Courant,
Granen mi Land- en TÉIoii
Mevrouw Utta en de jager
Zaterdag 30 Maart 1912.
5(5e Jaargang. No. 5097.
TWEEDE BLAD.
CXVin. DE HAVERZIEKTE OP ZANDGROND.
Evenals elk gewas, lijdt ook dc haver aan ver
schillende ziekten, waarvan we hier slechts even noe
men de stuifbrand, de aalljesziekte en de beschadi
ging door de kleine maar talrijke larven der fritvlieg.
Op veenachtige cti zandgronden doet thans nog een
oudere, ernstige ziekte van zich. spreken, welke daar
aangeduid wordt met den naam van „DE HAVER
ZIEKTE".
Bijna altijtl worden plantenziekten veroorzaakt door
zwammen of kleine diertjes, doch bij deze ziekte zit
do oorzaak in de bestanddeelen van den g.ond. Zij
is een moderne ziekte, veroorzaakt door een verkeer
de aanwending Van kalk en kunstmest. Xa men zoo
gelukkig is de oorzaak der haverziekte te ontdekken,
weet men ook de geneesmethode.
Wel 30 jaren geleden kende men d?ze ziekte in
de haver reeds in de Groninger Veenkoloniën. Sinds
haar eerste optreden heeft ze zich aldaar sterk uit
gebreid en is later ook opgemerkt ki rogge, tanve,
gerst en aardappelen.
In Duitschlami, Oostenrijk, Denemarken en Zweden
kent men deze ziekte ook op zandgronden zonder veen
en ook in ons land is dit thans zoo.
De haverziekte begint pleksgewjjze en valt in het
oog door het geel worden der liaverbladeren.
Gewoonlijk denkt men dan, dat er gebrek aan stik
stof is en gaat tot bemesting met chili over, waardoor
tegen de verwachting in, de ziekte no| verergerd.
De ziekte vertoont zich. meestal half Mei en wel
plotseling.
Is de ziekte hevig, dan neemt het verbleeken hand
over hand toe, de aangetaste planten groeien niet meer
en verdorren. Het gezonde gewas is intusschen krach-
lig ontwikkeld en goed uitgeschoten, zoodat de ver
schillen tusschen de gezonde gedeelten en de zieke
plekken hoe langer hoe sterker worden.
Na een week of drie herstellen deze zich wat en
men meent, dat alles weer terecht is gekomen. Dit
blijkt bij nauwkeurig onderzoek geheel anders en komt
in volgende jaren door gering beschot nog sterker uit.
Hoe sterk deze ziekte kan optreden, blijkt uit het
volgende voorbeeld: Van eene boerderij groot 30 II.A.,
was 17 H.A. zoo ziek dat telkens als haver ver
bouwd werd. 12 H.A. slechts een half gewas gaven en
op de overige 5 H.A. de haver totaal mislukte. Op
deze boerderij kon geen haver meer geteeld worden.
Voorheen was de grond gezond geweest, doch lang
zamerhand had zien de ziekte uitgebreid.
Bij rogge zijn de ve;-schijnselèn ongeveer als bij
dia ver, doch hiér treedt de ziekte eerder opbij aard
appelen verbleeken de bladeren eveneens én houdt dé
groei op.
De hoeren Sjollema en Hudig van liet Rijksland
bouwproefstation te Groningen hebben de oorzaak de
zer ziekte opgespoord en bevonden, DAT I>E FOUT
L.\G IN DE BEMESTING.
De ziekte komt plleen voor op veenachtige gron
den of sterk kunstniesthoudende zandgronden. Hier
ontstaan schadelijke kunstmeststoffen door hcvhaaldo-
bemesling met kalk' of kalkachtige stoffen. Scheikun
dig noemt jnen dit een alkalische bemesting. Alka
lisch of basisch heeten stoffen, die in oplossing rood
lakmoespapier blauw 'kleuren.
Onder de alkalische meststoffen neemt kalk een
eerste plaats in, dan volgen mergel, schuimaarde, Iho-
masslükkenmeel, icr 'en chi lisalp eter.
