LiifiSiellai,
levrouw Ulta en de Jager.
bnsdag 1 Mei 1912.
56ste Jaajgaug No. 5116
(ulandsch Nieuws.
EAÏtSIKGERHORN.
van den, Raad op Dinsdag 30 April
ddags 2 uur. Aanwezig allen,
dö heer J. Spaan# Dz., burgemeester, se-
g j heer P. Bronder.
opent de vergadering en wijst er op, dat
lering toevallig op den dag gehouden,
ja - f^vaarop Prinses Juliaaia haar derden verjaar-
^pt; spr. hoopt en spreekt den wensch uit, zeer
den geest van, den Raad, dat zij voorspoedig
upgroeien, Tevens, zoo vervolgt voorzitter, vind
zeer hartelijk van u, dat u allen te.- -ïgade-
sijt gekomen, daar het de laatste vergadering is,
ioor mij zal worden geleid; ten zeerste dank ik
ïijpheer Jonker, voor uwe tegenwoordigheid, niet-
mstaande het smartelijk verlies dat u heeft gele
en uit naam van den geheelen Raad betuig ik
innige deelname over het verlies dat u en de
uwen hebt geleden.
De heer Jonger dankt voorzitter voor dien# woor
den.
De notulen worden gelezen en onder dankzegging
goedgekeurd.
Ingekomen is een adres van den burgemeester van
Anna Paulowna, waarin wordt medegedeeld op welke
voorwaarden die gemeente zich wil aansluiten bij de
Electrisehe Centrale. Zooals reeds eerder in een uit
voerig verslag is medegedeeld, wil de gemeente Anna
Paulowna aansluiten, mits de zaak in exploitatie ge
nomen wordt door rijk en, provincie en de eerste 5
jaren 4% rente wordt gegarandeerd en de volgende
5 jaren 4% rente van de te sluiten obligafiieleening.
Voorzitter meent, dat het beste 'zal zijn om nu een
'wachtende houding aan te nemen,; zouden rijk en
rovincie een rentegarantie willen geven, dan, za.1 door
een staatscommissie eerst zeker worden nagegaan of
de zaak levensvatbaarheid biedt, en dan zal men
ook wel met andere voorstallen, bij den, Raad komen,
waarna de Raad dan een besluit kan nemen. Goed-
jevonden.
Van den heer J. C. Vis, onderwijzer te, Kolhorn,
is een schrijven ingekomen, waarin hij dank zegt voor
Je gratificatie voor het tijdelijk waarnemen van de
ljetrekking als Hoofd der School.
Een suppletoire begrooting, groot f 260.28, van
Qfjiet Burgerlijk Armbestuur wordt goedgekeurd, ter-
vijl het machtiging krijgt tot het doen van af- en
ten bedrage van, f S74.5S.
De volgende verslagen zullen bij de leden, circu-
eeren: 1. verslag over den toestand der gemeente;
z. een beredeneerd verslag over de verbetering van
kuisvesting ën 3. verslag openbaar onderwijs.
In behandeling wordt nu genomen de gascon cessie,
•^aangevraagd door den heer A. C. Bol e. a. Uit het
advies van B. en W. blijkt, dat het college zich
wel met dn aanvrage kan vereenigeu, alleen vinden
izij den gevraagden termijn, nl. 30 jaren, te lang en
en W. stellen dan ook voor de concessie voor 10
kar te verleenen, welke termijn steeds met 10 jaar
kan worden. Op een vergadering, waarbij
;oncessionnairen tegenwoordig wanen, is dit medege-
leeld en hebben concessionnairen nu opnieuw een
^ichrijven gericht tot den Raad, waarin er op gewezen
'jrordt, dat het beswaar van B. en W. zeker buiten
"ïouwïng zou blijven, indien men overtuigd was,
iat de zaak aan redelijk gestelde eisehen voldeed
:n er in dien tijd geen betere uitvindingen zouden
:!aats hebben.
De heer Jonker zegt, dat het hem spijt, dat hij
s iet op de verleden week gehouden vergadering is
sweest; ik had, zegt spr., de zaak 'n geheel andere
ichting willen geven. Ik ben cvan meening dat de
smeente buiten deze zaak moet blijven, laat 't. een
particuliere zaak jzijn en ik ben dan ook
gen een concessie gedurende 10 jaren, ik zou vrij-
:*id willen geven, tot aanlegging, maar ook zonder
:eer.
