't midden bot lijk in, gehurkte houding bevond. Het geëxposeerde aardewerk is in I groepen afge deeld, nl.: I Saksisch en yroeg-middeleeuwsch aardewerk; 2. Aardewerk uit de praehist. hutten cii, graven; 3. Voorwerpen uit de koepel graven; -1. Aardewerk uit, de praehist. palissaden. Met de foto's en reconstructies vormt dit een uitgebreide en leerzame collectie, die in een lcleiu bestek bijeengebracht, veel opheldert over het leven ln en bet wezen van de Hunncschans in vroegere eeuwen. Weldra zal op de Hunneschans een, bord verrijzen, dat belangstellenden verwijst naar de woning van den boschwachter, die zeer welwillend iederen toegang zal geven tot de Kamer, waar de collectie is geëx poseerd. 1NVALIDITEITS- EN OUDERDOMSVERZEKE- JRING. Men verwacht, dat de commissie van voorbereiding voor de Invaliditerts- en Ouderdomsverzekering, die a,s. Maandag in, het gebouw der Tweede Kamer bij eenkomt, met. minisjer Talma, de geheelc volgende wei k aan, hare werkzaamheden zal wijden. II AGvSCHK SNORDERS. We lezen in Het Vaderland: Een mededeeling omtrent het verkeerswezen in den Haag. die duidelijk bestaande toestanden, typeert, doet S. It. W. in een artikeltje in het Weekbl. voor Dierenvrienden. Volgens hem zijn er in Den Haag meer dan vijftig koetsiers, die zonder nummer rondrijden. Koetsiers, die van gemeentewege geen n,ummer hebben, mogen niet stationneeren. De paarden mogen geen ©ogen blik stilstaan, zelfs niet om gevoederd te worden. Artikel 45 van de Algemeepe Politieverordening verbiedt, het rondrijden met rijtuigen (die geen num mer hebben) met het doel die te verhuren. En toch zijn er, volgens den schrijver, méér dan vijftig. Die verordening schijnt dus geheel ontdoken te kunnen worden. Daarbij komt nog bovendien, dat de meeste rondrijders geen beroepskoetsiers zijn. Ik sprak met verscheidene van die rondrijders en informeerde naar hun toestand. Een er van zeide mij, dat hij overdag sleeper was. Hij bezat éen paard, dat nu voor zijn rijtuig stond. Het dier was dampig. Het zag er uit geput en ellendig uit. Hij vertelde mij, dat dit dier 's morgens te vijf uur voor een wagen werd gespan non om sleepersdiengten te verrichten, ook o.a. menig maal naar Wassenaar enz. om afval van ~.visch weg te brengen, waarmede de landerijen dan bemest wor den Dan kwam hij te zes uur 's avonds weer thuis en spande zijn paard af om het dan te zeven uur (dus éen, uur later), weer voor zijn rijtuig te span nen, waarvoor het ongelukkige dier dan tot drie uur 's nachts moest dienst doen, en, dan,... begon het weer 's morgens te vijf uur opnieuw. Dus twee uur rust. De man reed nu 's avonds rond en als hij een vracht had en dan weer terug was, mocht hij met zijn rijtuig niet stilstaan, want 't had geen nummer. (En nummers worden maar tot een bepaald aantal uitgegeven, daar men beweert, dat er geen stand plaatsen genoeg zijn). Altijd maar door stappen zon der een oogenblik rusten. Indien deze mededeelingen juist zijn en zij maken daarvan helaas wel den indruk dan is het hoog noodig, dat tegen dezen vorm van dierenmis handeling met doortastendheid worde opgetreden. WEE TREURIG. Dinsdag is bij het zwemmen te Moerdijk de zoon van den aannemer v. d. P. verdronken. De vader te Dussen ,werd telegrafisch verwittigd. Per stoomfiets naar Moerdijk komend ontmoet deze onderweg een vrouw met een kruiwagen, kan niet wijken, valt en breekt een arm. Na eerst te Zwaluwe verbonden te zijn, kon hij per rijtuig naar Moerdijk. BOSCHBRAND. Men meldt uit Lonneker: Door onbekende oorzaak ontstond brand in een bosch van den landbouwer G. J. Bos. gelegen aan den Lappenweg in de richting van het Aamsveen. Ongeveer 6 bunders, waarvan 