Chilisalpeter wordt door de plant gedeeklclijk op
genomen en gedeeltelijk achtergelaten en juist hel ba
sische deel blijft achter. Op gronden, welke aan ha-
verziekten lijden, werkt chilisalpeter physiologisch al
kalisch en evenzoo kalk- of Nörge-salpeler. Juist omf-
gokcerd werken superphosphaat en zwavelzuren am
moniak. Deze zouten werken physiologisch zuur.
De moderne bemesting op veen- en zandgronden
was kalk met slakkenmeel en ohili. Ajle drie zijn
juist basische meststoffen, die OP DEN DUUR de
gifliae liumusstoffen deden ontstaan.
liet ziek worden van den grond is een proces, dat
lijd noodig heeft. Eerst «enige jaren na hel kalken
ontstaan do giftstoffen en "treedt de kwaal op. Alles
wat zure werking heeft, zal genezend werken. Kalk
moet beslist geweeixl worden. In plaats van slakken-
meel en chili bemest men met super en zwavelzuren
ammoniak. Het aanbrengen van zuur veen of zuren
bagger moet eveneens gunstig werken.
Omdat de haverziekte eigenlijk een ziekte van den
humus is, moet deze vernieuwd wo»xLen. Dit geschiedt
liet best door herhaalde gr oenbemesting of door stal
mest.
Nu meene men niet, dal de grond bepaald zuur
gemaakt moet woixlen. Integendeel, ook ait is scha
delijk.
Waar te veel water in den grond blijft, volgt ver
zuring en zoolang deze bestaat, groeien de gewassen,
ook slecht, zonder duidelijk ziektebeeld te vertoonen.
De beste toestand is de neutrale, noch zuur noch
alcalisch.
Door vervanging der alkalische bemesting door cene
i zure kan men dc ziekte op den duur overwinnen,
doch niet terstond.
i Toch kan men in heftige gevallen dadelijk verbe-
1 tering brengen door per IT.A. 50 lot 100 iv.G. man-
i gaansulfaat uit te zaaien en dit «enige jaren tc he/-
j halen.
j Dit zout moet uitgestrooid worden, juist bij liet eer-
J sic begin der haverziekte, dus omstreeks huif Mei.
j Men wende het bij voorkeur aan npast een zure
bemesting.
j Men verwarrc deze ziekte vooral niet met dc ziekte
der haves-, welke door het bietenaaltje veroorzaakt
i wordt en zioft hel eerst openbaart door plotseling
J ROOD worden der bladeren, als dc plan: van de
j „moer" gaat. Bij de Veenkoloniale Jia verziek te wordt
de haver geel.
j Deze ziekte geelt een nieuw gezichtspunt bij de be-
i mesting.
Wellicht zal men in het algemeen meer zure met
alkalische bemestingen moeten afwisselen. Slelseüna-
tig vergelijkend ouderaoek zal dit moeten uitmaken
Bovengenoemde haverziekte is uitvoerig beschreven
en door zes fraaie, gekleurde platen toegelicht in eene
j)as verschenen brochure van de Directie van den land-
bouwVooral voor landbouwers op zandgrond is hel
wenschelijk ile haver ten opzichte dezer ziekte a.s.
voorjaar na te gaan.
1). E. LANDMAN'.
Van het Haagsche Binnenhof.
Tweede Kamer.
Den Haag, 2S .Maart.
Zooajs ik voorspeld heb, de poppen zijn aan
het dansen gegaan. Wat te verwachten was en ieder
kon, verbeiden. „Men" wil de Bakkerswet, niet.
En. met 3835 is verworpen het voorstel-Troelstra
om direct na Paschen met de Bakkerswet te be
ginnen, de wet, op de agenda staand, verwor
pen.
Inderdaad, het is wel zeer zonderling gegaan.
De voorzitter wilde morgen, na afhandeling van de
moties-Ter Laan, en -Arts, met de Bakkerswet begin
nen. Wat na Paschen zal gebeuren... daarvan kou
graaf Van Bijlaadt geen toezegging doen.
„De aap uit de mouw!" werd nu geroepen.
„Neen," zegt praeses, „daar is geen sprake van.
Maar we hebben nu geen regeling van werkzaam
heden."
Wat hiervan te denken?
De heer Duymaer: „Geen sprake van de Bakkers
wet. Er is wel wat anders aan de orde!"
