ie
ntren
;afüwi i iiofl-TiiiiiflW.
üevrouw Utta en de Jager.
Zaterdag 23 Maart 1912.
5(5e Jaargang. No. 5093.
eij
DERDE BLAD.
1 r?v iir-niülVU'/.I'.
CCXVÏÏ. 'OVER ROOl-ROUW EX lïEDRIJFSZE-
KERHEJD.
I Door bemesting met stalmest, ier, kunstmest, groen-
est, sloot- of terpaarde wordt de voorraad planten-
dsel van den grond vermeerderd, door herhaalde
"ïogsten en door uitspoeling verminderd. Overtreft
rTP'oiet verlies de winst, da
U1 "louw van ROOFBOUW.
1U j!et algemeen moet voortdurende, systematische
bes
,oe<
,et verlies de winst, dan spreekt men in den land-
o
IIDDEoofboiTw "aTs een verkeerde handeling beschouwd
orden, want is een, grond op deze wijze uitgeput,
lan is -fret een zeer kostbare zaak hem weer op een
loldoend peil van vruchtbaarheid te brengen, wat
®®Ukwijls niet eens gelukken wil.
j Moet de volledige roofbouw dus altijd vermeden
■i orden.* de gedeeltelijke roofbouw kau in bepaalde
U tevaLlen beslist aan te bevelen zijn. Verschillende
Het Veengronden zijn zeer rijk aan, stikstofverbindingen en
lemu-ele kleigronden bevatten een enorme massa kali.
fhilMvaarvan ieder jaar een mime hoeveelheid beschik
baar wordt voor de gewassen ten gevolge der gere-
n gelde verweering. Bemesting met stikstof of kali is
is a jn zulke gevallen geld wegwerpen en werkt soms zelfs
schadelijk, om dat te veel voedsel den groei der
v gewassen stoort.
teur. Met deu gedeeltelijken roofbouw kan uien veilig
laovidoorgaan tot zoolang opbrengst en kwaliteit der ge-
a wassen niet achteruitgaan. De voorzicntigheid eischt
——echter, dat men door «proefvel dj es nagaat, of de
tijd is aangebroken om de bemesting uit, te breiden.
Professor Wagner heeft eens gezegd: „Met phos-
phorzuur bemesten wij den grond en met stikstot
A^de planten." Waarmede hij te kennen gaf, dat men
iTfldoor den grond rijkelijk van phosphorzuur te voor
zien, het mogelijk maakte onder gunstige omstapdig-
T heden de hoogste opbrengsten te krijgen, terwijl men
n .door stikstof te geven naar behoefte direct instaat
<jre*i5 ook onder minder gunstige omstandigheden flinke
oogsten te halen,,
mdk In, het algemeen mag men op kleigronden met te
'VfWharig zijn met de stikstofbemesting, hoewel men ter
dege rekening moeit houden met de waarde van den
oo^st, omdat deze meststof de allerduurste is. Veel
io'L chm op grasland is b.v. zelden rendabel, daarentegen-
wel op suikerbieten, aardappelen, karwij en tarwe,
in stï op kalirijken grond kan men dikwijls lang iedere
erb«opzettelijke kaJibemesting nalaten. Onderzoek van Ol-
Tor Kdenburgsche poldergronden heeft geleerd, dat zij na
5 twee eeuwen nog een hoog kaligehalte bezaten on
danks den langdurigen roofbouw. Op dergelijke groii-
- den is roofbouw ten opzichte van de kali zeer ver-
standig tot zoolang een kalibemesting resultaten
E* treeft, "wa,t door proefveldjes te controleeren is.
n Op rijke gronden is meer of minder sterke roof
bouw voordeel gevend; maar wie roofbouw drijtt,
moet door controle-proeven nagaan, hoever hij gaan
I kan, vooraleer de zuivere opbrengst in geld daalt.
Een ©Vervloed van plantenvoedsel in den grond
WBk 's te beschouwen als een renteloos kapitaal en het
is verstandig dit zooveel mogelijk door mestbesparmg
in handen te krijgen om het rente gevend te maken,
8 Het wachtwoord van den verstandigen, landbouwer
'moet niet luiden: Mest maar raak: doch mest met
overleg! In alle gevallen, waar de meer opbrengst d
kosten der bemesting flink te boven gaaf, moet hij
'echter rijkelijk durven bemesten. Wie door aanleg
|van controle-proefvelden de mestbetooeften van zijn
landerijen heeft leeren kennen, kan dikwijls aardig
geld besparen door geen onnoodige meststoffen aan
te koopen.
