AlieictD Kiius- Artistenleed. Woensdag 26 Juli 1911. SCHACER 55ste Jaargang. No. 495(1. CIUIANT Dit nummer bestaat uit 1 blad. Bekendmakingen! GEMEENTE S C HAGEN' BEKENDMAKING betreffende v VOORKOMING BRANDGEVAAR, BROEIEN VAN HOOI. Burgemeester en Wethouders van Schagen, bren-l gen. ter kennis van belanghebbenden, dat, ingevolge de door den Rand dier gemeente vastgestelde regeling betrekkelijk het onderzoek naar de broeiing von booi enz.: lö. De Gemeente is verdeeld in een Noordelijke en ean Zuidelijke hooistekerswijk en de scheidingslijn tusschen die wijken wordt geacht te zijn, getrokken vanaf de brug aan, de Lange Sn,evert door de Hoep ♦Ter de Markt naar en door de Heerenstraat, langs de Loet, den Menisweg tot aan, de Menisbrug, val lende verder de perceelen van Zapdvenne, Zeegebuur- te. Oudendijk en Burghorn on,der de zuidelijke wijk, «net uitzondering van de perceelen thans bewoond door G. Bakker en P. A. Klaver, welke geacht wor den tot de noordelijke wijk te behoor en. 2o. Dat voor het loopende jaar tot hooistekers zijn benoemd voor de Noordelijke wijk Arie Deutekom, Noord, Wijk A no. 63, en Cornelis Tuinman, Noord, wijk A na 22, voor de Zuidelijke wijk Cornelis Boon tjes, Tj aars dorp, wijk K 49 en Christiaan, Speets, Dorpen, wijk D no. 45. Tevens worden belanghebbenden herinnerd aan de volgende bepalingen, der ajgemeepe politieverordening dazer gemeente: Art. 138. Het is verboden, hooi, stroo of andere licht ontvlambare stoffen buitenshuis te verzamelen of to bergen op minder dan 10 Meter afstand van den openbaren weg, van eenige, voor bet publiek toe gankelijk gestelde open plaats, van eenig gebouw of getimmerte, tenzij daarvan gescheiden door een dichte planken schutting ter hoogte van minstens 2 Meter. Burgemeester en Wethouders kunnen van het hier bepaalde ontheffing verieenen. Art 139. Houders van hooi, stroo en andere licht ontvlambare stoffen zijn verplicht van ieder ontdekt gevaar van brand, door broeiing of eenige andere oor zaak ontstaan, onverwijld kennis te geven aan den Burgemeester, en tevens aan de daartoe vanwege de gemeente aangestelde hooistekers, die steeds tot onder zoek daarvan moeten worden toegelaten. Zij zijn verplicht, op last van den Burgemeester, of van de hooistekers, de bedreigde voorwerpen ter stond van de plaats te verwijderen, en verder al dat gene aan te wenden, wat hun door of vanwege den Burgemeester of de hooistekers wordt bevolen. Art. 140. Het ia verboden, aan hout, hooi, stroo of andere licht ontvlambare stoffen te arbeiden bij ontstoken vuur; of om hekelhuizen, timmerwinfcols, loodsen of plaatsen, waar gemelde stoffen verwerkt of bewaard worden, op eenige andere wijze te ver lichten dan door goed gesloten lantaarns, olie- of gas pitten. Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste f 25. Tot voorkoming van moeilijkheden worden belang hebbenden ernstig aangespoord hunne verplichtingen nauwgezet na te komen. Schagen, den 14 Juli 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN. De Secretaris, j ROGGEVEEN. COLLECTE VOOR DEN GEWAPENDEN DIENST. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen maken bekend, dat de jaarlijksche Collecte ten behoeve van het „Fonds tot aamnoedigjng en ondersteuning van den Gewapenden Dienst in de Nederlanden", in deze Gemeente zal! worden gehouden aan de huizen der ingezetenen. Zij achten het niet ondienstig de ingezetenen te her inneren. dat dit Fonds niet is opgericht en wordt aangewend om datgene te doen waartoe de Staat ver plicht is, maar om buitengewone belooningen uit te reiken aan hen, tLie bij de verschillende oorlogen voor ons Vaderland en onze Overzecsche