O.a. het Pantserschip, Staatsmijn velden, de Ziek
teverzekering
Dr. Kuyper lasch ik hier even in was, van
wege elders gehuldigd-worden, absent...
Links heeft schuld, dat de Bakkerswet niet aan
de orde komt.
Rumoer
Links heeft, met de vogelkens, zoo-iets als
obstructie gepleegd. Dat bedoelde de Nijmeegsehe heer
Van Nispen.
De Ziekte-verzekering voorop!
Z. Excellentie: De Bakkerswet was ons steeds
zeer dierbaar. Maai1: nu gaat het heusch niet.
De Invaliditeits-verzekering voorop!
Welnu: is 't waar of niet? Ment „meneer zelf", ja
of neen?
In de stille week zegt ds. De Visser worden
de artikelen der Ouderdoms- en Invaliditeitsverze
kering door de Commissie van, Voorbereiding', in over
leg met de Regeering, behandeld. Dus: geen verga
dering. Slechts de Rechtsche heeren Elhorst en Brum-
mellcamp wilden met de Bakkerswet voortgaan.
't Viel als een baksteen, gelijk men zag.
i Verdere commentaar overbodig.
Van vier tot circa zes ure was het een onstuimige
en rumoerige zitting.
Voorloopster in herrie-makerij van, wa,t nog komen
zal. Dei Bakkerswet is op verren achtergrond gescho-
ven. Meneer ment nogmaals gezegd, immers,
zelf.
I Arme Talaria,!
Arme bakkers!
Rechts is troef.
Over de onderwijzers-motiën kan ik thans feitelijk
nog met een enkel woord volstaan.
't Is mogelijk, dat de heer Arts de zijne toch nog,
bevredigd door het „moreel succes"intrekt.
Ook kan 't wezen, dat er stemming volgt, 't Valt
te betwijfelen. Na de verklaring van, den chr.-histo
risch en heer De Geer, dat hij geen „gezinsloon" lust.
Intrekking zal wel volgen.
En de Paasclidisch der huismoeders van de mini
mum-lijders zal zonder vette ganzen prijken.
Morgen, Vrijdag, het einde van de tragische come-
die. Tot
Mr. ANTONlO.
Ingezonden.
Anna Paulowna, Maart 1912.
Wees zoo goed het onderstaande te plaatsen. Bij
voorbaat mijn dank voor de opname.
Aangezien er «enigen tijd geleden in dc Schagcr
Courant in een klein berichtje iets werd vermeld over
een korfbalwedstrijd hier ter plaatse,' kan ik thans
als ingezetene een en ander daarvan meer vennel-
den. Hier zal zich uit ingezetenen een voorloopig Co
mité vormen, waaronder ook onze Burgemeester zal
zijn. Dit comité zal twee korfbalvereenigmgen uilnoo-
digen hier een wedstrijd tc spelen, waarvoor een me
daille zal worden uitgeloofd. Hiervoor zullen worden
uitgenoodigd Winkel en Den lleldcr, cn naar mij ter
oorc gekomen is, heeft de eerste hel aarjgenonn-n en
hoop ik vut ook de laatste dit zal doen. Het belooft
dun oen hoogs! intressanten dag te worden voor ons.
doch mijns inziens zou hel nog mooier kunnen zijn,
wanneer nog eene vc.eciiiglng werd uiigenoodigd. zoo
dat we drie wedstrijden krijgen te zien. en dat dan
de vcrecniging te Schagen ook werd gevraagd.
Hel doel van dezen dag is propaganda te maken
voor het korfbalspel en hier een zustervereniging op
te richten. Daar ik een hartstochtelijk liefhebber ben
van sporl. hoop ik vat» harte, dat dit doel bereikI
mag worden, het zal voor de itigjzctenen van Anna
Paulowna een aangenaam iets zjjn des Zondag; incl
mooi weer naar een sportterrein te kunnen wande-
delcn om da,ar te genieten van dit schoone spel, dat
voor jongelui niet slechts aangenaam, inanr pok zeer
zeker gezond mag heeten. Als ik goed ben ingelicht,
is hel een niet kostbare sport. In Winkel wordt b.v.
een contributie betaald van .2 gulden per jaar, «lus
1 cent per week, wat .mijns inziens in 't bereik van
iedereen ligt.