Wellicht zal dit geld veel voordeel aanbrengen, als
het besteed wordt om beter zaaizaad aan te koopen
of de grondbewerking zorgvuldig te laten uitvoeren,
Hoe meer ik den landbouw in al zijn sehakeerin-
gen leer. kennen, hoe sterker ik de rationeele bewer
king van. den, grond ga waardeeren. Ik heb landbou
wers gekend, die meenden door degelijke grondbe
werking -die bemesting grootendeels te kunnen ver
vangen. Hier was overdrijving^ maar een matige be
mesting gepaard aan een deugdelijke grondbewerking.
I geeft veeltijds betere oogsten dan slordige bewerking
en veel mest te zamen zullen opleveren.
Een acurate regeling van, den waterstand in, win-
ter en, zomer, verschillend naar do samenstelling van
boven- en ondergrond en de wijze van gebruik van
den grond (gTas- of bouwland), is al -.even- -gewieh-
l tig als grondbewerking, bemesting en goed zaaizaad.
Niet in den rijkdom van den bodem of de kennis
van het bedrijf ligt de welvaart van Hollands land
bouw, maar in de mogelijkheid om onder alle om
standigheden den waterstand naar behoefte te kun
nen regelen.
Kosten, cemaakt o.n btlcr en spoediger hel tover-
Feuilleton.
lollige water uil de polders 1e kunnen malen, moe
ien ruime winsten teven. l>e toepassing der olie-mo
toren op de pMdcroemaling is een grootc stap voor
waarts op den weg der welvaart.
De schade ondervonden in natte jaargetijden is de
krachtige prikkel, die den conservatieven boerenstand
voortdrijft op dit pul van vooruitging1 naar meerdere
1 »ed rij fszekerlieid.
Hollands bewonderenswaardige waterstaatkundigen
toestand is zijn incest schitterende gloriekroon
Tegenover de schade van drog.- zomers staat men
ook niet geheel machteloos meer. Het boren van Nor-
tonwellen en jiel inmalen van water zijn middelen,
die reeds goede diensten gedaan hebben. We mogen
de lioop koesteren .<lat ook in deze richting de be
drijfszekerheid van den veehouder zal versterkt worden.
Hét wil me toeschijnen, dat door zulke verbeteringen
van de bedrijfszekerheid, de veehouder meer gebaat
zal zijn dan door omzetting van zijn boerderij in ecu
gemengd bedrijfhalf akkerbouw, hall veehouderij-. Wel
kan er voordeel liggen in de teelt van andere voeder
gewassen dan uitsluitend gras, b.v. in bietenbouw.
In den landbouw wordt men ntet slapende rijk.
Slechts door verstandige bedrijfsleiding of landbouw-
oeoonomio kan er onder normale omstandigheden goede
vooruitgang ontstaan. Als een vingerwijzing in die l ich
ting schreven wc dit opstel.
Do technische vooruitgang van den landbouw in dc
laatste vijf-cn-twinlig jaren is enorm. Van dc ©econo
mische ontwikkeling kan hetzcirde niet .gezegd worden.
Dte'.vcilionding tusschen eigenaars g.-bruikc.-s van
den grond bleef nog even onvolkomen als voorheen.
De onderlinge concurrentie der landbouwers dreef dé
koop- en pichtprjjzen eter landerijen op tot prijzen,
die- bedenkelijk schijnen.
Gelukkig bloeit hel vereenigingsieven en dc coöpe
ratie onder dc landbouwers en hierdoor hom' uun
wellicht ook oeoonohusch op beteren grondslag te staan.
D. E. LANDMAN.
Va» iiri Haagse) ie Binnenhof'.
Tweede Kamer.
Den Haag. 21 Maart.
Vogels, vogels cn nog eens vogels! Icol den dag.
