wil Billis- n Ds zusters Liesegang. ng tl. Woensdag 18 October 1911. 55ste Jaargang. No. 5004. [lOIilT. i alt 1 blad. KKMIKjMTK 8CHA6EW. Seke^dmakingani NAJAARSMARKT. Burgemeester en, Wethouders der gemeente Scha- geu, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de GEWONE GROOTE NAJAARSVEEMARKT aldaar zal worden, gehouden op DONDERDAG, DEN 2 NO VEMBER 1911. Schagen, 16 October 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd. De Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN Da Secretaris, ROGGEVEEN. Binnenlandsch Nieuws. RAAD VAN CALLANTSOOG. Vergadering van den Raad op Dinsdag 17 October 1911, des voormiddags 11 uur. Aanwezig allen. Voorzitter de heer G. C. Hulst, burgemeester, en tevens waarnemend secretaris, opent de vergadering en leest de notulen der vorige vergadering, die on veranderd worden goedgekeurd. Voorzatter deelt mede, dat de filter voor de school is besteld. De goedkeuring is van, Ged. Staten ont vangen op de verordening betreffende de huwelijks voltrekkingen; voor de huwelijksvoltrekkingen, die niet op den bepaalden dag (Zaterdag) zullen plaats vinden, zal f 3 moeten worden betaald, des Zondags f 5.—. Ingekomen is een, schrijven van den heer Blom, be- trekking hebbende op den te maken weg. De voor waarden, die de heer Blom stelt, zijn o.a.: a. Prijs van den grond f 1200 perl-IA., te meten vanaf de helft van de bestaande tot aan de helft van de te Smaken sloot; b. een .hek te maken van ijzerdraad ter lengte van 40 meter, hoog 1 meter; c. de sloot te maken overeenkomstig de eischen van den pol der; d. het leggen van 4 duikers voorzien van [68 schuiven; e. 4 dammen met 2 duikers, allen voor zien van flinke damhekken; f. het verplaatsen van den achtersten molen op een nader aan te wijzen plaats; g. het dichtmaken van bestaande slooten op ijl- 'des verkoopers gron,d, met grond uit de te graven sloot; h. het betalen van de opmeting enz. Uit de nu volgende besprekingen blijkt, dat de hee- ren de voorwaarden, die den beer Blom stelt, wat onaannemelijk vin,den. De heer Kruïsveld komt met een „ander plan ter tafel en wel om de sloot juist aan de andere zijde te maken, dan zou men ook zooveel dammen niet krijgen. Dit plan vindt algemeene instemming. De heer Hoogschagen zegt, dat de plaats van Blom heel veel zou verbeteren, wanneer zijn voorwaarden werden aangenomen, waarop de heer visser zegt, dat hij daarom niet zoo onbillijk moest vragen. Naar aanleiding van het plan van den heer Kruis- veld zal aan den heer W. de Wit en aan de Raad- boutstichting om inlichtingen en prijs van den grond gevraagd worden. IDe begrooting van het Armbestuur wordt goedge keurd in ontvangsten en uitgaven van f 1726, met ben gemeentesubsidie van f 300. Thans wordt in behandeling genomen de gemeente- begrooting, dienstjaar 1912. De jaarwedde van den ontvanger wordt van f 85 °P i 100 gebracht. Wat betreft de jaarwedde ambte- naar secretarie, stelt voorzitter den Raad voor hier voor f 100 uit te trekken, terwijl ik zelf, zegt spr., f 200 zal geven, waarvoor de gemeente dan 3 dagen in de week en wel Dinsdag, Donderdag en Zaterdag iemand hier zal krijgien- Dit is noodig daar Zijpe af- II Wi Bescheiden wil blijven van Callaivtsoog, zoodat, de boe- f, Hf ken 'en ailes wat de gemeente Callantsoog betreft WAl hier zal komen. De heer Den Das zegt: Dus we krijgen nu een secretaris voor f 400, waarop