wil Billis-
n
Ds zusters Liesegang.
ng
tl.
Woensdag 18 October 1911.
55ste Jaargang. No. 5004.
[lOIilT.
i alt 1 blad.
KKMIKjMTK 8CHA6EW.
Seke^dmakingani
NAJAARSMARKT.
Burgemeester en, Wethouders der gemeente Scha-
geu, brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de
GEWONE GROOTE NAJAARSVEEMARKT aldaar
zal worden, gehouden op DONDERDAG, DEN 2 NO
VEMBER 1911.
Schagen, 16 October 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
J. P. W. VAN DOORN
Da Secretaris,
ROGGEVEEN.
Binnenlandsch Nieuws.
RAAD VAN CALLANTSOOG.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 17 October
1911, des voormiddags 11 uur. Aanwezig allen.
Voorzitter de heer G. C. Hulst, burgemeester, en
tevens waarnemend secretaris, opent de vergadering
en leest de notulen der vorige vergadering, die on
veranderd worden goedgekeurd.
Voorzatter deelt mede, dat de filter voor de school
is besteld. De goedkeuring is van, Ged. Staten ont
vangen op de verordening betreffende de huwelijks
voltrekkingen; voor de huwelijksvoltrekkingen, die
niet op den bepaalden dag (Zaterdag) zullen plaats
vinden, zal f 3 moeten worden betaald, des Zondags
f 5.—.
Ingekomen is een, schrijven van den heer Blom, be-
trekking hebbende op den te maken weg. De voor
waarden, die de heer Blom stelt, zijn o.a.: a. Prijs
van den grond f 1200 perl-IA., te meten vanaf de
helft van de bestaande tot aan de helft van de te
Smaken sloot; b. een .hek te maken van ijzerdraad ter
lengte van 40 meter, hoog 1 meter; c. de sloot
te maken overeenkomstig de eischen van den pol
der; d. het leggen van 4 duikers voorzien van
[68 schuiven; e. 4 dammen met 2 duikers, allen voor
zien van flinke damhekken; f. het verplaatsen van
den achtersten molen op een nader aan te wijzen
plaats; g. het dichtmaken van bestaande slooten op
ijl- 'des verkoopers gron,d, met grond uit de te graven
sloot; h. het betalen van de opmeting enz.
Uit de nu volgende besprekingen blijkt, dat de hee-
ren de voorwaarden, die den beer Blom stelt, wat
onaannemelijk vin,den.
De heer Kruïsveld komt met een „ander plan ter
tafel en wel om de sloot juist aan de andere zijde
te maken, dan zou men ook zooveel dammen niet
krijgen. Dit plan vindt algemeene instemming.
De heer Hoogschagen zegt, dat de plaats van Blom
heel veel zou verbeteren, wanneer zijn voorwaarden
werden aangenomen, waarop de heer visser zegt, dat
hij daarom niet zoo onbillijk moest vragen.
Naar aanleiding van het plan van den heer Kruis-
veld zal aan den heer W. de Wit en aan de Raad-
boutstichting om inlichtingen en prijs van den grond
gevraagd worden.
IDe begrooting van het Armbestuur wordt goedge
keurd in ontvangsten en uitgaven van f 1726, met
ben gemeentesubsidie van f 300.
Thans wordt in behandeling genomen de gemeente-
begrooting, dienstjaar 1912.
De jaarwedde van den ontvanger wordt van f 85
°P i 100 gebracht. Wat betreft de jaarwedde ambte-
naar secretarie, stelt voorzitter den Raad voor hier
voor f 100 uit te trekken, terwijl ik zelf, zegt spr.,
f 200 zal geven, waarvoor de gemeente dan 3 dagen
in de week en wel Dinsdag, Donderdag en Zaterdag
iemand hier zal krijgien- Dit is noodig daar Zijpe af-
II Wi Bescheiden wil blijven van Callaivtsoog, zoodat, de boe-
f, Hf ken 'en ailes wat de gemeente Callantsoog betreft
WAl hier zal komen.
