Aiwianscle Brieyeii. Voor Dammers. Zaterdag 27 Juli 1912. 56'e Jaargang. No. 5155. DERDE BLAD. Ziellier mijn bloed, ziehier mijn voorhoofd, ziehier dochter geboren werd. noemde hij haar Anna Maria mijn handen, ziellier mijn hart, mijn voeten, mijn Tvs»elsclmde. Zoo zijn vele namen in de \wx*ld i stem. mijn oogen. AAN ENKELE LEZERS. „MAKE THE BEST OP IT". „Die ware LLiberalitat ist, annerkennung." Schiller. „Gij hebt alleen, de zonde, Den* zonda,ar nooit geliaat," Kersteantate. Tei' Haai-. „Alles moet, 'n mensch dulden, zijn komen en, zijn, gaan, het eenige wat aan hem staat, is: rijp wor den." Shakespeare. „Het staa,t vast, dat de zielen, dei- menschen* heel ver weg. achter het scherm der uiterlijke dingen, en onafhankelijk daarvan, op een eigene, geheimzinnige wijze met elkaar in betrekking stage en elkaar be grijpen." Uit 'n in,le.iding op Maetei-lin,ck. Jo de Vries. Eerlijk is eerlijk, ©11' als 'n mensch' ongelijk' heeft en zijn ongelijk inziet, meet hij zich gewonnen geven. Dat wascht 'i water van de zee niet tif. 'Overtuigd' te werden en overtuigd te zijn, heeft de waarde van liet oorspronkelijke en eigen b'elcr wélen wat met „geweten" in verband slaat en 't is al 'in 1521 gezegd ,.'t Is niet raadzaam iels Ic-gen liet gewe ten te idoen" en in verband met dezen brief zouden ivc er op kunnen varieer»!,.'t Is ook niet raadzaam iels te laten, waartoe het geweten ons dwingt." En 'aan dit laatste wijt of 'dankt deze brief zijn ont staan. 't ls alwoer over de kurk! Mijn 358s:e brief, die tot opschrift droeg: „De kort zichtige wanhoopt: de helderziende niet'", is Oorzaak geworden, dat ik nieL minder dan zeven brieven heb 'ontvangen waaronder twee van dominéés die- mij 'trachtten te overtuigen, da! ik in mijn schrijven over dé „kerk' ongel ij; k had. (Als in n tusschenzin moet ik hier opmerken, dat de lezers van dezen brief door mij verondersteld wor den, ook den genoemden 358s!en gelezen !e "hebben. I Lazen zij' dien niet, dan zal dezen brief zwaar te verstaan zijn. ....En. dit is 'n voortzetting van den vocr-vorigen zin zij „overtuigden' mij... wel is waar: ten deele, maar toch voldoende, om 'n soort van „amende ho- norable". .dat is 'n ..bekentenis van schuld" af te iegöen, en in de taal der kerk'n „bede om vergiffe nis ld doen. Toen ik al die brieven las, dc een mooier m waar achtiger dan de ander. ze Uggen hu op 'n rijtje voor me toen ik al die teksten las want ide Bijbei schijnt 'n soort van arsenaal te wezenieder kan er zijn wapens uitzoeken torn ik' in me voelde op- bonzen al "wat ik daar tegen zeggen kon, en in mijn Wazaft- op en lieer loopsnde woord en weerwoord, taal eh antwoord hooi-de en gaf, nu eens stil nadenkend, dan weer het „et pur se muovel": „en to-eh draait ze!" van Gallileï omzettend in oen. en. toch heb ik gelijktoen dacht ik aan den ouden Melanchlon, den vromen vriend van Dr. Maarten Luther. Heel zijn om al wors'elend -en dwalend 'n enkel stapje verder te komen op den weg van nadenken en vroomheid en gezond verstand, den weg dien God wil. dat wij gaan zullen. ik dacht aan de woorden van Episcopius, den 7dcn December 1618 door hom gesproken