titil Billis-
Artistenleed.
Woensdag 30 Augustus 191J.
chageh
55ste Jaargang. No. 4970.
courant,
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-.
Donderdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens
9 ure worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomen,d nummer ge
plaatst- INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger.
Bureau^ SCHAGEN, Laan D 4.
luiere. Telephoon j\o. 20
UitgeversTRAPMAN Co.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25; Iedere regel meer 5 Cent
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dit nummer bestaat uit 1 blad.
Bekendmakingen^
GEMEENTE SCHAGEN-
RIJKSKEURING DEKHENGSTEN.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
Brengen, ter algemeene kennis:
lo. dat de gewone Rijks-najaarskeuringen van tot
dekking bestemde hengsten, voor zooveel deze pro
vincie betreft, zullen gehouden worden te Schagen
op Dinsdag 26 September a.s., des voormiddags en
hiertoe zullen worden toegelaten, alle hengsten, die
tenminste 2% jaar oud zijn;
2o. dat de eigenaar of houder, die een hengst ter
keuring wenscht aan te bieden, verplicht is daarvan,
tenminste drie weken, vóór de keuring vrachtvrij eene
schriftelijke en onderteekende aangifte te zenden aan
den Secretaris der provinciale regelingscommissie,
(den Heer P. OLIJ te Amsterdam, Joh. Verhulst-
straat No. 179), met opgave van,:
a. naam en woonplaats van den eigenaar en hou
der;
b. naam, ouderdom, ras, kleur en bijzondere ken-
teekenen van den hengst, henevens, indien deze in
•en stamboek is ingeschreven, stamboek en stamboek-
inummer);
c. zoo mogelijk afstamming van den hengst, zoo—
wel van vaders- als moederszijde, en naam en woon
plaats van den fokker;
3o. dat een hengst, na bovenvermelden termijn
aangegeven, van de keuring is uitgesloten, tenzij de
Commissie geen bezwaar tegen toelating heeft en
de eigenaar of houder vóór den dag der keuring een
som van tien gulden bij voornoemden Secretaris
stort,;
4o. dat inschrijvingsbiljetten voor de keuringen op
vrachtvrije, schriftelijke en onderteekende aanvraag
van eigenaars of houders van hengsten door den Se
cretaris der regelingsoommissie voornoemd, zullen
^worden verstrekt.
Schagen, den 28 Augustus 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
Binnenlandsch Nieuws.
RAAD VAN ANNA PAULOWNA.
Vergadering op Dinsdag 29 Augustus 1911, des na
middags te 2 uur.
Aanwezig alle leden, 1 vacature.
Voorzitter de heer Wijdcnee Spaans, Burgemeester.
Na opening der vergadering volgt de lezing en
goedkeuring der notulen.
Van de heeren Lunshof en Raap was bericht inge
komen, dat zij hun benoemiing tot leden van de
«ommissie tot wering van schoolverzuim hebben aam-
Van den raad van toezicht op de Hollandsche spoor
is een schrijven ingekomen, dat er een halte zal
worden gesticht te Breezand. Aan de Holl. IJz. Sp.-
Maatschappij was van dit besluit kennis gegeven en
kon deze maatschappij zich dan in verbinding stellen
met het gemeentebestuur over de bij te dragen
kosten.
Voorzitter deelt mede, dat tot nog toe van do Holl.
IJz. Spoorweg Maatschappij absoluut geen pchrjjven
ia ontvangen.
Ged. Staten hebben goedgekeurd de onderhand-
sche verpachting van het pontveer aan de Kooi.
Het schoolgeldkohier over het 2e kwartaal ia door
Feuilleton.
roman
Ged. Staten goedgekeurd.
Op het bekende schrijven van den heer G. van
Tienhoven, waarin deze den Raad dank zegt voor de
medewerking tijdens hij Commissaris der Koningin
iu Noordholland was, hadden B. en W. een schrijven
eveneens met dank gericht. Da Raad hecht hieraan
onder applaus zijn goedkeuring.