De heer Den Das zegt: Dus we krijgen nu een
secretaris voor f 400, waarop de heer Govers ant
woordt, dat er dan 3 dagen iemand hier werkt en
daar ben ik voor, zegt spreker.
Goedgevonden.
rd,
ste
nz.
Schrijf- en bureaubehoeften secretarie Is gebracht
op f 250. Het salaris van den politie-agent wordt
gebracht van f 275 op f 300.
Van den, heer Langhorst is het verzoek ingekomen
om verhooging van salaris voor het geven van herha-
lingsonderwijs, wat thans 60 cen,t per uur bedraagt
en hem tevens een belooning toe te kennen als hoofd
van het herhalingsonderwijs. Adressant verzoekt den
Raad de verhooging reeds over 1911, dus over 48
uur toe te kennen.
Voorzitter is niet voor verhooging, 60 cent per
uur wordt algemeen gegeven, terwijl hot werk, dat
de heer Langhorst a]s hoofd heeft, niet zooveel be-
teekent.
De heer Hoogschagen zegt, niet voor verhooging te
zijn» als het overal zoo is.
De heer Den Das vraagt of de hoofden in andere
plaatsen er niet voor vergoed worden.
Voorzitter antwoordt van in de Zijpe niet, misschien
wel in de stad.
De heer Den Das meent, dat de heer Langhorst
toch om verhooging kan vragen, en waar wij, zegt
spreker, hier een goed onderwijzer hebben, moeten
we trachten dien hier te houden.
De heer Thomasz dacht het van, 60 cent op 75
cent te brengen.
De beer Den Das is niet voor verhooging per les
uur, wel voor belooning als Hoofd van het Herha
lingsonderwijs.
Deze belooning wordt nu bepaald op f 10, ingaande
1912. De heer Den Das wilde f 15 geven.
De post schoonmaken van het schoollokaal en aan
maken van de kachel, wordt gebracht van f 110 op
f 120. .en wel, doordat de heer Langhorst geen zin had
de kachel meer aan te maken, hetgeen nu zal worden
gedaan door De Boer. i
De Hoofd. Omslag wordt verhoogd met f 100 en 1
zal bedragen f 1400. De begrooling wordt als nu goed- j
gekeurd in ontvangst en uitgaaf op f 6116.25, met een
post onvoorziene uilgaven van f 179.
Toestemming is verleend tot het plaatsen yan een
aanplakbord aan de Callantsoogervaart.
De Politie-verordening en Bouwverordening zullen on
veranderd' ter goedkeuring naar Ged. Sla ten gezonden
worden.
Voorzitter, die steeds als waarnemend secretaris ge
fungeerd heeft, wordt nu tegen 1 Januari 1912 als vast
benoemd.
Bij de rondvraag zegt de heer Den Das, dat, nu
de Ontvanger meer loon krijgt, hij gaarne zou zien
dat er een vasten zitdag bepaald werd, zoodat er, wan
neer de Ontvanger niet thuis zal zijn dien dag, dan
toch zijn vrouw.
Den heer Den Das wordt geantwoord', dat er reeds
een zitdag is bepaald, en wel Woensdag, waarop de
heer Den Das zegt, dat het todh eens is voorgekomen,
dat er dien dag niemand thuis was, zoodat er aan
de politie werd betaald.
Den Ontvanger zal hierover bericht gezonden wor
den.
De heer Den Das zegt nog, dat hij heeft gezien,]
dat het hek van hel kerkhof nog niet geteerd is. Spre
ker zag dat gaarne in het voorjaar gebeuren en wil dat
ook nu aanraden. Zal geschieden.
Hierna sluiting.
HEERHUGOWAARD.
Aan den oproep tot het houden eener vergadering,
waarin zou worden gesproken' over het oprichten, van'
een coöperatieve maalderij, hebben maar weinigen ge-
hoor gegeven. Wel werd de zaak besproken en, werd
het idee geopperd ook ten, aanzien van het betrekken
van kunstmest, coöperatie te betrachten,, doch de ge
ringe belangstelling in deze bijeenkomst gaf den aan
wezigen aanleiding tot het besluit, voorloopig de zaak
te laten, rusten. Men zal trachten door on,derlinge
bespreking eerst wat meer warmte er voor te wek
ken.
