t
Inkwartiering op Texel.
Grepea iu Lam- ei TmMw.
De Molen van den Konden Grond.
V
Zaterdag 27 Juli 1912.
5tje Jaargang. No. 5155.
TWEEDE BLAD.
overleg met den commandant en zulkB tot nader
order.
De Vrijheidsboomen, de steenen des aanstoots zoo
wel voor Engelschrnau als Prinsgezinde, moesten on
verwijld in, stilte weggenomen, worden, terwijl te ken
nen werd gegeven dat het den, generaal aangenaam
zou zijn, wann,eer men zich met Oranje zou tooien,
een aanvraag, die, vrijwel overbodig mocht heeten,
aangezien zulk een groote menigte, met die, kleur ver
sierd, voor het Raadhuis had geposteerd en onder
den juichkreet Oranje bpven! den officier bij zijn te
rugkomst vanuit het Raadhuis begroette; ook wap
perden toen reeds van vele huizen de Oranjevlag
gen en werd onder de overige inwoners het Oranje
vrij algemeen gedragen.
Den lOden September deed majoor Van der Hoop
de Municipaliteit bijeenroepen en vertoonde haai' 'n
order geteekend: W. F., Erf-prins van Oranje, waarbij
majoor Van der Hoop gelast werd zich naar Texel te
begeven, teneinde aldaar de noodige schikkingen, te
treffen tot huisvesting van het korps, hetwelk samen,-
SEPT.OCT. 1709. gesteld werd uit vrijwillige zeelieden en, overloopers;
Ten tijde der landing bevond zich o.p het eiland met volmacht om zich bij het bestuur van het eiland
Texel een detachement Bataafsche militairen, van te vervoegen, opdat dit aan zijn requisitiën. voldoende
het 3e bat. der 7de halve brigade, sterk 50 60 middelen kon beramen en waarbij het bestuur werd
man, onder bevel van kap. J. Cornelisse, welke op zijn, gelast om aan alle zoodanige requisitiën ten aan-
woord van eer aan, de Municipaliteit verklaarde, tot zien van, de buisvesting en het onderhoud der man-
bewaring der openbare rust het eiland niet te zuilen, schappen te voldoen.
verlaten, vóór dat de vijand, voet aan land gezet heb- Verder deelde de majoor mede, dat bereids tus-
bende, hem zou noodzaken met zijn, manschappen te-schen de 3 a 4000 man waren aangekomen en te
rug té trekken. dien ein,de werden alle openbare gebouwen door hem
Na deze verklaring besloot de Municipaliteit om, iu requisitie gesteld. Deze manschappen kwamen zoo
wanneer eventueel de militairen zouden vertrokken goed mogelijk onder dak en alles liep vrij rustig at',
zijn, tot bewaring der inwendige rust de burgerij te uitgezonderd aan het Ooster-Eud, waar een aantal
zullen wapenen,; hierover con,fereerende met den offi- brooddronken, lieden het huis van, Corp, Hendrik Bak-
cier der eertijds bestaande burgerwacht, vond zij bij ker, die als een ijverig Patriot bekend stond, plun-
dezen evenwel weinig genegenheid tot medewerking,derden. Eveneens werden de bekende Oranjeboomen
zoodat zij vrijwel op eigen kracht was aangewezen geplant, waarbij onderscheiden Patriotten onder zwa-
Des avonds van, den 27en Augustus, toen de be- re bedreigingen genoodzaakt werden, deze boomen aj-
1 vestiging der landing door kap- Cornelisse ontvangen I lerleï liefkoozimgen te bewijzen en wei-den onderschei-
was, verklaarde deze besloten te zijp alle buitenposten I den neringdoenden met geweld wijn en. sterke dran-
in te trekken, als niet in staat zijnde iets ter verde- I ken afgeperst, hetwelk natuurlijk tengevolge had dat
diging van belang te kunnen doen, ingeval er een( menigeen meer kreeg dan goed voor hem was.
