Voor Dammers.
Zau 'ag lO Februari 1912.
50e Jaargang. No. 5069.
DERDE BLAD.
OPLOSSING RROBLEEM No. 75,
van A. van Nternes Ie Noordscharwoude.
Stond zwart, 11 schijven op: 4, 7, 9, 12, 13, 1
16. 17. 18. 21 cn 26.
Stand wit, 12 schijven op20, 21, 27, 28, 32, 3
36, -10 tot 43 en 45.
Oplossing:
Zwart: 32
11
Wit: 50-
25-
-45. Zwart: 32 46.
-20. 11: 25.
36—31. 27 36.
26—21. 16 27.
17—11. 6 17.
17—41a 36 38.
18—43. 38 39.
10—35. 49 40.
45 5 en wint.
a 42—37 enz.
OPLOSSING PROBLEEM No. 76,
van W. SPEETS te Hoogwoud.
Stand zwart, 13 schijven op: 1, 2, 5, 6, 9, 11, 12,
17, 18, 21. 22. 26 cn 35.
Stand wit, 13 schijven op 20, 23, 28, 29 31, 33.
31. 36. 37, 38. 11, 46 en 19.
Oplossing:
Wil 20—14. Zwart 9 20.
31—30. 35:24.
23—19. 21 13.
37—32. 26 37.
29—23. 18 29.
33 15. 22 42.
49—43. 37 28.
41—37. 42 31.
36 9.
Goede oplossingen ontvingen we van
C. B. te Abbekerk, S. E. en K. V. te Koegras,
C. S. u J. V. lo Keinsmerbrug, K. II. én G. rtc
W. te SLiagcn, Jac. K. te Zuidseharwoude, L. K. Szn.
to Noordsdharwoude, C. S. en C. L. Ie Kolhom, .1.
K. en D. K. te Winkel, C. P. en D. A. B. te Sint
Maarten, A. R. to Schooi ldam, D. O. Azn., C. B. en
K. B. te N. Niodorp, P. N. te Oudesluis, P. S., II. A.
en Jb. B. te Oudkarspel, D. B. to Berkhout, Jb. B. to
Hoogwoud, D. D. te Den Helder, R. Z. te Callanls-
oog. P. J. W. te
en 76W. S. lo Hoogwoud van no. 75.
1911. Wedstrijd om het kampioenschap van Neder- Dreigende faillissementen (leden 't eene siuk huls-l
land to Arasterdam en Rotterdam, lo prijs en kam- raad na 't. andere achter de schuine deur" verdwij-
pioenstltel. nen, Van do moeder in ditg ezln is zoogoed als niets
Dan volgt eon lijst van persoonlijke matchen, tegen bekend; behalve de mededceling, dat zij van goede
de hoeren, Cardozo, Zomerdijk, Content, Benima, Weiss geboorte was. weten, wij van haar n.iets anders, dan J
Molimnrd, Woldouby en Fabre met schitterende re- dat 7JJ haar kinderen leerde lezen, en dat haar zx»on
sultaten. Cbarle3 zijn eerste lessen in 't Latijn van haar on,t-
Ook in massakampen was hij onoverwinnelijk. AI- ving. Maar van den vader weten wij meer. Volgens
tijd speelde hij voor het V.A.D. aan bord 1, kreeg onbetwistbare mededeel! ngen uit den mond van Dic-
dus steeds de sterkste tegenstanders en verloor nooit ltens zelf, heeft hij zijn, goedigen, slordigen vader ge-
of nimmer éen enkele partij. teekend in de figuur van M i c a w b e r, in den, roman,
getiteld: „David Copperfield". Evenals deze Mleaw-
Als propagandist hebben wij aan De Haas zeer ber bracht ook zijn vader voor schuld meermalen
veel verplichting. Altijd stond hij belangeloos gereed eeuigen tijd in de gevangenis door; evenals deze ver
tot het geven van simultaan-séances, lezingen enz. waarloosde hij zijn kinderen, terwijl hij hun armzalig
'Vooral schuddo hij de Noordhollan,ders uit hun slui- lot met heete tranen beschreide. Zijn e i vader
mering wakker. was die goedmoedige, zwakke, woordenrijk lan, die
alles zoo wljsgeerig besprak, alles zoo goed bedoelde
I Voor de damliteratuur heeft De Hajys zich zeer ver- en toch alles verkeerd deed; die nooit den moed op-
dienstelijk gemaakt door het schrijven van het stau- gaf cn, altijd hopen bleef; die met waro zelf ver looehe-
daardwerk „Het Damspel", in vereeniging met zijn ning zijn zieke kinderen oppaste en, toch hun opvoe-
i vriend Battefeld. 't Boek is zoo algemeen bekend, dat ding zoo schandelijk verwaarloosde.
