De Bedelaar. He, he. stoker Meu riep iu het dorp hem toe. De stoker werd uit zijn ge-soes geschreeuwd, uit Eijh zoete mijmering, zijn machine 7.00 hard te laten loopen. He, lcijk je 'r is um! Wat wil da volle nou van hum. Lacht dieö boer daar... Spot die met 'm? JHe, he, daor. Waor zien ouw waogens? JMu kreeg de trambestuurder eerst erg in iets, nu ging hem een licht, op, grooter dan het „bromolie- lemke" voor 7.iju locomotief Daar ontdekte hij, dat al de personenwagens van de machine waren geschoten en hij zonder last naar M. gestoomd was. Nu begreep le zij» snelheidsrecord Halfweg tusschen heide en bosch stonden eenige tramwagens, als woon-huiskes, midden op den weg, ÜJUiwkes verlicht, bezet met brommende passagiers, met 7-ich vroolijk makende reizigers, met een beteu- terdeu conducteur Gorrejen... die keujes ho 'k verdaon... geleuf- de me nietschreeuwde een Slaas-boerke tot zijn in-varkens handelenden buurman zoo hard, alsof beiden wel doof waren. Goed, maar parretjen ik he haos. Wa is die trem wer langzaom, 't aovend r Krek, we staon stil... hedde da nog nie deur... Do mesciene Is wer kappot... Oud nieuws hier He,, condukketeur, hoe zit gaon, we haost verder Wij kunnen nietDe machine is He... w eer malleur aan die ouwe bromkast... Neen, hij is weg... zeker losgegaan De boerke8 keken, of zij het in Oss hoorden don deren. Zóo kommen, we op Neijaor nog niet thuus suchtte een haastig boerke, de reizigers lachten en schikten zich gemoedelijk in het onvermijdelijke. Twee uur later kwam de machinist met de loco motief van uit N. naar de heide gebolderd onder vol len stoom. Menig reiziger lachte toen tevreden, een ander zuchtte: Eindelijk N. R. Crt. EEN DROEVE GESCHIEDENIS. Een droeve geschiedenis heeft zich in de nabijheid van Amslerdam afgespeeld. Het echtpaar Van der Yaarl, brave, eenvoudige lieden, zijn vermoedelijk door ver giftiging, ten gevolge van het elen van slecht vlcesch, om 't leven gekomen. Wij kunnen ér hel volgende van uiededeelen Bij 'het Xaardcrraeer bchooren neg verschillende per- ceeleu wei- en bouwland, welke aan boeren verpacht zijn. De plaats, die Van der Vaart gehuurd had, is negen bunder groot en Hij de Kurncmclksloot gelegen. Daar ziet men een eenvoudige, met pannen gedekte boerderij van middelmatige grootte, waarvan hel voorste gedeelte, als naar gewoonte, tot woonhuis en de rest tot veestal diept. Een schuur naast de boerderij huis vest twee trekhonden en landbouwgereedschap Van der Vaart hield er geen personeel op 11a. Do pachten waren hoog en alleen door met zijn vrouw samen hard te werken zoo lang het dag was, gelukte het hem zijn hoofd boven water te houdeft. Van dei- Vaart leverde eiken morgen de melk van zijn elf koeien aan den medehandelaar Jan Boogaard, te Diernen. Dc avondmeik werd met dc morgenmelk in groo!e bussen gedaan. Met een met twee trekhonden bespannen wa gen bracht Van der Vaart dan eiken ochtend de bus sen naar de Gooische Stoomtram, en "aan het eesper- poorlslation, waai' de Gooisdhe aankomt, stond trouw de knecht van Boogaard gereed om de melk in ontvangst te rtomen en aan diens Amslerdamsche afnemers te bezorgen. Zoo ging sinds langen tijd alles geregeld zijn gang en zoo had Boogaard ook j.1. Donderdag nog zijn bussen ontvangen. Maar Vrijdagochtend wachlte Boogaard tevergeefs. Er was geen melk van V. d. Vaart meegekomen tn ook Zaterdagmorgen gaf liet trampersoneel dezelfde boodschap. ..Dan mankeert er wal aan", zeidc Boo gaard dadelijk en hij zond een van zijn knechts op kondschap uil. Toen deze knecht, een jongen van 15 jaar, .Zaterdag kort na het middaguur op de plaats van Van der Vaart kwam, constateerde hij in de eerste