er- lens;. Voor Dammers. ofl l« Vrede op Aarde. 1 f Cilt, Zaterdag 23 December 1911. 55e Jaargang. No. 5042. DERDE BLAD. PARTIJ No. 5, uit den Wedstrijd om het Kampioen schap van Nederland. (DERDE RONDE.) Noome (wit). De Haas (zwart). Wit. Zwart. Wit. Zwart. 1. 3328. 1822: J 14. 4035. 1722. I' 2 3127. 22:33. j 15. 4440. 22:31. '3. 39:28. 13—18. 16. 36:27. 11—17. 4. 4439. 913. j 17. 4034. 711. 5. 5044. 49. 18. 3329! 27. 38—33. 17—21. 19. 30—24! 19 30- 7. 423S. 2126. 20. 35 24. 1722. 8. 47—42. 19—23. 21. 41—36. 22:" 31. 9. 28 19 14 23. 22. 36 27. 11—17. 1 0. 3430. 1117. i: 23. 4641. 914. 11. 3025. 711. 24. 4136. 39. '12. 25 14 10 19. 25. 3833! 13. 3530. 17. Dreigt 2419. 29:20, 37-31 en. 33 22. - Stand na den 25sten zet van wit. Zwart srke. 19 se 'éi wm //m, wfa 'M, SS» Wm. 'iJS 'Pv mm KWZt. (f! dMb 31 l'ê 't» Ï-.: B fü§ 11 1 S B pggg Wit. Stand zwart, 14 schijven op: 5 tot 9, 12 tot |23 en 26. Stajnd wit 14 schijven op: 24. 27, 29, 32, 33, 36, 37 39, 42, 43, 45, 48 en 49. 25. 26. 24—19. 27. 29 20. 28. 3731. -9. 4348. 30. 33 11. -3.1. 36 27. 32.' 4237. 13. 3732. 34. 34 25. 32 23. 2520. 2319. 19 39. 49—43. 4338. ^1. 48—42. .2. 3832. 4237. (44. £933. 1722. 13 24. 22 31. 6 17. 913. 17—21. 2530. 2328. 21 34. 15 24. 1318. 1621. 1822. 27—31. 3136. 1217. 17—21. 45. 3228. 46. 2823. 47. 2318. 48. 1812. 49. 127. 50. 3329. 51. 29—24. 52. 2419. 53. 7—1. 54. 4540. 55. 129. 56. 2942. 57. 42—47. 58. 4733. 59. 336. 60. 6 46. 61. 40—34. 62. 46 10. 63. 3429. Wit geeft op. 22—2' 21—21 273! 31 4: 424! 364: 482i 2 59. 414i 46 1' 31 9 36 4 14 10—: SLAGZET IN DE PARTIJ. In onderstaande stelling heeft wit als laatste 2 Ê934 gespeeld, en nu kondigde zwart, de heer d. Broek te Rotterdam, de winst aan. Zwart. Wit. Zwart speelde zeer terecht 2419! waardoor wit :en schijf moet verliezen,. Wil wit echter trachten lit verlies te verhinderen, dan wordt de zaak nog >edenkelijker voor hem. Speelt hij bijv. 4339, dan zwart 29 40, wit !5 44, waarna zwart door 1924, wit 28 30, iwart 17 37 en later 25 21 en de partij is voor •it geheel verloren. Ook 4842 zou hetzelfde gevolg lebben. Aardig is het dat wit, geen uitkomst ziende, allicht I21 kan probeeren. In de partij werd dit dan ook toor wit geantwoord: Wit: 2621. Zwart: 17 37. 32—41. 23 21. 34 12. Maar hierop heeft zwart gerekend, want nu volgt: Zwart: 2127. Wit: 22 31. 1117. 12 21. 16 47 gewonnen. Het is een, heel mooi stukje partij, waarvan veel e leeren is. SIMULTAAN-SEAN GE to 't Zand. j Dinsdag a.s.., 2den, .Kerstdag, zal de meeeter-dam- defaer A. C. van Wageningen uit Rotterdam een si- inultaan-seance houden in het lokaal van den heer A.. Bult te 't Zand. We kennen deai heer Van Wa- tenlngen en weten dat hij een geroutineerd speler is. iaeifye ra)jen daarom den dammers aan zich met ge, -einde heer te meten op het gladde "bord. opdat *t wederom een echte propagandaslag voor ons mooi k0(fpel wordt rzei 15.