het onnocdig is, er hier over in bijzonderheden te Feitelijk heeft Dickeus In al zijn werken niet an-
treden. ders dan portretten, zuiver gelijkende portretten, ge-
jteekend, en wie hem gelezen hebbende iaig3
j Wij weten allen, hoe geducht De Haas in 't eind- de straten loopt, op vergaderingen luistert, in zijn
spel, 't belangrijkste gedeelte der .partij, weet op te eigen omgeving rondom zich ziet, merkt ze op, die
j treden. Als er winst in zit, dan haalt De Haas die „Micawbers' die 's morgens geen geld hebben, om
er uit. Zijn succes tegen de Franschen zit dan, ook den melkboer te betalen en, 's avonds naar bed g</"i
voornamelijk in zijn enorme eindspelkennis. Zijn met de overweging, hoe zij 't geriefelijkst ba!.; nvei-
devies: Eindspel, eindspel, dat is alles, is voorwaar sters zullen laten aanbrengen. Utopisten, die altijd
voor hem geen holle klank! in 'n land van droomen en verwachten leve.» waar
De Haas is de verpersoonlijking van het dam- de schepen met gouden appelen vanzelf binn *:i zeilen,
spel. Hij en het damspel zijn éen .zonder damspel maar die niet weten, dat 'n bespaarde stulv-r meer
geen Dq Haas en zonder De Haas geen echt damspel, waarde heeft dan 'n gevonden rijksdaalder.
Zoekt De Haas waar ge wilt, hij is altijd onmicl- Portretten?! Kent ge Dora niet, David Cnl>perfie!d.s
dellljk gereed u iets nieuws, iets belangrijks te too- eeivto vrouwtje? Zijn „kind-vrouwtje" zooals bij
nen, en uit te werken. Kom in ons land, waar ge wilt. liaiir noemde. Zij dweepte met haar hondje, (la,t altijd
begin over dammen en onmiddellijk volgt de vraag: op haar schoot zat en scheen er zich niet om te
„Heb je wel eens tegen De Haas gespeeld? Ken je hekommeren, dat heel haar huishouden in 'l honderd
De Haas?" Hop. Eten koken kon ze niet, en toen David haar 'n
De Haas bestudeert het spel streng wetenschappe- kookboek had meegebracht, om 't dan te leeren, toen
lijk. Niets verschijnt op duingebied, of hij neemt er gebruikte ze dit, om er Jip op te laten zitten en 'm
kennis van en steeds is hij bereid een ieder die maar nieuwe kunstjes te loeren. Haar huishoudboekje is al-
even blijken van, belangstelling ervoor aan dep dag tijd in de war. Als David om vijf uur hoopt te eten,
legt, met het spel volkomen op. de hoogte te hel- wordt 't over zessen eer hij wat half gaar kalfs-
pe,n, tot heil van de damweteuschap. Niets is hem vleosch krijgt, dat hij veel te gauw naar binnen moet
voor het spel te veel, in éen woord, De Haas leeft slaan en waarvan hij ziek wordt. Toen, 't bekend werd
voor het} damspel. dat tante Trotwood die hen nog al eens wat toe-
Vriend De Haas, we zeggen het uit den grond van stopte geruïneerd was, nam Dora Jip van den
ons hart: „Gij zjjt een parel aan de kroon van de grond en verzekerde hem, dat hij toch altijd zijn. kar-
dam wetenschap.