de heer Govers ant woordt, dat er dan 3 dagen iemand hier werkt en daar ben ik voor, zegt spreker. Goedgevonden. rd, ste nz. Schrijf- en bureaubehoeften secretarie Is gebracht op f 250. Het salaris van den politie-agent wordt gebracht van f 275 op f 300. Van den, heer Langhorst is het verzoek ingekomen om verhooging van salaris voor het geven van herha- lingsonderwijs, wat thans 60 cen,t per uur bedraagt en hem tevens een belooning toe te kennen als hoofd van het herhalingsonderwijs. Adressant verzoekt den Raad de verhooging reeds over 1911, dus over 48 uur toe te kennen. Voorzitter is niet voor verhooging, 60 cent per uur wordt algemeen gegeven, terwijl hot werk, dat de heer Langhorst a]s hoofd heeft, niet zooveel be- teekent. De heer Hoogschagen zegt, niet voor verhooging te zijn» als het overal zoo is. De heer Den Das vraagt of de hoofden in andere plaatsen er niet voor vergoed worden. Voorzitter antwoordt van in de Zijpe niet, misschien wel in de stad. De heer Den Das meent, dat de heer Langhorst toch om verhooging kan vragen, en waar wij, zegt spreker, hier een goed onderwijzer hebben, moeten we trachten dien hier te houden. De heer Thomasz dacht het van, 60 cent op 75 cent te brengen. De beer Den Das is niet voor verhooging per les uur, wel voor belooning als Hoofd van het Herha lingsonderwijs. Deze belooning wordt nu bepaald op f 10, ingaande 1912. De heer Den Das wilde f 15 geven. De post schoonmaken van het schoollokaal en aan maken van de kachel, wordt gebracht van f 110 op f 120. .en wel, doordat de heer Langhorst geen zin had de kachel meer aan te maken, hetgeen nu zal worden gedaan door De Boer. i De Hoofd. Omslag wordt verhoogd met f 100 en 1 zal bedragen f 1400. De begrooling wordt als nu goed- j gekeurd in ontvangst en uitgaaf op f 6116.25, met een post onvoorziene uilgaven van f 179. Toestemming is verleend tot het plaatsen yan een aanplakbord aan de Callantsoogervaart. De Politie-verordening en Bouwverordening zullen on veranderd' ter goedkeuring naar Ged. Sla ten gezonden worden. Voorzitter, die steeds als waarnemend secretaris ge fungeerd heeft, wordt nu tegen 1 Januari 1912 als vast benoemd. Bij de rondvraag zegt de heer Den Das, dat, nu de Ontvanger meer loon krijgt, hij gaarne zou zien dat er een vasten zitdag bepaald werd, zoodat er, wan neer de Ontvanger niet thuis zal zijn dien dag, dan toch zijn vrouw. Den heer Den Das wordt geantwoord', dat er reeds een zitdag is bepaald, en wel Woensdag, waarop de heer Den Das zegt, dat het todh eens is voorgekomen, dat er dien dag niemand thuis was, zoodat er aan de politie werd betaald. Den Ontvanger zal hierover bericht gezonden wor den. De heer Den Das zegt nog, dat hij heeft gezien,] dat het hek van hel kerkhof nog niet geteerd is. Spre ker zag dat gaarne in het voorjaar gebeuren en wil dat ook nu aanraden. Zal geschieden. Hierna sluiting. HEERHUGOWAARD. Aan den oproep tot het houden eener vergadering, waarin zou worden gesproken' over het oprichten, van' een coöperatieve maalderij, hebben maar weinigen ge- hoor gegeven. Wel werd de zaak besproken en, werd het idee geopperd ook ten, aanzien van het betrekken van kunstmest, coöperatie te betrachten,, doch de ge ringe belangstelling in deze bijeenkomst gaf den aan wezigen aanleiding tot het besluit, voorloopig de zaak te laten, rusten. Men zal trachten door on,derlinge bespreking