De heer Geertsema zegt, dat hij zich zeer goed
:et het denkbeeld van den heer Jonker kan ver
ingen en spreker heeft dit ook tot den heer Bol
egd, maar die heeren stellen zich op dit stand
Feuilleton.
punt: wij willen geen ding maken, dat misschien door
een a#dere zaak weggestooten, wordt en ik ben nu
bang, dat er dan niets van de zaak zal komen.
De heer Breebaart meent, dat wanneer door de con
cessionnairen niet op het voorstel van den, heer Jon
ker wordt ingegaan, ze ook wel niet op dat van B.
en W. zullen ingaan.
Het voorstel Jonker wordt in stemming gebracht
en aangenomen met 4 tegen 1 stem. Vóór stemden de
heeren Spaans, Breebaart, Jonker en. Blaauboer, te
gen de heer Geertsema. terwijl 'de beide wethouder?
zich buiten stemming hielden.
Tot lid van de oommissie tot wering van school
verzuim wordt gekozen de heer K. Dikstaal met 6
stemmen. Op de voordracht door B. en W. opgemaakt
kwam als no. 2 voor de heer L. W. v. d. .Meer, die
éen stem kreeg.
Alvorens tot de rondvraag over te gaan n.eemt voor
zitter het woord en zegt:
„En zoo is dan het tijdstip aangebroken, dat ik
voor het laatst in uwe vergadering het woord voer.
En wanneer ik dat doe, doe ik het met eenigen wee
moed. Ik meen, dat er voor mij voldoende aanleiding
bestaat, deze gemeente metterwoon te verlaten.; ware
die aanleiding er niet geweest, dan had ik, wanneer
mij daartoe de kracht geschonken ware geworden,
gaarne nog een reeks van jaren aan het hoofd dezer
gemeente gebleven. Ieder mensch heeft zijne, illusies
en idealen, welke gewoonlijk niet vervuld worden.
Maan ten opzichte van mijn ambt, durf ik wel ver
klaren, dat zeer veel in vervulling is gegaan,'wat ik
wen#chte.
„Toen ik voor 9 jaren mijn ambt aanvaardde, heb
ik on,der meer gezegd, dat ik gaarne met u alles wilde
doen, wat kan strekken tot nut der gemeente cn de
belangen der inwoners kan bevorderen. Verschillende
wenschen werden destijds geuit; ik wil wijzen op
hebben van meerdere stembureauxvan 't gema,k voor
de kiezers zijn wij allen overtuigd; 2e. op bet tot
stand komen van een bezoldigde brandweer; hoe or
delijk ën. met hoeveel lust en ijver door de brand
weer wordt gewerkt, daarvan hebben wij ons hij de
plaa[ts gehad hebbende branden kunnen overtuigen;
3e. de straatverlichting; .al mag' die verlichting niet
een idealezijn, veel genot levert zie toch opgebou-
wep verkeerenin, goeden staat; en zoo zou ik veel
kupnen opnoemen. Daarom kan ik gerust verklaren,
dat de periode, dat ik aan het hoofd dezer gemeen
te heb gestaan, niet onvruchtbaar is geweest. Maar
wanneer ik op een, en, ander wijs, dan is het met uwe
medewerking, mijne heeren, dat zooveel tot stand
is gekomen en ik dank u ten zeerste voor die mede
werking en het vertrouwen dat door u in. mij is
gesteld; want meer dan eens heb ik kunnen opmer
ken,, hoe groot uw vertrouwen in mij was.
„Ik hoop, dat u allen met lust en opgewektheid uw
mandaat moogt vervullen, zoolang dat u is toever -
trouwd, en dat het u en de uwen wel moge gaan.
„Thans een woord tot u, heeren, wethouders. In
opze vergaderingen waren wij belast, behalve met za
ken, die ons door de wetten waren opgedragen, met
de voorbereiding van zaken, die in den Raad behan
deld moesten worden. Een aangename geest heersch-
te steeds in, deze vergaderingen; niet licht zal ik ver
geten, hoe genoegelijk wij vergaderden, evenmin zult
u dit doen. Toen ik mijn ambt aanvaardde, bestond
het college uit twee andere personen, beiden be
jaard, maar ook destijds kenmerkten die vergaderin
gen zich reeds door hun gezelligen aard, zooals de
heer Blaauboer, thans nog lid van den Raad, zaj
kunnen getuigen, terwijl het andere lid ons reeds
eenjge jaren geleden is ontvallen. Ik hoop, dat het
verloop van deze vergaderingen diezelfde moge blijven
en ik danjc u, heeren wethouders, voor de medewer
king van u ondervonden, en bereidwilligheid om mij
bij afwezigheid te vervangen.
