I'
iisMasclie ton.
Voor Dammers.
Sf srs
Mevrouw Utta en de Jager,
DERDE BLAD.
mm 771
R&CL&nggES
Vernietiging der nieren.
Zaterdag 24 Februari 1912.
56e Jaargang. No. 5077.
Hoven, zoo tegen den laakten heuveltop, die zich
ri" uit de Save verhieven, en ver over den omtrek
tieci - -i
«Si
"'"land, als wachtte liet af wie, van hen de laat
v"an<l 0f ,]e juiste vriend zou zijn.
Oplossing Probleem No. 77,
van D. Olie Az. te Nieuwe Niedorp.
otand zwart, 14 schijven op: l, 4, 6, 8, 9, 10, 13,
,i 15, 18- 23> 24' 29 «n 35-
stand wit, 14 schijven op: 16, 22, 25, 33, 34, 38,
jO tot 45, 48 en 49.
Oplossing:
wit- 42—37. Zwart: 18 27.
I 16—U- 6:17.
25—20. 14:25.
f 34—30. 25 34.
43—39. 34 32.
37 30. 29 38 of 35 24.
f "n 48—43. 25 34 of 29 38.
I 't 43 5 en wint.
Oplossing Probleem No. 78,
van W. Speets te Hoogwoud.
9 schijven op: 4, 6 tot 9, 11, 15, 20
Reglement voor het damspel, Art. 16, zegt: Als in
een eindspel wederzijds driemaal achter elkaar de
zelfde zetten zijn gedaan, of een voorgaande stand
tweemaal is teruggekeerd, wordt het spel voor re
mise gehouden.
A. R. te Schoorldam. Het door u bedoelde is in
mijn bezit. Gaarne plaats ik het gezondene.
D. K. te Winkel
Met deze geld-overhouders worden bepaald „rijken'
bedoeld, die door erfenis of 'n buitenkansje in 't be
zit van 'n grooter of kleiner fortuin zijn gekomen.
Dochl er zijn ook anderen, die geen huur innen,
geen dividend uitgekeerd krijgen, geen couponne
tjes knippen, en die toch al moeten zij wei-ken
overhouden. Over hen sprak ik reeds in het eerste ge-
„m belangstelling nam ik van deelle van dit opstel, en voor het maatschappelijk sa-
urwnr s ksnnls- Gaarne ontving ik de menieven en 't maatschappelijk begrijpen, hebben zij
11 6 liefst van eenige aantee- meer waarde dan de gevestigde en als zoodanig erken-
keningen voorzien. De partijen worden toch genoteerdde rijken'"
Jb. S. te Zuidscharwoude. Het eindspel plaats ik u"
m de rubriek. Remise Is beslist buitengesloten Het IIeeI fn<,e? IS 1 pekl mel de. S?W-tekorl-komei,.
probleem is zeker fout opgegeven, daar zwart ook Ik.
kan slaan 37 41, waarop wit moet slaan 41 37 of
47 36. Wil' het eens nazien.
Stand zwart,
l 26.
Itgtand wit, 9 schijven op: 18, 23, 24, 28, 31, 34,
40 en 42.
Oplossing:
Wit: 2822. Zwart: 20 29.
22—17. 11 13.
37—32. 26 19.
34 1 en wint.
Bij-oplossing:
Wit: 3127. Zwart: 20 29.
27—21. 26 17.
28—22. 17 19.
34 1 en wint.
Goede oplossingen ontvingen we van:
P. J. W. te Anna Paulowna, R. Z. te Cajlantsoog
CCCXXXVI1I.
FINANTÏEELK WONDEREN.
Keep jour money well, aml j ou '11 liave a penny
to spend, a penny to lend and a penny for a friend.
Engelsclie Spreuk.
Maar een, dienstknecht, snauwt, baai- toe:
,,Daor 's niets te geven!" en de deur valt toe.
I Daar 's niets te geven?!... Ha! 't, is zoo dan, God!
I Dat l>ij die rijk is met de armen, spot!
Bij de wiege van een kind
des armen. Jan van Beers.
van hein verdragen.'1
Spiegel der Yaderlandsehe Kooplieden.
