iliiuiii Niiiis-
Mmüllil- LllillHllll
.41
firra i EnpiaM.
SI
De Molen van den Kouden Grond.
8,
Woensdag 7 Augustus 19J2.
ze
te
AKER
56ste Jaargang No.. 51(!0.
DU blad verschUiit viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-.
D o-n derdag- en Zaterdagav o n d. Bij Inzending tot 's morgens
are worden ADVERTENTIEN ln het eereiultkomenci nummer ge
plaatst. INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger.
Bureau SCHAKEL» 25 4.
Intere. Telephoon M«. SU
UitoewKrs TBflPMfilS 0o>
Prijs per Jaar f 3.Franco per post f 3.«u
Afzonderlijke nummers 6 cenL
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regei* f o.2ó; iedere regel meer 6 Cent.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend
ei
11
w
ex
e
et
i1
ei
ef<
ik
ir
[JE!
*1
a.
Sekendmaking en>
militie.
Aan de hieronder vermelde miliciens wordt ken,nis-
gegeven, dipt zij- voor den, 9en Augustus a.s.. hunne
zakboekjes ter Secretarie dezer Gemeente moeten
inleveren.
PRINS WILLEM STEPHANUS, Lichting 1907.
BREET CORNELIS, Lichting 1909.
BROEKHUIZEN WILLEM, Lichting 1909.
BUISMAN JACOB, Lichting 1908.
KROUWEL GERRIT, Lichting 1907.
GROOTES FRANS, Lichting 1910.
OUKES GERRIT, Lichting 1910.
„DEKKER JAN, Lichting 1907.
WIT DH GERRIT, Lichting 1909.
RAVEN JAN, Lichting 1909.
SMIT NICOLAAS CORNELIS, Lichting 1908.
i KOOP JOHANNES JACOBUS. Lichting 1909.
KONING OTTO, Liohtimg 1908.
GRAAF DE JOHAN, Lichting 1910
Schagen, den 3den Augustus 1912
De Burgemeester van Schagen, j
J. P. W. VAN DOORN.
RIJKSKEURING VAN DEKHENGSTEN.
Burgemeester en. Wethouders van Schagen,;
Brengen, tor plgiemeene kennis:
lo dat de gewone Dijks-najaprskeuringen van tot
dekking bestemde hengsten in 1912, voor zooveel deze
provincie betreft, zullen worden gehouden te Scha
gen,, op Woensdag 18 September 1912, des voormid-
dags;
2o. dat tot deze keuring worden toegelaten alle
hengsten, die tenminste 2% jaar oud zijn;
3o. dat de eigenaar of houder, die een heugst ter
keuring wens ebt aan te bieden, verplicht, is daar
van tenminste drie weken, vóór de keuring vrachtvrij
©ene schriftelijke en, enderteekende aangifte te zen
den aan den, Secretaris der Provinciale Regelings
commissie, (den heer P. OLIJ, te Amsterdam, Johan-
nes Ver hulststraat n,o. 179), met opgave van:
a. naam en, woonplaats van, den eigenaar en hou
der;
b. naam, ouderdom, ras, kleur en bijzondere kentee-
kenen van den hengst, benevens indien, deze in een
stamboek is ingeschreven, stamboek en stamboek-
nummer;
c. zoo mogelijk afstamming van den hengst, zoo
wel van vaders- als van moederszijde, en naam en
woonplaats van den, fokker;
4o. dat. een, hengst na bovenvermelden termijn aap-
ge geven, van de keuring is uitgesloten, teaizij de'
commissie geen bezwaar tegen toelating heeft en de
eigenaar of houder voor den, dag der keuring eene
som van tien, gulden bij voornoemden secretaris
stort;
5o. dat inschrijvingsbiljetten voor de keuringen
op vrachtvrije en onderteekende aanvraag van eige
naars of houders van hengsten door den Secretaris
der Regelijigsoom miss ie voornoemd, zullen worden
verstrekt.
Schagen, den Isten Augustus 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester.
