3 ilititti Nieiws- Advertentie- LaMiomllafl. ïn eii öe Molen van den Konden Grond. r- Woensdag 14 Augustus 1912. 56ste Jaargang No. 5164. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-, Donderdag- en Zaterdagavond. Bij Inzending tot 's morge-ns «re worden ADVERTENTIEN 1d het eerttuitkomenu nummer kc- plaatst. INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger Bareae SCH*8ECi, Lsan O 4. lutcro. Telephuon 2» Uitgevers: TB(5PÈS®.H Co. Prijs per Jaar f 3.Franco per poet f 3.60. Afzonderlijke nummers 6 cent. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regel» fO.26; Iedere regel meer l Cent Croote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bekendmaking en Burgemeester en Wethouders der gemeente Scha- gen; Gezien axt. 219, 2de alinea der Wet tot regeling van de samenstelling, inrichting en bevoegdheid der Gemeentebesturen, brengen ter kennïsse van de inr gezet enen, dat de rekening dezer Gemeente over het .ifge loopen dienstjaar 1911 ter Secretarie voor een ieder ter lezing is nedergelegd vanaf heden tot en tnet den 27en Augustus 1912 e.k., van des voormid- üags tien tot des namiddags twee ure, en hetzij in druk, hetzij in afschrift, tegen betaling der kosten tilgenieen verkrijgbaar wordt gesteld. Schagen, den 13 Augustus 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd,. Oe Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN. De Secretaris, ROGGEVEEN. 311 Binnenlandsch Nieuws. Ï)6 ONZE MUSCH ALS Z11D-A3IER1K AANSCH BUR- JER. Tegen het jaar 1880 zoo verlell Preiherr t on Kchrenck in „Nalur" (en <le ..,Zutphv' Ct.' vertelt het na) sloot een Frans oh, landbouwer in de buurt van iBucnos-Ayrcs een aanlal mussohen, die hij uit Europa had laten komen, in een ruim vogelhuis op. -Met haar berustenden aard en haar stoicijnsche op- katting van de rampspoeden dezer wereld, wisten |ie musschen spoedig het verlies harer vrijheid te vergeten en de door gemis aan Ix-zigheid opgespaarde kracht aan te wenden tot een intensieve vermeerdering jvan haar soort. Hierbij: was het gezegende klimaat van Argentinië, dat geen onderbreken van het broeden elscht, haar een groolc steun, zoodal men elke week snet 1-rils Reuier zou Jicbben kunnen zeggen: .„Bi Spar- lings is hut Kindcrbeer' (Bij de familie Musch is vandaag kraamvisite,). Zoo kon dan ook weldra de volière den bcsiendig groeienden niussqhenlroep niet meer bergeai en de eslan- ciero vond hierin aanleiding den onaanzienlijker) bewo1- hers <de vrijheid weer te geven. Hel salieiden viel hem; gemakkelijk, daar zc in de gevangenschap een paar onjiebbelijke cigensaliappen hadden verworven dielaeh- ligheid en krakeelzucht. PpfV Namwlijks was de gunden vrijheid herkregen en Hle landstreek „en patrouille'' verkend, of er weid krijgg- [jïlr^ixuid belegd en besloten dc Zuid-Ameiikaansche mus- J schen niet meer te ontzien dan dc Europeaan te zijner lijd den Indiaan had verschoond. De inlandsche soort Qs imoest dus uitgeroeid of voor 't minst verdrongen wor den uil de loude geërfde woonplaatsen. Dadelijk daarop werd van de reeds bezette aslaïipia's Jjuit de aanval geleid tegen de villa-kwartieren, de per- |ken ein de marktpleinen der hoofdstad. Overal zegevier de 'de Europeescho indringster en was spoedig meesteres in Bueïios-Ayres. Tegenwoordig zal men moeite hebben de oorspron- |UTirnkelijke Zuid-Ameiikaansche musch in dc