Het verslag van het Hoofdbestuur der Gezinsverple
ging in de classis Alkmaar, zal circuleeren.
Volgt rapport, bij monde van den heer Stemmee,
over de gemeenterekening. Deze had een ontvangst
van f 35867.20, een uitgaaf van f 34900.43, dus een
batig saldo van f 966.77. Er wordt voorgesteld de re
kening goed te keuren onder dank aan den gemeen
te-ontvanger voor zijn uitnemend en accuraat beheer.
Allen voor.
De heer Stammes wil naar aanleiding dezer reke
ning een opmerking maken, die hier vroeger al meer
is gemaakt. De post schoonhouden en verwarmen van
schoollokalen is dit jaar nog met f 136.18 over- j
schreden, terwijl het toch een za,chte winter is ge- j
weest en dus weinig brandstof noodig is geweest. Op
school I is verbruikt aan brandstof f 271.65, school
II f 182.17%, school III f 79.91%. School III is;
de kleinste, maar de beide andera scholen zijn even
groot en toch een verschil van ongeveer f 90. Da,t
is zeer belangrijk.
Voorzitter zegt er de reden niet van te kunnen
opgeven. Hier zijn 's avonds de scholen in, gebruik
voor herhalingsonderwijs en landbouwcursus, dat is
in Breezand ook het geval, zelfs voor twee herha
lingscursussen en éen tuinbouwcursus. Hier is extra
eenmaal per week zangonderricht in school, maar daai
voor heeft Breezand een herhalingscursus meer. Nu
zijn bier de lokalen wel iets grooter, maar ook B.
en W. vinden het verschil in onkosten zeer groot.
Den heer Raap is indertijd gevraagd aan deze zaak
zijn aandacht te wijden en op zijn school zijn daar
van goede resultaten. In school I blijven de onkosten
eienwel hoog. Zooals bekend is de maatregel inge
voerd, dat de heer Van Gorkom zelf den sleutel
kreeg van de plaats, waar de brandstoffen zijn, gebor
gen, niet omdat er iemand verdacht werd, maar al
leen om zekerheid te hebben, dat de heer v. Gorkom
alleen baas was daarover. Invloed heeft deze maat
regel evenwel niet gehad.
Voor het schoonhouden der scholen wordt thans
wel wat meer betaald, en die hulp was te Breezand
en Oostpolder gemakkelijker te krijgen dan hier. Ook
wordt 2 maal per jaar een stofwerend middel ge
bruikt, wat f 80 kost, maar uitstekend werkt.
De heer Stammes zegt, dat de commissie alleen
het oog had op de kachels. De kachels op school 11
branden door van Vrijdagavond tot Maandagmorgen,
terwijl er geen school was.
Voorzitter zegt, dat dit nu vervallen is, omdat ook
op KIein,esluis het leerplan is ingevoerd, zoodat op
Zaterdag daar ook school is.
De heer Blaauboer vraagt, of te Breezand do lo
kalen ook minder warm worden gestookt.
Voorzitter betwijfelt dit, daar in al de lokalen
een thermometer hangt en dezelfde warmtegraad
wordt gestookt. Spr. weet de reden niet, maar zal
nog weer eens onderzoeken.
De heer Bakker vertelt, hoe vroeger aan school I
een paar zeer groote kachels zijn aangeschaft, vol
gens spr. te groot, en nu acht hij het niet onmoge
lijk, dat deze «twee groote kachels meer brandstof ge
bruiken dan noodig is, daar de kleinere kachels die
er zijn, ook voldoende warmte geven, en deze groo-
ten dus de meerdere brandstof verslinden.
Voorzitter dacht, dat deze kachels afgesloten en
geregeld konden worden, zooals men wilde en dus
niet meer brandstof behoefden te verslinden.
De heer Van Mullem vraagt, of hier aan school I
niet te veel wordt geventileerd. Spr. heeft aelf ook
geen groote kachel, maar die kan geregeld worden.
zooals men wil.