plaats, dat de luiken van het woonhuis nog gesloten waren. Hij hoorde de koeien onophoudelijk loeien en zag, door een ruit glurende, de beesten zeer verward door elkaar en met opgeperste uiers slaan. Zij moesten dus in langen lijd niet gemolken zijn. Binnen dringen durfde de onislelde jongen niet. Hij ging AYinthqrst, den naasten buur van v. d:. Vaart, wier boerderijen echter op tien minuten gaans van elkander liggen, cp dc hoogte stellen en keerde zelf naar Diemen terug. Winthoist ging nu oen anderen buurman, Bruin, ha len en beiden begaven zich naar de boerderij van Van der Vaart. Het open zijn van éen der staldeuren \yïi,s Hij de buren als een gewoonte van v. d. Vaart 'bekend. Het binnenkomen in den stal ging dus ge makkelijk en toen zij daar den verwarden toestand van hel niet-gemolken en uitgehongerde vee zogen, "beötxjcp men dat er iets bijzonders grande moest zijn. Do onthutste mannen drongen niet verder in de "boerderij dooi-, maar begaven zich ijlings naar baar den om politie te waarschuwen. Weldra 'I was echter inmiddels ruim 3 uur geworden verschenen dc burgemeester van Naardien en twee politiemannen en dr. Theunisscn, en ook Winthorsl en Bruin keerden mee terug na ir de plaats van v. d. Vaart. Men ging de staldeur binnen en ontsloot vervolgens de deur, die van de deel tot dc woning toegang gak In de gi-oote woonkamer was alles donker. De luiken waren gesloten en torn men licht ontstak, zog men op tafel een uitgebrand lampje slaan. In de bedstede lagen do 3!-:a.ige Antonie Lanibcrtus van der Vaart en zijn 23-jr.; igr echlgenoote Teuntjc Schrijver, beiden dood. Aan het voeteneinde lag schreiende en verkleumd hun vicviarig dochtertje Antje, en haar driejarig zusje f.or- ïiclia zat overeind ni he! ledikantje, dat in de kamer stond. In dit ledikantje.sliepen beide kinderen, maar Antje, blijkbaar door honger en angst gedreven, had haar ouders in de bedstede opgezocht, die haar echter geen hulp meer konden bieden... De eerste zorg was nu voor de arme kleinen, die ïn oen wollen deken gewikkeld door vrouw Bruin modegenomen en liefderijk verpleegd werden. Éérst wat lauwe melk voor de uitgehongerde maagjes en daarna langzamerhand wat eten. Gisieren waren de kinderen al weer vrij vlug. Maar Antje toonde zich erg zenuw achtig. was heesch van het huilen en sprak nog niet. In het huis van v. d. Vaart werd niets aan den toestand veranderd. Men liet het onder politicbewaking, dc buren molken en voerden de koeien en gaven ook den twee varkens en honden te elen. Dadelijk werd dc iusli'ic te Amsterdam gewaarschuwd. Zondagmorgen te half tien kwam de rechter-commissaris nir. Hui- zinga, de subst.-officier van justitie mr. Luyken Glas- horst en de griffier op de boerderij aan, waar reeds aanwezig waren de burgemeester van Naarden en dr. Theunisscn. dc genoemde buren, de 78-jarige vader en de broeder van den doode, en de stiefvader van de overleden vrouw. Schoonhoven. Dc luiken werden geopend, het daglicht stroomde de woning binnen. Toen constateerde de justitie in de eerste nlaats, dat in de woning orde heerschte en van braak geen spoor te vinden was. De kleertjes van de kinderen lagen zorg vuldig gevouwen op een stoel en een andere stoel droeg dc kleeding van het echtpaar v. d. Vaart. De kasten en l>eeken werden nagekeken. Ook hier bleek alles in orde. Geld en sieraden waren aanwezig en de Don derdagochtend aan Boogaard verzonden melk stond ge boekt. Dal was de laatste melk^ die verzonden 'was. In do bussen stond de melk van Donderdagavond Van der Vaart moet dus Donderdagnarpiddng nog zijn koeien gemolken hebben. TrouVcns Donderdagmiddag hebben Winthorst en Bruin hun buurman nog op zijn land kunstmest zien strooien. In de bedstede werd vrouw v. d .Vaart gevonden, liggende op haar knieën, voorover met bet hoofd in het kussen. Van de- Vaart lag op zijn zijde met do lin kerhand over den schouder zijner vrouw uitgestrekt Niet het minste spoor van geweldp'eging viel te con- statecvcn, zoodal de doctor en de justitie de veronder stelling c; p.