„En thans richt ik het woord tot u, secretaris dezei
gemeente. Ik dank u voor uwen steun en voor de op
merkingen, die soms door u gemaakt werden, maar
bovenal mag de gemeente u danken voor de admini
stratie, die op zoo keurige en correcte wijze door
u gevoerd wordt, en juist zal het voor u aangenaam
zijn dit uit mijn mond te mogen vernemen, waar u
van mij zoo dikwijls hebt kunnen hooren, van hoe
groot belang ik eene goede administratie voor eene
gemeente acht. Trouwens hiermede hebt u mijn taak i
zeer verlicht. Moge gij nog vele jaren uw ambt ais
secretaris en ontvanger vervullen in gezondheid, met!
lust en opgewektheid, en ten zegen zijn voor deze i
gemeente.
„Eindelijk een woord tot ambtenaren en beambten]
in deze gemeente, hoewel hier niet aanwezig. Mijn I
dank voor de wijze, waarop ge uw taak in het belang I
der gemeente en hare inwoners vervult. Al moge de
fen beter berekend zijn voor zijn taak dan de ander,
ik ben overtuigd, dat de gemeente Barsingerhorn te-
vreden kan zijn over hun werkkracht en werklust.
„Moge het dan de gemeente en hare inwoners wel i
•gaan, en* Barsingerhorn in groei en bloei toenemen."
De heer Schoorl verkrijgt nu hel woord
Geachte Heer Burgemeeslcr,
Ik geloof zeker de tolk dei* vergadering te zijn, wan
neer ik u zeg. dat het ons leed heeft gedaan dat ;u
ontslag heeft gevraagd als Burgemeester dezer gemeente.
U was volgens onze meening de rechte man op de
rechte plaats.
Ik wensch niet in bijzonderheden te treden over het
geen er onder uwe medewerking tot stand is gekomen
daar het gelaL behandelde zaken dat in den lijd dal
u het voorzitterschap van deze vergadering heeft in
genomen vele is geweest. lTw doel is bij dat alles nooit
anders geweest dan de bevordering van den bloei de
zer gemeente.
Daarvoor Burgemeester wil ik u mede namens mijn
mede-raadsleden en de geheele burgerij, dank zeggen
en u toewenschen dat het u en de uwen in uwe nieuwe
woonplaats goed moge gaan.
De secretaris zegt nu in afwijking van de gewoonte,
gaarne iets te willen zeggen waartoe hem de gelegen
heid wordt gegeven, waarna hij het volgende zegt
Geachte Heer Burgemeester,
Hoewel er geen afspraak is gemaakt lussclien mij
en mijne medeambtenaren dezer gemeente, geloof ik
toch uamens hen te kunnen spreken, wanneer ik u
zeg, dat het ons leed heeft gedaan dat u ontslag heeft
gevraagd uit uwe betrekking. Wij laadden u nog gaarne
eemge jaren als zoodanig gezien.
Wij zeggen u op dezen laatslen dag van uw Burge
meesterschap har lelijk dank voor hetgeen u voor ojis
zijt geweest en voor alles wat u voor ons hebt .gedaan.
.Wij geven u tevens de verzekering dat wij: u steeds
ia aangename herinnering zullen blijven gedenken en
wenschen u toe, dat het u en de uwen in uwe nieuwe
woonplaats goed 'moge gaan.
De heer Jonker zegt tot vooraller, dal de reden
van zijn tegenwoordigheid op deze vergadering is ge
weest, dat dit de laatste vergadering onder uw voor
zitterschap zal zijn, de treurige toestanden bij mij thuis
lihadden mij anders thuis gehouden. En hoewel ik mij
teri zeerste aansluit bij het gesprokene van den heer
Schoorl, wil ik als Raadslid nog in herinnering bren
gen. hoe wij steeds zot/ zeer voldaan waren over de
manier, waarop is vergaderd. Al hadden wij andere
denkbeelden dan u, ze werden gewaardeerdofschoon
u toch intellectueel boven ons staat. Daardoor is wel
gebleken dat eerzucht bij u vreemd is. Ik wensch,
dat het u en de uwen wél zaj gaan in uwe nieuwe
woonplaats.
