titil Billis- Artistenleed. Woensdag 30 Augustus 191J. chageh 55ste Jaargang. No. 4970. courant, Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-. Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomen,d nummer ge plaatst- INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger. Bureau^ SCHAGEN, Laan D 4. luiere. Telephoon j\o. 20 UitgeversTRAPMAN Co. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25; Iedere regel meer 5 Cent Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit 1 blad. Bekendmakingen^ GEMEENTE SCHAGEN- RIJKSKEURING DEKHENGSTEN. Burgemeester en Wethouders van Schagen Brengen, ter algemeene kennis: lo. dat de gewone Rijks-najaarskeuringen van tot dekking bestemde hengsten, voor zooveel deze pro vincie betreft, zullen gehouden worden te Schagen op Dinsdag 26 September a.s., des voormiddags en hiertoe zullen worden toegelaten, alle hengsten, die tenminste 2% jaar oud zijn; 2o. dat de eigenaar of houder, die een hengst ter keuring wenscht aan te bieden, verplicht is daarvan, tenminste drie weken, vóór de keuring vrachtvrij eene schriftelijke en onderteekende aangifte te zenden aan den Secretaris der provinciale regelingscommissie, (den Heer P. OLIJ te Amsterdam, Joh. Verhulst- straat No. 179), met opgave van,: a. naam en woonplaats van den eigenaar en hou der; b. naam, ouderdom, ras, kleur en bijzondere ken- teekenen van den hengst, henevens, indien deze in •en stamboek is ingeschreven, stamboek en stamboek- inummer); c. zoo mogelijk afstamming van den hengst, zoo— wel van vaders- als moederszijde, en naam en woon plaats van den fokker; 3o. dat een hengst, na bovenvermelden termijn aangegeven, van de keuring is uitgesloten, tenzij de Commissie geen bezwaar tegen toelating heeft en de eigenaar of houder vóór den dag der keuring een som van tien gulden bij voornoemden Secretaris stort,; 4o. dat inschrijvingsbiljetten voor de keuringen op vrachtvrije, schriftelijke en onderteekende aanvraag van eigenaars of houders van hengsten door den Se cretaris der regelingsoommissie voornoemd, zullen ^worden verstrekt. Schagen, den 28 Augustus 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN. De Secretaris, ROGGEVEEN. Binnenlandsch Nieuws. RAAD VAN ANNA PAULOWNA. Vergadering op Dinsdag 29 Augustus 1911, des na middags te 2 uur. Aanwezig alle leden, 1 vacature. Voorzitter de heer Wijdcnee Spaans, Burgemeester. Na opening der vergadering volgt de lezing en goedkeuring der notulen. Van de heeren Lunshof en Raap was bericht inge komen, dat zij hun benoemiing tot leden van de «ommissie tot wering van schoolverzuim hebben aam- Van den raad van toezicht op de Hollandsche spoor is een schrijven ingekomen, dat er een halte zal worden gesticht te Breezand. Aan de Holl. IJz. Sp.- Maatschappij was van dit besluit kennis gegeven en kon deze maatschappij zich dan in verbinding stellen met het gemeentebestuur over de bij te dragen kosten. Voorzitter deelt mede, dat tot nog toe van do Holl. IJz. Spoorweg Maatschappij absoluut geen pchrjjven ia ontvangen. Ged. Staten hebben goedgekeurd de onderhand- sche verpachting van het pontveer aan de Kooi. Het schoolgeldkohier over het 2e kwartaal ia door Feuilleton. roman Ged. Staten goedgekeurd. Op het bekende schrijven van den heer G. van Tienhoven, waarin deze den Raad dank zegt voor de medewerking tijdens hij Commissaris der Koningin iu Noordholland was, hadden B. en W. een schrijven eveneens met dank gericht. Da Raad hecht hieraan onder applaus zijn goedkeuring. Het verslag van het Hoofdbestuur der Gezinsverple ging in de classis Alkmaar, zal circuleeren. Volgt rapport, bij monde van den heer Stemmee, over de gemeenterekening. Deze had een ontvangst van f 35867.20, een uitgaaf van f 34900.43, dus een batig saldo van f 966.77. Er wordt voorgesteld de re kening goed te keuren onder dank aan den gemeen te-ontvanger voor zijn uitnemend en accuraat beheer. Allen voor. De heer Stammes wil naar aanleiding dezer reke ning een opmerking maken, die hier vroeger