2 bunders dennen en eiken en 4 bunders heide, werden door de vlammen vernield. Tengevolge van de droogte was aan blus- schen geen denken de brand doofde gelukkig, doordat het terrein aan drie wegen en een weide was gelegen. Eerst te 2 uur eindigde dit vernielings werk. De vlammenzee was op verren afstand te zien. PECH. Zekere W.. wonende te Amsterdam, bevond zich gisteren met familie in het park Sonsbeek te Arn hem. Een der leden had opdracht een taschje. waar in 70 gulden, te dragen. Deze laatste had de on voorzichtigheid het taschje aan een bank te laten hangen en toen hij er om dacht en terugkeerde bleek het taschje verdwenen. Later werd dit teruggevonden in het park. doch de guldens en rijksdaalders waren allen gevlogen. DE WARMTE. De arbeider A. S„ te Nijega, oud 35 jaar. die naar het land was gegaan, om boontjes te wieden, werd 's middags 1 uur dood gevonden. De warmte is hiervan de oorzaak. De overledene laat een vrouw en zes kinderen na. EEN* ONDERGESCHOVEN KIND. In het begin van April werd te Tiel aangifte ge daan van de geboorte van een kind, waarvan het ge rucht al spoedig vertelde, dat het een ondergescho ven kind was, geboortig uit een ongehuwde vrouw i:i het naburige dorp Ravenswaaij (gemeente Mau- rik). Ambtshalve heeft de kantonrechter te Ticl in do laatst© civiele zitting van het kantongerecht, als voogden, van dit kind aangewezen don vader cu den broeder van het Ravenswaajjsche meisje. Met belangstelling wacht men af, wat nu verder do loop dezer ongewone zo ik z'al zijn, nu de voog den bet beheer ovei* dit kind kunnen doen gelden. WAARDKKRIXG VAN 1>E STENOGRAFIE. „De Gevleugelde Pen' gewijd aan de belangen der stenografie, naar hel systeem Slolze-Wery, is als feest nummer verschenen bij de gelegenheid van liet twiniig- ligjai'ig beslaan der Verccnigiiig. Aan een aantal autoriteiten is hun oordeel over het nut van het „kortschrift' gevraagd. Allen zijn uitbundig in lof behalve Vistor de Stuers. van wien deze boutade is: „Sinds den val van Adam en Eva hoeft de mensch.' geen noodlottiger uilvinding bedacht dan de stenogra fie; want daardoor wordt onnoemelijk veel gekletst, ge zanik cn geraaskal letterlijk en in extensp vastgelegd. Gélukkig daalt de kwaliteit van het papier.'' YICTOR DE STUERS. Geestig is ook Dc Sluer's collega, het Kamerlid Lief tin ck „Het kortschrift, verei.seht veel oefening en bovenal veel intellect .Het is een der nuttigste vindingen cn zou alleen door de kunst van kortspreken kunnen worden overtroffen. „Deze vordert nog meer intellect en nog meer stu die". FR. LIEFTlNCK. DOMINEE HOOREN. Uit Zuid-Holland togen twee hoeren naar Driesum. om' den gereformeerden predikant de hooren. Eerst liadden ze zioh, naar het „NTieuwsbl. voor'KolIurn'' meldt, door een blad, waarin de predikbeurten worden geplaatst, uil Leeuwarden te laten komen, vergewist, dat dominé prceken zou. En tocli. toen zij aankwa men, was hij er met, maar las de ouderling een preek. Het genoemde blad herinnert zich nog een ander geval. In zekere plaats was het preeklezen bij domï- né's afwezigheid vaste gewoonte. De ouderling, die het deed. stond dan on den kam cl. En de z.g.n. dominé-noorders. mecnende, dat het de dominé zelf was, (de ouderling •schijnt het er hog ai knap te hebben afgebracht) brachten zulk een gunstig rapport uit. zoodat dominé werd beroepen, en men toch maar den ouderling had gehoord. Gemengd Nieuws. MEER DAN 47.000 KILO OUD-PAPIER VER DUISTERD. De handelaar in oud-papier, de heer J. H. Menlen, ie Amsterdam, die een inkoopmagazijn bezit in de Wijde Steeg, kwam dezer dagen tot de ontdekking, dat de voorman van zijn personeel, in wien hij hei volste vertrouwen