(lekjes uit de
Voor Dammers.
Iffi
§g
19
8
10
H
1
IK
H
u
20
^JP
m
Él
V
ÜP
ggggi
ut
fjj
SI
igp
§Jj
il
m
!P
e
Kapitaal en Arbeid'"
d«n.
op sociaal gebied vertoond wor- l>en.
Zaterdag Februari 1913.
56e Jaargang. No. 5260.
TWEEDE BLAD-
HET SPELEN OP SLAGZETTEN IN DE
PARTIJ.
De volgende slagzetten kwamen voor in partijen,
gespeeld door den heer L. Boas te 's-Gravenhage.
Leerzaam is do wijze waarop wit op den plagzot
speelt.
Zwart.
1
6
11
10
21
26
31
36
II
41
té
46
5
v.--;
f«5»
15
w
0
v/ë
j8
25
30
35
lip
mi
Pi
40
aë.V
{Sip
"ërë
45
Si
S
50
lli
e
ei
eip
Hy
i
er
Wit: L. BOAS.
Stand zwart, 15 Schijven op3, 59, 11, 13. 14. 17,
20. 22, 24, 25 en 26.
Stond wit, 15 schijven op: 32, 33, 35 toft 39, 42
tot 45. 47 tot 50.
De partij had het volgende verloop:
Wit: 45—40. Zwart: 17—21.
5—IQ.
21 41.
41 32.
13 22.
20 37.
37 48.
34 33.
48 30.
11 22.
40—34.
32—27.
42—37.
38 18.
36—31.
48—42.
33—29.
39 17,
35 2.
2:5.
Een mooie slag.
Ie
ES
n,
ng
0
m
ui
m
m
M
m
M
m
mh
ïSf
m
m
jp
m
m
Wit: L. BOAS.
Stand zwart, 13schijven op: 24, 6, 1012. }517.
21. 27 en 31.
Stand wit. 13 schijven op: 24, 25, 29, ,33. 34. 35,
36. 38. 42, 43, 47. 48 en 50.
In bovenstaanden stand, deed de heer Boas mede
een aardige combinatie.
De laatste zet van zwart, 2631, deed genoemde
heer op de volgende wijze de partij beslissen:
Wit38—32. Zwart27 49.
36 27, 21 32.
48—43. 49 38.
33—28. 32 23.
29 7. 38 20.
25 5.
Of,
udf
ize-
Er zijn kiekjes op sociaal gebied.
De bioscoopvoorstelling, die we daarvan geven, toont
achtereenvolgens de verschillende nuances, waarin
Kent ge de nummers van het prognafm?
Burger en proleet; industriëel en arbeider; pa
troon en gezel; winkelier en bediende; chef en kan
toorklerk; superieur en beambte; landbouwer en
knecht
In elk dezer groepen stelt men eisehen.
„Minimum loon en maximum nr.befiidsd'uur", vraagt
de ondergeschikte, „vervroegde winkelslui
ting", „verzekering tegen ongevaj, ziekte, invalidi
teit en ouderdom", „verzekering tegen werkeloosheid,
stipte naleving van het Arbeidscontract".
En de werkgever, de patroon?
Ook hij stelt natuurlijk eischen. Maar in, zoover
er reeds wetten op sociaal gebied in werking zijn,
moet men eilaas! erkennen of men tot links of
rechts behoort, doet er niet toe dat er wel ge
let is op de stoffelijke belangen van de onderge
schikte partij, op welke, bij schending van het ar
beidscontract. geen verhaal te nemen valt, terwijl de
werkgever of patroon in rechten wordt gedwongen
„tot vergoeding van kosten, schaden, en interesten".
De werknemer is bovendien sterk door de vak
organisatie. Hij zoekt zijne kracht in solidariteit
j Door aansluiting bij zijne vak- en lotgenooten weet
j hij zich als uiterste redmiddel vat eene over-
m a c h t te bedienen en zoodoende* de spreekwijze
1 waar te maken, die wij nopens het recht van
den sterkste keain,en.
I Er is een t,ijd geweest, dat men, sprak van „be
voorrechting van het kapitaal" van O verheids wege.
Deze tlja is echter geweest. En hoezeer we, voE
gens onze liberale opvatting, iedere heusche verbete
ring in den 1 o t s t o e st a n d der onderge
schikten toejuichen, mogen we toch niet ver
bloemen, dat daarbij de belangen eener andere par
tij, en wel van die, waarop verhaal te vinden is, som
wijlen al te stiefmoederlijk worden voorbijgezien.
Een bewijs voor onze bewering levert het belas
tingstelsel. Naast de vermogens- en bedrijfsbe-
lastjng zien wij jaarlijks het percentage der inkom
sten-belasting stijgen, waarbij zich de wettelijke ge-
j volgen van, de, Ongevallenwet en het Arbeidscontract
aansluiten.
De bioscoop vertooning, waarin de sociale ac
tie en hare overwinningen worden opge
voerd, zal u moeten leeren, waarde lezer, in hoe
verre het evenwicht op de bascule der rechtvaardig
heid is gehandhaafd. Der sociale gerechtigheid, wel
te verstaan.
De groote steden en industrie-centra) vani „Moed,
Nederland" geven uit den aard der zaak den rijk
sten voorraad „kiekjes op sociaal gebied". Nergens
is de tegenstelling schriller. Nergens ook wordt door
een deel. der arbeidende klassen bitterder armoede
geleden,
Onzt film over de soaiale toestanden in Mooi-
Nederland is nog bij lange niet ten einde. En onder
de nummers onzer bioscoopvertoonjng vragen we in
't bijzonder de belangstelling voor „De trek naar
de groote steden" en „De ontvolking
Tan het plattelan d".