En nu hoop ik yan hartev dat alle ingezetenen van
Anna Paulowna de spelende verenigingen zullen ver
rassen met hun tegenwoordigheid, en vooral hoop ik
dat dames en heeren, die lid wenschen tc worden, een
kijkje komen nemen. Naar ik gehoord heb wil het
voorloopig comité de muztek vereniging uitnoodigen de
zen dag op te luisteren, wat zeer zeker de stemming
zal verhoogen. De heer P. Kaan is voorts bereid hier
voor terrein welwillend af te staan, waarvoor hem een
woord san hulde toekomt, want zonder een goed ter
rein kan eenmaal niet gespeeld worden. Het terrein
zal zijn naast ile bouwplaats Welgelegenwal in
de onmiddellijke nabijheid van' deSluis ligt. Ver
moedelijk wordt de dag in 't begin van .Mei gehouden,
dus over cenige weken. Juist zeer geschikt voor do
verenigingen om zich nog eens flink te oefenen.
Met veriapgen zie ile den wedstrijddag tegemoet, en
tecken met dank voor de ruimte dezer regelen.
EEN LIEFHEBBER VAN SPORT.
399ste Staatsloterij.
lste KLASSE. 4de TREKKING.
HOOGE PRIJZEN,
f 100: 4048, 12739, 14561.
Prijzen van f 20.
49 5077 7914 10625 13776 16411 17924 19862
462 90 8205 670 778 703 18186 20008
728 183 241 688 854 725 228 93
1588 616 260 869 14009 876 248 200
705 6093 406 926 180 880 313 632
2043 532 412 11462 341 957 351 918
481 550 546 692 982 17148 5'26
901 696 9008 735 15026 198 539
982 7006 182 857 59 298 910
3336 58 310 12260 197 630 992
4041 102 580 635 637 695 19140
618 213 919 13357 16032 715 676
741 489 10239 569 190 802 745
Feuilleton.
ROMAN VAN RüDOLF HANS BARTSCH.
10.
Langen tijd liep zij stil naast hem voort en, keek
telkens weer om, naar de nooit betreden hoogten.
Haar was het te moede als moest zij dezen z waar
moedigen weg nog eens gaan. Zij keek naar boom
en bosch en rots, voor zich uit en achter zich. Zij
wist niet waarom het was, maar het hart was haar
zwaar. Zij vond het niet goed van zich, dat zij zijn
wensch niet had vervuld. Hij was goed en zacht,
en onderdanig als een vajk, die haar het voeder uit
de hand pikte.
Recht stil was het op den terugweg.
Later spraken zij over dit en dat, en het viel
Hans in, dat zij het jagerslied, dat zij beloofd had
te zullen zingen, niet gezongen had. Hij vroeg haar
daarom; zij zeide echter: „neen, ik ben nu niet blij
genoeg om te zingen. Er ligt als een treurige betoo-
vering in deze hoogten. Hoe houdt men het hier uit?
Hoe verbreekt men die treurige! stemming?"
Hans lachte. „Door een buksschot."
,,Et ja," riep zij ijverig. „Ik heb je nog nooit zien
schieten en je draagt je buks al een heelen tijd
voor niemendal. Laat mij eens zien, hoe ge het doet."
„Wij zijn nu op vreemd terrein. Straks."
En verder liepen zij. Wouden kwamen en de we
reld werd weer rijker. Het werd steeds zwoeler en
drukkender en de dag begon reeds te nijgen.
«Anders bracht ik dezen tijd steeds in de hut op
den, Gorianz door," zeide hij zacht. „En daar brand
ik, op den eenzaamste aller toppen, mijn Paaschvuur."
Mevrouw Utta keek hem, zooals hij naast haar liep,
van terzijde aan: „Zoudt ge daarboven liever alleen
zijn?" vroeg zij za.cht.
„Ach, alleen! Alleen ben ik genoeg in mijn leven.
Maar nu met u daar boven, te kunnen zijn. Daar kunt
ge den top zien.."