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
184
2600
5169
8288
1.1077
13725
16163
18448
200
642
249
364
102
737
164
540
23 2
744
297
380
197
785
191
770
248
745
341
301
212
804
244
813
315
771
346
435
242
955
279
883
332
776
370
436
275
962
298
891
346
780
451
452
292
985
307
898
377
791
485
651
412
9S9
31S
910
424
796
539
674
447
14075
342
952
425
802
593
682
459
105
352
967
470
884
608
832
503
147
397
19013
510
3077
610
S52
546
152
473
21
575
109
611
857
551
210
488
79
619
143
G48
919
691
321
600
81
631
167
660
926
737
390
603
118
651
235-
720
.995
738
396
615
155
728
255
756
9057
749
406
617
226
758
321
878
137
887
415
636
232
781
406
951
202
938
466
697
276
S63
490
960 264
12056
4S4
718
448
1036
583
6004
285
85
504
855
519
43
608
19
303
108
507
*857
542
115
609
42
321
227
580
890
599
198
208
627
195
360
234
587
893
621
640
222
372
262
599
950
633
235
661
304'
388
271
611
970
635
330
726
328
398
292
666
17133
648
376
751
354
442
313
675
49
650
385
895
407
444
331
683
315
656
416
925
409
483
34S
738
362
684
426
4002
414
550
390
741
379
785
472
129
431
653
420
815
396
905
509
289
465
682
426
'863
402
986
559
294
508
697
577
991
457
20013
576
313
620
709
589
15001
477
130
668
326
707
732
598
40
511
254
674
371
717
977
701
50
555
407
729
391
740
989
779
61
566
498
742
806
423
820
10104
875
71
575
532
466
838
45
911
126
593
560
846
503
7179
68
964
137
627
584
856
511
181
73
13016
226
628
595
862
531
270
258
93
260
638
607
948
533
339
399
113
264
642
652
996
591
391
438
179
281
711
673
2126
611
536
513
197
302
736
689
61
639
555
514
207
338
737
731
77
640
565
523
212
469
742
746
85
728
625
535
248
481
796
780
200
738
665
561
285
517
823
7J6
280
748
715
593
351
622
828
852
299
808
721
611
384
658
896
883
353
901
723
651
414
697
905
885
358
910
729
869
430
789
18020
895
393
913
841
924
472
799
133
905
420
915
896
930
523
859
136
455
941
927
961
528
963
147
493
5004
938
969
583
16016
154
520
48
8092
975
588
83
284
535
52
111
11027
605
101
331
i 541
57
216
45
699
109
436
1 588
107
254
66
713
114
443
i 2e
kl. Ie
lijst:
éen van 8639 moet
zijn 8629.
Waarom noem ik het onderwijs? Omdat lijnrecht de meeste andere,
tegenover den goeden, naam van, de EngelBclien als Wat me't eerst opviel bij mijn bezoek was de orde.
sporlslu' de slechte naam van dit volk op onder- Om het hoofd van de school te spreken te krijgen,
wijsgebied staat ik geloof ,dat we gauw zullen zorgde ik er te zijn tegen het eirnle van den school-
moeten zeggen, stond. Honderd jaar geleden kon 'n tijd. In Holland is het dan maar al te vaak een wilde
koctsie in Holland, die voor zijn baantje om een bende voor de school. Waar dit niet het geval is,
of andere reden niet geschikt meer was, als onder- zie je meestal de onderwijzers hun, klassen naar
wijzer optreden in een lagere school. Dien zeer buiten brengen, en begeleiden tot den hoek van de
slechten toestand zijn wij langzamerhand ontgroeid, straat, of de bovenmeester staat Jn de deur en kijkt
Be Engelsclien evenwel nog niet. met strenge blikken rond. Hier niets van dat alles.
Denk nu niet, dat ik zeggen wil, dat hier wel eens De jongens kwamen zonder geleide de trappen af. en
koetsiers voor de klas staan. Ik hoop het niet, en de school uit. Er was geen geschreeuw of gejoel, en
ik denk het ook niet. Maat" en dat is een zeer toen ik een jongen vroeg, me naar het hoofd te breu-
erustige fout, er is geen wet, die dit zou verbie- gen, bracht hij me de trappen op naar de bovensuq
den. Onverschillig of die school in Holland een open- verdieping, waar ik werkelijk het hoofd der school
bare o'f bijzondere is, de wet eischt van dengene, die aantrof, met nog eenige onderwijzers. Die school, le
er les in geeft, een akte van bevoegdheid. Stel u zers, telt zestien honderd leerlingen, of laat ik zeg-
roor een Engelscliman, die om een of andere reden gen acht honderd, want aan het hoofd van de mois-
graag Hollandsch wou leeren, dit in Holland woudoen jesafdeeling staat eene dame. Maar acht honderd ia
en geen geld genoeg had, om eenige maanden in een respectabel getal. De grootste Hollandsche school
ons land te vertoeven. Stel u voor, dat die Engelsch- blijft daar twee honderd onder. En bij het uitgaan
man, op een salaris van vijf en twintig vijftig van die school bevonden zich het hoofd en verschei-
gulden per drie maanden plus kost en inwoning werd dene onderwijzers op de bovenste verdieping, en was
benoemd pan een lagere school, en daar de kinderen op straat niet het minste toezicht, ook niet van een
les moest geven. Of "t geschikt zou zijn voor hem? agent, zooals we dat in Amsterdam en Haarlem al-
O ja, hij zou er zoo,wel van, de kinderen als van zijn tijd zien,.