provincie Bue- lli IJtunos-Ayres terug te vinden. Deze staat tot haar naani- genoot ongeveer als een cdelknaap tol een straatjongen zoowel in aan'al als manieren. Zij is kleiner, vertoont ifijner lijnen, draagt een kuifje cn een rooden band in jden nek en is lot haar ongeluk veel verdraagzamer dan haar tegenstandster, ofschoon ook zij het niet an- au m dcre vogels moeilijk kan treffen. if&jj f Weet in Europa geen ander dier tegenover den mensdi zijn burgerrechten zoo onverkort te handhaven 'als onze musch. in Zuid-Amerika voelt ze zich nog vrij wat meer. Evenals ieder Ameiiknansdh burger als |lid van het „pueblo soberano' souverefne volk, een zekeren trots ten loon spreidt, .treedt ook onze mus li daar op met een zelfbewustheid en een zelfvertrouwen, die onze "bewondering moeten wekken. Dal do heer lijke marmeren paleizen en monumenten slechts opge richt zijn om haar rustplaats te geven is voor de musch de natuurlijkste zaak Ier wereldeveneens zou hel verloren moeite zijn haar te willen overtuigen, dat de daken en veranda's van villa's en burcaux niet al leen bestemd zijn voor den houw van haar liederlijke nestenvan stroo, vodden, lappon cn papiersnippers. Verwijdert men vandaag twee nesten, morgen zitten er drie. Onder het devies ...Merkt cueh den Grundsatz fllr das Leben Am Grosmut wind kcin Brot vergeben Nehmt Alles, was Ihr kricgen könnt. U-ml's sohmeekt am bisten imgegönnt'", htebben zij Zuid-Amerika veroverd. STEEN EN DORUS. Omtrent deze bekende figuur uil liet Academisch Ziekenhuis Ie Leiden meldt de „L. Cl.'" liet volgende: Wie van de lezers wx*l eens des zomers in den tuin van het Academisch Ziekenhuis is geweest of misschien i wel eens door het bek bij Boorhaave naar binnen ge- gjuurd heeft, zal daar wellicht een patiënt in een riet- stoel hebben zien zitten, ietwat naar reehls afgezakt, dc knieën ©enigszins gebogen. Geen beweging was er in dat lichaam, behalve til de oogen, die glimmigjcK alles opnamen, wal er in de nabijheid g^schjoelde, I en in dc redliteriiaad. die nog goed draaide aan tien pols cn waarin hij zijn stokje zwaaide, waarmee hij lastige vliegen van zijn hoofd mepte, en nog nndcrcf bezigheden verrichtte. Dal was j,Stocnen Dorus' die daar rustig het eind san zijn leven afwachtte, dat men nog .veraf dacht, maar 'nvt toch nog vrij plotseling gekomen is, hoewel niet ter oorzaak van z'jn kwaal, •want „Dorus' was nog niet geheel vers!eend of liever „verbccnd". Zijn spieren hadden n.1. de eigenaardig heid zich langzamerhand in been om te zetten. Hij. was mot dit euvel geboren, want toen reeds kon zijn linkerarm niet bewogen worden. Bij hel opgl oeien bleek, dail Ihij reeds wal mank was. cn in zijn schooljaren nam de stijfheid in zijn heup- ,cn kniegewrichten zóó (loc, da(t hij: sterk voorover begon Ie loopen, wat hem den bijnaam van „don duikelaar'' verschafte. Zijn vader wilde, omdat hij niet goed loopen kon. een schoenmaker, latei- een kleermaker van hem ma ken. doch dit lukte niet. want ..Dorus'" kon zijn ar men -niet ver genoeg van elkaar kjrijgen om den draad aan 1c trekken. Als lolcling wilde men hem in dienst natuurlijk niet hebben, omdat hij een „kronkel "in zijn t" had. Hij prolieerde het nog eens met schaap- ten herder en koewachter, om eindelijk totaal hulpbehoe vend op zijn stoel heer' te vallen. Toen bracht men hem uit 's-Gravendcel naar hier. In het