- II. j Honing bevindt zich in de bijenwoningen in' vloei- 0il..ron toestand en wordt ook in, dien toeetand uitge- -jjSlingord, doch gaat later, wanneer hij van de lucht Ujfvrordt afgesloten, kristalliseeren. niet Yersui- UlJkcrea, zojoals men het vaak ten onrechte noeup- Zeer tikwijls wordt de honing reeds geoogst, als hij HONING. slechts vooi een gedeelte verzegeld is. Vult men nu met zulken honing de flacons, dan zal de rijpe ho ning kristalliseeren, terwijl in denzei ld en flacon de onrijpe honing vloeibaar blijft Dit zeilde verschijnsel kan zich echter ook voornoen bij geheel rijpen en goed gekristajiiseeraen honing, ais ae flacons ge vuld zijn niet noning, die vast gekristalliseerd, uit vaten afkomstig, voor net vullen, stork verwarmd is. Kan deei der suikers wordt dan omgezet in moei lijk, of niel meer kristaUiseerbare suikers. De kxeur vau zulkeu hon,ing wordt dan iets donkerder. Echter mo< l men wel beuenken, dat de kristallisatie niet ai- reet na het slingeren optreedt, doch slechts eeltige 11 tijd, soms zelfs maanden daarna, ajliaiikeilja van de soort honing, temperatuur, behandeling enz. Ook kan men niet aannemen, dat goed gekristalliseerde honing altijd van de beste hoedanigheid is, daar het zeer goed mogelijk is, door toevoeging van stoifen, die ik hier niet za,l noemen, een, gekristalliseerd samen gesteld product te verkrijgen. Hieruit blijkt dus, dat het niet mogelijk is, de echtheid van den honing te bepalen naarhetal of nietkris- talliseeren. Bij het koopem van honing heeft men bijzonder te letten op de soliditeit van, den imker van wien de honing afkomstig is en verder op den geur en den smaak. Is de honing goed gekristalliseerd^ dan he^ft h;j wel eeblgszu.- m aromatisch en geur verloren, dcch bij verwarming of door wrijving in de hand, komen de etherische oliën, die in de kristallen opge sloten zaten, weei; aan den dag. De smaak en ook do kleur van, honing hangen af van de bloemen, waarvan hij afkomstig is. Klaverhoning heeft eene grijs-witte kleur; Boek- vveitkoning ziet donkerbruin; Lin,dehoning geel; Mos- terdhoning geel, doch donkerder dan lindehóning; Koolzaadhoning grauw-geel Paardebloemenhoning geelachtig, soms grauw; Fruithoning geelachtig wit eti Heidehoning heeft een lichtbruine kleur. Heide honing is bijzonder taai en, laat zich op de gewone wijze niet uit de raten slingeren. Daarentegen is hij zeer geschikt om ajs „honing in de raat'' te worden j genuttigd. Da chemische samenstelling van honing is onge veer als volgt: Volgens „Der Honig als Nahrung und Me'dizin" van J. Dennier, Prasideart der Bienenzucht-Sektion Strass- burg-Enzhaim, bestaat honing uit 12 verschillende stoffen, waarvan de voornaamste: Invertsuiker 7080 Rietsuiker tot hoogstens 10 Minerale bestanddeelen 1 of hooger. Mierenzuur 0,51 I Water 20 1 Stikstofhoudeude bestanddeelen 0,8 Dextrine 10 Door het reeds boven beschreven omzettingsproces is honing dus een product, dat zonder veel eischen aan de verteringsorganen te stellen, direct in het bloed kan worden opgenomen, en heeft daarbij een zeer hoog geschatte geneeskrachtige werking. Reeds in de oudheid stond honing bij de volken hoog aangeschreven.'De oude Egyptenaren beoefen den reeds de bijenteelt en gebruikten zeer veel ho ning. Vandaar ging hij over tot Griekenland en ook de Grieken en Romeinen gebruikten dagelijks honing. Er wordt wel eens beweerd, dat Pythagoras (6e eeuw v. Chr.zich alleen met honing zou gevoed hebben en daardoor een hoogen leeftijd bereikte. Toen keizer Augustus (60 jaar v. Chr) eens aan een zijner gas ten, Pollio Rumilius, die honderd jaar was, vroeg, welk middel hij gebruikt