I'ieter Lajugcndijk. 10831750.
Er zijn op finaatieel gebied, twee wonderen waar
te nemenVan den een weet men niet, waar hij
altijd te kort komen, niet alleen aLs ze tien, maar
ook als ze veertig of honderd gulden per week inko
men zouden hebben. Die zouden ook te kort komen
als ze er duizend h odden. omdat dit nu eenmaal j
hun verdoemenis is. Die zouden ook te kort komen, al
hadden ze het inkomen van 'n vorst, zooals we 'n
jaar of wat geleden gezien hebben aan de beheerders
van zekere bank, die elk 'n inkomen hadden van on
geveer zestig duizend gulden per jaar wat meer
is dan duizend gulden per week en nog zóóveel
te kort kwamen, dat ze erbij stelen moesten, wat hen
beiden op zooveel jaren tuchthuisstraf te staan kwam.
Van zulke tekort-komers praat ik niet. Die lijden aan
'n ziekte, waar geen kruiden voor gewassen zijn,
en elk welwillend woord, dat er over of tot hen gespro
ken wordt, is verloren wijsheid, verloren goedheid en
verloren tijd. Zij !>etrekken in hun misdadige lichtzinnig
heid die nooit vrij is van opzet altijd 'n ander
of anderen, die zij laten deelen in 'n steeds erger
wordend verlies, wat die anderen zoo stom waren als
„winst"' te bedoelen. De hulp verkeert bij zulke men-
schfen in een nog ongelukkiger maken dan ze al zijn.
Wat als zegen Ixxloeld was, wordt vloek; en als ze
Znitn ,i,l eindelijk zichzelf zoo diep in de modder geholpen heb-
- f moot ik den gansclien dag )x>n, dat zelfs geen engel ze daar meer uit kan halen,
don zit de goedbedoelende idioot-helper tot over zijn
ooren naast hen in dezelfde misère.
Ik zit geen phantasietjes te dichten; ik zeg historie.
Als er iemand naar u loekomt, om geholpen te wor
den, wees.er toe bereid, bid ik u; maar laat hij, eer
i ge naar uw kast gaat, eerst zijn banden eens laten
hii hri i .-it r1 i Ui j**1 van, den ander niet, waar zien: en als daar dan anten in zijn, waar alles door
vnldio' vr.r»' ,i.,f wonderen komen zoo veel- wegzakt, zonder dat iemand weet waar het blijft, als
si.h-Tnr.il i, i i1 ze ,m, ae dringen der maat- de geschiedenis van weinig of meer jaren bewijst, dat
.li,.' IJ,*, i 'espriven. t Is niet alleen de weelde, .hii evenmin in staat was n stuiver als 'n rijksdaalder
die besproken wordt, de overdaad, de roekeloosheid I ~m
n°?-Si)T«^Lmuel_.gei<?t »dje 't breed heeft
kan
maar hoe komen ze
t brëedi laten hangen
P T w te Anna. ruuiwuo, .v cr aan?| Vinden ze 'tïl Krijgen ze 't?t Slelen ze XI-
f) te Den Helder, Jb. B- te Hoogwoud^ D.^B. Qm met Nverken zooveel te verdienen dal 't er on
en. C. S.
ras van de nos.
o. 78.
om L. K. Szn. te Noordscharwoude, Jac. K. te royaal wezen. Zuinigheid en royaliteit hooren dan ook
uidschaxwoude, G. de W. en K. H. te Schagen, J. J bij elkander als linker- en rechterhand. „Keep your
te Keinsmerbrug, K. V. en S. E. te Koe- '"0"cy we*l zegt 'n Engelsche spreuk, „and you
en 78; W. S. te Hoogwoud 11 have a penny tot spend, a penny to lend and
ap, po. 77 en, D. O. Azn. te Nieuwe Niedorp van j a penny for a friend"; wat in 't Hoilandsch zeggen
hij evenmin in>L_ m I
verstandig te besteden en hij a 11 ij: cl te kort kwam en
altijd zich gedroeg als 'n kind, behandel hem
dan ook als 'n kind en geef hem geen heerschappij,
zelfs niet over 't geringste bezit van u. Want zulk
een onmondige wordt nooit mondig; en zoo min als
voor eigen bezit of welstand1, zal hij zicth voor het uwe
verantwoordelijk achten. Waarschijnlijk nog minder. Er
zijn nu eenmaal menschen, waar geen spit mee te
delven en zoo min mee te eggen als te ploegen valt,
Problëèm No. 79,
van Jb. Blokker te Hoogwoud.