aanval op Texel geschiedde, dan alleen van de Schans; J Den volgenden dag eischten de officieren, bij die
verdei-, dat hij, met achterlating van 10 man voorcorps geplaatst, dadelijke inkwartiering bij de bur-
het Raadhuis aan Den Burg, de Schans zoo lang be- l gers, alsook dajt aan ieder man een half pond vleesch
zet zou houden als mogelijk was. tot wanneer deen een, pond brood gegeven zou worden, waaraan
men verplicht was te voldoen
Aangezien de burgerij zich door deze inkwartiering
zeer bezwaard gevoelde, werd op haar voorstel dooi
de. Municipaliteit, eene commissie benoemd, bestaan,de
tuit de koeren H. Kikkert en 1-1. M. Ahlé,_ ten einde,
zich aan Den J-Ielder bij 'déii 'Erfprins te vervoegen
en, vpn dezen vermindering van den, druk te verkrij
gen. Aan, Den Helder werd deze oommissie natuurlijk
met een kluitje in, het riet gestuurd met de mede-
Engelschen meester waren van, de reede en toebereid
selen maakten om het eiland to bezetten, wan,neer
hij zich genoodzaakt zoude zien met zijn volk te reti-
reeren, teneinde bet vaderland nog eldiers va,n dienst
te kunnen, zijn.
Des anderen daags, den 2$sten d»us, bespeurde men,
.reeds onder de Stadhoudersgezinden voorbereidselen,
om door vreugdebetoon hun ingenomenheid met den
loop der zaken te doen blijken, waarin, zij evenwel t
zooveel mogelijk werdenj tegengegaan, en tot kalmte 1 deeling, dat binnen drie dagen verlichting was tever-
aangemaand door den Schout van Texel, den burger wachten, welke toezegging nimmer is vervuld gewor-
M. Langheid. Onder deze Stadhouders- of Prinsgezin- l den.
den bevon,den zich ook eenige der achtergelaten mili- I Hierdoor werd de toestand voor de inwoners steeds
tairen voor het Raadhuis aan Den Burg. die, zich hachelijker, ook al doordak het eiland van allen toe
met het volk verbroederend, ruimschoots getracteerd voer was verstoken en, de behoeften daarentegen al
en met Oranje versierd wei-den en die met een vlag J grooter werden. Daarbij kwam nog, dat de Engel-
,'ieen, en weer liepen onder een, menigte volks, voor schen alles opkochten en vervoerden, voor de vloot,
'liet huis van, den chirurgijn, Ahlé tezamen gescholen, j Een -en ander leidde tot het opmaken van, een staat
De Municipallitedt, op een en, ander natuurlijk niet I van levensmiddelen, waarbij ambtelijk geconstateerd
gesteld, gaf hiervan kennis aan kap. Cornelisse. metwerd dat er nog voor zes dagen rogge voorhanden
'verzoek om een, degelijk officier aap, de manschappen i was; gort, erwten en boonen. werden echter op het
'voor het Raadhuis toe te voegen; deze verklaardegeheele eiland niet meer aangetroffen, dus kan men
evenwel zulks niet te kunnen doen en trok kort j zoo ongeveer nagaan hoe de toestand was.
daarna zelfs -de wacht in. j Den l&den werden .de voornaamsten onder de bur-
De volksmenigte, voor bet buis van Ahlé verrza- gerij bijeengeroepen en verkozen de aanwezigen tot
meld, als toen. niets ineer te vreezen, hebbende van die hunne afgevaardigden de heeren H. Kikkert, W. Keij-
inilitairen, waarvan verondersteld moet worden, dat ser en L. Spruyt, aan welke werd opgedragen om
ze ondanks alles hun plicht betracht; zullen hebben,andermaal den hoogen nood, waarin, de inwoners zich
achtte thans den tijd gekomen de vlag op den toren bevonden, bij request aan den Erf-prins voor te dra
van Den Burg te plaatsen, hetwelk onder gejuich engen, met de ootmoedige bede, dat het aan Zijne
gejubel geschiedde. j Doorluchtige Hoogheid behagen mocht, de inwoners
Van alle torens van het eiland wapperden op dat van. den, drukkenden. last der inkwartiering te verlos-
oogenblik de nationale en Oranjevlaggen, behalve die1 sen, en zoo lang- de aanvoer naar Texel afgesloten,
van Oude Schild, waar zij op last en met bedreigingbleef, vrij te stellen van de levering der vareisehte
van, kap. Cornelisse -waren neergehaajd. In den loop granen.
van den.avond van, dien zelfden, dag verliet deze met j Oolc dit vertoog werd wederom beantwoord met al-
zijn manschappen-het eiland. j lerhande plichtplegingen, maar de resultaten waren
Den 28sten moest de voorzitter der Municipaliteit nihil en de toestand bleef voor de eilanders even
op last van den Engelschen commandant aan Den onhoudbaar. Verder werd besloten, alle slagers en
Helder en, onder bedreiging van ongenade, alle loods- j vleeschhouwers te verbieden om slachtvee, hetzij
schuiten en loodsen van de Hoorn, en den volgenden dood of levend van het eiland te vervoeren, tenzij
dag op order van admiraal Mi-tchel alle loodsen van met toestemminig der regeering.
