Een cuderwetsche liefdesgeschiedenis. jarigen gehuwden winkelier H. W. Roskamp op het hoofd, en wel met zooveel kracht, dat de hersenpan gespleten word. De getroffene, die onmiddellijk naar hot ziekenhuis werd overgebracht, verkeert in levons- govaar. Do dader bevindt zich in arrest en heeft reeds bokcnd. ZÜPE. Tor secretarie zijn tot heden 6 nummerbewyzen af- gogoven aan houders van hondenkarren. In het geheel schijnen in deze gemeente 200 hondenkarren te zijn. DOOOELMKE ONGELUKKEN. De landbouwer H. Hol ken borg, te Lichten voordo, welke zich do vorige week by het roggemaaien met een zeis do voet afsneed, is Dinsdag aan de gevolgen overleden. Dinsdagavond is to Boxtel een vrouw door een rangeorond treindeel overreden en gedood. Bij Dedomavaart is Woensdagochtend vroeg den wegwerker Yitter door den trein oen zijner beenen af gereden. Tydens het vervoer naar Zwolle is de gewonde bezweken. HOOGWOUD. Tot brandmeester bij de brandspuit in de Weere is benoemd de heer L. Glas, aldaar. Deze benoeming was noodig, doordat de heer G. Por- tegios, tot opoerbrandmeester was benoemd. I>E HAAGSCHE RAADSVERKIEZING. Msar wy vernemen heboen Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland in zako de raadsverkiezing in district 1 lo 'sGravenhage op grond van art. 30 der gemeentewet aan B. en W. inlichtingen gevraagd met het oog op een door Ged. Staten ter zake in te stellen onderzoek. GEVOLGEN VAN DE ZEELIEDENSTAKING IN INDIë. Het N. v. d. D. van N. I. geeft o.m. het volgende relaas van by het vertrek van het s.s. Oranje uit de haven van Tandjong Priok voorgevallen ongeregeldheden Degenen die (27 Juli) naar Priok zijn gegaan om af scheid te nemen van kennissen aan boord van de Oranje, hebben by het vertrek van dat stoomschip gelegenheid gehad om, beter dan uit krantenberichten mogelijk is, eens een kykje te nemen in „de stakingsbeweging," Aan de kade lagen achter elkander de Wilis van de Rott. Lloyd, de Tjimanoek van de Java—China—Japan- lyn, pas uit Holland gekomen, en de Oranje, van de My. „Nederland." De beide laatste schepen, bemand vóór de staking was uitgebroken, met Amsterdammers aan boord, het eerste schip bemand met Rotterdammers, en wel met z g. onderkruipers. Nu kunnen een Amsterdammer en een Rotterdammer elkander so wie so reeds niet uitstaan, maar nu er onderkruipery in het spel was, dreigden natuurlyk te Tandjong Priok ongeregeldheden. De lui van de Oranje en de Tjimanoek, die zelf niet konden stakenomdat zy de monsterrol hadden getee- kend, sympathiseerden niettemin met de stakers, en besloten' derhalve de Wilis gasten eons even „af te dro gen", welk loffelijk voornemen Woensdagavond, toen niet meer of minder op het programma stond dan eene bestorming van hot Rotterdamscho vaartuig, door het optreden der politie werd verydeld. Do brave Oranjeklanten en Tjimanoekersvermaakten zich toen met van den bak hunner schepen ledige fles- schen te wernen naar de voorbijgaande leden van de equipage der Wilis. Gisterenavond nu, toen eenige stokers van de Oranje „er nog óóntjo haddon genomen", en zelfs méér dan „eentje", wilden zy de poging om te „kloppen" nog oens herhalen, en in het gedrang der het schip verla tende bezoekers snelden zy de kade op, een paar lui van de Wilis achterna. Daar had je de poppen aan het dansenNauwelijks was het gewenschte gevecht echter oen paar seconden aan den gang, of do politie, ouder leiding van den commissaris Kop, was er als de kippen by, en er ontstond vóór de Oranje een worsteling tus- schen de dronken vechtersbazen, en de politie, die ze naar