Zwart
Wit
Stand zwart 12 schijven op
16, 18 19 23, 24 en, 29.
Stand wit, 15 schijven op: 11, 17, 25, 26, 30, 32, 33,
35, 38 40, 41, 42, 45, 46 en 50.
Probleem No. 80,
van W. Speets te Hoogwoud.
Zwart
2, 7, 8, 9, 13, 14,
1, 6, 8, 10 tot 13,
Wit.
Stand zwart, 13 schijven op:
R, 18, 19 33, 39 en 45.
Stand wit 13 schijven op: 20, 21, 22, 26, 27, 30,
32, 34 40, 42, 43, 48 en 50.
Oplossingen van bovenstaande problemen in te
tónden uiterlijk Maandag 4 Maart aanstaande.
CORRESPONDENTIE.
AC. S. te Keinsmerbrug. De stand is remise. Het
wil: „Als je zuinig op je geld bent, zal je altijd ii
stuivertje nebben om te verteren, 'n stuiver om uit
te ieenen eu 'n stuiver voor je vriend'', en wie zulke
„stuivertjes'' niet over heefl, in weerwil van zijn harde
werken en geld verdienen, moet mij maar niet komen
vertellen, dat hij zuinig is, want dan zal ik hem rond
weg zeggen: Vrind, je liegt 't! Dan is jou zuinigheid,
'n zuinigheid van de koue grond", 'n Mensch kan
buiten werk raken en ook buiten verdienste en dut
is heel erg, en dan moeten de vrienden en kennissen
maar eens bijspringen, wat niet erg is. Maar als er
werk is en 'n behoorlijk inkomen en de bewuste „drie
stuivertjes" zijn er dan toch nooit, dan wordt dat in
komen niet goed besteed. Dat is mijn overtuiging. Maar,
let wel,... bij iemand, die er voor werken moet, zul
len bet altijd maar... „stuivertjes" wezen. „Stuiver
tjes' zeg ik, en geen lapjes van tien of zestig of
honderd. Die nietDoch iemand, die zooveel verstand
van menschen heeft, diat hij ze met zijn oogen kan
wegen, weet wel, dat dat hij soms met zoo'n „stui-
wegen, weet wel, dat hij soms met zoo'n „slui-
van geen van die lieide hangt ter laatster instande
die redding af, evenmin als van hem, die redden wilde.
De redding hangt af van hem, die het „stuivertje" of het
bankje ontvangt. Van niemand anders. Want de
eigenlijke vraag is, of iemand gered wil worden.
Voor 'n groot doel ligt in het voorgaande 'n ver
klaring van de twee genoemde wonderen. Het wonder
dei' „vandaan-halkig" schuilt even vaak in verstan
dig, nadenkend, wijs-zuinig overleg, als het wonder
der „tekort-koming' schuilt in onverstand, onnadenkend
heid en onwijs-zuinig-wezen. En wie dit nog nooit
ongemerkt heeft, kan van mij te weten komen, dat hij
niet blinde oogen onder de menschen verkeerd heeft,
en op 'n briefje krijgen, dat ie 'n „ezel" is. Tenzij...
tenzij 't zijn toeleg' is 'n royaal mensch voor ..dief"
uit te maken of zijn eigen laat-maar-waaien theorie
goed te praten. En als ik dit zou bemerken, dan
zou ik even zeker mijn mond als mijn kast dicht
houden, want dan is dien man naar allen schijn 'n
I oolijkheid eigen, die mij vreemd is en die ik ook niet
1 kennen wil.
Over 't algemeen houd jk dan ook niet van oolijke
menschen, en van zulk 'n oolijkheid heb ik 'n be
slisten afkeer, want dat is leugen en oplichterij tegelijk.