Mevrouw Utta bleef met hem staan- Zij keken door
een rij van dalen, die steeds onduidelijker ia de
I
blauwe avondschemering wegdoezelden, en zagen
1 een laatsten, hoogen berg, die trotsch en afgescheiden
1 van deze dajwereld stond. Alle dalen en de diehts-
bijzijnde bergen waren reeds in de avondschemering
gehuld, de Gorianz echter gloeide rood en stond daar
in zijn trotscbe, heerlijke pracht.
„Daar is het nog licht," zeide Hans zwaarmoedig.
„Die geniet den langsten dag van het jaar. Voor
ons is de zon van den Johannjsdag reeds verdwenen.
I daar omgloeit het zonlicht de omgeving nog.. O. wie
daar ginds kan staan en den heidengodeu zijn hart
kan aanbieden!"
Mevrouw Utta schrikte als vrome Weenerin zeer
i van deze woorden. „Maar Hans! Wat beteekent dat
nu?"
Hij" keek evenwel meegesleept door zijn enthousiasme
in de lucht. Boven hem krijschteeen valk, een valk met
een witte borst, en hij stond hoog in het roodc licht.
Hoe gloeiend trok de vogel zijn hoogheerlijke bogen
in het matte licht, als een gouden Phoenix.
„O. o!" riep Hans on hief zijn buks op. Mevrouw
Utta loerde. Zou dat gelukken r. Die krijschende valk
scheen haar onbereikbaar toe. Maar de loop van de
buks volgde hem, tot eindelijk de kleine roovcr stil
m de lucht stond, toen knalde het schot, en de valk
sloeg over den kop. wist nog een eind te vliegen, suiste
door de lucht, sloeg nogmaals over den kop en viel
loen op de bergweide neer.
Luid riep mevrouw Utta: „Waarachtig, je hebt
hem!" Zij keek naar de blauwe oogen van den jager,
waarin nog de triomf van het treffen lag. „Jij bent
een schutter."
Dan' liepen zij naar den vogel en Hans trok een
paar veeren uit den staart en gaf haar die.
Nadenkend keek de mooie vrouw naar den dooden
roofvogel en dan weer naar den nog steeds trot-
schen Han.s. „Een levende valk is veel mooier dan
een doode," zeide zij en haar ernstige, verstandige
oogen bespiedden hem. En het hei-bruin harer kij
kers brandde hem in het hart. „Waarom schoot ge
het dier?"
„Ach, mevrouw Utta, uit nijd! Hij stond daar,
door de zon beschenen, en trotsch in de hoogte eu
ik... En dan wilde ik u tooncn. wat men een goed
schot noemt." Hij was reeds weer zjjn laatste ver-
Binnenlandse!» Nieuws.
j DE VERGIFTIGING IN DE HAARLEMMERMEER.
Het gerechtshof te Amsterdam heeft gisteren beves
tigd het vonnis der rechtbank te Haarlem, waarbij
de bakker Van E., te Haarlemmermeer, werd wij-
gesproken van de hem ten laste gelegde vergiftiging
van zijn vrouw.
De advocaat-generaal had. „evenals het O. M. bij
dc rechtbank te Haarlem, levenslange gevangenisstraf!
geëischt.
Vrouw H., eveneens door de rechtbank te Haarlem
vrijgesproken van de haai* ten laste gelegde vergifti
ging van vrouw van E. en haar echtgenoot, zal thans
niet verder door den advocaaL-generaal vervolgd wor
den.
DE GEHEIMZINNIGE ONTPLOFFING TE AM
STERDAM.
Op verdoek van de Amsterdamsche politie heeft de
Haaasche politie in een jvvoning) aan do Heemstraat
in Den Haag gearresteerd* de Amsterdamsche loodgie-
i tem B. en R„ verdacht van geweldpleging. Deze ar-
restajie. die in verband moet staan met ae bekende
ontploffing te Amsterdam ging met veel moeilijkheden
gepaard, daar de verdachten trachtten te ontvluchten
over de daken. Zij werden na een wilde'jacht dooi
de rechercheurs mot de revolver in de hand geval.
BRAND.
Donderdagochtend te vijf uur is door onbekende oor
zaak de pastorie te Huissen (Geld.) in asch gelegd.
Alleen de muren zijn blijven staan. Slechts eenige
kerksieraden en wat meubilair konden gered worden.