eerst wat meer warmte er voor te wek ken. NIEUWE NIKDOKP. De rundveefokvereeniging „Vooruitgang" alhier,' heeft een,e veekeuring uitgeschreven, te houden op het Ned. Herv. Kerkplein alhier, op Zaterdagmorgen 21 October. NIEUWE NIEDORP. De opperman D. Jansen, werkzaam bij de alhier gevestigde Betonfabriek, heeft het ongeluk gehad om, toen hij aan 't werk .was bij den heer P. Verburg te Noordsdharwoude, van een gebouw af te vallen, waar bij hij zoo ernstig werd gekneusd, dat overbrenging naar 't St. Elisabeths gesticht te Alkmaar noodig werc geacht en plaatsvond. De man lijdt thans nog hevige pijnen. OUD KARSPEL. In de algemeene vergadering van het Departement Oudkarspel der Mij. tot Nut van 't Algemeen werd besloten de eerste buitengewone vergadering te I doen plaats hebben in December, op nader te be« palen datum. Opgevoerd zal worden het tooneelstukje „Pension Scholier'", terwijl voordrachten zullen worden gege ven door den heer Hullebroek van Gent. Naar aanleiding van eene ingekomen missive werd besloten, de Ned. Vereen, tot afschaffing van Alc. Dranken te steunen met een jaarlijksche bijdrage van f 2.50. Met algemeene stemmen werd de heer J. Butter Cz. tot eerelid benoemd. De heer G. Eecen Cz. werd tot penningmeester gekozen in de plaats van den heer A. C. Kroon, die als zoodanig had bedankt. „HERCULES", OUDKARSPEL-NOORDSCHARW. Tot bestuursleden der Gymnastiek-Vereeniging Her cules werden gekozen de heeren A. Ootjers, voor zitter; J. Schrieken, secretaris; R. Jonker, penning meester; C. Mooij, banierdrager; C. Keppel en K. Hemike, commissarissen. De eerstvolgende uitvoeringen zullen worden, ge houden op Dinsdag 21 en Donderdag 23 November, aanstaande. OUDKARSPEL. Onder de bewoners van de Spoorstraat alhier cir culeert onderstaand adres aan den Gemeenteraad: Aan den Raad der Gemeente Oudkarspel. Edelachtb. Heeren! Ondergeteekenden, allen bewoners van de Spoor straat te Oudkarspel, gezien den toestand, waarin, na elke regenbui de Noordzijde van genoemden weg ver keert, en, met reden vreezende, dat met de te ver wachten sneeuwbuien deze toëstand onhoudbaar zal worden, verzoeken U edeladhlbaren beleefd,- zooda nige maatregelen te nemen, dat voldoende waterafvoei wordt, berkregen. Zij richtten een schrijven aan het Bestuur van de Nutsspaarbank met het verzoek de gelden, indertijd met de demping van. den wegsloot, gereserveerd voor rioleering, voor bovenvermeld doel ter beschikking van U edelachtbaren te stellen. 't Welk doen,de, enz. Volgt onderteekening. Oudkarspel, den, 18 October 1911. BARSINGEKHORN. Zondagnamiddag jl. werd ringsteken met paard en kar gehouden,, als gewone najaarskermis bij den kas- I teiein De Jong aan, het Westeind. Zes paren namen I deel aan het ringsteken. De eerste prijs werd ge- wonnen door G. Jongerling en M. .Donker en de l tweede door Jb. Boontjes en, T. de Vries. Feuilleton. Gemengd Nieuws. HONDSDOLHEID EN MUILKORVEN. Wegens het voorkomen van hondsdolheid hebben de honden te Brussel drie maanden muilkorven moe ten drage.n. Nu deze tijd is verLoopen, wordt, onder den ipdrulc van een treurig sterfgeval aan lyssa hu- mana te Brugge, in alle couran.ten de vraag geop perd, of de overheid wel zekerheid heoft, dat na drie maanden, sedert een geval van hondsdolheid is waargenomen, deze ziekte niet meer voorkomt. In, 't Journal Médical de Bruxelles wordt deze vraag ook