boord bracht. „La-me-los", brulden de eersten, met dikke tong, en al worstelende. L&mo-los; la-me die-smeris-even-dood- slaan." Maar eigenlijk waren de meesten. na de eerste kennis making met gemeldon „smeris", er volstrekt niet rouwig om dat ze niet werden los gelaten Totdat een paar der chefs van de opscheppers van boord kwamen (prettig werken, tusschen haakjes met zulk staak-gespuis) ze eenvoudig in den nek namen, als hondjes, en ze zóó tegen de trap op droegen. Eenmaal aan boord, vermaakte het beschonken zoodje zich met tieren en vloeken tegen de politie: „Nanti lain reis; dan-zal ik je en voorts met het gooien met stukken steen en steenkool naar het publiek op de kade tengevolge waarvan eenige heeromen een dame letsel bekwamen. Een Europeesche hoofd-agent werd door een steen zelfs tot bloedens toe aan den linkerschouder verwond. Het was in één woord, een walgelijk schouwspel, en wel geschikt om op haar juiste waarde te leeren schat ten de mooie beweringen over „het verantwoordelijk heidsgevoel" der stakers en hun aanhangers. I)E DROOGTE. Men schrijft uit het eiland Tholen: De eendenjacht op dit eiland heeft bittere teleur stelling" opgeleverd; eensdeels is dit te wijten aan, de droogte, waardoor de eenden, geen gelegenheid had den om geschikte weidplaatsen te vinden, maar an derdeels ook aan de late opening der jacht, daar de i meeste vogels toen reeds weg waren. Men schrijft uit Schouwen: Tengevolge der langdurige droogte en de verschroei ende hitte, is het gewas der Oost-Indische kers groo- teudeels verbrand. De opbrengst van het zaad zal ver beneden het middelmatige zijn. Door de droogte is er voor de arbeiders op de Priesche zandgronden weinig werk meer. De boer heeft geen werk, in, de bosschen is het werk ook afgeloo- pen. Eiken dag vertrekken er naar de Duitsche mijn streken. Bij den Duitschen boer is door de droogte ook geen plaats te krijgen. Groningen is ia nood. Ja waarlijk bet werdt erg I Zoowel op de zware klei-, als op de veen- en zandgron den is het door de geweldige droogte op vele plaatse n een benarde toestand. De kanalen en vaarten zyn voer eenigszins diepgaande schepen overal lang niet meer te bevaren. Het Zuidelijk Westerkwartier is zoo goed als droog. Een ramp voor vele kleine schippers en schuiten voerders. "Vele veehouders kunnen bij gebrek aan water in de slooten hun vee niet meer schuttenheelkommu- nistisch ziet men al groepen door elkaar weiden, voor zoover er nog weide is. Met het laatste is het echter treurig gesteld. Doch erger staat het voor het vee met 't drinken. Wagens en karren halen ver weg dag in dag uit drinkwater voor het vee. Om van water voor huis houdelyk gebruik niet eens te spreken. Waar of som mige menschen zich van weten te redden, dat blijft 'n geheim Oo vele boerderijen kan met moeite de stoom dorechmichine aan water worden geholpen. Voeg daarbij de mulle en stoffige wegen, het verdorde en verdroogde gras en fruit, waarlijk dan is de toestand hier kritiek Eén branche van den landbouw is er die van dit alles geen schade ondervindt, d.i. de graanbouw. Zelden zag men dezen oogst zoo voordeelig binnengebracht als thans bij prachtig blank stroo en ruime opbrengst van graan weegt dit laatste als in geen jaren te voren. Ook zullen vermoedelijk de aardappelen het dit jaar zeer goed maken. Het Volk. OUDKARSPEL. Gisteravond gaf onze dorpsgenoot de heer J. van Zalingen een staaltje van, durf en koelbloedigheid, door in het hok van.een leeuw met een leeuwin, in bijzijn van 2 temmers een glas champagne te drin ken en een sigaar te