had om zoo oud te wor den, antwoordde deze: „inwendig door mede, uitwen dig door honing!" Vooral in den tijd der keizers stond honing bij de Romeinen hoog aangeschreven "bij mond-, keel- en borstziekten. De bewoners vajn Athene aten berg rallen (in Duitschland „Siebenschlafer" genoemd, omdat zij de zeven, koude maanden slapende doorbrengen) met honing. De Arabieren gebruikten sprinkhanen met honing en de Chineesche fijnproevers aten jonge muizen, die met honing bestreken waren. Ook in de middeleeuwen werd zeer veel honing ge- u onnen en gebruikt. Lateris hij door de suiker vervangen. Langzamerhand vond men alleen nog ho niug bij de minder gegoede volksklasse en, bij de wei- gostelden suiker. Zoo is de honing bijna geheel door de suiker verdrongen geworden, totdat men thans weer mèer honing bij de welgestelden en suiker bij de behoeftigen aantreft. Toch is ju'ist voor de laat- sten honing- een uitstekend voedingsmiddel. Dc jonaste onderzoekingen hebben aangetoond, dat de spieren der mensehen iiooldzakelijk door suiker in stand worden gehouden, en wel met de suikersoorten, die chemisch gelijk zijn aan de suikers van den honing, waardoor de honing oen voorircf[eJijk krachtvoeclsel is voor den lichamelijk vermoeide^ m'ensch. Ook vooral voor- sportmensclien en personen die veel fietsen is honing ee.no uitstekende spijze Lot instandhouding der voel in werking gestelde spieren. Volgens professor Lhauveau to Parijs, is honing voor den prijs van f 1.50 per Kilo, goedkoopar dan vleeseh of melk. Als geneesmiddel doot honing zeer goede diensten bij verkoudheid en ook vooral bij lichte bronchitis en andere borslaandoeningen, bij verschillende keelaandoc- Ifirjjejï etc., kan honing met succes aangewend worden. Ook voor mcnschen, die veel moeten spreken is honing zeer aan to bevelen. De minerale bestanddeelen van honing bestaan uit phosphorzuur, kalk en ijzer. Phosphorzuur vinden wij in de beenderen van 0116 lichaam en in de hersenen. Het phosphorzuur uit den honing gaat zonder omzetting in het weefsel over en is daarom veel moer waard dan de scheikundige sa menstellingen, die men tot onderhoud of genezing in de apotheken of uit scheikundige laboratoria verkrijgt en die eerst pog in ons lichaam geprep ireerd moeten worden, alvorens hunne bestemming te kunnen bereiken. l>e kalk doet eveneens zeer goede dk-nsjen aan de beenderen, waardoor honing een zeer aanbevelingswaar dig en gezand voedsel is voor kinderen, snel groeiende jongens en meisjes en bovenal aan kinderen, die aan Engelscho ziekte (rachitis I lijden. Verdér bevat honing ijzer, Mensche», dieren en plan ten hehben om. te leven ook ijzer noodig. Denkt eens aan een boom, die te vroeg de bladeren geel laat worden! Zegt niet de onoordeelkundige tuinman: ,,je moet er maar een roestigen spijker inslaan!"