al meer is gemaakt. De post schoonhouden en verwarmen van schoollokalen is dit jaar nog met f 136.18 over- j schreden, terwijl het toch een za,chte winter is ge- j weest en dus weinig brandstof noodig is geweest. Op school I is verbruikt aan brandstof f 271.65, school II f 182.17%, school III f 79.91%. School III is; de kleinste, maar de beide andera scholen zijn even groot en toch een verschil van ongeveer f 90. Da,t is zeer belangrijk. Voorzitter zegt er de reden niet van te kunnen opgeven. Hier zijn 's avonds de scholen in, gebruik voor herhalingsonderwijs en landbouwcursus, dat is in Breezand ook het geval, zelfs voor twee herha lingscursussen en éen tuinbouwcursus. Hier is extra eenmaal per week zangonderricht in school, maar daai voor heeft Breezand een herhalingscursus meer. Nu zijn bier de lokalen wel iets grooter, maar ook B. en W. vinden het verschil in onkosten zeer groot. Den heer Raap is indertijd gevraagd aan deze zaak zijn aandacht te wijden en op zijn school zijn daar van goede resultaten. In school I blijven de onkosten eienwel hoog. Zooals bekend is de maatregel inge voerd, dat de heer Van Gorkom zelf den sleutel kreeg van de plaats, waar de brandstoffen zijn, gebor gen, niet omdat er iemand verdacht werd, maar al leen om zekerheid te hebben, dat de heer v. Gorkom alleen baas was daarover. Invloed heeft deze maat regel evenwel niet gehad. Voor het schoonhouden der scholen wordt thans wel wat meer betaald, en die hulp was te Breezand en Oostpolder gemakkelijker te krijgen dan hier. Ook wordt 2 maal per jaar een stofwerend middel ge bruikt, wat f 80 kost, maar uitstekend werkt. De heer Stammes zegt, dat de commissie alleen het oog had op de kachels. De kachels op school 11 branden door van Vrijdagavond tot Maandagmorgen, terwijl er geen school was. Voorzitter zegt, dat dit nu vervallen is, omdat ook op KIein,esluis het leerplan is ingevoerd, zoodat op Zaterdag daar ook school is. De heer Blaauboer vraagt, of te Breezand do lo kalen ook minder warm worden gestookt. Voorzitter betwijfelt dit, daar in al de lokalen een thermometer hangt en dezelfde warmtegraad wordt gestookt. Spr. weet de reden niet, maar zal nog weer eens onderzoeken. De heer Bakker vertelt, hoe vroeger aan school I een paar zeer groote kachels zijn aangeschaft, vol gens spr. te groot, en nu acht hij het niet onmoge lijk, dat deze «twee groote kachels meer brandstof ge bruiken dan noodig is, daar de kleinere kachels die er zijn, ook voldoende warmte geven, en deze groo- ten dus de meerdere brandstof verslinden. Voorzitter dacht, dat deze kachels afgesloten en geregeld konden worden, zooals men wilde en dus niet meer brandstof behoefden te verslinden. De heer Van Mullem vraagt, of hier aan school I niet te veel wordt geventileerd. Spr. heeft aelf ook geen groote kachel, maar die kan geregeld worden. zooals men wil. Voorzitter zal onderzoeken. kasgeld van den gemeente-ontvanger zal rente- gevend worden belegd en daar de instructie van den gemeente-ontvanger hieromtrent niets bepaalt, stellen B. en W. in overleg en onder goedkeuring van den gemeente-ontvanger voor, een artikel in de instruc tie op te nemen, waarbij dit wordt geregeld. Het geld zal worden belegd bij de Coöperatieve Boeren-1 leenbank. Allen voor. Een aanvullingsbegrooting wordt t met het oog op deze zaak, eveneens goedgekeurd. Volgt het adres van het Algemeen Militair Tehuis te Helder, met een vraag om subsidie. Voorzitter her innert, hoe de Raad vroeger heeft besloten geen subsidie te geven, omdat men van oordeel was, dat het op den weg van het Rijk lag te zorgen, dat de miliciens, geen dienst hebbend, zich behoorlijk kon den vermaken. In het verslag van het Algemeen Mili tair Tehuis te Helder wordt gezegd, dat dit in de cantines niet voldoende kan geschieden, omdat de. jongens daar te veel militair blijven. B. en, W. vin den evenwel geen vrijheid een ander advies te geven dan vroeger en wenschen op het adres afwijzend te beschikken, omdat zij meenen wat