Het tijdschrift bevat een groot aantal slagzetten,
bonade zou hebben. Als Traddles komt dineeren. heeft
Dora wel 'n vaatje oesters gekookt, maar ze zijn niet
eindspelen, een geanalyseerde parUj, problemen ene., opengemaakt; en er is geen oestermes ln huis. Eigen-
lui, in tronlamoet fruoii tiipq oiif ufaiintvin mm.
der ealh.-d.at 1 betreedt en links aanlr. KÜ, in do 011
nuddd'.ijko nabijheid van een <1-r pijlers '11 Ix-tg yai
1 l jcmen en groen, vu daa-huwn in marmer kant-reliëf
hel standbo-11 van 'n pcinzemkn man. Li: beeld is 't
beeld van Dickens cn daarond is zijn gr.ri. En al
die 1 l*mcn hebben enkelen zijner milliocncii lezérs
daar nee g logd. Om hem te vere ren c:i hun .lankbaor-
ht-id te Iconen.
H. d. H.
de
PROBLEEM No. 77.
van D. OLIE Azn. te N. Niodorp
Zwart
te veel om op te noemen.
Mede verscheen het tweede nummer van, „Voor
Jeugd", waar wij later Iets over zullen zeggen.
^CORRESPONDENTIE
K. H. te Sohageai. Fantasie-prol, lemen, hoe mooi
ze ook zijn, plaats ik niet in de rubriek; voor-
e ueu rixiuci, i\. l.. m .si niet als er zoo'n groot aantal dammen in voor-
Anna Paulowtna van do nos. 75 Jkomcn. Het heeft geen nut de danivrienden to laten
jioeken naar een oplossing van eon probleem met 6
I dammen. Tracht eens iets samen te stelten zonder
dam mep.
i W. S. te Hoogwoud. De problemen zal ik nazien.
Bij geschiktheid plaats ik deze gaarne,
j P. .1. \Y. tc Anna Paulowna. Heel aardig! Iels der
gelijks zag ik nog niet. Uw'eindstanden zijn altijd
origine*. I.
GROOTE DAMWEDSTRLJDKX TE MIDDEN-
BEEMSTER, op 25 Februari a.s.
Tol heden .schreven voor deze wedstrijden dc vel
geilde vereenigingen 'in: Oudkarspil 9, Zuidseharwoude
24. Worm ervoer 15, Enkliuizen 13, Krommenie 8, de
Beemster 15, Zaandam 12, Zijper-damclub 10, Hoorn
9. Wicringcrwnard 8, Alkmaar 1, tezamen 124.
Amsterdam, 6 vereen igingen Vereenigd Amsterd.
Da ragenootschap -10, Jozef Elmkenaar 8, „Ons Huis'
builen de Middenpoort 12, Door Oefening Sterker 8,
Ephraïm van Embden 13, Gezellig Samenzijn 17, te
zamen 97.
Daar het aantel spelers van Ainslerdam nog niet
voldoende is, zal de commissie overwegen hoe daarin
te voorzien. Dit kunnen wij wel mcdedeelen dal 'het
vermoedelijk aangevuld zal worden, zoodat het tolaal
aanti 1 dammers to Midden-Bcemster de 250 wel zal
bereiken.
Wit.
Stand kwart, 14 schijven op: 1, 4, 6, 8, 9,
13. 14, 15. 18. 23, 21, 29 cn 35.
Stand wit, 11 schijven op: 16, 22, 25, 33, 34,
40 tot 45, 48 cn 49.
PROBLEEM No. 78,
van W. SPEETS te Hoogwoud.
Zwart
IETS OVER DICKENS.
7 Febr. 181210 Juni 1870.
„Wat de moeite wejml is, om gedaan te worde®
is ook dei moeite waard, om zoo goed mogelijk te
doen."
Dickens.
't Was eigenlijk mijn plan geweest over de Paleis-
Raadhuis kwestie 'n brief te gaan schrijven, of over
de verschillende toeslagen op de duurte, totdat 'n
toeval; mij den naam van Dickens onder de oogen
bracht, en ik met goed fatsoen, eigenlijk wel
anders doen kon,, dan 'n, brief aan hem te wijden.
