llltiin Niiiis- llierttitie- imiwllil Zaterdag 19 October 1912. 56ste Jaargang No. 52(12 U Dit nummer bestaat uit 3 bladen EERSTE BLAD. Cekendin akinge» afgehaald 1912- Schagen, 'den 14 Octohea- 1912. De Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN. LANDWEER. (Zajkboekjes.) De Burgemeester yan Schagen brengt Ier kennis van de verlofgangers, die op 1 Augustus j.f. naar de Land weer zijn overgegaan, dat in verband met het tweede lid van 13 der Landweorinstruclie I, hunne nieuwe, I ,andweerzakboekjes tussdhen den 16den en den _5sten dezer maand aan de Gemeentesecretarie moeten wor- detn afgehaald. Bij: het afhalen moet het juist adres (straat, wijk en nommer) van den betrokken verlofganger worden op gegeven en zal deze zich hebben t!i overtuigen, dat de In bet .zakboekje gehechte verlofpas voor „gezien is geteekend. Do Gemeentesecretarie is geopend eiken werkdag van 9 tot 12 uur en van 1 tot- 4 uur. Schagen, den 14 October 1912. De Burgemeester voornoemd, J. P. W. VAN DOORN. Burgemeester en Wethouders der gemeente Beha gen brengen, ter kennis van belanghebbenden, dat de GEWONE GROOTE NAJAARSVEEMARKT al daar zal worden, gehouden op Donderdag, den 31en October 1912. Schagen, 15 October 1912. Burgemeester ea Wethouders voornoemd. De Burgemeester, J. P. W. VAN DOORN. De Secretaris, ROGGEVEEN. Schetsen uit de Rechtzaal. HOE 'T KWAM RECIDIVIST. Op een hoek van de tafel ha,d hij de drie rijks daalders, de guldens en 't kleingeld neergelegd. Nu stond hij bij de pomp; zich te poedelen voor de Za- terdagavomidsche wandeling met Mi©. Telkens hield hij even op met was&chen.Of ze de' centen n,og niet opstreek. Waar bleef zij nou... Hij verlangde ernaar, dat 't achter den rug zou zijn. 't Klonk hem aldoor in z'n kop, dat zeggen van Leendert: „Ben-jij kerel? Ben-jij 'n vent? Om bang te zijn voor de herrie van zoo'n wijf? Ze most mij vóór hebben. Ik zou er... Met 'n talhout kreeg ze van me. En geen rooie duit, versta-je? Of ze most me op d'r bloote knieën vergiffenis smeekecn... Jij 'n kerel? Ben kwa jongen .anders niet!" Ze stonden bij baas Helmers, in „De Ton". Nadat Kees dan eindelijk die drie gulden had afgeschoven; werd Leendert royaal. Inviteerde hij z'n vriend om er eentje te gaan pakken... Kees had tegen-gestrib- beid. Hij most zich nou kalm houden, anders was 't straks heeleanaal mis... Maar Leen.hield aan. En zij stonden achter de toonbank, bij oaas Hel mers. Die was in 't geheimWisselde telkens -knip oogjes met Leen. Doorzag het zaakjeDia Kees was in z'n tijd wht 'n kwieke vent geweest. Daar had, 1 onder de jongens van de vlakte, iets puiks uit; kunnen groeien... .Maar dat wijf was er- tusschen gekomen. Ze hadden hem „bekeerd". Hij verdraaide, vertikte 't om weer mee te doen. Maar Leendert was 'n taaie, als-ie begon. „Laat mij maar stilletjes betuilen," had-ie baas 'Helmers gezegxl, nu precies drie weken geleden. „Mijn kop af, of ik haal 'm weer binnen. En met vlag en wimpel!" Dat was op een Zaterdagmiddag geweest. Tegen vijf uur kuierde Leen naar de straat, waar Kees vast-werk had... Precies vijf uur kwaru-ie uit den „winkel", pakje met gereedschap, ko,ffieka,nn©tje en zoo in een bundeltje. Natuurlijk de weekcenten op zak... Hij liep met drie kameraden. Dat was las tiger... Maar Leendert had geduld; volgde op 'n, af standje. En hij bofte!... Op den hoek van een straat sloegen de kameraden linksaf. Kees ging rechts En de ander er, als de kippen hij. 