Voorzitter dankt de heeren voor de aangename woor
den tot hem gesproken. Hierna sluiting.
RAAD VAN HOOGWOUD.
Vergadering van den Raad dei' gemeente Hoogwoud,
gehouden op Dinsdag 30 April 1912, voorm.10 uur!
Voorzitter Burgemeester Breebaart Afwezig de heer
D. v. Diepen Jzn., met kennisgeving van verhindering.
Na opening volgt lezing en goedkeuring der notulen.
Naar aanleiding van de notulen deelt voorzitter mede.
"dat van Ged. Staten goedgekeurd zijn ingekomena.
besluit al- en overschrijvingen; b. k'ohicr Hoofdelijken
Omslag; c. besluit lot betaling uit post van onvooi--
ziene uitgavend. schrijven van Ged. Staten inzake
de slechte woningen aan 'l Zuideind, om nos. D 24
en 25 (dus niet no. 23' onbewoonbaar te verklaren,
met 6 maanden ontruimingstermijnDe 2 bedoelde wol
uingen zijn onbewoonbaar verklaard en prijken reeds
met het opschrift„onbewoonbaar verklaarde woning"
e_. schrijven van Z.Exc. den Commissaris der Konin
gin. Mr. Van Leeuwen ^prn <1? collecte voor den g
peilden dienst te houden. Zal geschieden.
Van den A'g. Ncd. Wiel rijders bond te 'si lag
ngekome
et
om pi:
duiding in de gemeente op verschillende p inten. Dit
zal weldra op Brandspoitlmisjes cn aanplakborden ge
schieden.
De verslagen der cursussen in lierhalingsondenvïjs
aan de vier scholen in deze gemeente zijn ingekomen en
worden na lezing voor kennisgeving aangenomen, als
ook het verslag van den door de gemeente aangc-s'.elden
schoolarts, den heer Dr. Post.
Voorzitter stelt voor dit alles voor kennisgeving aan
te nemen om later op het verslag van den schoolarts
nog terug te komen, wat betreft de privaten in dc
Kerkelaanschool, die nog wel eenige bespreking verdie
nen.
Gemeente-verslag en idem volkshuisvesting, zullen cir-
culeeren bij de raadsleden.
De rekening en verantwoording der te Hoorn ge
zetelde Gezondheidscommissie, geeft f 2C80.70V.- in ont
vangst en uilgaaf aan en wordt goedgekeurd.
De jongste kas verificatie bij den gemeente-ontvanger,
gaf conform bescheiden aan f 465.14 kasgeld.
Snoeien van boomen cn planten van wilgenpootcn,
wordt tot den herfst uitgesteld.
Een besluit tot af- en overschrijving ad f 2.60, wordt
goedgekeurd.
Het adres van 'l Ned. Onderw. Genoolsch. om sa-
la riaverhooguig van het onderwijzend personeel komt
in behandeling en wordt op voorstel van B. en AU.
met 5 legen 1 stem (v. d. heer Kooijj toestemmend
besloten. Echter onder voorwaarde de lesuren voor
alle 4 scholen gelijk te stellen dan en daaromtrent
nader te overleggen. Later zal een definitieve rege
ling ter tafel komen.
Aan den driesprong (einde Boekclwegj zal in dank
het aanbod worden aangenomen van den heer J. Bos
om daar een slootje te mogen bezigen tot berging van
allerlei rommel, die nu vlak bij den openbaren weg
aldaar hinderlijk is. Op die asclibelt zal, besluit men,
nu alvast een hek worden gezet om het overwaaien te
gen te gaan. De heer Bos stelt de voorwaarde, .daj,. als
de sloot te eeniger tijd gevuld en geheel gedempt" is,
daarop van gemeentewege een hek geplaatst wordt, op
welke conditie door den Raad wordt ingegaan.
Een adres van den heer P. Has, caféhouder op dert
viersprong bij den lindeboom, om een veranda aan da
Oostzijde van zijn perceel te zetten, wordt' gesteld in
handen van B. en AAI om voorloopig onderzoek jn.
te stellen ©n daarna ml vies uil te brengen.
