AlieictD Kiius-
Artistenleed.
Woensdag 26 Juli 1911.
SCHACER
55ste Jaargang. No. 495(1.
CIUIANT
Dit nummer bestaat uit 1 blad.
Bekendmakingen!
GEMEENTE S C HAGEN'
BEKENDMAKING
betreffende
v VOORKOMING BRANDGEVAAR,
BROEIEN VAN HOOI.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, bren-l
gen. ter kennis van belanghebbenden, dat, ingevolge de
door den Rand dier gemeente vastgestelde regeling
betrekkelijk het onderzoek naar de broeiing von booi
enz.:
lö. De Gemeente is verdeeld in een Noordelijke en
ean Zuidelijke hooistekerswijk en de scheidingslijn
tusschen die wijken wordt geacht te zijn, getrokken
vanaf de brug aan, de Lange Sn,evert door de Hoep
♦Ter de Markt naar en door de Heerenstraat, langs
de Loet, den Menisweg tot aan, de Menisbrug, val
lende verder de perceelen van Zapdvenne, Zeegebuur-
te. Oudendijk en Burghorn on,der de zuidelijke wijk,
«net uitzondering van de perceelen thans bewoond
door G. Bakker en P. A. Klaver, welke geacht wor
den tot de noordelijke wijk te behoor en.
2o. Dat voor het loopende jaar tot hooistekers zijn
benoemd voor de Noordelijke wijk Arie Deutekom,
Noord, Wijk A no. 63, en Cornelis Tuinman, Noord,
wijk A na 22, voor de Zuidelijke wijk Cornelis Boon
tjes, Tj aars dorp, wijk K 49 en Christiaan, Speets,
Dorpen, wijk D no. 45.
Tevens worden belanghebbenden herinnerd aan de
volgende bepalingen, der ajgemeepe politieverordening
dazer gemeente:
Art. 138. Het is verboden, hooi, stroo of andere
licht ontvlambare stoffen buitenshuis te verzamelen
of to bergen op minder dan 10 Meter afstand van
den openbaren weg, van eenige, voor bet publiek toe
gankelijk gestelde open plaats, van eenig gebouw of
getimmerte, tenzij daarvan gescheiden door een dichte
planken schutting ter hoogte van minstens 2 Meter.
Burgemeester en Wethouders kunnen van het hier
bepaalde ontheffing verieenen.
Art 139. Houders van hooi, stroo en andere licht
ontvlambare stoffen zijn verplicht van ieder ontdekt
gevaar van brand, door broeiing of eenige andere oor
zaak ontstaan, onverwijld kennis te geven aan den
Burgemeester, en tevens aan de daartoe vanwege de
gemeente aangestelde hooistekers, die steeds tot onder
zoek daarvan moeten worden toegelaten.
Zij zijn verplicht, op last van den Burgemeester,
of van de hooistekers, de bedreigde voorwerpen ter
stond van de plaats te verwijderen, en verder al dat
gene aan te wenden, wat hun door of vanwege den
Burgemeester of de hooistekers wordt bevolen.
Art. 140. Het ia verboden, aan hout, hooi, stroo
of andere licht ontvlambare stoffen te arbeiden bij
ontstoken vuur; of om hekelhuizen, timmerwinfcols,
loodsen of plaatsen, waar gemelde stoffen verwerkt
of bewaard worden, op eenige andere wijze te ver
lichten dan door goed gesloten lantaarns, olie- of gas
pitten.
Overtreding dezer bepalingen wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van
ten hoogste f 25.
Tot voorkoming van moeilijkheden worden belang
hebbenden ernstig aangespoord hunne verplichtingen
nauwgezet na te komen.
Schagen, den 14 Juli 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
j ROGGEVEEN.
COLLECTE VOOR DEN
GEWAPENDEN DIENST.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen
maken bekend, dat de jaarlijksche Collecte ten behoeve
van het „Fonds tot aamnoedigjng en ondersteuning
van den Gewapenden Dienst in de Nederlanden", in
deze Gemeente zal! worden gehouden aan de huizen
der ingezetenen.
Zij achten het niet ondienstig de ingezetenen te her
inneren. dat dit Fonds niet is opgericht en wordt
aangewend om datgene te doen waartoe de Staat ver
plicht is, maar om buitengewone belooningen uit te
reiken aan hen, tLie bij de verschillende oorlogen voor
ons Vaderland en onze Overzecsche bezittingen lijf en
leven hebben veil gehad.