NIEUWE NIKDOKP.
De rundveefokvereeniging „Vooruitgang" alhier,'
heeft een,e veekeuring uitgeschreven, te houden op
het Ned. Herv. Kerkplein alhier, op Zaterdagmorgen
21 October.
NIEUWE NIEDORP.
De opperman D. Jansen, werkzaam bij de alhier
gevestigde Betonfabriek, heeft het ongeluk gehad om,
toen hij aan 't werk .was bij den heer P. Verburg te
Noordsdharwoude, van een gebouw af te vallen, waar
bij hij zoo ernstig werd gekneusd, dat overbrenging
naar 't St. Elisabeths gesticht te Alkmaar noodig werc
geacht en plaatsvond. De man lijdt thans nog
hevige pijnen.
OUD KARSPEL.
In de algemeene vergadering van het Departement
Oudkarspel der Mij. tot Nut van 't Algemeen werd
besloten de eerste buitengewone vergadering te I
doen plaats hebben in December, op nader te be«
palen datum.
Opgevoerd zal worden het tooneelstukje „Pension
Scholier'", terwijl voordrachten zullen worden gege
ven door den heer Hullebroek van Gent.
Naar aanleiding van eene ingekomen missive werd
besloten, de Ned. Vereen, tot afschaffing van Alc.
Dranken te steunen met een jaarlijksche bijdrage
van f 2.50. Met algemeene stemmen werd de heer J.
Butter Cz. tot eerelid benoemd. De heer G. Eecen
Cz. werd tot penningmeester gekozen in de plaats
van den heer A. C. Kroon, die als zoodanig had
bedankt.
„HERCULES", OUDKARSPEL-NOORDSCHARW.
Tot bestuursleden der Gymnastiek-Vereeniging Her
cules werden gekozen de heeren A. Ootjers, voor
zitter; J. Schrieken, secretaris; R. Jonker, penning
meester; C. Mooij, banierdrager; C. Keppel en K.
Hemike, commissarissen.
De eerstvolgende uitvoeringen zullen worden, ge
houden op Dinsdag 21 en Donderdag 23 November,
aanstaande.
OUDKARSPEL.
Onder de bewoners van de Spoorstraat alhier cir
culeert onderstaand adres aan den Gemeenteraad:
Aan den Raad der Gemeente Oudkarspel.
Edelachtb. Heeren!
Ondergeteekenden, allen bewoners van de Spoor
straat te Oudkarspel, gezien den toestand, waarin, na
elke regenbui de Noordzijde van genoemden weg ver
keert, en, met reden vreezende, dat met de te ver
wachten sneeuwbuien deze toëstand onhoudbaar zal
worden, verzoeken U edeladhlbaren beleefd,- zooda
nige maatregelen te nemen, dat voldoende waterafvoei
wordt, berkregen.
Zij richtten een schrijven aan het Bestuur van de
Nutsspaarbank met het verzoek de gelden, indertijd
met de demping van. den wegsloot, gereserveerd voor
rioleering, voor bovenvermeld doel ter beschikking
van U edelachtbaren te stellen.
't Welk doen,de, enz.
Volgt onderteekening.
Oudkarspel, den, 18 October 1911.
BARSINGEKHORN.
Zondagnamiddag jl. werd ringsteken met paard en
kar gehouden,, als gewone najaarskermis bij den kas-
I teiein De Jong aan, het Westeind. Zes paren namen
I deel aan het ringsteken. De eerste prijs werd ge-
wonnen door G. Jongerling en M. .Donker en de
l tweede door Jb. Boontjes en, T. de Vries.
Feuilleton.
Gemengd Nieuws.
HONDSDOLHEID EN MUILKORVEN.
Wegens het voorkomen van hondsdolheid hebben
de honden te Brussel drie maanden muilkorven moe
ten drage.n. Nu deze tijd is verLoopen, wordt, onder
den ipdrulc van een treurig sterfgeval aan lyssa hu-
mana te Brugge, in alle couran.ten de vraag geop
perd, of de overheid wel zekerheid heoft, dat na
drie maanden, sedert een geval van hondsdolheid is
waargenomen, deze ziekte niet meer voorkomt. In, 't
Journal Médical de Bruxelles wordt deze vraag ook
gedaan. Van tijd tot tijd ziet men in België telkens
weer gevallen van hondsdolheid. Vanwaar, komen die?