vóór de synode van Doidt. Hij zeide toen: „Wij zijn hier gekomen, bereid. zoowel om overwonnen te worden ais om te overwinnen. Welk van beide ook gebcure, het zal niet zonder vrucht geschieden. Want hij schaamt zich. niet I overwonnen te worden, die voor het prijsgeven van 'n dwaling de waarheid zoekt te winnen, en niets anders j bedoelt dan door het verkrijgen, der waarheid, zijn geweten tot rust te brengen". Ik dacht aan mijn twistgeschrijf, nu drie, vier ja ren geleden met .den orthodoxen L trechlschen predikant Dr. Gunning Ji\, en hoe hiji in een van zijn brieven aan mij schreef, dal liij „eerbied had voor mijn streven, omdat ik bewees het te hebben voor hel zijne", en hoe „de goede God in Zijn hoogen hemel wel glimlachend liet getob van De Hoog en Gunning zou aanzien, die het niet eens waren over den weg, waarop zij Hem het spoedigst en zekerst ontmoeten zouden.' i Is 't wonder, dat ik „ketter", „libertijn", „pre-1 Zóó strijdt ieder op^ zijn eigen wijze den strijd, hem dikantenlialer", .„kerkvernielcr" en nog veel meer an- door God opgelegd, ,,'n handschoen met 'n gift er in", der moois, dat 'men mij: heeft willen toedichten is en wie van zulk 'n strijd niet weet, wie alles kant en 't wonder, dat ik mij, sedert genoemd twistgeschrijf, klaar vond en in orde. maatschappij en kerk, en cén gevoel met zulk 'n tegenstander t Ik zeg u één waut dat hoort er zoo bijook zi chze 1 f, die... Dje zoo'n tegenstander is meer waard dan honderd vrien- loopt geen litteekeais op, die .weet van geen gouden K den", die nog nooit hebben nagedacht, want ter laatster honger, van geen zalige verslagenheid, van geen „o instantie zullen deze blijken uw zvyanden te zijn. „f God, wees mij zondaar genadig!' van geen olijven- ralher wish you foes". zegt Shakespeare, „than hollow hof. van geen „blessure, qui est encore vibranle", friends"„Ik w-ensch u liever vijanden, dan lcege vricn- van geen „brüluro". maar ook van geen „gloirc, qui H wereld gek» •mén. Zij. die ten tijde van do» eci-sten Napoleon: net» geen familienaam hadden. .wat vooral onder de Jouen het geval was. we .Men door hem g^dwongcti er een aan te nemen. Zoo ontstonden de vele namen, die op 'n handwerk wijzen: touwslag.r. vleeschhouwer, ossedrijver. uienkruier. enz. Menschen, die Van de vrij heid om 'n naam te kiezen 'o grapje maakten en inis- schien gezegd hebben: noem mii maar „Aap", {lebben zichzelf, liun kinderen e-i kindskinderen daarmee 'n twijfelachtigen dienst bewezen. Er zijn. vooral in Am- ste> dam. heel wat dwaze namen, die de bezitters zelfs soms aarzelen te noemen. Wel is waar zegt Shakespeare: Gij. God van Vrede, van vreugde en van goedheid, „What is in u name?' Maar als je bijvoorbeeld „Aap*"' pl' „Schooier" of nog erger heet. dan Zeg ik, zit ju cr tocli maar mee. TKR OVERWEGING. O. T is zoo gemakkelijk om te zeggenik zou 't zus of zoo gedaan hebben. Als ge ook eens onwillige jssen voor uw ploeg krijgt, dan zullen we eens nader Helaas, Gij. God van offer en genade, Hoe diep is de put van mijn ondankbaarheid. Helaas, Gij, Gcd van offer en genade, God van verschrikking en God van heiligheid. Helaas, deze