Ol men ze zou doodschieten, dan wel in klemmen,
kninpsn en netten r
Of men ze zou vangen héél het jaar door, dan
wel alleen tijdens den voor- èn najaarstrek
Of de pachter, die een vergunning heeft alléén zou
mogen dooden en eventueel verkoopen. dan- wel, als
hij niet schieten kan, zijn zoon of zijn knecht of
zijn achterneef zal mogen laten schieten in zijn plaats -
Bij dit artikel werd door een van de geachte ver
tegenwoordigers des Nederlands ches volk es de weet
gierige lezer, die niet opziet tegen den dood door ver
drinking, duike zelf den naam van den ililinquent uit
den stroom der redevoeringen op! de veronderstel
ling geuit, dat als er maar één permissie voor dooden
en verkoopen gegeven wordt misschien meneer met <le
vergunning in het veld zou kunnen zijn. terwijl thuis
zijn zoon wegens verkoop-zonder-vergunning zou wor
den bekeurd.
Ziedaar een der droevige consequentie s van liet be
handelen eener dergelijke wet zonder commissie van
voorbereiding.
Dc obstructie tegen de Bakkersw et r of de
methode van werken, "die machtig veel op obstructie
gelijkt, beeft het zoover gebracht dat de Kanier in art.
Idbis is blijven steken, het artikel waarin de heer Van
Veen de lijs Iers trikkers in Gaas Ierland nog vijf jaar
hun gang wil laten gaan.
Inmiddels was art. 29 al aangehouden. omdat de
amendeerende hoeren er zoo n hakkeooes van gemaakt
hadden, dat geen kip [aat staan van een Kamer
lid er uit wijs kon worden.
Kr dreigen avondz.il lings, zegt men.
De heet Duymacr van Twisk, die in heel dit debat
nog nieis zei. maakt zich verdienstelijk door abonnees
op fe schommelen voor het Chi. Volksdagblad. Heel
de Kamer hoorde zijn vreugde», eek, toen hij no. 20 af
boekt had.
Mr. ANTONIO.
'^?mietilüit<lsrh Nieuws.
KOEGRAS.
Uilt goede bron vernemen, wij. dat op den 21 en
April bij den heer J. Bijvoet, café Prins Hendrik,
door de Harmoniekapel „Kunstzin", directeur de heer
J. Dol, een concert gegeven zal worden. Het geheel
belooft een mooien avond, daar het programma met
zorg is gekozen. De gebruikelijke voordrachten bene
vens strijkmuziek, zullen voor atr actie zorgen. Tot
slot bal.
EEX ADRES.
Alhoewel onze Huismusschen reeds voorkomen, op
het onder de nog bestaande Wet genoemde lijstje van
„schadelijke dieren"', en terwijl het n,u in de Twee
de Kamer in behandeling zijnde nieuwe wetsontwerp
de Mussehen, weer afzonderlijk als zoodanig noemt,
heeft het Handelsblad het niet over zijn hart kunnen
verkrijgen, haar deze gevraagde plaatsruimte te ont
houden.
Aan
Zijne Excellentie den Minister wan
landbouw, enz.
Geven eerbiedig te kennen de huismusschen van
Nederland,
dat, wanneer de thans aanhangige Vojvslwt-1 tot
stand komt, zij zullen worden verklaard lot -s.Lad -
lijke dieren, die men ongestraft mag en zei:
doet uit te moorden en zij mitsdien in den me«-s>
ergen zin van het woord zullen zijn vogelvrij
dat men adressanten ten laste legt. dat zij haar
veroordeeling is wreed en, ongemotiveerd;
dat zij sedert eeuwen Inwoners zijn van Nederland,
geen trekvogels, die er alleen des zomers verschij
nen, maar vaste ingezetenen, deelende sedert jaren
met de Nederlanders de ongemakken van honger,
koude en, boos weer, ook in herfst en winter;
dat men adressanten ten lastelegt, dat zij haar
deel vragen van de kersen en andere, vruchten, maar
vergeet hoe zij maanden van te voren reeds zich
verdienstelijk maken met de verdelging van tal van
rupsen, torretjes enz., en er zonder haar hulp veel
minder vruchten zouden te oogsten zijn, zoodat het
geen zij vragen -niet meer is dan een tiaar toekomend
rechtmatig loon;
dat afgescheiden hiervan het over adressanten uit
gesproken doodvonnis haar te harder klinkt onder
de Regeering van het tegenwoordig Christelijk Mi
nisterie; wijl er, hoewel er overigens r.iet vee] over
de dieren gesproken wordt, over adressanten te lezen
staat in PsaJm 84 vs. 4: „Zelfs vindt do musch een
