Grepi uil Land- eu Tubouv. De zusters Liesegang. De Coöperatieve Zuivelorganisatie. Zaterdag 23 December 1911. 55e Jaargang. No. 5043. TWEEDE BLAD. cciv. kerstboomen, kamerplanten, hol- ly's en m1stletoes. Een 'Kerstboom in huis Dit is de vurigd wensch van 'tal van kijnxloreai. in alle gezinnen in Duitscli- land, waar dit sahoane gebruik ontstond en eveneens bij vele Nederlandsahe families, die het goede voor beeld volgenOp den vooravond van het Kerstfeest willen wo daarom, iets over kerstboomen mecdeeleai. Een kerstboom moet een spar v -*^1 1 De Duit- scihers noemen dezen boom Wein,,. - mne", „Rot- lanne", of „VVeisstanne" de boon...weekers. Picea oxselsa of Abiës peclinata. De laatste is de Edel tajine". Al wal in do kweekcrijen Picea of AbiJs heet, mogen leeken „spar" noemen, en kan met succcaJ als kersl- Jroom dienen. De mooiste, om zijn glanzend sparre- ^•oen is de Nordmanu's spar, de Abiës Noidmannana. Zoo'n kerstboom moet gesierd1 wordend In de eerste plaats met lichtjes en verder met-glinsterende versier selen, zooals kleurige ballons, en zilveren en gulden looverljes. Do kerstboom moot stralenTussohen zijm kleurenpracht (haagt hij de kerstgeschenken, voor zoo verre deze er althans in te plaatsen zijn. De re;l rust in d)e schaduw van zijn loovcr. De schoonste wintertooi der sparren is de blanke, stralende sneeuw, welke op kerstboomen zoo aardig is na te bootsen - door strookjes witte watten over de zwarlgroieno sparrelakjcs uit te leggen. Een aldus go smuk.ien kerstboom ziet er zeer smaakvol uit. ik durf diezo versiering,welke ik dezer dagen bewonderd heb, 'mpt warmte ter navolging aan 1cbevelen. I)o kerstboom brengt vxoojijkheid in huis, reeds door zijn frisch groen. Dat kunnen ook de kamerplan ten doen, zoowel do bladgewassen als de bloeiende. Eerst iets over kamerplanten in het algemeen. Dat zo zoo dikwijls kwijnen, ligt gewoonlijk aan de te h»ctc standplaats in do verwarmdb kamers en gebrek aan licht. Stel uwe kamerplanten cp \l.ik voor de ramen naar hot zuiden, zuidoosten ol zuidwesten, zoo ver mogelijk van de kachel. Men moet ze weinig water geven gedurende den winter; doch sproeien met niet te koud water is zeer goed. Stof lündert de planten zeer. Bemesten kan 's winters achterwege blijven;- in Maart begint' men daarmede, want dan komt er her nieuwde groei in de gewassen. Mooie kamerplanten zijn de palmen, maar zij. zijn toer. Sterk zijn da Clivia's en de Aspidistra's vce- renplanten of kwartjesbladen), eveneens de fijne, hoogst- sierlijke Asparagus plumosusnona met bladeren ah B rits sels che kant. Xeer goed' zijn verder allerlei varens, die zich zoo uitstekend leenen tot beplanting van grootere en kleinere jairdinileres hakjes), en de Cyperus altemifolius, 'in idlc wandeling „paraplutjes" genoemd. Sterk zijn ook d)o Ficus elasiica, do Ara 1 ia japonica, en de Chloro- phytum Sfcernbergianum Phalangium viv'panxm Cordyline vivipara). Van de bedde laatste zijn de bont- bladige exemplaren de sclioonsfe. De Chlorophyium krijgt lange, afhangende takken, moet 's zomers veel water eu mest 'hebben en groeit dan dat hel een lust ia. Dait is liet ware! Kwijnende kamerplanten stellen te leur; (3|at hebben velen zeker ondervonden met pal men en „tafeltjesplanten" (Araucaria exselsa). Heeft men een b I oemen tafel, dan kan men daar in ook eenige bloeiende planten zetten b.v. primula's, hyacinthen. narcissen, tulpen, winterbloeiende begonia's lóloine de Lorraine) en de prachtige azalea's en cycla men. De azalea indien de