zwarte aigrond van mijn misdaad, Gcd van verschrikking cn God van hciligneid. Gij, God van vrede, van vreugde'en van goedheid. Al mijn vreezen. al mijn onwetendheden, Gij weet alles! Gij weet alles! En dat jk armer ben dan eenig mc-nsch, Gij weet alles! Gij weel alles! Maar wat ik heb. mijn God, dat geef ik U. Cn,i" ii.tr vi. m „O mijn God' PACl VER LA INE. praten. Alles deze rubriek betreffende te zenden aan <lo die weet van geen gouden Redactie der Schager Courant, onder bet opschrift: Damrubriek". SLAGZETTEN IN DE PARTIJ, den", en ik zeg u. dat zulke vrienden leeg zijn, nog s'est installée". van geen „terreur" of „samtêté", maai* dan zoon andere vol wijsheid cn hadenken, om" ook van geen „vrede, vreugde ot goedheid"; die ras- 0 l-i.| "m.vl.f» irt ^ii.aivlnrln.i f\r\ maai. .'./at, rtr\.ïaSl 71fll UIP1AI1 fl V/]ll leegt....j..«e u daarmede te overstorten en in meer dan één opzicht zich vleien 'n „volmaakt" mensch te wezen in 'n ,,vol- •rijk 1c maken. maakte' wereld, zich vleien ook met de gedachte.., door Gcd over 'L hoofd té zijn gezien. lende Fransche spelers uitgevoerd. Zwart: Grange. En nu het dispuut van hedenliet dispuut, dal ontstaan is door dien „guloppoerejidciT' 358stcn „Am- Is H. d. TL weer in zijn oude kwaal van afdwalbig sterdamsohen Brief", waartegen „protest" is aangetee- vervallen Hij liad immers zoo op de kerken, geschol- kend. waarin ik „meer zog dan ik verantwoorden kan", den en daarmee 'n mensch pijn gedaan? En nu zou ln'j waarin ik mij „gaan laat en verdien „aan de jas ge- immers excuus vragen, omdat hij daar spijt \an had.' trokken te worden". Ilc las clie woorden niet genoegen,Waarom doet hij dit dan ni-eir bijna met plezier, omdat ik 't aangenaam, vind elkaar' Och. bes!©, beste brievenschrijvers, beste, beste do-j in vriendelijke termen, als 't k^a.i lachend, de waarheid mines, verstaat mij toch. wat ik U bidden mag, goed. W Ie zeggen, ie onderwijzen en beter tc maken. Maar lk scheld niet op dc Kerk, *op die- „eeclcsiam meam ji ik had groot verdriet, toen ik ook lezen moest, 'n de Roomsche niet, hoor! die Christus stichten wil-1 mensch, 'n vriendelijk, goed mensch toevallig 'n de: ik scheld niet op die grooto menscheflg.ocp van: predikant „pijn Ic hebben gedaan". O, hij viel mij goed willenden, die men vindt bij Christenen, Joden én wol 'dadelijk den Volgenden regel al - in de rede, Heidenen, die elkander over de geslachten heentoeroe- i met te zeggen: „Ik weet wel wat gé bedoelt: De kei- pen 'n zegen te zijn. Ik scheld nog niet ééns die gabon- j ken brengen sorajfü - -* i voofcaï daar waar loer, zoowel bij niet 1c minhob ik „pijn" 'gedaan. E n di t \v i i ik niet! ik 'n woord van logische weerlegging niet aanhooren Ik bid u. lezers en lezeressen, Joden, Roomschen en en waardeurenHoe zou ik vrienden hebben ondr; Protestanten, geestelijken en leckcn. .gij allen, velen Roomsche, Prolestantsèine en Joódschc gódgeleerden, 'of weinigen, die mijn brieven leest en hen uw naden-vrienden ook bij het Leger des Heils, als ik onredelijk ken of 'n .bespreking waardig keurt, ik bid u van of 'n hatelijk mensch was. fk zeg u, dat ik ze allen mij aan te nemen, dat ilc nooit 'n mensch gehaat ofwaardeer, allen liefheb en hoogacht, maar dat ze wijs stand zwart vcixaoideeld heb, om .welke daad of welk woord ook. j on. volstandig en bovenal zeer Christelijk zouden doen, 03 95 Ti, bi* 1^ oonji 't, als zM dooij elkander liepen, dat ze telkens |im 1 I 1 .1 :A' Wfo 53 vm •eé fl Hf 'M '1 Mv/. 