-i dci', dat beiden ten gevolge van vergilli- ging ove. leden zouden zijn en, gezien verschillende om standigheden, dan reeds in deii uaahl van Donderdag op Vrijdag. V. d. Vaart lag als slapende in de .bed stede; het gelaat der vrouw maakte tien indruk, alsof zij het benauwd had gehad. Waarschijnlijk heeft de man liet langst geleeld cu neg getracht zijn vrouw hij to staan. Op dc tafel stond een trommeltje met gekleurde bal len en voorts vier horden, waaruit Donderdagavond de avondpap karneiiieLksuhc pap met stroop ge geten was. Vllc lepels, ook de beide k inde .'lepeltjes, waren gebruikt. E11 wijl de kinderen nog leven, moet de p; p wel onschadelijk zijn geweest. Op den grond bij de kachel stond dc pap met een restant. Een be langrijke ontdekking was pen .pan met pekelvleeseih, welke in de keuken in het' \Valcr stond om liet zoul te laten aftrekken. Een pan geschilde aardappelen stond er naast. Blijkbaar dus hel maal' Vóór' Vrijdag. Nu kon Schoonhoven, de stiefvader van vrouw v. d. vaart, ver tellen, dat dit pekelvlccsch afk'omstig was van een uit nood geslacht (dus van een ziek) kalf. Het vleesch van dat kalf was in het zeul gezel om langzaam ver-, bruikt te kunnen worden. Drie weken geleden had Schoonhoven er zelf van mee gegeten, zonder schade lijk gevolg, wat natuurlijk niet zeggen vvilde, dat liet thans nog voer de consumptie 'geschikt Was. Zou gebruik van dit vlccsch den dqo$ veroorzaakt hebben, dan moeten de kinderen het niet gebruikt'hebben, wat met het oog op hun zoo jeugdigen leeftijd zeer wel mogelijk, is geweest. De justitie nam alle genoemde eetwaren in beslag en deed deze naar Amsterdam overbrengen. De lijken werden in lakens gewikkeld en per rijtuig naar hel Wilhclmiiia-Gasthuis alhier vervoerd. Ter vaststelling van de doodsoorzaak zou oen gerechtelijke' schouwing plaats hebben. Geeft de justitie verlof, dan wordt het echtpaar v. d. Vaarl te Diemen naar de laatste rust plaats gebracht. De boerderij blijft voorloopig onder politiebewaking, "terwijl dc buren de zorg voor het vee op zich geno men hebben. In de omgeving is de deelneming in het droeve lot, dal het werkzame echtpaar trof zieer groot, maar niet minder is men met dat van de kindenen begaan, die bijna den dood door uitputting gestorven waren. Gisteren heeft de sectie van de lijken den gehee- len dag voortgeduurd. Des avonds stelde dr. Sclioo vast, dat de dood van liet echtpaar Van der Vaart moet worden toegeschreven aan het gebruik van be dorven vleese-h. Het in beslaggenomen pekelvleesch, evenals een in beslag genomen stuk rookvleesch, bleek sterk bedorven te zijn. Hieruit mag dus geconcludeerd worden, dat de kin deren van het pekelvleesch, althans van het bedor ven deel, niet hebben gegeten. De kleinen maken het wei- De justitie verleende verlof tot begrafenis van het echtpaar Van der Vaart op a,s. Woensdag. Handelsblad. DE HERNHUTTERS EN DE OUDEJAARSAVOND. Men schrijft uit Zeist: Er is wellicht geen tweede gemeente in ons Ne derland, welker inwoners in zulk een groot aantal gezamenlijk de wisseling van het jaar vieren, als dit in deze gemeente hel geval is. De oorzaak van deze gemeenschappelijke begroeting van den nieuwen tijd kring ligt in een der .vele eigenaardige gebruiken der Moravische Broedergemeente alhier, waardoor- de Hern