Voorzitter zal onderzoeken.
kasgeld van den gemeente-ontvanger zal rente-
gevend worden belegd en daar de instructie van den
gemeente-ontvanger hieromtrent niets bepaalt, stellen
B. en W. in overleg en onder goedkeuring van den
gemeente-ontvanger voor, een artikel in de instruc
tie op te nemen, waarbij dit wordt geregeld. Het
geld zal worden belegd bij de Coöperatieve Boeren-1
leenbank. Allen voor. Een aanvullingsbegrooting wordt t
met het oog op deze zaak, eveneens goedgekeurd.
Volgt het adres van het Algemeen Militair Tehuis
te Helder, met een vraag om subsidie. Voorzitter her
innert, hoe de Raad vroeger heeft besloten geen
subsidie te geven, omdat men van oordeel was, dat
het op den weg van het Rijk lag te zorgen, dat de
miliciens, geen dienst hebbend, zich behoorlijk kon
den vermaken. In het verslag van het Algemeen Mili
tair Tehuis te Helder wordt gezegd, dat dit in de
cantines niet voldoende kan geschieden, omdat de.
jongens daar te veel militair blijven. B. en, W. vin
den evenwel geen vrijheid een ander advies te geven
dan vroeger en wenschen op het adres afwijzend te
beschikken, omdat zij meenen wat rijksplicht is, niet j
door de gemeente behoeft te worden overgenomen.
De heer De Mazure Informeert of deze inrichting
rijkssubsidie heeft gevraagd; (voorzitter weet dit
niet), de beide andere Tehuizen, dat der Katholie
ken en Gereformeerden hebben dat wel, en als deze
het niet heeft, is dat zeer onrechtvaardig. En gezien
de handelingen der tegenwoordige regeering, zou het
wel kunnen gebeuren, dat dit Algemeen Tehuis ook
geen subsidie kreeg en dat is jammer. Want als
nu ook de gemeentebesturen en particulieren niet
helpen om dit Tehuis in stand te houden, zouden
de jongelieden allen gedwongen worden naar die
twee andere Tehuizen te gaan, waar zij zich niet
op hun, plaats gevoelen. Spr. zou een werkelijk Al-
gomeen Tehuis wenschen en dat willen steunen, zoo- 1
lang de regeerïng het niet doet.
De heer De Graiaf wijst er op, hoe de cantine de
jongelui niet bevredigt, zij blijven daar militair en
zijn n(et vrij. Het Rijk kan, evenwel moeilijk verder
'gaan met zijn zorg; maar de jongelui willen liever
wat anders en het algemeen Tehuis werkt goed.
Voorzitter meent, dat het Rijk zijn cantines ook
wel wat aantrekkelijker kan inrichten en dat ook
wel zal doen, als er maar meer om wordt gevraagd.
Maar als het particulier initiatief hier overneemt, wat
het Rijk behoort te doen, dan laat de regeering de
zaak loopen. Er moet meer op dit aambeeld worden
gehamerd en het nemen van de kosten voor reke
ning der gemeente, moet voorzitter blijven ontraden.
Spr. voelt veel voor een inrichting als deze, en ge
looft ook wel dat zij goed werkt, maar het is hier
de vraag: wie behoort voor zoo iets te zorgen?
De heer Bakker voelt veel sympathie voor de in
richting als hier bedoeld, en wil wel steunen. Spr.
is evenwel niet voldoende op de hoogte en wil de
beslissing verdagen en eerst nog eens onderzoeken.
De heer Van Haatten oordeelt, dat het Rijk niet
zoo ver kan gaan als de particulieren dit doen met
hun zorg voor de miliciens. Spr. vindt het zulk een
nuttige inrichting, ook voor miliciens uit deze ge
meente, dat spr. wel zou willen steunen en helpen.
Voorzitter bepleit nogmaals, dat het hier de zorg
van het Rijk is, en dat het Rijk even ver als het
particulier initiatief kan gaan.