1 1 ,'3 Ilc bid u van mij aan te nemen. dat ilc nog nooit 'n als ,ze zóó door i Jood, 'n Roomscihe 01 'n orthodox-protestant minder ge-11 qijdei o kerk terecht kwamen. Want dat altijd eU*n eerbicdigd heb. omdat hij! 't een of 'tander was. Ik j van ;'.1 zelfde brood is oorzaak, dat ér zoovelen zijn.- ben nu toevallig „ik' en gij zijt toevallig „gij". Ik 1 die 11 parti piis, 'n tegenzin hebben tegen 't brood' met mijn weerspannig krullende haren, .gij met uw j dat anderen eien. altijd deftige kuif. Ik met mijn Napoleontische lengte! Indien er in mijn blieven 'n bepaalde richting te be- geen grootte gij' niet uw herculischen bouw, die j speuren valt van hoe God heet en waar God woont aan Karei'den Groote doet denken. Ik met mijn ver- j ch hoe Hij gediend wil worden met bidden of zingen' dacht blozende wangen, gij met uw gedistingeerd teint. 1 °i belijdenissen of wat er meer verzonnen kan worden. voi„t 4439 Ik met mijn aanleg voor rheumatiek .en andere kwaad- j t een mensch te laten draaien voor de oogen, ik wil* 29 18 Zwart- aardigheden, gij met uw onverstoorde en ooivei'sloorbare L. .leest dan die brieven niet meer. want dan 09 physiek. iWij zijn, die wij zijn. en wij hebben Ie brengen ze_,Uf op 'n pad "van stilstand, wat achteruitgang Wit: Weiss. schijven op: 7, 9, 12, 17, 18, .19, 26, 27, 28. 29, 32, 34, Stand wkr 8 sehfjven op: 38 en 44. Weiss won hier op de volgende wijze: Wit: 2722. Zwart; 18 27. 29 18. 12 23. 32 1. 23 43. 3429. 1923. gedwongen. Zwart kan geen dam nemen en op eiken an,derep aanvaarden en te dragen gekregen, .wat de algoede en wijze God ons bij onze geboorte te dragen gal'ou ders. broers, zusters, kerkgenootschap of geen kerk genootschap, liefde, vriendschap, haal, vijandschap, werk of geen werk, aanleg voor studie of geen aanleg voor studie, neiging tot goed zijn of neiging tot kwaad zijn; later: vrienden, vrouwen, .kinderen, goedharten, val- scherikken. woordhouders en woordbrekers, lui, die- Als Gij; 'n naam gaat geven aan wat met naam te noemen is, dan zijt Ge al op weg, om in de war te raken, want 'n ander geeft er weer n anderen naam aan. En dit is verkeerd, want aanbidding' bedoelt altijd 't zelfde. Gij denkt toch niet. dat uw „Vader in den hemel" n andere is dan de 'Kanvar" waarvoor de Hottentot knielt en waarvan, hij zegen en voorspoed bidt en verwacht ,,In den riin «lipn /-lïo r./wi 16! gewopnen. 914 gedwongen. 43 34. Zwart: Ottina. zijn allen die Gcd „Johannes" of „Judas" héél ten, „Petrussendie wij! zoeken hel eens. alleen bi de vormen verschillen zij.' telkens dreigden te verliezen, zoodra de golven maar Maar juist de vormen zijn het, die hen scheiden wat hooger dan gewoonlijk liepen. Èn het is niet de en riie ze soms als vijanden tegenover elkander doet vraag, wat dit alles m zichzelf was en is; maar hoo slaan. Neen, de beschaafden niet. de hooger ontwik loven. had hij: theologie gestudeerd en zijn godsdienst] wjj ]iet die dingen en die mensehen aanvaard keiden niet, maar... ge begrijpt wel wie ik bedoel. En was <rr sterker door geworden, zooals ,zij.u wijsheid1, lfófiben. 