t Inkwartiering op Texel. Grepea iu Lam- ei TmMw. De Molen van den Konden Grond. V Zaterdag 27 Juli 1912. 5tje Jaargang. No. 5155. TWEEDE BLAD. overleg met den commandant en zulkB tot nader order. De Vrijheidsboomen, de steenen des aanstoots zoo wel voor Engelschrnau als Prinsgezinde, moesten on verwijld in, stilte weggenomen, worden, terwijl te ken nen werd gegeven dat het den, generaal aangenaam zou zijn, wann,eer men zich met Oranje zou tooien, een aanvraag, die, vrijwel overbodig mocht heeten, aangezien zulk een groote menigte, met die, kleur ver sierd, voor het Raadhuis had geposteerd en onder den juichkreet Oranje bpven! den officier bij zijn te rugkomst vanuit het Raadhuis begroette; ook wap perden toen reeds van vele huizen de Oranjevlag gen en werd onder de overige inwoners het Oranje vrij algemeen gedragen. Den lOden September deed majoor Van der Hoop de Municipaliteit bijeenroepen en vertoonde haai' 'n order geteekend: W. F., Erf-prins van Oranje, waarbij majoor Van der Hoop gelast werd zich naar Texel te begeven, teneinde aldaar de noodige schikkingen, te treffen tot huisvesting van het korps, hetwelk samen,- SEPT.OCT. 1709. gesteld werd uit vrijwillige zeelieden en, overloopers; Ten tijde der landing bevond zich o.p het eiland met volmacht om zich bij het bestuur van het eiland Texel een detachement Bataafsche militairen, van te vervoegen, opdat dit aan zijn requisitiën. voldoende het 3e bat. der 7de halve brigade, sterk 50 60 middelen kon beramen en waarbij het bestuur werd man, onder bevel van kap. J. Cornelisse, welke op zijn, gelast om aan alle zoodanige requisitiën ten aan- woord van eer aan, de Municipaliteit verklaarde, tot zien van, de buisvesting en het onderhoud der man- bewaring der openbare rust het eiland niet te zuilen, schappen te voldoen. verlaten, vóór dat de vijand, voet aan land gezet heb- Verder deelde de majoor mede, dat bereids tus- bende, hem zou noodzaken met zijn, manschappen te-schen de 3 a 4000 man waren aangekomen en te rug té trekken. dien ein,de werden alle openbare gebouwen door hem Na deze verklaring besloot de Municipaliteit om, iu requisitie gesteld. Deze manschappen kwamen zoo wanneer eventueel de militairen zouden vertrokken goed mogelijk onder dak en alles liep vrij rustig at', zijn, tot bewaring der inwendige rust de burgerij te uitgezonderd aan het Ooster-Eud, waar een aantal zullen wapenen,; hierover con,fereerende met den offi- brooddronken, lieden het huis van, Corp, Hendrik Bak- cier der eertijds bestaande burgerwacht, vond zij bij ker, die als een ijverig Patriot bekend stond, plun- dezen evenwel weinig genegenheid tot medewerking,derden. Eveneens werden de bekende Oranjeboomen zoodat zij vrijwel op eigen kracht was aangewezen geplant, waarbij onderscheiden Patriotten onder zwa- Des avonds van, den 27en Augustus, toen de be- re bedreigingen genoodzaakt werden, deze boomen aj- 1 vestiging der landing door kap- Cornelisse ontvangen I lerleï liefkoozimgen te bewijzen en wei-den onderschei- was, verklaarde deze besloten te zijp alle buitenposten I den neringdoenden met geweld wijn en. sterke dran- in te trekken, als niet in staat zijnde iets ter verde- I ken afgeperst, hetwelk natuurlijk tengevolge had dat diging van belang te kunnen doen, ingeval er een( menigeen meer kreeg dan goed voor hem was. aanval op Texel geschiedde, dan alleen van de Schans; J Den volgenden dag eischten de officieren, bij die verdei-, dat hij, met achterlating van 10 man voorcorps geplaatst, dadelijke inkwartiering bij de bur- het Raadhuis aan Den Burg, de Schans zoo lang be- l gers, alsook