De schrijver wijst er op, dat acht van de tien honden
sterven zonder diagnose of behandeling. Wordt een
hond ziek, dan vindt menige eigenaar het beter, hem
met een steen om den, hals In, het water te wérpen.
De verschijnselen van, ziekzijn kunnen, nu zeer goed
de niet herkende prodomi van watervrees zijn; in dit
tijdperk kan de hond reeds een, anderen hond gebe
ten hebben, doordat de eerste geen muilkorf droeg.
Daarom wenscht de schrijver, dat de muilkorf voort
durend wordt, gedragen. Last ondervindt het dier er
slechts van in de eerste dagen, dus telkens opnieuw
bij een muilkorfvoorschrift van beperkten duur. Be
scherming geeft een onafgebroken muilkorf verorde
ning, zoowel aan de honden als aan de menschen.
Want zelfs door gezonde bijtachtige honden te wor
den gebeten is voor hond en mensch onaangenaam.
Alleen, honden van blinden, herders en jagers zouden
tijdens de uitoefening van, hun bedrijf vrij mogen
blijven.
In Engeland rekende men, dank zij de nauwkeu
rige toepassing van, de muilkorf, en de afgezonderde
ligging van het land van de plaag voorgoed bevrijd
te zijn. Nu is evenwel een jachtopziener gestorven
onder verschijnselen, die sterk aan lyssa herinneren.
Hij was bovendien door een vos gebeten, door zijn
dikken wollen handschoen heen. Toch meent the Hos-
pital, dat de ziekte niet zeker hondsdolheid was.
Sommige gevallen van tetanus kunnen aan de ver
schijnselen van lyssa herinneren. Men kan dan spre
ken van „acut glosso-labio-laryngeale verlamming".
Doch ook kan onder de wilde hondachtige dieren
lyssa hebben voortgesmeuld;*of, doch niet waarschijn
lijk, kan een ingevoerde vos lyssa hebben gehad.
DE OORZAKEN VAN SOMMIGE ZEERAMPEN.
Volgens W. Krebs zouden er merkwaardige betrek
kingen, bestaan tusscben vulkanische verschijnselen,
en scheepsongelukken. Zoo schrijft hij het vergaan
van de „Elbing VIII" op onze kust in Juli 1911 toe
aan een zeebeweging, welke dezelfde oorzaken, had
als de aardbeving te Buda-Pest op dienzelfden da
tum. Eveneens moeten de ramp van de „Olympic"
en de uitbarsting van de Etna, beide op den llden
September, aan een, zelfde oorzaak toegeschreven
worden.
Volgens hem zou 'n zeebeving aanvaring tusschende
„Olympic"' en den kruiser „Hawk" hebben kunnen
teweeg brengen. Op sterke vulkanische bewegingen
van den zeebodem wijzen ook de groote scholen wal-
visschen die dit jaar in Zuid-Engeland en op de
kust; van Australië aanspoelden.
EEN NAUWKEURIG ONDERZOEK.
De Crie de Paris vertelt een grappig geval, onlang»
een zeer bekend medicus te Parijs overkomen. Dr.
L. luid een groot gezelschap in zijn salons vereenigd';
het was al vri] - laat in den avond en dank zij (do
voortreffelijke mei-ken uit des dokters wijnkelder,
heerschte er een vroolijke opgewonden slemming.
Er werd gescheld's dokters hulp werd ingeroepen.
Voor een bejaard man, die op straat benauwdheden
rekregen (^ad en nu door eenige medelijdende omstan-
lers in de spreekkamer gebracht was. Zoo is hel lc\en
van den medicus nu eenmaal. Altoos maar klaarstaan in
iet belang van de lijdende menschheid. De geneesheer
iing naar beneden, en vond daar een asth ma-lijder
Jie ci- op den koop toe nog een bronchitis bij scheen
e hebben, en over pijn in de longstreek klaagde.