DICKENS! Kent ge 'n naam, die meer in alle lagen bouw in
der maatschappij ontroering wekt dan deze'? Dit is
Homeros niet, die met zijn blin,de oogen elke aca
demiezaal verlicht en wien enkel gestudeerden zoo
lijk is er heelemaal geen mes, want ofschoon Dora
zeker weet, dat ze eens 'n half dozijn gekocht heeft,
is er geen een te vinden. Geen een dienstmeisje kan
er iets goed doen, maar hoe meer zijzelf zich met
(>4e huishouding bemoeit, hoe. slechter alles gaat.
Hoe komt 't, dat dit boek zoo in, zijn geheel en
meer dan eenig ander van Dickens' werken, zoo in
mijn herinnering is gebleven9 Zou 't wezen, dat 't
'n soort van autobiografie van Dickens zelf is? Want
dit moet 't zijn. 'n Redenaar, die zijn hoorders in
de ziel weet te grijpen, en ze brengt waarheen, hij wil,
moet wel spreken uit eigen hart en leven, en een
schrijver, die „David Copperfield" schreef, schreef
iets' meer dan phantasie vermag.
't Is meer dan twintig jaren geleden, dat ik het
boek las of onder de oogen kreeg, en hoofdstuk voor
lioófdstuk ligt 't mij bij en zijn de figuren daarin,
alsof ik ze sedert eiken dag ontmoette. Kent ge
Agn,es nog? Ag nes Wichfiekl? Dat verstan, dige, fijn
gevoelige vastberaden meisje, dat altijd, zwijgend,
toeziend over David en Dora waken bleef? Die schit
terende stille ster, die hem altijd het ideaal liet
zien, die hem in 'rampen tot gelatenheid stemde en
met wijsheid door de stormen van zijn leven leidde?
David kon verliefd worden op Dora en zij bezat zijn
verliefdheid dan ook volkomen, maar 'Agnes
won zijn liefde, die het op den duur van verliefd
heid wint. Hebt' ge ooit iets meer waarachtigs gele
zen, dan dio hoofdstukken? Hierin grijpt het men-
sclielijk voelen en het monsehelijk willen naar het
hoogste en het beste.
„David GopperScld' le kennen is het geslacht der
menschen te kennen met al hun hoog verheven idealen,
hun toewijding, hun liefde, hun zelfvergeten, hun goed
heid, hun orl>eidmaar is ook bewustheid hebben
van l wat gruwelijk is. Kent ge Uriah HeepDie
man jncl 'n vraoglccken, die zich zoo kronkelde,
alsof hij "gegalvaniseerd" werd r Die „hoop van schan
delijkheden" zooais Micawber hem" noemde? Kent ge
hem? En hebt nooit nooit zoo'n booswicht ontmóel'?
„Kom maar eens te. ug". voegt d- zwakke, nooi'.-
k waadden kende Micawber hem eind', lijk toe, „cn als
er dan nog iets mcnsclr lijks aan je is, dan zal ik
'n cal in jo hersens slaan.!'!
Ik citeer uit 'n herinnering van twintig jaren her;
het kan er dus wil oonigszins anders slaan, maar zóó
is de bodoelhig.
Kent Slecrforth? Die lieve, slechte jongen niet?
i Die Emilv cn 'L hocle huishouden van baas Peggoly
zoo» onq-:liikkig maakte? Die goeie Traddles. die ver-
i jofd was met ."I liefste meisje van de wereld" Tante
Bct.sy Trotwocd, die 'l haar heel: leven David niet
nfet beeft kunnen vergeven, dat hij geen „meisje' was?
Kent ge ze niet Lees dan „David Copperfn ld" en
b( uw in uw herinnering 'n lempil van levend?-
menschenboi lden, die eeuwig zijn. Lees ..Dombey and
Snn' en „KI ine Dora'', „Maarten CkuzzlewiP' cn de
ludht van Jonas Cliuzzlewit, den moordenaar van
Het kind en do school.
III.