dajt aan ieder man een half pond vleesch zet zou houden als mogelijk was. tot wanneer deen een, pond brood gegeven zou worden, waaraan men verplicht was te voldoen Aangezien de burgerij zich door deze inkwartiering zeer bezwaard gevoelde, werd op haar voorstel dooi de. Municipaliteit, eene commissie benoemd, bestaan,de tuit de koeren H. Kikkert en 1-1. M. Ahlé,_ ten einde, zich aan Den J-Ielder bij 'déii 'Erfprins te vervoegen en, vpn dezen vermindering van den, druk te verkrij gen. Aan, Den Helder werd deze oommissie natuurlijk met een kluitje in, het riet gestuurd met de mede- Engelschen meester waren van, de reede en toebereid selen maakten om het eiland to bezetten, wan,neer hij zich genoodzaakt zoude zien met zijn volk te reti- reeren, teneinde bet vaderland nog eldiers va,n dienst te kunnen, zijn. Des anderen daags, den 2$sten d»us, bespeurde men, .reeds onder de Stadhoudersgezinden voorbereidselen, om door vreugdebetoon hun ingenomenheid met den loop der zaken te doen blijken, waarin, zij evenwel t zooveel mogelijk werdenj tegengegaan, en tot kalmte 1 deeling, dat binnen drie dagen verlichting was tever- aangemaand door den Schout van Texel, den burger wachten, welke toezegging nimmer is vervuld gewor- M. Langheid. Onder deze Stadhouders- of Prinsgezin- l den. den bevon,den zich ook eenige der achtergelaten mili- I Hierdoor werd de toestand voor de inwoners steeds tairen voor het Raadhuis aan Den Burg. die, zich hachelijker, ook al doordak het eiland van allen toe met het volk verbroederend, ruimschoots getracteerd voer was verstoken en, de behoeften daarentegen al en met Oranje versierd wei-den en die met een vlag J grooter werden. Daarbij kwam nog, dat de Engel- ,'ieen, en weer liepen onder een, menigte volks, voor schen alles opkochten en vervoerden, voor de vloot, 'liet huis van, den chirurgijn, Ahlé tezamen gescholen, j Een -en ander leidde tot het opmaken van, een staat De Municipallitedt, op een en, ander natuurlijk niet I van levensmiddelen, waarbij ambtelijk geconstateerd gesteld, gaf hiervan kennis aan kap. Cornelisse. metwerd dat er nog voor zes dagen rogge voorhanden 'verzoek om een, degelijk officier aap, de manschappen i was; gort, erwten en boonen. werden echter op het 'voor het Raadhuis toe te voegen; deze verklaardegeheele eiland niet meer aangetroffen, dus kan men evenwel zulks niet te kunnen doen en trok kort j zoo ongeveer nagaan hoe de toestand was. daarna zelfs -de wacht in. j Den l&den werden .de voornaamsten onder de bur- De volksmenigte, voor bet buis van Ahlé verrza- gerij bijeengeroepen en verkozen de aanwezigen tot meld, als toen. niets ineer te vreezen, hebbende van die hunne afgevaardigden de heeren H. Kikkert, W. Keij- inilitairen, waarvan verondersteld moet worden, dat ser en L. Spruyt, aan welke werd opgedragen om ze ondanks alles hun plicht betracht; zullen hebben,andermaal den hoogen nood, waarin, de inwoners zich achtte thans den tijd gekomen de vlag op den toren bevonden, bij request aan den Erf-prins voor te dra van Den Burg te plaatsen, hetwelk onder gejuich engen, met de ootmoedige bede, dat het aan Zijne gejubel geschiedde. j Doorluchtige Hoogheid behagen mocht, de inwoners Van alle torens van het eiland wapperden op dat van. den, drukkenden. last der inkwartiering te verlos- oogenblik de nationale en Oranjevlaggen, behalve die1 sen, en zoo lang- de aanvoer naar Texel afgesloten, van Oude Schild, waar zij op last en met bedreigingbleef, vrij te stellen van de levering der vareisehte van, kap. Cornelisse -waren neergehaajd. In den loop granen. van den.avond