rijksplicht is, niet j door de gemeente behoeft te worden overgenomen. De heer De Mazure Informeert of deze inrichting rijkssubsidie heeft gevraagd; (voorzitter weet dit niet), de beide andere Tehuizen, dat der Katholie ken en Gereformeerden hebben dat wel, en als deze het niet heeft, is dat zeer onrechtvaardig. En gezien de handelingen der tegenwoordige regeering, zou het wel kunnen gebeuren, dat dit Algemeen Tehuis ook geen subsidie kreeg en dat is jammer. Want als nu ook de gemeentebesturen en particulieren niet helpen om dit Tehuis in stand te houden, zouden de jongelieden allen gedwongen worden naar die twee andere Tehuizen te gaan, waar zij zich niet op hun, plaats gevoelen. Spr. zou een werkelijk Al- gomeen Tehuis wenschen en dat willen steunen, zoo- 1 lang de regeerïng het niet doet. De heer De Graiaf wijst er op, hoe de cantine de jongelui niet bevredigt, zij blijven daar militair en zijn n(et vrij. Het Rijk kan, evenwel moeilijk verder 'gaan met zijn zorg; maar de jongelui willen liever wat anders en het algemeen Tehuis werkt goed. Voorzitter meent, dat het Rijk zijn cantines ook wel wat aantrekkelijker kan inrichten en dat ook wel zal doen, als er maar meer om wordt gevraagd. Maar als het particulier initiatief hier overneemt, wat het Rijk behoort te doen, dan laat de regeering de zaak loopen. Er moet meer op dit aambeeld worden gehamerd en het nemen van de kosten voor reke ning der gemeente, moet voorzitter blijven ontraden. Spr. voelt veel voor een inrichting als deze, en ge looft ook wel dat zij goed werkt, maar het is hier de vraag: wie behoort voor zoo iets te zorgen? De heer Bakker voelt veel sympathie voor de in richting als hier bedoeld, en wil wel steunen. Spr. is evenwel niet voldoende op de hoogte en wil de beslissing verdagen en eerst nog eens onderzoeken. De heer Van Haatten oordeelt, dat het Rijk niet zoo ver kan gaan als de particulieren dit doen met hun zorg voor de miliciens. Spr. vindt het zulk een nuttige inrichting, ook voor miliciens uit deze ge meente, dat spr. wel zou willen steunen en helpen. Voorzitter bepleit nogmaals, dat het hier de zorg van het Rijk is, en dat het Rijk even ver als het particulier initiatief kan gaan. Na nog eenige bespreking wordt tot uitstel besloten Er zijn een tweetal circulaires ingekomen over de pensionneering van politie-ambtenaren. Maar waar geen pensionneering bestaat voor alle ambtenaren der gemeente, achten B. en W. het niet gewenscht, een bepaaldei rubriek iu deze te bevoordieelen en stel len zij voor, de circulaires voor kennisgeving aan te nemen. De heer Blankevoort acht pensionneering van alle gemeente-ambtenaren zeer gewenscht Voorzitter zegt, dat B. en W. niet verklaren hier tegen te zijn, maar alleen om een bepaalde rubriek voor te trekken bij al de anderen. Bovendien ia pensionneering van gemeente-ambtenaren bij het Rijk in onderzoek en begint deze zaak te vorderen. Het voorstel van B. en W. wordt met algemeene stemmen aangenomen- De hondenbelasting van de Wed. K. Hoppe wordt als oninbaar afgevoerd. Bij de rondvraag Informeert de heer De Graa: naar het schoolgeld van J. Jongejan, Voorzitter zegt, dat deze zaak al in orde is. het was een abuis be rustend op een naamsverwisseling. De heer Van Mullem deelt mee, dat er bij hem is geklaagd over watergebrek aan bet Breezand. Spr. vraagt of de gemeente hier zorgend zal optreden. Voorzitter zegt, dat in den bak van het school huis nog water is, en de heer Lunshof daar nog uit geeft, maar natuurlijk mondjesmaat. Te Kleine- sluis is er nog water in den kerkebak. Van drin gend watergebrek is spr. nog niets bekend. Maar als dat bestaat, was het toch het beste, spr. daarvan op de hoogte te brengen en het niet door een raads lid in een raadsvergadering eerst ter sprake te laten brengen. Want als er gebrek Is, dringt dit en is spoe- 'dige hulp gewenscht. B. en W. zullen bij gebrek aan water een schuit; water uit den Helder laten komen en laten rondgaan. Voor een lagen prijs kan dan water