bezittingen lijf en leven hebben veil gehad. Burgemeester en Wethouders vertrouwen, met het oog op de steeds toenemende behoefte, dat de ingeze tenen door milde offers blijken zullen geven van hunne belangstelling in het lot der gekwetsten. Schagen, dm 22 Juli, 1911. De Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN. i De Secretaris, ROGGEVEEN. NATIONALE MILITIE. Burgemeester en Wethouder der gemeente Schagen; Brengen, ter voldoening aan de derde alinea van Art. 24 der Mihtiewet 1901, (Staatsblad No. 212 van 1901), ter kennis van de belanghebbenden, dat het overeenkomstig Art. 23 dier Wet afgesloten lnschrij- vings-Register van 1911, voor de lichting 1912, met de daaruit opgemaakte olphabetische naamlijst, op he den ter Secretarie der Gemeente voor een iedér tér lezing is nedergelegd tot en met den 28 Juli 1911. des morgens van 9 tot 12 en des middags van 1 tot 4 uur. Schagen, den 21 Juli 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN. ROGGEVEEN. De Secretaris, 9-65 994 41 946 699 152 809 167 977, 5025 94 989 737 289 825 215 2049 71 174 10007 768 296 896 240 199 115 176 56 798 303 905 250 339 125 228 70 819 342 920 278 361 149 253 88 881 393 949 286 366 226 316 94 882 477 18009 318 30 239 389 144 889 493 46 348 455 246 450 169 903 499 47 394 461 260 537 179 926 510 135 428 508' 282 593 287 974 564 137 480 521 301 695 366 13006 606 172 496 667 315 716 459 7 612 198 503 643 338 817 460 64 616 205 544 711 377 865 519 76 683 26 2 579 716 426 901 628 96 691 263 700 774 439 984 635 105 695 265 763 845 462 986 642 138 826 352 776 866 488 8010 654 159 834 376 777 926 508 70 741 179 877 432 784 967. 551 128 766 183 16227 470 799 983 674 163 834 195 259 486 849 3029 587 158 879 199 269 511 876 56 685 163 947 272 304 545 914 69 792 173 11023 299 315 569 963 84 795 275 140 305 362 667 965 173 859 365 161 306 400 675 982 217. 898 374 162 340 417 682 397ste Staatsloterij. lste KLASSE, 2de TREKKING. HOOGE PRIJZEN, f 20,000: 8596. f 5000: 6732. f 1000: 11987. f 400: 6177, 12626. f 200: 2599. f 100: 7446, 8533, 9209, 11196, 16825, 1757 Binnenlandsch Nieuws. 204 54, 20836. Prijzen van f 20. 9 3236 5965 8422 11202 13434 16539 18704 10 338 985 425 225 508 556 705 37 408 6000- 450 306 561 575 866 70 429 56 555 314 567 655 938 107 482 89 647 406 594 754 940 173 526 98 676 462 604 765 19024 270 530 99 705 503 615 766 47 307 540 124 849 509 755 803 195 363 571 140 871 533 831 890 214 365 591 232 874 539 917 917 226 410 652 235 878 619 922 950 276 580 899 282 S82 624 14030 955 283 601 903 320 912 673 84 971 299 679 4017 327 961 677 98 974 317 765 80 345 9094 729 99 993 371 7 8 7< 125 347 180 741 151 17037 422 899 165 367 302 786 259 43 429 965 540 384 307 834 269 74 436 989 550 417 333 857 290 103 482 991 553 434 417 907 352 105 495 1016 642 531 434 960 383 199 513 149 643 649 483 965 447 224 564 159. 644 660 563 12041 469 260 703 186 658 729 599 54 540 408 718 269 707 775 611 67 601 413 724 329 772 813 698 237 666 426 747 443 815 845 712 294 768 458 751 669 820 860 722 308 790 533 811 700 873 904 749 379 893 572 818 729 929 932 764 387 933 596 857 853 940 966 815 412 953 656 20009 876 978 989 845 414 15090 730 33 911 990 7016 891 539 127 801 160 Wieriugen. L.T. Zondag werd door den Burgemeester dezer ge meente, den heer A. Peeneboom, ten huize van den heer J. de Wit aan den Poelweg, eene bijeenkomst gehouden met de visschers, ter bespreking van de Vis- scherijwet. Velen waren opgekomen om hieraan deel te n,emen. De burgemeester opent de vergadering met een woord wan welkom tot de aanwezigen en zegt deze yerga- •gadering belegd te hebben naar aanleiding van de 1 Juli in wei-Icing