't, Begin zou wat stug zijn... Dat kwam terecht. Hij tikte gewezen kameraad op den schouder. Kees zag om, verschrok, werd bleekGroette nauwelijks. Maar Leen hield zich leuk. Stapt© naast 'm voort, alsof er heelemaal- niks gebeurd was... Alsof er niet meer dan 'n jaar lag tusschen hun laatste ontmoeting en nu... Toen bleef Kees plotseling stilstaan. Stak den ander, tot afscheid, 'n hand toe. Maar Leen mompelde iets. De ander weigerde Werd nijdig... Wou doorloopen... Handen in de broekzakken, telkens spuwend, loe rend met z'n gluiperige oogen, bleef-- Leendert aan houden, was niet weg te krijgen. Hij praatte nu j zachtjes, maar aanhoudend. Kees was wit als een doek. Hij beefde van angst en opwindingHet verleden was eensklaps weer opgestaan... Herleefd... 't Dreigde te vernielen al wat-ie had opgebouwd... Ze waren nu nog maar éen straat van z'n woning afIeder oogenblik lcon-ie kennissen, buren te genkomen. Misschien wel Mie-zelf, die op dat uur wel eens 'n boodschap deê... Hij had den kerel een, riks in de hand gestopt... Was toen haastig wegge-; stapt... Leen' keek hem na,... met een grijns van: „Jawel, joggie, dat komt terecht... Dat's eerst een' tyegiu van lachen!..." Thuis-Jhad-ie gelogen, dat er een rijksdaalder verloren was, üf dat de onder baas zich vergist moest hebben,..' 't Was nog nooit "ge beurd. Mie durfde weinig zeggen,.Hij rook niet naar drank. Was op tijd •thuisDe heel© week was ei: niks-bijzonders geweest. Ze pruttelde, ze schreide over 't. verloren geld. Kleine Jannemah liad zóo hard 'n nieuw 'jurkje tino dig. En de dokter had nog pas gezegd, dat de klein© zwakjes was, stevig gevoed moest worden Kijk 's hoe witjes het kind is!" zei moeder, liet wichtje uit de wieg nemend. Ze dacht: iUs er iets niet in orde is, dam mo: ik 't met zachtheid probeeren. Kees is niet kwaad... Zij legde Janneman op vader's schoot, 't Wurmpje kraaide tegen hem, stak de armpjes uit... „Ik had alles zoo fijn uitgerekend." jammerde Mi©,, „en nu komt dat er-tusschenKees kon, geen woord eruit krijgen. Ze merkte best, dat hij zich schaamde... O, ze kende hem op 'n prikje. Hij had moeite om niet 6ok te grienen... Denkend, (lat die vent, die schooier, hem 'n riks had weten af te troggelen. Zoo'n bandiet.'... Maar de kerel was ertoe in staat om te doen waarmee hij had gedreigd. naar den baas te gaan en t© zeggen: Weet wel, wie je, in dienst hebt, die brave Kees de Bont is een fijn merk... Heeft gezeten, meneer: Gezéten! voor poging tot... Afi'n, als u 't naadje uit de kous wilt weten, dan zal ik je met plezier adressen geven, uit Arnhem, uit Velp. hij denkt, dat 't in liet vergeetboek is geraakt. Jawèl', hij wacht tot-ie z'n slag kan slaan!.De baas zou hem'Op straat zet ten, zoo zeker als tweemaal twee vier is... Hij zou nergens meer terecht komen... Weer de vlak te op gaan... Totdait-ie erin vloog. Mie hem in den steek liet... En kleine Janneman, een dief, een boef tot vader Ba^.rrr.