collega's heel wat opsteken. Maar de kinderen! „Nu Met de meeste bereidwilligheid werd ik ontvangen,
ja," zult ge zeggen, „een gek idee." Nog zoo dwaas Alle klassen stonden voor me open, overal kon Qc
niet, al9 het lijkt. Versoheidenen van mijn kennissen, vrij binnenloopen en de lessen bijwonen. De teeken-
ik herinner me op het oogenblik al vijf, hebben hier leeraar had ieder van de leerlingen twee kersen ge
in Engeland vier maanden, een jaar, éen zelfs drie geven, om na te teekenen. Hij scheen er niet zoo
jaar schoolmeestertje gespeeld. Twee van die vijf zeer op gesteld te zijn, dat ik de klas doorliep en
waren Hollandsche onderwijzers, die zullen er zich naar de teekenende jongens keek, a,i« dat Ik in de
nog wel eenigszins doorheen geslagen hebben. De portefeuilles bladerde met teekeningeu van tegenwoor-
andore drie waren jongens, die juist van de H. B. S. dige en vroegere leerlingen. Maar mijn wenschen va-
kwamen, van Engelsch niet zoo heel veel en van on- ren juist andersom. De teekeningen in de portefeuii-
derwijs geven niets afwisten, en hier desniettemin les waren, heel, heel mooi, maar van vier of vijf
optraden als onderwijzer. Natuurlijk was dit aan een leerlingen, zooals ik gauw merkte. De teekeningen
bijzondere school, want ze werdjep genomen om de van de waren net, zooaJs wij ze allen kennen,
goedkoopte. Een of andere institutèur zag kans om Een paar heel aardige, een massa gewone, en eenige
een onderwijzer te krijgen, voor een dertig, veertig gekke.
gulden per drie maanden, met kost en inwoning. De plaptkundeleeraar had voor ieder van, zijn leer
en maakte daarvan gretig gebruik. De betrokken on- lingen een plant meegebracht. De kinderen moesten
der wijzer werd bovepdiep volstrekt njet uitgebuit, stamper, meeldraden enz. uit de bloem halen, en na-
want diie voelde zich ruim betaald, als hij maar En
gelsch om zich heen hoorde. Alleen de kinderen
moesten, het loodje leggen, tenminste naar alle waar
schijnlijkheid. Ia allen gevalle er was njet de minste
waarborg, dait diit aiet het geval zou zijn.
Dergelijke toestanden zijn beslist verkeerd; hoe
aangenaam ze ook zijn voor Engelsch studeeren.de Hol
landers. Maar, en dit is een teelten van vooruitgang,
isfcc-
400ste Staatsloterij.
2de KLASSE, 2<le TREKKING.
HOOGE PRIJZEN,
f 20000: 20847.
f 5000: 9863.
f 1000: 15727 17341.
f 400: 5525 11627.
f 200: 15758.
f 100: 8567 9829 12257 20876.
Lopden, 2 Augustus 1912
I Voor het buiitepland js Engeland steeds geweest
het land van sport. En hoewel de uitslag van de
j Olympische spelen te Stockholm zeer velen, heeft ver-
I baasd, en aan den alouden Engelschep roem geen
goed zal doen, staat die nog steeds wel zoo hoog,
dat een Nederlandsch elftal van, voetballers haast
trotsch is op: maar een nederlaag van 1 tegen 4.
Zou er echter in dit opzicht eene verandering in
i Engeland plaats hebben tegenwoordig? Zou de sport
teekenen. De vlugheid, waarmee dit ging, bewees,
dat het gewoon werk voor hen was. Toen, evenwel,
werden, vergrootglazen uitgedeeld, het gewone model,
op drie pootjes. Dat scheen evenwel geen gewoon
werk te zijn. Verscheidene kinderen hielden, de gla
zen met de pootjes naar boven, keken elkaar aan,
en wisten er geen weg mee.