? Waar om„ begrijpt hij zelf niet, maar toch kan het in een goede beteekenis gebracht worden, zij het dan, ook gebrekkig. Wordt een bleekzuchtig meisje niet door den dok ter ijzerhoudende geneesmiddelen voorgeschreven? Zooi zal ook voor aan bloedarmoede (anaemfe) Lij dende personen, honing eene geneeskrachtige werking hebben, en vooral die honing, waarvan het gehalte aan ijzer tot soms 2% kan gaan, al naar mate de grond, waar de nectar voortgebracht is, meer of minder rijk is aan ijzer. Veeltijds is de donkere kleur van den honing afkomstig van een hoog gehalte aan Ijzer, kalk en phosphorzuur. Zijpe. C. HOOIJ. Wordt vervolgd. EEN KERSTVERTELLING, door Bernard Canfccr. „Een kerstboom? Bij mij' in huis? Ik denk er met aan Wij hebben Sinterklaas gevierd en dat 's ge noeg. Verduit,schen doe 'k mij niet- De kinderen ge bruiken toch al weer veel te veel germanismen in den laatsten tijd." Het was korzelig en beslist gezegd door Evert en zij wist, hij was niet gemakkelijk van een principe ai' te brengen. Hij had altoos een beetje spijt, dat hij, te Berlijn als ingenieur werkzaam, aan de dochter van zijn hospita, dat was zij, was „blijven hangen'". Maar #\lma was een verstandige, practische vrouw, voelde zich haast een beetje schuldig, zijn, vrouw geworden te zijn, wa,n,t zij zag zeer tegen hem op <311 vond haar troost In de.liefderijke opoffering voor de drie kinderen. Nederland was voor haar een grooou ontnuchtering geweest. Zij had het zich voorgesteld, zooals zo het had leeren kennen van de voorstellin gen op prentbriefkaarten en ln de Duitsche geïllu streerde tijdschriften. De mannen droegen er „Plu- derhosen" en rookten altijd lange pijpen. De vrouwen droegen er snoezige kasten mutsjes en gebloemd" bonte jakken en liepen op wonderlijke „Hoizschuhe Ze hadden een melkblanke tint. hemelsblauwe oogt-n. goudblond haar en stonden altoos aan den „Water kant" te wachten op de speelgoedachtige zeilscheepjes waarop heur mannen of vrijers weg waren gezeild. En de menschen woonden in popperige huisjes, bin nen waren, de muren, bezet met Delftsehe tegeltjes en tegen de schemering kwamen de vrijers over de on derste helft van een komieke deur, die in twee dee- len openging, hangen om dan met hun vrijsters te keuvelen. Maar het heerlijkste moesten de kinderen ir. Holland zijn, precies levend speelgoed, poppen met kanten mutsjes op, bolle blozende wangen, k:are, blau wo oogen, een klein gebloemd stuk voor de borst en breede, lange rokken. Zij had verlangd naar dat Hol land vau knusse, poezige, zoetige lievigheid, uit de „Gartenlaube',' en het, had, toen ze naar haar huwe- 1 lijk met Evert te Rotterdam was gaan, wonen, heel lang geduurd, voor ze zich er mee kon vereenzelvigen, dat ze nu wterkelijk in Holland was, dit Holland waai de menschen nogal ruw en rechtuit waren en zelfs de „heeren" zulke slechte manieren hadden. Tegen den winter vooral voelde ze heimwee naar Berlijn, Berlijn met zijn breede straten, zijn hooge huizen, zijn groote winkels. Berlijn dat ze voel zinde- lijker en geriefelijker en mooier vond dan Rotterdam en zij begreep niet hoe Evert en zijn vrienden die lage, verzakte baksteenhuizen konden vinden en dat ze met het gezicht op de Maas „schwarmten". Zij hield niet van water water gaf haar een gevoel van verlatenheid en angst, bergen vond zij mooi en dennenbosschem Zij deed ook wel mee met de Sinterklaaspret, voor Evert en de kinderen, en Evert wou nu eenmaal dat d;ï kinderen heelemaal Hollandsch zouden worden op gevoed, maar eigenlijk vond ze dat bang maken van de kleinen met Sinterklaas en den Zwarten Piet een beetje ruw en ook dat grabbelen van 't strooigoed, „ungesittet". Hoe heel anders was toch thuis, In Berlijn, „VVeihnachten". De