Texel naar het Nieuwe Diep zenden. De toestand werd natuurlijk steeds slechter en de
Den 2Östen namen de Engelschen, in naam des nood was op den 3den. October tot een zoodanige
konings van Engeland en van den Prins v. Oranje, hoogte gestegen, dat de Municipaliteit besloot zich
bezit van Let eiland met 100 man, die zich in de betreffende deze zaak schriftelijk te wenden tot ïL
Schans posteerden, van, welk feit des avonds ten van Straalea Jzn., die zich aan Den Helder bevond,
zes uur aa,n.de Municirpaliteït, op last. van kap. Sad- en huns inziens veel macht scheen, te hebben,
don, vergajder,d, werd kennis gegeven. Tevens werd in- j Dat middel scheen betere uitwerking te hebben,
gevolge opdracht van generaal Abercrombie een dan de pogingen bij den Erf-prins in het werk gesteld,
juiste opgave gevorderd van de trekpaarden, hovende althans er werd op den, 15den October ter tafel van,
drie jaar oud. Men dieed vertogen daartegen, op de Municipaliteit gebracht de navolgende order:
grond dat er maar weinige gevonden werden, echter „De opdergetee-ken.de, Luitenant-Kolonel, komman-
zondes- succes. Het getal moest zoo na mogelijk op- deerende op het eiland Texel, aangezien de drukking
gegeven, worden .alsmede of.er slachtbaar rundvee te en de last der inkwartiering op de inwooüders, ont-
bekOimen was. slaat de bakkers op het eiland bij het ontvangen dei-
Verder gaf dezelfde officier te kennen, dat de troe- rogge, van de Oude-Sluis gerequireerd, van de be tam
pen alleen.gekomen waren om de rust onder de in- ling der ronde maat en accijns, zullende de bakkers
gezetecem, te bewaren, terwijl hij beval dat de te uit dien hoofde de prijs der rogge betalen het last a
leveren levensmiddelen tegen denzelfden prijs zouden 245 goudguldens en het brood, zwaar twaalf pon-
gegeven worden, als de burgerij die gewoonlijk be- den. geven, tegens agfcfcien stuivers,
taalde, „op poene van exemplaire straf voor diegenen Oude-Schild, den 12 October 1799.
die des contrarie handelden." l w. g» J. V. B. V. PANHüYS,
Aan *de& Schout en rde Municipaliteit, die op bun Luit.-Kol."
ontslag aandrongen, werd geordonneerd om provisio- De Municipaliteit, hierover een onderhoud gehad
neel hunne posten ie moeten blijven waarnemen, o>p hebbende met den Hoof-dgaarder der gemeene midde-
ften, voet van de oude .Constitutie van vóór 1795, in len en overwegende, dat het g©en directe order noch
aan de regeering, noch aan den Hoofdgaarder was.
besloot dit stuk ter zijde tc leggen, waarna tl vol-
.gende orde binnenkwam:
„De kommandeerende officier op het eiland Texel
gelast hiermede aan de provlsioneele Regeering, aan
den Burg resldeerendie, omme op het goheele eiland
te publiceeren, dat de zetting van de twaalf ponden
Roggebrood, aangezien de dure Inkoop van rogge,
I wordt vastgesteld op eenentwintig stuivers.
Oude-Schild. den 15 October 1799.
w. g. J. V. B. V. PANHUYS.
Luit.-Kol."
Alsnu maakte de Municip<aliteit geen zwarigheid om
van deze order kennis te geven en deed nog den
zelfden dag een verbod afkondigen tegen het versche
pen van haver, hetwelk op het eiland opgekocht werd
teneinde vervoerd te worden.