Na nog eenige bespreking wordt tot uitstel besloten
Er zijn een tweetal circulaires ingekomen over de
pensionneering van politie-ambtenaren. Maar waar
geen pensionneering bestaat voor alle ambtenaren
der gemeente, achten B. en W. het niet gewenscht,
een bepaaldei rubriek iu deze te bevoordieelen en stel
len zij voor, de circulaires voor kennisgeving aan
te nemen.
De heer Blankevoort acht pensionneering van alle
gemeente-ambtenaren zeer gewenscht
Voorzitter zegt, dat B. en W. niet verklaren hier
tegen te zijn, maar alleen om een bepaalde rubriek
voor te trekken bij al de anderen. Bovendien ia
pensionneering van gemeente-ambtenaren bij het Rijk
in onderzoek en begint deze zaak te vorderen.
Het voorstel van B. en W. wordt met algemeene
stemmen aangenomen-
De hondenbelasting van de Wed. K. Hoppe wordt
als oninbaar afgevoerd.
Bij de rondvraag Informeert de heer De Graa:
naar het schoolgeld van J. Jongejan, Voorzitter zegt,
dat deze zaak al in orde is. het was een abuis be
rustend op een naamsverwisseling.
De heer Van Mullem deelt mee, dat er bij hem
is geklaagd over watergebrek aan bet Breezand. Spr.
vraagt of de gemeente hier zorgend zal optreden.
Voorzitter zegt, dat in den bak van het school
huis nog water is, en de heer Lunshof daar nog
uit geeft, maar natuurlijk mondjesmaat. Te Kleine-
sluis is er nog water in den kerkebak. Van drin
gend watergebrek is spr. nog niets bekend. Maar als
dat bestaat, was het toch het beste, spr. daarvan
op de hoogte te brengen en het niet door een raads
lid in een raadsvergadering eerst ter sprake te laten
brengen. Want als er gebrek Is, dringt dit en is spoe-
'dige hulp gewenscht.
B. en W. zullen bij gebrek aan water een schuit;
water uit den Helder laten komen en laten rondgaan.
Voor een lagen prijs kan dan water worden gekocht.
Hierna sluiting.
RAAD VAN WINKEL.
Vergadering van den Raad der gemeente Winkel op
Dinsdag 29 Augustus 1911. Tegenwoordig alle leden.
De voorzitter heet de aanwezigen welkom en opent
de vergadering, waarna de notulen der vorige vergade
ring worden gelezen en onveranderd goedgekeurd.
Ingekomen stukken. Ingekomen is een verzoek van
P. W itsmeer en 7 anderen, allen inwoners van Lutje-
winkel. om bij de voorgenomen bestraling aldaar, den
weg zooveel lager te maken en de bestrating een zoo
danige helling te geven dat de vloeren van de per-
ceelen van j. van 't Riet. P. Witsmeer, C. Speets
>en Ph. Si 1 ver, niet beneden den weg liggen en dat
het water rechtstreeks kan afloopen op de tegenover
genoemde perceelen gelegen sloot. Aangezien ait ver
zoek zoo juist is ingekomen, wordt het in handen ge
steld der wegencommissie om advies.
Van C. Warnaar, timmerman te Winkel, is een ver
zoek ingekomen om voor oen door hem te stichten
woning op liet perceel, kadastraal L, no. 426, de
rooilijn te willen bepalen. B. en W. stellen voor do
rooilijn te bepalen op gemiddelden ajstancl van do
aangrenzende perceelen en wel den westelijken hoek
van het perceel 2 M. en den Ooslelijkcn hoek 2,65 M.
uit den openbaren weg. Aldus wordt besloten.
Een schrijven van Ged. Staten dezer provincie om
aan de verecniging tot verbetering van het vakonder
wijs in Westfriesland, de door die verecniging of hare
afdeelingen gevraagde subsidie, wel tot het volle bedrag
te willen verleenen, om daardoor te voorkomen dat
die verecniging of hare afdeelingen zouden moeten wor
den opgeheveld Aangehouden tot de behandeling .1
begrooting voor 1912.
Een verzoek van de vereenimng tot verb-icï- vim
het vakonderwijs in West fries Land om eene s i
voor 1912 van f 10 te willen verleenen. Aangehouden
tot de behandeling der begrooting voor 1912.