had en die ongeveer S jaar bij hem in dienst was, in een tijdsverloop van G maandens vermoedelijk moer dan 47000 kilo oud-papier, een waar de van f 560 vertegenwoordigende, verduisterd had. Wanneer men weet, dat een groote baal ongeveer) 50 kilo bevat, dan kan men begrijpen, welk een grootc hoeveelheid verdwenen is. Bij het opmaken van de balans in de papierfabriek aan de Koslverlorenvaart, waar het oude papier dat in de Wijde Steeg ingekocht wordt, ook gewogen wordt, bemerkte men, dat ér 47000 K.G. ontbrak uit het inkoopmagazijn. Als verdacht deze verduistering gepleegd te hebben, werd na aangifte de. voorman gisteren op het politie bureau aan de St. Pictershal in bewaring gesteld: DE GEHEIMZINNIGE MOORD TE NEW-YORK. Nog steeds last men in het-duister in zake de be weegredenen der mannen die den speelhuis-houder Herman Rosenthal. vermoordden. Herman Rosenthal had. naar hij beweerde, «ene hypotheek van f 3600 tegen' 6 percent op den inven taris zijner woning opgenomen hij een polilie-lmle- nanl. met de bepaling, dat hij dat geld in een speel huis zou mogen steken, waar hij niet door de politie zou worden lastig gevallen, zoolang hij geregeld do rente der hypotheek, met eenc kleine vergoeding, blééf betalen. j De man werd echter niet met rust gelalen. Nauwe lijks toch was hij met de inrichting van zijn speel huis gereed, toen de politie een inval deed, op alles beskig legde en hem in hechtenis nam. I Rosenthal deed hierna een boekje open 'over de politie, liet eene verklaring betreffende de geslolén hy potheek in een der groote dagbladen opnemen, eai verklaarde voorts nog dat er bij de politie een rast tarief bestond voor haar gunsten aan speelhuizen. Zoo moet voor het openen van een speelhuis f 1200 be taald worden, voor do exploitatie van zulk eene ge legenheid f 720 's maands, enz. Over het geheel wordt aan de veiligheid der politie wel geloof gehecht. Alen wijst er op .da' er zooVele Amerikaansche politie-ambtenaren rijk zijn. wanneer zij hun ontslag nemen. En zoo wordt ook in dit géval door velen de verklaring van Lierman Rosenthal als geloofwaardig beschouwd, en zijn dood' het gevolg'go acht van den wensch der politie, om' den lasligen ge tuige 'den mond voor goed te snoeren. Aan de zijde der politic wordt nil beweerd, dat het speelhuishouders moeten zijn geweest, die Rcsentlial doodden, uit vrees dat zijne openbaringen hun be drijf in gevaar zouden brengen Reeds sedert cenigen, tijd moe'en collega's van Rosenihal zich hebben uit gelaten. dat het tijd werd dien „verklikker' uit den weg te ruimen. Naar de Köln. Ztg. uit New-York verneemt, zijn tliaus vier personen in hechtenis gesteld in verband ,'met den moord, geploegd op den eigenaar van een speelhol, Rosenthal. Do ambtenaar van het open haar ministerie Whitman heeft een onderzoek geo pend naar de betrekkingen, die - naar beweerd wordt besta&n tusschen, de politie en belangheb benden bij speelholen. Een vrouw heeft aan den amb tenaar van het O. M. meegedeeld, dat de automobiel, waarin zich de moordenaars van Roseujhal hadden bevonden, in den nacht van den, moord urenlang had gestaan voor het huis van den inspecteur van ■politie Becker, die door Rosenthal beschuldigd was van liet heulen met de spoelholexploitantén. Volgens den ambtenaar van het O. M. heeft de politie de moordenaars niet belet, te ontkomen. Er waren 5 politiemannen in de onmiddellijke nabijheid van de plaats, waar de moord gepleegd werd, doch geen hunner had zijn revolver gebruikt. Het hoofd' der New Yorksche politie heeft de be schuldigingen van den ambtenaar van het O. M. krachtig gewraakt. Deze beschuldigingen van den ambtenaar, Whitman. waren trouwens