-.;:v - - - Dien middag,. - nadat-ie hem 'dan weer drie gul den had afgeschoven, was Leendert zoo royaal, geweest. Hij had een rondje gegeven... Die Toon Zwart was er ook bij, de specialiteit in 't vinden van helertjes, de baas Helmers, uit „De Ton" had, nadat Kees op zijn beurt traeteerde.Dit was nog precies als vroeger, zoodra, er een druppel alcohol in was werd-ie goedgeefschdat wist sluwe Leeu zoo goed en daar speculeerde-ie juist op... Baas Hel mers had gezegd: „Nou, heeren, wat zult u voor -mij gebruiken? Hetzelfde?" Vóórdat Kees iets kon zeggen waren de drie gla zen weer gevuld. Hij dronk snel, haastig, gejaagd, want 't brandde hem nou al in den kop... En de ge dachte van: Hoe me er ditmaal uit te redden tegen over Mie? klemde hem de keel haast dicht. Toen had Leen hem al-maar geprikkeldVan dat-ie geen kerel was, geen vent, maar 'n sul, een kwajon gen Weer knipoogde-ie tegen baas Helmers. En de drie glaasjes waren wederom gevuld, bóórdevol „Daar ga-je!" riep Toon, de specialiteit in het vinden... enzoovoorts. „Geen druppel meer!" protesteerde arme Kees. Maar tóen dat gejoel... Zelfs baas Helmers. die anders steeds deftig-ernstig bleef, kreeg zóo'n. hoest bui van het lachen, dat Toon uitriep: „Hei-hei, st,i'k niet, jong!" „Hij mag niet van z'n wijf!" schaterde Leen. En Kees had den vierden borrel al oimgewipt, was woedend de kroeg uitgestapt... De drie mannen staken de koppen bijeen. Ze grin nikten van jool... 't Lukte, hóór! 't Liep prachtig... Ze zouën dat wijf wel kleitn-krijgen. Hij stond zich te Wcjsschen hij de pomp. En luis terde, of, Mie nog niet kwam, om de centen, die op tafel lagen, weg te nemen. Het koude water deed lekker aan z'n gloeienden kop... Kalmeerde hem. Maai* toch bleef 't suizen in z'n oorenHoorde hij telkens dat sarrend^ spotten van Kees en Toon, van dat-ie een sul, een kwajongen was... Geen vent.. Ouder curateele van 'n wijf... Bak! Was dót de pientere Kees van vroeger... Wist-ie niet meer van blonde Trui, hè?... Sluwe Leendert had dadelijk gemerkt, dat het insloeg... Trui, hè?met een fideel rib bestootjeDie Trui, met d'r goudblonde haren, d'r leuke snoetje? Wat 'n óogen had die meid!" En of ze van Kees had gehouden! „Zeg, Toon, hield Trui niet van Kees? Eerlijk zeg gen, hoor!" „Ze was rejeel dol op hem!" beaamde Toon Zóo hadden ze gesproken. En er bij gevoegd, dat Trui nóóit had kunnen denken, dat Kees zoo'n flau werik, zoo'n schoothondje, zoo'n misselijke sukkel zou worden...... Na den vierden borrel was hij weggeloopen. Maar nu, onder het wasschen, klonken hem al die woor den alweer in den kop... Eigenlijk hadden zè gelijk... Per slot van rekening was hij toch de baas Werkte hij, van Maandagochtend tot Zaterdagavond. En Mie paste hem precies acht stuivers zakgeld af. Geen centje meer, ooit... Als 'n jongetje... „Zeg, Kèes!" klonk ineens het schelle, verschrikte geluid van die" vrouw uit de woonkamer. „Ja!?" zei hij op gedempten, benauwden, toon Hij wist immers.Begreep „Kees!" schreeuwde ze weer.