Een verzoek van de Noordhollandsche Fruilkweekers-
vereeniging, gezeteld te Hoorn, om een subsidie van
f 10 ten behoeve der inzending aan de Fruitten loon -
stelling van 29 September tot 2' October te Eist te
houden. B. en W. stellen voor op het verzoek gunstig
te beschikken in de veronderstelling dat het ten goede
komt aan de fruitteelt, die liïór op belangrijke schaal
wordt beoefend. Aldus wordt besloten.
Een verzoek van den heer J. H. B. Buthfer, te Oo6t-
PATJL HöCKER.
23.
In, Berlijn betrok Hella het bescheiden, kwartier,
waar ook broeder Heinz woonde. Van den hospes
hoorde Hella, welke moeilijke tijden de patiënt ach
ter den rug had. Heinz had sedert zijn laatsten aan
val van influenza niet meer kunnen werken. Van een
privaat bureau kreeg hij zoo uu en dan eenig teeken-
werk of statistische berekeningen. Doch hij schoot
zoo langzaam op, dat het niet der moeite waard
was, wat hij daarmee verdiende.
„Wanneer ik je eerst maar buiten had,'" zoide
Hella, „ergens in een mooie omgeving, met zon en
heerlijke lucht, waar ik je verplegen kon."
En Heila's pogingen waren, er van,af dat oogehblik
hoofdzakelijk op gericht, om een engagement te krij
gen in een plaats, die voor herstellenden, zoowel
naar lichaam als naar ziel een spoedige genezing mo
gelijk maakte. De agent, dien zij daarover sprak,
lachte haar uit. „Wanneer u een goed betaald en
gagement in New-York vindt, kunt u uw luidjes
naar 'n sanatorium le klasse zenden. Asjeblieft geen
famillazorgen,. Een kunstenares moet zichzelf blijven.
Bn wanneer zij niet onafhankelijk is van hare om
geving, dan moet zij zorgen, dat zij. dat wordt."
Op een goeden dag ontmoette zij op een theater
bureau mevrouw Wentura. De kleine dame, met het
groote hoofd, kwam met uitgebreide armen op haar
af. „Mijn lieveling, zal ik je dan nog eens ontmoe
ten? Zoo, dus je bent in, het soubrette-vak gegaan?
En zulk een prachtig succes heb je! Wat verheugt
mij dat! Zie eens, ik heb laatst nog tegen Wentura
gezegd: Wentura, zeg ik, die kleine Schytt maakt
nog eens een groote carrière. En je hebt een zoon?
Kan Ik den kleinen kroonprins niet eens zien? Zijn
arme papa, wat een ramp, hé? De haren hebben wij
ons uitgetrokken, toen wij het ia de courant lazen.
Er ls geen gerechtigheid meer in de wereld. IIop-
pinger moet het allerellendigst gaan. Hij maakt het
op zijn hoogst nog een paai- weken. Het is niet te
verwonderen bij het leven, dat deze man heeft
geleid. Hij is weer uit de Rivièra teruggebracht.
Maar te Munehèn kon hij niet verder, en daar heb
ben ze hem in een kliniek gestopt. God, mijn kind,
wat zal mijn, man blij zijn» als ik hem vertel, dat ik
je ontmoet heb, en hoe goed je er uitziet, zoo
heerlijk joug. Je moet mij bepaald eens bezoeken."
De vriendelijke uitnoodiging kwam Hella niet na.
Andere zorgen vroegen haar aandacht. Zij had een
paar goede aanbiedingen, maar zij kon niet
tot een beslissing komen. Want juist het aanbod, dat
haar voor de toekomst, vooral met het oog op haar
man, het beste leek, gaf het kleinste tractement. Er
was hier sprake van een, goede, soliede onderneming
te Baden-Baden. Directeur Josetti, eeu uitstekend za
kenman, had eenige geldmannen op zijn hand, en
daardoor was het mogelijk, dat hij zijn repertoire mo
dern inrichtte. Hij wilde zich vooral op de operette i
toeleggen. De decoraties waren nieuw geschilderd
en ook voor de verdere aankleeding waren rijke mid
delen voorhanden. Een, uitstekend orkest was reeds
saamgesteld. En voorloopig was voor het operette
gezelschap het Baden,er Zomertheater gepacht, maar
over een jaar zouden zy een eigen mooi gebouw be
trekken.