getreden Visscherijwet, speciaal pm over de krukels en oesters te spreken. De burgemeester zegt, door tusschenkomst van den hoofdinspecteur- een schrijven van den Minister ont vangen te hebben, met het verzoek om na te gaan, in hoeverre verbetering in dezen toestand mogelijk is. De Minister zou nu graag zien dat de visschers zich ver- eenigden, b.v. tot coöperaties van 20 personen en dat dan deze 20 menschen gezamenlijk een perceel aan vroegen. om daar de ondermaatsche oesters en krukels n te zaaien, zoodat de visschers het kleine goed, dat vóór den handel ongeschikt is, zelf zaaien en daarvan ook zelf later weder de voordeelen Jfrekken, terwijl dit tevens het vereenigingplevendat hier nog niet heel sterk ontwikkeld is, zou bevorderen. De perceelen zouden b.v. voor 5 jaar verkregen kun nen Worden, tegen eene kleine pacht of misschien gratis. De burgemeester vraagt hierover de mcening van de aanwezigen. De lieer Kap tem, het woord verkrijgende zegt: Dan slaan Sve dus weer voor hetzelfde feit als R/a jaar geleden, met dien |heer Bottemann. BurgemeesterToen was de visscherij vrij, nu niet. De [heer Kaptein: Dan is de eerste vraag waar zul len we de perceelen krijgen; ten tweede: is 't mogelijk een 20-tal personen in goede harmonie bij elkaar te krijgen; ten derde: wal zal beter zijn, de kleine oesters weder over boord te weipen, op de plaats waar ze gevischt worden, of ze aan boord houden en dan naar de perceelen te brengen? Ik geloof dat het veeL betér is ze bij het visschen uit te zoeken en op dezelfde plaats, waar ze groeien, overboord te werpen, dan ze aan boord te houden en naar een perceel te 'brengen, waar men niet zeker is of ze wel groeien zullen. Met de krukel is het precies! !h»etzelfde. Gesteld, dat er 20 visschers zijn. die een ploeg vormen, dan geloof ik nooit dat dit goed zal gaan. En als we het zaad der kru kels op visschen, zullen ze groeien op éen perceel'? Ik geloof van niet en meen dat het algemeen belang meer gediend zal' zijn. met het zaad direct over boord te werpen op d'e plaats waar het gevischt wordt; het moet ruimte hebben en niet dik op een perecel Feuilleton. ROMAN van PAUL HöCKER. 15. Sidderend over haar geheele lichaam kwam Hella weer thuis. De oude dame had haar ontvangen, maar aJleen om haar te zeggen, hoe diep zij getroffen was over de schande die Hella over de familie had ge bracht, met haar allerdwaast huwelijk. Dat courantsn- sehandaal vergaf zij Hella nooit. Dien straatroover wilde zij niet zien en zij vond het al schandelijk ge noeg, dat haar man zich nog hier had durven ver- j toonen. Zoo verschoonend mogelijk bracht, Hella, de bood-! schap over. Brandt vertrok. En Hella volgde hem na een paar dagen, na de pronkerige begrafenis, waarbij de regi- mentsmuziek speelde en haar zuster Anna voor de laatste maal in haar leven, iets van de glorie te zien kreeg, waarop haar heele leven was gebaseerd ge weest evenals dat van Berenbrok zelf. Met droevige duidelijkheid werd weldra beweaan. dat de heele nalatenschap van Dr. Berenbrok zich in een ellendige wanorde bevond. Geheimraad Von Re- dem had de voogdijschap van Anna'3 kinderen op zich genomen. Hij kon in de papieren en aanteeke- ningen van Berenbrok over allerlei beleeningen enz. nauwelijks den weg vinden. Hella was zooveel te weten gekomen, dat onder haar naam op geen enkele bank een depot geboekt stond. De negenduizend mark had Berenbrok genomen van een bank, -maar op zijn eigen naam. „Heb jij dan soms nog een brief, Hella?" vroeg Thomas, „waarin hij jou een afrekening belooft te gen Januari?'" Hella zocht, zij vond wel een enkel papiertje in haar schrijftafel, maar eenig cijfer was