zoo kra» moge lijk. Whitman beticht de politie ervan, deel uit te maken van een geheime organisatie, die n,aar wille keur de wetten verkracht en met voeten treedt. De toestanden zijn vroeger nooit erger geweest dan zij thans zijn. Een voor de politie bezwarende omstandig heid was zeide Whitman dat de dienstdoende agenten zes verschillende n,rs. van de bewuste auto hebben opgegeven, die alle zes fout bleken te zijn. De New-Yorksche bladen bevatten felle aanvallen op de politie. Zij betoogen, dat de leiding van dien tak van dienst niet langer moet berusten, bij de ge meente, doch aan den staaft behoort te worden over gedragen. De New York World schrijft dat Rosenthal in ,koelen bloede vermoord is door „the system", d. i. het complot tusschen de politie en de misdadigers. De New York Herald en de New York Eveuing 1 Post houden de politie aansprakelijk voor het ge- j beurde. En de N. Y, E. P. betoogt nog, dat enkel een spoedig optreden, van de politie en het pakken 'van de schuldigen kam. voorkomen, dat een enquête gehouden wordt, dia alle tekortkomingen van de po litie zal aan het licht brengen. NATUURPARK. Een natuurpark, zooals Duitschland er nog geen bezit zal in den liartz ingericht worden. De ge meente llartzburg heeft middelen voor het voorberei- I dende werk beschikbaar gesteld en de regsering sleun toegezegd. Het park komt cp. een terrein van 2000 morgens, waarvan liet Radau-dal, de Ettersberg, liet Eekcr-dal en het Hasselbach-dal de grenzen vormen. Drie vierde gedeelte wordt bestemd voor planten, een vierde- voor dieren. Dieren, die in den Hartz aan het .uitsterven zijn, zullen behouden worden en andere-als de los, de eland, de beer en de oeros, die er niet meer voorkomen, zullen er heen gebracht worden.. Op den Winterberg, hel hoogste punt van hol terrein, zal een groot hotel komen t.e staan. DE DOLLAR-ZANGER. Caruso's inkomen wordt ruw geschat op 450.000 i gulden jaarlijks; daarvan r" 250.0Ou in het wint.er- j seizoen, f 125.000 aan tantièmes van, verschillende- gra,mofoon,-maatschappijen, en voor de rest „bijver- diensten" aan gastvoor ste 11 Lugeu, in, den winter en I zomer. Zoo heeft hij juist te Buenos-Aires een con- j tract afgesloten voor zeven voorstellingen tegen 7000 dollar per keer. Men weet op 't laatst heusch niet wat men in Caruso meer moet bewonderen; zijn artistiek of zijn economisch talent. EEN M1LLIOEX IN 1>E STERFKAMER. Te Weidlingau bij Weenen is een maand geleden barones Julia Ceschi di Sanjta, Croee overleden, een zuster van éen, lid van het Heerenhuis, Freitli. Von ÉUubeck. Zij had de laatste jaren eernaam geleefd in een klein donker kamertje, en de laatste maanden het bed gehouden, slechts bediend door eene oude portiersvrouw, terwijl niemand behalve de genees- 'heer haar mocht .bezoeken. i Toen na haar dood de lijkschouwingscommissie j baar kamer betrad, zag deze er zeer verwaarloosd uit. De meubelen lagen dik ondier het stof, in de hoeken der kamer stonden kisten en doozen, op den gron,d lagen bóuquetten en kransen onder een dikke stoflaag. Bij het doorzoeken van haar kamer ont dekte men, dat de overledene een vermogen van meer dan éen, millioen kronen ia aandeelen en pa pieren van waarde had nagelaten. Men vond ook een aantal coupons van aandeelen .die reeds lang" waren vervallen. Men vond verder niet minder dan tien tes tamenten, waarbij zij de gemeente Weidlingau en ver scheidene kloosters tot erfgenaam van haar vermo gen benoemde. Volgens de wet zijn haar - broer en haar verwanten de erfgenamen. De rechtbank zal de geldigheid-van de testamenten onderzoeken. De over ledene was zeer weldadig. Eenigen tijd geleden deed zij; de gemeente AVeJdlingau