De heer Koom merkt bij de 'rondvraag op, dat het
dak van de behuizing van J. Burger herstelling vor
dert. Zal in orde gemaakt worden. \roorls zijn spi •-
ker klachten ter oore gekomen over het fietsrijden ;n
„de Boekel'' op het loopslraalje. Dit achten klagers
gevaarlijk voor kinderen. En het zou spreker ook z. v
wenschelijk voorkomen, dat men de groote straat be
zigde.
A'oorzilter acht het moeilijk, dit euvel te bcslrijdc-;;.
Daaraan is niet zoo gemakkelijk wat te doen. De heer
Koom maakt geen voorstel van 't besprokene.
De heer Afijn wijst op de gebreken aan de leuning bij
de Niedorper brug.
B. en AVI zullen bij hun eerstkomend bezoek aan de
Langereis zulks opnemen en zoo noodig lalen rtpw-
reeren.
Ook de pomp te A'artswoud, die volgens den heer
Arel wet in orde is, zal hersteld worden, terwijl hij
het onderhanden zijnde grondwerk voor de gemeente,
dat wat lang duurt, op spoed zal worden aangedron
gen. Hierna sluiting.
BUBGERBRUG-
In de laatstgehouden vergadering van het Dept. der
Maatschappij tot Nut van 't A'gemeen. is tot ah -
vaardigde naar de Alg. Arerg. benoemd de heer J.
P. de Graaif en tol plaatsvervanger de heer v.
Ploeg.
Tot vooratter van de afdeeüng is gekozen de he r
J. P. de Graaff.
OUDESLUÏS.
Maandagavond vergaderden in het lokaal van den
heer Joeh. Kreijger alhier cenige personen, ter bespreking
wener gasinstallatie voor een gedeelte van het dorp,
«ft
ROMAN VAN RUDOLF HANS BARTSCH.
Li'"
„Mevrouw Utta,," zoo ging Hans voort, „deze vrien-
Cn, waren, voor mij meer dan mensch en. Die wilden
et het voordeel va# het leven. Die wilden alleen, 't
«de. Daarom zeg ik, waron zij 'goddelijk. Goed,
rstandig, rein zijn velen, van u. Geen. echter juist
o koog als zij.
„Ja,, ja het is waar, het is niet de eisch
ës levens verstandig, te zijn, maar men, moet een
5uzenkra,cht in zich hebben om goed te doen."
Het werd stil, langen tijd. Mevrouw Utta dacht'
t Weenen; zij luisterde nagj het gewirwar der
urnen rondom haar, aan die mannen die steeds naar
rt hand wierven en met elkaar om haar streden.
'Jfroorde de aardigheden des heeren, Schna,bei, de
iuwe soldatengrappen va# den ritmeester, de onbe-
jpelijke uitwijdingen van den docent, die als arts
Itigduizend gulden verdiende per jaar. Zij hoorde
geroezemoes van haar leve# en zag waarheen
c haar li,efst© gekomen was. Heel stil zat zij; en
lerde va# ontroering.
oen sloeg de klok. Helder, haastig, als achter
vallend© droppels: acht, negen, tien, elf
et uur waarop Straga zou vallen......
j keek verschrikt naar haar vriend, die nog steeds
telaat in zijn handen verborg. Ja ,ja, hij had het
vernomen.
t jonge, trotsche hoofd boog zich nog dieper. En
sen late echo van, de uurwerkslagen, druppelde
lacht op de tafel. Zacht en 6nel.
%rouw Utta greep snel met beide banden naar
1 rt' hoofd. Zijn tranen! Die druppelden daar zoo
lil L^lg op de tafel.
:'--a sprong zij op. „Hans! Groote, arme, ecnigo
Ja, ik ben te slecht om je vrouw te kunnen
'"Jij hebt je slot verloren, hier heb je mij daar-
O 'J[ de plaats." En zij drukte, zich in zijn armen
sr» -uste hem op den, mond.