van, dien zelfden, dag verliet deze met j Oolc dit vertoog werd wederom beantwoord met al- zijn manschappen-het eiland. j lerhande plichtplegingen, maar de resultaten waren Den 28sten moest de voorzitter der Municipaliteit nihil en de toestand bleef voor de eilanders even op last van den Engelschen commandant aan Den onhoudbaar. Verder werd besloten, alle slagers en Helder en, onder bedreiging van ongenade, alle loods- j vleeschhouwers te verbieden om slachtvee, hetzij schuiten en loodsen van de Hoorn, en den volgenden dood of levend van het eiland te vervoeren, tenzij dag op order van admiraal Mi-tchel alle loodsen van met toestemminig der regeering. Texel naar het Nieuwe Diep zenden. De toestand werd natuurlijk steeds slechter en de Den 2Östen namen de Engelschen, in naam des nood was op den 3den. October tot een zoodanige konings van Engeland en van den Prins v. Oranje, hoogte gestegen, dat de Municipaliteit besloot zich bezit van Let eiland met 100 man, die zich in de betreffende deze zaak schriftelijk te wenden tot ïL Schans posteerden, van, welk feit des avonds ten van Straalea Jzn., die zich aan Den Helder bevond, zes uur aa,n.de Municirpaliteït, op last. van kap. Sad- en huns inziens veel macht scheen, te hebben, don, vergajder,d, werd kennis gegeven. Tevens werd in- j Dat middel scheen betere uitwerking te hebben, gevolge opdracht van generaal Abercrombie een dan de pogingen bij den Erf-prins in het werk gesteld, juiste opgave gevorderd van de trekpaarden, hovende althans er werd op den, 15den October ter tafel van, drie jaar oud. Men dieed vertogen daartegen, op de Municipaliteit gebracht de navolgende order: grond dat er maar weinige gevonden werden, echter „De opdergetee-ken.de, Luitenant-Kolonel, komman- zondes- succes. Het getal moest zoo na mogelijk op- deerende op het eiland Texel, aangezien de drukking gegeven, worden .alsmede of.er slachtbaar rundvee te en de last der inkwartiering op de inwooüders, ont- bekOimen was. slaat de bakkers op het eiland bij het ontvangen dei- Verder gaf dezelfde officier te kennen, dat de troe- rogge, van de Oude-Sluis gerequireerd, van de be tam pen alleen.gekomen waren om de rust onder de in- ling der ronde maat en accijns, zullende de bakkers gezetecem, te bewaren, terwijl hij beval dat de te uit dien hoofde de prijs der rogge betalen het last a leveren levensmiddelen tegen denzelfden prijs zouden 245 goudguldens en het brood, zwaar twaalf pon- gegeven worden, als de burgerij die gewoonlijk be- den. geven, tegens agfcfcien stuivers, taalde, „op poene van exemplaire straf voor diegenen Oude-Schild, den 12 October 1799. die des contrarie handelden." l w. g» J. V. B. V. PANHüYS, Aan *de& Schout en rde Municipaliteit, die op bun Luit.-Kol." ontslag aandrongen, werd geordonneerd om provisio- De Municipaliteit, hierover een onderhoud gehad neel hunne posten ie moeten blijven waarnemen, o>p hebbende met den Hoof-dgaarder der gemeene midde- ften, voet van de oude .Constitutie van vóór 1795, in len en overwegende, dat het g©en directe order noch aan de regeering, noch aan den Hoofdgaarder was. besloot dit stuk ter zijde tc leggen, waarna tl vol- .gende orde binnenkwam: „De kommandeerende officier op het eiland Texel gelast hiermede aan de provlsioneele Regeering, aan den Burg resldeerendie, omme op het goheele eiland te publiceeren, dat de zetting van de twaalf ponden Roggebrood, aangezien de dure Inkoop van rogge, I wordt vastgesteld op eenentwintig stuivers. Oude-Schild. den 15 October 1799. w. g. J. V. B. V. PANHUYS. Luit.