Ziekenhuis hier wist men ook niets voor hemi te doen, maar als mooi studiemateriaal 'werd hij, hier gehouden en 18 jaar lang zorgvuldig verpleegd. En zoo kon men den man, die vele modioi aan een mooie stof voor het bemachtigen van de doctorsbul geholpen heeft, zien liggen in zijn gedrongen houding, die hem niet lastig was, lurkend aan zijn lange pijp. Geen grootcr plcizier kon men hem doen dan met ecu paar sigaren, die hij genoot, gestoken in een pijpje, aan zijn stokje bevestigdhet stokje, waarmee hij nog" brood aan den verstijfden mond kon brengen (met ander eten werd hij geholpen) cn waaraan hij zijn mondharmonica kon doen bevestigen, waarop "hij een vroolijk mopje blies, als men hem ter demonstratie aan dc studenten de collegezaal binnenreed. Nu is „Sleenen Dorus' dood, 'en gisteren nog werd hij voor de laatste maal critisch beschouwd door de medische wetenschap, die nu haar zeldzaam experiment slechts -14 gevallen zijn tot nog toe bekend) moet s'a- ken en dus misschien de «enige is, die zijn heengaan' betreurt. OUDE NIEOORP. Door bet, bestuur voor de straatverlichting alhier, is de leverantie der petroleum enz., tevens het op steken der lantaarns in, dezen, winter evenals in den vorigen winter, weer opgedragen aan den heer H. B. Helleman. De lantaarns zullen 1 September a,s. voor het eerst branden- EEN BRANI) MET 'N STAART. Bij den fabrieksbrand van de „Tijd en de Vlijt" te Wormerveer hadden gebroeders Van der Toorn een goed uur een spuit op hun motorschuit staan om aldus beter het vuur van den Zaankant te kunnen bespuiten. Zij vroegen daarvoor de ronde som van f 250. Wel wat veel naar de meeniag van den bur gervader, die f 10, f 20 en later f 30 aanbood bij de afrekening en bij weigering en doorgezetten eisch, de motorschippers „gemeene afzetters" noemde, ja zelfs zoo royaal was, dat op hun rekening te zetten, zwart op wit! De elschers hebben de zaak nu in handen van een advokaat te Haarlem gesteld. WAARLAND. Van bevriende zijde vernamen wij dat Dinsdag de eerste steenlegging zou plaats hebben van de nieuwe sluis alhier. Hoewel wij geen uitnoodiglng ontvingen, waren we er toch als de kippetjes bij om mee getuige te zijn van deze plechtigheid. Den put had men oen feestelijk aandien gegeven,, door het aanbrengen van ©enige vlaggen, die lustig in de morgenkoelte stonden te wapperen. Ook ont brak het niet aan belangstelling; er waren tegen woordig: de burgemeester, de aannemer erf zijn werk lieden, de metselaars, opperlieden, grondwerkers en de beide opzichters Wartenhorst en Van Goor. Mede waren aanwezig de besturen van den Polder en van de tuinbouwvereeniging Waarland en O. Nadat de voorzatter des Polders den len troffel be ton had geschept en neergelegd, bracht de burge meester in een hartelijke toespraak hulde aan allen, die hadden medegewerkt tot de verwezen.lijking van dit sludsplan en wemscht aannemer en anderen kracht en moed toe, om dit bouwwerk naar genoegen tot stfi,n,d te kunnen, brengen. (Applaus.) Hierna werd door den heer Levendig een kielcje genomen van alle aanwezigen en het interieur dei- sluis. Het officieel© gedeelte van het programma nu af gewerkt zijnde, bleef men nog eenigen tijd gezellig bijeen onder het genot van een sigaar en een glas bier. HEEIIHU GO WAARD Naar men ons mededeelt, is de levering van don Inventaris der kaas fabriek „Excelsior' aihicr, opgedra