De vierde klas had aardrijkskunde, van Engeland.
het is nu al veel moeilijker dan vroeger voor een Ds kaart hing voor de klassen de verschillende pro
vreemdeling om hier een onderwijzersbetrekking te vipeiëp werden aangewezen. Wat is de grootste? wei-
krijgen. Een twintig, dertig jaar geleden hadt je er ke komt dan. en dan? Wat weet je van die provin-
een voor het grijpen. Nu gaan er nog wel eens twee, cie? Enz. enz. Echt bekend werk. Wat vreemd was.
drie weken over heen. Toch niemand van mijn, waren de jongens, als ze antwoord gaven. Onze jon—
kennissen, heeft ooit vergeeft getracht en een te vin- gens in Holland steken de vingers op. de Engelsche
den- jongens de lieele hand en bovendien staan ze op bij
Drie weken geleden bracht ik een bezoek aan het antwoord geven en gaan naast de bank slaan. Ter
een Loudensohe openbare school, 't Was een, be=" eere van het bezoek werd de aardrijkskundeles uütge—
zoek in den, vorm, na verlof van, den Educational Of- breid van, Engeland tot Holland, om de jongens mee
ficer, een bezoek van eenige dagen. En, om mijn te deelen, dat wij ook, zooals in sommige gedeelten
verslag vooruit te loopen, ik vroeg na afloop: hoe van Engeland, dijken langs de kust hebben, en ik
lcomt liet, dat het onderwijs hier zoo goed is, in werd als getuige opgeroepen.
vergelijking met dat op de bijzondere scholen? Het Rekenlessen, schrijflessen, taallessen, ik heb ze
antwoord was: wij zijn hier allemaal bevoegd, moe- alle bijgewoond, ook gymnastiek en zang. En ik moet
t e n bevoegd zijn. De bijzondere scholen kunnen herhalen, wat ik straks reeds zei, op de London
iemand nemen van de straat en voor de klas zetten. County Council Schools, de Londensche Openbare
't Was een bezoek van eenige dagen, waarin ik Scholen, staat, voor zoover ik er na oen bezoek aaa
verschillende klassen ben, binnengeloopen, en uren éen school over kan oordeelen natuurlijk, het ouder
lang het onderwijs heb gevolgd. Er was wel eens een wijs in geen geval achter bij dat in Holland. Dat dit
beetje vertoon, maar dat merk je gauw genoeg, op de andere scholen, de vele Instituten, die hier
als je zelf onderwijzer henit. Dat er afgelaten even- zijn, ook het geval is, zou ik niet graag durven be-
wel, moest ik ten, slotte eerlijk bekennen, dat op weren.
die school het onderwijs in geen, enkel opzicht ach-
terstond bij dat op een dergelijke school in Amster
dam, in Haarlem of in Utrecht. Ik noem die drie
steden, omdat ik er zelf onderwijzer geweest ben.
7 -nPt onderwiis sieaen, ornaat ik er zeir onderwijzer geweest ben,
SUrw den vSrgroad! De toekomst zal het leeren. *1 veronderstel, dat ze wel gelijk zullen staan met
Binnenlandse!) Nieuws.
RAAD VAN BAKSIXGERHORN.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 6 Augustus
lil
üJ
'9
Feuilleton.
19. I
Regele begon de horden op tafel met noten en ap
pelen en, gebak te vullen. Zij dejed het niet veel ge-
druisch en met toornige haast. En dan. hield zij
weer op en, keek naar het bleeke gelaat van, de
jonge vrouw. „Weet ge," knorde zij dan, „weet ge.
wat ik geloof?"
I)e molenaars vrouw schudde met het hoofd, maar
vroeg niets.
Toen schoof de oude heel dicht naar haai" meesteres
toe en zeide halfluid„Ik gelopf, dat, hoe meer men
door den drek moet, hoe meer men, naar een zui
ver plaatsje zoekt. Dat is mijn, heele geschiedenis
me,t het vroom worden. Zuiver, zuiver wil ik door
de wereld met geep drek aan de voeten." Zij
schudde hard den arm van haar meesteres, ging
daarna heen, de deur met een luiden slag pchter
zich dichtgooiead.