- „Ja, wat is er dan?" „Drie gulden te-min!" Hij antwoordde niet. Wreef z'n kop... Dacht: nou bedaard zijn... Kalm... Anders... Maar "t was of er 'n zee ruischte in z'n ooren--- Vier borrels... Had-ie in geen tijden, gedronken. Z© verscheen bij de pomp, waar-io zich stond te wasschen. Met strak geziekt, woedend© oogen, bleeke wangen Afwachtend wat-ie zeggen zou. ophelderen... Be seffend, nu, dat 't niet pluis was... Dat most uit wezen... Er-op of er-onder... Liet je dat inkankeren, dan was 't eind niet te overzien. Met de centen in d'r eene hand geklemd. „Waar zijn me eente?" schreeuwde ze. ..Me drie gulden,! Schor, verward, nóg opworstelend tegen z'n stij gende, woede, mompelde Kees iets.-t 'n Ongeluk ge had. 'n Dure ruit gebroke... Eigenlijk had de baas wel zes gulden kunnen afhouden... Maar hij had 't schappelijk met 'm gemaakt- „Dat lieg-je!" gilde de vrouw, voelend, dat-ie haar bedroog; ziende, dat de zachte methode van vorige weelt niet haatte, „dat lïeg-je! Ilc heb 't in de gaten! Je stinkt naar jenever. Een uur* in den wind! Zuiplap! Ploert, dat je bent! Ilc mot me cènten heb ben/! Me drie gulden, versta,-je? je krijgt geen halve cent meer in je zak! Doordraaier! Denk liever aan j je zieke kind!... Ilc zal wel eens gaan spreken met je-weet-wel... met dien advocaat in Arnhem, die..." I I-Iij had den handdoek op zij gesmeten. Stond 'vóór Mie met gebald© vuisten... Nou zinspeelde zij óolc al op 't verleden „Hier me cèbte!" gilde de vrouw, hein, met éen slag o»,der haar bedwang willende krijgen. „Jouw centen!" gromde hij terug, „jouw centen?'1 En dat woord maakte 'r razend, 'n furie gelijk. Ze dacht: hij liéeft 't ergeifb verstopt. „Hier me cënte!gilde zij weer. „Wou in z'" kleeren, die op een stoel lagen, gaan snuffelen... Maar hij, Kees. was haar v*oor. Had 'r arm gegre pen. Met zijn grove, liaröe* knuist kueep hij Jn J\et vleesch, dat ze 't uitgilde van pijn „Ploert! Boef, die je bent! Tuchthuis-boef!" schreeuwde Mie, dol van verdriet, dat 't toch nog met 'm misliep „Dief!" En de knuist van den kwart-dronken kerel schroef de zóo fel om 'r arm, dat ze krijste van pijn. „Hulp! Mènschen, hulp!" gilde Mie- „Hij vermoordt me!" De hand, die het weekgeld omklemd hield, moest loslaten. De zilverstukken rinkelden op den grond... Er kwam beweging in het straatje. Iemand bonsde op de deur „Doe open, smeerlap! Vrouwenbeul! Ik haal de politie, hoor!" De harde knuist schroefde al-maar om den arm der vrouw. jjjHelp! Help!" gilde Mie. Hij zag het zilver glinsteren op den vloer... Liet éven iets losser Ze rukte, was vrij. Vloog weg de deur uit. Buiten roezemoesden de stemmen. „Zoo'n, schurk!" gilde de vrouw tegen de buren, die haar in, bescherming namen. Ze was gek van de pijn. Mi© wist; niet meer wat ze nu zei, in haar dolle opwinding. „Zoo'n ploert! 'n Vent. die gezeten heeft!... Dien ik getrouwd heb tegen den, zin, van m'n familieI Die me nou mishandelt, Hij hoorde haar gil lende stem ratelen Raapte het geld op Nu was 't uit. Wisten zij 't allemaal De stemmen verwijderden zichDe menschen. Mie beklagend en scherp luisterend, liepen met haar mee Hij, Kees. klemde de weekcenten in z'n hand, schoot z'n kleeren aan... Wachtte nog even Toen maakte hij de deur heel-zachtjes, voorzichtig, openWacht/te nog evenSchoot 't huis uit... De straat in Weg, wèg. vóórdat iemand 'r èrg in had... Weg, de stad in, naar de kameraden toe