gen aan den heer Beek tc Hoorn voor f 20.000. WIERIN GERWAARD. De heer D. K. van Nieuwesluis had heden geen voordeeligen dag. Terwijl hij bij een zijner klanten in huis was en paard en wagen onder de hoede van een jongen liet staan, kwam ©en auto aan tuffen. Het paard maakte zich bang, de jongen misschien ook en het geheel© zaakje tuimelde bij den wal neer te water. Paard en rijtuig werden spoedig op 't droge gehaald, doch de kruidenierswaren en eieren gin-_ gen verloren. HET ZAND. Van 2 tot en met 9 September a.s. zullen alhier oefeningen der Militaire Kustwacht worden gehou den. BARSINGERHORN. De omslag voor het Veefonds te Barsingerhorn over het afgeloopen kwartaal is bepaald op f 0.62 per koe. ST. MAARTEN. Voor de vacant komende betrekking van onderwij zeres alhier hebben zich 16 solMcitamten aangemeld. ST. MAARTENSBRUG. In. de op den 12den dezer gehouden vergadering van ingezetenen, die belangstellen in het oprichten eener luchtgascentrale alhier, beeft men in beginsel het systeem ..Oltmans Patentgas" aangenomen. KOEGRAS. Zondag 1.1. werd door de harddraverijvereeniging D< Toekomst, te Koegras, een harddraverij gehouden, bij den heer G. Ruitenburg. De uitslag was als volgt: Eerste prijs, f 30, Corrie van den heer J. Brak te Zijpe; berijder de heer De Wit. Eerst premie, f 15, Bols van den heer D. Langedijk te An,na Paulowna; berijder de heer Vos. Tweede premie, f 10, Agnes van den heer C. Blaar. - boer te Anna Paulowna; berijder de eigenaar. Derde premie .f 5, Gerard van den heer'P. Kaan te Anna Paulowna; berijder de heer Stajnmes. Gemengd Nieuws. VERVALSCIIIXG VAN BANKBILJETTEN. Jn het jaar 1910 gaf de Russische regeering 20000 bankbiljetten van 100 Rbl. uit, die weldra over het geheele rijk werden verspreid. Benige maanden daar na bemerkte de administratie van financiën tot hare groote verbazing, dat haar veel meer van die bil jetten toestroomden, dan gewoonlijk na een uitgifte het geval was. Men begon wantrouwen te koesteren, onderzocht de ingekomen biljetten en bemerkte, dat zij valsch waren, maar prachtig nagemaakt. De regeering trok n,u de biljetten in: het aantal va.lsche was intusschen reeds tot 20.000 .gestegen. Er werd een onderzoek ingesteld op uitgebreide schaal, dat in de laatste maanden van 1911 leidde tot de inhechtenisneming van 70 personen, die de valsche stukken hadden uitgegeven. Wie de vervaar digers echter waren, bleef onbekend. In Februari werden twee verdachte Russen, te S?.- rama gearresteerd en deze deelden mede, dat de val sche muntbiljetten, gefabriceerd eerden te Nice in Frankrijk. De Fransche politie, die onmiddellijk met dit feit in kennis werd gesteld, toog op onderzoek uit en ontdekte de villa, waar de falsaris, een zekere Le- wenthal, met zijn maitressa had gewoond; het nest was echter ledig, de vogels, die blijkbaar onraad had den gemerkt, waren gevlogen. Maar de politie gaf den moed niet op en het geluk diende haai-, Lewenthal werd ontdekt in een groot hotel fe Parijs. Hij werd echter niet dadelijk gear resteerd, men achtte het beter hem een tijd lang goed in het oog te houden, ten einde ook een f go zijner helpers in handen te krijgen. Lewenthal zag intusschen kans de waakzaamheid der politie te ver schalken en bleef vier maanden onvindbaar. Maar de (politie bleef speuren en haar pogingen werden ten slotte met succes bekroond. Zondag is