rooken. Hoewel beide dieren zich rustig hielden, bedwongen door het oog van hun meester, gaf de leeuwin geen onduidelijke blijken, dat zij op het ongewoon gezelschap niet bijster gesteld was. Wier lagerwaard. De heer P. Stadt, hoofd der school alhier, is be noemd tot 1 eeraar in hot Nederlajidsch aan den han delsavondcursus te Alkmaar. EEN GEHEIMZINNIGE DIEFSTAL. In den, afgeloopen nacht werd door een dor bewa kers van den Gecontroleerden Particulieren Nachtvei- llgheidsdienst een diefstal ontdekt, die niet van ge heimzinnigheid ontbloot schijnt te zijn. I In perceel Spuistraat 157 te Amsterdam heeft de I firma Schalekamp, Van de Grampel Bakker haar kantoor gevestigd. Hoewel deze firma zelf niet bij den bovengenoemden, veiligheidsdienst aangesloten is, la ten de bewakers bij hun ronde hun, alziend oog tocli over numero 157 gaan, omdat, wanneer ongen.oode gasten eenmaal den drempel van dit huis overschredei hebben, andere woningen, die wèl aangesloten zijn, door iuklimming langs den achterkant gemakkelijk te bereiken zouden zijn. Om half elf, bij zijn eerste ronde, probeerde de be waker, gelijk zulks hem Is voorgeschreven, of de deur der heeren Schalekamp. v. d. Grampel Bakker be hoorlijk gesloten was. Dit bleek het geval te zijn, zoowel om half elf als om half drie. Bij zijn derde rondo, twee uur later, merkte de bewaker echter tot zijn groote verbazing, dat de kruk eenvoudig omge draaid kon worden, en de deur dan openging. Van een bewijs, dat men zich door middel van geweld toe gang had verschaft, viel niets te bespeuren. De bewaker ging onmiddellijk den conciërge van 't gebouw waarschuwen en samen gingen ze een kijkje nemen in het kantoor. Daar heerschte groote wan orde. Alles lag door elkaar. De brandkast stond open en in het slot stak nog een stuk van een sleutel. Twee geldkistjes, die in de kast stonden, bleken ge forceerd te zijn. De inhoud was verdwenen, 't Eigen aardige van, 'de zaak is echter, dat de mannen op ta fel nog twee bankjes van f 100, een tg zilvergeld, een postzegelbook, dat een vrij groote waarde vertegen woordigde en... een eindje sigaar vonden. Natuurlijk werd de politie onmiddellijk op de hoogte van de zaak gebracht. Naar ons werd medegedeeld, heeft eenige jaren ge leden bij genoemde firma een gelijksoortige diefstal plaats gehad. Telegrafisch Weerbericht 24 AUGUSTUS. VERWACHTING. Aanvankelijk matige Zuidoostelijke latei- Zuidweste lijke wind. Toenemende bewolking, waarschijnlijk re genbuien met kans op onweer, 's Nachts warmer. door ALFRED HEDENSTJERNA. In het begin der negentiende eeuw heerschic er in do meeste gezinnen van het hooge Noorden, vooral buiten, do groolsle eenvoud cn zuinigheid, en boven al in de pastorieën was het leven zoo primilief en aartsvaderlijk, dat het tegenwoordige geslacht zich nau welijks eene voois telling er van kan maken. Ik heb zelf nog de hut gezien, waarin de weleer waarde zeergeleerde heer Peter Olsenius, hulpprediker, zestien jaren lang leefde, studeerde, sliep en zijne preeken schreef. Het was een heel klein huisje, op zichzelf - slaande in den tuin van de paslorio, in een afgelegen hoek achter het groote woonhuis, dat thans afgebroken is, en het beslond uit slechts een enkel vertrek. De muren waren van dikke houten blokken, zooals men ze zelden zelfs op het land meer aantreft. Eene kleine deur voerde, zonder treden of drempel, zoo dade lijk in de kamer, waar, onder eene groote open schouw, een hout- en turfvuur walmde. Magister Peter zal het dus stellig in de lange winternachten niet al te warm gehad hebben in zijne