hutters zicth blijven onderscheiden. Op den oudejaars avond kwamen ook ditmaal om half 12 de Broeders cn Zusters (de laatsten getooid met de traditioneelo mutsjes) Ju het kerkgebouw te zamen en mei hen honderden bij honderden uit Zeist en omgeving; zoo- velen, dat menigeen zich tevreden moest stellen met een plaatsje vóór het g?bou\v op.het Zusterplein. Nadat door het mannenkoor der Broedergemeente gewijde liederen waren gezongen, nam een der voor gangers het woord tot liet houden van een korte toe spraak. Maar nauwelijks dreunde de eerste der twaalf klolckeslagcn over het stille plein, of plots klonk van oen der galerijen bazuingeschal, onmiddellijk vielen de aanwezigen in met hun lied cn loon jubelde door het wijde gebouw: „Komt, dankt nu allen God". Even later waren de zwijgende boomen op het Zuslei plein getuigen van dc ontelbare hartelijke nieuwjaarsbegroe tingen, die de aanwezigen elkander toeriepen. XlEüWJA ARSSCHI ETEN. Een zoon van den landman G. Koomen, te Leek (N.-H.heeft zich Maandagnacht, pij het z.g. „Oude- jaarsschieten", den arm verbrijzeld. De zoon van kapitein Bek, aan "boord van sleep boot Adriana zou ook het Nieuwejaar te Lobit in schieten. De „Kattekop" sprong en van 't jongmensch werd de rechterhand verbrijzeld. ONBEZONNENHEID. Te Dinxperloo had een vijftienjarige knaap de on bezonnenheid een bus carbid te willen laten ontplof fen en goot daartoe bij de carbid wat'petroleum. De ontploffing volgde, maar met zóóveel kracht, dat de knaap de sterke vlam in zijn gezicht, kreeg en zwa,ar gewond naar het ziekenhuis te Arnhem moest wor den overgebracht. Men vreest dat hij zijne oogen voorgoed zal moe ten missen. TRAMONGELUK. Zondagmiddag omstreeks half twee had tusschen Wageningen en Heelsum een tramongeluk plaats, doordat de locomotief van. een uit Utrecht komende tram der Ooster-Stoomtram Mij. ontspoorde. Door dat een hoogte moest worden opgereden, was de tram op dit bogenblik m volle vaart. De locomotief kan telde om en sleepte met zich de goederenwagen mee. Hot voorbalcon der passagierswagen werd ingedrukt. De machinist werd met een gekneusden arm opgeno men. De overige personen, die in de tram zaten, kwa men met den schrik vrij. Het tramverkeer ondervond door dit ongeval vertraging. Ook de rijweg was gedu rende een deel van, den middag versperd. De materi eels schade schijnt belangrijk *te zijn. WINKEL. De bijeenkomst van het Departement Winkel der- Maatschappij to>t Nut van 't Algemeen, die op 3 Ja nuari 1912 zou plaats hebben, is versteld moeten worden en zal nu zijn op Maandag S Januari, op dezelfde plaats, hetzelfde uur, dn hetzelfde program ma zal door Mr. A. W. Kamp worden voorgedragen. OVERAL RUZIE. Te Haarlem is de Nieuwe Kerk der Hervormden op verscheiden dagen voor Kerstmis gébruikt tot Kerstfeestviering voor Zondagsscholen. Zij was daar toe aardig versierd. De versiering bleef ook daarna bapgen. Zondag 24 December gaf dit geen stoornis onder den gewonen kerkdienst. Maar op den eersten Kerstdag preekte dr. De Hartog er. Hij betrad den kancel, rukte het groen en de roode linten los en smeet het gansche zaakje achter zich in den preekstoel. Verbazing en verontwaardiging in de eivolle kerk. Doch de voorganger hield voet bij stuk en verweet der gemeente dat ze van Kerstmis „een feest maak te van linten en groen en wollen borstrokken". Zijn (evenzeer „orthodoxe") collega Veen, preekte den volgenden, dag in den ontgroend gebleven preek stoel en hield zijn toehoorders voor, djat iemand die op het Kerstfeest treuren wilde de groote beteekenis van dit feest en van het Evangelie niet begreep. Dr. de Hartog had namelijk gezegd, dat Kerstmis „geen verheugingsfeest maar een begrafenis" was. Hier plaatst de berichtgever der N. R. Crt. een vraagteeken. Telegrafisch Weerbericht 2 JANUARI. VERWACHTING. Zwakke tot matige meest zuidwestelijke wind, ne velig tot betrokken, weinig neerslag. Zelfde tempe ratuur. Uit het Russisch van ANTON' TSJECIIOF. „Edele HoerTI eb medelijden mei een ongelukkig cn hongerig man. In drie dagen heb ik niets gege- geten.... 