Terwijl t ruïschen, 't woelen, 't branden in zijn kop al-heviger werd belastingschuldigen meer moeten opdokken, alsmede poging om de regeermacht te behouden. Dinsdag cijfert, de heer Rutgers, die cijfers aan het rondstrooien ging, verder, 't Wordt eentonig... En er staan nog zoovelen op de „nominatie" om te speechen,? Quo Vadis, o Kamer! Waar gaat-ge heen,!? Mr. ANTONIO. „Je hebt nu," zei de rechter-commissaris tegen den ricidivïst, verdacht van poging tot inbraak, „een brave, ordentelijke vrouw gehad, die 't beste met je voor hadJe hebt een kind, dat recht en aan spraak heeft op je bescherming en je voorbeeld in het leven... Je bent, ondanks je verleden, aan een fatsoenlijk stuk brood geholpen. Toch ga je weer je ouder, gang, Dijlcmans, en maak je je gezin en je zelf ongelukkig. Vertel me no.u eens hoe komt dat nou eigenlijk? Je eigen vrouw, die je zoo lieder lijk mishandeld hebt, zei zelf, dat je, in, je hart. niet zoo slecht bent!" De boef keek plotseling op. ,,Ze' ze dat, meneer?".vroeg Kees, de verdachte. I© rechter knikte. Toen sloeg de recidivist de handen vóór de oogen en barstte uit in jammerend geschrei „Och God, zei ze dat!" riep hij uitEn z'n lichaam kromp van verdrietHij jammerde het uit. En de rechter-commissaris, die gaandeweg, ge leerd had echt verdriet van simulatie te schiften,, had met Kees, den recidivist, te doenWerke lijk te doen, ondanks alles Maar hoe 't kwam, dat-ie recidivist was gewór denDat kwam ZijnEdeTaclitbare niet te weten... Dat bleef raadsel. Behalve voor Leendert en Toon, die toch maar weer den spijker op z'n kop hadden ge slagen, goocheme-jongens als ze zijn...... MAITRE CORBEAü. Ingezonden. i£J C»! LS. Mi <1. R.. Gelieve s.v.p. een kleine ruimte in Uw blad voor het volgende aan mij" 'toe te staan. Naar aanleiding van de vergadering der S.D.A.P.. aldeeling WieringenNvaard, bij» den heer I>. Vèeter op 12 Oct. 1912, is ondergeteekende zoo vrij op te mer ken, dat, waar spreker Rodrigues in zijn rede 't doet voorkomen, alsof alleen de S.D.A.P. dc warcr leiders des volks zijn, de spreker dit toch, niet liet blijken, door het gesprokene van den heer Haringbuizen, 't welk klare wijn was, belachelijk te makendit vind ik wel wat geurmakerij1, maar geen echt voIksleiden En waar bleef spr. met de door mij ondergeleekende genoemde opéénhocping van arbeidsmacht r "Niets niets heeft spr. daarop geantwoord. Indien de S.D.AJP. cr voor kon zorgen, dat de arbeidskrachten wat meer verspreid werden, zoodat niet alles opgepakt zit "in de steden, terwijl het platteland van arbeidskrachten beroofd wordt, zoodat men dóór met machinerie moet werken (welke de spreker toch zoo vervloekt), en bo vendien met buitenlandsche arbeiders moet werken, die duizenden guldens uit Nederland halen, welke de Nedcrlandsche arbeiders konden verdienen, dan, ja dan zou men in haar meer een leider zien. Maar nü, wat wordt nü gedaan door 'de S.D.A.P. r Veel te veel ar beiders worden in de stad saamgeirokken en opgezwe: pt tegen hel kapitaal, 't welk werkstaking veroorzaakt met nog meer armoede. Neen. geachte heer Rodrigues, verspreid de werk krachten daar. waar zij noodig zijnzoo noodig ook op het platteland, en dan is er werk genoeg voor iedere hand. De werkman zelf en de toestanden maken het loon, de S.D.A.P. is daarvoor werkelijk overbodig. Met dank voor de opname, JAN DIKSTAAL. Kolhorn. 