De donkure nacht kwam spoedig, en de houtfcpéchts
en de plpptepzeitsters kwamen de een, na den ander
met hun lantaarns, en gxoote, leege manden,. De hof
hond blafte pis razend pan den ketting en in huis
liet ook Spits zich luide en <R"uk hooren. Dieper en
luider dan apdjers rui&chte de heek door den ster-
renloozen nacht.
De molenaarsvrouw stond hoven in de woonkamer,
waar de tafel gedekt was en de kerstboom versierd.
Zij droeg voor de eerste maal sinds lang een licht
gekleurde japon,. Eén vap die, die zij met veel smaak
maar met weinig kosten, benedne dn de Waters teeg
had gemaakt. Een stille en blijde glans was er in
haar oogen en de ouwelijke trek in het smplle gezich
tje had plaats gemaakt voor een schuwe vreugde.
Zoo wachtte zij op de firie. mannen, die komen zou
den. Onrustig liep zij door de groote, ruime kamel
en ordende hier en daar iets, wat eigenlijk al reeds
in orde was. Misschien misschien werd het van
heden af wel anders in den molen.
Zij zeide het niet, maar zij voelde het zoo. Een
onbewust verlangen, een, stom begeeren, maakten
haar oogen schitterend en' blijde als van feest
vreugde.
Voor de eerste maal zouden de schoolmeester en
Heanrich met elkppr op den molen muziek maken.
Dat was alsof men een brokje zonneschijn uit de
kpmer van 'den kreupele naar den molen zou bren-
Anders dan zooeven blaften de beide honden. Hun
meester was thuisgekomen. De molenaarsvrouw hoor
de zijn stap op de trap. Zij hoorde, hoe hij het ge
weer in" den wand hing, beneden naast de deur.
Een bange vrees wilde haar blijkheid verdrijven.
Maar zij bedwong zich en streek met. bevende handen
over hapr feestkleed. „Vandaag," zoo dacht zij, ter
wijl zij de oogen op de deur richtte, „vanaf beden
zal er een pieuw leven tusschep ons beiden begin
nen."
Maar de molenaar deed de deur niet open. Hij riep
een van de jonge meisjes, dat zij hem droge schoe
nen moest brengen. En een oogenblik later hoorde
Liezel de jonge meid grinniken.,
Liezel streek zich weer over het feestkleed en
bleef glimlachen. Zij wilde zich vandaag bedwingen,
het moest anders worden.
De molenaar trad binnen. Zijn voorhoofd was rood,
zijn oogen heet en onrustig, als had hij meer gedron
ken dan goed wa^
Toch trad Liezel verward naar voren en de bleek
heid van haar gelaat was anders dan gewoonlijk.
De man keek vlug naar de versierde kamer en de
gedekte tafel. Dan grijnsde hij en greep met stevige
beweging den arm van zijn vrouw vast.
„Zeg," zeide hij heesch, „zeg. je hebt het hier
mooi gemaakt." En hij rekte haar tegen zich aan,
en liet haar weer los. Het leek wel of hij haar van
zich afstootte.
Liezel lachte. Het was alsof iemand haar in het
oor fluisterde: „Wie met een'Klotz trouwt, moet ook
maar met een Klotz huizen."
„Ter liefde va,n Kerstmis..." zeide zij.
De molenaar lachte luid. „Ja," riep hij, „dat weet
ik wel, dpt het niot geschiedde ter liefde van mij."
Zij streek zich met beide handen over het mooie,
donkere haar en keek hem met flikkerende oogen
aan. ..Toch wel,"' zeide zij zacht, „ik deed het ook
ter liefde van jou."
Hij gaf geen antwoord. Met een zon'derlingen. bijna
stekenden blik keek hij haar aan en floot door zijn
tapden.
Dan zag hij op zijn horloge en Het het slaan, om
te hooren hoe lapt het was. „Zij zijn niet precies,
jouw muzikanten,. Heb je ook wel het goede soort
uitgenoodiigd. Die jij gevraagd hebt zijn hun adem al
kwijt voor zij begonnen zijn." Hij lachte en sloeg
zich dan op de breede borst, dat het dreunde. „Een
inerkwaardigen smaak heb jij toch, Liezel. Wanneer
een man geen bochel heeft of de tering, of rood haar
en zomersproeten, dan heeft hij niemendal van je te
hopen."
De molenaarsvrouw boog het hoofd. Zij wist niet
recht, hoe zij zich verweren zou, omdat zij den aan
bal wel voelde, maar niet recht begreep.