kamer-azalea) is een wonder schoon bloeiend boompje of s'ruikje. Hoofdzaak is, (Uil men ze niet te warm tin. volop in hel licht zet en in knop toestand' en bloei behoorlijk vochtig houdt. Bij' goede bloemisten kan men azalea's op naam krijgen, daarom noem ik hier enkels zeer schoone- Deutsche Perle, zeer dubbel, zuiver wit, vroe^; Voivaeneana dubbel rosc met witten rand; President Oswald do Kerchove* oranje-rose met witten rand, bijzonder fraai; Madams van der Cruyssen, dubbel rood; Wilhelm; Sohoiirer, idem; Flambeau, idem. Een pracli'igs, later bloeiende, dubbele wi'te is venier nog Sakuntula. Goede azalea's in knop kosten f 1.50—f 2.50. Groole exem plaren f 3f 7 .Een fraaie kweekerij van azalea's en andere kamerplanten is Groenewegni en Co., kweekerij „Linucus" le Santpoort bij Haarlem. Wie er par brief kaart evefn om vraagt, zal spoedig in 't bezit van een. prijscourant zijn. FebruariApril is de mooiste tijd voor de azalea's. Wi/O heeft niet eens ini Maart 'den «vyn;r^ in ooien wintertuin, met bloeiendd azalea's bij „Knus" gezien Ckn/u nloem en weelde is overweldigend! Beeds te lang heb ik bij de bekoorlijke azalea's ver- loeft, maar.... wie heeft nimmer zijn tijd! bi| de Schoonen, verpraat? Als een gocdo vulling voor eene bloementafel geef ik hier: Een-Kenlia (palm!), een Clivia, een Dracaena .rood. en groen of wit en groen, een Bladbegonia, een doorbloeiende Begonia met een Asparagus bprengóri en een Trudescanlia repcus aJs hangpunten. ais er nog plaul.s is kunnen ei" primula's enz. tussohen geplaatst worden. Goed bij elkander zullen oók slaan, Cocospalm, Blad- begonia, Ncphroltpfs Af Cyriomum (groote varens), As paragus, C>p-rus, en Cyclamenj of Er.muia's en Erica s. Zeer nieuw en elegjinl zijn de moderne rieten bloe mentafels. Deze jarduiieres, wit gelakt, met zijden lin ten en strikken getooid, zijn juweeltjes in een salon! Hoe „drie" ze zijn, kunt ge nergens beter zien dan in hjet bloemenmagazijn „Corona" in de Kalvers haat te Amsterdam1. Voor een „geel briefje" ongeveer kunt ge zoo iets kanten klaar thuis gestuurd krijgen, maar voor „ecu lapje van tien" koopt men ook al wat moois! De KersIfeeststemming laat me niet Jos. Ik begon dezen brief met een kleine uitweiding over den Duil- schcn kerstboom en ik wil hem eindigen met een korte mededeel ing over „Hollysand Mis.letoes" zoo geliefd bij de Engeisohen op „Chrislnjas eve". Hulst en Mare- j takken Vogellijm) worden in Engeland algemeen gebruikt om tijdens do Kerstdagen de woningen te ver- j sieren. Huisbakken met glimmend groen loover cn glan zend vuurroode bessen, afgewisseld met de matgroenc, 1 lange, lederachtige blaadjes der maretakken met gladde witte bessen getooid, maken te zaaien een mooi efleet en duren een heelen tijd. Ook in Nederland zijn zij thans gezocht. Ik zal binnenkort eens wat vertellen van. de Maretakken, want deze planten zijn geheimzinnig eu I interessant. Het zijn woekerplanten, levend op appelboo rnen. populieren, kastanjes enz. Irr Nederland koracn ze alleen 'in Zuiu-Limburg algemeen voor. Groole par- tijen worden daarvandaan in December naai' Engeland verzonden. Niet enkel van deze groenbIijvende gewassen houdt men in Engeland. ALlerl ei „Evergreens" groenblij- i vendc heesters) zijn in Epgalsethe tuinen geliefd. Men plant er veel sicrdeainciiof comifeeren, aucuba's, hulsten, laurocerosus, Malionia's Evonymus en Maag-den pal men, Dan iieefl de tuin! ook in het barre jaargetijde 'een frisch aanzien, 's Zomers vroolijki men net geheel met veel bloeiende