ONGELUK AAN BOORD VAN DE ZEELAND.
Blijkens bij bet departement van marine ontvangen
telegrafisch bericht is oo den 27sten dezer bij het hou
den van schietoefeningen aan boord van Hr. Ms. pant-
serdeksehip Zeeland jn Wesl-Indië een ongeluk ge
beurd, waarbij een matroos is gedood en een kor
poraal zwaar en twee schepelingen licht gewond zijn.
De naaste familiebetrek kingen van de getroffenen zijn
vanwege het departement van marine onmiddellijk met
het gebeurde in kennis gesteld.
MOORD TE STANDDAARBUITEN
Voor de rechtbank te Breda heeft gisteren terecht
gestaan de 20-jarige werkman H. K., Ie Slanddaar-
builen, l.hans gedetineerd, beschuldigd op 19 Juni j.1. een
meisje onder Fijnaart met geweld in een sloot te heb
ben geduwd en van een rokzak met portemonnaie te
hebben beroofd vVen op 22 September onder Staudaar-
legenheid te boven. Want dit, ja dit was een schot
fPWPPKt
buiten Barba a Knook van het leven te hebben be
rooid cn haar een norlcinonnaie Ie hebben ontstolen.
Beklaagde ontkend.-.
Het O. M. heelt 2;l jaar nm. iri i il !i-';.-n hem
geëischt.
HOLL. MAATSCHAPPIJ VAX LANDBOUW.
De Hollundsche Mau'schappj .»-Landbouw heelt
Donderdag Ie Ainste «lam hajr fUisIe buiteng-wone al-
gemcenc vergade. i ig -houden oik.I leiding van Dr.
C. I\ Zaayer, die in openingswoord welkom heette
de heeren Van Hoek. directeur-generaal van den land
bouw, en dr. Rommelts. inspecteur van de veearlw
nijkundigcu dienst.
Spr. herinnerde er voorts aan. «lil d; nieuw-epge-
richle afdeeling Becmster voor zich den vorm van een
coöperatie heeft gekozen.
Het is een misverstand, dat de afdeelingen niet
coöperatief werkzaam mogen zijn; in 190!'» toch is
de wet van de ma.ilschappj gewijzigd m dien geest,
dat onder de middelen ter bereiking van het doel
alle maatregelen worden genoemd, die (|e leden op
de goedkoopste wijze aan dc middelen lot uitoefening
van den landbouw kunnen helpen. Hel is dus niet
alleen niet in strijd, maar in yolkomcn harmonie met
«le wet. als de afdeelingen coöperatief werken. Het
hoofdbestuur hoopt dan «Kik. dat de andere afdeelin
gen aan de afdeeling Beciiisler een voorbeeld zullen
nemen.
Vertegenwoordigd waren 17 afdeelingen13 alge-
meepe leden waren aanwezig.
Ajjji de orde was in de ecrs:e plaats het rapport van
de mond- en kIauwzoer-commissie 1911^ welke is sa
mengesteld uit de heeren mr. C. P. Zaavcr, voorzit
ter, mr, A. Slob. J. F. l-irneris, A. G*. de Groot,
Jb. Kaan Kz., mr. D. A. Kley eti G. Kruseman,
rapporteur.
liet rapport komt, gelijk vroeger reeds is gemeld,
tot de volgende conclusiën
I. De Nederiandsche veestapel behoeft niet door
mond- en klauwzeer tc worden geteisterd mits:
ten eerste: er tegen den invoer van de ziekte uit
het buitenland worde gemaakt:
ten tweede: desalniettemin voorkomende gevallen
onmiddellijk ter kennis van de regeering komen en
ten derde: deze alsdan alle aangetaste en besmette
dieren terstond doet afmaken.
II. De. inrichting van het veeartsenijkundig staats
toezicht worde herzien en gecentraliseerd..
III. Zoowel de wetgeving op dit gebied als de
Kon. besluiten te dezer zake dienen herzien te wor
den .opdat de gewenschte regeling beter en zuiverder
dan thans het geval is aan de wet aansluite en
daarin steun virde.
IV. Een betere opsporing van overtredingen en
e<m snellere en strengere berechting daarvan dienen
verzekerd te worden.