-Kol." Alsnu maakte de Municip<aliteit geen zwarigheid om van deze order kennis te geven en deed nog den zelfden dag een verbod afkondigen tegen het versche pen van haver, hetwelk op het eiland opgekocht werd teneinde vervoerd te worden. Op den 3den October werd ter tafel van de Munici paliteit overgelegd de volgende order van Leendert de Berger, Lid van het Comité der Zeeweringen van het voormalig gewest Holland en commies van de Schans op Texel. ,,De oudergeteekende, door Zijne Doorluchtige Hoog heid, den Heere Erf-Prinp van Oranje, geauthorizeerd, en voor zoo veel desnoods gelast zijnde, om, voor zoo veel hem doenlijk zal zijn, te zorgen voor de securiteit van 's Lands penningen, en gepenetreerd zijnde van. het hoogst belang, dat daarin (wat er ook gebeure) gelegen ligt, verzoekt en requireert den per soon van Leendert de Berger, om op de eilanden Texel Vlieland en Ter Schelling zich te informeeren na de contante gelden, bij de onderscheidene 's Lands Komp tablén voorhanden zijnde, en dezelve, zoo veel die uit die kompptoireu kunnen worden gemist, onder zijné •bewaring tegens behoorlijke kwitantie over te nemen en secuur te bewaren, daarvan aan den ondergetee- kenden rapport te doen, behoorlijke specifique aantee- kening te houden, en, tevens aan dien ondergeteeken- den voor te dragen het doen van zoodanige noodzake lijke betalingen, als de dienst van den lande zal re- quireeren, en daarop nadere qualific-atie te vragen. Actum, de Helder, den 1 October 1799. w. g. HENDRIK VAN STRALEN Jzn." Aangezien ingevolge deze order de voorzitter reeds had cnderzocli!. hoeveel geld dc ontvangers der verpon dingen in kas hadden, werd besloten die opgave aan Leendert dc Berger te verzonden. .Men kan met geen zekerheid zeggen, of van deze gelden door. of vanwege H. van Stralen Jzn. ee.iig gebruik is gemaaktalleen vindt men dienaangaande in dc orgineele stukken, dat de ontvinger der verponding van dc Hoorn op den 2Mix Ocl. aan de provisionele Regeering kennis gaf. %dat de verponding gelden, door Leendert de Berger óp last van den daartoe gemachtigde if. van Stralen uit zijn kan- loer gelicht, wederom door denzelfden de Berger aan hem gerestitueerd waren, en alzoo 's lands kas schade loos- gesteld was. C. P. BREED. Utrecht. Juli 1912. Wordt vervolgd. da. en lo'. g r eed Ie /ellen^ 1 ii blootgesteld ea ng.-vin., i..-ft aau- siaa. lo^i sloeds n.1' den ld mier Jiel icduicnde ban zicJi lm flinke liocveei- o >k lot de die- i( dan later Jiel m.i <lal den volgen- hogen, Joch de g-ond- beviwilu, blijft vooc HET GIETEN. In den drogen lijd. dien we bijna iederen zomer meemaken, is een praatje over het gieten zeker op zijn plaats. Waar toch de natuur niet in de behoefte der planten aan water voorziet, of niet kan voorzien, zooais gewoonlijk bij de potplanten, daar moet 'de mensch te hulp komen. In den eigenlijken landbouw, alsmede in die tak van tuinbouw, welke op den vol len grond wordt beoefend, komt het gieten niet of zelden voor. De eenige toepassing vindt het gieten daar bij het verplanten, dus om de jonge plantjes zoo vlug mogelijk wveer aan den groei te helpen en bij deai aanleg van zaaibedden, teneinde de ontkieming van liet vaak fijne zaad te bevorderen. Gewassen, welke gedurende den groei voortdurend door den land- of tuinman van water moeien worden voorzien, worden op den vollen grond niet verbouwd. Zeker zijn er gronden aan te wijzen, waarop den ver bouw van vele Lu in bo u wgewass en slechts dan zou slagen, indien geregelde begieting mogelijk was, met name hoog gelegen zandgronden. Op dergelijke gronden zouden de bedrijfskosten door de noodzakelijke kunstmatige va- tervoorziening