Op den 3den October werd ter tafel van de Munici
paliteit overgelegd de volgende order van Leendert de
Berger, Lid van het Comité der Zeeweringen van het
voormalig gewest Holland en commies van de Schans
op Texel.
,,De oudergeteekende, door Zijne Doorluchtige Hoog
heid, den Heere Erf-Prinp van Oranje, geauthorizeerd,
en voor zoo veel desnoods gelast zijnde, om, voor
zoo veel hem doenlijk zal zijn, te zorgen voor de
securiteit van 's Lands penningen, en gepenetreerd
zijnde van. het hoogst belang, dat daarin (wat er ook
gebeure) gelegen ligt, verzoekt en requireert den per
soon van Leendert de Berger, om op de eilanden Texel
Vlieland en Ter Schelling zich te informeeren na de
contante gelden, bij de onderscheidene 's Lands Komp
tablén voorhanden zijnde, en dezelve, zoo veel die uit
die kompptoireu kunnen worden gemist, onder zijné
•bewaring tegens behoorlijke kwitantie over te nemen
en secuur te bewaren, daarvan aan den ondergetee-
kenden rapport te doen, behoorlijke specifique aantee-
kening te houden, en, tevens aan dien ondergeteeken-
den voor te dragen het doen van zoodanige noodzake
lijke betalingen, als de dienst van den lande zal re-
quireeren, en daarop nadere qualific-atie te vragen.
Actum, de Helder, den 1 October 1799.
w. g. HENDRIK VAN STRALEN Jzn."
Aangezien ingevolge deze order de voorzitter reeds
had cnderzocli!. hoeveel geld dc ontvangers der verpon
dingen in kas hadden, werd besloten die opgave aan
Leendert dc Berger te verzonden. .Men kan met geen
zekerheid zeggen, of van deze gelden door. of vanwege
H. van Stralen Jzn. ee.iig gebruik is gemaaktalleen
vindt men dienaangaande in dc orgineele stukken, dat
de ontvinger der verponding van dc Hoorn op den 2Mix
Ocl. aan de provisionele Regeering kennis gaf. %dat de
verponding gelden, door Leendert de Berger óp last
van den daartoe gemachtigde if. van Stralen uit zijn kan-
loer gelicht, wederom door denzelfden de Berger aan
hem gerestitueerd waren, en alzoo 's lands kas schade
loos- gesteld was.
C. P. BREED.
Utrecht. Juli 1912.
Wordt vervolgd.
da.
en lo'.
g r eed Ie /ellen^
1 ii blootgesteld ea
ng.-vin., i..-ft aau-
siaa. lo^i sloeds
n.1' den
ld
mier Jiel
icduicnde
ban zicJi
lm flinke liocveei-
o >k lot de die-
i( dan later Jiel
m.i <lal den volgen-
hogen, Joch de g-ond-
beviwilu, blijft vooc
HET GIETEN.
In den drogen lijd. dien we bijna iederen zomer
meemaken, is een praatje over het gieten zeker op
zijn plaats. Waar toch de natuur niet in de behoefte
der planten aan water voorziet, of niet kan voorzien,
zooais gewoonlijk bij de potplanten, daar moet 'de
mensch te hulp komen. In den eigenlijken landbouw,
alsmede in die tak van tuinbouw, welke op den vol
len grond wordt beoefend, komt het gieten niet of
zelden voor. De eenige toepassing vindt het gieten daar
bij het verplanten, dus om de jonge plantjes zoo vlug
mogelijk wveer aan den groei te helpen en bij deai
aanleg van zaaibedden, teneinde de ontkieming van
liet vaak fijne zaad te bevorderen.
Gewassen, welke gedurende den groei voortdurend
door den land- of tuinman van water moeien worden
voorzien, worden op den vollen grond niet verbouwd.
Zeker zijn er gronden aan te wijzen, waarop den ver
bouw van vele Lu in bo u wgewass en slechts dan zou slagen,
indien geregelde begieting mogelijk was, met name hoog
gelegen zandgronden. Op dergelijke gronden zouden de
bedrijfskosten door de noodzakelijke kunstmatige va-
tervoorziening èvenwel zoo schrikbarend stijgen, dat
de tuinbouw er niet met voordeel zou zijn uit te oefe
nen. Voor dit laatste blijft men dus aangewezen op die
gronden, die door hun samenstelling en hun ligging
ten opzichte van het grondwater gedurende den geheelen
groei den te verbouwen gewassen voldoende van valer
voorzien blijven.