huis en de zwaluw een nest voor zich, waar zij
hare jongen legt bij uwe altaren"; terwijl in het
Evangelie van Mattheus te lezen staat in hoofdstuk
10 vs. 29: „Worden niet twee muschjes om éen
penningsken verkocht. Eu niet een van deze zal op
de aarde vallen zonder uwen Vader" welke bij-
bclsche uitspraken, volgens eerbiedig oordeel van
adressanten, niet in overeenstemming zijn met de
I tegen haar uitgesproken veroordeeling;
dat, ware aan adressanten het vermogen gegeven,
aan andere vogels toebedeeld, van, te kunnen trek
ken naar andere oorden, zij dit haar vijandig land
zouden kunnen verlaten om te vliegen naar N'ed.-
Indië, waar jaren geleden, een aantal harer broeders
en zusters werden overgebracht, om er, sedert dooi
den inlander als „Kerkvogels" betiteld, vyelig te tie
ren; of anders naar de landen der heidenen, voor
wie dc leer geldt en in praktijk wordt gebracht„Kik
schepsel schuwt pijn een ieder heeft zijn leven Hef,
zie ii zelf en al het geschapene en pijnigt niet en
dood niet". Dhammapada)
dat. waar vluchten naar elders voor adressanten niet
wel doenlijk is, haar geen andere uitweg overblijft,
dan Uwe Excellentie eerbiedig te verzoeken, de huis-
en andere musschen te willen schrappen van de Jijsl
dei' schadelijke vogels in Nederland
hetwelk deende zal Uwe Excellentie goed doen aan
Hare g. trouwe onderdanen
DE MUSSCHEN.
H. M. DE KONINGIN NAAR PARIJS.
Keuter seint uil Parijs; Volgens den „Figaro"' zaJ
II. M. de Koningin ki het voorjaar een bezoek bren
gen aan Parijs. De juiste datum, van het bezoek is
nog niet vusjgesteld.
Op onze informatie te s-Gravenhagc vernamen we
hel volgende
In liet voornemen van hel Hof, bij president Eail-
Jières' bezoek medegedeeld om den President in Mei
een tegenbezoek te brengen, is geen verandering gé-
komen. Het overleg over de daartoe te bestemmen
dagen is nog loopende.
HARDDRAVERIJ TE ALKMAAR.
De Harddraverslaan te Alkmaar, die vroeger bekend
stond om dc harddraverijen, welke er telken jare wer
den gehouden en tal van Noord-Hollanders tot zich
blokken, is jarenlang voor dit doei niet meer gebruikt
mogen worden. Thans heeft de Raad echter vergunning
verleend aan de Vereeniging tot bevordering van het
vreemdelingenverkeer Alcmaria' om op 30 April, ter
gelegenheid van het Julianafeest, wederom een hard
draverij in genoemde laan te orgpnisec.en.
EEN" MEEVALLER.
Woensdag j.I. zou door de erfgenamen van een voor
©enigen tijd te Finkurn bij Sticns overleden schipper
de inventaris worden opgemaakt.
Tol de nalatenschap benoord© mede een bij de woning
van dun erflater staand hok. Op verzoek van mr. J.
W- 'i i,snirt, als gemachtigde van een der erfgenamen,
was dit hok Lila dea dood van den schipper dicht
gespijkerd. Die erfgenaam, bekend mei de eigenaardig
heden vaa den scnipper .dacht n.1. ,dat een doel der
nalatenschap wol in hét lick verborgen kon zijn.
Kn dat hij goed gezien had, bleek Woensdag. Toen
toch werd in twee blikken busjes en in een stuk doek
aan zilvergeld en bankpapier een bedrag van over dr
1100 gulden le voorschijn gebracht.
EEN ERNSTIG ONGELUK.
Nabij de spoorwegbrug over de Dieze te s-He.to-
genbosc-h had gistermiddag een ernstig ongeluk plaats.
Aldaar ligt een bruggetje, dat verbreed moet worden,
omdat er een dubbele spoorlijn over g-legi moet wor
den. welk werk verricht wordt door den .Bosschen
aannemer Hoohstenbach. Twee werklieden, die heden
middag aan het werk bezig waren, werdén plotseling
verrast door den sneltrein uit Den Bosch. Eén van
hen sprong van het bruggetje tegen een ijzeren balk
en kreeg een hersenschudding. Hij was oogen blik kei ijk
dood. De andere werkman werd door den trein ge
grepen en kreeg zoo ernstige verwondingen, dat iiii
spoedig overleed. Een hunner was ongehuwd, de an-
8-
„Laten wij dion, wonderbaron eens bezoeken,'' .riep
Helene Ruard uit
Mevrouw Utta had een vroolijken klank in haar
steon, toen zij antwoordde: „Hoe? Zoudt ge dat willen,
Lena?"