gewassen op. Een gelukkig Kerstfeest wens dit U toe, D. E. LANDMAN. in. Onze geachte droom er, die, dit valt niet te ont kennen, blijken gaf van. intellect, maar ook van, geen goed inzicht, ging aldus verder, terwijl hij weer den spullebaas zijn platen, liet verklaren. Hier wijs ik u de werkplaats of het boenstap eener andere boerderij aan. Ook daar is niet meer rozegeur en maneschijn. De boerin zegt tegen hare dienstmeid, „Griet, maak wat voort: dan kunt ge straks het land wel ingaan, om de stekels te steken." De meid rijst overeind en antwoordt, terwijl ze van verbazing den boender in, de rechterband achteruit houdt: „Vrouw! ik wil alles voor u doen ,wat een krasse boèrenmeid .moet doen, maar om stekels te steken, dat doe ik niet!" en «<zij begint te zingen: Schrobben, boenen, schuren, melken En .des morgens vroeg uit 't bed, Wrijven, poetsen, 's zomers zweeten, 'k Doe zulks mót de grootste pret; Maar naar 't land te stekel-stoken. Daar bedank ik hart'lijk voor, Geef mij dan mijn geld maar liever En op slag ga 'k er van door. Lieve schipper, haal mij over; •"k Moet bij die fabriek vandaan. 't Duurt niet lang meer of traanoogig- Kijkt hier elk dien schoorsteen aan. Ja, Dames en Heeren-' zoo komt het en moest het j komen; maar ik zal u meer laten zien. Er komt nog meer narigheid. We worden nog bij den winnaar van den controle-wedstrijd gebracht. Met medailles, diplo ma's en al, werkte bij zich in den put. Hij had zijn kasboek zoo goed voor den landheer opengelegd, dat deze hem geheel inslokte. Met het juk en de bolle- korven op den rug zien wij den gewezen fikschen bóer langs ons heen gaan. Het vee, dat op de platen' afgebeeld was, droeg alle kenmerken van dien ach- teruitgang. 1 Holderdebolder gingen Warga en zijn bewonersnaar beneden. Een lantaarnplaat brengt ons nog eens op' den puindijk van Warga op den besten Vrijdag van Leeuwarder kermis. Maar we zien geen kermisgasten, de gegoede boerenstand is verdwenen, en ook de gezeten handwerkslieden hebben hét niet kunnen volhouden. Baas Kuiper heeft er eerst het loodje bij gèlegd, maar ook de bakker is door den oven ge vlogen ,de wagenmaker, de smid en ook de verver hebben het opgegeven en, de vertooner van al dit fraais eindigde met den, volgenden treurzang: En daarom, ik zing dan, ook voor het lest: Geeflt men zijn, bestuur een ander te best. Zij "pakken u in, met huid en met haar, Roep dan maar; a<ok, ach! wat is het toch naar: Dan helpt er geen, klacht, dan is er geen baat. En vindt ge mijn prenten nu ook maar zóo, zóo, „Denk dan: 't is oen droom maar uit Warrega's goo.' Dit geachte lezers, was de voorspelling in die dagen Gelukkig is deze voorspellinggeweest van een pro feet, die' bleek geen inzicht in, de toekomst te heb ben. Zou, "tengevolge van de fabriek, bet goheele dorp, maar vooral de veehoudersstand ten. onder gaan en in armoede vervallen, volgens deze voorstel- 1'ng. de practijk, die uitstekende leermeesteres heeft het tegendeel bewezen. De geheele Nedcrlandschc coö peratieve zufVelorganisatie beeft den 24 Augustus van dit jaar datzelfde Warga kunnen, zien .als een nijver, welvarend dorp, dat trot.sch is op hare in 1886 opgerichte coöperatieve zuivelfabriek. De Nedc.rla.nd- scne zuivelcoöperators, dit jaar in dat kleine Warga samengestroomd uit alle deelen van ons vaderland, hebben daar kunnen zien een fifesch kerngezond boe renbedrijf, een boerenstand, ofschoon sukkelende aan het overal heerschénde mond- en klauwzeer onder hun rundvee, die een graad van welvarendheid