de falsaris met zijn vriendin in, de rue Mouffeiard in hechtenis gerfomen. Bij de huiszoeking werd ook het materiaal gevonden, dat hij gebruikt had voor d© fabricage v;.u de valsche muntbiljetten. DE GEVOLGEN VAN DE AARDBEVING. Konstantinopel, 13 Aug. De regeering heeft voor den bijstand der gezantschappen bedankt, daar zij voldoende maatregelen zou nemen om de slachtoffers der aardbeving te steunen. Volgens een van Miriofito gekomen reiziger is daar eu in de omgeving het cijfer der dooden niet onder de 3000. Sappeurs zijn van Rodosto naar Miriofito vertrokken om te pogen lieden te redden die sedert vier dagen onder het puin begraven zijn. De bevol king verkeert in, rampzaligen toestand, er is gebrek, aan alles en de honger leidt er al toe dat gewapen derhand diefstallen, werden gepleegd. van ver \t er gen 'ing i i d eer Feuilleton. 21. Vóór het personeel met kerstgeschenken begiftigd, waren er nog twee anderen dienzelfden, bergweg 1- Lr. EN Zij hadden geen lantaarns. Doch zij struikelden of aarzelden niet. Heit was alsof een koorts hen, voor waarts dreef, zoo haagtig gingen zij langs het pad. Eerst boven op de grauwe hoogvlakte leek het, alsof zij de richting kwijt waren. Geen van de twee had tot dusverre een woord gesproken, zelfs niet omgekeken. En nu stonden zij midden op den weg, twee schaduwen in den valen nacht. Zwaar en hoorbaar ging de ademhaling van den schoolmeester. Daar hief eensklaps de kleine Heinrich zijn beide vuisten op tegen den Kouden Grond: „Jij duivel, dui vel, duivel!" Driemaal zeide hij het en het kwam hem sissend van tusschen de lippen. Moeilijk zoog de andere de lucht in. Hij had beide handen tegen de borsit gedrukt, die, niet rustiger wor den wilde. Toen trad de kreupele heel diicht op hem fee en vlak voor hem staande keek hij tot hem op. In heit bleeke gezicht schitterden de oogen, „Vervloek hem ook, den satan. Hij maakt oins allen ellendig." De schoolmeester liet de handen zinken en zeide: „ïk wilde zoo graag, dat ik ons allen kon verlos sen." De kreupele bleef hem aankijken. „Ja," stiet hij uit, „ons allen verlossen, eindelijk, eindelijk!" Zij liepen vérder. De wind steunde achter hen in het bosch. „Hoor!" zeide de schoolmeester, „Erl- könig!" En met; een Tuk bleven zij "beiden weder sfeaD- „De viool." Radeloos, hulpeloos als kinderen keken zij in de duisternis ron,dom zich, achter zich in de eindelooze donkerte, waar hen zulk een brutaal geweld was ge schied. „Kom," zeide na langen tijd de kreupele zaoht, „ik haal haar morgen. Mijn Liezel zal er wel op passen, haar beschermen." Toen mompelde de schoolmeester: „Wanneer mijn riool deze .Liezel maar beschermen kon," Heinrich Liep luid en zwaar. Zijn hart was vol bitterheid en do eindelooze nacht scheen hem toe plotseling een luisterend oor te hebben, waaraan hij aiV~ moest ton er trouwen wat hij tot dusverre nog nooit had gezegd. Voor den schoolmeester loopend. begon hij half luid te spreken: „Beschermen, ja beschermen had mtn haai- moeten doen. deze Liezel. Als blinde kat ten zijn wij geweest, vader en ik. Wij hebben ons van haar gescheiden en onderwijl hadden wij haar moeten beschermen- Zij is geweest als een kind, dat zich het ondier voor de voeten heeft geworpen. Zij heeft niet geweten, wat hij van haai- wilde. Die heeft gemeend, dat hij zijn hoofd- in haai- schoot zou wi'len leggen en zich laten, streel