„Mijn hemel, waarom niet? Wat heb ik over Him-
melmayer bijvoorbeeld al niet' moeten hooren. En, die
Mückenbrunn, moet bepaald potsierlijk zyn. Dat a,l-
j les moet ik eens zien."
„Goed." zeide mevrouw Riessel. „Morgen gaan wij
er heen."
De regeeringsambtenaar keek haar van ter zijde
onderzoekend aan. „Mevrouw zal anders den jongen
ba,bon, niet thuis treffen/' meende hij, zoo langs zijn
r.eits heen. „Zijn gedachten zijn steeds nog bij den
reebok."
Mevrouw Utta liet voor een oogenblik haar lipje
hangen, maai- dan, zeide zij: „Zooveel te beter. Die
wildeman is ook zoo aangenaam niet"
Toen nam mijnheer de regeeringsambtenaar zicht
baar verlicht afscheid, en nam zijn broeder mee,
wien hij heftige verwijten maakte over zijn opheme
len van baron Han.s.
Helene Ruard ging- haar garderobe eens monsteren
voor het bezoek van morgen. -Mevrouw Utta ging
weei- agn den kant van het terras staan, zacht zin
gend keek zij in de richting der Save.
Maar toen zij op het slot Straga kwamen, was
Hans werkelijk niet thuis; hij was in 't bosch. Mevr
Utta hooorde met verbazing van dien grooten harts
tocht van den jongen man, die vrienden en onderdak
opofferde, en zonder fatsoenlijke kost. zijn dagen
en nachten in de woeste hooggelegen bosschen door
bracht, alleen denkend aan een rooden reebok.
Nu was zij hier, en hij voelde het niet, daar bo
ven, en keerde niet terug als door een geheimen
drang gedreven?
Zij was niet recht in de stemming, de verwende
vrouw. Iiitmmelmayer bracht haar slechts tot lachen,
niet tot uitgelatenheid. Daar het nog lang duurde
eer het avond was, liep Utta door alle vertrekken
van het kasteel en bleef ten slotte lang in de
portrettengalerij, v.aar zij uit a! de vreemde gezich
ten de trekken van Hans trachtte te vinden. Maar
alleen het hel-blauwe der oogen was overgeërfd en
't scherpe en toch kinderlijke kijken van deze Duït-
sche oogen. Anders was deze verzamel mg menschel*
uit éen bloed, haar vreemd; zoo vreemd en angstig-
makend als de man, die nu op de berghoogten achter
het wild aanjoeg. Zij was boos, ontevreden en ja-
loersch en al deze oogen schenen haar dreigend aan
te zien en te vragen: wat wil jij hier? Wat zoekt
gij hem af te houden van de eenige trouw aan
dezen grond en zijn thuis? Wat wilt gij vreemd in
grijpen in ons vrij, wild en oud jagers bloed
Mevrouw Uita keek om zich heen. Lang reeds was
Hünmelmayer, die zich als de geleider der «beide va-ou
wen had aangeboden, met Helene Ruard verder ge
wandeld. Zij was dus alleen. Toen werd Utta hang.
Eenmaal gangen haar bruine oogen angstig laags
de blauwe, onvriendelijke oogen aan den wand en zij
kwa^n zich hier eenstemmig veroordeeld en verwor
pen, voor. Dan vloog zij als een verschrikt kind de
deur uit.
Buitgn lachte zij reeds weer. De zonnevrede in
den hof. de Roineinsche fontein, de wijnranken en
de vijgenboomen. dat was alles zoo vertrouwd en be
kend.
„Brrrr. God zij dank, dat die .Juidjes daar binnen,
niet naar beneden komen. Dat zou me een familiedag
geven."
Dan bezon zij zich en lachte andermaals.
„Te dom, deze dwangvoorstellingen; ik ben toch
niet van plan dien armen, do-mmen jongen te trou-
weln,? Stel je voor, dit slot Straga vrij koopen van
de schulden en tot belooning hier te mogen blijven
zitten en uit verdriet over het verlies van Weeiien,
vroeg oud. Dat zou wat moois zijn,"
Zij liep verder door den tuin. „Zie je, eenmaal zou
ik toch wel eens sterker willen zijn dan dit huis en
dezen grond en zijn thuis? Wat wilt gij in-
Of ik dezen jongen beer niet mee zou kunnen krij
gen naar Weenen zou hij mij daar erg blameeren?'