worden gekocht. Hierna sluiting. RAAD VAN WINKEL. Vergadering van den Raad der gemeente Winkel op Dinsdag 29 Augustus 1911. Tegenwoordig alle leden. De voorzitter heet de aanwezigen welkom en opent de vergadering, waarna de notulen der vorige vergade ring worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. Ingekomen stukken. Ingekomen is een verzoek van P. W itsmeer en 7 anderen, allen inwoners van Lutje- winkel. om bij de voorgenomen bestraling aldaar, den weg zooveel lager te maken en de bestrating een zoo danige helling te geven dat de vloeren van de per- ceelen van j. van 't Riet. P. Witsmeer, C. Speets >en Ph. Si 1 ver, niet beneden den weg liggen en dat het water rechtstreeks kan afloopen op de tegenover genoemde perceelen gelegen sloot. Aangezien ait ver zoek zoo juist is ingekomen, wordt het in handen ge steld der wegencommissie om advies. Van C. Warnaar, timmerman te Winkel, is een ver zoek ingekomen om voor oen door hem te stichten woning op liet perceel, kadastraal L, no. 426, de rooilijn te willen bepalen. B. en W. stellen voor do rooilijn te bepalen op gemiddelden ajstancl van do aangrenzende perceelen en wel den westelijken hoek van het perceel 2 M. en den Ooslelijkcn hoek 2,65 M. uit den openbaren weg. Aldus wordt besloten. Een schrijven van Ged. Staten dezer provincie om aan de verecniging tot verbetering van het vakonder wijs in Westfriesland, de door die verecniging of hare afdeelingen gevraagde subsidie, wel tot het volle bedrag te willen verleenen, om daardoor te voorkomen dat die verecniging of hare afdeelingen zouden moeten wor den opgeheveld Aangehouden tot de behandeling .1 begrooting voor 1912. Een verzoek van de vereenimng tot verb-icï- vim het vakonderwijs in West fries Land om eene s i voor 1912 van f 10 te willen verleenen. Aangehouden tot de behandeling der begrooting voor 1912. Een verzoek van de Noordhollandsche Fruilkweekers- vereeniging, gezeteld te Hoorn, om een subsidie van f 10 ten behoeve der inzending aan de Fruitten loon - stelling van 29 September tot 2' October te Eist te houden. B. en W. stellen voor op het verzoek gunstig te beschikken in de veronderstelling dat het ten goede komt aan de fruitteelt, die liïór op belangrijke schaal wordt beoefend. Aldus wordt besloten. Een verzoek van den heer J. H. B. Buthfer, te Oo6t- PATJL HöCKER. 23. In, Berlijn betrok Hella het bescheiden, kwartier, waar ook broeder Heinz woonde. Van den hospes hoorde Hella, welke moeilijke tijden de patiënt ach ter den rug had. Heinz had sedert zijn laatsten aan val van influenza niet meer kunnen werken. Van een privaat bureau kreeg hij zoo uu en dan eenig teeken- werk of statistische berekeningen. Doch hij schoot zoo langzaam op, dat het niet der moeite waard was, wat hij daarmee verdiende. „Wanneer ik je eerst maar buiten had,'" zoide Hella, „ergens in een mooie omgeving, met zon en heerlijke lucht, waar ik je verplegen kon." En Heila's pogingen waren, er van,af dat oogehblik hoofdzakelijk op gericht, om een engagement te krij gen in een plaats, die voor herstellenden, zoowel naar lichaam als naar ziel een spoedige genezing mo gelijk maakte. De agent, dien zij daarover sprak, lachte haar uit. „Wanneer u een goed betaald en gagement in New-York vindt, kunt u uw luidjes naar 'n sanatorium le klasse zenden. Asjeblieft geen famillazorgen,. Een kunstenares moet zichzelf blijven. Bn wanneer zij niet onafhankelijk is van hare om geving, dan moet zij zorgen, dat zij. dat wordt." Op een goeden dag ontmoette zij op een theater bureau mevrouw Wentura. De kleine dame, met het groote hoofd, kwam met uitgebreide armen op haar af. „Mijn lieveling, zal ik je dan nog eens ontmoe ten? Zoo, dus je bent in, het soubrette-vak gegaan? En zulk een prachtig succes heb je! Wat verheugt mij dat! Zie eens, ik heb laatst nog tegen Wentura gezegd: Wentura, zeg ik, die kleine Schytt maakt nog eens een groote carrière. En je hebt een zoon? Kan Ik den kleinen kroonprins niet eens zien? Zijn arme papa, wat