gedaan. Van tijd tot tijd ziet men in België telkens weer gevallen van hondsdolheid. Vanwaar, komen die? De schrijver wijst er op, dat acht van de tien honden sterven zonder diagnose of behandeling. Wordt een hond ziek, dan vindt menige eigenaar het beter, hem met een steen om den, hals In, het water te wérpen. De verschijnselen van, ziekzijn kunnen, nu zeer goed de niet herkende prodomi van watervrees zijn; in dit tijdperk kan de hond reeds een, anderen hond gebe ten hebben, doordat de eerste geen muilkorf droeg. Daarom wenscht de schrijver, dat de muilkorf voort durend wordt, gedragen. Last ondervindt het dier er slechts van in de eerste dagen, dus telkens opnieuw bij een muilkorfvoorschrift van beperkten duur. Be scherming geeft een onafgebroken muilkorf verorde ning, zoowel aan de honden als aan de menschen. Want zelfs door gezonde bijtachtige honden te wor den gebeten is voor hond en mensch onaangenaam. Alleen, honden van blinden, herders en jagers zouden tijdens de uitoefening van, hun bedrijf vrij mogen blijven. In Engeland rekende men, dank zij de nauwkeu rige toepassing van, de muilkorf, en de afgezonderde ligging van het land van de plaag voorgoed bevrijd te zijn. Nu is evenwel een jachtopziener gestorven onder verschijnselen, die sterk aan lyssa herinneren. Hij was bovendien door een vos gebeten, door zijn dikken wollen handschoen heen. Toch meent the Hos- pital, dat de ziekte niet zeker hondsdolheid was. Sommige gevallen van tetanus kunnen aan de ver schijnselen van lyssa herinneren. Men kan dan spre ken van „acut glosso-labio-laryngeale verlamming". Doch ook kan onder de wilde hondachtige dieren lyssa hebben voortgesmeuld;*of, doch niet waarschijn lijk, kan een ingevoerde vos lyssa hebben gehad. DE OORZAKEN VAN SOMMIGE ZEERAMPEN. Volgens W. Krebs zouden er merkwaardige betrek kingen, bestaan tusscben vulkanische verschijnselen, en scheepsongelukken. Zoo schrijft hij het vergaan van de „Elbing VIII" op onze kust in Juli 1911 toe aan een zeebeweging, welke dezelfde oorzaken, had als de aardbeving te Buda-Pest op dienzelfden da tum. Eveneens moeten de ramp van de „Olympic" en de uitbarsting van de Etna, beide op den llden September, aan een, zelfde oorzaak toegeschreven worden. Volgens hem zou 'n zeebeving aanvaring tusschende „Olympic"' en den kruiser „Hawk" hebben kunnen teweeg brengen. Op sterke vulkanische bewegingen van den zeebodem wijzen ook de groote scholen wal- visschen die dit jaar in Zuid-Engeland en op de kust; van Australië aanspoelden. EEN NAUWKEURIG ONDERZOEK. De Crie de Paris vertelt een grappig geval, onlang» een zeer bekend medicus te Parijs overkomen. Dr. L. luid een groot gezelschap in zijn salons vereenigd'; het was al vri] - laat in den avond en dank zij (do voortreffelijke mei-ken uit des dokters wijnkelder, heerschte er een vroolijke opgewonden slemming. Er werd gescheld's dokters hulp werd ingeroepen. Voor een bejaard man, die op straat benauwdheden rekregen (^ad en nu door eenige medelijdende omstan- lers in de spreekkamer gebracht was. Zoo is hel lc\en van den medicus nu eenmaal. Altoos maar klaarstaan in iet belang van de lijdende menschheid. De geneesheer iing naar beneden, en vond daar een asth ma-lijder Jie ci- op den koop toe nog een bronchitis bij scheen e hebben, en over pijn in de longstreek klaagde. )dkter nam hel instrument om de boist van den