Hella dacht het eerst aan de opera van haar man. I
Misschien was dit een wenk van het lot, dien, zij
moest volgen. Zij sprak met den directeur over het
werk, vertelde hem eeu weinig van inhoud en uit-
voering.
„Ja, ja, waarom zullen wij het ding niet geven,"
zeide de jonge man vlug, die in het beloveu zijn
wedeiTga, niet had. „En ik weet niet, of de nieuwe
kapelmeester zal bevallen. Zeker uw man kan een
proef geven, waarom niet? Maakt u het zich maar
niet moeilijk, onderteeken het contract uw man
moet het ook onderteek enen, dat is wet hier in
Duitschland en u zult zien, dat deze stap a nooit
zal berouwen."
Wanneer de gage maar niet zoo klein was geweest
In het eerste seizoen honderdtachtig mark, ln het
tweede tweehonderd maar daarmee kon zij in het
dure Baden-Baden nauwelijks rondkomen.
Zij vroeg bedenktijd. In een langen brief zette
zij aan Thomas het voor en tegen uiteen en liet aan
hem de beslissing over. Hij gaf antwoord, maar *t
was zeer ontwijkend. „Ik ben maar 'n half mensch,
vraag mij niet, lk ken de wereld en het leven daar
buiten niet meer."
Hella teekende het contract van Josetti, en kwam
midden Apriil in Baden-Baden aan, om acht dagen
lang op proef te werken. Dat was de bepaling voor
allen. Ver buiten, op den weg naar het slot Eber-
stein, vond zij eindelijk, na veel vergeefsch gezoek,
in een kleine boerenstulp een onderkomen. De twee
kamers waren zeer smakeloos, het reuzenveerenbed
wekte eerst haar afgrijzen op, maar zij was bij fat
soenlijke menschen en de hoofdzaak was, de kleine
man was buiten.
„In het kleine bleekveld achter het huis heeft de
kleiue baas, aan. de hand van Burgele, een Schwarz-
walderin, zijn eerste wandeling gemaakt," berichtte
zij op den dag dat het theater werd geopend, aan
haar man.
In de kleinste vreugde trachtte, zij hem te doen
deelen, om zoodoende op zijn ingezouken levensmoed
in te werken-
En daartoe konden haar bezigheden als kunstena
res voorloopig niet, meewerkeu. Dadelijk na de eer
ste proef voorstelling bemerkte Hella, dat zij alleen
maar was ingevallen. Zij was niet voor de hoofdrollen
geëngageerd, de rollen, die de stukken droegen, waren
aan de handen van de an,dere dames toevertrouwd.
Josetti, dien zij daar graag over had onderhouden, was
hier de groote mijnheer en voor haar onbereikbaar.
Zij kreeg alleen onbeduidende rollen te spelen, moest
ook in het koor meewerken. De ster van het heele
ensemble was: Gisela Piatti, alias juffrouw Rampoid.
Hella meende haar oogen, haar ooren niet le kunne»
vertrouwen,. Nog steeds droeg juffr. Rampoid beur
haar rood geverfd en zij droeg en kleedde zich nog
even opzichtig als vroeger in Berlijn. Maai- haar op
treden had mi nog een andere -chique. Zij scheen
een goede school voor uiterlijke vormen te hebben
doorgemaakt.
