3
ilititti Nieiws-
Advertentie- LaMiomllafl.
ïn
eii
öe Molen van den Konden Grond.
r-
Woensdag 14 Augustus 1912.
56ste Jaargang No. 5164.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag-, Woensdag-,
Donderdag- en Zaterdagavond. Bij Inzending tot 's morge-ns
«re worden ADVERTENTIEN 1d het eerttuitkomenu nummer kc-
plaatst. INGEZONDEN STUKKEN éen dag vroeger
Bareae SCH*8ECi, Lsan O 4.
lutcro. Telephuon 2»
Uitgevers: TB(5PÈS®.H Co.
Prijs per Jaar f 3.Franco per poet f 3.60.
Afzonderlijke nummers 6 cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regel» fO.26; Iedere regel meer l Cent
Croote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bekendmaking en
Burgemeester en Wethouders der gemeente Scha-
gen;
Gezien axt. 219, 2de alinea der Wet tot regeling
van de samenstelling, inrichting en bevoegdheid der
Gemeentebesturen, brengen ter kennïsse van de inr
gezet enen, dat de rekening dezer Gemeente over het
.ifge loopen dienstjaar 1911 ter Secretarie voor een
ieder ter lezing is nedergelegd vanaf heden tot en
tnet den 27en Augustus 1912 e.k., van des voormid-
üags tien tot des namiddags twee ure, en hetzij in
druk, hetzij in afschrift, tegen betaling der kosten
tilgenieen verkrijgbaar wordt gesteld.
Schagen, den 13 Augustus 1912.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,.
Oe Burgemeester,
J. P. W. VAN DOORN.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
311 Binnenlandsch Nieuws.
Ï)6
ONZE MUSCH ALS Z11D-A3IER1K AANSCH BUR-
JER.
Tegen het jaar 1880 zoo verlell Preiherr t on
Kchrenck in „Nalur" (en <le ..,Zutphv' Ct.' vertelt het
na) sloot een Frans oh, landbouwer in de buurt van
iBucnos-Ayrcs een aanlal mussohen, die hij uit Europa
had laten komen, in een ruim vogelhuis op.
-Met haar berustenden aard en haar stoicijnsche op-
katting van de rampspoeden dezer wereld, wisten |ie
musschen spoedig het verlies harer vrijheid te vergeten
en de door gemis aan Ix-zigheid opgespaarde kracht
aan te wenden tot een intensieve vermeerdering jvan
haar soort. Hierbij: was het gezegende klimaat van
Argentinië, dat geen onderbreken van het broeden elscht,
haar een groolc steun, zoodal men elke week snet
1-rils Reuier zou Jicbben kunnen zeggen: .„Bi Spar-
lings is hut Kindcrbeer' (Bij de familie Musch is
vandaag kraamvisite,).
Zoo kon dan ook weldra de volière den bcsiendig
groeienden niussqhenlroep niet meer bergeai en de eslan-
ciero vond hierin aanleiding den onaanzienlijker) bewo1-
hers <de vrijheid weer te geven. Hel salieiden viel hem;
gemakkelijk, daar zc in de gevangenschap een paar
onjiebbelijke cigensaliappen hadden verworven dielaeh-
ligheid en krakeelzucht.
PpfV Namwlijks was de gunden vrijheid herkregen en
Hle landstreek „en patrouille'' verkend, of er weid krijgg-
[jïlr^ixuid belegd en besloten dc Zuid-Ameiikaansche mus-
J schen niet meer te ontzien dan dc Europeaan te zijner
lijd den Indiaan had verschoond. De inlandsche soort
Qs imoest dus uitgeroeid of voor 't minst verdrongen wor
den uil de loude geërfde woonplaatsen.
Dadelijk daarop werd van de reeds bezette aslaïipia's
Jjuit de aanval geleid tegen de villa-kwartieren, de per-
|ken ein de marktpleinen der hoofdstad. Overal zegevier
de 'de Europeescho indringster en was spoedig meesteres
in Bueïios-Ayres.