In bijzondere gevallen kan in den tuin evenwel het
begieten veel aanbeveling verdienen. In onze gewone
tuintjes woedt dit dan ook in dezen lijd zeer zeker
nog ai eens toegepast. Hoe meer het 'begieten zelfs
in een drogen tijd vermeden kan worden, hoe meel
de grond voor tuin geschikt is. Door gieten toch. gaat
de grond gewoonlijk in kwaliteit achteruil. In korten
tijd immers worden meestal betrekkelijk groote hoe
veelheden va ter op een klein plaatsje gegoten, waardoor
dichtslibben van het bovenste laagje niet vermeden kan
woeden. Hieidoor ontstaat een korst, welke den onderlig-
genden grond door de afsluiting van de lucht sterk
benadeelt, in tuintjes is daarom aan te inden de grond
om de begoten planten later weer voorzichtig wat los
te maken.
Ook in een ander opzicht werkt begleting vaak na-
deelïg, 33.1. dooi- de plotselinge afkoeling van den grond.
Men kan dit wei wat matigen door het giet water bijv.
zeedat hel een d.ig aan zon e i Itic
ongeveer «l; .emp.rdtuur van <1:
genomen, doch doo. de verdamping'
van v.ij s.eike afkoeling.
Men gieic in den luin gcdi
liefst teg.n den avond, zool tl
den na ent oldoende gvlegrulu
in de wcr'.els voldoener van w
Het is aan Ie raden bij hei gie
luid toe tc dienen. zcoJ.il hei
|k-.c g: ondingen doordring".. W
bovenste laagje, vooral wanneer
den dag weer wal losmaak!, i
lagen, waarin zich de werb
gpruimen tijd voldoende van
Hel Iierliaalde natmaken van den bovcngiond door
een lichte begieting moet, derhalve zeker nagelaten wor
den. De planten hebben er wcfnig of niets aan. Icrwiil
de bovenste grondlaag telkens weer dichtslibt, wat <le
hovcilgeschets.e nadeden met zich sleept.
Een geregelde Ix-gjcting clscht liet gazon. Dit toch
is dicht met gras bezet cn kan slechts goed g.-dijen hij
ruime wateivoorzicning. Het gevaar van dichtslibben is
hier door dc dichte begroeiing zeer gering.
De meeste zorgen veroorzaakt wel hét l>egielen vai>
kamerplanten. Het mag gerust een kunst genoemd wor
den deze op dc juiste wijze van water voorzien te hou
den. Hier toch moeten de plantenwortels leven in een
kleine hoeveelheid grond, welke daarenboven gewoon
lijk over een groo'.e oppervlakte aan verdamping is bloot
gesteld.
Op enkele belangrijke zaken zij daarom de aandacht
gevestigd.
Ten eerste vuile men zijn potten met goed waterhou
denden grond. Gewonen tuingrond, vermengd men der
halve met bladaardc, turfmolm e.d. De grond wordt
daaidoor losser en kan naast voel water, ook voldoen
de lucht bevatten, en dit laatste is voor de wortels
even onontbeerlijk al water.
Daarom zorge men ook. dat er geen water in de»>
grond kan blijven staan. Immers, waar zich stilstaand
water bevindt, daar zijn alle ruimten met dal water
gevuld en is de lucht absent. Men zal nu wel "inzie
dat na èene begieting geen water in de schoteltjes,
mag blijven staan. Otn den/elfden reden houde men
het git in den bodem vrij. Is dit onverhoopt* verstopt,
dan make men 'het met een puntig houtje weer goed
open. Bij het verpotten legge men op liet gal t?.«
potscherf, met de bolle zijde naar boven. Dit bevordert
de goede drainage iu de potkluit.
Ook bij' het begieten van po'planlesi is het minder
erg pens een keer te veel te gieten, (bui gedurig cets
scheutje water te geven. Als de potgrond voldoend
waterhoudend vermogen heeft, .dan mag genist het bo
venste laagje wal droog zijn. wat trouwens te eerder het
geval zal wezen, naanna'e dit laagje weer voortdu
rend voorzichtig los wordt gehouden. Nooit mag dit
laagje een korst verloonen. Een droge bovengrond is
dus heusch geen aanwijzing van watergebrek. Nu kan
men evenwel niet zoo lang wachten met gieten tot
de planten duidelijk het watergebi-ek aangeven door
slap te gaan hangen cf geel te gaan worden. Zoover mag
men het nimmer laten komen.