5k zweer het u, bij God! Acht jaren lang ben ik dorpsschoolmeester geweest; toen heb ik mijn betrek tri ng door intriges in den gemeenteraad verloren. Ik werd liet slachtoffer eener aanklacht en nu loop ik al een jaar zonder betrekking rond." Advokaat Skwortsof keek naar de donker-blauwe, (gescheurde overjas van den vrager, naar diens doffe dronkaardsdogen, naar de roode vlekken op zijn wan gen cn meende zioh toen te herinneren, dien man vroeger al eens ergens gezien te hebben. „Nu is er éen plaats voor mij open in het gouver- 1 ncment Kaloega" ging de vrager voort doch ik Web geen reisgeld. Helpt u mij, wees barmhartig! Ik schaam mij om te bedelen,, maar... de omstandigheden (dwingen mij er toe." Skworlsof keek naar de overschoenen, waarvan de ocoic hoog en dé andere laag was en herinnerde zich toen plotseling" iéts. 1 „Hoor eens. ik ontmoette je. geloof ik, eergiste ren in de Sadowastraat", zeidc hij, „maar toen ver telde je mij niet, dat je een dorpsschoolmeester maar een uitgewezen student was. Weet je wel'?" „Nee... neen, dat 's onmogelijk! Ik ben dorps schoolmeester cn als u 't verlangt, kan ik u documen ten toonen". „Lieg niet! Je zei dat je student was en vertelde mij zelïs waarom je uitgewezen was. Herinner je maar eens .Skworlsof werd' rood van kwaadheid en verwij derde zich van den verloopen man met een uitdruk king van verachting op het gelaat. „Hel is gemeen", riep hij woedend. „Dat- is be drog! Ik breng je naar de politie, wat duivel. Je bent arm en hongerig, maar dat geeft je niet het recht zoo brutaal en gewetenloos te liegen!" De bedelaar greep naar den knop van de deur cn zag1 er Vèrlegen als een betrapte dief de voorkamer rond. „Ik.... ik lieg niet", stotterde hij. „Ik kan u docu menten laten zien." „Wie zal je gelooven", ging Skworlsof opgewonden voort. „De sympathie der menschen voor de dorps schoolmeesters en studenten te misbruiken dat is laag, gemeen, smerig!" Skworlsof guig weg en wees den vrager barsch af. Met zijn brutale leugen had die verloopen man walging en alkeer in hem opgewekt en datgene gekwetst, dat hij Skworlsof in ziclizelven zoo respecteerde en hoogschatte: de goedhartigheid, het medegevoel en het medelijden met ongelukkige menschen. Met zijn leugen cn liet misbruiken van sympathie had dat „su jet' de aalmoes ontwijd, die Skworlsof \c-.i gansehei harte'zóo gaarne aan de armen yif. De bedelaar verdedigde zioh eerst nog onder dure eedentoen zweeg hij en boeg vol schaamte liet hoofd. „Edele Heer!' zeide hij, "dc hand op T hart leg gende. „Ik heb... werkelijk gelogen. Ik ben noch stu dent, noch dorpsschoolmeester. .Vlies verzonnenIk heb in een Russisch koor gediend cn werd wegens dron kenschap weggejaagd. Wat moet ik echter doen? Ge loof mij, bij God, zonder liegen gaat 't niet! Als ik de waarheid zeg, geeft niemand mij wat. Met de waar heid kan ik van honger stenen en zonder nachtleger doodvriezen! U hebt wel gelijk, ik begrijp U, maar... wat moet ik doen"?. „Wat doen? Je vraagt mij, wat je doen moet?" riep Skworlsof, cp hem toetredende. „Ga werken; wer ken dat moet je:" „Gaan werken... dal zeg ik ook legen 111 ij zei ven maar waar zal ik werk vinden OnzinJe bent jong1, gezond cn sterk en vindt altijd werk als je maar lust hebt. Maar jc bent