J K
woonde Hans weder op zijn hoogten, tusschen
JclartMhout en kale vlakten, bij zijn kolenbranders-
dat hem zoo aanhankelijk was. Daar meng-
a|i zich uit zijn, ouden trots, naaml°°s wee en ro
mantiek, zijn bitter-zoeten levensdrank. Hij keek op
het land neer, dat bij verloren had, en terwijl bij
hem in Mei nog de stormen woedden en alles nog niet
uit den winterslaap was wakker geroepen, schitterde
beneden, reeds het groene veld. Hij zag hoe van, dag
tct dag de wijntuinen schooner werden en, zelfs de
.verdorde tuinen va# Straga, waar het vorige jaar
gee# vrucht gegroeid was, kregen nieuw levén. Het
slot had een zonderling weemoedig lot Een rijke
Hougaarsehe a,rts, die als vriend va.n Urban van hef
heerlijke park en de goddelijke ligging van het slot
veel had hooren vertellen, was door een merkwaar
dig© liefde voor het sedert dag en eeuwigheid be
staande slot aangegrepen, geworden en had daar een
herstefi.ingsoord voor oude meiischen gevestigd. Velen
di.e overwerkt en afgetobd waren, zouden in deze
oorden hun rust, zoo mogelijk hun gezondheid weer-
viuöen. Hans was dit veel lierver, dan, wanneer een
overmoedig zakenmensch daar beneden was ingetrok
ken, zooals hij eerst ha,d gevreesd. Zoo was het hem
go.>d: d;- toon van sterven en ontzeggen klonk ver
der door da,ar beneden en He harmonie van Straga
bleef zacht en droevig gestemd-
Het gezellige, drukke gedoe van daar beneden, van
heD die in de wijntuinen werkten, dat ontbrak hem
daar boven, en miste hij zeer; ook al die bekende ge-
luiaen, die daar beneden tot hem hadden gesproken
van veel moois en liefs, hij miste het daarboven in
zyn oneindige eenzaamheid. Neen, zelfs een schijn
va# geluid drong hierboven niet tot hem door. In
sti'le treurigheid zat en woonde hij daar boven en
de boeren, die de raadselen zijns gemoeds niet wis
ten te ontwarren, vertelde# allerlei en veel van hem.
Hij was in handen van den duivel gevallen en
dreef daar boven nu zijn duivelskunsten. Hij was
daarvan nu minstens al half dwaas of krankzinnig
geworden. En met bezorgdheid loerden zij naar bo-
ver, naar den Gorianz, of niet spoedig een verrader
lijke hagelbui hen treffen kon. „Doet hij het, dan
steken wij zijn heksennest in brand," zwoeren zij be
neden, maar niemand waagde zich in den omtrek van
de berghut. Zij wisten het wel, hoe vlug Hans den
loop van. de buks in de hoogte had en dat hij lak
had aan gerecht en rechters, hij was daar boven
koning in zijn eigen bezitting.
Maar hij was nog zoo jong. Slechts een man van
zestig jaar en ouder had het daar boven uitge
houden by groote zaelsverbittering; een jonge man
met drang en scheppingskracht in zich, kon het leven
ddar niet uithouden.
En toch scheen het, als was dat leven voor Hans
de natuurlijkste, de meest aangewezene levenswijze.
Hij kwam slechts beneden, wanneer hij vleesch, wijn
of tabak noodig had. Daar hij dat, trots allen spot
en haaf, in het dorp Straga haalde, droeg hij bij
zulke bezoeken steeds het repeteerpistool in den
gordel, als openlijk teeken. dat hij zich in vijande
lijke omgeving wist Hij zeide het ook ronduit. Het
slot Straga bezocht hij nooit, hoe de eigenaar hem
dat ook vroeg en hem de torenkamer tot bewoning
aanwees. Hem was het alleen daar hoven op de ber-
gen wel te moede. Zijn natuur, die zich steeds had
j afgewend van de dingen van het vroolijke, lichte le
ven., nijgde als vanzelf naar afgetrokkenheid en ont
zegde zich zonder eeni'gen hinder wat soms auderer
zinnen onmisbare vreugde heette. Hij las veel, speel
de op zijn kleine piano, die hij met veel moeite naar
boven had laten brengen, en. jaagde op zijn grond,
met den ouden, bekenden hartstocht. En daarbij ont-
zegde hij zich alle verdere genot. Zoo nu en dan
maakte hij zich een goeden maaltijd gereed, maar
meestal kon, wat hij nuttigde, den n,aam van maaltijd
niet dragen, eenvoudig ais hij zich met brood en ge
roosterd vleesch tevreden stelde.
Dat was hem goed en hij ontbeerde niemendal naar
zijn gevoelen. Zijn klein huis met de 3 vertrekken,
een keuken, een goede zit-, en een slaapkamer, wa
ren met Meve dingen behangen en gevuld, zoodat hem
riets te wenschen overbleef.