èvenwel zoo schrikbarend stijgen, dat de tuinbouw er niet met voordeel zou zijn uit te oefe nen. Voor dit laatste blijft men dus aangewezen op die gronden, die door hun samenstelling en hun ligging ten opzichte van het grondwater gedurende den geheelen groei den te verbouwen gewassen voldoende van valer voorzien blijven. In bijzondere gevallen kan in den tuin evenwel het begieten veel aanbeveling verdienen. In onze gewone tuintjes woedt dit dan ook in dezen lijd zeer zeker nog ai eens toegepast. Hoe meer het 'begieten zelfs in een drogen tijd vermeden kan worden, hoe meel de grond voor tuin geschikt is. Door gieten toch. gaat de grond gewoonlijk in kwaliteit achteruil. In korten tijd immers worden meestal betrekkelijk groote hoe veelheden va ter op een klein plaatsje gegoten, waardoor dichtslibben van het bovenste laagje niet vermeden kan woeden. Hieidoor ontstaat een korst, welke den onderlig- genden grond door de afsluiting van de lucht sterk benadeelt, in tuintjes is daarom aan te inden de grond om de begoten planten later weer voorzichtig wat los te maken. Ook in een ander opzicht werkt begleting vaak na- deelïg, 33.1. dooi- de plotselinge afkoeling van den grond. Men kan dit wei wat matigen door het giet water bijv. zeedat hel een d.ig aan zon e i Itic ongeveer «l; .emp.rdtuur van <1: genomen, doch doo. de verdamping' van v.ij s.eike afkoeling. Men gieic in den luin gcdi liefst teg.n den avond, zool tl den na ent oldoende gvlegrulu in de wcr'.els voldoener van w Het is aan Ie raden bij hei gie luid toe tc dienen. zcoJ.il hei |k-.c g: ondingen doordring".. W bovenste laagje, vooral wanneer den dag weer wal losmaak!, i lagen, waarin zich de werb gpruimen tijd voldoende van Hel Iierliaalde natmaken van den bovcngiond door een lichte begieting moet, derhalve zeker nagelaten wor den. De planten hebben er wcfnig of niets aan. Icrwiil de bovenste grondlaag telkens weer dichtslibt, wat <le hovcilgeschets.e nadeden met zich sleept. Een geregelde Ix-gjcting clscht liet gazon. Dit toch is dicht met gras bezet cn kan slechts goed g.-dijen hij ruime wateivoorzicning. Het gevaar van dichtslibben is hier door dc dichte begroeiing zeer gering. De meeste zorgen veroorzaakt wel hét l>egielen vai> kamerplanten. Het mag gerust een kunst genoemd wor den deze op dc juiste wijze van water voorzien te hou den. Hier toch moeten de plantenwortels leven in een kleine hoeveelheid grond, welke daarenboven gewoon lijk over een groo'.e oppervlakte aan verdamping is bloot gesteld. Op enkele belangrijke zaken zij daarom de aandacht gevestigd. Ten eerste vuile men zijn potten met goed waterhou denden grond. Gewonen tuingrond, vermengd men der halve met bladaardc, turfmolm e.d. De grond wordt daaidoor losser en kan naast voel water, ook voldoen de lucht bevatten, en dit laatste is voor de wortels even onontbeerlijk al water. Daarom zorge men ook. dat er geen water in de»> grond kan blijven staan. Immers, waar zich stilstaand water bevindt, daar zijn alle ruimten met dal water gevuld en is de lucht absent. Men zal nu wel "inzie dat na èene begieting geen water in de schoteltjes, mag blijven staan. Otn den/elfden reden houde men het git in den bodem vrij. Is dit onverhoopt* verstopt, dan make men 'het met een puntig houtje weer goed open. Bij het verpotten legge men op liet gal t?.