lui, verwend en beschonken. Je riekt al van verre naar drank als een kroeg. Je bent door en door bedorven en alleen geschikt "voor leugen en bedelarijAls je werk aanneemt, clan moet het zijn bij een kanselarij of in een Russisch koor of het een of ander marqueurs- baantje, waarbij je het geld met nietsdoen verdient Kan je dan geen handenarbeid verrichten? Maar porlicr of arbeider te wezen is niet goed genoeg voor je! Je hebt immers pretenties!" „U oordeelt wel hard..." antwoordde de vrager en hij lachte bitter, „Waar moet ik handenarbeid vinden? Om in-, den. handel te gaan is 't voor mij te laat; daar moet men van jongsat mee beginnen; als portier zal niemand mij nemen, want daar ben ik de man niet voor... on om op een fabriek te werken moet men het rak kennen maar ik versta geen vak." „Onzin! Je zult altijd oen .uitvlucht vinden! Kan je geen houthakken?" „Dat zou ik niet weigeren, maar nu hebben ook de houthakkers niels te cloen." „Zoo spreken alle deugnieten. Geeft men werk dan nemen ze 't niet aan. Wilt ge bij mij: hout hakken?" „Met uw verlof, wel zeker..." „Goed, we zullen zien... uitnemend... we zullen zien Skwortsof spoedde zioh voort en riep niet zonder leedvermaak en handenwrijvend de keukenmeid .uit de keuken. „Olga" zcide hij tot haar, „breng dezen heer in de loods; Jiij zal hout hakken." De vreemdeling haalde vragend de schouders op en volgde dc keukenmeid talmend. Aan zijn gang kon men zien, dat hij niet hout ging hakken omdat hij hongerig' was en iels wilde verdienen, maai' alleen uil eigenliefde en omdat hij zich schaamde als iemand, die aan zijn woord gehouden is. Ook kon men mer ken, dat hij door tden drank zeer zwak en niet geheel wel was en niet den gerings ten lust tot werken had. Skwortsof snelde naar de eetkamer. Vandaar kon men de houtloods zien en alles wat er op de binnenplaats gebeurde. Voor 't venster staande, zag Skwortsof hoe ;dé keukenmeid en de verloopen man door de achter deur' de binnenplaats op kwamen en door de vuile sneeuw naar de. loods gingen. Olga ergerde zich blijk baar over Idien man en liep met de ellebogen zwaaiende naar Idte loods, die ze opende. Ze sloeg de deur woe dend toe. „Zeker hebben wc ons oudje bij het koffiedrinken gestoord" dacht Skwortsof, „wat een boos schepsel!' Verder zag hij hoe de pseudo-onderwijzer en pseu- do-sludent op een blok hout «zing zitten en, met zijn roode wangen op de vuisten geleund, nadacht. De vrouw wierp hem een bijl voor de voeten en begon klaarblijkelijk te schelden. De bédelaar pakte aarzelend een stuk hout, klemde het tusschen zijn voeten en sloeg er met de bijl op. Het stuk hout wag gelde en viel Om. De bedelaar zette het weer op. ademde op zijn koude handen cn sloeg nu zoo voor zichtig met de bijl als ware hij baru* zijn. overschoen te raken of zich de teenen af te slaan. Het stuk hout viel opnieuw om. Skwortsofs ergernis was al over en het speet hem nu een weinig, dat hij oen verwend, dronken en mis schien. ziek mensch in de koude grof werk liet ver richten. ,,'t Is niets..." dacht hij, uit de eetkamer naar zijn werkkamer gaande, „ik doe het immers in zijn be lang." Na een uur kwam Olga zeggen, dat het hout reeds kleingemaakt was. „Hier, geef hem een halven roebel" zeide Skwortsof. als hij wil kan hij eiken eerste van de maand hout kómen hakken... Er zal altijd werk voor hem zijn." Op den eerste verscheen de man Weder en ver diende hij weer een halven roebel, ofschoon hij nau welijks op de been kon blijven. Sedert kwam hij dikwijls terug en vond dan steeds werk: nu eens veegde hij de sneeuw bijeen, dan weer ruimde hij de loods op of klopte hij de tapijten en matrassen uit. Telkens kreeg