't Is 'n ingewikkeld en niet duidelijk erkenbaar R de onopzettelijke foul. waaraan elke. zich met cr door was gegroeid. Maar die priesters èn later die geschenk geweest, wat wij in dit alle» ontvingen, temeer aparte naam noemende kerk, zich schuldig maakt. Lutheranen en dan die driftige Luther zelf! och, och, daar wij er onszelf bij kregen. Duizend kostelijkhe- Versta mij goed! Ik zeg „zonder opzet"; "maar niet i wat hadden ze met hun wijsheid, eai eigenwijsheid zijn den, maar... in 'n handschoen, die ons als 't ware in te minde fout i s er en de schuld beslaat, en daarom geduld en zijn christelijke verdraagzaamheid vaak óp 'j gezicht geworpen werd. Ge weet immers wel. wat dit waöht ik evenals zoovele anderen op den profeet n zvaren proef gesteld! 't Was gebeurd, cp samen- beteekent r Dat is 'n uitdaging tot strijd. Zóó doel God ziener, die al die verschillende stemmen, .welke1 komsten, bij Roomschen. en Lutheranen, dai ze als ons wél. Zoo vocht Jacob met Hem aan den Jabbok. alle den lof van ééncn God bedoelen, zal doen samen- i kemphanen tegenover elkander stonden. Frederik de en God sloeg hem aan de heup, dat hij kreupel ging'; smelten tol een harmonisch geheel: en er geen sprake! Wijze, Keurvorst van Saksen, die "t misverstand nxaar Hij noemde hem van toen af Jsraël"„strij- mFT p1' zijn van Roomsch of Lutersch oi andere af- j lusschen Luther en Zwingli wilde opgelost zien en (jer Gods". Zóó woratelde Jezus met Hem in den hof, scheidingsmuren, die door de menschesi verzonnen éli1 ze saam bracht op clen Marburg, om te spreken over 0f 't njet mogelijk was, dien beker te doen voorbijgaan, gebouwd zijn.... Omdat ze niet wijs waren. Omdat ze niet de frans-substantiatie, die volgens Luther 'n „consub-om verheerlijkt te worden als de „Christus". Zóó werd wisten wat godsdienst was. Want ik blijf gelooven, „met 1 slanliatie" was en waarvan Zwingli zei, dat brood', Buddha „Buddha". zóó stond Mazeppi, na zijn woestijn, (iien vasten grond der dingen die men hoopt, en met 11 - 1- Zoo gaat het allen, die gewijd worden zoovele bewijzen van datgene wat men niet ziel'dat u^t „«nd». Geest",' wi'' dan nas waairnpb+i^ji TiriUn V,U Wit: Weiss. „O, mon Dieu, Vous m'avez blessé d'amour Et la blessure est encore vibrante. 0, mon Dieu, Vous m'avez blessé d'amour. O, mon Dieu, votre crainte m'a frappé Et la brülure est encor la qui^ tonne, O, men Dieu, votre crainte m'a frappé. O. mon Dieu, j'ai connu que 'out est vil Et votre g'loire en moi s'est installée O. mon Dieu, j'ai connu que tout est vil. Noyez mon ame aux flols de votre Vin, Fondez ma rie au Pain de votre table, Noyez mon ame aux flots de votie Vin. „brood" en wijn „wijn" was, had ook van zijn vrede- a[s „koning lievend pogen geen. plezier beleefd. Luther zwoer bij', tot strijder met den 'kus van het monster 't woord. Zwingli mocht