era. O Liezel, wij zijn de schuldigen, vader en ik Het klonk als een onderdrukt snikken. „Heinrich," riep de schoolmeester. De kreupele keek achter zich en bleef staan. „Heinrich," zeide de groofe schuw en zacht, „heeft zij hem dan niet uit liefde genomen?" Het bleef een tijdlang heel stil; men hoorde al leen den harden adem van den zieken man. Dan zeide de kreupele op anderen toon: „Toch. toch wel uit liefde. Natuurlijk uit liefde. Meent ge soms, dat mijn Liezel het om het geld heeft gedaan-Wees toch geen dwaas. Mijn Liezel, die nog nooit aan zich zelf heeft, gedacht. Maar het is niet de liefde geweest, dia deze schardkerel noodig heeft, die elke deern In den arm neemt. Het Is de liefde geweest voor on zen ouden; vader, die nooit wegide had gekend. En de liefde voor mij, dat ik een «Bondige kreupele ben. Zulk een liefde was het Van deze soort liefde heeft zij ook aan den molenaar willen schenken. Zij is als een moeder deze Liezel, als een moeder dat weet jij toch ook." Sneller en meer opgewonden had hij tenslotte ge sproken en hij stond heel dicht naast den arfder. „Ja," zeide hij zacht „Liezel is als een moeder, dat weet ik ook." De kreupele greep den ^hoolmeester bij den arm. „En daarom plaagt haar de kerel. En daarom plaagt de vent haar, ©n mij en jou. Godlof," zoo barstte hij hartstochtelijk uit, „Godlof, dat mijn vader er niet meer is." De schoolmeester liep meer naar de berkeboomen en liet den ander achter zich. „Ja," mompeJde hij, „dat is goed, dat hij dood is; hij kon hier immers toch niet helpen." Achter hem zeide de kreupele iets. Maar het was niet te verstaan. Een windstoot rukte de woorden mee over het veld. Zij kwamen nu heel dicht bij de woning van den doodgraver. Toen draaide de schoolmeester zich om: „Goeden, nacht, Heinrich. Het is anders gekomen, dan wij hadden gemeend." „Ja.zeide deze hard, ,,'t komt zoo dikwijls an ders af als men wel meent." „Nu moeten wij den kerstnacht geheel op ons zelf vieren." „Ja, geheel alleen," „Als wij onze instrumenten maar haddenToen lachte de kreupele schril: „Ik vind wei wat ik noo dig heb." De schoolmeester keek hem lang aan. Maar in den donkeren nacht was slechts de omtrek van het bleeke gezicht te bekennen. „Je bent jong, Heinrich, en gezond," zeide hij dan langzaam en als in gedachten. „Jou heeft Liezel noodig." De ander lucht© opnieuw. „Natuurlijk heeft zij mij noodig. Wie beweert er, dat zij mij niet noodig heeft? En ik ben bereid, om haar eiken dag van dienst te zijn..Jk wil hot goed muken, dut ik niet op haar heb gepast, toen het nog tijd was." De schoolmeester drukte plotseling zijn hand heel vast. „Ja," zeide hij, „Iet op haar. nu nog. Zij is zoo alleen in den molen. Mijn viool kan haar toch njet beschermen." „Die haal ik morgen," zeide de kreupele snel. De ander schudde het hoofd. „Dat heeft zoo'n haast niet. Het is niet om het vioolspelen. Wij heb ben steeds gespeeid en .Liezel is bij ons geweest als „Ja," zeide de kreupele, „men leeft zoo maar voort en merkt niets en op eenmaal staat men hard1 en wreed voor iets onverwachts voor iets en--." „Goeden nacht," zeide de schoolmeester en ging heen, zonder om fe kijken. Het was eoa eenzame, verladen steeg, waardoor hij liep naar huis. Daar en ginder schemerde een licht. Beth, het kleine lijkenvrouwtje, sloop den man voorbij en groette, en zag hem na, hoe hij de paar