Maar ter zake: De gewone kwestie, die vooral in
de laatste maanden ons hoofd bezig houdt en ons hart
ontroert, isGeld overhouden of geld te kort komen.
Zij die geld overhouden vallen niemand lastig, ver
gaderen niet, om tegen dat overschot te prolesteei-en,
slaan niet met hun vuisten on tafel, om le getuigen,
dat zulk 'n overschot „schande" is of „de spuigaten
uitloopt", schrijven geen „manifesten" of andere rumoe
righeden. maar zijn gedwee#, knappe, fatsoenlijke men
schen, die je in elk gezelschap kan toelaten en van.
wie men onvoorziens a'een ruzie-makerige praatjes be
hoeft te verwachten. Zij innen op tijd bun tractement,
in landhuiir of dividend, knippen op lijd hun coupon
netjes, slaan, als de markt in beelie willig is. hun
slaatje uit de beurs en betalen op tijd alle inkomende,
rekeningen. Wat ze dan neg over houden bergen ze
weg, en niemand heeft last van hen.
/j\)vr jniiii juw
en als ze vandaag 'n paard en morgen 'n* koe" krijgen,
hebben ze overmorgen toch geen schenkel meer.
Ik zeg u: zoo zijn er.
Maar die gekl-tekortkomers bedoel ik niet; ik be
doel hen, bij wie het tekort-komen van geld ernst
is, <loodeiijke ernst, en plaats heeft en plaats moet
hebben in weerwil van alle zuinigheid, overlég en ont
bering. Ik hedioel die menschen, die er om het
malle woord ook eens te gebruiken wel geen
„stand" op na behoeven te houden, maar die toch. eten
moeten, die toch kleeren moeten dragen en huur ver
wonen, die tooh 'n tafel en 'n paar stoelen moeten
hebben en 'n gordijn voor de glazen, on matrassen
en dekens, of iets anders wat op 'n bed gelijkt, 'n Wek
kertje, om ze 's morgens vier of vijf of zes uur er
uit te jagen, kost voor hen evenveel als voor iemand,
1 o-ntnyolzori li i
rijker dan 'n nier.sch, die boeken schrijft. Maar als
er geen boeken geschreven werden, zouden er ook
geen boeken uitgegeven kunnen worden, waa.nit lolgt
dat schrijvers toch ook moeten kunnen leven, anders
gezegd: betaald moeten worden. Uitgevers zonder
schrijvers zijn ondenkbare dingen, al zou ook 'n
uitgever zelf schrijven, 'n Koning zonder onderda
nen is iets ondenkbaars, en waar n Ministerie ooi
dienen zou, als er geen bevolking was, laat zich
moeilijk voorstellen, 't Een staat en bestaat op en
door het ander. Kan 'n groot en zwaar gebouw rus-
i ten op een zwak fundament? En is de arbeidende
i massa,, die huizen bouwt en koopt en verkoopt, die
werkt met de handen en administreert, niet de eigen
lijke basis van elk staatsgebouw? En is t voor het
welzijn van eiken staat niet wenschelijk, dat die basis
stevig en, solide is?
Zijn dit dwaze vragen? Wat heeft 'n stevig en wel
doorvoed lichaam dan aan zijn pracht en welgedaan
heid, als heit, geen beenen of voeten heeft om op te
staan, of wanneer deze zwak en, onbetrouwbaar zijn?
Dan valt het om en te pletter of tot gruis, 'n Gou
den, hoofd, koperen schouders en leemen voeten, dra
gen elkaar niet, zegt de Hebreeuwsche parabel. Chris
tenen, wier wijsheid vloeide uit Hebreeuwsche bron
nen, behoorden dit te weten en zulke lessen van le
venswijsheid te betrachten, en ze niet allen als orato
risch ornament te beschouwen, 't Leven is geen
grapje en men kan wel langen tijd met ernst en
waarheid spotten, maar niet voortdurend; niet altijd.