betoogen wat hij wilde, dat j „Heilige Geest", (kit hen de ziel vrij" maakt, terwijl het Christus ook gezegd had: „Ik ben de ware wijnstok" de nagels hen in 't lichaam slaat, enz.. Luther bleef bij zijn beweren: Jezus heeft gezegd: „Neemt en eet, dit is mijn lichaam": „Hoe est corpus meurn' en nu is dat brood ook zijn lichaam; cn hij schreef 't met 'n grof stuk krijt op 'l fluweelen tafel kleed. Zwingli,Verstandiger dan Luther, zei, dat hij: dit woord wel weg' kon vegen, want dat 't een misver- slaan van Jezus' bedoelen was; wmaar de koppige Erfurter, met zijn vuisten er op slaande, antwoordde zoo grof mogelijk: „Das Wort sie sollen lassen stehn". Toen gaf Zwingli den strijd op. Luther tóch de vrien denhand biedend met do woorden, dat hij. in weerwil van alle verschil van inzicht toch Dr. Maarten niet als vriend verliezen wilde. Maar Luther weigerde die hand en.... liet Zwingli bedroefd heen gaan. De groote Luther verliest door die handweigering wel iels van zijn grootheid; en zijn protesteerend optre den tegen gewetensdwang wat zijn recht was doet hier protest aanteekenen legen zijn eigen koppig heid en willekeur. ,W(ue de vrijheid van denken zóó liefheeft voor zichzelf, mag zc zeker in anderen niet beknibbelen, minder nog die 'anderen daarvan zijn vriendschap onthouden. „Dulden heisst „beleidigen".. Godsdienstzin vraagt dan ook meer dan dulding, n.1. wiaarde©ring. Maar andercr inzichten waaraeeren kon Luther niet. en in dit opzicht is hij „Roomsch' gebleven,... wat te verwachten was. Maar ik "dwaal van mijn vriend Melanchton af. Ik zei. dal ik aan hém dacht, toen ik al die brieven las. die aandoenlijk mooie brieven van... Bedenk eens 'n mooi en waarachtig woord!... brieven van gods vrucht, \nn vermaning, van strijd, van niet-eens-zijn, maar ook van.... 1 „Melanchton nu, liggende op zijn slerfbed. begeerde te midden der zijnen voor 't laatst te bidden en te (danken, en hij zeide: „Hoe, o goede Vader in den hemel, zal ik bidden om zegen, terwijl Gij gereed slaat tien volsten rijkdom van Lw zegen mij aan te bie den r Mijn hart is alleen vervuld van dank. Ik dank U voor mijn lang en gelukkig leven, dal Gij in weerwil van mijn zonden, niet in het midden daarvan hebt af- gesneden. Ik dank U voor al de liefde, al de vriendschap, al ide toewijding, die ik door U van menschen mocht ontvangencn nu dank ik U. dat Giji mij wegneemt uit dit leven, dat door de veelheid mijner jaren mij tol "n last kon worden. M-»ar bovenal dank ik U. o Heer. dat Gij mij verlossen gaal van het gehaspel der theologen". En. dit gezegd hebbende legde hij zijn voeten samen en stierf. Hieraan dacht ik bij het lezen van die brieven. Maar 'l was niet mijn laatste gedachte. Mijn aller laatste gedachten waren anders. Mocht ik maar'namen noemen! Wist ik maar, dat 't mij. niet ten kwade zou worden geduid! Dan zou ik heele bladzijden uit enkelen dier brieven oversclirij- veii! En g? zoudt zien, hoe mooi cn waarachtig zulk 'Ecologisch „gehaspel" wezen kan, wanneer 't van twee wij dan pas waarachtig godsdienstig zuilen zijn. als we heelemaal niet meer over godsdienst praten en'er zelfs niet meer aan