Tegenwoordig zal men moeite hebben de oorspron-
|UTirnkelijke Zuid-Ameiikaansche musch in dc provincie Bue-
lli IJtunos-Ayres terug te vinden. Deze staat tot haar naani-
genoot ongeveer als een cdelknaap tol een straatjongen
zoowel in aan'al als manieren. Zij is kleiner, vertoont
ifijner lijnen, draagt een kuifje cn een rooden band in
jden nek en is lot haar ongeluk veel verdraagzamer
dan haar tegenstandster, ofschoon ook zij het niet an-
au m dcre vogels moeilijk kan treffen.
if&jj f Weet in Europa geen ander dier tegenover den
mensdi zijn burgerrechten zoo onverkort te handhaven
'als onze musch. in Zuid-Amerika voelt ze zich nog
vrij wat meer. Evenals ieder Ameiiknansdh burger als
|lid van het „pueblo soberano' souverefne volk, een
zekeren trots ten loon spreidt, .treedt ook onze mus li
daar op met een zelfbewustheid en een zelfvertrouwen,
die onze "bewondering moeten wekken. Dal do heer
lijke marmeren paleizen en monumenten slechts opge
richt zijn om haar rustplaats te geven is voor de musch
de natuurlijkste zaak Ier wereldeveneens zou hel
verloren moeite zijn haar te willen overtuigen, dat
de daken en veranda's van villa's en burcaux niet al
leen bestemd zijn voor den houw van haar liederlijke
nestenvan stroo, vodden, lappon cn papiersnippers.
Verwijdert men vandaag twee nesten, morgen zitten er
drie. Onder het devies
...Merkt cueh den Grundsatz fllr das Leben
Am Grosmut wind kcin Brot vergeben
Nehmt Alles, was Ihr kricgen könnt.
U-ml's sohmeekt am bisten imgegönnt'",
htebben zij Zuid-Amerika veroverd.
STEEN EN DORUS.
Omtrent deze bekende figuur uil liet Academisch
Ziekenhuis Ie Leiden meldt de „L. Cl.'" liet volgende:
Wie van de lezers wx*l eens des zomers in den tuin
van het Academisch Ziekenhuis is geweest of misschien i
wel eens door het bek bij Boorhaave naar binnen ge-
gjuurd heeft, zal daar wellicht een patiënt in een riet-
stoel hebben zien zitten, ietwat naar reehls afgezakt,
dc knieën ©enigszins gebogen. Geen beweging was er
in dat lichaam, behalve til de oogen, die glimmigjcK
alles opnamen, wal er in de nabijheid g^schjoelde, I
en in dc redliteriiaad. die nog goed draaide aan tien
pols cn waarin hij zijn stokje zwaaide, waarmee hij
lastige vliegen van zijn hoofd mepte, en nog nndcrcf
bezigheden verrichtte. Dal was j,Stocnen Dorus' die
daar rustig het eind san zijn leven afwachtte, dat men
nog .veraf dacht, maar 'nvt toch nog vrij plotseling
gekomen is, hoewel niet ter oorzaak van z'jn kwaal,
•want „Dorus' was nog niet geheel vers!eend of liever
„verbccnd". Zijn spieren hadden n.1. de eigenaardig
heid zich langzamerhand in been om te zetten. Hij.
was mot dit euvel geboren, want toen reeds kon zijn
linkerarm niet bewogen worden. Bij hel opgl oeien bleek,
dail Ihij reeds wal mank was. cn in zijn schooljaren nam
de stijfheid in zijn heup- ,cn kniegewrichten zóó (loc,
da(t hij: sterk voorover begon Ie loopen, wat hem den
bijnaam van „don duikelaar'' verschafte.
Zijn vader wilde, omdat hij niet goed loopen kon.
een schoenmaker, latei- een kleermaker van hem ma
ken. doch dit lukte niet. want ..Dorus'" kon zijn ar
men -niet ver genoeg van elkaar kjrijgen om den draad
aan 1c trekken. Als lolcling wilde men hem in dienst
natuurlijk niet hebben, omdat hij een „kronkel "in zijn
t" had. Hij prolieerde het nog eens met schaap-
ten
herder en koewachter, om eindelijk totaal hulpbehoe
vend op zijn stoel heer' te vallen. Toen bracht men
hem uit 's-Gravendcel naar hier.