heeft bereikt als nooit te voren. Zij hebben daar kunnen zie*1 een, boerenstand, krachtiger en ontwikkelder dan ooit, een boerenstand, die waardeert, de strijd en moeite, die hunne pioniers daar hebben gehad, die gr voelt, de dagen van kommer en van verdriet, die aan de oprichting in 1886 waren verbonden. De man nen van 1886 hebben goed gezien, den weg dien zij insloegen*, was de weg van den vooruitgang. Dien weg zegen zij voor zich liggen, open, gereed om betreden te worden. Het eerste schaap moest nog over den dam. Wel- du, dat hebben zij aangedurfd. „Alle begin is moei lijk." Die spreuk hebben zij daar in vollen zwaarte ei varen. Moedig echter hebben zij de moeilijkheden ODder de oogen gezien, en vooral de bestuursleden hebben groote volharding betoond en ze wisten hun medeleden te overtuigen, dat men vooruit moest. Sympathiek werd de oprichting van de eerste coö peratieve zuivelfabriek in Nederland niet begroet. Dit hebben wij kunnen zien aan de voorspellingen van den droomenden dichter, „Droomen is bedrog", dat is ook hier gebleken. Waar de verwachtingen ia den vorm van een droom aan u zijn blöotgèlegd, wil \k u de uitkomsten geven in den vorm van cijfers. De practijk is onze beste leermeesteres: Latén Wij daar om de practijk te hulp roepen en de uitkomsten van die eerste coöperatieve zuivelfabriek doen spreken, om de sombere voorspellingen te logenstraffen. Deze cijfers zijn ontleend aan de jaarverslagen van ge noemde fabriek. De ontwikkeling der Coöp. Stoomzuivelfahriek te Warga. K,G. melk pr. p. K.G. 13 Mrt. 1887—12 Mei 18S7 553350 2.73 Boekjaar 1887—1888 2084195 3.77 1888—1889 2824517 3.59 1889—1890 2711187 3.58 1890—1891 2993269 3.62 1891—1892 2956533 3.95 1892—1893 3505400 3.97 1893—1894 3904443 4.04 1894—1895 3729645 3.34 1895—1896 3790937 3.70 1896—1897 4101591 3.85 1897—1898 4469073 3.79 1898—1899 5253640 3.85 1899—1900 5131721 4.34 1900—1901 5352539 1.36 1901—1902 4950454 1.19 1902—1903 5628910 4.46 1903-190-1 5514878 4.25 190-4—1905 5386836 4.31 1905—1900 1699581 4.48 1906—1907 4914300 4.74 1907—1908 5084123 4.63 1908—1909 5225524. 4.65 1909—1910 4939483 5.13 1910—1911 4907219 5.04 In de jaren 18871893 werd in Juni, Juli eu Aug., resp. 4030 en 10 pc!, gezuurde onder melk terug gegeven. Uitvoerig hebben wij stil gestaan bij de oprichting van dc fabriek te Whrgi. In een volgend artikel zullen wij tof ons onderwerp tcriigkeercn.' Den lezer vergeve mij. dc uilweiding over bovenstaande fabriek. Hel doel soms zoo goed1 eens een wijle te rusten en. eens achter om te kijken. Vaak blijft men dan te lang rusten. H. TH. DE BRUIN. St. Maartensbrug, December 1911. zijn. diep in dc binnenlanden bulten bereik van spoor o tram. reken er op, dat ze dezen heeren. dio .zteh laten noetnen inet den naam van expert of taxateur. U' c it te ver is. Het arme boerenhuis, of wat er van over Is. rookt wellicht nog, de ongelukkige eigenaar. In de klccrea van zij» buurman, zit er In een stem ming als Job op den mesthoop naar te kijk1 en een •.erbrande zeug ligt hem hier en daar weemoedig aan te staren; kortom men is nog volop in zak ei> aseh en daar verschijnt hij al. dc taxateur. Do laxa- t -ur de expert, man van de wereld, man met <•>-«« luogst vertrouwenwekkend voorkomen, dlo na <1<* uoodfge betuigingen van deelneming den afgc— luande er in zeer gepaste en bezadigde termen op wijst, dat, terwijl hij misschien ternauwernood het vecge lijf uit de gevaren van den brand heeft gered, er a'. weer nieuwe wolken aan den horizon opdoemen Dezen