denken zullen. „Dan zal de een niet meer tot den ander zeggenProfeteerWant zij zullen allen profeten zijn." Met mijn respect aan de geadresseerden, Hun dienstw., H. d. II. Van dit en van dat. GOEDE RAAD. Als er in uw huis 'n vogel zingt, komt dan niet te spoedig' bij hem staan, om hem aan uw gezelschap ie gewennen, want in plaats van hem lammer tc manen, maakt ge hem schuw cn hij zal verschrikt en onrustig met zingen ophouden. Eu als gij gevoelt, dal er n nieuwe gedachte in uw ziel geboren woidl. 'n nieuwe aandoening, 'n nieuwe liefde, breng die dan niet t - snel in 't volle daglichtbewaar alleen de kiem ervai „Voici mon sang1, voici mon front, voici mes piains. voor vergelen, zorg, dai zij rust heeft, stoor haar nbi.. voici mon coeur, mes pieds, ma voix. mes_ yeuxlaat haar de volle vrijheid om "Jich te ontwikkelen én te groeien. Dit alles gebeurt, zonder dat gij er Hélas. Vous, Dieu d'offrande ët de pardon, 1-. j.._ y_. Quel est ,1e puits de mon ingralitude, Hélas, Vous, Dieu d'offrande et de pardon. Dieu de terreur et Dieu de sainteté, Hélas! ce noir abime de mon crime, Dieu de terreur et Dieu de sainteté, Vous, Dieu de ,paix, de joie et de bonheur, Toutes mes peurs, toütes mes ignorances, Vous. Dieu de paix. de joie et de bonheur, Vous connaissez tout eela. tout cela, Et que je suis plus pauvre que personne. Vous connaissez tout oela, tout cela, Mais ce que j'ai. mon Dieu, je vous Ie doaine.'-* „O. 'Mon Dieu". PAUL VERLAINE. Stand zwart, 5 schijven'op: 13, 16, 19, 30, 35 en een dam op 49. Stand wit, 5 schijven op: 22, 25, 26, 33. 34 en een dam op 1. Zwart speelde het laatst 2430. Weiss speelde uu: Wit: 3329. Zwart; 30 39. 2924. 19:30. 25 43. 49 18. 1 45. In het geva,l dat zwart inplaats van, 2430 16 21 had gespeeld en dan 2430 zou de partij toch door zwart verloren worden. Wit: 26 17, Zwart 2i30, Wit: 3328, Zwart: 30 39, Wit: 2823, Zwart: 19 28, Wit: 22 44. Zwart: 49 4". Wit 1 45. RECLAMES. kanten eerlijk bedoeld is; niet om gelijk te hebben, niet om toch overwinnaar te blijven in den strijd, maar Vrije vertaling: O, mijn God, Gij hebt mij gekwetst met liefde, En de wonde brandt nog. O. mijn God, Gij hebt mij gekwetst met liefde, O. mijn God, uw vrees heeft mij geslagen, En ik voel nog het branden van de striemen, O, mijn Gcd, uw vrees heeft mij geslagen, O. mijn God. nu weet ik, dat alles ijdel is; Uwe glorie heeft zich in mij; bevestigd, O. mijn Gcd, nu weet ik, dat alles ijdel is. Dompel mijn ziel in de golven van uwen Wijn, Kneed mijn leven met het Brood van uwe tafel. Dompel mijn ziel in de golven van uwen Wijn; i Neemt uw maatregelen bijtijds. aan denkt, d.w.z. zonder dat uw hoofd daar met" bë- wustheid aan denkt. Het denken van uw ziel kan bui- ThÏ menschen aan nier ten uw bewustheid omgaan, wat het dan ook doet, even- blaaskwalen, lijdende zijn. zonder dat zij eenig als het groeien van wortelen buiten onze aanschouwing i?» k™"- omgaat. En bovenal, als gij. gelukkig zijl mei 'n lieel D.f da" ook uheen ehda* groot of mei 'n maar heel klein «Stuk' uves er 2ui- 21011 nlet op U^e voordoen dient tevor. nig op en behandel het heel voorzichtig; hang het nooit aan de groot© klok. H. F. AMIEL FAMILIENAMEN. den toegeschreven aan de verschillende lichaamsge steldheden bij verschillende mensehen. Doordat de meren hun plicht niet behoorlijk ver- Zeer lang althans in Nederland heelt het Wden aan pijn in den rug. of de geduurd eei» de menschen familienamen of vannen aan- zy?