Burgemeester en Wethouders vertrouwen, met het
oog op de steeds toenemende behoefte, dat de ingeze
tenen door milde offers blijken zullen geven van hunne
belangstelling in het lot der gekwetsten.
Schagen, dm 22 Juli, 1911.
De Burgemeester,
J. P. W. VAN DOORN.
i De Secretaris,
ROGGEVEEN.
NATIONALE MILITIE.
Burgemeester en Wethouder der gemeente Schagen;
Brengen, ter voldoening aan de derde alinea van
Art. 24 der Mihtiewet 1901, (Staatsblad No. 212 van
1901), ter kennis van de belanghebbenden, dat het
overeenkomstig Art. 23 dier Wet afgesloten lnschrij-
vings-Register van 1911, voor de lichting 1912, met
de daaruit opgemaakte olphabetische naamlijst, op he
den ter Secretarie der Gemeente voor een iedér tér
lezing is nedergelegd tot en met den 28 Juli 1911.
des morgens van 9 tot 12 en des middags van 1 tot
4 uur.
Schagen, den 21 Juli 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. P. W. VAN DOORN.
ROGGEVEEN.
De Secretaris,
9-65
994
41
946
699
152
809
167
977,
5025
94
989
737
289
825
215
2049
71
174
10007
768
296
896
240
199
115
176
56
798
303
905
250
339
125
228
70
819
342
920
278
361
149
253
88
881
393
949
286
366
226
316
94
882
477
18009
318
30
239
389
144
889
493
46
348
455
246
450
169
903
499
47
394
461
260
537
179
926
510
135
428
508'
282
593
287
974
564
137
480
521
301
695
366
13006
606
172
496
667
315
716
459
7
612
198
503
643
338
817
460
64
616
205
544
711
377
865
519
76
683
26 2
579
716
426
901
628
96
691
263
700
774
439
984
635
105
695
265
763
845
462
986
642
138
826
352
776
866
488
8010
654
159
834
376
777
926
508
70
741
179
877
432
784
967.
551
128
766
183
16227
470
799
983
674
163
834
195
259
486
849
3029
587
158
879
199
269
511
876
56
685
163
947
272
304
545
914
69
792
173
11023
299
315
569
963
84
795
275
140
305
362
667
965
173
859
365
161
306
400
675
982
217.
898
374
162
340
417
682
397ste Staatsloterij.
lste KLASSE, 2de TREKKING.
HOOGE PRIJZEN,
f 20,000: 8596.
f 5000: 6732.
f 1000: 11987.
f 400: 6177, 12626.
f 200: 2599.
f 100: 7446, 8533, 9209, 11196, 16825, 1757
Binnenlandsch Nieuws.
204
54, 20836.
Prijzen van f 20.
9
3236
5965
8422
11202
13434
16539
18704
10
338
985
425
225
508
556
705
37
408
6000-
450
306
561
575
866
70
429
56
555
314
567
655
938
107
482
89
647
406
594
754
940
173
526
98
676
462
604
765
19024
270
530
99
705
503
615
766
47
307
540
124
849
509
755
803
195
363
571
140
871
533
831
890
214
365
591
232
874
539
917
917
226
410
652
235
878
619
922
950
276
580
899
282
S82
624
14030
955
283
601
903
320
912
673
84
971
299
679
4017
327
961
677
98
974
317
765
80
345
9094
729
99
993
371
7 8 7<
125
347
180
741
151
17037
422
899
165
367
302
786
259
43
429
965
540
384
307
834
269
74
436
989
550
417
333
857
290
103
482
991
553
434
417
907
352
105
495
1016
642
531
434
960
383
199
513
149
643
649
483
965
447
224
564
159.
644
660
563
12041
469
260
703
186
658
729
599
54
540
408
718
269
707
775
611
67
601
413
724
329
772
813
698
237
666
426
747
443
815
845
712
294
768
458
751
669
820
860
722
308
790
533
811
700
873
904
749
379
893
572
818
729
929
932
764
387
933
596
857
853
940
966
815
412
953
656
20009
876
978
989
845
414
15090
730
33
911
990
7016
891
539
127
801
160
Wieriugen.
L.T. Zondag werd door den Burgemeester dezer ge
meente, den heer A. Peeneboom, ten huize van den
heer J. de Wit aan den Poelweg, eene bijeenkomst
gehouden met de visschers, ter bespreking van de Vis-
scherijwet. Velen waren opgekomen om hieraan deel
te n,emen.