)dkter nam hel instrument om de boist van den zieke
c beluisteren, en teneinde diens aandacht wat af te lei-
len verzocht hij hem langzaam en regelmatig te tei
len één, twee, drie, vier, vijf...
De lijd verstrijkt; reeds een half uur is voorbij; nog
;s, d-e gastheer niet in den kring van zijn vrienden
cTugfiekeerd. Men wordt ongerust en na lang aarze
len besluiten twee van 's dokters beste vrienden om
ens even beneden te gaan kijken. Zachlkens de deur
van. de patiënienkamer opengemaakt... daar zien zij
len' plichtgetrouwen arts, gebogen over Jiet instru
ment dat legen de borst van den zieke geplaatst is.
Door moeheid overmand die zware Bourgogne oók
was de onderzoeker in slaap gevallen, terwijl de
ongjukkige patifcnl bijna buiten adem maar verder zat
.e teilen: twaalfhonderd een en dertig, twaalfhondoxl
twee en dertig, twaalfhonderd drie en dertia.
VOORZICHTIG.
Dokter: Hoeveel bier drinkt u per dag?
Patiënt: Och dokter, wil je eerst eens achter de deur
kijken, of mi in vrouw soms staat te luisteren
'N DAPPERE. i
'n Nachtwacht ziet heel kalm toe, dat 'n bende
boeren elkaar afrost, en zeg'Ik waoht maar net zoo
lang, tot er een blijft liggen,... en dien reken ik in.
STILTE.
Kleine Anna: Laten we nu eens spelen, dat twe
getrouwd zijn.
Jantje: Dat kan niet. Ma heeft gezegd, dat we geen
ruzie mochten maken.
VAN KOHLENEGG.
Mieke was thuis zeor gemakkelijk; zij voegde zich
met een flauw glimlachje naar de bevelen van den,
heer des huizes. Maar Dela, die hartstochtelijker was
en den sterken wil van haar vader bezat, trad open
lijk verzet. Dan vielen er wel eens harde woorden,
maar Dela was ook haars vaders lieveling. Hoe weinig
hij het' ook toonde, hiji was trotsch op het donlcer-
lokkige meisje en zoo liep hij tenslottte met een
dof gebrom en een halven, glimlach, dien niemand
evenwel bemerkte, weg".
„Wat een satanswijf, Die loopt zich als het ware
dc-n kop te pletter.'"
i Moeder verstond het met duizend knepen, en stre-
Iken alle conflicten uit den weg te gaan. Dat had zij
ia haar jarenlang huwelijk wel geleerd. Zij was een
van. de vele vrouwen, die in het huwelijk geheel pas
sief worden. De hartstochtelijke, door zijn arbeid ge
heel in beslag genomen man had haar geheel ter
zijde geschoven en iets nieuws hadden deze beide
menschen) elkaar in langen tijd al niet meer te zeg
gen. Maar de kleine vrouw was lang niet zoo toegeeif-
jlljk, als het wel scheen; zij bereikte met haar stille
hardnekkigheid nog heel veel.
Het pijnlijkste voor de meisjes en ook voor de moe-
Ider was wel, dat vader aan hare genoegens zulke
T scherpe grenzen stelde. Om elf uur, in geen geval
v~na middernacht mochten de meisjes thuiskomen. An-
i ders leerden, de meisjes geen plicht en eenvoud be
trachten, heette de geleerdheid van vader Liesegang.
Maar ook hier wist men zich te behelpen. Om elf
,uur begon op de vroolijke avondjes eerst de rechte
pret te komen. En, zoo gebeurde het, dat dikwijls bij
het morgengloren voor het huis van Liesegang in,
ür1 «de Niedertorstraat een klein troepje menschen, ver-
Cllfccheen.