Al houdt ge tien jaar 'n leugen vol, ik zeg u, dat
de waarheid in 't elfde toóh aan 't licht komt en
de leugenaar er dan erger aan toe is, dan wanneer
zijn, leugen, den anderen dag was uitgekomen. Let
imaarl een® op rondom u, en let maar eens op de
groote leugen van d.e mogendheden, die elkaar iede-
ren dag voorliegen., dat het heil der staten afhanke
lijk is van 'n telkens zwaarder bewapening. Daar is
altijd geld voor. Zonder veel omslag besloot kort ge
leden Frankrijk 'n milliard guldens dat is duizend
maal millioen gulden^ te besteden aan, 'n leger in
de lucht, om, als het tot 'n oorlog mocht komen,
honderden m-onoplanes en biplafles, met een of twee
of meer personen bemand, het luchtruim te laten
doorkruisen, spiedend en verkennend niet alleen,
maar ook om dood en verderf te verspreiden over
da vijandelijke legers beneden, hen. Zoo doet Fran
krijk, zoo zal Duitschland doen, zoo zal Engeland
wel gedwongen zijp hetzelfde te doen, net zoo goc 4
als Italië en Rusland; en ten slotte zullen ook w\
wel niet kunnen achterblijven.
En ge zult ziep, dat dit geld er ook wel weer komt,
pet zoo goed pis de vier millioen,, die men nu uit
gaat geven voor 'n nieuw oorlogsschip, net zoo goed
pis de veertig millioen, die men nu besteden wil aan
opze kustverdediging en aap de eipdelijke voltooiing
van de vesting Amsterdam. Dat deze laatste millioe-
nen allemaal weggesmeten geld is,* zoodra er tien
dynam iet-bom men uit de lucht vallen, daaraan zal aan
't Ministerie wel niet gedacht wordep.
Logisch denken of liever logisch handelen en 'n
Ministerie schijnen elkaa,r niet anders dan in de
vertp te kennep.
- Itvn VI
die 't gebruikt, om 'm te doen ontwaken uit zijn mid
dagdutje, als 'l lijd wordt voor de sociëteit. Ik bedoel
die armen, die niet loopen te bedelen, die zicli zelfs
innig zouden schamen, als ge eenig vermoeden hadt van
hun voortdurend te kort, inaar wier tekort toch even
noodwendig Ls, als hun pogen om rond te komen, te
vergeefs; die het opgespaarde duitje van vóór hun hu
welijk het eerste jaar al zijn ingesmolten en toen Godi
hen zegende inet de weelde van het vader- en moédér-
schap niet wisten wat zij zichzelf nu nog meer konden
ontzeggen, om straks niet voor 'n alweer grooter tekort
Maar 't toeslag-weitje is verworpen, en de f 20.
die de twintig duizend gehuwde minimum-lijders, wel
ke in staatsdienst zijp, zich hadden toegezegd, krij
gen ze niet. De Nederlandsche Rijkswerklieden, de
Nederlandsche Post-, Telegrpaf- ep Telefoopbeambtep,
de Nederlandsche Ambtenaren in 't algemeen mogen
fluitep. Ze krijgen hun duurte-toeslag niet, omdat,
volgeps den heer Reekers (R.K.) „de Eerste Kamer
allerminst zedelijk verplicht is, deze gelden, toe to
staap"; omdat volgens den heer Woltjer (A.-R.) „alle
grond ertoe ontbreekt"; omdat de heer Krpus (L.)
zulk een toeslag „van demoraliseerenden invloed
achtte", en?.
Maar ik moet eindigen, Trapman is er tegen, dat
mijn brieven te lang wordep. Doch als ik er mijn
hoofd hU kan houden, zal ik over dit onderwerp de
volgende week nog eep paar regels schrijven..
H. d. H.
te staan.
Kent ge die gezinnen niet, waar ge, binnen ko
mend!, denken moet aan de woorden van Multatuli:
vloekt de arme de vruchtbaarheid zijner
*-* - oordeel niet te
Waarom
die
Feuilleton.
ring van Maria Lichtmis drukt op het leven, op het land,
j. -j. ^er iKK>men ;n (|e diepten
lis in het monschenhart rekt
Roman van kudolf hans baktsch.
1.
Het was alsof alles in de natuur luisterde wachtte.