« potscherf, met de bolle zijde naar boven. Dit bevordert de goede drainage iu de potkluit. Ook bij' het begieten van po'planlesi is het minder erg pens een keer te veel te gieten, (bui gedurig cets scheutje water te geven. Als de potgrond voldoend waterhoudend vermogen heeft, .dan mag genist het bo venste laagje wal droog zijn. wat trouwens te eerder het geval zal wezen, naanna'e dit laagje weer voortdu rend voorzichtig los wordt gehouden. Nooit mag dit laagje een korst verloonen. Een droge bovengrond is dus heusch geen aanwijzing van watergebrek. Nu kan men evenwel niet zoo lang wachten met gieten tot de planten duidelijk het watergebi-ek aangeven door slap te gaan hangen cf geel te gaan worden. Zoover mag men het nimmer laten komen. Het beste laat zieH het watergsbrek „hooren". Als men een pas begoten pot opneemt en met den in- gevknokkel 'er tegen klopt, hoort men een dof geluid, doordat do vochtige kluit legen den pot aansluit. Doet men hetzelfde hij een pot. die watergebrek Heeft, dnn hoort men een helder, hol geluid; er is ruimte tus- schcn pot en kluit. Met eenige oefening is men -:-r op deze wijze spoedig achter of er gegoten moet worden, of Hat de plant nog wel vpor een paar dagen voorzien is van vocht. Wc kunnen de methode van den vinger knokkel dan ook het meest aanbevelen. Is. wat door omstandigheden wel eens voor kan ko men. de aarde sterk uitgedroogd, dan neemt ze lieei moeilijk weder water op. Het beste is in zoo'n gevat de pot geheel onder water te plaatsen en weer eens go d te laten voltrekken Het beste gietwafer is i-egenwater. Dit is zuiver enr bevat veel lucht. Nimmer gebruike men koud gekookt water. Biji het oppotten van een plant houde men de aar lo even onder den pot rand: dit vergemakkelijkt het gie ten. Men giete voorzichtig en nooit met een s'raait je. waardoor een kuiltje in den polgi-ond ontstaat en do grond te veel ineen slibt. De beste tijd om te gieten is in den zomer legen den avond, in doi winter in de morgenuren. Teneinde sterke verdamping van den potgrond teg;n te gaan. zette men den aarden pot in een anderen ver glaasden of wikkele een. papier om iden pot. Het is ten sterkste af te keuren, planten direct in een mooien verglaasden of pcrcelcinen pol te zetten. Er is geen êlant, welke het daarin op den duur goed uithoudU ie goedkoopste potten, .dat zijn de gewone ronde, zijn hier werkelijk de beste. D. E. LANDMAN. Binnenlandsch Nieuws. REIZENDE BIBLIOTHEKEN. In het aanstaand najaar zullen, voor de vijfde maoj de reizende bibliotheken der Maatschappij tot Nut vïin 't Algemeen naar alle oorden van ons land wor den verzonden. Deze instelling beoogt, gedurende da ■wintermaanden, wanneer het werk op het land bij kans stil 'ligt en veel tijd thuis wordt doorgebracht, aan, de bewoners van het platteland goede en, dege lijke lectuur te verschaffen. Elke zending bestaat tiif 100 zorgvuldig gekozen boeken, en wel: romans. F euilletou.' 16. „Vrouw Klotz," zeide de dokter kortaf en op zijn gewone, vreemde manier, „waaneer u en Heinrich aan Eiseureich wat goeds kunnen doen, doe het dan, an- lers zal het u berouwen voor het te laat is..." De .molenaarsvrouw bleef staan en keek den dok- t-zr in het hooggekleurde gelaat. „Wat is er dan met em?" ï.Niets is er. Maar hij is n,u bijna zoo oud als zijn, ^der was toen, zij aan ongering stierf. Hij bevalt niet. Deze lange, bleeke menschen moeten op zijn Yin dik worden, en vrouw en kinderen hebben. Hij valt mij nj^t I>ie twee keken den, weg langs, die na,ar den doo- .nakker voerde. Grijs en diep bing de hemel en van trre noch van dichtbij was er iets, dat '«r hoopvol .tzag. „U kent hem. reeds lang?" vroeg de vrouw lieel tcht. „Precies zoo oud als hij is." gaf de dokter ten ant woord. „Heeft hij njeman,di meer?" De dokter lachte. „Heef+ hij ze wel noodig? Spaar o medelijden. Eisenreich wil ze niet. Dat zijn