woning. Het geheele huisje besloeg van buiten maar vier metera in het vierkant, van binnen was liet zooveel kleiner als de houten wanden dik waren. Eene zoldering of een onderdak was er niet. en men zag onmiddellijk boven zich de houten ribben, die tot onderlaag dien den voor den voorraad turf om te stoken. In het midden onder den nokbalk was het huisje meer dan drie meters hoog. maar aan de kanten kon een man van middelbare lengte niet rechtop staan. Aan de eene zijde bevond zich de deur, aan de andere het venster, dat klein en bovendien door breede loodomvattingen in acht ruiten verdeeld was, zoodat het daglicht, dat in het koude jaargetijde tot den hulpprediker binnendrong, ook niet heel sterk kan geweest zijin. In den, hoek vaD het vertrek waren schots en scheef kïppenrekken aangebracht. Op den grond wan delde een klokkende hen met hare kuikens rónd. Ziedaar de eene helft van het tooneel, waarop zich de eigenaardige liefdesgeschiedenis van magister Pe ter Olsenius en mejuffrouw Lina Baumert afspeelde. Ook de oude pastorie, met dakspanen gedekt, was een laag gebouw. Er was eene stoep voor. het huis, met zitbankjes aan heide kanten. Een portaal of voorhuis was er niet, de deur voerde onmiddellijk in de „zaal" met de open schouw, waar iederen win terochtend Lina en hare zusters de spinnewielen in beweging brachten, en waar de catechisanten twee maal in de week ter leering kwamen. Links waren twee deuren- De eene voerde naar een vertrek, dat tegelijk bureau en studeervertrek van den „lieven vader" was en slaapkamer van do „lieve ouders"; de tweede voerde naar de kamer van de meisjes. Rechts bevonden zich de keuken en de voorraadkamer Boven was nog een klein zolderkamertje. Men at een voudige gerechten, droeg eigen geweven kleederen van den simpelsten snit, en werkte ijverig van den vroegen morgen tot, den - avond. Een lied onder het spinnen en een paar feesten omstreeks Kerstmis, wa ren de ontspanningen. Reine, strenge zeden werden als iets geheel vanzelf sprekends beschouwd, zonder dat iemand zich over moraal het hoofd brak. Zoo vlood het leven in de oude pastorie daarheen, jaar in, jaar uit hetzelfde, alle dagen aan elkander ge lijk. Doch. waar ook en, onder welke omstandigheden, het mensdhelijke hart doet steeds zijne rechten gel den. Juffrouw Lina had nog maar weinig mannen gezien en nog geen enkelen, van nabij leerèpkénnen, toen haar vader zich door zijne zwakke gêèöndheid genoodzaakt zag, aan den kerkeraad om eën'hulppre- diker te vragen en Peter Olsenius het kleine huisje kwam betrekken. Onmogelijk zou zij later .hebben weten te zeggen, op welk tijdstip zij was begonnen hem lief te krijgen. Misschien waren in dat eenvoudige gemoed plotseling alle bloesems tegelijk open gesprongen, misschien ook had zij zich van lieverlede aangetrokken gevoeld door zijn rustig, vast karakter, door zijn goedige te vredenheid en door zijne voor dien tijd zeer voor uitstrevende preeken. Hoe het zij -het duurde niet heel lang of zij had hem lief, meer dan eenig mensch of ding op aarde. Lina was de oudste van dominee Baumert's kin dereu, en alles behalve eene schoonheid. Hare for- sche gestalte was meer stevig dan welgevormd, en haar vlasblonde haar en sterk vooruitspringende wangbeenderen waren zeker weinig geschikt om man nenharten in verrukking te brengen. Er straalde ook meer zielskracht dan wel zachte lieftalligheid uit hare lichtblauwe oogen; en een minder behaagziek meisje dan Lina had er zeker nooit op dézen aardbodem rond gewandeld. De vrijers gingen haar dan ook voorbij, voer den