Diep beneden in tallooze kronkelende water-
1W stroomde de Save door't Kroatische land. Nog zijn
*w dezer zijslroompjes hier en daar onder het ijs
stroom veihief zich hier en daar, maai' de winter
enden lieten hem nog niet geheel Jos. En de gele
M'ide en de hooge, kale olmen gaven toch reeds een
"""der doodsdlien indruk. En dan kwamen er reeds
'■'ikcle vogels luid vermelden dat ér een
de natuur in aantocht was.
dak, met zijn
(l« vensters als reuzenoogeu
bewoond zag dit kasteel er
"jk aan sagen en vei ha ten,
^8 en Avaren, Hongaixün <;n
'r°ts en treurigheid linksaf in het
kr» 1...1 Mf wt
•e wónden door het reusachtige dik nief in
vier ronde torens, wuarva
de wereld inkeken, llce
niet uit. Het stol, zoo
dat reeds Karei den Groote
I Turken, loerde nu vol
Xro.,,"', Saveland en in lie
lucht zulk een zoele zvvaa
de menschen treuren, ofschoon het
ontwaakt. De wijnluincn zijn dood
i «wlliotcckoneiid
de
alleen
vrouvvv Kent ge ze niet?! Ik bid u,
hard; alle armoede is geen gewilde armoede, en
alle tekort is geen gevolg van slecht beheer of ave-
rechtsche zuinigheid. Het inkomen van menigeen
n zoogenaamde „vaste positie" heefl, E vaak van
dien aard, dat, als de huur betaald is, er maar bitter
weinig overschiet voor kleeding en voedsel. Kleeren
slijten toch?! Schoenen slijten toch?! En als de kachel
moet branden, kost 't toeh geld?! Er moet zeep we
zen, er moet brood' wezen, en zoo-al geen boter, dan
toch vet of margarine. Alle eetwaren zijn duur en
I over het geheel schijnt 't 'n zeer dure tijd, zóó duur
1 zelfs, dat men de Koningin 'n toeslag gegeven heeft van
twee ton per jaar, dat is 'n verhooging van inkomen van
nagenoeg vier duizend gulden per week.
't Zal wel goed zijn, dat de Regeering dit gedaan
heeft; de Koningin zou er niet om gevraagd hebben.,
als de nood er Haar niet toe gedwongen had. En
dan is 't maar goed, dat men 't in eens „goed" ge
daan heeft; met vier duizend gulden per week is
nog wel 'n gaatje te stoppen; en van lapmiddelen be
leeft 'n mensch toch nooit anders dan verdriet. Maar
hoe is 't dap toch mogelijk, dat er 'n soort van
onderlinge afspraak schijpt te bestaan, om de recht
matigheid vap elke andere klacht over duurte en
tekort te miskennen?! We weten wel, dat 'n pauw
of 'n paradijsvogel net zoo goed zijn veeren, noodig
heeft als 'n straatmusch, maar die laatste moet toch
óok vier,ken! hebben, anders kan hij niet vliegen. En
vliegen of niet-vliegen is voor zoo'n musch 'n kwestie
van leven of piet-leven, zooals al of niet voldoende
inkomsten 'p levenskwestie is voor ieder mensch;
voor 'n brievenbesteller net zoo goed als voor de
Koningin, ep voor 'n ambtenaar van welken tak van
dienst ook evengoed als voor 'n Minister.
We kunnen niet allen even rijk zijn! Natuurlijk
piet! 'n Mensch, die boeken uitgeeft is nu eepmaal
is misschien naderbij dan gij denkt.
Een nierkwaal is de meest verraderlijke van «11e
ziekten, omdat zij dikwijls bijna ongemerkt opkomt,
en het uit de verschijnselen zoo lastig op te maken
valt welke hoogle de ziekte bereikt heeft.
Een man, die niets andei's schijnt te mankeerca
dan dat hij last heeft van zwakte, zwaarmoedigheid
cn voortdurende vermoeidheid, is misschien even ei-g
door de verschrikkelijke ziekte aangetast als hij, .lie
iederen morgen een ellendig gevoel in zijn rug heeff,
of aan lendenjicht, rheumatiek, graveel of ernstige urine-
stcomissen lijdt.