De burgemeester opent de vergadering met een woord
wan welkom tot de aanwezigen en zegt deze yerga-
•gadering belegd te hebben naar aanleiding van de 1
Juli in wei-Icing getreden Visscherijwet, speciaal pm
over de krukels en oesters te spreken.
De burgemeester zegt, door tusschenkomst van den
hoofdinspecteur- een schrijven van den Minister ont
vangen te hebben, met het verzoek om na te gaan, in
hoeverre verbetering in dezen toestand mogelijk is. De
Minister zou nu graag zien dat de visschers zich ver-
eenigden, b.v. tot coöperaties van 20 personen en dat
dan deze 20 menschen gezamenlijk een perceel aan
vroegen. om daar de ondermaatsche oesters en krukels
n te zaaien, zoodat de visschers het kleine goed, dat
vóór den handel ongeschikt is, zelf zaaien en daarvan
ook zelf later weder de voordeelen Jfrekken, terwijl
dit tevens het vereenigingplevendat hier nog niet heel
sterk ontwikkeld is, zou bevorderen.
De perceelen zouden b.v. voor 5 jaar verkregen kun
nen Worden, tegen eene kleine pacht of misschien gratis.
De burgemeester vraagt hierover de mcening van de
aanwezigen.
De lieer Kap tem, het woord verkrijgende zegt: Dan
slaan Sve dus weer voor hetzelfde feit als R/a jaar geleden,
met dien |heer Bottemann.
BurgemeesterToen was de visscherij vrij, nu niet.
De [heer Kaptein: Dan is de eerste vraag waar zul
len we de perceelen krijgen; ten tweede: is 't mogelijk
een 20-tal personen in goede harmonie bij elkaar te
krijgen; ten derde: wal zal beter zijn, de kleine oesters
weder over boord te weipen, op de plaats waar ze
gevischt worden, of ze aan boord houden en dan naar
de perceelen te brengen? Ik geloof dat het veeL betér is
ze bij het visschen uit te zoeken en op dezelfde plaats,
waar ze groeien, overboord te werpen, dan ze aan
boord te houden en naar een perceel te 'brengen, waar
men niet zeker is of ze wel groeien zullen. Met de
krukel is het precies! !h»etzelfde. Gesteld, dat er 20
visschers zijn. die een ploeg vormen, dan geloof ik
nooit dat dit goed zal gaan. En als we het zaad der kru
kels op visschen, zullen ze groeien op éen perceel'? Ik
geloof van niet en meen dat het algemeen belang meer
gediend zal' zijn. met het zaad direct over boord te
werpen op d'e plaats waar het gevischt wordt; het
moet ruimte hebben en niet dik op een perecel
Feuilleton.
ROMAN
van
PAUL HöCKER.
15.
Sidderend over haar geheele lichaam kwam Hella
weer thuis. De oude dame had haar ontvangen, maar
aJleen om haar te zeggen, hoe diep zij getroffen was
over de schande die Hella over de familie had ge
bracht, met haar allerdwaast huwelijk. Dat courantsn-
sehandaal vergaf zij Hella nooit. Dien straatroover
wilde zij niet zien en zij vond het al schandelijk ge
noeg, dat haar man zich nog hier had durven ver- j
toonen.
Zoo verschoonend mogelijk bracht, Hella, de bood-!
schap over.
Brandt vertrok. En Hella volgde hem na een paar
dagen, na de pronkerige begrafenis, waarbij de regi-
mentsmuziek speelde en haar zuster Anna voor de
laatste maal in haar leven, iets van de glorie te zien
kreeg, waarop haar heele leven was gebaseerd ge
weest evenals dat van Berenbrok zelf.
Met droevige duidelijkheid werd weldra beweaan.
dat de heele nalatenschap van Dr. Berenbrok zich in
een ellendige wanorde bevond. Geheimraad Von Re-
dem had de voogdijschap van Anna'3 kinderen op
zich genomen. Hij kon in de papieren en aanteeke-
ningen van Berenbrok over allerlei beleeningen enz.
nauwelijks den weg vinden. Hella was zooveel te
weten gekomen, dat onder haar naam op geen enkele
bank een depot geboekt stond. De negenduizend mark
had Berenbrok genomen van een bank, -maar op
zijn eigen naam.
„Heb jij dan soms nog een brief, Hella?" vroeg
Thomas, „waarin hij jou een afrekening belooft te
gen Januari?'"