hij voor zijn moeite 20 tot 40 ko peken en eens kreeg hij zelfs een oude broek ca deau. Bij het verhuizen nam Skwortsof hem aan als helper bij het inpakken en transporteeren der meu belen. Ditmaal was onze man nuchter, knorrig en stil; hij roerde de meubelen, nauwelijks aan, ging met hangend hoofd achter den wagen aan en deed niet eens moeite om bezig te schijnen; hij bibberde van kou en werd verlegen toen de koetsier hem bespotte om zijn luiheid en zwakte en zijn gescheurde, voorname jas. Na het verhuizen liet Skwortsof hem bij zich roepen. „Nu ik zie dat mijn woorden uitwerking op u gehad hebben," zeide hij en gaf hem een foebel. Dat is voor uw "moeite. Ik zie dat ge nuchter zijt en wilt werken. Hoe heet ge?" „Loesjkof." „Kijk eens, Loesjkof, ik kan u nu andere en. be tere werkzaamheden bezorgen. Kunt ge schrijven?" „Jawel." „Nu, dan gaat ge morgen met dezen brief naar mijn vriend, die u als schrijver zal aanstellen. Werk, drink niet en vergeet niet wat ik u gezegd heb. Goe den dag!" Zeer voldaan, iemand op den goeden weg te heb ben gebracht, klopte Skwortsof Loesjkof genadig op den schouder en reikte hem zelfs de han,d tot af scheid. Loesjkof nam den brief, ging heen en, kwam niet meer op de binnenplaats werken. Er verliepen, twee jaren. Eens, toen Skwortsof aan het loket van een theater zijn biljet nam, bemerkte hij naast zich in, de rij een klein persoon met een wollen jaskraag en versleten pelsmuts. Het mannetje vroeg den bureaulist haastig een biljet voor de ga lerij en betaalde met kopergeld. „Loesjkof, zijt gij het?" vroeg Skwortsof, die in hem zijn vroegeren houthakker herkende. „Nu, wat doet ge tegenwoordig. Gaat 't u goed?" „Tamelijk... Ik ben bij een, notaris en, verdien, nu 35 roebei in de maand." „Nu, Goddank, dat is mooi.' Dat doet mij genoegen. Dat doet mij werkelijk veel genoegen, Loesjkof! Ge zijt toch eenigszins mijn petekind. Ik was het immers die u op den goeden weg gebracht heb. Weet ge nog, hoe ik op u gescholden heb? Ge zonkt toen bijna door den grond van schaamte. Ik dank u, dat ge mijn woorden niet vergeten hebt!" „En ik dank u ook," zei Loesjkof. „Was ik destijds niet bij u gekomen, dan heette ik mogelijk nu nog een onderwijzer of een student. J abij u ben ik gered geworden en kwam ik uit de 0! lende. „Ik ben er erg blij om." „Ik dank u voor uwe goede woorden en daden. U hebt toen voortreffelijk gesproken. Ik ben u uwe keukenmeid dankbaar; God geve deze goede edele vrouw een goede gezondheid! U hebt toen uil- nemend gesproken en ik blijf u tot na mijn dood er dankbaar voor, voorwaar maar gered beeft mij eigenlijk uwe keukenmeid Olga." „Hoezoo dat?" „Dat zal ik u zeggen. Toen ik bij .u hout zou gaan hakken, begon ze: „Ach, jij dronkaard! Akelig wezen! Zorg maar dat de dood je^niet haalt!" En toen ging ze tegenover me zitten, werd treurig, keek mij eens goed aan en zeide huilerig: „Ongelukkige man! Ge kent geen vreugde in deze wereld en ook in de andere wereld zult ge als dronkaard in de hel branden! Ge zijt wel ellendig!En op deze wijze ging ze door. Hoeveel kwaad bloed ik haar bezorgd beb en hoe veel tranen ze voor mij vergoten heeft, kan ik u niet zeggen. Maar 't voornaamste is, dat ze voor mij het hout heeft gehakt! Ik heb bij u geen stuk hout gekloofd, mijnheer; alles heeft zij gedaan! Hoe ze mij gered heeft, waarom ik mij verbeterde als ik haar gadesloeg en waarom ik ophield met drinken, dat kan ik u niet verklaren. Ik weet alleen dat haar woorden en edele daden in mijn ziel een verandering teweeggebracht hebben; zij heeft mij verbeterd en dat 7.al ik nooit vergeten. Maar 't is tijd; er wordt al geluid." Loesjkof boog en ging naar de