Het beste laat zieH het watergsbrek „hooren". Als
men een pas begoten pot opneemt en met den in-
gevknokkel 'er tegen klopt, hoort men een dof geluid,
doordat do vochtige kluit legen den pot aansluit. Doet
men hetzelfde hij een pot. die watergebrek Heeft, dnn
hoort men een helder, hol geluid; er is ruimte tus-
schcn pot en kluit. Met eenige oefening is men -:-r
op deze wijze spoedig achter of er gegoten moet worden,
of Hat de plant nog wel vpor een paar dagen voorzien
is van vocht. Wc kunnen de methode van den vinger
knokkel dan ook het meest aanbevelen.
Is. wat door omstandigheden wel eens voor kan ko
men. de aarde sterk uitgedroogd, dan neemt ze lieei
moeilijk weder water op. Het beste is in zoo'n gevat
de pot geheel onder water te plaatsen en weer eens go d
te laten voltrekken
Het beste gietwafer is i-egenwater. Dit is zuiver enr
bevat veel lucht. Nimmer gebruike men koud gekookt
water.
Biji het oppotten van een plant houde men de aar lo
even onder den pot rand: dit vergemakkelijkt het gie
ten. Men giete voorzichtig en nooit met een s'raait je.
waardoor een kuiltje in den polgi-ond ontstaat en do
grond te veel ineen slibt.
De beste tijd om te gieten is in den zomer legen
den avond, in doi winter in de morgenuren.
Teneinde sterke verdamping van den potgrond teg;n
te gaan. zette men den aarden pot in een anderen ver
glaasden of wikkele een. papier om iden pot. Het is ten
sterkste af te keuren, planten direct in een mooien
verglaasden of pcrcelcinen pol te zetten. Er is geen
êlant, welke het daarin op den duur goed uithoudU
ie goedkoopste potten, .dat zijn de gewone ronde, zijn
hier werkelijk de beste.
D. E. LANDMAN.
Binnenlandsch Nieuws.
REIZENDE BIBLIOTHEKEN.
In het aanstaand najaar zullen, voor de vijfde maoj
de reizende bibliotheken der Maatschappij tot Nut
vïin 't Algemeen naar alle oorden van ons land wor
den verzonden. Deze instelling beoogt, gedurende da
■wintermaanden, wanneer het werk op het land bij
kans stil 'ligt en veel tijd thuis wordt doorgebracht,
aan, de bewoners van het platteland goede en, dege
lijke lectuur te verschaffen. Elke zending bestaat
tiif 100 zorgvuldig gekozen boeken, en wel: romans.
F euilletou.'
16.
„Vrouw Klotz," zeide de dokter kortaf en op zijn
gewone, vreemde manier, „waaneer u en Heinrich aan
Eiseureich wat goeds kunnen doen, doe het dan, an-
lers zal het u berouwen voor het te laat is..."
De .molenaarsvrouw bleef staan en keek den dok-
t-zr in het hooggekleurde gelaat. „Wat is er dan met
em?"
ï.Niets is er. Maar hij is n,u bijna zoo oud als zijn,
^der was toen, zij aan ongering stierf. Hij bevalt
niet. Deze lange, bleeke menschen moeten op zijn
Yin dik worden, en vrouw en kinderen hebben. Hij
valt mij nj^t
I>ie twee keken den, weg langs, die na,ar den doo-
.nakker voerde. Grijs en diep bing de hemel en van
trre noch van dichtbij was er iets, dat '«r hoopvol
.tzag.
„U kent hem. reeds lang?" vroeg de vrouw lieel
tcht.
„Precies zoo oud als hij is." gaf de dokter ten ant
woord.
„Heeft hij njeman,di meer?"
De dokter lachte. „Heef+ hij ze wel noodig? Spaar
o medelijden. Eisenreich wil ze niet. Dat zijn trot-
;che, starhoofdige kerels, al ziet niemand hen deze
karaktereigenschappen, ook aan. Men meent, dat zij
iun leven versoezen, en onrustig smeden en hameren
•.ij aan hun noodlot. Heb je wel eens iets van dien
appensnijder gehoord?"