trot- ;che, starhoofdige kerels, al ziet niemand hen deze karaktereigenschappen, ook aan. Men meent, dat zij iun leven versoezen, en onrustig smeden en hameren •.ij aan hun noodlot. Heb je wel eens iets van dien appensnijder gehoord?" De molenaarsvrotiw schudde het hoofd. ,Dat was zijn vader," verklaarde de dokter. „De appensnijder heette hij in, het dorp, ofschoon, hij geen cleermaker was.. Een zadelmaker was hij. Maar ook lat niet, zooals andoren het waren. Men had hem lektor de boeken moeten laten, want daarheen voer- le hem zij-n, zin, en, lust.. Zoo heeft hij, ongeschikt »u ondoordacht,, het beste leer tot eindjes en "brokjes ?.-snsden. Hij is natuurlijk achteruitgegaan in aan zien en vermogen- Een ongeschikt handwerksman is als een eerlooze in het leven. Den spotnaam had hij spoedig te pakken. Een tijdlang is hij in een rie- menfabriek gegaan als gewoon arbeider. Maar ook daar heeft hij het leer stukgesneden. Daar haalde hij zijn laatste streek uit. In het Nonnenwoud hoeft hij zich opgehangen aan een riem, die nergens an ders toe deugde. Op dien boom boven zijn hoofd hing vastgenageld een wit blad papier, waarop stond: Mij heeft de duivel dikwijls geplaagd. Menig stuk leer heb ik .versneden, Vandaag wil' ik zien of ik het noodlot niet kan dwingen. Ik snijd mijn laatsten riem, Dan heb ilc, wanneer dat eindje houdt en draagt. Mijn meesterstuk gemaakt. Ik heb dat papier zelf gelezen. Het heeft den lap- pensnijder aan een eerlijke begrafenis geholpen. Men zag daaruit, dat de man niet normaal was. Voor heen had niemand dat in de gaten gehad. Wanneer ihet dichten voor niets deugt, is het dichten toch jdaarvoor goed. dat een mensch zijn verborgen dwaas heid aan den dag brengt." De dokter schudde even aan den teugel, dien hij in f/x> hand had en keek naar zijn schoenen. Hij lach te: „Wat zal mijn zuster blij zijn, alk ik deze schoe nen thuis breng. Zij heeft zich steeds zoo uitbundig verheugd, als ik haar iets dergelijks thuis bracht. "Voor den eenigen zoon van dien lappensnijder is toen gezorgd, hij is naar een school gezonden, Later als onderwijzer heeft hij in mijn huis een ka,mer ge had. Het overige is u bekend." De molenaarsvrouw keek op. „Ja dat weet ik. U heeft hem naar ons toe gestuurd, opdat hij met Hein rich spelen zou. j water dat over den rand klotst, wannen' hel te sterk in beroering wordt gebracht, kwam hel einde van zijn woorden. Aan het overloopeii merkte Liesel, welk een beroering er in den beker as. „U houdt veel van hem' zeide ^ij zacht. De dokter schudde weer even met den teugel. ,,Jk heb uw vader gekend, mouw Kloiz. In liet „Blauwe Kruis'' hebbeai wij zoet" dikwijls naast elkander gezeten, en hij, heeft mij van zon. maan en sterren verteld. En uw broer bob ik op do fluit hooien sprien. Toen is de gedachte over mijl gekomen: Gothe, dal 'is een klimaat voor den zoon van den lappensnijder. Danr is hij: wel en goed als'een kind in hel warme bed. En ik 'heb hem naar de Waters teeg gestuurd. Ik kan dat voorzienigheid je spelen nu eenmaal niet laten. Anna, mijn zusier zegt, dat brengt mij nog eenmaal diep in hel ongeluk. Kan zijn. Maar alles daas gelatenjij en Hein rich zijn de twee menschen die een groote plaats in nemen in het hart, van den schoolmeester..." De dokter steeg vlug in zijn rijtuig en dreef het paard aan. Nauwelijks een groeL' liet hij hooren. Stom keek de vrouw het rijtuig na. En toen zij den voet wendde en langs den Molenweg terug ging, klonk haar een woord in het oor als droeg de wind het van ilen doodenakkcr tol haar„Zie wie heeft hem zoo lief gehad.' Jacob. de doodgraver, ging in dezen winter dikwijls hel' schoolhuis voorbij. .Hij was bezig hout in, te zamelen voor den dominé. Eli 'dan moest de doodgraver steeds de bevelen .van den .burgemeester halen, die niet ver van het school huis afwoonde, al was "t dan niet precies aan den weg. Maar omdat de doodgraver een man was, die rne veel zaken aan den gang had. zoo was hij .Spelen zcu. muziek maken. i>evestigde op v.eem- njc.