Bij een vrouw-, die aan een doffe pijn hoog in
de lendenen lijdt, wier oogen en gelaat opgeblaz u'
zijn, en die dikwijls aanvallen van duizeligheid heel t.
kunpen de pieren even plotseling vernietigd word it
als hij iemand, die totaal hulpeloos is door -heum -
t'ek, en waterzucht. Gij kunt nooit van tevoren uit
maken hoe een nierkwaal u zal aantasten dit
hangt geheel van uw gestel af.
Maar zoo lang gij ook maar het geringste
keuteeken van een nier- of blaaskwaal hebt, zijt
gij nooit veilig voor plotselinge vernietiging der nie
ren en blaas, en is uitstel zóo gevaarlijk, dat gij
niet spoedig genoeg beginnen kunt met het gebruik
der echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, die
overal evenzeer geroemd worden. Foster's Rugpijn
Nieren Pillen dienen uitsluitend voor de nieren en
blaas. Zij werken in overeenstemming met de na
tuur, zij zuiveren de urinewegen en geven aap de
nieren en blaas hup kracht terug. Zij genezen dutav-
zaam, omdat zij den werkelijken oorsprong der ziek
te genezen. Hoedt u voor namaak en slaat acht cp
den juisten. naam Foster's Rugpijp Nieren Pillen. Zij
zijn te Schagen verkrijgbaar bij den heer J. Rotgan
Toezending geschiedt franco na ontvangst vap post
wissel h f 1.75 voor éen, of f 10 voor zes doezen 28
der kamers naar
möa 'jr beneden keken. Het waren mooie
MMar m de aderen der boomen en in de diepten der menschen geweest, groot cn krachtig, vriendelijk heer-
1>-» zich schend of trotschen zeker velen van dé mannen in
wapenrusting, velen ook met een boek naast zicih. De
met bloemen of brieven, maar hier en daar
stroomen, zoowel
liet leven.
Nieuwe krachten wachten zwaarmoedig op den eer
sten roep.
En in het slot met zijn vier hoektorens lijkt van
daag wel alles uitgestorven. Maar neen, daar kijkt toch
iemand uit het venster'het is een oude dame. Het
haar is eenvoudig gescheiden en valt toch weelderig
over haar hooggewelfd voorhoofd. De mond en ooge.ii
spreken van kommer en toch kijken die oogen in
de verte, naar Jlienodon laius de
"/\1 li'*""1 13' VT»I IIHAJU. ixv. XU,
baar man,
haar schoonheid en jeugd', de oude rijkdommen van
i inn w>if<; <lc laatste rent
spreken van kommer en tocin kijken die ooge
de verte, naar den straatweg, die beneden langs
Save loopt, vol liefde, ja vol hoop. Het is, omdat deze
oude barones, die alles verloren heeft.
haar schoonheid en jeugd', de oude rijL
het geslacht, de hoascJien en nu zelfs de laatste rente-
gevers van 't slot, haar wijntuinen het is omdat
dio oude vrouw nog iets bezit: haar zoon. Naar hem
kijkt zij uit. Maar de straatweg is en blijft leeg.
•- i ~i~t k:i ,ia rwndo barones is liet goed
in het dak, overal
elders knaagt
dames met bloemen oi uho™, ,..m.
droeg eene een sperwer. Gejaagd hadden zij allen, die
I leydenreidhs, deze menschen met hun overmoedige
wilde harten.
Nu wps het met dien overmoed wel gedaan. Maar
het was eigenlijk onmogelijk om the zoo echt Duitsche,
huiselijke barones geheel te verjagen en te verschop
pen. Die voorouders, die Duitsche mannen en vrouwen,
zij waren eir immers nog allen en drongen zichzelf
]1C[ jeven iei-ug. Zij woonden bij
reigers
en lief te zijn. In de buitenmuren,
d c zorg. Binnen is hel nog de oude,
deftige pracht. De ramen en deuren /jjn zoo 'dicht
oemge „m,ju
met gordijnen behangen, dal geen windstoot deze vrien
delijke kamer kan bereiloen, hoe erg of de windwijzers
'hebben gegierd rlr» dolle
door
lijke
op de torens ook
winden in allerlei richtingen zijn gedreven.