14 Oct. 1912. Tweede Kamer. Den Haa^, IS October. De voorstanders, vrienden en bewonderaars van Tal ma's ontwerp... De heeren Van Vliet, de afgod der Patrimoniërs, alsmede de .heer mr. Aalberse, der mid- denstanders „kerel". Zij vinden het aanhangig ont werp Ouderdoms- en Invalidrteits-verzekering heiden pradhtig. Niet op dezelfde gronden, maar het resul taat is: met geestdrift voor stemmen. Waar 't op aankomt. Broeder Van Vliet erkent dat voor de lage loonen iets nog moet gedaan worden. Verder verze kert hij, dat de vrij-ïïberalen heusch niet voor Sta at s- penslonn eerin g zijn. En de arbeiders, althans de- christelijke? Weet gij wat die wenschen, meneeren j afgevaardigden? Dat U uitscheidt met praten, en ijlings gaat stemmen. Dit ontwerp tot wet helpt, maken.... Ik geloof, hiermee ten aanzien der rede- Van Vliet te kunnen volstaan. De schrandere lezer vultt -de rest zelf wel in,. De heer Aalberse. der middenstanders „kerel", ge lijk wijlen graaf Floris V 't immers van d-e „derpe ren" dier ver-verwijderde dagen was. Welnu. hij, mr. Aalberse, bewondert hier het streven naar een rechtvaardig minimum-loon. Dut rit in de lex-Talma. En kortzichtig zijn zij. die 't nog niet begrijpen. En geland? Durft ge dax hier citeeren? Waar men in een maand of wat zoo'n wet tot stand brengt, waar we hier jaren op zitten, te kluiven en te tobben? Nu ja, de Engelsche Staatspeusionneeringswet telt twaalf artikelen en de lex-Talma driehonderd zoo veelMacht ja niehts! In Engeland was de Staat altijd armverzorger. Géén staatspensioen, en géén blij vende bijdrage. Dat is mr. Aalberse's lenze. Denkt ge dat mijn arbeiders zoo dom zijn, om niet te snappen, dat het Deensche zoowel als het Engelsche stelsel te onzent antinationaal zonder wezen?... Men kan 't nu eenmaal niet iedereen naar I den zin maken. Zelfs Juferter kon niet ieder bevredi-i gen. Maar: het beginsel, ziet-ge! Dóar komt het1 op aan. Stippen we nog even aan. dat mr. Aalberse, der middenstandres ..kerel", heeft gezegd, dat de midden- j stand gelukkig ten onzent sterk genoeg is om zijn arbeiders een behoorlijk loon te betalen. Waarop deheer Lieftinck „Bravo!" riep, wel ke kreet den heer Aalberse scheen te prikkelen, f Alsof da,ar bijgeval iets iroifffech in kan schuilen; Op het eerstkomend© Middenstandscongres wachten den heer mr. Aalberse nieuwe, welverdiende ovaties, Dat de heer Hngenholtz niets van de lex-Talma' moet hebben, mag als -bekend worden verondersteld. Zijn, ernstigste grief is, dat de arbeider zich, vol gens dit systeem toch nog als bedeeld© gevoelt, zijn recht op rust" in, armverzorging ziet veranderd, om met den lheer Hugeillioltz te spreken. Hij acht de ouderdomsrente eene ..verkapte Iiivaliditéits-v: zekering?'en niets dan d't. 't G.