heele maand December kreeg er iets gewijds en feestelijks door en de hemel was altoos grijs, het werd heel vroeg donker, maai dan 's avonds voelde je te heerlijker het vele licht in. .de straten. Als dan de sparren langs de straten werden opgesteld en je snoof de zoo bekende hars- geuren in en thuis, op de binnenplaats van 't huis, kwamen de Currender-kindJeren, die de bekende kerst liederen zongen, dan was je in een gestadige stem ming van wijding en innig geluk. En dan als de boom in huis kwam en al de kamers geurden naar het woud en hij werd opgesierd met al die blinkende, kleurige kleinigheden en de kaarsjes kwamen er aan... neen, neen, „Weihnachten" was toch heel wat anders dan „Santa Klaus". 1 Zij wist, Evert wilde een Hollandsch huishouden hebben en daarom sprak ze er nu maar niet meer over. Maar 's nachts droomde zij nu van Kerstmis en zij zag den kerstboom met de vele brandende kaars jes, bont en stralend als in een sprookje en als ze alleen was, kon ze wel eventjes huilen, omdat ze zich hier zoo eenzaam voelde, hier waar de menschen zoo stug waren en je niet begrepen; en als je ze dan wou begrijpen en heel lief voor ze wilde zijn. je uitputte in „Liebenswürdigkeit", dan werden zij nog stuurscher en zeiden soms plompweg, dat ze niet van „scbmeicheln" hielden. Ze voelde dan allen als i vreemden .zelfs heur kinderen leken dan niet van haar, maar van een andere vrouw. Dit jaar zou ze en wou ze Kerstfeest vieren, een ecb t- Dui/tsch Kerstfeest, Zij verdroeg zooveel een enkele maal zou ze ook haar iVil weten' door te drij ven. Maar ze wist wel, dat ze met geweld niets van Evert gedaan zou krijgen. Daarom begon ze heel slïmmetjes haar oudsten zoon, Arie, die al heel aar dig piano speelde hij had van zijn Duitsche moeder den aanleg voor muziek, de kunst van alle volken die het vrije woord niet kennen, geërfd eerst Neder- landsche liedjes te leeren en de twee meisjes, Grietje en het kleine Aaltje, leerden daarbij de woorden zin gen van „Wie gaat er mee naar de zee, houd je roer recht", en „O, schitt'rende kleuren van Nederlands vlag", en „Piet Hein zijn naam is klein". Daarmede werd Evert verrast toen hij thuis kwam en dat bracht hem in een goede luim. En, het gesprek kwam 's avonds op de Holiandscbe liedjes en toen op de Duitsche liedjes, die „Alma toch ook wel mooi" vond, „mooier" dorst ze niet te zeggen, want dat iets uit Duitschland béter zou kunnen zijn dan uit Nederland, zou Evert toch nooit toegeven. Maar zij wou nu toch ook de kinderen eens zoo'n paar Duitsche lied jes leeren daar kon Evert toch niets op tegen hebben, want het was toch goed, dat de kinderen al vroeg wat Duitsch leerden. Gelukkig met de eerste concessie, oefende ze nu niet de kinderen dc Duitsche Kerstliederen, het „Stille Nacht, heilige Nacht" en „Es ist eln' Ros' entsprun- gen" ea „O, du fröhliche, o du eslige' en ,.Ihr Kin- durlein k omniet" Toen zo ze goed kenden, mochten ze ze voor vader middags eens zingen. Arie speelde ze heel maatvast op de piano en zong met zijn Irooge slem mede met Grietje en Aaltje. Eerst natuurlijk een „Piet Heintje", I dat was om1 vader in een goede luim te brengen, maar daarna het „Siillc Nacht, heilige Nacht" en de I andere liederen. Er kwam werkelijk Kerststemming in 1 huis en Evert scheen er ook wat van te voelen. Want hij zei, uit zichzelf „Dat ze nou in Holland niet zulke liedjes kunnen maken." „Nou, met Sinterklaas ringen ze toch ook „Zie de maan sehij'nt door de hoornen", zei ze handig en ver goelijkend. „Maar dal is toch heei wat anders. In jelui liedjes zit moer stemming, wat wa.