I De dames, ia pelsmantels gewikkeld, met zijden
L kappen op, stonden lachend en toch bezorgd om een
troepje heeren, die een van hen hoog optilden om
zoodoende; met stok of paj-apluie gewapend zacht te
NC
EN'
nn1
EN
gen een venster te tikken. En dan opende mama
Liesegang behoedzaam de deur, en een der andere
heeren hield met een zakdoek of muts op een, stok
de bel vast. Alles ging onder een zacht gefluister
en nu en, dan hoorde men een onderdrukt gelach, en
de dames aamen blozend afscheid. Voor mama was
dit- geschiedenis telkenmaal zeer pijnlijk. Maar wat
moest men doen? De meisjes tnokken er zich niets
van aaa- Het waren meestal dezelfde heeren, die haar
thuis brachten, assessor Grell, Dr. Voigt. of Dr.
Gottschalk of assessor Pfeil, en dat alles ouder de
hoede van het opgeruimde echtpaar Zoecke, die, de
jeugd giaarae een pretje gunden.
Mijnheer Liesegang ging nu met groote stappen de
Oelztorstraat in, langs het huis van, tante Linde-
wann.
De woonkamer boven, was verlicht. Waar schijn,lijk j
zat de oude dame boven, te breien en at daarbij haar
beroemde reinetten, of liet zich door Natalie, haar
Jiulp-in-alles, voorlezen. Of misschien zat er wel de
een of andere babbelkous boven zoo dacht Lïese- j
gc.ng grimmig.
Hij kon met tante Lindemann niet best overweg.
Zij was de stiefzuster van zijn vrouw en, veertien
Jaar ouder. Hij noemde haar met voorliefde de oude
spin, wat niet recht op haar paste; want tapte Lin
demann was zeer voornaam en vol statie. De zaak
was deze: de man, van, tante Lindemann was de com
pagnon van Liesegang geweest en bij zijn, plotselin-
gen dood had Liesegang de uitbreidingen, die Linde
maan steeds had tegengehouden, doorgezet. Maar toen
had tante Lindemann dadelijk haar geld opgezegd
en uit de zaak gepomen. Lindemann was namelijk de
geidman geweest. Dat had den ouden Liesegang in
moeilijkheden gebracht;. lti| had nieuwe hypotheken
moeten opnemen, ook 'n nieuwen compagnon gezocht,
„aiar bij zijp blekende stekeligheid had niet spoedig
iemapd lust om met hem zaken te doen en ten
slotte had hij, om het gat maar te stoppen, gespe
culeerd. Niet juist gelukkig, om ook dat maar te
zeggen. Eu het was aan het eind ook niet weln ig
geweest, wat hij had verloren. In de dikke boeken
van den bankier Haberstock, boven aan de marlet.,
naast de beukenboomen, kon men precies de cijfers
vinden.
Mijnheer Liesegang had alleen een scherpen, ste-
keligen blik na,ar het venster geworpen en de handen
in zijn zakken tot vuisten, gebajd. Zijn schreden met
de spijkerschoepen, klonken zwaar en vlug. Die wij
ven Waarom had hij zich ook mot al die dingen
ingelaten? Waarom liet hij zich nu telkens weer met
die vervloekte dingen in? Waarom ja juist, waar
om? Als die vervloekte spin daarboven hem er niet
toe had gedwofigen, was het hem nooit in de hersens
gekomen. Dat vervloekte geld! Ja, daar hield hij van
hij hi eld ervan met lijf en ziel. Het was macht,
bracht een meusch omhoog, maakte den arbeid rijker
en gelukkiger den arbeid en de firma, dat alles
ging over bem. Dat wijf, dat zich met bopte lap
pen behing en in de familie als een vorstin regeerde
en zich op bespottelijke wijze huldigen liet, zonder
haar malle streken was hij nooit naar Haberstock
gegaan, nooit...! Of misschien wel, maar met andere
plan,nen, als een gunstige speculatie het hem raad
zaam had doen schijnen, solide, kalm en niet met
die dolle waaghalzerij, die hem nu 's nachts geen
slaap en overdag geen rust gunde.
Het oude raadhuis lag donker op de markt. Slechts
het venster van den raadhuiskelder was verlicht.