Hella zocht, zij vond wel een enkel papiertje in
haar schrijftafel, maar eenig cijfer was daarin niet
genoemd.
„Een soort rekening moet hij toch voor je heb
ben gevoerd heeft hij je vroeger dan nooit tekst
en uitleg gegeven van dit of dat?"
„Wanneer ik geld noodig had, schreef ik hem
steeds. Dan vermaande hij mij gewoonlijk spaarzaam
te zijn en zond mij de som, die ik gevraagd had.
dat wil zeggen, steeds iets minder. Nu, ik heb er
zelf ook noodt hoek over gevoerd. Dat moest h ij
doen, dacht ik."
„Dat zal hij ook wel hebben gedaan. Het zal ook
wel bepaald gevonden, worden."
„Geheimraad Von Redern is de zaak ook heel pijn
lijk. In de volgende maanden kan ik onder deze
omstandigheden nog op niemendal rekenen. Eerst
moet het voogdijgerecht zich met de erfenis hebben
bemoeid."
„Welnu, kindlief, dan wachten wij het maar heel
kalm af. Voorloopig kunnen wij het met ons inkomen
nog wel redden."
„Maar van den zomer zullen wij geld noodig heb
ben. Ik dacht dat wij dan een huisje zouden huren,
een meisje nemen en alles heel netjes inrichten."
Hij kuste haar, stelde haar gerust, in geldzaken
bezat Thomas een gulden lichtzinnigheid.
Weder zette een stille arbeidzame tijd zich in.
Het kerstfeest kwam. Thomas componeerde vlijtig aan
zijn komische opera. Hij liet zich niet uit de stemming
rukken, zelfs niet door de aanklacht bij het gerecht.
Midden Januari werd Buisgen, de kapelmeester, zieb
die tot dusver de groote opera had geleid. Hij kreeg
een zware influenza. Da solorepetitor zou voor hem
inspringen, maar na de eerste scènei moest alles wor
den, afgebroken,, de man had geen voldoende capaci
teiten, De dirigent van het balletcorps kwam even
eens niet in, aanmerking. In dezen nood zond de in
tendant om Thomas Brandt
Hij wachtte reeds ongeduldig in de spreekkamer op
hem.
„Het beste Is, dat wij deze gelegenheid benutten,
om weer op uw plaats te brengen. Wees nu maar
vriendelijk, Brandt, houd ze allemaal te vriend, mis
schien loopt het dan meteen rond."
Thomas Brandt kwam met den intendant op het
tooneel. Het scherm was opgehaald en het orkest ver
zamelde zich reeds. De onderbroken operette van de
Freischutz zou weer worden voortgezet.
Met weinige woorden stelde de intendant den jon
gen kapelmeester voor.
Voor Thomas Brandt was de vermaning om vrien
delijk en beleefd te zijn niet noodig geweest. Hij
hongerde naar bezigheid en hij was oprecht gelukkig,
dat hij eindelijk weer den dirigeerstok in handen
kreeg. En hij bracht een frlschheid en opgewektheid
mee aan den lessenaar, die zich aan de anderen mee
deelde. Het was te bemerken, dat de ouverture mét
groote ambitie werd gegeven.
De heer KoornIk kan bevestigen, dat het met
de oesters is, zooals de heer Kaptein zegt; haal je ze
uit haai- element en houdt ze eenigen tijd aan boord, dan
krijg je veel1 dooien; ik heb dit bij ondervinding.
Ook de heer J. Metselaar deelt nog mede, dat, wan
neer zij ongeveer 5000 jonge oesters zaaien, er niet
meer dan 3000 groot worden.
BurgemeesterDe vergadering moet wel in ovcrwc--
ging nemen, dat de minister mij verzocht heeft dit te
willen bespreken en de bedoeling is het te regelen,
zooals dit de visscherij het voordeeligst zal zijn.
Na nog vele discussen is men van meening. dat
de visscherij het meest gebaat zal zijn, wanneer do
bestaande toestand blijft, zooals thans, dus geen percee
len.
Men is van meening dat de krukels zich op vrije,
groote velden veel meer zullen vermenigvuldigen dan
op perceelen, en dit zou allicht ook weer aanleiding
kunnen geven, dat later tot publieke verpachting werd
overgegaan; men kreeg dan denzelfden toestand als nu
met de verpachting der dijken.