eerst zuster Anna en, toen zuster Tina weg;. Lina treurde er niet om en verheugde zich" dat. het niet magister Peteris hart was. dat eene van halfzusters gestolen had. - Deze brave heer was ook niet juist wat menteen knap man noemt. Van boerenafkomst, was hij meer welwillend en, goedig dan aangenaam of fijn van manieren, en het zou wel te verwonderen geweest zijn indien hij met zijn krommen rug, zijne lange, magere armen, zijn hoekige gezicht vol sproeten, omlijst door haar van dezelfde kleur als dat van Lina, aan eenig vrouwenhart, groote liefdesmart hadde berokkend. Jaren gingen voorbij, maar wat er omging 'in het hart van Peter Olsenius, wanneer hij zijne door Lina net gestreken beffen bekeek, of zijne lievelingsgerech ten at, door hare hand smakelijk toebereid, daarvan verraadde hij niets. Menige hulpprediker kreeg in den loop der tijden een beroep als predikant, doch, ofschoon Peter 'Olse nius onverdroten solliciteerde, het geluk was hem niet gunstig en, men liet hem maar steeds in 'de pa storie van dominee Baumert. Misschien zou hem dat zijn gaan vervelen, als hij er zich niet zoo behaag lijk gevoeld had. Trouw verzorgd door Lina, had hij langzamerhand bijna geheel de plaats van een zoon des huizes ingenomen, en daar de „lieve ouders" beiden sukkelend waren geworden, was men 'ten slotte hem en juffrouw Lina als de hoofdpersonen gaan, be schouwen. Lina kwam met al hare kleine huishoudelijke zor gen bij hem, en zij overlegden alles 'samen. Alleen hare lang gesmoorde liefde kwam nooit ter sprake. Eindelijk stierf in eene naburige kleine gemeente de oude dominee, en Peter Olsenius werd in zijne plaats tot predikant beroepen. Dat gaf groote treurigheid bij de Baumerts, want hoewel de oudeiui den trouwen hulpprediker van har te het beroep gunden, zoo viel het liun toch al te hard hem te zullen moeten missen. "Wat Lina be treft, zij wist piet of zij hopen of vreezen moest. Zou nu de scheiding 'daar zijn, of zou thans eindelijk zijn hart wel spreken? Peter Veisde naar de stad en toen hij vandaar te- j rugkwam, was hij buitengewoon vroolijk en wel te moede. Hij ging naar den „lieven vader" en zei: „Ilc heb mijne nieuwe pastorie verpacht, en, daar er niet veel verschot van predikanten in het land is, heb ik verlof gekregen, ook na de aanvaarding van mijn nieuwe ambt, hier als hulpprediker te blijven." Allen verheugden zich over dit goede nieuws, en van nu af ging alles weer zijn ouden gang. Het was nu zestien jaar, dat Peter Olsenius het ambt van hulpprediker bij dominee Baumert bekleed de. Daar stierf op zekeren dag de „lieve vader", en de „lieve moeder" werd zoo ziek, dat ook haar stel lig niet veel tijd meer te leven, zou overblijven. Juffrouw Lina was nu zes-en-dertig jaar, en de wel- eerwaarde zeer geleerde Peter Olsenius, die twintig jaar was geweest, toen hij begonnen was te studee- ren, was nu volle- zes-en-veertig Maar beiden zagen er eigenlijk beter uit dan toen zij elkander pas leer den kennen, want leelïjk verandert niet zoo snel. Paaschzondag brak aan. Juffrouw Lina had aan de beide dienstmeisjes verlof gegeven naar de kerk te gaan,; zij zelf zou voor huis en hof zorgen, want nog een jaar hadden zij de pastorie mogen behouden. Toen zij aan de bron stond om het vee te dren ken, kwamen de menschen uit de kerk naar huis en liepen haar voorbij. „Goeden dag, juffer!" „Een vroolijk Paaseh- feest, juffrouw Lina!" zoo groette haar de een na den ander. En naar het Lina toescheen, lag er heden een bij zonder vriendelijke klank in die groeten. Toen kwam een van de dienstmeisjes