zieke c beluisteren, en teneinde diens aandacht wat af te lei- len verzocht hij hem langzaam en regelmatig te tei len één, twee, drie, vier, vijf... De lijd verstrijkt; reeds een half uur is voorbij; nog ;s, d-e gastheer niet in den kring van zijn vrienden cTugfiekeerd. Men wordt ongerust en na lang aarze len besluiten twee van 's dokters beste vrienden om ens even beneden te gaan kijken. Zachlkens de deur van. de patiënienkamer opengemaakt... daar zien zij len' plichtgetrouwen arts, gebogen over Jiet instru ment dat legen de borst van den zieke geplaatst is. Door moeheid overmand die zware Bourgogne oók was de onderzoeker in slaap gevallen, terwijl de ongjukkige patifcnl bijna buiten adem maar verder zat .e teilen: twaalfhonderd een en dertig, twaalfhondoxl twee en dertig, twaalfhonderd drie en dertia. VOORZICHTIG. Dokter: Hoeveel bier drinkt u per dag? Patiënt: Och dokter, wil je eerst eens achter de deur kijken, of mi in vrouw soms staat te luisteren 'N DAPPERE. i 'n Nachtwacht ziet heel kalm toe, dat 'n bende boeren elkaar afrost, en zeg'Ik waoht maar net zoo lang, tot er een blijft liggen,... en dien reken ik in. STILTE. Kleine Anna: Laten we nu eens spelen, dat twe getrouwd zijn. Jantje: Dat kan niet. Ma heeft gezegd, dat we geen ruzie mochten maken. VAN KOHLENEGG. Mieke was thuis zeor gemakkelijk; zij voegde zich met een flauw glimlachje naar de bevelen van den, heer des huizes. Maar Dela, die hartstochtelijker was en den sterken wil van haar vader bezat, trad open lijk verzet. Dan vielen er wel eens harde woorden, maar Dela was ook haars vaders lieveling. Hoe weinig hij het' ook toonde, hiji was trotsch op het donlcer- lokkige meisje en zoo liep hij tenslottte met een dof gebrom en een halven, glimlach, dien niemand evenwel bemerkte, weg". „Wat een satanswijf, Die loopt zich als het ware dc-n kop te pletter.'" i Moeder verstond het met duizend knepen, en stre- Iken alle conflicten uit den weg te gaan. Dat had zij ia haar jarenlang huwelijk wel geleerd. Zij was een van. de vele vrouwen, die in het huwelijk geheel pas sief worden. De hartstochtelijke, door zijn arbeid ge heel in beslag genomen man had haar geheel ter zijde geschoven en iets nieuws hadden deze beide menschen) elkaar in langen tijd al niet meer te zeg gen. Maar de kleine vrouw was lang niet zoo toegeeif- jlljk, als het wel scheen; zij bereikte met haar stille hardnekkigheid nog heel veel. Het pijnlijkste voor de meisjes en ook voor de moe- Ider was wel, dat vader aan hare genoegens zulke T scherpe grenzen stelde. Om elf uur, in geen geval v~na middernacht mochten de meisjes thuiskomen. An- i ders leerden, de meisjes geen plicht en eenvoud be trachten, heette de geleerdheid van vader Liesegang. Maar ook hier wist men zich te behelpen. Om elf ,uur begon op de vroolijke avondjes eerst de rechte pret te komen. En, zoo gebeurde het, dat dikwijls bij het morgengloren voor het huis van Liesegang in, ür1 «de Niedertorstraat een klein troepje menschen, ver- Cllfccheen. I De dames, ia pelsmantels gewikkeld, met zijden L kappen op, stonden lachend en toch bezorgd om een troepje heeren, die een van hen hoog optilden om zoodoende; met stok of paj-apluie gewapend zacht te NC EN' nn1 EN gen een venster te tikken. En dan opende mama Liesegang behoedzaam de deur, en een der andere heeren hield met een zakdoek of muts op een, stok de bel