anoniem 70.000 kronen toekomen. EUROPA'S OUDSTE VORSTIN. Vrijdag, den 19den Juli. vierde in het stille resi dentiestadje Neu-Strelitz een Duitsche vorstin haar 90sten geboortedag, namelijk grootherfogin-weduwe Augusta Ka- icjline von" Alecklenburg-S trelilzZij werd in 1822 in Ilannover geboren waar haar vader Adolf Frederick, hertog van Cambridge ,nls stadhouder en latei' als vice-koning in plaats van zijn broeder koning George IV en AYilhelnu IV van Engeland resideerde. Haar moeder was prinses Augusta von Hessen-Kassei. Den 28sten Juni 18-13 trad zij in iiel Buckingliam Palace te Loo iden in bet huwelijk met den toenmaligen erf-grool- hertog Friedridi Wilhelm van .Ueckienburg-Strelilz. die in J360 aan de regeering kwam- en met wic-u zij den gouden en diamanten bruiloft kon vieren, voor bij ju 1904 in hoogen ouderdom stierf. Aldus heeft de vorstin op Duitsohien. bodem haar leven hoofdzakelijk doorgebracht, ofschoon zij zich steeds in de eerste plaats een Engelsche prinses blééf gevoelen. Van deze gevoelens heeft zij nooit een ge heim gemaakt.maar ook waren zij voor haar geen beletsel om voor het kleine landje, waarheen liaar eclilgenodt baar gevoerd had, oen landsvrouwe te zijn. die haar onderdanen lief had. Reeds als kind kwam zij met verschillende politici van naam "in aanraking, terwijl zij later met Peet. Pal- merston. Dioraeli, Gladstone en Salisbury in voort durende betrekking stond, evenwel ook niet schromend hun onomwonden haar meening te zeggen. Toen hel stormachtige jaar 1848 de Mccklenburgers naar de wapenen, deed grijpen, was het niet iiet ininst aan haar energiek optreden 16 danken, dat de ge beurtenissen niet een al te ernstige wending namen. Een zware slag was het voor haar, toen haar ge maal het gezicht verloor en geheel 'blind was. AVel wist zij haar leed moedig le dragen, maar liet gevolg was, dat het steeds stiller aan het Neu-Süelilzer hof werd. Jaarlijks vertoefde zij echter met haar echtgenoot, wien het. niettegenstaande zijn lichamelijk lijden, niet aan reislust ontbrak, geruimen tijd aan het Engel sche bof, waar zijl zich geheel tehuis voelde. Toen brak voor Duitschland eeu'nieuwe ontwikkelings periode aan. die als eerste offer de zelfstandigheid van 't Ilannoversch geboorteland eischte. 't Is te be grijpen. dat de groothertogin haar gemaal, die zich slechts tegen zijn zin bij Pruisen aansloot, in zijn tegenzin tegen de nieuwe orde van zaken versterkte. Al leen de tüsschenkomsL van den groothertog van Sciiwe- rin en de familierelaties, die sedert de dagen van koningin Luise tusschen Berlijn en Neustrelitz beston den, redden in dien tijd den troon voor den groothertog, loch was er tusschen de beide hoven een scheiding gekomen, die eerst door keizer -Wilhelm II opgehe ven werd. Koningin Mary van Engeland heeft reeds verschei dene malen een bezoek aan Neustrelitz gebracht en onderhield met haar tante een geregelde biïcfwisseling De groothertogin betreurde het ten zeerste, de kro ningsfeesten te WeslmmsLer iniet te hebben kunnen bijwonen. Kort geleden verklaarde zij zelf no«- De voeten en 't gehoor willen niet meer goed!"' est dan vervolgde zij, op haar voorhoofd wijzend: „Maar hier js alles nog net als vroeger.' EEN HONGERSTAKING. Tengevolge van het ontzetlende stelsel, dat "wordt toegepast op de wegens politieke misdrijven tot dwang arbeid veroordeelden, is een staking uilgebroken oirtfca- de gevangenen te Pokrof. Deze gevangenis was in ge heel Rusland berucht wegens de wieedJieden, wefko er werden gepleegd onder de leiding van Tsjerlenofski. De knoet werd er dagelijks gebruikt. Het stelsel 'is sedert zijn vertrek niet veranderd. Onlangs nog legde de