naar haar toe, drukte haar stevig de hand en zei: „God. ze- gene u, juffrouw." „Wat meen je, Lena?" „Wel u gaat immers trouwen, juffrouw!" En toen vernam de verblufte juffrouw Lina, dat dominee Olsenius heden van den preekstoel zijn ondertrouw met haar had afgekondigd. Een oogenblik was het Lina als draaide alles met haar in het rond. Maar zij had goede zenuwen, be dwong zich en ontving den predikant op hare gewone kalme manier. Zij vond dat het voor hem nu toch wel tijd zou zijn om te spreken. Maar hij at heel bedaard zijne erwtensoep en, daar na zijn vleesch. Toen zij hem vervolgens de panne koeken aangaf, een extraatje voor Paschen, legde hij het bewijs van ondertrouwd op haar bord en vroeg: „Wat zegt u daarvan, juffrouw Lina?" Zij werd gloeiend rood, hoofdzakelijk van vreug de, Maar toch kwam er iets als trots in haar op en zij zeide: „Daar hadt u mij toch wel eens iets van kunnen zeggen, Peter Olsenius." Hare stem klonk hem zoo vreemd, dat hij er eens klaps aan begon te twijfelen of hij wel den rechten vorm voor zijn huwelijksaanzoek gekozen had. Toen zeide hij, verlegen zich verontschuldigend: „Wees niet boos. juffrouw Lina! Ilc dacht u hiei-- mee eene kleine Paasckverrassing te bezorgen." „Maar waarom hebt u toch al die jaren gewacht?" „Liefste Lina, wij behoefden niet te trouwen zoo lang de „lieve vader" in leven was en wij elkaar toch iederen dag zagen- Nu is hij heengegaan en de „lieve moeder" Ligt ziek. Met de oude pastorie loopt het op een eind. Zoo is het dus tijd dat wij eene nieuwe grondvesten. Wilt u mij daarbij behulpzaam zijn?" Zij stond op, ging achter zijn stoel en sloeg den arm om zijn hals, boog zich neer en kuste hem. Ben, glimlach trok over zijn harde trekken, hij schoot' zijn stoel wat achteruit, trok haar op den schoot en zei: „Liefste Lina, moeten wij elkaar nu ook kussen en liefkoozen als een paar verliefde jonge luitjes? Welnu, het zij dan zoo!" en hij beantwoordde, hoe wel een beetje onhandig, recht hartelijk haren kus. Dat was de gelukkigste dag in juffrouw Lina's le ven: zij had nu verkregen wat zij zestien jaar lang gewenscht had. N. Rt. Ct. 397ste Staatsloterij. 3de KLASSE, 3de TREKKING. HOOGE PRIJZEN. f 5000: 8-10. f 1500: 5380. f 400: 14205. f 200: 17652, 20103. c f.,100; 2159, 9577. 10744. Prijzen van f 45. 16 22,57 ,4779 7237 9626 12657 15838 18436 65 272" 829 264 631 678 856 492 78 380 842 298 634 717 913 773 87 477 844 355 687 724 918 782 105 517 931' 377 699 763 927 848 130 539 50Q4 44P 740 886 16089 865 210 565 110 465 890 933 144 918 269 578 173 488 928 13053 153 960 332 600 228 492 997 101 162 988 364 603 308 551 10008 123 164 19022 395 646 309 553. 99 151 174 28 440 650 324 584 135 214 282 114 452 816 364 611 194 271 320 165 471 835 465 618 215 275 385 167 503 844 480 638 232 352 439 340 509 917 504 663 372 449 461 352 532 970 570 667 397 491 510 394 545 3008 576 828 480 600 558 478 658 35 592 858 482 619 618 499 681 92 669 864 491 652 682 575 730 131 712 881 505 700 789 579 739 196 718 889 565 787 881 594 746 230 789 936 608 867 892 600 752 301 901 8053 697 924 951 635 871 303 978 185 716 940 972 640 882 312 6011 253 721 942 17016 642 993 322 43 272 734 943 89 663 996 493 '100 321 74G 970 119 683 1005 524 138 375 777 974 284 725 25 142. 