koer Ls het tegen de assnrantiemaatschappij tegen de brandkas, dat hij zich te hoeden heeft. Zal niet de brandkas natuurlijk, natuurlijk! hein ti achten te beknibbelen op alle mogelijke wJJk? Im mers de brandkas zal een taxateur sturen, die den bc. opneemt? En wat zal hij, onuoozele, ondeskun dige. daar tegen inbrengen En daar nu allen mcu- schtn het wantrouwen is Ingeschapen, en niet het mins- tegen de brandkas, kost het weinig moeite om der. afgebrande tot het inzicht brengen, dat do be noeming van een contra-expi..Varlijk een ding tó dat geen, seconde meer wac'u..u kan. En omdat er 'nu mijlen in den omtrek geen anderen oxpert te be kennen ls dan degene, die speciaal met zijn edele be doelingen hierheen gereisd is, valt de keus niet lastig (n we zien spoedig het laatste bedrijf: in de stilte van den Speketer, Burgborner of welken anderen pol der ook. verlicht door de stralen der ondergaande zon, haalt de edele menschenvrleud een dikke porte feuille uit ,en op een bedrukt papiertje, met oen spoed alsof zijn kostje er mee gekocht was, haast zich de verzekerde zijn naam te teekenen. Inderdaad w«o r d t, er met deze papiertjes een kostje go- kocht, maar niet door den geassureerde. Deze ge^ft al zijn recht uit handen, laat de geheele regeling der schade aan den expert over, geeft hem de bevoegd heid een ander in zijn plaats te stellen en dijt is dc kroon op het werk' belooft hem ook zelfs dante betalenals hij verhinderd mocht ■zijn de taxatie te verrichten! Zeer over bodig is het, mee te deelen. dat het salaris een flink! percentage van het schade-, of zelfs van het polls- bedrag ls. Ook is men er niet altijd zeker "Van ©eu j waarlijk deskundige- voor te hebben, die u niet van den regen in den drop helpt. Conclusie: het veiligste is, op dergelijke aanbiedin-, j gen niet in te gaan, maar wanneer 'men werkelijk een contra-expert noodig acht onder omstandigheden, kan het zijn nut hebben hierover eens kalm In- i lichtingen in te winnen. Doorgaans is dan het einjl, dat men voor minder geld beter geholpen wordt. Mr. KLAAS DENIJS. Na den brand. Elk vak heeft zijn beunhazen en beoefenaren, waar mee een flinke dosis voorzichtigheid geraden is. Voor al in de strook, genaamd makelarij, zaakwaamemerij en expertie, wemelt het ervan. Uit den aard der zaak zoeken ze hun, slachtoffers dikwerf op het platteland. Veel is er niet aan te doen, maar het is mijn voor nemen' ,ze waar ik kan te bestrijden eu bij elke zich voordoende gelegenheid in $it blad een iegelijk voor hen te waarschuwen. Vandaag geldt 't dan de expertise op 't gebied van brandassurantie. Zomers vindt men in de kranten een vaste rubriek, welke de plaag aanduidt, waardoor vele boeren: scn te gronde gaan hooibroei en onweer. Mogen deze rubrieken bij een gewoon lezer slechts matige aandacht vinden, ze worden letterlijk verslon den door de leden van een gild, dat in de zakenwe- reiu bekend is onder den naam van, „de zwarte bende". En de plaats van bet onheil moge ver weg Van het Haagsche Binnenhof. Tweede Kamer. Den Haag, 21 December, 'l Is op dit oogenblik de groote vraag of de Kamer Zaterdagnacht, al loopt 't een eind in den Zondag ochtend van 24 December, gereed zal komen. De meerderheid twijfelt. Kopstukken houden vol: geen kwestie van. Toch blijft or, geloof ik, nog een schijn tje, een kansje. Het ongeluk is, dat de heeren van geen zelfbeper king willen weten. Graaf Van Bylandt's ideaal is, dat Oorlog, waarmee heden werd aangevangen, - althans morgen, Vrijdag, vóór de pauze zal