De molenaarsvrotiw schudde het hoofd.
,Dat was zijn vader," verklaarde de dokter. „De
appensnijder heette hij in, het dorp, ofschoon, hij geen
cleermaker was.. Een zadelmaker was hij. Maar ook
lat niet, zooals andoren het waren. Men had hem
lektor de boeken moeten laten, want daarheen voer-
le hem zij-n, zin, en, lust.. Zoo heeft hij, ongeschikt
»u ondoordacht,, het beste leer tot eindjes en "brokjes
?.-snsden. Hij is natuurlijk achteruitgegaan in aan
zien en vermogen- Een ongeschikt handwerksman is
als een eerlooze in het leven. Den spotnaam had hij
spoedig te pakken. Een tijdlang is hij in een rie-
menfabriek gegaan als gewoon arbeider. Maar ook
daar heeft hij het leer stukgesneden. Daar haalde
hij zijn laatste streek uit. In het Nonnenwoud hoeft
hij zich opgehangen aan een riem, die nergens an
ders toe deugde. Op dien boom boven zijn hoofd hing
vastgenageld een wit blad papier, waarop stond:
Mij heeft de duivel dikwijls geplaagd.
Menig stuk leer heb ik .versneden,
Vandaag wil' ik zien of ik het noodlot niet kan
dwingen.
Ik snijd mijn laatsten riem,
Dan heb ilc, wanneer dat eindje houdt en draagt.
Mijn meesterstuk gemaakt.
Ik heb dat papier zelf gelezen. Het heeft den lap-
pensnijder aan een eerlijke begrafenis geholpen.
Men zag daaruit, dat de man niet normaal was. Voor
heen had niemand dat in de gaten gehad. Wanneer
ihet dichten voor niets deugt, is het dichten toch
jdaarvoor goed. dat een mensch zijn verborgen dwaas
heid aan den dag brengt."
De dokter schudde even aan den teugel, dien hij
in f/x> hand had en keek naar zijn schoenen. Hij lach
te: „Wat zal mijn zuster blij zijn, alk ik deze schoe
nen thuis breng. Zij heeft zich steeds zoo uitbundig
verheugd, als ik haar iets dergelijks thuis bracht.
"Voor den eenigen zoon van dien lappensnijder is
toen gezorgd, hij is naar een school gezonden, Later
als onderwijzer heeft hij in mijn huis een ka,mer ge
had. Het overige is u bekend."
De molenaarsvrouw keek op. „Ja dat weet ik. U
heeft hem naar ons toe gestuurd, opdat hij met Hein
rich spelen zou.
j water dat over den rand klotst, wannen' hel te sterk
in beroering wordt gebracht, kwam hel einde van zijn
woorden. Aan het overloopeii merkte Liesel, welk een
beroering er in den beker as. „U houdt veel van hem'
zeide ^ij zacht.
De dokter schudde weer even met den teugel. ,,Jk
heb uw vader gekend, mouw Kloiz. In liet „Blauwe
Kruis'' hebbeai wij zoet" dikwijls naast elkander gezeten,
en hij, heeft mij van zon. maan en sterren verteld. En
uw broer bob ik op do fluit hooien sprien. Toen is
de gedachte over mijl gekomen: Gothe, dal 'is een
klimaat voor den zoon van den lappensnijder. Danr
is hij: wel en goed als'een kind in hel warme bed. En
ik 'heb hem naar de Waters teeg gestuurd. Ik kan dat
voorzienigheid je spelen nu eenmaal niet laten. Anna,
mijn zusier zegt, dat brengt mij nog eenmaal diep in hel
ongeluk. Kan zijn. Maar alles daas gelatenjij en Hein
rich zijn de twee menschen die een groote plaats in
nemen in het hart, van den schoolmeester..."
De dokter steeg vlug in zijn rijtuig en dreef het paard
aan. Nauwelijks een groeL' liet hij hooren. Stom keek
de vrouw het rijtuig na. En toen zij den voet wendde
en langs den Molenweg terug ging, klonk haar een
woord in het oor als droeg de wind het van ilen
doodenakkcr tol haar„Zie wie heeft hem zoo
lief gehad.'
Jacob. de doodgraver, ging in dezen winter dikwijls
hel' schoolhuis voorbij.