389 S24 14088 321 770 66 625- 267 417 868 241 346 785 118 626 .278 472 11075 262 392 863 139 637 279 519 125 308 404 878 164 733 338 526 129 321 487 901 16S 781 343 635 151 375 518 946 223 883 373 569 319 426 574 954 251 930 399 586 330 626 600 974 253 964 489 683 408 629 641 20143 334 984 520 693 419 647 663 190 370 4024 524 702 458 719 664 207 383 95 532 711 603 742 743 223 400 J17 61» 716 840 809 779 254 407 139 622 780 888 871 794 256 417 l8l 627 848 949 904 813 341 640 200 629 859 12005 "975 - 846 349 559 202 644 979 74 15032 911 384 595 227 681 9053 86 60 960 395 725 236 727 59 101 104 994 413 762 252 773 65 131 235 18000 423 802 314 839 131 141 267 8 433 851 394 867 172 199 280 40 438 854 425 938 174 277 304 69 482 881 465 7001 233 279 312 97 670 882 485 8 266 332 475 187 676 926 528 40 303 350 496 220 712 2024 590 63 368 371 520 344 80» 79 625 64 379 442 559 348 S38 81 633 89 389 451 563 350 976 122 683 185 418 464 595 385 215 716 216 506 597 599 399 222 723 229 565 617 774 417 238 752 236 568 648 829 427 Fouten 3de klasse, 2de trekking: 2340 moet zijn 2349; 13382 moet zijn 13282. Gemengd Nieuws. CHINA EN DE OPIUM. LONDEN, 23 Augustus. De Times verneemt uit Pe- king: De Chineesche regeering neemt, met instemming van de Engelsche, verdere maatregelen tegen het opium- Na 1 Januari a.s. zal er uit Perziö geen opium meer in China mogen worden ingevoerd, en uit Engelsch lndiö niet in Mantsjoerye, Sjansi en Setsjoean. BOOS WEER BERLIJN, 23 Augustus. Langs de Zuidgrens der Alpen hebben geweldige onweders, gepaard met wolkbreuken, gewoed. Door het zwellen van de bergstroomen zijn op verschillende plaatsen in den omtrek van Locarno, Lugano en Milaan spoorwegbruggen weggeslagen of zoo danig beschadigd, dat het verkeer moest worden afge broken. Hier en daar zyn huizen weggesleurd. De vel den zyn beschadigd en er zyn menschenlevens te be treuren. Het niveau van het meer van Lugano moet binnen 12 uren 70 centimeters zyn gestegen. >-. DE TURKSCHE VROUW. In een brief uit Saloniki aan een buitenlandsch biaö komt een interessante beschouwing voor over het mislukte streven naar de emancipatie der vrouw, dat er in Turkije geweest is Toen vóór 3 jaren de ketens verbroken werden, di i het Turksche volk in de tirannieke heerschap pij van Abdoel Hamid klonken zoo Zegt de schrijver en de geest van den vooruitgang zijn vleugels over een groot deel van het Turksche Rijk begon uit te breiden, toen hoopten, ook de Turk sche vrouwen op een betere boekomst, op een tijd d'"e haar een waardiger -plaats in het openbare le ven en in de maatschappij zou verzekeren. In trot- sche, zelfbewuste houding, met teruggeslagen sluier, eoüvoudig maar feestelijk gekleed, reden zij in open rijtuigen door de met een vroolijke menigte gevul de straten. Met opgewelcten blik sloegen zij de samengestroomde menschenmassa gade en met vol doening aanvaardden zij de toejuichingen der toe schouwers, in hét bewustzijn, dat zij aan het vrij- heidswerk wakker hadden medegewerkt. Geestdrif tig hadden zij Nazim bei toegejuicht toen hij voor de Turksche dames zijn vaderlandlievende redevoe ringen hield, haai- meesleepte naar het droomen- land der toekomst, haar, die totdusver onopgemerkt terzijde van den weg gestaan hadden. IJverig be gaven, de vrouwen zich naar de vrouwenvergaderin- gen. met toewijding namen zij het onderwijs ter hand, want juist door de school hoopten zij hot volk te geven wat het nog ontbrak. Er was een krachtige geest vaardig geworden over die vrou wen, die op eens een „rol" begonnen te spelen, eij alle vooruitstrevende Turken schepten er beha gen in. Helaas is het anders uitgekomen en met bittere gevoelens blikt de Turksche vrouw op de ervarin gen terug welke haar de laatste jaren brachten. De macht der Sjeriat, de heilige wet, kwam broksge wijze weder n,aar voren. Na den eersten geluts- droom