zijn af gedaan. We moeten 't afwachten. Te verwachten was, dat nu de „kleinere kwestiën" de zaak van den aan blindedarm-ontsteking be zweken, deerlijlj verwaarloosden; volgens den heer Passtoors onmenschelijk behandelden milicien Van d( r Breggen, uit Bloemendaal, die te Nunspeet overleed, op den voorgrond zou komen. Dr. Scheurer, - - bij wien de heer Thomson zich aansloot, zocht, waarschijnlijk terecht de oorzaak ip de slechte orga nisatie van den militairen geneeskundigen dienst. Ol - fjcJeren van gezondheid werden onttrokken aan do kampementen. Sergeants-ziekenoppassers hébben te btoordeelen, of ,.de dokter" al dan niet zal wordt-u geroepen, 't Is, in éen woord, een gevaarlijke jur.- boek Het vertrouwen, zei de Sneeksche afge/aa-- cifgde, is geschokt eu voorziening dringend noo dig De arme jongen, die alle symptomen van ernKig ?;ek-zijn vertoonde, werd dagen en uren verwaarloosd, nadat men hem gedwongen had uit te rukken ondanks z'n klachtee, over onwel-zijn. Dat alles wijst cp on houdbare leemten en tevens (zooals de heer Thon - son op heldere en krachtige, gloedvolle wijze demon- stieerde) op een tekort aan mede-gevoel, hetwelk, helaas, In ons leger niet op zichzelf staat. Daar is de Leeuwarder afgevaardigde citeerde er aller amusantste staaltjes van, naast dien geest van ruwe gevoelloosheid een zin voor malle overdrijving' in formalisme en paperasserij, die tijd, papier en ge)d kost. Iemand uit het leger schrijft zichzelf ©óït brief, die twee-en-twintig uren na dato arriveert. om sdld»"* - Ie. Let hospitaal te krijgen ls drie dub beltjes papier noodig. Gaat de man dood, er zijn roept kapitein Thomson uit, „guldeus mee ge moeid"!Moge de krachtige minister Golijn, - - ln wien ook de heer Thomson vertrouwen blijkt te stellen, de sterke hand blijken te bezitten, die den bezem in dezen Aügias-sta.1 der soldaterij weet te F e u i 11 e t, o n. roman van kohlenegg. 22. „Ziezoo, nu heb ik je eens. Nu zal ik het Jou eens terugbetalen! Wat kost jouw pracht eri praal, hé nuf? Ons zweet en bloed. Wij moeten ons doodmar telen, jij vermorst en verpronkt het. Wij moeten ons laten afbeulen en slaan ha-ha!" Zijn stem sloeg over en hij huilde van woede bij de herinnering aan wat hem aangedaan was. Hij viel op Dela aan. Zij werd nog bleeker, maar zij stiet hartstochtelijk den jongen van zich af. Zij sprak geen woord. WH wrong zich door de arbeiders heen. De aaideren deinsden rechts en links opzijde. En nu greep hij den Jongen bij den kraag en wierp hem, alsof hij geen lood woog, in een boog op den weg. zoodat hij met een smak, als een kat op den grond viel. Dela sloot de oogen eu hield zich met beide, handen aam de latten van het hek vast. De jongen brulde. Hij wilde zich als een -dolle op den'referendaris werpen. Deze wachtte hem rustig af. De anderen hielden den half-razende vast, terwijl zij hem wat trachtten te sussen. Meer menschen kwa men toegeloopen. Wil stond gelaten en 'stil. Hij sprak zacht tot Dela. „Gaat,,u nu heen, juffrouw Liesegang. Neen, ik zal met u meegaan. Heeft men u pijn gedaan? Doet u het een óf ander pijn? Ik kom dadelijk. Die ellendeling, die hond,-die kerel is gek." Hij greep onwillekeurig haar ha. d. Dan liet hij die dadelijk weer los. Dat zij zoo doodsbleek zag, vond hij vreeselijk. Haar stille hulpeloosheid en zwakte werden hem als een klacht. „Kom," zeide hij zacht en radeloos. En zij liet gehoor zaam het hek los en hij bood haar in alle schuwheid en dwaze verlegenheid onverziens den arm. Maar in het volgende