OUDERPLICHT EN OM>KRWlJZERSRK< 'HT.
Veel wordt tegenwoordig van de onderwijzerswe
reld gevraagd. De beste ouders edschen. en de beste
leeraren en onderwijzers geven den ouder» recht
tot eischen. Jan Liglhart noemde onlangs het uitoe
fenen van dit „recht" door de ouders zelfs hun
„plicht". Maar indien de ouders tegenover hun
kinderen tot plicht hebben, toe te zien dat alle on
derwijs zoo goed, zoo doelmatig en zoo toewijding»*
vol mogelijk zij, dan kan 't niet anders, of diezelfde
ouders hebben plichten óok jegens do onderwijzers en
leeraren die hun beste krachten geven aan het deel
van de opvoedingstaak dat zij van de ouders over
namen.
Plichten hebben, de ouders, voortvloeiend uit
hun verplichting aan do onderwijswereld.
De ernstige ouder voelt zwaar de verantwoordelijk
heid en de moeilijkheid hem door het feit van zijn
vader- of moederschap door de natuur zelve dus
opgelegd. De ernstige leeraar en onderwijzer neemt
op zich een soms haast even groote verantwoorde
lijkheid en zorg voor tientallen, voor twintigtallen
van kinderen die hem van nature vreemd zijn. Gedre
ven door plichtsbesef en zuivere menschenliefde put
do goede onderwijzer zijn werkkracht en zijn ziels
kracht uit in het belang van het nageslacht.
Ouders die in den engen kring van het gezin hun
eigen kinderen niet baas blijven, zijn soms de eer
sten om van den onderwijzer te vergen dat deze de
lastige bengels tot modelburgers zal opvoeden en do'
soms harde hoofdjes zal geschikt maken voor be
trekkingen of examens, liefst zonder dat zij er thuis
last van hebben. De onverstandigste ouders maken
het den onderwijzer persoonlijk soms het moeilijkst.
Zij beoordeelen het onderwijs met den maatstaf dei-
betrekkelijke onwetendheid; bemoeilijken den moder
nen paedagoog als deze in het belang der groeiende
kinderhersens ten koste van zijn eigen kracht en ge
mak het onderwijs zóo Inricht dat de kinderen bul
ten de school zooveel mogelijk vrij zijn van gedwon
gen schooltaken. Zij tooncn zich soms in hun ver
keerd begrepen ouderliefde op misplaatste wijze ge
krenkt, en beseffen niet dat de onderwijzer eigenlijk
een zedelijk acrobaat moet zijn om dag aan dag, uur
aan uur met gelijke opgewektheid tegen zijn taak te
zijn opgewassen.
Ernstige opvoedingsfouten moeten door ernstige
menscheu immer gewraakt. Systeemfouten moeten im
mer gecritiseerd om tot herziening aanleiding te ge
ven. Naast deze negatieve plichten van den ernstigon,
tot oordeelen bevoegden ouder staan echter andere,
positieve plichten; zéér voorname en veel opwekken-
der plichten die de ouder gelijkelijk jegens het kind
en jegens den onderwijzer heeft. De ouder heeft iu
den onderwijzer en in den leeraar te zien zijn bon d-
genoot en zijn grooten helper tegenover
het kind, en den wegbereider der bescha
ving tegenover de menschlieid. De ouder heeft hot
voor onderwijzer en leeraar nogal te zware 1
n s p a d t e li o 1 p e n effenen. En dit niet uit
sluitend door naar zijn vermogen, als mensch, a!s
burger, als kiezer, mede te werken tot steeds voort
gaande verbetering van de flnanciëcle positie van leer
aren en onderwijzers maar minstens evenzeer door
hun maatschappelijk en geestelijk In de samenleving
ten v o 1 1 e de plaats in te ruimen die hun toekom:,
zullen velen van hen zich niet gedrukt, geïntimideerd
voelen.