directie beslag op 700 boeken door de gevangenen zelf gekocht. Voor de minste inbreuk op het reglement worden de gevangenen in de onderaardsche gewelven opgesloten. Onlangjs werd een der gevangenen, 'Trot- senko, die reeds tweemaal mei de knoet was behandeld en m het geheel 6 maanden in de onderaardsche ge- werven was opgesloten, opnieuw veroordeeld, hoewel zijn zwakke gezondheid niet toelaat, deze maatregel toe te passen. Zijn vrienden richten zich tot de directie met het verzoek, hem in vrijheid te stellen. Dit werd geweigerd waarop 21 gevangenen verklaarden, dat zij geen voedsel fneer zouden gebruiken. Allen werden opgesloten in de onderaardsche gewelven. Het gerucht van de staking verspreidde zich in de stad, waarop de plaatselijke overheid ecnige vertegen woordigers en genoesheeren zond. die constateerden, dat Trolsenko, hoewel zwak. niet ziek was. Den volgen den dag vernamen de gevangenen, dat een van hen met de knoet was gestraft, als resultaat van dit zooge naamde onderzoek. Onmiddellijk voegden zich nog 29 gevangenen hij de stakers. Thans weigeren 50 Gevan genen alle voedsel. APACHEN ALS MATROZEN. De zeeliedenstaking le Marseille heeft hoogit zon derlinge gevolgen. De Fransche stoomboot „Le Pro- vence die Maandag met 728 passagiers té Ilio de Janei.ro aankwam, was, wegens de staking te Marseille groot endeels met vagebonden bemand. Gedurende de reis hadden dezen de passagiers met revolvers bedrehd en hen mishandeld zoodat zij herhaaldelijk een paniek aan boord veroorzaakten. De gezagvoerder deed terstond bij aankomst de apachen achter slot zetten en de tocht naar Buenos Aires werd niet voortgezet, dan nadat alle wapens van boord verwijderd waren. Och, houd toch op met al die leelijke praatjes over anderen! Vertel me liever wat moois van jezelf; als je dat ten minste kunt. En houd anders jo mond. Hebt ge wel eens opgem-criri, hoe gemakkelijk het is. vriendelijk te zijn tegenover menschen, die je'eigen lijk niets schelen kunnen AAanneer al ons denken, verlangen en begecrcn dj) ons voorhoofd geschreven stond, zouden we wel 'n minder groot woord hebben over de zonden en af dwalingen van anderen. de. die voor mij gestorven is" stond er boven,. En üe,^ naam van Wollgang Aniadeus Mozant daarnaast. Een naam als zoovelen, De dominé had den negentigjarige noodig voor een schilderij, dat hij thuis was begonnen en op zijn ezel stond. Het moest van dien avond spreken, waarop men Jezus ten grave droeg- Bewegingloos zat de dominé met het peuseel in de hand. Hij schilderde niet, maar zijn, schilderij werd grooter en bloeide ou der het spel der beide anderen, als een wonderbloem. Op deze manier kwamen die -drie menschen bij el kaar en vanaf dat oogenblik zochten zij zooveel mo gelijk eikaars gezelschap. In Jacobshof heette het al ze'er spoedig:- met deu nieuwen, schoolmeester had men ook geen gelukkige k^us gedaan. Wanneer men met vioolspelen en doe delen tevreden moc-st zijn, had men den zwarten Bal- thes wel tot schoolmeester kunnen benoemen. Over den schilderenden dominé was men het allang met elkaar eens. Dat de kreupele op de fluit blies, ver wekte geen verdere ergernis. Want wanneer men gebrekkig is, kan men van zulk een persoon niet verlangen, wat meu van een gezonde eisclien kan. En wanneer meu de zwager is van Klotz van den Koudqn Grond, dan, kon men luieren en slapen zooveel als men wil, dan heeft men ln den winter toch voldoende te eten. Op menigeu avond ln. den zomer, wanneer het in de kamer va;n Heinrich feest was, kwam het andere kind van den doodeu uurwerkmaker het smalle veld- pad vanaf den molen langs. Niet zeker e» welgemoed kwam zij. Zij geleek eer der op die