Aan de andere zijde van de markt schitterde het
ronde deurvenster van de slotapotheek. Mijnheer Lie
segang zag dep apotheker Wolffer zich de nette han
den wrijven en over de toonbank heen. met iemand
pratpn. „Die zwetser.;... Zij hebben hier allen niet
genoeg te doen, slechts kletsen en wat rondom luie
ren en genot en plezier narennen," zoo bromde de
ou die Liesegang.
Midden op de markt stond een lantaarnpaal, een
heele dupne, maar er brandde geen liebt in. Waarom?
Men kon, de markt ook wel rondloopen. Maar mijn
heer Liesegang liep dwars over. Boven aan de markt
was een iange rij vensters verlicht, in de Beukeboom.
Daar zaten de drinkebroers en spelers nog steeds te
babbelen,. Die luiaards, zorgden zij liever, dat zij
thuis kwamen. Om elf uur 's morgens in de kroeg;
om twaalf uur middag, om vier uur koffie, en om
half zes weer wat anders, en om acht of negen uur
ging men, maai- weer aan het bier. Wanneer werkten
die lui eigenjijk?
Naast de Beukeboom stond een huisje met twee
verdiepingen, elegant, met een hoog dak, en schitte
rende vensters. Jules Haberstock woonde daar, de
bankier. Een paar granietstoepen voerden den bezoe
ker naar binnen. De vestibule was door een lamp
met melkglas omhuld en aangenaam verlicht. Het
zag er hier alles zeer zindelijk en behaaglijk uit.
Links op een deur prijkt^ een bord: Kaptoor.
Mijnheer Liesegang trad binnen.
De boekhouder, de oude heer met een kaal hoofd
sloeg juist met oen doffen slag het grootboek toe
en maakte zijn buiging.
„Is mijnheer Haberstock daar?" vroeg Liesegang.
De oude wees met de punt van zijn penhouder
onder een nieuwe buiging zwijgend naar een aan
staande deur.
Daar was het wonderlijk warm. Op den bruinen
kacheloven lagen een paar appéls. Dat was de eenigé
ou ordelijkheid in het gansche vertrek. Alles keurig
in orde, plechtig bijna, het papier der geheimzinnige
kantoorboeken bont op snede en met breede groene
omslagen. En alles lag spiegelglad onder het brom
mende gaslicht met de groene, dempende schermen.
Het moest hier een lust zijn, den penhouder iu den
Inktpot te doopen en er lustig op los te krassen.
Do schroefbouten der copiëerpersen blonken, zelfs
het zeil op den grond had niet het minste smetje.
Het rook naar inkt, papier en gewreven zeil en
naar zeer ijverige kantoormenschen.
Deze bijna plechtige ernst en deze juweelen zin
delijkheid heerschten in de beide kan,toorvertrekken.
En zoo was ook mijnheer Jules Haberstock in
hoogst eigen persoon. Slank, zelfs wat dun, met 'n
zijdeachtigen bruinen bakkebaard en zachte oogen,
i waarvoor hij bij het lezen een lorgnet zette. Een
veertiger, zeer goed geconserveerd. Mijnheer Haber-
stock kleedde zich zeer zorgvuldig in grijzen pan
talon en groote jas, waaruit sneeuwwitte manchet
ten met schitterende knoopen staken.
Nu hief hij zijn fijngekapt hoofd, dat hij naden
kend had ondersteund, mot gratie op. „Ah, mijnheer
Liesegang!"
„Dag Haberstock, hoe staan de zaken? Ik heb be
richten, uit Berlijn gekregen."
„Berichten? Zoo, zoo!" herhaalde Haberstock en
sloeg de oogen naar de zoldering. Maar hij glim
lachte en boog gespannen het bovenlichaam naar
voren en achter.
„Ja," zeide Liesegang droog en wierp zijn muts
op een kleiinen stoel in den hoek. De bankier keek
daar zeer opmerkzaam mar. Hij maakte met de
hand een vriendelijk gebaar naar de vele stoelen in
het kantoor; maar Liesegang deed alsof hij daar
geen erg in had. Hij ging aan de andere zijde van
den lessenaar s!aan, alsof iiij hier thuis was en keek
in, de brandende gasvlam.
Wordt vervolgd.