vast. Alles ging onder een zacht gefluister en nu en, dan hoorde men een onderdrukt gelach, en de dames aamen blozend afscheid. Voor mama was dit- geschiedenis telkenmaal zeer pijnlijk. Maar wat moest men doen? De meisjes tnokken er zich niets van aaa- Het waren meestal dezelfde heeren, die haar thuis brachten, assessor Grell, Dr. Voigt. of Dr. Gottschalk of assessor Pfeil, en dat alles ouder de hoede van het opgeruimde echtpaar Zoecke, die, de jeugd giaarae een pretje gunden. Mijnheer Liesegang ging nu met groote stappen de Oelztorstraat in, langs het huis van, tante Linde- wann. De woonkamer boven, was verlicht. Waar schijn,lijk j zat de oude dame boven, te breien en at daarbij haar beroemde reinetten, of liet zich door Natalie, haar Jiulp-in-alles, voorlezen. Of misschien zat er wel de een of andere babbelkous boven zoo dacht Lïese- j gc.ng grimmig. Hij kon met tante Lindemann niet best overweg. Zij was de stiefzuster van zijn vrouw en, veertien Jaar ouder. Hij noemde haar met voorliefde de oude spin, wat niet recht op haar paste; want tapte Lin demann was zeer voornaam en vol statie. De zaak was deze: de man, van, tante Lindemann was de com pagnon van Liesegang geweest en bij zijn, plotselin- gen dood had Liesegang de uitbreidingen, die Linde maan steeds had tegengehouden, doorgezet. Maar toen had tante Lindemann dadelijk haar geld opgezegd en uit de zaak gepomen. Lindemann was namelijk de geidman geweest. Dat had den ouden Liesegang in moeilijkheden gebracht;. lti| had nieuwe hypotheken moeten opnemen, ook 'n nieuwen compagnon gezocht, „aiar bij zijp blekende stekeligheid had niet spoedig iemapd lust om met hem zaken te doen en ten slotte had hij, om het gat maar te stoppen, gespe culeerd. Niet juist gelukkig, om ook dat maar te zeggen. Eu het was aan het eind ook niet weln ig geweest, wat hij had verloren. In de dikke boeken van den bankier Haberstock, boven aan de marlet., naast de beukenboomen, kon men precies de cijfers vinden. Mijnheer Liesegang had alleen een scherpen, ste- keligen blik na,ar het venster geworpen en de handen in zijn zakken tot vuisten, gebajd. Zijn schreden met de spijkerschoepen, klonken zwaar en vlug. Die wij ven Waarom had hij zich ook mot al die dingen ingelaten? Waarom liet hij zich nu telkens weer met die vervloekte dingen in? Waarom ja juist, waar om? Als die vervloekte spin daarboven hem er niet toe had gedwofigen, was het hem nooit in de hersens gekomen. Dat vervloekte geld! Ja, daar hield hij van hij hi eld ervan met lijf en ziel. Het was macht, bracht een meusch omhoog, maakte den arbeid rijker en gelukkiger den arbeid en de firma, dat alles ging over bem. Dat wijf, dat zich met bopte lap pen behing en in de familie als een vorstin regeerde en zich op bespottelijke wijze huldigen liet, zonder haar malle streken was hij nooit naar Haberstock gegaan, nooit...! Of misschien wel, maar met andere plan,nen, als een gunstige speculatie het hem raad zaam had doen schijnen, solide, kalm en niet met die dolle waaghalzerij, die hem nu 's nachts geen slaap en overdag geen rust gunde. Het oude raadhuis lag donker op de markt. Slechts het venster van den raadhuiskelder was verlicht. Aan de andere zijde van de markt schitterde het ronde deurvenster van de slotapotheek. Mijnheer Lie segang zag dep apotheker Wolffer zich de nette han den wrijven en over de toonbank