Men oppert het idéé of het niet mogelijk zou zijn,
de kleine krukels op het Horntje en het schor, welke
nu nimmer leverbare waar zullen worden op deze
droge gronden, daar van daan te laten halen en op
vruchtbaarder plaatsen te planten. Op deze wijze zou
men de cultuur belangrijk bevorderen.
Dit voorstel vindt algemeene instemming, en zal de
burgemeester den minister verzoeken om een rente
loos voorschot van f 5000, om deze te kunnen laten
weghalten.
Over de wijze van terugbetaling van het voorschot,
wanneer dit mocht worden toegsstaan, komt men nog
niet tot overeenstemming. Men acht het het beste, dat
van iedere baal1 krukels, welke verkocht wordt, 10 ct.
wordt gestort, doch men besluit hierover later nader
te" spreken.
Hierna geeft de burgemeester het woord aan den heer
Van Veen van Enkhuizen, die eenige oogenblikken over
het vereenigingsleven wenschte te spreken. Deze spré-
ker zette op aangename en zakelijke wijze het nut van
organiseeren uiteen en werd met veel belangstelling en
onverdeelde aandacht aangehoord. De heer Van Veen
verklaarde zich volgaarne bereid, om van den winter,
wanneer de visschers allen thuis zullen zijn, een le
zing te houden, welk aanbod dankbaar door de aan
wezigen wordt geaccepteerd.
Hierna sloot de voorzitter de bijeenkomst, onder dank
zegging voor de groote opkomst.
HOOGWOUD.
Blijkens de openbare kennisgeving zijn de mili
cien ver lof gangers I'. Rempt en G. Schekkerman op
geroepen om op 8 Augustus a.s. Jn werkelijken dienst
te treden ,'oor herhalingsoefeningen.
HOOGWOUD.
Aan het voorbereidend militair onderricht, dat in
het a.s. winterseizoen alhier gegeven zal worden, zul
len ook deelnemen jongens uit de gemeenten Abbe-
kerk, Opmeer, Spanbroek en Sijbecarspel. Het getal
deelnemers bedraagt alzoo ruim 50.
- Lan^edqb.
Door de Gezondheidscommissie te Schagen wordt bij
de gemeentebesturen aan den Langedijk met kracht
aangedrongen tot invoering van het tonnenstelsel. Ook
van den kant der ziekenfondsen wordt er op aange
drongen dit te doen.
DIRKSHORN.
In een stampvolle zaal, waar de zomerwarmte op
een bijna ondraaglijke wijze haar invloed deed gevoe
len zaten wij Maandagavond te genieten bij de opvoe
ring van „Weldoeners der Menschheid" en „Taalfou-
ten", door de Tooneelvereeniging „West-Frisia" van
Hoorn bij gelegenheid der overigens zeer stille ker-
mis alhier. Reeds meermalen trad genoemde vereenï-
ging hier op, en telkens met evenveel succes. Ook
gisteravond was haar optreden éen, groot succes. Ge
schoolde artisten leveren dikwijls minder goed werk
dan vooral de gebroeders Joh. en Jac. Wilson geven.
Keurig was ook nu weer hun spel, zoowel in Weldoe
ners der Menschheid, als in Taalfouten. Maar al ge
ven beide genoemde heeren cachet aan West-Frisia.
ook het spel van den heer Frits van Schager en
dat van de dames mevr. C. WilsonAndréa en mej.
De Agathe zong mevrouw Reinich-Burger. De inten,-
dant woonde de repetitie in een der voorste rijen j
van het parket bij. In een, kleine pauze fluisterde de
intendant Brandt in 't oor: als mevrouw Reinich-Bur- i
ger haar partij met halve stem zingt, laat haar dan
haar gang maar gaan. Zij zingt haar partij hier al
drie-en-twintig jaar, dus is er zeker genoeg van."
Thomas Brandt begreep deze opmerking dadelijk, i
Hij moest de zangeres alle reden, ontnemen om boos
of prikkelbaar te worden. i
Alles ging goed. Het was waar, de Agathe zong
schandelijk slecht en met voorliefde draaide zij den
kapelmeester den rug toe, meermalen, zette zij valsch
in met opzet maar de kapelmeester liet dit j
alles met een voorbeeldig geduld over zich heengaan.
Elke noot was Brandt bekend, dus om hier of daar j
bij te springen of te helpen viel hem volstrekt niet'
moeilijk.