€n' Stf krijgt last van pijn in de gewrichten en namen. De adellijken noemden zich naar hunne bezit- ®P,erenuen vooral bij guur en vochtig weer gevoelt tingen of ka stoelen, maar de gewone burgers, boeren 11 rk®umatIS<fb. pe urine laat een bezinksel ach- en buitenlui hadden geen anderen naam, dan dien e" mt PUnhjk, soms bij zeer groote of bij zij bij hunne geboorte of bij hunnen doop ontvangen zeer klelne hoeveelheden, eu met een scherpe, oa- hadden. Ter ondeisclieiding voegde men dikwijls hij ^ngename reuk. 's Morgens gevoelt gij u dikwijls te ellendig om op te staan en gij krijgt blazen on der de oogen,, opgezwollen handen of enkels. Wanneer zich verschijnselen als de bovenstaand© ondei-scheiding voegde men dikwijls ""hij dien naam den naam van den vader of van de moeder, van de geboorteplaats of van het beroep. Zoo kon men ontmoeten Piel van Paul of Paul van Piet, Ka van Anna of Anna van Kaal, Aai van Bram of Biarn van "Aai. Er was 'n man. die Jan heette en koster was van de Groote Kerk te Haarlem. Hij kreeg ,'n zoon, dien hij Laurens noemde, en toen die jongen latei" van i zich deed spreken, heette hij: Laurens Janszoon Koster. vertoonen, is dit een bewijs, dat de nieren te kort schieten in hun plicht om de onzuiverheden uit het bloed te filtreeren. .Verwaarloozing dezer verschijn selen leidt tot gevaarlijke ziekten als chronische rheumatiek, steen, ontsteking van de blaas en urine- Er was 'n ander man% die Comelis .heette cn die te .kanalen, hartzwakte, enz. Begint daarom zoo spoedig Uitgeest een molen had: ook hij kreeg 'n zoen, dien hij.mogelijk heden n og met het gebruik der naar zichzelf „CSrnelis" noemde. Deze zoon werd <k-1 e°hte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, het grootsche uilvinder der houtzaagmolens en is in de geschiedenis i nieren~ etl blaasgeneesmiddel, dat de nieren hun ver bekend als „Comelis Corne'iszoon van Uitgeest". Een j loren kracht weergeeft. Zij maken deze organen weer ander man had als ruiter den lande g:dïend, zijn klein-1 geschikt voor hun omvangrijk werk om het bloed zoon Michiel, die 'n jongen was van des ruitcra zoon te zuiveren. Adriaan, is bekend ah Michiel Adriaatiszoom de Ruiter. Let er op' dat öe bandteekening van James Foster De stichteres van het Amsterdams che Burgerweeshuis i °P doos voorkomt ten bewijze, dat gij de echt© heette Haasje .en was dc dochter v.m zekeren Clans. Foster's Rugpijn Nieren Pillen krijgt. Zij zijn *3 Haar naam is in de geschiedenis Haasje CJaasdochlcr. Schagen verkrijgbaar bij den heer J. Rotgans. Tc;- Roeme'r Visscher was reeder: toen een zijner schepen zending geschiedt franco r.a ontvangst van postwis- :n bijna gelijktijdig iiem n sel a fl-75 voor éen, of f 10 voor zes doozen. 8 bij Tessel verongelukte

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 9