.Hij was bezig hout in, te zamelen voor den dominé.
Eli 'dan moest de doodgraver steeds de bevelen .van
den .burgemeester halen, die niet ver van het school
huis afwoonde, al was "t dan niet precies aan den
weg. Maar omdat de doodgraver een man was, die
rne veel zaken aan den gang had. zoo was hij
.Spelen zcu. muziek maken. i>evestigde op v.eem- njc.[ -hang voor een omweg en trad een paar maai in
den toon dc dokter. „En nu gaat hif daar heen en het voorbijgaan bij den schoolmeester binnen, otn te
rioel meer dan ik zeg. Mijn 'zuster beweert steeds,
dat die Eisenreich ecu kind is met eai baard aan
zijn gezicht. Wat Weet die er evenwel van 'i Zij zegt
ook van mij: dal ik eon zuigeling ben met kaplaarzon
aan. Die Eisenreich glipt mij uit de hand als oen aal.
Ik meet hem wei laten gaan. Maar u, vrouw Klotz,. u en
u'w broeder 1
Hij maakte zijn zin niet af.. Heilig» bijna als hel
zien. hoe ver het nu niet dezen heer was. Eenmaal
trof hij hem alleen aan. bibberend cn hoestend en hij
zat dicht naast zijn kachel. Toen dacht <ic doodgraver dat
het hem nogil wat last cn moeite zou bezorgen, als de
beslissing nyddöii in den win',cl vjel, 'daar dc grond
dan hard bevroren .was.
Maar op oen adder maal vond hij de niolcnaarsvronw
in de kamer van den schoofmces'-.r. Zij zat aan de
t latei, waarop oen mandje slond, waarin veel goedo
dingen, en naast haar slond dc schoolmeesterj die
haar iels gedrukts of geschrevens liet zien en bepabd
j nog «iet aan slerven dacht.
i Het hout, dat Jacob voor den dominc hakte en i«i-
zamelde was niet van dc beste soort. Do bodem is op d_u
langen Hhn vochtig e.i mossig. Daar groeit alleen van
dat splinterig tuig. En de boschwachter Rolf. de negen
tigjarige, stond op den weg met een slok in de hand ca
zag hoe zijn. huisbaas dit gemakkelijke werk ven-ichhte.
Geduldig stond hij daar en keek naar de vliegende
spanen en naar dc dunne, sidderende stammetjes, die
vallen moesten. En hij; hoorde met zijn nog goede
j jagersooren de klank van den bijl in het hout en wist
'dat het niet veel bijzonders was, wal daar geveld werd.
En toen de doodgraver even een luchtje schepte
en zich met den rooden zakdoek het voorhoofd af
veegde, toen, zeide de oude: „Jacob, in mijn tijd had
men zulk hout niet voor den nachtwacht durven vel
len, laat staan van, voor den dominé."
De doodg-raver stak zijn zakdoek in zijn zak eq
spuwde in zijn, handen. Dan greep hij evenwel niet
naar de bijl, maar kwam met de pijp in de hand lang
zaam op den grijsaard toe. Hij keek om zich heen,
alsof hij bij zijn mededeeling geen, andere hoorders
gebruiken, kon. De oogen in den knokeligen kop schit
terden.
„Houtvester," zeide hij,'„dat zijn vroeger heel wat
andere tijden geweest. Nu is de dominé geen dominé
meer. Nu is het een verfkladder. En de schoolmees
ter is geen schoolmeester meer, het is een muzikant.
En de molenaarsvrouw zit met luierende mannen in
de kamer en dan is voor zulke lui dit slechte
hout goed genpeg."
De negentigjarige keek met zijn dorre oogen nato
de boomen. „Ja." zeide hij langzaam, „het zijn wel
andere tijden. Den dominé bedriegt men met het hout
en de meest rechtschapen menschen smijt men drek
op hun jas. Ik ben heel erg blij, dat ik oud gonoe?:
ben. Voor mij is deze nieuwe mode niets."
Hij draaide zich om en ging vorder met zijn stok
met stijve knieën en kleine pasjes, en toch met Iets
haastigs, als wilde hij geen antwoord hooren. Maar
niet alle bewoners van de hoogvlakte gaven den dood
graver een grof antwoord, wanneer hij op zfjn ma-