oogenblik kreeg hij een woe denden siag in den nek, zoodat het hem groen en geel voor de oogen werd. Hij draaide zich om en zijn gelaat zag bloedrood. De jongen schuimbekte van woede. Hij braakte de ge meenste scheldwoorden uit. „Pielt kale jakhala die and „re menschen opeet je bent te stom om wat te leer enWil hoorde het niet. wat ging hem die jongen aan? Het was zoo laag stond diep beneden hem was gemeen. Al de anderen stonden Hedwlg eensklaps veel na- .de- dan deze grove bende; die massa was ook zijn vijand. Doch nu hoorde bij weer Dela's naam noemen Wat zeide die jongen?... Het ging door Hedwig als een mes. „Die zou je juist lijkeli. Dat is een hapje naar je mand. Die fijne juffrouw Liesegang! Wat een mooi beer. Heb jelui soms roods het een of ander met elkaar? Zoo in donker, als niemand jelui ziet* Waarom zou je andere hier zoo ronddwalen?.'" De jongen juichte het bijna uit. „Luister daar niet naar," zeide Wil met een ma4 Jachje tot Dela^ „Hij is dol van woede. Hij is zinne loos. Gele." Dan liep hij op de menschen toe. Dela wilde hem daar onwillekeurig van terughouden, maar haar hand greep:in de Tucht „Siebert, wanneer je niet je ruilen mond houdt, dan geheurt er wat Ik waarschuw je." Wil's gelaat was als uit staal en zijn oogen bliksemden. Zijn vuisten waren gebald. Die laatste woorden hadden hem zeer gedaan, buiten ziöhzelf gebracht, waren als ecu steek geweest in een versche wond. De andex^en omringden den jongen. „Houd je mond. Wees stil!" De oude op de fabriek bad hem geslsu g6n, niet voor de eerste maaL En' daartusschen gilde nog steeds de jongen, de klanken ketsten in de lucht. Dela had zich afgewend. Zij frommelde aan haar haar en hoed. Het waa haar geheel onverschillig of zij nu nog een stoot of een stomp kreeg. Het was nu toch eenmaal gebeurd. En plotseling weende zij van toorn en schaamte. Zij wilde wegloopen, maar in het volgende oogenblik schaamde zij zich voor deze ge dachte. Toen Wil zag, dat zij weende, zeide hij: „Ik zal u wegbrengen. Het zal hem betaald gezet worden. Deze jongen krijgt zijn welverdiende straf. Stel u maar gerust, juffrouw Liesegang. Ik bid er u om wees bedaard. Hij wilde natuurlijk uw vader treffen, maar daarvoor is de bengel te laf. Waar' wilt u heen? Naar de fabriek? Uw vader moest wat huma ner zijn, dan kwam zooiets niet voor. Hij prikkelt de menschen. Dat gaat heden ten dage niet meer. Weest u toch bedanxd. Het zijn de zenuwen. Neen, huilt u maar eens dat is beter. Zal ik u naar mevrouw Lindemann brengen? Zij is in den, tuin, natuurlijk, Ik hoorde haar zooeven roepen." „Het is dom o, onmogelijk." Dela rilde. „Laat u mij maar." Zij draaide zich om. Hij had haar wel kunnen streelen. Mijn. hemel, waarom mocht hij haar bleeke wangen niet streelen? De handen, de armen, de schouders! die die andere met zijn greep had bezoedeld en mishandeld. De wensch en de gedachte maakten hem zenuwachtig. „Kom." De arbeiders liepen, luid redeneerend. verder. Zij waren reeds aa,n de poort. 'Toen maakte Wil voor de eerste maal van zijn leven het witte hek open. Het week ook nu langzaam terug. De paden waren pas geharkt. Eu zij beiden liepen tussohen geur en, groen en de wereld scheen opeens, veranderd. „Het is het paradijs, de hof van Eden," dacht do referendaris, met een innerlijke overdrijying en raakte onder het loopeu, zonder het- te. weten, tel kens weer haar hand aan. Maar zij merkte het niet. Zij liepen zonder te denken den - tuindieper in. Daar stond tusschen het geboomte een oude, ver weerde bank. Toen