Het welslagen van de bestrijding hangt voor een
zeer groot gedeelte af van de bereidwillige mede-
werking der veehouders.
I Het hoofdbestuur stelt voor, de conclusies aan de
regeering te zenden met het verzoek, ze te aanvaar-
I den.
l Bij de besprekingen van. het rapport drong de
1 afdeeling Medemblik er op aan, dat er over de con-
I clusies nog niet gestemd zou worden, aangezien de
j afdeelingen zich er nog niet over hebben uttgespro-
I ken.
I De heer Hengeveld, disIrictsveearts te Alkmaar, neemt
de regeering! en het veeartsenijkundig staatstoezicht tc-
sen sommige uitlatingen in het rapport in bescherming.
De commissie heeft niet voldoende aandacht gewijd aan
de groote veebeweging in Noord- en Zuid-Holland die
zeker gevaarlijk is.
Een ander nadeelige factor is geweest, dat de vee
houders nog te veel de-meening zijn toegedaan dat
het mond- en klauwzeer niet te bestrijden is. Ook du
de aard welke de ziekte bij "haar inval in 1911 ver
toonde. is van groot belang.
Het rapport had in de eerste plaats de vraag m;
I ten stellen fs het mond- en klauwzeer 1e licslrijde i
i 2e in welke omstandigheden* cn 3e waren .«lie o i-
standigheden in 1911 aanwezig r
j De Afgevaardigde van Ouder-Amstel betoogde, «lat
liet vraagstuk tn>3t nationaal is, maar infernalion/F:!
de regeering moet zic.h met de ïxjcccringen «Ier mui-
grenzende landen verstaan; daarop dringe het hoo I-
bestuur Imj de regeering aan.
Voorts betoogt spr., dat wettelijke maatregelen nog
maar zoolang achterwege moeten blijven totdat de vee
artsen een preventief middel, b.v. een serum, uito
vonden hebben.
De heer Lameris beantwoord namens de Commissie
de verschillende spiekers.
Wat de bedrijfsschade aangaat, merkte spr. op. dat
het verzwijgen van eerste gevallen een misdaad is;
wanneer echter iemand ertoe medewerkt dat maali-e-
gelen ter alge meen en nutte worden genomen mag hij
daaronder niet te veel lijden. Hij mag niet geslo'd
worden tusschen zijn beurs en zijn geweten. Daarr n
is bet toekennen van een schadevergoeding billijk.
Den Jieer Hengeveld antwoord spr., dal er wel de
gelijk is gelet op de veebeweging. De aandacht is
vallen op den smokkelhandel, maar er moet gelet w - -
den niet alleen op de grenzen, maar ook op de v. ■-
markten. Toezicht is noodig op de marktstallen <n
op de omliggende gemeenten van groote markten.
Als op een en ander in 1907 beter gelet Was, had bot
kwaad niet zulke groote afmetingen aangenomen.
Spr. betoogde ten slotte met den afgevaardigde van
Ouder-Amstel, dat internationaal optreden tot krach i-
ee bestrijding van den smokkelhandel zee,- gewenscht
„Nu is de valk niet ineer boven, waar het gloeide,"
zeide mevrouw Utta nadenkend- „En, ziet ge, ook
uw Goria,nz is uitgebluseht koel en grauw. De
heele wereld ligc als in een sluier, als treurde zij
over dezen, zonnevogel. Eu dat is nu uw geluk? Dat
gaat zoo jaar in jaar uit, steeds weer op een ge
dood dier toeloopen, eu er op neerzien, half in tri
omf, half reeds met een berouwvol wee in het
haxt? En het doode dier is in 't geheei niet meer
mooi en dikwijls ook geheel nutteloos, zooals deze
valk, die een verrukking was in zijn rooversschoon-
heid. En steeds weer schieten. Dat vult de dagen en
liet leven voor mijn baron Hans." Zij zuchtte en liep
verder.
Hans liep naast haar, maar hij was niet zoozeer
door haai- woorden verslagen, als zij wel had gedacht,
dat het geval zou zijn geweest.
Na een poos zwijgen, zeide hij zelts: ,Xn loch
hebt ge daareven luid gejubeld, toen de kleine' roo-
ver midden in zijn g.ootheid den kogel ontving en
naar beneden stortte.