Slechts de gedachte aan de mooie mevrouw Utta
bïeef hem rusteloos by, de liefste zijns levens, die
hij maar zelden en in het geheim op Rankenstein
mocht bezoeken. In, het inidden van Juni, toen
zijn verlangen naar haar zoo groot en onweer
staanbaar was geworden, en de dag nader kwam, dat
hij haar zou mogen wederzien, was hem ee# kort
briefje van haar, naar boven, gebracht. „Blijf boven
en wacht. Kom niet, ik zend je bericht, dat je zal
verrassen."
Wat was dat nu weer? Wilde zij hem opnieuw pla
gen en hi#deren, opdat hij, dien zij niet missen wilde,
zijn bergen ontrouw zou worden? Of was de man ge
komen, die haar trouwen wilde? De groote mijn
heer, dien hij haar half hoonend, half in angst zelf
had aangewezen?
Zoo kwelde hem het leed zelfs nog op zijn zoo
orherbergzame hoogten.
Dan kwam de avond, -waarop de dag volgde, dat de
zomer begon. Vol wisseling schoof het licht zich in
den namiddag over de bergen. Een storm streek over
den Gorianz, die water meebracht, dat neerplaste, en
v» aarvan Hans de zilveren beken naar beneden zag
1 stroomen, toen bij hem reeds weer de zon aan den
hemel stond. Maar weder en. weder kwamen er woi-
keL die haar last lieten neerkletteren.
Maar tegen, den avond werd het beter en Hans
maakte toebereidselen om zijn vreugdevuur te ont
steken, zooals hij alle jaren op dezen avond de
Zij zouden in de gansche omgeving zien, dat daar
boven de eenzame jager zijn gebe>d tot den hemel
liet oplaaien-
Hij droeg hout bijeen; ver moest hij naar bened-a
1 gaan, om uit het bosch zijn brandhout te halen. En
terwijl hij steeds zoo droeg en sjouwde, u-ok c n
stille nevel den Alpenkam langs en van, beneden t -
gen de boeren den laatsten top. dèe, welke zoo een
zaam en verlaten steeds nog roodgoud was gekleurd
door de laatste zonnestralen.
Tegen den avond gloeiden de vuren op de hoogten
rondom- Wijngejubel, liefdesgekrjjt, hoopgeroep, spron
gen van hoogte tot hoogte, tot elkaar over; alle ver
ten riepen elkaar 'toe. Maar geluidloos gloeide ook
vanaf de hoogte van den Gorianz h6t vuur van den
onterfden edelman
Mevrouw Utta beefde den, gansehen dag onder de
herinneringen, die in haai- geest opstegen. Nu was
het weer de geheimnisrijke dag van de hoogte aller
liefde; vol van vermaning voor hei. opwaarts gaan;
vol vervulling en vol siddering voor het beginnend
sterven.. Zij begreep de zoet-bïttere beteekenis v. r,
ctï,en dag, en verlangen greep haar aan. Zij werd
als van haar slot weggetrokken. Zij had gezegd, dat
zij een bezoek moest afleggen, dat misschien nogal
lar-g zou kunnen duren. Misschien wel eenïge dagen.
Haar zorgzame kamerjuffer moest niet meer vragen,
maar vooral alle bezoekers tevreden stellen. Waarheen
de brieven zenden? Nergens heen. Waarheen de rei»
ging? Naar de zee. Misschien wel naar Triëst, Vene
tië.
Zij ging evenwel met het spoor slechts tot Straga-
Dan het bosch in, en ddar, daar bloeide haar hart
op. Haa# bagage had zij in het station achtergelaten;
die kon zij wel laten halen. En niets droeg zij dan
een lichten, el penh eengelen, doorzichtige#, zijden
mantel, waarin zij zich geheel hullen kon, met groo
te kap. Deze regenbeschermster droeg zij gerold over
een electrisehe lantaarn m een pakje. Want zij
wilde ver en lang wandelen, en den weg kende zij.
Bij de eerste regenbui stond zij een poosje onder
do grootte kastanjeboomen. De tweede bood zjj dap
per het hoofd in haar zijden mantel en lachte over
het vroolijk geparel der regendroppels. Dan werd het
schemerig en donker in het bosch; maar nu diende
haar als wegwijzer het eenzame, gloeiende punt daar
ginds op de eenzame hoogte.
Wordt vervolgd.