In het Ziekenhuis hier wist men ook niets voor
hemi te doen, maar als mooi studiemateriaal 'werd hij,
hier gehouden en 18 jaar lang zorgvuldig verpleegd.
En zoo kon men den man, die vele modioi aan een
mooie stof voor het bemachtigen van de doctorsbul
geholpen heeft, zien liggen in zijn gedrongen houding,
die hem niet lastig was, lurkend aan zijn lange pijp.
Geen grootcr plcizier kon men hem doen dan met
ecu paar sigaren, die hij genoot, gestoken in een pijpje,
aan zijn stokje bevestigdhet stokje, waarmee hij nog"
brood aan den verstijfden mond kon brengen (met
ander eten werd hij geholpen) cn waaraan hij zijn
mondharmonica kon doen bevestigen, waarop "hij een
vroolijk mopje blies, als men hem ter demonstratie
aan dc studenten de collegezaal binnenreed.
Nu is „Sleenen Dorus' dood, 'en gisteren nog werd
hij voor de laatste maal critisch beschouwd door de
medische wetenschap, die nu haar zeldzaam experiment
slechts -14 gevallen zijn tot nog toe bekend) moet s'a-
ken en dus misschien de «enige is, die zijn heengaan'
betreurt.
OUDE NIEOORP.
Door bet, bestuur voor de straatverlichting alhier,
is de leverantie der petroleum enz., tevens het op
steken der lantaarns in, dezen, winter evenals in den
vorigen winter, weer opgedragen aan den heer H. B.
Helleman.
De lantaarns zullen 1 September a,s. voor het eerst
branden-
EEN BRANI) MET 'N STAART.
Bij den fabrieksbrand van de „Tijd en de Vlijt" te
Wormerveer hadden gebroeders Van der Toorn een
goed uur een spuit op hun motorschuit staan om
aldus beter het vuur van den Zaankant te kunnen
bespuiten. Zij vroegen daarvoor de ronde som van
f 250. Wel wat veel naar de meeniag van den bur
gervader, die f 10, f 20 en later f 30 aanbood bij
de afrekening en bij weigering en doorgezetten eisch,
de motorschippers „gemeene afzetters" noemde, ja
zelfs zoo royaal was, dat op hun rekening te zetten,
zwart op wit! De elschers hebben de zaak nu in
handen van een advokaat te Haarlem gesteld.
WAARLAND.
Van bevriende zijde vernamen wij dat Dinsdag de
eerste steenlegging zou plaats hebben van de nieuwe
sluis alhier. Hoewel wij geen uitnoodiglng ontvingen,
waren we er toch als de kippetjes bij om mee getuige
te zijn van deze plechtigheid.
Den put had men oen feestelijk aandien gegeven,,
door het aanbrengen van ©enige vlaggen, die lustig
in de morgenkoelte stonden te wapperen. Ook ont
brak het niet aan belangstelling; er waren tegen
woordig: de burgemeester, de aannemer erf zijn werk
lieden, de metselaars, opperlieden, grondwerkers en
de beide opzichters Wartenhorst en Van Goor. Mede
waren aanwezig de besturen van den Polder en van
de tuinbouwvereeniging Waarland en O.
Nadat de voorzatter des Polders den len troffel be
ton had geschept en neergelegd, bracht de burge
meester in een hartelijke toespraak hulde aan allen,
die hadden medegewerkt tot de verwezen.lijking van
dit sludsplan en wemscht aannemer en anderen kracht
en moed toe, om dit bouwwerk naar genoegen tot
stfi,n,d te kunnen, brengen. (Applaus.)
Hierna werd door den heer Levendig een kielcje
genomen van alle aanwezigen en het interieur dei-
sluis.
Het officieel© gedeelte van het programma nu af
gewerkt zijnde, bleef men nog eenigen tijd gezellig
bijeen onder het genot van een sigaar en een glas
bier.
HEEIIHU GO WAARD
Naar men ons mededeelt, is de levering van don
Inventaris der kaas fabriek „Excelsior' aihicr, opgedra
gen aan den heer Beek tc Hoorn voor f 20.000.