-ïr is, is waar. Zij had, Ioen de kinderen zongen, wel eventjes willen It uilen, maar zich bedwongen, want ze mocht inmie niet „Duitsch-sentimenteel" zijn. Doch nu wou ze wcl springen en lachen. Evert vond, dat uit Duitschland iets goeds kon komen. Hij waardeerde. Zij kwam dkn middag niet uit de keuken, stond er hoogrood voor T fornuis om eens echt lekker voor haar man te koken én toen Evert na 't copieuze diner in een vroolijke stemming was, begon ze weer over Kerstmis te pra- ten, over hun prcitigen engagementstijd fe Berlijn en hoe ze toen ook thuis bijj „Mutteni" een boom hadden ver sierd. Hel zoutoch' wel aardig zijn. als ze dit jaar j nu dok eens hier ecu kerstboom zouden opstellen, 't was I alleen zoo jammer, je vond zoo moeielijk iemand, die handig genoeg was om hem op le zetten... „Zóó handig ben ik nog wel I zei hij, in zijn zwak getast. Onmerkbaar was de glimlach, die langs Alm a's i wangen streek, nu haar lis! gehikte, i „Ja, maar een goeden boom le krijgen. Er groeien hier geen mooie sparren." „Iiier niet? Mooier clan in Duitschland. De Holland- sche kweekers zijn op de plantentenloonstel 1 ing te Ber lijn met alle eerste prijzen gaan strijken." „Dat zou ik toch eerst mcete.i zien!" twijfelde ;:e. „Dan zal je 't ook zien!" Zijn toon klonk wat ge- ca-gerd. Den volgenden dag kwam hij met een grooten edelspar thuis, ecui Canadeescne soort, dichtbezet met dof blauw groene naalden. Zij had Evert wel willen omhelzen en zij ademde met volle teugen den naar aardbeien geu renden reuk van. den boom in. Hij werd in do voorkamer opgesteld. Do kinderen m'ochlen hom niet riem. voor Kerstavond en Evert meende, nu 't „ding" er toch eenmaal stond, dat hij het ook moar zou' versieren. Maar het „ding" scheen hem toch meer belang in tc boezemen dan hij we' liet blijken, want hij kwam 's middags, oen uur vroe ger dan gewoonlijk thuis met een groot aantal doo- zen en hij had bijzondere haast met eten om maar naar de voorkamer to komen en daar alles uit te pakken, de gekleurde kaarsen en da bonto klcurba'tlen en de waltesneeuw en het filigraondmad en de staniol- snij. p.'xs cm ite blikken kiuus-nl-oudvrs. Nu had hij gelegenheid om zijn handigheid toouen. De jonge ingenieur boorde <lv gden voor <U- I Mifje kandelaars, sneed tv:i punt u-m den p om er do verzilverde glazen spits op te zei ton, e» t >.m koer de boor uitschoot en hij zijn hand b L;-d hij nel o» bij '1 ex pre, gedaan had nk-t waar hE men toch zeo handig is vu iemands v iw er bij s aai. T oen de boom gohoel 1.! uir v.i <v. al I nt, de huiskamer soupeerden, .•■p-.is .hel zimaar ïiij. over het prachtig eifevl, dm dc boom zou tnak.