steenen treden naar zijn huis langzaam opliep als een zwaar beladene. Anders zag hem niemand thuis komen. Hij stak een licht aan in zijn groote en kale kamer. Het spaarzame schijnsel viel op een paar eenvou dige meubelen, die tegen de witfe wanden stonden. Vreemd en nieuwsgierig keek de schoolmeester om zich heen. Hij trad voor zijn bed, waarboven anders zijn viool hing. Hij had dezen lautsten boozen winter zoo dikwijls gespeeld, terwijl hij in het kus sen zat. Wat vroeger diep in hem had geleefd en in de donkere en verborgen schachten zijner ziel had geruischt, dat was nu naar buiten gebroken, naar het licht. Met heete oogen staarde de schoolmeester naar de leege plek aan den wand. Zij was een deel van hemzelf, deze viool. Het beste deel. Zij leefde en was opgevuld met vreugde eu schoonheid. Al het overige aan hem was dof en dor. En dat beste deel van hem woonde bij Liezel. De schoolmeester voelde een groote, stille tevreden heid. Het was nu heel goed zoo. Voor zijn dor lichaam wist hij wel een goede plaats en voor het lichte en vroolijke deel was goed verzorgd bij deze vrouw. Hjj zette zich aan tafel. Een massa beschreven notenbladeren lag rondom. BIJ het heengaan, 'n paar uur geleden, toen hij gezocht had wat beneden in den molen zou worden gespeeld, had hij alles achte loos door elkaar geworpen. Hij greep in zijn achterjaszak. Daar was nog de dikke rol muziek, die hem in het loopen tegen <'e boenen had gebungeld en waarover de kreupele r.<-s zoo bad gelachen. Met beide ellebogen steunde schoolmeester op tafel. Was dat jaren geleden of slechts enkele uren, dat hij met Heinrich door het bosch liep, en zij samen hadden gelachen en zicht verheugd hadden als jongens wier moeder den kers'- boom versiert? Was niet vroeger eenmaal de wereld rein geweest, een koel en vreemd, maar toch helder en zuiver huis? En nu was er zooveel vuil in alle hoeken. Vuil aan elke vreugde, aan elk genot waarnaar men greep. Een gevoel van de grootste eenzaamheid kwam er over dezen denkenden man. Hij dacht aan zijn moe der, die hem zoo vroeg alleen had gelaten. Zijn vader die zoo onjiandig en hulpeloos het wapen voor eigen levensonderhoud voerde, totdat hij tenslotte als een overwinnaar het strijdtooneel verliet. De schoolmeester lachte. Deze vader was ook een jammerlijk, eenzaam menseh geweest. Trots vrouw en kind en buurschap. Dat telde njet mee. Het was den zoon, alsof de man. aan wien hij steeds met scherpe bitterheid had gedacht, ja bijna 'met verachting hem uit de verte toeknikte: „Ziet ge nu wel, hoe dat is. dat alleenzijn? Ziet ge wel hoe iemand alles onder de vingers tot vuil en kleverig pek kan worden, dat men, zijn weg niet meer kan vinden en geen redding meer ziet? Ja, ja, dat is zoo bij ons. Jij bent er ook éen van mijn bloed." De schoolmeester richtte zich op. Hij was als be vroren tot in zijn gebeente. Wanneer hij nu zijn viool had gehad, hij had haar van den wand geno men. Maar het was leeg daar op die plaats boven het smalle bed. Hulpeloos gingen zijn oogen door het vertrek. Daar keken in den lichtkring van i lamp de zwarte notenkoppen hem vertrouwd, als groetend, aan. Hij stak zijn hand uit naar de half opgerolde bla den. zooals men die uitsteekt naar een vriend, dien men in het gewoel van vreemde en dreigende gestal ten ziet opduiken. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 1