een ramp, hé? De haren hebben wij ons uitgetrokken, toen wij het ia de courant lazen. Er ls geen gerechtigheid meer in de wereld. IIop- pinger moet het allerellendigst gaan. Hij maakt het op zijn hoogst nog een paai- weken. Het is niet te verwonderen bij het leven, dat deze man heeft geleid. Hij is weer uit de Rivièra teruggebracht. Maar te Munehèn kon hij niet verder, en daar heb ben ze hem in een kliniek gestopt. God, mijn kind, wat zal mijn, man blij zijn» als ik hem vertel, dat ik je ontmoet heb, en hoe goed je er uitziet, zoo heerlijk joug. Je moet mij bepaald eens bezoeken." De vriendelijke uitnoodiging kwam Hella niet na. Andere zorgen vroegen haar aandacht. Zij had een paar goede aanbiedingen, maar zij kon niet tot een beslissing komen. Want juist het aanbod, dat haar voor de toekomst, vooral met het oog op haar man, het beste leek, gaf het kleinste tractement. Er was hier sprake van een, goede, soliede onderneming te Baden-Baden. Directeur Josetti, eeu uitstekend za kenman, had eenige geldmannen op zijn hand, en daardoor was het mogelijk, dat hij zijn repertoire mo dern inrichtte. Hij wilde zich vooral op de operette i toeleggen. De decoraties waren nieuw geschilderd en ook voor de verdere aankleeding waren rijke mid delen voorhanden. Een, uitstekend orkest was reeds saamgesteld. En voorloopig was voor het operette gezelschap het Baden,er Zomertheater gepacht, maar over een jaar zouden zy een eigen mooi gebouw be trekken. Hella dacht het eerst aan de opera van haar man. I Misschien was dit een wenk van het lot, dien, zij moest volgen. Zij sprak met den directeur over het werk, vertelde hem eeu weinig van inhoud en uit- voering. „Ja, ja, waarom zullen wij het ding niet geven," zeide de jonge man vlug, die in het beloveu zijn wedeiTga, niet had. „En ik weet niet, of de nieuwe kapelmeester zal bevallen. Zeker uw man kan een proef geven, waarom niet? Maakt u het zich maar niet moeilijk, onderteeken het contract uw man moet het ook onderteek enen, dat is wet hier in Duitschland en u zult zien, dat deze stap a nooit zal berouwen." Wanneer de gage maar niet zoo klein was geweest In het eerste seizoen honderdtachtig mark, ln het tweede tweehonderd maar daarmee kon zij in het dure Baden-Baden nauwelijks rondkomen. Zij vroeg bedenktijd. In een langen brief zette zij aan Thomas het voor en tegen uiteen en liet aan hem de beslissing over. Hij gaf antwoord, maar *t was zeer ontwijkend. „Ik ben maar 'n half mensch, vraag mij niet, lk ken de wereld en het leven daar buiten niet meer." Hella teekende het contract van Josetti, en kwam midden Apriil in Baden-Baden aan, om acht dagen lang op proef te werken. Dat was de bepaling voor allen. Ver buiten, op den weg naar het slot Eber- stein, vond zij eindelijk, na veel vergeefsch gezoek, in een kleine boerenstulp een onderkomen. De twee kamers waren zeer smakeloos, het reuzenveerenbed wekte eerst haar afgrijzen op, maar zij was bij fat soenlijke menschen en de hoofdzaak was, de kleine man was buiten. „In het kleine bleekveld achter het huis heeft de kleiue baas, aan. de hand van Burgele, een Schwarz- walderin, zijn eerste wandeling gemaakt," berichtte zij op den dag dat het theater werd geopend, aan haar man. In de kleinste vreugde trachtte, zij hem te doen deelen, om zoodoende op zijn ingezouken levensmoed in te werken- En daartoe konden haar bezigheden als kunstena res voorloopig niet, meewerkeu. Dadelijk na de eer ste proef voorstelling bemerkte Hella, dat zij alleen maar was ingevallen. Zij was niet voor de hoofdrollen geëngageerd, de rollen, die de stukken droegen, waren aan de handen van de an,dere dames toevertrouwd. Josetti, dien zij daar graag over had onderhouden, was hier de groote mijnheer en voor haar onbereikbaar. Zij kreeg alleen onbeduidende rollen te spelen, moest ook in het koor meewerken. De ster van het heele ensemble was: Gisela Piatti, alias juffrouw Rampoid. Hella meende haar oogen, haar ooren niet le kunne» vertrouwen,. Nog steeds droeg