Maar mevrouw Reinich-Burger scheen geen plan te
hebben, den man aan den dirigeeriessenaar een over- 1
winning te doen behalen.
i Ia de groote scène hield zij plotseling op. Zij moest
gaan zitten. Alles wees op een aanval van zwakte en
men liep vlug om een glas water te halen.
Thomas Brandt klopte af en wachtte. De muzikan-
ten, namen de gelegenheid te baat om hun in,strumen-
j ten te stemmen. De regisseur die ia de nabijheid van
excellentie Rijberg zat, liep naar het tooneel ea sprak
de zangeres toe. Zij greep eea paar maal naar haar
hals, haalde diep adem, dan aatwoordde zij den re-1
1 gisseur iets, dat dezen een verschrikten blik op
Brandt deed werpen. „Ik wil het na een kleine
pauze aog eenmaal probeeren," zoo liet de zange- i
res zich tea slotte hooren.
I Gemompel, voetengeschuifel. Een tijdlang zweeg i
ook het stemmen der instrumenten. De regisseur
bracht bericht bij excellentie Rijberg.
Nu klonk de snijdende stem van Rijberg door de
ruimte: „Maar wij willen u niet kwellen, mevrouw. I
Uw solo ,kunt u wel zitteade zingen, u is prachtig
bij stem, dus u zult vanavond bepaald weer een. groo- i
ten triomf vieren. Is u dat goed?"
Mevrouw Reinich-Burger streek met haar zakdoek
over haar oogen en prevelde: „dank u, excellentie."
De tenor tradt op. Het duet begon. De zangeres
deed met halve stem mee. Zij liet zich wel door de
melodie meesleepen maar den hoogen toon, dien
zij moest uitbrengen, sloeg over: de zangeres was
midden in haar gezang in weenen uitgebarsten.
„Maar blijf toch bedaard, mevrouw. Noem u toch
in acht," riep de intendant van. uit het parket. En
de regisseur herhaalde het op vleienden toon.
Zij was op een stoel ineengezonken. Mat haalde
zij de schouders op, de armen hingen haar slap
langs het lichaam. Op den toon van een ziek kind be
gon zij dan: „Ik kan niet, neen, ik kan niet. Mijn
arme mlanHet is mij niet mogelijk. Hoe zal ik
zingen, als daardaarin het orkestEn
plotseling begon zij weer luid te weenen.
„Maar mevrouwtje, kalm toch, bedaar."
„Waar is de dokter?"
..Scherm neer."
Alles riep dooreen, de een dit, de ander dat. Daar-
tusschen hoorde men het luid gejammer der zangeres.
Baron Rijberg bleef nog een, oogenblik met stijf
opeengeknepen lippen zitten.
Toevallig was de dokter vlak bij en deze liet de
zangeres naar de garderobe brengen. Daar bracht hij
haar spoedig tot bedaren.
Intusschen gaf de regisseur den intendant bericht.
Mevrouw Reinich-Burger voeide zich ni6t in staat te
zingen, wanneer zij steeds dien man moest zien, die
haar man tot een ongelukkige had geslagen.
„Scène overslaan verder repeteeren," riep de
intendant, nu zelf zeer geprikkeld, streng den kapel
meester toe.
Vóór de laatste scène der Agathe zocht de inten
dant persoonlijk de kunstenares op. Zij verklaarde
hem, dat zij in zooverre bedaard was, dat zij het nog
eenmaal wilde probeeren.
Maar bij den beroemden, kreet: „Schiet niet, ik ben
de duif!" barstte zij weer in luid geween uit. Zij liet
zich half wegdragen en 'naar huis brengen.
De Freischutz werd zonder de zangeres ten einde
gebracht.
Excellentie Rijberg kauwde aan zijn snor. Niemand
waagde zich in de nabijheid van den chef. Ook de
regisseur wachtte radeloos in de gang.
Eindelijk hief de intendant (Je repetitie op.
„Mijnheer Brandt!" riep hij dan scherp door de
zaaL
„Excellentie!"
Thomas Brandt naderde hem. Hij dacht: baron Rij
berg moet de poging als mislukt opgeven.
„Is uw vrouw in staat vanavond de Agathe te
zingen en dat zonder repetitie?"
Een lichte duizeling greep Brandt aan. Hij slikte
een paar maal. Dan zeide hij, zich tot groote kalmte
dwingend: „Daarvoor geloof ik borg te kunnen staan,
excellentie,^
Wordt vervolgd.
J i I J i_