Heeft een onderwijzer niet altijd de beschaving
en de algemeene ontwikkeling die hem alle deuren
opent? Dan moet daarin verandering komen. Dan b -
hooren wij ouders, aan te dringen, op verbetering vu a
vakopleiding, vooral in de richting van a 1 g e-
m e e n e ontwikkeling; op de inrichting van,
een voldoend aantal model-kweekscholen. Dan beboe
ren wij er niet langer genoegen mee te nemen, dat
aan onmondige n, aan geestelijk nog maar li a 1 f-
rijpen, onderwijsbevoegdheid wordt gegeven. D..n
hehooron wij den ernst In to zien van het onder-
wijsambt. Ais wij ouders naar dit inzicht h a n d o-
1 e n, dan zal kunnen groeien de schare van mannen
en vrouwen, die zich bewust zijn, dat zü bij het on
derwijs n,iet een „baantje" maar een „roeping"
vervullen. 'Dank., dank aan de mannen en vrouwe n -
van het vak. die ons reeds getoond hebben, wat go -d
onderwijs z ij n kan
Daalt en waardeering voor het goede, d.J.
reeds d&ar is. dat moet de klank zijn die door al!e
critiek critiek van het systeem vooral heen-
künkt tot het hart der onderwijswereld!
L. BELINFANTEAHN.
half en hall van bni.en mogen hennen Dit h, Shakes-
Wit.
Sland zwart, 9 schijven op: 1, 6 tot 9, 11, 15, 20
en 26.
Stond wit, 9 schijven op: IS, 23, 24, 28, 31, 34.
37. 40 cn 42.
Oplossingen van bovenstaande problemen in te zen
den uiterlijk Maandag 19 Februari aanstaande.
o 4
HET DAMSPEL.
Officieel Orgaan van den Neder!Dombond. I
Het Februaii-nummer van „Het Damspel" is een
pracht-uitgave. Twee zeer goed geslaagde fotografiën
prijken vooraan de eene van den Bondsvoorzitter C.
G. Ven-loet, het tweede van den kampioen van Ne-
^jderland Jack de Haas. Dan volgt een artikel van de
hand des heeren J. de Bruijn te Hengelo (O.) over
Nederlands Kampioen, waarvan wij hier enkele ge-
deelten afdrukken.
Hij heeft gezegevierd! En hoe zou het ook an
ders! Immers niemand heeft getwijfeld aan zijne
overwinning. Weliswaar wist men, dat de Haas waar
dige, bekwame tegenstanders had, doch evenzeer was
men er van overtuigd, dat geen enkele hunner in
staat zou zijn, hem de hoogste plaats ernstig t,ö be
twisten.
En dlft was sedert 1902 de derde keer, dat hij in
Nederland de damspeler der damspelers bleek!
Do Haas we vinden het een eer, U hier openlijk
onze hulde te brengen!
Bij wedstrijden, hetzij stedelijk, 'tzij nationaal of
internationaal, ontbrak De Haas nooit en ziehier de
resultaten,:
1902. Wedstrijd om hot, kampioenschap van Neder
land to Amsterdam, le prijs en kampioenstitel.
1908. Id. id. te Rotterdam, Amsterdam en Scheve-
ningen, le prijs en kampioenschap.
1910. Internationale wedstrijd te Parijs, 3e prijs
met 16 punten, na Weiss den wereldkampioen met
20 punten en Molimard 19 punten. Opgemerkt dient
evenwel dat na den wedstrijd tusschen Molimard en
De Haas een match werd gespeeld en door Dè Haas
gewonnen, met 97 punten.
peare niet, dien men aarzelt op 't tooneel te bren
gen, omdat zijn diep bedoelen niet door ieder zoo da
delijk begrepen kan worden. Dit is Z o 1 a niet, die
imet reuzen-hand het voorhangsel scheurde, dat als
'n leugen steeds de Waarheid bleef verbergen. Dic
kens is die allen te zamen; en de pracht van Ho
meros, de phanta,sie van Shakespeare, het geweld
van Zola, worden onder Dickens' bewerking tot een j
groot en machtig Evangelie, tot 'n Blijde Boodschap. I -
om de mensehen te doen begrijpen hoe nietig ze uiensch. Bij n schatrulce phnnlosie bezat lui *u on«i-
zijn en hoe groot ze konden, wezen. I venaarde humor, en daarnevens het groote trient kort
Verwacht van mij niet, dat ik ook maar ten deele uitvoerig de angst van 'n overspannen gemoed te
Dickens of zijn werken in 'n brief als deze zou kun- I schilderen. Hij weel den schrik de hoogte van 'n bal
pen behandelen. Ten eerste zou men aan die werken lu ei natie le doen bereiken, waaraan zelfs de lezer niet
i*oni loven molton wilden, zooals Dr. Buraersdijk j ontkomt.