-n als h.ij in vollen glans, kon stralen ca toen hij <fru volgenden dog mei geschenken voor de kinderen on vo-.n- Almat huis kwam, weereen uur vrojge- dan gewoonlijk was hij niet van den boom weg Ie krijo.ru. Hij hióljs dc tafel dekken, waarop hij de geschenken liistalde, hij sleepte de piano van de h lisbmica' liaar de vom - kamer, \Toeg of T niet raadzaam zou zijn, voor van avond een serapliine-orgeJIJc le buren en kon den :i;.4 niet afwaohtcn, dat de kaarsen zouden wmd-n op gestoken en <k* kinderen binnengeroepen. Eindelijk was het zoover hij had de kaaisen opge stoken cn nu, toen de kindwen kwamen, zong 'hij. uil volle borat, al dc Duitsche liederen op den fbiii schen tekst mede. (Voor Alma was het een nvormI vol geluk en wijding, zij voelde ziclx nu hier juist alsof ze ginds thuis, in Berlijn was, maar méér 1103 dan liet genot van 't zien naar den lichtglans uitstralendcn boot» en het hooren van dc 01de, lieve bekende wijzen <ai woorden was 't haar waai;ddat ze Evert lot die ver andering had weten te "krijgen. Doch ze was te veet vrouw om Evert tc laten merken, hoe ze hem „om" gekregen had en toen zij hem zijn present gaf, vier dikke doelen van het Nederlandsche liederenboek van Coi*a. en hij eigenlijk niet goed wist, hoe hij rich bondon zou want werd iiij als chauvinist nu niet zelf be schaamd gemaakt door zijn Duitsche vrouw? daar merkte hij toch wel zoo iets ais satyre en hij zei, even uit den kerstavond-toon vallend, toen rij die HoUaixf- sche melodieën zoo mooi vond: .Jelui Duitschcrs assimileeren jelui al hed gauw. Zij was op 't punt een scherp woord terug te zeggen doch haar blile viel op de spreuk boven in den boom en weer met dien haast onmerkbare» glimlach, zei ze. „Waarom niet... als men toch in een zoo verdraag zaarn. volk als jelui Hollanders opgaat?...." en heao zachtjes schertsend met den schouder aanstootend, we*« ze op de spreuk, het „Vrede op aarde, in mensohc een welbehagen", boven in den kerstboom. KERSTMIS. HOOG BEZOEK. „Dit was het waarachtige licht, 'twclk verlicht e« iegelijk mensch." „Hij is gekomen tot het zijne, en de zijnen hebbca Hem niet aangenomen. Maar zoovel en Hem hebben aangenomen, dien heeft Hij macht gegeven kindenv.i Gods te worden." Johannes I. „Gij vertiept. kraizemunt en wijnruit, en denk*; niet aan de liefde Gods." Lucas XI. ,»Zoo iemand ooren heeft om te hooren, die hooi en versta." M r c u s VII De Kerstmorgen was aangebroken. Luide, en sta tig, zooals torenklokken soms spreken leunnen, ha i- J den metalen monden en metalen tongen het geroepen hoog in de lucht, gebazuind over de landen, gepredikt aan de harten, dat de Dag des Heils was aangebro ken. Het geboortefeest van den Redder der Werel aen Heiland der Wereld, de Zon van Geesten n Profeten was opgegaan, om met haai' warmte en g - uade alle harten en hoofden te bestralen en te vel lichten, en ontvankelijk te maken voor de dingen d:o Gods zijn. En nu sou er 'n lang geweuscht wonder gebeuren. Christus zelf zou dien dag- neerdalen uit den hemel en 'n klein landstadje ln Holland bezoeken. Hoe men dit te weten gekomen was, wist niemand meer. 