koningsdochter in het sprookje, die met het bedelnapje onder het kleed in het feesthuis komt, om daar heimelijk van den overvloed te halen. Liezel zat dan naast den dominé en luisterde naar het spel der beide anderen, dat als de oogst buiten op don akker, van dag tot dag tot meerdere rijp heid kwam. Stil en zonder iets meer te wenschen zat ziji daar, en vergat de aardie; een echte dochter van •den dooden man, die de sterreu kende en de stee- nen' niet zag. En wanneer die twee lang genoeg gespeeld hadden,. streelde de molenaarster haar broeder het hoofd in, inrige teederheid. De schoolmeester pakte zijn viool i in en keek niet naar broeder en zuster. In den helderen maneschijn liepen dikwijls deze] vier menschen met elkaar tot aan het schemerende I woud. De drie mannen spraken van hun kunst als van iets heiligs, dat uit vreemde diepten opstraal-t en dat zij slechts willen grijpen, maar niet meester kunnen worden sis aardseh licht. Daarbij laaide de jhemel van gele vlammen,, en de verre hoogte lag stilgeworden in den laatsten, avondglans. Eenmaal had de dominé gevraagd, of mijnheer Klotz niet van muziek hield, omdat hij nooit mee kwam. Toen keek Liezel op ais een slaapwandelaar ster die men aanroept. Dan schudde zij het hoofd en «zeide iets over véél werk en veel vreemde men schen, die het opzicht van den meester noodig had den. En plotseling bleef zij staan. „Zoo, nu is 't ge noeg,'ik moet wat vlugger loopen." Zij gaf elk in (groote; haast de hand en snelde heen, terwijl de anderen zich langzaam omdraaiden,. Het donkere pad onder de dennen moest zij nemen en naai- het dal afdalen. De drie anderen mochten in den avondglans op de hoogte blijven. Zij keek ach ter zich, eer zij naar beneden, ging. Hare donkere oogen schemerden. De drie liepen rustig voort. Slechts eenmaal wendde de eene zijn hoofd om, hij die, iets terzijde liep en een vioolkist droeg. Dc romer verjoeg geheelmie rust en <le eenzaamheid op den molen. Door een vreemde bedrijvigheid om geven, leefde Liezel daar. Zij had goeden wit genoog onu toe te tasten. Maar schuw cn onzeker deed zij het, zooals men in een wijd vreemd huis naar een deur zoekt. En daar was niemand die haar den weg wees. Tot Regele liep de molenaarsvrouw. „Regele zeg jij mij eens, waar kan men mij het best gebruiken. Ik wil niet het vijfde rad aan den wagen zijn naast jou." De oude keek op: „Ik hen voor de zaak en het huishouden, «n u voor den meester." Liezel klopte het hart. Het steeg haar warm naar de oogen- «-Ik wil met jou werken, Regele. Jij neemt mij alles uit de handen." „Er is steeds nog genoeg te doen." gaf de oude hard ten antwoord, „wacht maar eveb, dan zijn er kinderhemdjes te naaien en meer van die dingen." De molenaarsvrouw liet de handen zinken. Haar •oogen dwaalden hulpeloos door de ruimte. „Neen," zeide zij boos, „neen." Toen draaide -de meid- zich om, omt te zien, of niemand anders haar hoorenkon,. „\rrouw," mompelde zij. de natte handen vooruitstekend, „vrouw, kin deren zijn een gave van God en, een groot en heer lijk geschenk. Je moet niet neen zeggen, dat is een groote zon.de."' Zij draaide zich weer om en roerde met een bezem in een kuip vol aardappelen, die om schoon te was- schen in het water lagen en lette er niet meer op, •hoe haar meesteres met sleepende schreden de keu ken verliet. Klaar én helder stond de hemel boven het bosch en tusschen de rotsen en steen,en sproeide de beek. In de ofhgeving van die Zwedenspelonk, waar de roo- de Katharine nog meegeholpen had jonge hoornen te planten, rijpten do aardbeien. De molenaar was met het geweer daar buiten. Misschien dacht hij aan dien zomer en aan de roodharige. Alle dooden willen