-heel. weer men is slechts sluwe toelr;; om t verhoeden dat de Binuenlandsch Nieuws. LANGEDLJX. Aan den Langedijk is voor deze 4 gemeenten en omstreken een afdeeling opgericht van, d© Vereent* ging voor Vakonderwijs in West-Friesland. Een 40-ta.i leden zijn thans reeds toegetreden. Men hoopt wel dra, een, cursus in, vakonderwijs te openen. ZUIDSCHARWOUDJE. De Langedijker Muziek- en, Zangschool, directie de heer A. Olie te Zuidscharwoude, hield gisteren een openbare les ten lokale van den heer A. Kist. De zaal was geheel gevuld. Door de zangleerlingen wer den allerliefste liedjes, ook tweestemmige, ten ge hoor e gebracht, terwijl een strijkorkest, bezet door leerlingen der school, een, goed gedeelte van den avond vulde. De heer Olie had a's altijd veel succes en de reputatie, welke de school reeds bezit, is er door de openbare les van gisteravond zeer zeker nog op vooruit gegaan. ZULDSCHAKWOUDE. De afdeel ing van den Bond van Ned. Onderwijzers is "thans bezig met het aanwenden van pogingen cm te Znldscharwoude een Fröbelschool te stichten, LUTJEWINKEL Donjeidagmiddag omstreeks half vier raak ie tfe broodbezorger van de coöperatieve vereeniging „De Ti;d sccsl" alhier met kar en paard te water. Spoedig vu:., cv veel'volk tegenwoordig, dat de behulpzame "hvnv> bood. Na «enigen tijd waren kar en en paard op he droge, en kon de bezorger den natten boel bekijk r A an het minst natie goed kreeg ieder "wat mee mruc hui- ST. MAAItTENSBRUG. Het metselwerk van de te bouwen remise voor d dorsbvereenïging Zijpe L is gegund aan den hoe P. Doorn Lz. alhier. HOOGWOUD. Bij besluit van den 30 September jl. zijrr dcor den heer Commissaris der Koningin |n. deze provin cie met ingang van 1 Januari a.s. tot zetters voor 's Rijks direct© belastingen herbenoem cl de heeren Jb. Hartog en P. Kooij, beiden wonende alhier W.VAlfcliAND. Het herkalingsoiïjdenvijs voor jongens aan de O. 'L. School alhier is begon,n,en met S leerlingen SCHOORLDAM. Bij het vanwege het Genootschap vegkr practtsch Handelsonderwijs te 's-Gravenliage gehouden examen voor privaat-docent in het boekhouden en aanver wante vakken slaagde de heer P. Klant van Sehoorl- dam. W ARMENHUIZEN. Donderdag bezochten 'n 2<Ltal lc-eriir.rcn van da Polytechnische school te Delft in, gezelschap van oen nar de kunstwerken aan de tramlijn Alkmaar Schagen. Bij den heer C. de Geus in de Moriaan, ging men zich verfrJeschen. 't Trof toevallig, dat in de kolf- baan juist verkooping werd gehouden van verschil' n.- I de artikelen. Er werd door 't gezelschap lustig gebó- i den en menig souvenir is medegenomen, of later na gezonden. LUTJE WIXKEL. De vereettiging Nut en Genoegen heeft in hnr< vergadering van Dtwiderdag jl. besloten haar 25-jaris bestaan feestelijk te herdenken, op Donderdag 21 No - a.s. ten huize van den heer W. FUnhcer. Een pro gramma vol afwisseling met feestrede, muziek, tco- neelstukjes, enz. is reeds osamengesteld. De heeren k. Boekei, C, Koorn en G. Schoorl wer den respectievelijk a3s voorzitter, secretaris en p*n- ningmeestev herkozen. POLDER miNOEMïXG Tot Hoofdingeland van de SahW^ïen Kjedórm-r koggen ;s Uvrkozen. de .mer J. L.e.L r| te >N i WILD. - In IloUsmds Noorden waren in dc, afeéioopen wei de prijzen-van liet wild ais volg!: h.iSeqj'1.50 a 1 Vó konijnen f 0.40 a 0.50. watersnippen f 0.30 a 0 19 'd tnjzvn n.idc l 0.50. jonge I 1, tv., tc.i 0.C0 'a 0.70. -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1912 | | pagina 1