landweg en» door dat bosch, als hij telkens opslaat
en acherom ziet, wie hem toch na mag zitten en
vorvdgl. Het monster is zich niet bewust, dat zijn
eigen geweten hem op de hitten zit. dat hem straks
on 'I pvrron met den bliksem van den schrik als
hij Dombey ziet achterover zal doen storten en
he n zal doen verpletteren door den juist pisscerenden
sn ltrein.
ZcoaL Dickens schreef, zoo schreef nooit eenig
'n heel leven moeten wijden, zooals Dr. Burgersdjjk
het zijne besteedde aan, de werken van Sakespeare; 1
en als men zich dan daartoe gezet .zou hebben I Vrees, dat deze brief weer te Img zou worden,
ik bedoel tot de behandeling van zoo'n studie en I doen mij hem beëindigenwat zoo erg niet is. Want
men zou denken er „klaar" mee te wezen, omdat men!veel beter 'dan iets over Dickens te lezen, is hem
er al zijn wijsheid en geleerdheid en welbespraaktheidze 1 f te lezen. Als ge gouden uren wilt kennen,
en wat meer zegt, „al zijn liefde" aan gewijd zou 1 vs dan Dickens. Als ge wilt weten wat .ïyaarachtjgo
hebben, dan zou mep tot de overtuiging komen, dat liefde, waarachtige vriendschap, waarachtige goedheid
Ppulus ongelijk had, eu de liefde toeli niet tot „al- en toewijding is, lees dan Dickens. Als ge wilt. weten
les" in staat "is. Dan zou de vlam, die uit zoo'n langs welke kronkelwegen der menscben waan gaal,
stapel brandend hout verwacht mocht worden, toch der menscben boosheid, der menscben laster, als ge
zóo boog niet reiken, of men zou weten, dat liefde's zien wilt hr.e ten allen tijde vnn den booze mets
vlammentong wel hooger sloeg. dan boosheid komen kan, hoe geveinsdheid haar rad
Want Dickeus te hebben gelezen is Dickens lief- 1 zóó weet tc draaien, dat vriend en vijand beiden haar
hebben, zooals men 'n vader en moeder liefheeft, dichtoffer Worden, als ge wijsgcerig genoeg wilt wor-
beteren vriend vereert. Dickens te den om met zelfkennis boven dit alles te staan, lees
.>-iar.h (e hot. Aan Dickens en weet. dat uw vaag vermoeden "van
bij.
zooals men u uiswam
hebben genoten, in tranen of in schaterlach, is het dan Dickens, en weet, dat uw vaag vermoeden 'Wan
leven te hebben, gepeild en begrepen, en den door- zooveel laags en hoogs duidelijke bewustheid was bij.
felag te voelen er zooveel goeds en schoons van te hém.
maken, als maar eenlgszins mogelijk is. I Den lOden Juni 1870 is hij gestorven, na kolf ge-
Hoeveel boeken en schetsen Dickens geschreven daan le hebben wal hij allen geleerd had. n.1. ..Wat
heeft, weet ik niet, ofschoon dit natuurlijk wel in de moeite waard is om gedaan te worden, is ook
eenig artikel, dat in deze dagen over hem verscheen, de moeite waard zoo goed mog lijk le doen". Betere
is na te slaan. Hij werd den 7en Februari 1812 te romans dan die van Dickens bestaan er niet, al doet
Landport, dicht bij Portsmouth geboren en zijn ouders Goor ge Eliot in haar „Adam Bede", misschien
waren arme menschen. Zijn vader was toen schrijver \v> l de hoogste worp nó hem.