WIERIN GERWAARD.
De heer D. K. van Nieuwesluis had heden geen
voordeeligen dag. Terwijl hij bij een zijner klanten
in huis was en paard en wagen onder de hoede van
een jongen liet staan, kwam ©en auto aan tuffen. Het
paard maakte zich bang, de jongen misschien ook en
het geheel© zaakje tuimelde bij den wal neer te
water. Paard en rijtuig werden spoedig op 't droge
gehaald, doch de kruidenierswaren en eieren gin-_
gen verloren.
HET ZAND.
Van 2 tot en met 9 September a.s. zullen alhier
oefeningen der Militaire Kustwacht worden gehou
den.
BARSINGERHORN.
De omslag voor het Veefonds te Barsingerhorn
over het afgeloopen kwartaal is bepaald op f 0.62
per koe.
ST. MAARTEN.
Voor de vacant komende betrekking van onderwij
zeres alhier hebben zich 16 solMcitamten aangemeld.
ST. MAARTENSBRUG.
In. de op den 12den dezer gehouden vergadering
van ingezetenen, die belangstellen in het oprichten
eener luchtgascentrale alhier, beeft men in beginsel
het systeem ..Oltmans Patentgas" aangenomen.
KOEGRAS.
Zondag 1.1. werd door de harddraverijvereeniging D<
Toekomst, te Koegras, een harddraverij gehouden, bij
den heer G. Ruitenburg. De uitslag was als volgt:
Eerste prijs, f 30, Corrie van den heer J. Brak te
Zijpe; berijder de heer De Wit.
Eerst premie, f 15, Bols van den heer D.
Langedijk te An,na Paulowna; berijder de heer Vos.
Tweede premie, f 10, Agnes van den heer C. Blaar. -
boer te Anna Paulowna; berijder de eigenaar.
Derde premie .f 5, Gerard van den heer'P. Kaan
te Anna Paulowna; berijder de heer Stajnmes.
Gemengd Nieuws.
VERVALSCIIIXG VAN BANKBILJETTEN.
Jn het jaar 1910 gaf de Russische regeering 20000
bankbiljetten van 100 Rbl. uit, die weldra over het
geheele rijk werden verspreid. Benige maanden daar
na bemerkte de administratie van financiën tot hare
groote verbazing, dat haar veel meer van die bil
jetten toestroomden, dan gewoonlijk na een uitgifte
het geval was.
Men begon wantrouwen te koesteren, onderzocht
de ingekomen biljetten en bemerkte, dat zij valsch
waren, maar prachtig nagemaakt.
De regeering trok n,u de biljetten in: het aantal
va.lsche was intusschen reeds tot 20.000 .gestegen.
Er werd een onderzoek ingesteld op uitgebreide
schaal, dat in de laatste maanden van 1911 leidde
tot de inhechtenisneming van 70 personen, die de
valsche stukken hadden uitgegeven. Wie de vervaar
digers echter waren, bleef onbekend.
In Februari werden twee verdachte Russen, te S?.-
rama gearresteerd en deze deelden mede, dat de val
sche muntbiljetten, gefabriceerd eerden te Nice
in Frankrijk.
De Fransche politie, die onmiddellijk met dit feit
in kennis werd gesteld, toog op onderzoek uit en
ontdekte de villa, waar de falsaris, een zekere Le-
wenthal, met zijn maitressa had gewoond; het nest
was echter ledig, de vogels, die blijkbaar onraad had
den gemerkt, waren gevlogen.
Maar de politie gaf den moed niet op en het geluk
diende haai-, Lewenthal werd ontdekt in een groot
hotel fe Parijs. Hij werd echter niet dadelijk gear
resteerd, men achtte het beter hem een tijd lang
goed in het oog te houden, ten einde ook een f go
zijner helpers in handen te krijgen. Lewenthal zag
intusschen kans de waakzaamheid der politie te ver
schalken en bleef vier maanden onvindbaar. Maar de
(politie bleef speuren en haar pogingen werden ten
slotte met succes bekroond. Zondag is de falsaris
met zijn vriendin in, de rue Mouffeiard in hechtenis
gerfomen. Bij de huiszoeking werd ook het materiaal
gevonden, dat hij gebruikt had voor d© fabricage v;.u
de valsche muntbiljetten.