Een der bedienden kwam voorbij, zij riep hem aan.
„Zeg mij eens, de kamer van den jongen baron moet
de meest interessante zijn van het heele slot. Kan
men die ntet eens zien?"
„Wel zeker," zeide de man beleefd en geleidde
haar het huis binnen, langs een kleine trap, duwde
een deur open en zeide: „Hier, de baron is niet
thuis en zijn kamer is juist op orde gebracht."
De man ging heen en Utta trad de ruime, ronde
torenkamer binnen, waarvan de vensters bijna in alle
•J laat ©en vrouw en G kinderen na.
RK MOORD TE HEEK.
De verdachte Herman Bosch is gistermiddag gev n-
ketijk naar Arnhem overgebracht.
Gebleken is nog, dat pij in het café Ten Benzei
was toen Marie Hartjes in cl -n winkel, die er onde.
één dak is. de lucifers haalde. Hij heeft toen gelijk
inct het meisje het huLs verlaten. Verder is nog '•*.•-
/warend, dal hij links is en de wurpng met de lin
ke, hand moet zijn geschied.
RAAD VAX XOOKIMSCHARWOUDK.
e gtd.-ring van den Raad d r g-ui r< No Is, i.u-.
wonde, ^houden op Donderdag 21 Ma-u! 1912. des
namiddags -I ilur. \oj zitler H n Brinkman.
Allen present.
Na openin; volg! lezing co goAlkcuring d- n jlul.u.
Medegedeeld wo dl, «bl het jfasg.'w.is v.m ;i toe-
gpngsweg naar de Bassewerken a ij den li V: Uirg
is verhuurd gsworden voo - f 10 - jaa-• ou-r looi
den Raad vast te s:c!le»i bt-jail i: inJi Verbiög
een rijweg daar wensch!. zal hij dien /-
laten nfuileggen .Indien zulk een weg daar althans
mag worden gemaakt. Wat nog aan hoo.-;< re t, ;'.:<slng
afhankelijk zal zijn. Van God. Staten is in-, komen
een schrijven dat-er bedenkingen z{Jn tegen de ver
ordening voor het lager ouderwijs, wat betreft de
toelalingsleeftijd voor leerlingen, die daarin op vtjf
Jaar en 3 maanden is gesteld. Genoemd college advi
seert, om dien leeftijd op 5 jaar en 6 maanden te
stellen.
De heer Slotemaker veronderstelt, dat het wel niet
veel geven zal om te pogen tol den toelailngsleedtJjd
van 5 Jaar en 3 maanden te komen bij G<d. Staten,
nu daarop geen goedkeuring fs gekomen. Het zaJ wel
zoo moeten, dat 't op 5 Va Jaar wordt gesteld.
Voorzitter stemt toe, dat Ged. Stalen dit bedoeA n.
De heer Vlug vindt het wel vreemd; spr. Is tegen
den maatregel op zichzelve .niet, dien vindt hij goed.
Maar niet goed acht hij. dat op de Bijzondere school
de kinderen wel benedon den leeftijd van 5% Jaar
worden toegelaten. Want dat schept concurrentie.
De heer Opperdoes oordeelt, dat we er ons wel bij
kunnen neerleggen. We hebben het genoeg geprobeerd
't Zou nog beproefd kunnen worden bij het Hoofd d-r
School, om in overleg met hem te trachten tot 2
maal toelating van leerlingen Jaarlijks te komen.
Voorzitter ontraadt het om te pogen tot 5 Jaar i
■3 maanden te komen; dat pogen lijdt toch fiasco.
De heer Barten vindt, 't is eenmaal gebeurd, do. ii
"we hadden er eigenlijk maar niet. aan moeten tor
nen. Anderen wijzen er op, dat de aanmerking toeh
wel gekomen zou zijn. De heer Vlug verklaart, het
vreemd te vinden, dat op de Bijzondere School wel
toelating beneden den voor de Openbare School ge
vorderden leeftijd mogelijk is en wijst op de daardoor
ontstane zijns inziens ongepaste concurrentie. Want
indien de ouders het willen, sturen zij de kinderen
naar de Bijzondere School.