[ -hang voor een omweg en trad een paar maai in den toon dc dokter. „En nu gaat hif daar heen en het voorbijgaan bij den schoolmeester binnen, otn te rioel meer dan ik zeg. Mijn 'zuster beweert steeds, dat die Eisenreich ecu kind is met eai baard aan zijn gezicht. Wat Weet die er evenwel van 'i Zij zegt ook van mij: dal ik eon zuigeling ben met kaplaarzon aan. Die Eisenreich glipt mij uit de hand als oen aal. Ik meet hem wei laten gaan. Maar u, vrouw Klotz,. u en u'w broeder 1 Hij maakte zijn zin niet af.. Heilig» bijna als hel zien. hoe ver het nu niet dezen heer was. Eenmaal trof hij hem alleen aan. bibberend cn hoestend en hij zat dicht naast zijn kachel. Toen dacht <ic doodgraver dat het hem nogil wat last cn moeite zou bezorgen, als de beslissing nyddöii in den win',cl vjel, 'daar dc grond dan hard bevroren .was. Maar op oen adder maal vond hij de niolcnaarsvronw in de kamer van den schoofmces'-.r. Zij zat aan de t latei, waarop oen mandje slond, waarin veel goedo dingen, en naast haar slond dc schoolmeesterj die haar iels gedrukts of geschrevens liet zien en bepabd j nog «iet aan slerven dacht. i Het hout, dat Jacob voor den dominc hakte en i«i- zamelde was niet van dc beste soort. Do bodem is op d_u langen Hhn vochtig e.i mossig. Daar groeit alleen van dat splinterig tuig. En de boschwachter Rolf. de negen tigjarige, stond op den weg met een slok in de hand ca zag hoe zijn. huisbaas dit gemakkelijke werk ven-ichhte. Geduldig stond hij daar en keek naar de vliegende spanen en naar dc dunne, sidderende stammetjes, die vallen moesten. En hij; hoorde met zijn nog goede j jagersooren de klank van den bijl in het hout en wist 'dat het niet veel bijzonders was, wal daar geveld werd. En toen de doodgraver even een luchtje schepte en zich met den rooden zakdoek het voorhoofd af veegde, toen, zeide de oude: „Jacob, in mijn tijd had men zulk hout niet voor den nachtwacht durven vel len, laat staan van, voor den dominé." De doodg-raver stak zijn zakdoek in zijn zak eq spuwde in zijn, handen. Dan greep hij evenwel niet naar de bijl, maar kwam met de pijp in de hand lang zaam op den grijsaard toe. Hij keek om zich heen, alsof hij bij zijn mededeeling geen, andere hoorders gebruiken, kon. De oogen in den knokeligen kop schit terden. „Houtvester," zeide hij,'„dat zijn vroeger heel wat andere tijden geweest. Nu is de dominé geen dominé meer. Nu is het een verfkladder. En de schoolmees ter is geen schoolmeester meer, het is een muzikant. En de molenaarsvrouw zit met luierende mannen in de kamer en dan is voor zulke lui dit slechte hout goed genpeg." De negentigjarige keek met zijn dorre oogen nato de boomen. „Ja." zeide hij langzaam, „het zijn wel andere tijden. Den dominé bedriegt men met het hout en de meest rechtschapen menschen smijt men drek op hun jas. Ik ben heel erg blij, dat ik oud gonoe?: ben. Voor mij is deze nieuwe mode niets." Hij draaide zich om en ging vorder met zijn stok met stijve knieën en kleine pasjes, en toch met Iets haastigs, als wilde hij geen antwoord hooren. Maar niet alle bewoners van de hoogvlakte gaven den dood graver een grof antwoord, wanneer hij op zfjn ma-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 5