Op een vrijen middag, in 't begin van Mei speelde
Hella in het bleekveld met haar jongen, toen een
dogkar, bestuurd door een modem gckloede dame den
weg naar het slot Ebcrstein langs kwam. Hella her
kende in de dame juffrouw Rampoid, de nicht van
haar vroegere lcostjuffrouw, en de mijnheer, die naast
de beroemde Gisela, zat, was de vrijheer Von Trent-
lein, een, jonge cavalerie-officier, die vroeger ten
huize van excellentie Redern, een oom van Hella,
had verkeerd. De rijdende dame zag Hella, haar col
lega, en groette nederbuigend vriendelijk, de mijn
heer groette eveneens, maar wat aarzelend.
De naam van den, vrijheer was in het theater reeds
dikwijls genoeg genoemd. Trentlein was de geldschie
ter van den directeur. En nu had Hella direct ook de
verklaring, waarom Gisela Piatti zoo werd voorgetrok
ken boven haar.
Het nieuwe operette-theater leidde tot dusverre 'n
vrij kommerlijk bestaan. Het Badensche, vreemde
lingenseizoen was nog niet in gang en voor de be
woners der badplaats zelf was het hoftheater der
residentie voldoende, dat gaf er tweemaal per week
een voorstelling. Als regisseur was Josetti bovendien
niet geheel op de hoogte van zijn vak. Zijn kunste
naarsbekwaamheden reikten niet zoo ver ais die van
den ouden Wiedemann. Zijn»eferÜg «foei scheen te
zijn, zooveel mogelijk mooie vrouwen bij elkaar op
het tooneel te brengen en liefst in de meest op
zichtige en pikante toiletten.
Elk toilet van juffrouw Rampoid was een ware
sensatie. De collega's berichtten Hella met schitteren
de oogen: de japon die zij straks in de Fledermaus
zal dragen komt rechtstreeks van Parijs en kost even
tjes achttienhonderd mark. Haar vriend was niet
alleen enorm rijk, maai- ook waanzinnig royaal. Men
vertelde haar. dat de vrijheer Von Trentlein eerst
den vorigen zomer geërfd had van zijn moeder, een
schatrijke bankiersdochter uit Frankfort. Hij had 'n
beroemden renstal ingericht, en men vertelde, dat
zijne paarden in Augustus voor de eerste maal bij de
rennen van Iffezheim zouden uitkomen.
Buiten, hare schitterende toiletten, bezat de eerste
kracht van Josetti's nieuw operettcn-theater zoo goed
als geen enkele aantrekkelijkheid. Het beetje stem
was ongeschoold, haar voordracht stond zoo ongeveer
gelijk aan de tingel-tangel-prestaties. Maar zij was,
wat velen een mooie vrouw noemen en wist van haar
bekoorlijkheden een ruim en goed gebruik te maken.
Met veel bombast was het nieuwe theater reeds
vooruit aangekondigd. Josetti had in de reuzenbiljet
ten, die ook aan alle stations en in de plattelands- -
plaatsjes prijkten, een grooten mond opengezet. Des
te grooter was nu de ontnuchtering. De belangstel
ling, welke de grootere bladen in geheel Duitschland
aanvankelijk door hunne correspondenties over de
eerste voorstellingen van de nieuwe onderneming op
gewekt hadden, verkoelde snel. .In plaats van de groo
te verslagen, verschenen nog slechts, korte berichten;
weldra hield ook dit op. De voorstellingen werden
matigjes bezocht, zelfs de glansnummers van het ge
zelschap, „het Lustige Weeuwtje'', „de Dollar-
prinses", „de Walsdroom", trokken niet, daar de in
studeering te overhaast gegaan, was. Josetti werd
zenuwachtig. Ook de kapelmeester was niet de rechte.
De goede stemming wilde er maar niet inkomen. Al
les was overhaast in elkaar gezet, niet alleen deug
de de voorbereiding van het gezelschap niet, maar
ook de overige uitrusting lokte niet uit tot een be
zoek. Toen het begin Mei begon te regenen en dit
eenige dagen aanhield, welke omstandigheid voor het
theater een drukker bezoek had moeten beteekenen,
deden de gevolgen van de slechte voorbereiding zich
zoo sterk gevoelen, dat enkele bezoekers den schouw
burg onder protest verlieten!
Wordt vervolgd