„Ja"', lacihte zij, „de koorts had zich op dat oogen-
blik ook van mij meester gemaakt'
„Zul ik nu eens uw leven schilderen in die ver
stikkende stad r Onder menschen die, hun eigen ziel
onwaardig, voortleven, bedrogenen der ijdelheid en slacht
offers der eerzucht; hier 'meegesleept, daar zich
vervelend, en vreugdeloos zich ui alle genot werpend,
zich avonden en avonden lar\g allerlei holle woorden
latende voorpraten. Liever het zachte berouw hier
na een daad als van zoosven en de nadenkendheid
over mijn zonderling moeten. Ja, liever het zachte
buigen van hel hout, het fluiten van de vogels, hel
roepen van het wild liever de geheimzinnigheid'
van den Heidengod, die vandaag zijn heiligsten dag
heeft Hans eindigde met donkere stem, half-'
luidden dag, dien ik met een vrouw- ver-
babbelde. dio voor dit zeldzame rijk en zijn geheime
stemmen geen oog heeft, ook geen oor.'
„Toch wel. Hans" zeide Utta zacht. „Toch wel.
Ik versta cn begrijp dit eenzame rijk, en weel, wal
het voor u heeft te beteekenen. Voor mij echter Hans,
mij mag hel niet dierbaarder worden; ik moet mij
De beer Kruseman, lid der commissie stelde vast.
dat blijkens de ervaringen in Engeland opgedaan, liet
mond- en klauwzeer wel degelijk gakee I kan wor-
daartegen weren. Wat was ik. als ik bier gebonden
bleef, plichten had te vervullen, waarvoor «Ie eers
de beste grove boerenvrouw beter geschikt is rhn i
Mij maakt hel vreugde, mij schenkt het grnoC sei; !-
terende oogen te verwekken en de wangen hoog ro l
te kleuren. Ik weet dat ik gel ik kan schenken, weeld
en genot kan geven. Zou ik die gaveii moeten schen
ken aan de boomen van «lil bosch,, aan die hergen
daar.' Ja. zelfs als ik leelijk was cn oud: v -oTiu
bleef ik toch, genoeg vrouw om rondom mij v rooi ijk-
heid te geven.
Die vreugde zou sterk en a&nü-ekkelijk genoeg
werken om een kring om mij heen te verzamelen en
mijn omgeving licht en leven te geven. Ja ,dat zou
ik. ook dan kunnen, Hans! Uw wouden. Hans. fluiste
ren het woord der eeuwigheid, het is goddelijk schoon
maar sehooner is het ruischen en fluisteren en ade
men, dat veel gelijkt op het fluisteren van uw woud
en «lat mij omgeeft als ik een concertzaal binnenkom,
gevuld met menschen. Gij leeft met uw bosschen.
ik met de menschen."
Zij liep een tijdlang naasl den stil geworden man.
Toen bleef zij staan en zeide half lachend, half be
schaamd: „Nu was ik zooeven zeker wel heel erg
oprecht. Hans." En zij gaf hem de hand.
Hij keek naar den grond. „Ge hebt gelijk, mevrouw
Utta," zeide hij zacht. ..Zóo gelijk, als een mensch. in
den volsten zin van het woord maar hebben kan, juist
omdat hij menscdi is. Maar. o liefste, schoonste aller
vrouwen! Hoe ver liggen onze werelden uit elkaar!"
Deze uitbarsting greep baar aan met groote treu
righeid. „Ja, zeer ver,"' zeide zij bedrukt. „Zeer ver."
Weder liepen zij een poos, dan keerde Hans zich
om. „Daarnu branden rondom de Joliannesvu-
ren en wijwij zijn in het dal!"
De schoone vrouw, die in de duisternis van den
avond zeer dicht naast hem stond, zweeg getroffen
door de veelvoudige taal van al deze bergen. Dc
roode vuren lichtten rondom en Sloweensche liede
ren en luid gejubel klonken rondom in de verte e
schalden onduidelijk in het dal, en om <le vaam
vertoonden zich gestalten. Daar en ginds donderde
een schot, tegen de bosschen weerkaatsend, om ver
strooid verder te rollen.
„Een christelijk feest, een he>Ienschc nacht' zeide