DE GEVOLGEN VAN DE AARDBEVING.
Konstantinopel, 13 Aug. De regeering heeft voor
den bijstand der gezantschappen bedankt, daar zij
voldoende maatregelen zou nemen om de slachtoffers
der aardbeving te steunen.
Volgens een van Miriofito gekomen reiziger is daar
eu in de omgeving het cijfer der dooden niet onder
de 3000. Sappeurs zijn van Rodosto naar Miriofito
vertrokken om te pogen lieden te redden die sedert
vier dagen onder het puin begraven zijn. De bevol
king verkeert in, rampzaligen toestand, er is gebrek,
aan alles en de honger leidt er al toe dat gewapen
derhand diefstallen, werden gepleegd.
van
ver
\t er
gen
'ing
i i d
eer
Feuilleton.
21.
Vóór het personeel met kerstgeschenken begiftigd,
waren er nog twee anderen dienzelfden, bergweg
1-
Lr.
EN
Zij hadden geen lantaarns. Doch zij struikelden of
aarzelden niet. Heit was alsof een koorts hen, voor
waarts dreef, zoo haagtig gingen zij langs het pad.
Eerst boven op de grauwe hoogvlakte leek het,
alsof zij de richting kwijt waren. Geen van de twee
had tot dusverre een woord gesproken, zelfs niet
omgekeken. En nu stonden zij midden op den weg,
twee schaduwen in den valen nacht.
Zwaar en hoorbaar ging de ademhaling van den
schoolmeester.
Daar hief eensklaps de kleine Heinrich zijn beide
vuisten op tegen den Kouden Grond: „Jij duivel, dui
vel, duivel!"
Driemaal zeide hij het en het kwam hem sissend
van tusschen de lippen.
Moeilijk zoog de andere de lucht in. Hij had beide
handen tegen de borsit gedrukt, die, niet rustiger wor
den wilde.
Toen trad de kreupele heel diicht op hem fee en
vlak voor hem staande keek hij tot hem op. In heit
bleeke gezicht schitterden de oogen, „Vervloek hem
ook, den satan. Hij maakt oins allen ellendig."
De schoolmeester liet de handen zinken en zeide:
„ïk wilde zoo graag, dat ik ons allen kon verlos
sen."
De kreupele bleef hem aankijken. „Ja," stiet hij
uit, „ons allen verlossen, eindelijk, eindelijk!"
Zij liepen vérder. De wind steunde achter hen in
het bosch. „Hoor!" zeide de schoolmeester, „Erl-
könig!"
En met; een Tuk bleven zij "beiden weder sfeaD- „De
viool."
Radeloos, hulpeloos als kinderen keken zij in de
duisternis ron,dom zich, achter zich in de eindelooze
donkerte, waar hen zulk een brutaal geweld was ge
schied.
„Kom," zeide na langen tijd de kreupele zaoht,
„ik haal haar morgen. Mijn Liezel zal er wel op
passen, haar beschermen."
Toen mompelde de schoolmeester: „Wanneer mijn
riool deze .Liezel maar beschermen kon,"
Heinrich Liep luid en zwaar. Zijn hart was vol
bitterheid en do eindelooze nacht scheen hem toe
plotseling een luisterend oor te hebben, waaraan hij
aiV~ moest ton er trouwen wat hij tot dusverre nog
nooit had gezegd.
Voor den schoolmeester loopend. begon hij half
luid te spreken: „Beschermen, ja beschermen had
mtn haai- moeten doen. deze Liezel. Als blinde kat
ten zijn wij geweest, vader en ik. Wij hebben ons
van haar gescheiden en onderwijl hadden wij haar
moeten beschermen- Zij is geweest als een kind, dat
zich het ondier voor de voeten heeft geworpen. Zij
heeft niet geweten, wat hij van haai- wilde. Die
heeft gemeend, dat hij zijn hoofd- in haai- schoot zou
wi'len leggen en zich laten, streel era. O Liezel, wij
zijn de schuldigen, vader en ik
Het klonk als een onderdrukt snikken.
