste verbaasd je hier te vin den Jongen: Weet u dan 'n, plekje, waar ze beter bij ten, dominee? TROTS. Wat ziet je neus rood' - Ja, vindt je niet? Dat komt zeker van, trots, dat ik hem nog nooit in, andermans zaken heb gestoken. BECt-aSHt-S die op de verschrikkelijke nier- fen blaasaandoenin- gen wijzen. Lijdt gij aan pijn ip den rug? Zwakte of gevoeligheid in de lendenen, heupen of zijden? Is uw water bewolkt, zanderig of met neerslag? Is de afscheiding ervan te groot of te klein? Hebt gij waterzuchtige z.wellingen of rheumatische pijnen? Wanneer gij verschijnselen als de bovenstaande kunt opmerken, moeten de nieren het misschien spoe diger afleggen dan gij denkt, en verliest de blaas misschien plotseling haar macht om de afscheiding regelmatig te doen plaats hebben. Alleen een nie ren-geneesmiddel kan de nieren heelen. Foster's Rug pijn Nieren Pillen dienen enkel Voor de nieren en blaas zij werken in overeenstemming met de na tuur en geven op een zachte wijze de gezondheid aan de nieren terug. Zij zijn beslist onschadelijk, voor mannen zoowel als voor vrouwen, voor oud en jong. Om u voor namaak te hoeden dient gij er op te letten, dat ons handelsmerk de man met zijn handen in de lendenen op het etiket voorkomt. Foster's Rugpijn Nieren Pillen zijn te Schagen ver krijgbaar bij den heer J. Rotgans. Toezending ge schiedt franco na ontvangst van postwissel f 1.75 voor éen, of f 10.voor zes doozen. 32

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 9