bij de Marine en de kleine Charles werd toen op- Hij is begraven in de Westminstefr-Abdij te Londen,
gewacht door 'p tweejarig zusje, dat op dien leeftijd tusschen Koningen en Prinsen, tusschen de meest be
at eenig begrip van honger had. Charles begon zijn roemde mannen, die zijn land in den duur der eeuwen
leven, door met vader, moeder en 't zusje mee te hoeft voortgebracht. Zijn graf is, evenals dat van Sha-
ontbeeren. Later kwamen er nog zes kinderen bij. kespcarc, Milton en andere Koningen in liet Rijk der
kort achter elkaar, en toen Charles negen jaar was. Leiteren, oi» gezette tijden van 't jaar 'n plaats, waar-
vertrok het heele gezin naar Londen, waar het nog heen zoovele vereerders lijgen alsof zij ter bodevaart
slechter ging ep pog meer honger geleden moest wor- gaan.
i den.
Van dit en van dat.
vragen
Wie er nu heengaat, vindt, nis hij den hoofdingang onze lieve Heer weet!
'N LOGISCHE VRAAG.
Frans: Vader, wat is «jgcnl'.jk uw beroep?
Veder: Ik ben redhtsg l .rde, vent.
Frans i na eenig nadenkenZig, vader, zijn er dun
ook linksgeleerden
HOE MEN SCHILDPADDEN ZOEKT.
Iedereen weel, dat de zeeschildpad haar eieren aan
eenzame stranden onder het zand begraaft. Maar ui t-
■dereen weet, hoo de mensoli fce daar weet té vla
den. En toch i: er 'n het 1 eenvoudig kunstje op. Mc
begint met te letten op plaatsen, d;c blijkbaar omge
woeld zijn; daar is ten minste «enige kans iets le
vinden. Maar daar is men nog niet zekér van, want dri
plaatsen kunnen wel omgewoeld zijn door andere oor
zaken dan door liet graven van schildpadden. On
genoegzame zekerheid le krijgen, prikt men met 'n
- untig slokje in he'. zand. Komt hel er vocht1:» cn
Ie vorig uit, dan heeft men naar alle waarschijnlijkheid
n ei s'uk géstooien en kan men aan het graven gaan
met voldoende kans, iets te vinden. Wel gaan er op
die manier één of meer eieren veslorcn, maar do
schildpad legt er zooveel, dat er best 'n piar gemist
kunnen worden.
Voor lekkernij behoeft men ze niet te zoeken, althans
voor onzen smaak niet, want ze zijn erg tranig.
HET WAS TOCH WAAR.
Iemand liep 't perron op cn neer» en zocht tewv-
geefs naar een open plaats in den gTcedstaanden trein.
Eind'lijk kreeg hij 'n schitterenden inval. Hij stok
zijn hoofd dooi* 'n openslaand portierraampje van cei»
der wagons en zei zeer beteefd tot de inzittenden „Par
don, deze trein gaat niet."'
Dad lijk stonden alle inzittenden op en haasllen^ücii
it den wagen te komen. I>e slimme klant .wnchtt? tot
op 't oogenhlik. dat de trein zich in beweging zétte,
stopte toen in het ledige compartiment en ging op zijn
gemak in het begeerde hoekje zitten.
Niet weinig kwaad schreeuwden de gefopte passa
giers hem na- „Waarom, voor <-te dit en dat, heb
'je gezegd, dat do trein nie! ging?"
„Was 't dan met waar?'- riep hij hen toe. „De
trein ging toen toch niet"?'4
VADER WIST HET.
Zoon Vader, hoort u 't? daar kwaakt 'n kikkert.
Komt er nu "regen of mooi weer?
Pauze.
Hoort u 't niet vader? Daar kwaakt 'n kikkert.
Komt er nu regen of mooi weer?
Weer pauze.
l Wordt 't mooi weer rader of gaat 't regeneri
sis er 'n kikkert kwaakt?
Vader Och jongen, houd toch je mond met je maüo
Hoe kan ik nou weten dat 'n kikker weet wal