daarin niet genoemd. „Een soort rekening moet hij toch voor je heb ben gevoerd heeft hij je vroeger dan nooit tekst en uitleg gegeven van dit of dat?" „Wanneer ik geld noodig had, schreef ik hem steeds. Dan vermaande hij mij gewoonlijk spaarzaam te zijn en zond mij de som, die ik gevraagd had. dat wil zeggen, steeds iets minder. Nu, ik heb er zelf ook noodt hoek over gevoerd. Dat moest h ij doen, dacht ik." „Dat zal hij ook wel hebben gedaan. Het zal ook wel bepaald gevonden, worden." „Geheimraad Von Redern is de zaak ook heel pijn lijk. In de volgende maanden kan ik onder deze omstandigheden nog op niemendal rekenen. Eerst moet het voogdijgerecht zich met de erfenis hebben bemoeid." „Welnu, kindlief, dan wachten wij het maar heel kalm af. Voorloopig kunnen wij het met ons inkomen nog wel redden." „Maar van den zomer zullen wij geld noodig heb ben. Ik dacht dat wij dan een huisje zouden huren, een meisje nemen en alles heel netjes inrichten." Hij kuste haar, stelde haar gerust, in geldzaken bezat Thomas een gulden lichtzinnigheid. Weder zette een stille arbeidzame tijd zich in. Het kerstfeest kwam. Thomas componeerde vlijtig aan zijn komische opera. Hij liet zich niet uit de stemming rukken, zelfs niet door de aanklacht bij het gerecht. Midden Januari werd Buisgen, de kapelmeester, zieb die tot dusver de groote opera had geleid. Hij kreeg een zware influenza. Da solorepetitor zou voor hem inspringen, maar na de eerste scènei moest alles wor den, afgebroken,, de man had geen voldoende capaci teiten, De dirigent van het balletcorps kwam even eens niet in, aanmerking. In dezen nood zond de in tendant om Thomas Brandt Hij wachtte reeds ongeduldig in de spreekkamer op hem. „Het beste Is, dat wij deze gelegenheid benutten, om weer op uw plaats te brengen. Wees nu maar vriendelijk, Brandt, houd ze allemaal te vriend, mis schien loopt het dan meteen rond." Thomas Brandt kwam met den intendant op het tooneel. Het scherm was opgehaald en het orkest ver zamelde zich reeds. De onderbroken operette van de Freischutz zou weer worden voortgezet. Met weinige woorden stelde de intendant den jon gen kapelmeester voor. Voor Thomas Brandt was de vermaning om vrien delijk en beleefd te zijn niet noodig geweest. Hij hongerde naar bezigheid en hij was oprecht gelukkig, dat hij eindelijk weer den dirigeerstok in handen kreeg. En hij bracht een frlschheid en opgewektheid mee aan den lessenaar, die zich aan de anderen mee deelde. Het was te bemerken, dat de ouverture mét groote ambitie werd gegeven. De heer KoornIk kan bevestigen, dat het met de oesters is, zooals de heer Kaptein zegt; haal je ze uit haai- element en houdt ze eenigen tijd aan boord, dan krijg je veel1 dooien; ik heb dit bij ondervinding. Ook de heer J. Metselaar deelt nog mede, dat, wan neer zij ongeveer 5000 jonge oesters zaaien, er niet meer dan 3000 groot worden. BurgemeesterDe vergadering moet wel in ovcrwc-- ging nemen, dat de minister mij verzocht heeft dit te willen bespreken en de bedoeling is het te regelen, zooals dit de visscherij het voordeeligst zal zijn. Na nog vele discussen is men van meening. dat de visscherij het meest gebaat zal zijn, wanneer do bestaande toestand blijft, zooals thans, dus geen percee len. Men is van meening dat de krukels zich op vrije, groote velden veel meer zullen vermenigvuldigen dan op perceelen, en dit zou allicht ook weer aanleiding kunnen geven, dat later tot publieke verpachting werd overgegaan; men kreeg dan denzelfden toestand als nu met de verpachting der dijken. Men oppert het idéé of het niet mogelijk zou zijn, de kleine krukels op het Horntje en het schor, welke nu nimmer