De heer Barten brengt in herinnering, daarover
met den heer Vlug in den Raad al meer van gedach
ten te hebben gewisseld en als de heer Vlug er over
wil doorpraten, best. dan weet de heer Barten r
©ok nog wel iets van te vertellen.
Voorzitter wijst op de onaangenaamheden zelfs p -r
advertentie van iemand, die zijn naam niet noemt,
die hij deelachtig werd naar aanleiding van de vorige
bespreking over het onderwijs en zal nu niet me r
van neutraal spreken, maar meent toch te mogen ver
klaren, steeds eerlijk te zijn geweest. Wat de toe: t-
tingsleeftijd betreft, 't is ons niet gelukt, dien naar
ons idee ingang te doen vinden bij Ged. Staten n
we zullen het er wel bij moeten laten.
De heer Barten vindt (je bespreking over dit onder
werp voor zichzelven min of meer pijnlijk. Imni" s
't is de Bijzondere School niet om ongepaste concur
rentie te doen. En dan zou de concurrentie nog n et
gelijk zijn ook. Wij, met het bijzonder onderwijs, z .in
toch al ver achter. De uitdrukking van den ln r
Vlug is voor mij dan ook pijnlijk, want daarin h c
of 't oneerlijke concurrentie der Bijzondere Schoo' s
en dat is niet zoo. De heer Vlug zegt: Ik bed'
alleen, dat van hoöger hand niet gelijke rechten w
den gesteld voor Bijzondere en Openbare School, wat
ik toch billijk zou achten. En ik meen, dat dit d n
heer Barten niet pijnlijk behoeft aan te doen. 'k
maak dd Bijzondere School geen verwijt.
De heer Barten verklaart, dat. het Bijzonder Ou
derwijs in andere conditie verkeert als b<-t md< c
onderwijs; dat is met vak j ook zoo. Dan is het i. i
de bouwkosten ook niet gelijk. Als wij Bijzondere
School dan. terrein koopen en school en school
huis er op zetten, dan krijgen wij f 75 vergoeding,
wat dan met de nieuwe v.-et f 130 zal worden, dat
is nog niet eens de rente van f 4000. Voorzitter vindt
dat zij zich wel niet geheel, maar toch voor ecu groot
deel zelve moeten redden.
De heer Vlug betoogt, dat er van hooger hand
lijke rechten moesten zijn voor Bijzonder n Op
baar Onderwijs, maar wijt dat niet de Bijzonder
School. De heer Barten vindt het voorts nog rrit
zoo'n ramp, al komen de kinderen'op de Bijzond <y
School. Daar is het onderwijs toch immers ook go
dat heb ik den vorigen keer al gezegd. Wij zijn r
niet over uit om proselieten te werven. En zoola-
ik m den Raad ben. heb fk altijd mijn be>: -?da u.
voor net openbaar onderwijs.
Voorzitter zou wel willen zien uitmaken of de
Raad er zich bij neerleg; of hooger beroep wil.
De heer Slotemaker vindt: we mceteu er r.ns nsc :ir
hij neerleggen. Meerdere gemeenten toch probeerd n
windrichtingen uitzicht gaven. De zoldering zag er
met zijn kruisgewijze balken, als oen, reuzenspinne-
web uit. Er ontbrak alleen maar middenin een kolos
sale spin om het idee te voltooien.
Aan de wanden weinig van kunst en kunstwerk.
Natuurlijk een paar mooie meisjesgezichtjes, deels
uit de stad, deels boerinnetjes. Dus naast de jacht
toch ook hier de liefde. En dan allerlei geweren,
vanaf grootvadeo-s erfstuk, tot. een blijkbaar pas ge
kochte nieuwerwetsche buks. die half uitgepakt op
tafel lag.
Patronen lagen overal verstrooid. Aan de wanden
gewei naast, gewei, groote groot© diéhtvertakte ree-
kronen. En daar middenonder een menschenschedel?
Met twee kogelgaten? Dat zijn toch kogelgaten
voorhoofd in, achterschedel uit. Dat zal hij toch niet
neen ,maar dat was te ontzettend, wanneer hij
dat onder zjjn jachttrofeeën gehangen had.
En terwijl de goudbruine oogen nog ontsteld naar
dit wonderlijke voörwerp kèken, werd er een hand
op haar schouder* gelegd.
„WeJikom, mevrouw Utta."