Dela de bank zag, liep zij or op toe. „Zal ik mevrouw Lindemann roepen?" i.Neen ,dank u. Waarvoor? De stilte hier is heer lijk. Luister slechts." Wil keek naar den gTond. Zij waren als gevangen in deze groene wildernis. Al het andere was ver weg en reeds lang geleden gebeurd. Maar nog nooit had hij haar zoo na ge staan, als nu op dit oogenblik, nu hij zelfs in haar rust een zwakte voelde. Men mocht nu niet pra ten. Eu wanneer een der vogels zijn zoet gefluit liet. hooren, dan was het of die weeldeklank tot in zijn hart doordrong. Dela rustte met beide banden op de koele stee- uen bank. Haar parasol lag op haar knieën, terwijl haar oogen in steeds stijgend behagen in de rust keken. „U moet het mij zeggen, wanneer u alleen wilt zijn, juffrouw Liesegang. Toen keek zij hem aan. Zij kon hem onmogelijk dadelijk antwoorden. Zij keek h§m slechts aan. Haar lippen werden minder strak. Hun blikken gleden lager, zij voelden het beiden op eenmaalMaar misschien was het ook alleen bevangenheid. Zij gaf hem de hand. „Dank u mijnheer Hedwlg. Wit wat wat er wel gebeurd zou zijn En zij knikte plotseling met 'n stommen, grooton er. st. Toen kon hij heengaan Hij had het gevoel, als trok de grond hem neer. Alles was zop heerlijk aan haar, evenals de lieve, achoone natuur rondom hen beiden. Hij greep de koele meisjeshand, als iets, dat lil* nog nooit met zijn handen had gevoeld, llij groette vlug. En dan ging hij heenmaar hij geloofde.. dat hij wankelde en zwaaide, terwijl hij door de paden van den tuin liep. Hij gevoelde het als ramp, op dit oogenblik den tuin te moeten verlaten. HOOFDSTUK 11. Mieke zat aan het venster en dacht aati de ge schiedenis met Dela. Zij kon dat *beeld ir.aax niet uit haar gedachten verbannen. In. de stad vertelde men, dat de referendaris dien schavuit van eén jon gen bont en blauw had goslagen. In de keuken was Guste aan hét werk eu zong daarbij zaoht, wat Guste tenminste zacht noemde. Moeder was ui<_ Buiten op straat dreef de wind den regen voor zich uit en ware stortzeeën sloegen soms tegen de ruiten, en over de huizen heen. Het was reeds eenige dagen met het mooie weer en de heerlijke lente gedaan.maar elke dag bracht toch nog wondervolle uren. April, April! Als nietall» voorteekenen bedrogen, was het morgen weer het heerlijkste weer. ......Dat het juist Hedwig moest zijn, die Dela had bijgestaan!Dela was den volgenden morgen weer even frisch en gezond als steeds opgestaan. Zij zong reeds luid en vroolijk voor zij in de huiskamer kwam. In den loop van den dag werd- zij stiller. En steeds was zij prikkelbaar en als door éen hartstoch telijke en toch half bedwongen energie vervuld; Mieke keek naar buiten. Daar ginds liep een heer in een lange gummi-jas. Mieke schrikte en wil de vlug het gelaat achter de gordijnen verbergen. Dj. Gottscbalk!Neen, het was maar assessor Pfeil. Hij groette vroolijk én luidruchtig, als had hij dit ellendige weer voor zijn genoegen besteld. GotG schalk kwam allang niet meer voorbij. Vroeger ge schiedde dat veel meer, een tijdlang geschiedde dat dagelijks. Mieke zette zich beslist aan haar arbeid. Juist toen zij daarmee gereed was en buiten de heldere Aprilzon de regenbuien had verdreven, werd. er beneden kort, maai' krachtig aan de huisbel ge- t-okken. Het was Dela. Eenige minuten later trad zi.' met hoed en mantel nog aan en maj haar mu- z.ektaach onder den arm bij haar zuster binnen. Zij teek nogal opgewonden en had een le'endigen glans

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 5