leverbare waar zullen worden op deze droge gronden, daar van daan te laten halen en op vruchtbaarder plaatsen te planten. Op deze wijze zou men de cultuur belangrijk bevorderen. Dit voorstel vindt algemeene instemming, en zal de burgemeester den minister verzoeken om een rente loos voorschot van f 5000, om deze te kunnen laten weghalten. Over de wijze van terugbetaling van het voorschot, wanneer dit mocht worden toegsstaan, komt men nog niet tot overeenstemming. Men acht het het beste, dat van iedere baal1 krukels, welke verkocht wordt, 10 ct. wordt gestort, doch men besluit hierover later nader te" spreken. Hierna geeft de burgemeester het woord aan den heer Van Veen van Enkhuizen, die eenige oogenblikken over het vereenigingsleven wenschte te spreken. Deze spré- ker zette op aangename en zakelijke wijze het nut van organiseeren uiteen en werd met veel belangstelling en onverdeelde aandacht aangehoord. De heer Van Veen verklaarde zich volgaarne bereid, om van den winter, wanneer de visschers allen thuis zullen zijn, een le zing te houden, welk aanbod dankbaar door de aan wezigen wordt geaccepteerd. Hierna sloot de voorzitter de bijeenkomst, onder dank zegging voor de groote opkomst. HOOGWOUD. Blijkens de openbare kennisgeving zijn de mili cien ver lof gangers I'. Rempt en G. Schekkerman op geroepen om op 8 Augustus a.s. Jn werkelijken dienst te treden ,'oor herhalingsoefeningen. HOOGWOUD. Aan het voorbereidend militair onderricht, dat in het a.s. winterseizoen alhier gegeven zal worden, zul len ook deelnemen jongens uit de gemeenten Abbe- kerk, Opmeer, Spanbroek en Sijbecarspel. Het getal deelnemers bedraagt alzoo ruim 50. - Lan^edqb. Door de Gezondheidscommissie te Schagen wordt bij de gemeentebesturen aan den Langedijk met kracht aangedrongen tot invoering van het tonnenstelsel. Ook van den kant der ziekenfondsen wordt er op aange drongen dit te doen. DIRKSHORN. In een stampvolle zaal, waar de zomerwarmte op een bijna ondraaglijke wijze haar invloed deed gevoe len zaten wij Maandagavond te genieten bij de opvoe ring van „Weldoeners der Menschheid" en „Taalfou- ten", door de Tooneelvereeniging „West-Frisia" van Hoorn bij gelegenheid der overigens zeer stille ker- mis alhier. Reeds meermalen trad genoemde vereenï- ging hier op, en telkens met evenveel succes. Ook gisteravond was haar optreden éen, groot succes. Ge schoolde artisten leveren dikwijls minder goed werk dan vooral de gebroeders Joh. en Jac. Wilson geven. Keurig was ook nu weer hun spel, zoowel in Weldoe ners der Menschheid, als in Taalfouten. Maar al ge ven beide genoemde heeren cachet aan West-Frisia. ook het spel van den heer Frits van Schager en dat van de dames mevr. C. WilsonAndréa en mej. De Agathe zong mevrouw Reinich-Burger. De inten,- dant woonde de repetitie in een der voorste rijen j van het parket bij. In een, kleine pauze fluisterde de intendant Brandt in 't oor: als mevrouw Reinich-Bur- i ger haar partij met halve stem zingt, laat haar dan haar gang maar gaan. Zij zingt haar partij hier al drie-en-twintig jaar, dus is er zeker genoeg van." Thomas Brandt begreep deze opmerking dadelijk, i Hij moest de zangeres alle reden, ontnemen om boos of prikkelbaar te worden. i Alles ging goed. Het was waar, de Agathe zong schandelijk slecht en met voorliefde draaide zij den kapelmeester den rug toe, meermalen, zette zij valsch in met opzet maar de kapelmeester liet dit j alles met een voorbeeldig geduld over zich heengaan. Elke noot was Brandt bekend, dus om hier of daar j bij te springen of te helpen viel hem volstrekt niet' moeilijk. Maar mevrouw Reinich-Burger scheen geen plan te hebben, den man aan