juffr. Rampoid beur haar rood geverfd en zij droeg en kleedde zich nog even opzichtig als vroeger in Berlijn. Maai- haar op treden had mi nog een andere -chique. Zij scheen een goede school voor uiterlijke vormen te hebben doorgemaakt. Op een vrijen middag, in 't begin van Mei speelde Hella in het bleekveld met haar jongen, toen een dogkar, bestuurd door een modem gckloede dame den weg naar het slot Ebcrstein langs kwam. Hella her kende in de dame juffrouw Rampoid, de nicht van haar vroegere lcostjuffrouw, en de mijnheer, die naast de beroemde Gisela, zat, was de vrijheer Von Trent- lein, een, jonge cavalerie-officier, die vroeger ten huize van excellentie Redern, een oom van Hella, had verkeerd. De rijdende dame zag Hella, haar col lega, en groette nederbuigend vriendelijk, de mijn heer groette eveneens, maar wat aarzelend. De naam van den, vrijheer was in het theater reeds dikwijls genoeg genoemd. Trentlein was de geldschie ter van den directeur. En nu had Hella direct ook de verklaring, waarom Gisela Piatti zoo werd voorgetrok ken boven haar. Het nieuwe operette-theater leidde tot dusverre 'n vrij kommerlijk bestaan. Het Badensche, vreemde lingenseizoen was nog niet in gang en voor de be woners der badplaats zelf was het hoftheater der residentie voldoende, dat gaf er tweemaal per week een voorstelling. Als regisseur was Josetti bovendien niet geheel op de hoogte van zijn vak. Zijn kunste naarsbekwaamheden reikten niet zoo ver ais die van den ouden Wiedemann. Zijn»eferÜg «foei scheen te zijn, zooveel mogelijk mooie vrouwen bij elkaar op het tooneel te brengen en liefst in de meest op zichtige en pikante toiletten. Elk toilet van juffrouw Rampoid was een ware sensatie. De collega's berichtten Hella met schitteren de oogen: de japon die zij straks in de Fledermaus zal dragen komt rechtstreeks van Parijs en kost even tjes achttienhonderd mark. Haar vriend was niet alleen enorm rijk, maai- ook waanzinnig royaal. Men vertelde haar. dat de vrijheer Von Trentlein eerst den vorigen zomer geërfd had van zijn moeder, een schatrijke bankiersdochter uit Frankfort. Hij had 'n beroemden renstal ingericht, en men vertelde, dat zijne paarden in Augustus voor de eerste maal bij de rennen van Iffezheim zouden uitkomen. Buiten, hare schitterende toiletten, bezat de eerste kracht van Josetti's nieuw operettcn-theater zoo goed als geen enkele aantrekkelijkheid. Het beetje stem was ongeschoold, haar voordracht stond zoo ongeveer gelijk aan de tingel-tangel-prestaties. Maar zij was, wat velen een mooie vrouw noemen en wist van haar bekoorlijkheden een ruim en goed gebruik te maken. Met veel bombast was het nieuwe theater reeds vooruit aangekondigd. Josetti had in de reuzenbiljet ten, die ook aan alle stations en in de plattelands- - plaatsjes prijkten, een grooten mond opengezet. Des te grooter was nu de ontnuchtering. De belangstel ling, welke de grootere bladen in geheel Duitschland aanvankelijk door hunne correspondenties over de eerste voorstellingen van de nieuwe onderneming op gewekt hadden, verkoelde snel. .In plaats van de groo te verslagen, verschenen nog slechts, korte berichten; weldra hield ook dit op. De voorstellingen werden matigjes bezocht, zelfs de glansnummers van het ge zelschap, „het Lustige Weeuwtje'', „de Dollar- prinses", „de Walsdroom", trokken niet, daar de in studeering te overhaast gegaan, was. Josetti werd zenuwachtig. Ook de kapelmeester was niet de rechte. De goede stemming wilde er maar niet inkomen. Al les was overhaast in elkaar gezet, niet alleen deug de de voorbereiding van het gezelschap niet, maar ook de overige uitrusting lokte niet uit tot een be zoek. Toen het begin Mei begon te regenen en dit eenige dagen aanhield, welke omstandigheid voor het theater een drukker bezoek had moeten beteekenen, deden de gevolgen van de slechte voorbereiding zich zoo sterk gevoelen, dat enkele bezoekers den schouw burg onder protest verlieten! Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 1