richtte zij have gansche scherpte tegen de Turksche vrouw, die een oogenblik geloofd) had, zich te kunnen emancipeeren evenals hare Westev- scbe zusters, al had zij ook niet er aan gedacht hare vrijheden zoo ver uit te strekken als deze. De Turksche geestelijkheid, gesteund door een onwe tende, door vooroordeelen bevangen menigte, heeft den strijd tegen de vrouwen-emancipatie opgevat met een hardnekkigheid, welke slechts hij begrijpen kon, die een .blik op het Turksche volksleven heeft. Men bediende zich daarbij reeds van recht drastische middelen, die het misnoegen, van alle be schaafden gaande maakten; Inmiddels zag men zich gedwongen de wapens althans uiterlijk neer te leg gen, daar men anders ernstige gebeurtenissen zou uitgelokt hebben. De Turksche dames, die zich in hare kleeding en in haar optreden zekere vrijheden veroorloofden, welke op zich zelf niets opvallends hadden, werden op straat door vooraf bestelde lieden lastig gevallen. Zij werden, zelfs in winkels en in de tram op grove wijze beleedigd en aangerand. Men scliturde haar sluiers af en men spuwde haar. in het gelaat. Dei dames mochten blij zijn wanneer zij door een huis binnen te vluchten, het gepeupel kon den ontloopen. Herhaaldelijk heeft de Turkscilic geestelijkheid ge meend aanleiding te vinden om zien met do toi letkwestie der Tursehe vrouw te bemoeien en liaar te verbieden zich modern te kleeden. De sluier moet dicht genoeg zijn om het gelaat afdoende te bedekken. De feredzje, het kleedingstuk dat hals en armen be dekt. moet dermate sluiten, dat noch de bloote hals noch ontbloole declen van den arm zichtbaar zijn. In '1 oog loopeaide sieraden mogen niet gedragen wor den. In één woord, de Turksche vrouw mag niet ver schijnen in een tooi welke prikkelend zou kunnen werken op den man-. Schrijver verwijst dan naar eenige Koranverzen, waarin op een ze (lig optreden der vrouw ook in haar uiterlijke verschijning wordt aangedrongen, maar jdio verzen moeten thans als verouderd beschouwd worden. Als thans de oelema's en de hadzja's aan de oude bovendien nog nieuwe voorschriften willen toevoegen welke de huiselijke Ijzigheden der vrouw betreffen, terwijl zij haar b.v. pianospel cn letterkundige- werk zaamheden verbieden, dan is dat belachelijk cn zoo iels kan slechts in stompzinnige kringen worden gocd- -gekeurd. De Turksche vrouw wordo beschouwd als het on aantastbare en heilige lid van het huis waartoe zij behoort, maar haar eigen wil mag niet tot uiting komen, zij moet zich voegen binnen de enge grenzen die haar omgeven cn zij moeot den man iri elk opzicht ondergeschikt zijn dat zijn de opvattingen van den Turksehcn clerus die niet er naar vraagt of de mannen bij dergelijke voorschriften zeiven gelukkig kunnen zijn. AFVALWATER EN STRAATVERLICHTING. Het afvalwater van Chicago bezorgt aan deze reu- zenslad een bijna gratis straatverlichting. Het afval water stroomt nl'. grootendeels door een expresselijk gegraven kanaal' van 48 K.M. lengte, hetwelk tevens nog een grootere hoeveelheid water uit 't Midhigam- meer opneemt en dan in de DespMnes-River uit mondt. Hier vlak bij heeft 't kanaal oen groot verval, cn te dezer plaatse nu heeft men een. elecirische cen trale van 40,000 p.k. ingericht, die haar beweegkracht aan 't afvalwater ontleent. Zes van de acht turbines zijn reeds in werking gesteld; er wordt een draai stroom van 6000 volt verkregen, die door transfor matoren op 44,000 volt gebracht wordt on naar Chi- Schageü. XX ct. kz ut x J- xxeeioiioiiM-w., O

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 2