den dirigeeriessenaar een over- 1 winning te doen behalen. i Ia de groote scène hield zij plotseling op. Zij moest gaan zitten. Alles wees op een aanval van zwakte en men liep vlug om een glas water te halen. Thomas Brandt klopte af en wachtte. De muzikan- ten, namen de gelegenheid te baat om hun in,strumen- j ten te stemmen. De regisseur die ia de nabijheid van excellentie Rijberg zat, liep naar het tooneel ea sprak de zangeres toe. Zij greep eea paar maal naar haar hals, haalde diep adem, dan aatwoordde zij den re-1 1 gisseur iets, dat dezen een verschrikten blik op Brandt deed werpen. „Ik wil het na een kleine pauze aog eenmaal probeeren," zoo liet de zange- i res zich tea slotte hooren. I Gemompel, voetengeschuifel. Een tijdlang zweeg i ook het stemmen der instrumenten. De regisseur bracht bericht bij excellentie Rijberg. Nu klonk de snijdende stem van Rijberg door de ruimte: „Maar wij willen u niet kwellen, mevrouw. I Uw solo ,kunt u wel zitteade zingen, u is prachtig bij stem, dus u zult vanavond bepaald weer een. groo- i ten triomf vieren. Is u dat goed?" Mevrouw Reinich-Burger streek met haar zakdoek over haar oogen en prevelde: „dank u, excellentie." De tenor tradt op. Het duet begon. De zangeres deed met halve stem mee. Zij liet zich wel door de melodie meesleepen maar den hoogen toon, dien zij moest uitbrengen, sloeg over: de zangeres was midden in haar gezang in weenen uitgebarsten. „Maar blijf toch bedaard, mevrouw. Noem u toch in acht," riep de intendant van. uit het parket. En de regisseur herhaalde het op vleienden toon. Zij was op een stoel ineengezonken. Mat haalde zij de schouders op, de armen hingen haar slap langs het lichaam. Op den toon van een ziek kind be gon zij dan: „Ik kan niet, neen, ik kan niet. Mijn arme mlanHet is mij niet mogelijk. Hoe zal ik zingen, als daardaarin het orkestEn plotseling begon zij weer luid te weenen. „Maar mevrouwtje, kalm toch, bedaar." „Waar is de dokter?" ..Scherm neer." Alles riep dooreen, de een dit, de ander dat. Daar- tusschen hoorde men het luid gejammer der zangeres. Baron Rijberg bleef nog een, oogenblik met stijf opeengeknepen lippen zitten. Toevallig was de dokter vlak bij en deze liet de zangeres naar de garderobe brengen. Daar bracht hij haar spoedig tot bedaren. Intusschen gaf de regisseur den intendant bericht. Mevrouw Reinich-Burger voeide zich ni6t in staat te zingen, wanneer zij steeds dien man moest zien, die haar man tot een ongelukkige had geslagen. „Scène overslaan verder repeteeren," riep de intendant, nu zelf zeer geprikkeld, streng den kapel meester toe. Vóór de laatste scène der Agathe zocht de inten dant persoonlijk de kunstenares op. Zij verklaarde hem, dat zij in zooverre bedaard was, dat zij het nog eenmaal wilde probeeren. Maar bij den beroemden, kreet: „Schiet niet, ik ben de duif!" barstte zij weer in luid geween uit. Zij liet zich half wegdragen en 'naar huis brengen. De Freischutz werd zonder de zangeres ten einde gebracht. Excellentie Rijberg kauwde aan zijn snor. Niemand waagde zich in de nabijheid van den chef. Ook de regisseur wachtte radeloos in de gang. Eindelijk hief de intendant (Je repetitie op. „Mijnheer Brandt!" riep hij dan scherp door de zaaL „Excellentie!" Thomas Brandt naderde hem. Hij dacht: baron Rij berg moet de poging als mislukt opgeven. „Is uw vrouw in staat vanavond de Agathe te zingen en dat zonder repetitie?" Een lichte duizeling greep Brandt aan. Hij slikte een paar maal. Dan zeide hij, zich tot groote kalmte dwingend: „Daarvoor geloof ik borg te kunnen staan, excellentie,^ Wordt vervolgd. J i I J i_

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 1