„Heinrich," riep de schoolmeester.
De kreupele keek achter zich en bleef staan.
„Heinrich," zeide de groofe schuw en zacht, „heeft
zij hem dan niet uit liefde genomen?"
Het bleef een tijdlang heel stil; men hoorde al
leen den harden adem van den zieken man. Dan zeide
de kreupele op anderen toon: „Toch. toch wel uit
liefde. Natuurlijk uit liefde. Meent ge soms, dat
mijn Liezel het om het geld heeft gedaan-Wees
toch geen dwaas. Mijn Liezel, die nog nooit aan zich
zelf heeft, gedacht. Maar het is niet de liefde geweest,
dia deze schardkerel noodig heeft, die elke deern
In den arm neemt. Het Is de liefde geweest voor on
zen ouden; vader, die nooit wegide had gekend. En
de liefde voor mij, dat ik een «Bondige kreupele
ben. Zulk een liefde was het Van deze soort liefde
heeft zij ook aan den molenaar willen schenken. Zij
is als een moeder deze Liezel, als een moeder
dat weet jij toch ook."
Sneller en meer opgewonden had hij tenslotte ge
sproken en hij stond heel dicht naast den arfder.
„Ja," zeide hij zacht „Liezel is als een moeder,
dat weet ik ook."
De kreupele greep den ^hoolmeester bij den arm.
„En daarom plaagt haar de kerel. En daarom plaagt
de vent haar, ©n mij en jou. Godlof," zoo barstte
hij hartstochtelijk uit, „Godlof, dat mijn vader er
niet meer is."
De schoolmeester liep meer naar de berkeboomen
en liet den ander achter zich. „Ja," mompeJde hij,
„dat is goed, dat hij dood is; hij kon hier immers
toch niet helpen."
Achter hem zeide de kreupele iets. Maar het was
niet te verstaan. Een windstoot rukte de woorden
mee over het veld.
Zij kwamen nu heel dicht bij de woning van den
doodgraver. Toen draaide de schoolmeester zich om:
„Goeden, nacht, Heinrich. Het is anders gekomen,
dan wij hadden gemeend."
„Ja.zeide deze hard, ,,'t komt zoo dikwijls an
ders af als men wel meent."
„Nu moeten wij den kerstnacht geheel op ons zelf
vieren."
„Ja, geheel alleen,"
„Als wij onze instrumenten maar haddenToen
lachte de kreupele schril: „Ik vind wei wat ik noo
dig heb."
De schoolmeester keek hem lang aan. Maar in den
donkeren nacht was slechts de omtrek van het bleeke
gezicht te bekennen. „Je bent jong, Heinrich, en
gezond," zeide hij dan langzaam en als in gedachten.
„Jou heeft Liezel noodig."
De ander lucht© opnieuw. „Natuurlijk heeft zij mij
noodig. Wie beweert er, dat zij mij niet noodig heeft?
En ik ben bereid, om haar eiken dag van dienst te
zijn..Jk wil hot goed muken, dut ik niet op haar heb
gepast, toen het nog tijd was."
De schoolmeester drukte plotseling zijn hand heel
vast. „Ja," zeide hij, „Iet op haar. nu nog. Zij is
zoo alleen in den molen. Mijn viool kan haar toch
njet beschermen."
„Die haal ik morgen," zeide de kreupele snel.
De ander schudde het hoofd. „Dat heeft zoo'n
haast niet. Het is niet om het vioolspelen. Wij heb
ben steeds gespeeid en .Liezel is bij ons geweest
als
„Ja," zeide de kreupele, „men leeft zoo maar voort
en merkt niets en op eenmaal staat men hard1 en
wreed voor iets onverwachts voor iets en--."
„Goeden nacht," zeide de schoolmeester en ging
heen, zonder om fe kijken.