Irreed en stevig gebeend, de
'vijand
1 H 'tiet alleen in
()ok ook de menschen treinen,
1,1 '"in harten ontwaakt. De wijntui
f°ch en toch, er is overal een veelbeteekenend
Z1|U v ~j
dé wanden zijn vol lx>rwen
leven van het
Goedigheidook
en ontwaï
want Februari is^komen^ i^ stille featyie-
de dolle
De tafels
kasten vol linnen,
en tinnen kroezen en scho-
troLsche vurigs geslacht der
de wereld heeft
Iels cn het I
lfeydenreiihs. dat hondenden van jaren
end, sprak nog steeds uit de onstci-fliik schij
uit de krachtige
van alle wanden
nende
k'TP
nog steeds
kleuren der schilderijen,
met de staalgrijze oogen, die
vol verlangen in
hun nakomelingschap, lachten, straften, hi
terden en toonden, wat het zeggen wi
hoog
In de huiskamer is nog zoo'n heerlijk oud uurwerk
onder glas, groot en slank, met het wijzerblad als een
zon naar boven gekeerd, hel werk van een zilversmid,
van den besten Augsburger meester, uit dcai lijd toen
de Heydcnreiohs om hun protestantsdie neigingen voor
de eerste maal het land hadden moeien verlaten. Hel
hun oogen schit-
il: hoofd om-
VVX.JW -
werk met edelgesteenten bezet,
alsof liet heele slot met de opbrengst
vreemdeling het sie-
zi-et or uit,
is een pronkjuweel en
zou
„Neen. te-s te Dokter. neen".
Toen kwam Dr. l'rbari eveneens voor het venster
en koek tusscheii de boomtakken door naar buiten.
De laatste zon heeft macht gekt-egpn over den tot
dusverre zeer duisteren dag en kleurt alles in een
rood en warm licht. De zon doet het ijs glinsteren en
schitteren en toovert het water als tol geslepen brons.
De Savestroompjes stralen bijna allen in net avon I-
rood cn men kan zien hoe buiten de witte
aan den waterkant staan en vLsschen.
De dokter keek teeder naar de vogels. Onder zijn
hoog en voornaam voorhoofd schitteren grijze oogen.
„De eerste reigers", zegt hij. „De reigers. Zoo vroeg
in het jaar en er komen dus nog reigers in dezen
zoo verren en stilten hoek der wereld."
Dan kijken de twee menschen naar de langgepoote
vogels, die daar ginds in het water staren naar hun
bui'.
Een knal. die dof tegen hel venster weerkaatst. Daar
ginds ligt één der reigers plat op het water, terwijl
de andoren verschrikt omhoog vliegen.
„Dat is Hans geweest", zeide de oude barones zaclif.
Dokter l'rban was boos. „De eerste trekvogels Zoo
vroeg in het jaar. De profeten van God! Die daar
stonden cn aanwezen dat de zomer straks komt. En hij
schiet ze neer, die gezanten van Godl!"
„Het was bepaald wel een heel moeilijk schot. Iloef
ver af. Hans heeft van den straatweg af bepaald! wef
kunnen worden betaald, als een
raad kocht. Maar op het kasteel Straga drukken le
zware lasten en dat familiestuk is het heiligdom, het
vast vertrouwen der Heydenreiehs, ook van over drie zijstroomen der
daar zijn. de grootmoeder, zeide de oude barones ZlTh^ei1 soIHoten"
Isch ii ldigondmaai- toch
de alleiiaatsten, die nog
de moeder en de zoon.
Komt Hans nog i»cl?
vroeg een man,
die «aar
Die man
het oude
tin en
de schilderijen.
toch
met nauwelijks le onderdrukken trots.
„Ja, alsof dal de zaak heel wat heter maakt", zeide
dokter Urban ironisch. Hii draaide zich om ten liep
tangs een der wanden. Al dien ouden Hevdenreiohs
keek het uil oogen, die jngers!ust .„Rooversge-