'n Oficiëel bericht had niemand ontvangen, maar alles wisten het; de burgemeester en de dominee, de pas toor en ds stationschef, de kru'idenier en de heeren van het postkantoor; allen- Er werd over gesproken in de herbergen en aan den huisélijkeu haard, op 'ie straat en in, de drukkerij, vanwaar couranten en ot- ficiëale stukken de wereld in werden gezxinden. Er zijn van die dingen, die gebeuren moeten: al was 't alleen maar om 'n einde te maken aan do spanning, waarin men verkeert. Zoo ook hier. De me t- schen, die er zich het meest voor interesseerden, had den den vorigen dag al 'n paar malen aan het sta tion geïnformeerd, of er soms eenig officiéél bericht was ontvangen, hoe laat de 'rein met den hoogeu gast zou aankomen; maar a.s-' 't -station mo-t niet meer dan in het dorp. Hij zou komen, dat wb-t men; maar hoe laat en met welke gelegenheid, wist men niet. Aan het postkantoor verkeerde men in '1 zelfde geval, evenals op de pastorie. Het was maar het beste om op alles voorbereid te zijn. Het komea „als 'n dief in den nacht", kon ook n u wel eens plaats hebben. De straten en stoepen kregen 'n extra beurt, dn dorpels werden met wit en rood poeder be strooid, nieuwe, althans schoone gordijnen voor d ramen gehangen, vlaggen klaar gelegd. Do Gravin, d: even buiten de kom der gemeente woonde. Ambacht»;- vrouwe van het dorp was on eigenares van ïi rijk kasteel, had in de ochtendschemering reeds. h:u- mooiste rijtuig met 'n koetsier en twee palfranie vaar "t station gezonden, om gereed te,'zijn al6 Hl; kwam. Zij hoopte daardoor in de eerste plaats vei - csrd te worden met 'n bezoek en bond den palfre nier, die aan den uitgang van 't station zou gaan staan, de eerbiedlgste voorkomendheid op het har- Zij zelve zou in 'n huurrijtuig naar de kerk gaan. en wachtte daar evenals de geheele vergaderde ge meente onmiddellijk bericht, als er iets gebeurde. Ofschoon 't heele stadje in spanning verkeerd-.-, ging alles stil in zijn werk. De hoopvolle verwachting scheen een dreigende uitwerking te hebben. Men sprak fluisterend en ontzag rumoer to maken. Stil schreed men over de straat en met veel beteeken en den blik, maar zwijgend, keek men elkander aan. DWi 'was 'n dag. zooals 't stadje nog nooit beleefd had. Meer dan 'n Minister, meer dan de Koningin zo t komen, „m eer dan Salomo" kon zoo aanstond Zijn gezegend aaangericht vertoonen; en allen voelden blijdschap over die komst, maar ook den ernst er van. Zoo gingen de eerste uren van dan Kerstmorgen voorbij. In verschillende bedehuizen bad en zong men God ter eer, en werden liederen aangeheven ter eert? van Hem, wiens geboortefeest men vierde, en die nu dit vergeten stadje door Zijn bezoek 'n eeuwige glorie zou verleenen. De predikant wees hier met nadruk op. Het was geheel in den geest van Jezus, zoo zeide bij, om naar 'n armzalig stedeke zijn schreden te richten. Niet naar de trotsche Residentie, met haar vorstelijke pracht was Zijn verlangen; niet naar de groote steden,, die den toon aangeven, en waar on der maskers van geluk, zich de zoude verbergt, maar naar dit stille hoekje ging- het hart van Jezus uit,,- uaar dit „Nazarqtli" onder de Holiandscbe stede kens, waar ook in zomertijd de leliën bloeiden, de rcuschjes verkocht konden worden voor twee pen ningen de vijf, waar Hij loopen kon tusschen 't gezaai dc, waar "n lam verdwalen kon, eri misschien wet 'u verloren zoon aan den trog der zwijnen tot in keer kon komen, opstaan en naar zijn vader gaan. Dit was de begeerte van Jezus' hart, waaraan wlf een voorbeeld moeten nemen. Het nederige, het stille, het kleine, het arme en verachte, dat had Hij zich L

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1911 | | pagina 9