Mevrouw Utta was bijna in onmacht gevallen
Slechts de vreugdevol stralende oogen van den jon
gen Heidenreich gaven haar heur kalmte terug. ..Ba
ron Hans! Is u dan wel thuis? En hoe komt ge
hier? Dat is toch de deur?" En zij wees naar de
steeds nog openstaande deur. die naar de trap uit
gang gaf.
„Maar daar ook." Hjj wees op een geheimen uit
gang, fdie in een der vensters scheen uit te monden,
maar in den dikken torenmuur trapaf waar Is ging.
„Wat is het hier alles geheimzinnig," zeide zij
nog zeer bleek. „Wanneer het avond was geweest,
had ik hier van schrik wel waanzinnig kunnen wor
den."
„Best© mevrouw," smeekte Flans, en hij was eerlijk
verbluft. „Ik heb u geen vrees willen aanjagen. U
zag toch immers heel opgewekt naar mijn herteugo-
weiën,"
„Ja, en naar dat, wat daar midden onder hangt."
zeide zij op ernstigen toon.
„Ach zoo. Daaraan mag een jonge vrouw niet den-
'kqn. Voor ons mannen is dat alleen maar goed. Het
is goed ons te herinneren, dat wij nooit weten, of
wij op hetzelfde oogenblik, dat wij jager zijn. ook
reeds niet zelf voor wild gelden."
„Een leelijk en treurig bestaan," riep zij.
De jonge Heidenrekh keek haar in gedachten aan.
„Precies zéo denk ik over uw leven in Weenen."
„In Weenen-"' Zij lachte.
„Ja, in die stad, die borrelend© ketel, die alle Zen-
klagen overkookt; een hel. die hare donkere „n ver
hitte menschenmassa's in alle bergen en bossch j
uitwerpt, om ze 's avonds weer op te zuigen tot kv.
lïng en leed. Nooit die diepe eenheid mét d«n sche -
pmgsgeest, nooit geheel aan zichzelf overgelaten"
nooit het oor te luisteren aan liet gulden ruisch n
der natuur. Begrijpt cn verstaat gij dat r.iet. gij da
door God gezegend zjjt, dat de dood op deze boo
ten. in deze bosschen mij vertrouwder is. meer eigen
maar ook dierbaarder dan dat millioenvoudfg grfjn-
zende potsenmakersleven, dat eeuwig opgaan in V-
terlei vermaken en genoegens? Eén gelijmd g(-
l kramd leven voor mij onbegrijpelijk. O. mijn
reine, heerlijke bergen! O. mijn stille zie!, mijn ge
weerschot. de eenzame schreeuw van het wild!"
Op mevrouw Utta'a gemoed werkten deze woorden
prikkelend; dat, was. wat zü een nieuwe s-nsatia
noemde. Zoo had zij het bosch en de bergt r nog
l nooit gezien.
„U zingt bijna van deze dingen." fluisterde zij.
..Die mij zoo dierbaar zijn." ging hij voort.
„Kunt gij dat alles mij ook eens doen gevoelen'
Zij zuchtte bewogen. „Kunt gij met mv ziel den
zr.ug dezer -bergwouden opvangen; met uw oogen
siec. met uw hart daaraan hangen' Het moet moot
zijn; angstig mooi en opwindend."
„Eerder vol rust." zeide hij. „iemand beter n>- -
kend. Kom, liefste vrouw, laat u door mij door de-ws
eenzame plaatsen geleiden en leer het goddelijke van
dat leven."
Wanneer ik eens na2r boven met u ging," zeide
mevrouw Utta zeer ernstig en met heldere stem, ,dan
is het, omdat ik weet. dat baron Hans een man
van eer is. Begrijpt ge mij, jager?"
FJans werd ernstig en plechtig als zij. „Ik begrijp
zeide nij. „Mevrouw Utta zal mijn beschermelinge
cn mijn heiligdom zijn en bevrijd en beschermd zh
voor onweer, dier en inensch en boven alles i
gen mijzelf."
De mooie vrouw lachte hem vriendelijk toe en
gaf hem de hand. „Wanneer en waar?" vroeg zij
„Op Johannesdag. Dan zijn alle geesten vrij ei»
is het daar boven in het bosch rijk aan wonderen,
„Dus op Johannesdag," zeide zij hem zacht na.
„Daar, waar de gevallen eikenstammen aan den
straatweg ligger., weet ge waar dat is?"
„O Ja. Wij moesten daar vandaag langzaam rij-