heen. met iemand pratpn. „Die zwetser.;... Zij hebben hier allen niet genoeg te doen, slechts kletsen en wat rondom luie ren en genot en plezier narennen," zoo bromde de ou die Liesegang. Midden op de markt stond een lantaarnpaal, een heele dupne, maar er brandde geen liebt in. Waarom? Men kon, de markt ook wel rondloopen. Maar mijn heer Liesegang liep dwars over. Boven aan de markt was een iange rij vensters verlicht, in de Beukeboom. Daar zaten de drinkebroers en spelers nog steeds te babbelen,. Die luiaards, zorgden zij liever, dat zij thuis kwamen. Om elf uur 's morgens in de kroeg; om twaalf uur middag, om vier uur koffie, en om half zes weer wat anders, en om acht of negen uur ging men, maai- weer aan het bier. Wanneer werkten die lui eigenjijk? Naast de Beukeboom stond een huisje met twee verdiepingen, elegant, met een hoog dak, en schitte rende vensters. Jules Haberstock woonde daar, de bankier. Een paar granietstoepen voerden den bezoe ker naar binnen. De vestibule was door een lamp met melkglas omhuld en aangenaam verlicht. Het zag er hier alles zeer zindelijk en behaaglijk uit. Links op een deur prijkt^ een bord: Kaptoor. Mijnheer Liesegang trad binnen. De boekhouder, de oude heer met een kaal hoofd sloeg juist met oen doffen slag het grootboek toe en maakte zijn buiging. „Is mijnheer Haberstock daar?" vroeg Liesegang. De oude wees met de punt van zijn penhouder onder een nieuwe buiging zwijgend naar een aan staande deur. Daar was het wonderlijk warm. Op den bruinen kacheloven lagen een paar appéls. Dat was de eenigé ou ordelijkheid in het gansche vertrek. Alles keurig in orde, plechtig bijna, het papier der geheimzinnige kantoorboeken bont op snede en met breede groene omslagen. En alles lag spiegelglad onder het brom mende gaslicht met de groene, dempende schermen. Het moest hier een lust zijn, den penhouder iu den Inktpot te doopen en er lustig op los te krassen. Do schroefbouten der copiëerpersen blonken, zelfs het zeil op den grond had niet het minste smetje. Het rook naar inkt, papier en gewreven zeil en naar zeer ijverige kantoormenschen. Deze bijna plechtige ernst en deze juweelen zin delijkheid heerschten in de beide kan,toorvertrekken. En zoo was ook mijnheer Jules Haberstock in hoogst eigen persoon. Slank, zelfs wat dun, met 'n zijdeachtigen bruinen bakkebaard en zachte oogen, i waarvoor hij bij het lezen een lorgnet zette. Een veertiger, zeer goed geconserveerd. Mijnheer Haber- stock kleedde zich zeer zorgvuldig in grijzen pan talon en groote jas, waaruit sneeuwwitte manchet ten met schitterende knoopen staken. Nu hief hij zijn fijngekapt hoofd, dat hij naden kend had ondersteund, mot gratie op. „Ah, mijnheer Liesegang!" „Dag Haberstock, hoe staan de zaken? Ik heb be richten, uit Berlijn gekregen." „Berichten? Zoo, zoo!" herhaalde Haberstock en sloeg de oogen naar de zoldering. Maar hij glim lachte en boog gespannen het bovenlichaam naar voren en achter. „Ja," zeide Liesegang droog en wierp zijn muts op een kleiinen stoel in den hoek. De bankier keek daar zeer opmerkzaam mar. Hij maakte met de hand een vriendelijk gebaar naar de vele stoelen in het kantoor; maar Liesegang deed alsof hij daar geen erg in had. Hij ging aan de andere zijde van den lessenaar s!aan, alsof iiij hier thuis was en keek in, de brandende gasvlam. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 1