Het was eoa eenzame, verladen steeg, waardoor hij
liep naar huis. Daar en ginder schemerde een
licht. Beth, het kleine lijkenvrouwtje, sloop den
man voorbij en groette, en zag hem na, hoe hij de
paar steenen treden naar zijn huis langzaam opliep
als een zwaar beladene. Anders zag hem niemand
thuis komen.
Hij stak een licht aan in zijn groote en kale kamer.
Het spaarzame schijnsel viel op een paar eenvou
dige meubelen, die tegen de witfe wanden stonden.
Vreemd en nieuwsgierig keek de schoolmeester om
zich heen. Hij trad voor zijn bed, waarboven anders
zijn viool hing. Hij had dezen lautsten boozen winter
zoo dikwijls gespeeld, terwijl hij in het kus
sen zat. Wat vroeger diep in hem had geleefd en in
de donkere en verborgen schachten zijner ziel had
geruischt, dat was nu naar buiten gebroken, naar
het licht.
Met heete oogen staarde de schoolmeester naar de
leege plek aan den wand.
Zij was een deel van hemzelf, deze viool. Het
beste deel. Zij leefde en was opgevuld met vreugde
eu schoonheid. Al het overige aan hem was dof en
dor. En dat beste deel van hem woonde bij Liezel.
De schoolmeester voelde een groote, stille tevreden
heid. Het was nu heel goed zoo. Voor zijn dor
lichaam wist hij wel een goede plaats en voor het
lichte en vroolijke deel was goed verzorgd bij deze
vrouw.
Hjj zette zich aan tafel. Een massa beschreven
notenbladeren lag rondom. BIJ het heengaan, 'n paar
uur geleden, toen hij gezocht had wat beneden in
den molen zou worden gespeeld, had hij alles achte
loos door elkaar geworpen.
Hij greep in zijn achterjaszak. Daar was nog de
dikke rol muziek, die hem in het loopen tegen <'e
boenen had gebungeld en waarover de kreupele r.<-s
zoo bad gelachen. Met beide ellebogen steunde
schoolmeester op tafel. Was dat jaren geleden of
slechts enkele uren, dat hij met Heinrich door het
bosch liep, en zij samen hadden gelachen en zicht
verheugd hadden als jongens wier moeder den kers'-
boom versiert?
Was niet vroeger eenmaal de wereld rein geweest,
een koel en vreemd, maar toch helder en zuiver huis?
En nu was er zooveel vuil in alle hoeken. Vuil aan
elke vreugde, aan elk genot waarnaar men greep.
Een gevoel van de grootste eenzaamheid kwam er
over dezen denkenden man. Hij dacht aan zijn moe
der, die hem zoo vroeg alleen had gelaten. Zijn vader
die zoo onjiandig en hulpeloos het wapen voor eigen
levensonderhoud voerde, totdat hij tenslotte als een
overwinnaar het strijdtooneel verliet.
De schoolmeester lachte. Deze vader was ook een
jammerlijk, eenzaam menseh geweest. Trots vrouw
en kind en buurschap. Dat telde njet mee.
Het was den zoon, alsof de man. aan wien hij
steeds met scherpe bitterheid had gedacht, ja bijna
'met verachting hem uit de verte toeknikte: „Ziet ge
nu wel, hoe dat is. dat alleenzijn? Ziet ge wel hoe
iemand alles onder de vingers tot vuil en kleverig
pek kan worden, dat men, zijn weg niet meer kan
vinden en geen redding meer ziet? Ja, ja, dat is
zoo bij ons. Jij bent er ook éen van mijn bloed."
De schoolmeester richtte zich op. Hij was als be
vroren tot in zijn gebeente. Wanneer hij nu zijn
viool had gehad, hij had haar van den wand geno
men. Maar het was leeg daar op die plaats boven
het smalle bed. Hulpeloos gingen zijn oogen door
het vertrek. Daar keken in den lichtkring van
i lamp de zwarte notenkoppen hem vertrouwd, als
groetend, aan.
Hij stak zijn hand uit naar de half opgerolde bla
den. zooals men die uitsteekt naar een vriend, dien
men in het gewoel van vreemde en dreigende gestal
ten ziet opduiken.
Wordt vervolgd.