De map legde zijn, rechterhand om haar fijnen,
bleekep hpls. „Je zult nog heel erg verkouden worden,
Liezel," zeide hij en drukte haar, al&of hij haar wor
gen wilde. Dan liiet hij haar los en liep naar de
tafel, die met dennentakjes versierd was.
Hij nam het groene takje van zijn bord af en legde
het op een apder bord.
„Daar," zeide hij, „een hier zoo zeldzame en graag
geziene gast behoort men dubbel te eeren. Voor mij
is het zoo ook goed genoeg. Ik heb met dien rommel
en aanstellerij toch niet veel op."
De molenparsvrouw voelde hoe de oude starheid
in haar ziel kwam, die zij toch zoo hopend had ge
opend. Zij wilde zich verweren met alle middelen,, ook
met zulke, die zij tot dusverre had versmaad. Van
ai de borden nam zij de groene takjes en legde die
op het bord van haar man. Dan keek zij hem in
het gezicht en zeide zacht: „Daar, je zult alles heb
ben, pu je in het geheel niets gewild hebt."
Hij hoorde wel de opgewondenheid in haar stem
en zag. hoe onder haar huid het bloed kwam en ging.
Een oogenblik bleef hij stil en bewegingloos. Dan
greep hij de groene takjes, kneep ze in zijn vuist
samen en wierp ze in eep hoek.
„Laat dat," zeide hij hard. „Ik wil dat tuig niet,
dat reeds op alle borden heeft gelegen." En hij draai-"
de zich om en liep de kamér uit.
Liezel keek hem na als iets vreemds en onbegrij
pelijks, dat haar weg kruiste en weer verder ging.
i Dan nam zij het dennengroen van den grond en
wierp het in het vuur en keek toe, hoe het op-
gloeide en tot asch verbrandde. Van een spijker
aan den wand nam zij een doek en sloeg dien om
haar hals als was zij eensklaps koud geworden.
Regele deed op dat oogenblik juist de deur open
en liet de beide vrienden binnen. Hun haar hing ruig
en verward om hun hoofd, alsof zij blootshoofds door
den wind waren gegaan. Hun oogen schitterden vroo-
lijk als jongensoogen na een weigelukt avontuur.
De molenaarevrouw keek naar hen. zooals zij daar
naast elkander stonden met hun ipstrumentkistep Sxj
de hand. Hoogopgeschoten, mager, ba^roig ue ee-,
de ander mismaakt, met een scherp, hoekig gezicht,
en beiden de schuwe vreugde in de trekken.
De warme moederlijkheid, die in don molen nergens
een vruchtbaren bodem vond, waakte in Liezel op.
Zij stak de beide mannen haar handen tce en groet
te blijde. Dan nam zij beiden de instrumenten uf
met groote, drukke bezorgdheid. ..Ziezoo," zeide zij
hartelijk, „n,u zullen wij een vroolijk feest met el
kaar vieren."
De kreupele zag ip de kamer rond.
„Je man is er niet?" vroeg hij kort.
Liezel hoorde wel het loerende Ln haar broeders
woord. Zij voelde het, hoe hij en haar man vijanden
waren op leven en dood.
„Alles is in den schapenstal reeds voor elkaar.
Ik zal nu den boom aansteken en den menschen hun
geschenken geven." Zij sprak vlug en met een vai-
sche opgewektheid, die zij wilde vasthouden tep
koste vap eiken prijs.
De kreupele keek over de goed gedekte tafel heen,
waar op de plaats van den molenaar een oeroude,
gemakkelijke armstoel stond.
„Liezel," zeide hjj en hij trok zijn zuster aan haar
japon, „wanneer vader eens zulk een stoel en zulk
een tafel had gehad."
Liezel gaf geen antwoord. Een schaduw van moe
heid ging over haar gelaat. Dan vroeg zij aan den
schoolmeester: „Hoe maakt de viool het?"
Hij keek haar aan met stille, kinderlijke oogen,
die zoo teruggezonken en overschaduwd onder het
breede voorhoofd lagen. Iets beslists en hoogs tege
lijk stöpd daarin geschreven. En ook een onbewust
erbarm m, zooals het uit diepe en louterende bron
nen vliedt Hij lachte en men zag tusschen de don
kere huid de witte tanden. „Goed, heel goed gaat
het met haar. Zij weet dat het spoedig feestavond
zal zijp-"
Liezel legde hem de hand op dep arm en wil<Jei
Iets zeggen en juist op dat oogenblik trad de mole
naar de kamer binnen.
Wordt vervolgd.