galerij. a e n (S m a k i n g i rii ARBEIDSWET 191J. De Burgemeester ;der Gemeente Schagcn, brengt tér openbare kennis, dal de inwerkingtreding der Arbeids wet 1§11 is bepaald cp 1 JANUARI 1912. OVERWERK VERGIJ NNINGEN Met ingang van 1 Januari 1912 is liel verleenen van ovenverkvergunningen aan de bemoeiingen van den burgemeester onttrokken en overgebracht hetzij bij den Minister van Landbouw, Nijverheid cn Handel, hetzij bij 'lief districtshoofd der arbeidsinspectie, naar de on derscheidingen in art. 6. der wet gemaakt. Indien in eene onderneming een bedrijf wordt uit geoefend, waarin op bepaalde tijden van het jaar eene opeenhocping van werk pleegt voor to komen of in dien in eene onderneming zioh bijzonde r omstandig heden voordoen, kan door het dist. iriluxDd der arbeids inspectie schriftelijk een vconvaardelijk of onvoorwaar delijk worden vergund, dat alle in of voor zoodanige onderneming werkzame jeugdige personen daaronder verstaat de wetpersonen beneden zeventien jaar en vrouwen of oen gedeelte van hen arbeid verrich ten in afwijking van het bepaalde bij het eerste en het tweede lid of krachtens hel derde en hel zesde lid van art. 6 der wet. Voor eene onderneming, waarin spocdeischende ge vallen plegen voor te komen, die het tijdig aan vragen en verkrijgen eener vergunning van liet districts hoofd der arbeidsinspectie onmogelijk hinken,, kan door of namens den Minister van Landbouw, Nijveiheid en Handel, voorwaardelijk of onvoorwaardelijk worden toe gestaan. dat in zoodanige geva 11 cm zonder eene bijzon dere 'ergnnning van hei districtshoofd der arbeidsin spectie alle in" of voor de onderneming werkzame ieugdige personen en' vrouwen of een gedeelte van hen arbeid verrichten in afwijking van het bepaalde bij het eerste en (het tweede of kraöhtens het derde en het zesde lid van art. 0 der wet. Eene zoodanige machtiging wordt slechts gegeven voor} •.'Jen tijd van éen jaar na hare dagteekening en binnen dien termijn mag daarvan slechts worden ge bruik gemaakt op vier en twintig dagen of zooveel minder als de machtiging bepaalt, doch nimmer meer dan twee dagen achtereen. ARBEIDSKAARTEN. Na 1 Januari 1912 zijn de oude arbeidskaarten NIET MEER GELDIG. De arbeidskaart wordt aangevraagd ter secretarie der Gemeente, binnen welke de persoon woont, cp v> ren de kaart het rekking heeft. Indien de persoon geen woon plaats heeft in Nederland, maar wel aldaar arbeid ver richt, ter secretarie dér Gemeente waar hij arbeid ver richt. Met het systeem, dat voor elke nieuwe dienstbe trekking ook een nieuwe arbeidskaart was vereischt, is „gebroken. Thans 7„al een eenmaal afgegeven arbeids kaart geldig ziin gedurende den gansöhen tijd. dat voor den beschermden persoon eene zoodanige kaart ver plicht is. Na hef eindigen der arbeidsbetrekking moet de kaart dan ook niet meer on de secretarie worden terugbezorgd, doclh doorliet hoofd of den bestuurder der onderneming aan den persoon, voor wien de kaart geldt, onverwijld worden afgegeven Bij: het aangaan van eene nieuwe arbeidsbetrekking stelt dan de beschermde Tvrsoon de kaart aan den nieuwen werkgever ter hand. Bi' verhuizing haar eene andere gemeente moet de arbeidskaart echter Ier secre'arie. waar zij is afgege ven. worden ingeleverd en in de nieuwe woonplaats een nieuwe kaart aangevraagd worden. Arbeidskaarten zijn vereischt voor- a. alle personen beneden zeventien jaar, zoowel jongens als meisjes; b. gehuwde vrouwen; c. personen van 7.eventien iaar, niet zijnde gehuw de vrouwen, die arbeid verrichten, welkeinsrevolge art. 5 der wet sleeli*' -oorwaarden, biï ale-e meenen maatregel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 2