toch steeds hun eere hebben. Eenmaal hoorde hij vioolspel uit de hoogte klin ken. Hij keek omhoog. De geschiedenis viel hem in die Michel hom reeds als jongen had verteld en die iedere Jacobshofer kende:: van den duivel, die in den berg speelt, en een andermans vrouw bij zich heeft, die men kan hooren lachen. Voor den duivel was hij niet bang. En toch ging hij nu langzaam- enschuw naar de hoogte. Achter plan ten en rotsblokken verborgen lag de ingang. Daaron der was een groote steenen plaat, die de dominé mcvst gebruikt hebben om de schuilplaats van zijii, vrouw te verbergen. Hij was er ook ééns met de roode Kathrien ge weest. maai* die had zenuwachtig gelachen en hem haar ruwe hand onttrokken. Zij was bang voor den dooden dominé, voor den duivel en voor de lachende vrou w in den berg. An,ders voor ni^ts. Sedert dien zomer had Johan,nes Klotz het hol niet meer betreden. Vandaag sloop hij zacht, op ja- ger.smï.nier tusschen de rotsen door. Hij wist zelf niet .waarom hij het deed. Er was toch niets te be- spiedt u ot weg te jagen daar boven. Het geweer droeg bij onde'- den, arm, alsof hij daar boven een, schot dacht té moeten lossen. ln het hol op een steen, zat de nieuwe school meester. Hij liet de viool en zijn strijkstok eerst zir.kt-n toen er ©en schaduw voor den ingang viel. Johannes Klotz trad binnen en groette luid. Dan keek hij langzaam in het hol rond, waarvan het vordert gedeelte in het halfdonker lag. „Zoo," zei hij vervolgens luid. „daar huist men eu speelt het laatste wild uit mijn jachtveld weg." De schoolmeester ston,d op. Hij keek verward, en bijna ontsteld. „Mijn hemel," zeide hij, „daaraan heb ik niet gedacht. Het klinkt hierbinnen zoo prachtig. Dubbel sterk kliukt het hier. Door een toeval heb ik dat ontdekt." De molenaar lachte bij de woorden van den ze- nuwachtig-en man. Hij n,am hejt geweer, ontlaadde het en stak de pajtroon in de tasch.. „Dubbel zoo sterk," zeide bij, „dat geloof ik wel, aJs de duivel met je meespeelt." Dé schoolmeester knielde en legde zijn viool in de zwakte kist, die naast hem op een steen, op den grond stond. Hij deed het met zorg, ja haast mot liefde, zooals men een, kind behandeld. Met 'n stuk roode zijde bedekte hij tenslotte het instrument. De molenaar keek toe, en op eenmaal doorschokte hem een gedachte. „Jij speelt ook dikwijls met mijn zwager?" vroeg hij. „Ja," antwoordde de ander, ,„wij studeeren samen." „En mijn vrouw ken, je immers ook?" De schoolmeester stODd op en nam zijn vioolkist onder den arm. Misschien was door het knielen zijn gelaat wat hooger rood gekleurd dan anders. Mis schien leek dat ook alleen maar aan den ander zoo. ,.Ja," zeide hij, „zij was er dikwijls, bij, wanneer ik mot Heinrich speelde." „En ook nu hoort zij het nog gaarne...?" „Ja," antwoordde de schoolmeester, „dat is een liefde, die nooit koud wordt." De molenaar lachte, „jammer (lat ik geen instru ment bespeel, jelui konden anders een-s op den, Kou den Grond komen. Maar ik ben zoo muziekdoof als een varken. Ik ken geen ander instrument dan dit hier." Hij klopte op zijn geweer, dat hem over den schouder hing. De schoolmeester keek naar buiten n,aar de sid derende schaduwen, d-ie vanuit het hol op het zaad speelden. „Dat is ook iets," zeide hij, „éen mensch kan niet alles hebben," Weder lachte de molenaar. „Zoo meen ik het ook. In het liedje heet het immers: Want zoo is 's werelds loop, Waarheen men ook staart: De een,e noodigt tot het danken uit, De ander kust de bruid." De schoolmeester stapte naar buiten. Het wa© alsof hij het niet géhoord had, wat de molenaar had ge zegd, die achter hem aankwam. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 6