Onder velerlei opzicht moeten we hier een klacht,
uiten. Want doordien de trek naar de groote steden
voortdurend toeneemt eai duizelden, verblind door kla
tergoud. hun stad of dorp verlaten, stijgt aldoor op
de arbeidsmarkt het cijfer van, aanbod van de
zijde der werkgevers, terwijl heft percentage der aan
vragen van den kant dier werkgevers nagenoeg con
stant blijft.
Mooi Nederland moet hierbij, treuren,. Het karakte
ristieke zijner bevolking in de verschóllefnde gewesten,
verdwijnt zoetjes-aan geheel, en menig typisch stadje
en fraai gelegen dorp hebben reeds allo aantrekkelijk
heid verbeurd, doordien ze te kwader stonde de al
lures der groote steden boven, het idyllische ver
kozen.
Er wordt gelukkig veel geijverd voor de verheffing
van den landbouwstand, waaraan mooi Ne
derland voor een goed deel zijn naam te danken heeft.
Er wordt ook geijverd voor het handwerk, dat
'eenmaal, toen de Gilden nog in eere waren, enze
glorie in liet buitenland heeft helpen bevorderen.
Ik heiinitór mij uit m'n studententijd 'n treffende
opwekking, door een mijner hoogleeraren in een feeste- I
lijke todspiaak tot Jong-Noderlan d gericht:
„Laat toch de landbouwer of handwerksman piet
vergieten, dat hij in waarheid „mijnheer" kan zijn 1
en zijne kinderen het kunnen woixlen, zonder steeds
scjhe vorme'n, en dat hij méér eerbied afdwingt, door zijn
bedrijf of beroep ook huiten erf of werkplaats te be
lijden. dan meft verloochening van zijn stand als ste- I
deling te paradeeren... En wat den trek naar de groote
steden betieft, wij vinden het een raadsel, hoe met on-
kere vooruitzichten onze kloeke jonge mannen van hui
ten eten ruime omgeving en mooie natuur voor fcen
dompig vei blijf in een kazerne-woning kunnen verwisse- 1
len".
Onze film rolt voort.
Wij zien nog armenzorg in hare velerlei ge
daanten. Zorg voor weduwen en weezen, zieken esa ge- I
brekingen, ouden van dagen en werkeloocaen, in ge
stichten eh gasthuizen, naast zorg voor huis- j
zittende armen. Wat al sdiipbreukelingen op j
s levens maalstroom schuilen er onder deze tiendui
zenden. Hoe vele jonge mannen herkennen wij .niet
onder déze stumperds, die verblind door het klatergoud
van bed dégelijke fantasiën, een lief plekje gromds van
Mooi Nederland verbeten, om oaider de geselslagen
der teleurstellingen: naar geest en lichaam te bezwijken.
Niet weinigen onder hen zijn tevens s la ci li l o f-
fers dlcir uithuizigheid, zooals de film ons
toont, en hoofdfiguren in de drama's, die do drank
zucht en d!£ ontijdige liefde tot onderwerp heb-
I m Als laatste kiekjes onzer voorstelling ynn heden vol
gen nog vLuchtigjes op het doek: Huisvlijt en de
werking der Matigheid-genootschappen.
lhs. H. S.
Het kind en de school.
XLV.
J, Handenarbeid op de school.
Wanneer wij het kind in zijn natuurlijke bewegin
gen gadeslaan, dan zien wij, dat hel steeds iets zoekt
te doenniet enkel, dat het heen- en weer ïoopt,
maar ook, dat het zoekt ie!s met de handen uit tc voe
ren. Het kleine kind heeft dit met het jonge dier gemeen
de natuur wijst ftct aan. Het kind zal trachten blok
jes op elkander tc stapelen, de jonge poes of hond
speelt niet een klosje of een beentje. Beweging en nog
eens beweging met de handen zoowel aLs inet de on
derste ledematen stil zit hei kind slechts, als het daartoe
gedwongen wordt. fs het moe. dan gaat het
uggen. piaar niet rechtop zitten. De natuur geeft aan,
dat beweging noodzakelijk is voor de ontwikkeling van
het lichaam en grest. evenals de natuur aangeeft, wan
neer vermoeidheid tot rust noopt.
Bij ouderen, ziet men hetzelfde. Wanneer het hein
niet verboden wordt, dan zal zelfs een groolere jon
gen. wanneer niet al zijn gedachten worden bezig ge-
iiouden door den leeraar. die de gaaf heeft hem 1c
boeien, met handen of voeten bewegingen uitvoeren,
ai zijn die niet altijd de moest gewensehte. Hij moet
iets mot de handen doen. Eh wat is gemoegelijker dan
den scheikunde- of natuurkunde-Iceraar even te mogen
helpen, al is het maar iets vasthouden of de electriseer-
machine draaienEn. in het vrije kwartiertje, als dat op
een speelplaats kan worden doorgebracht, wat een loo-
pen. stoeien, voetballen, ook van de oudsten onder de
leerlingenZij moeten even wat beweging hebben als
tegengif legen het lang stil zitten. Ik laat mijn leerlin
gen dan ook volkomen vrij in die minuten, al ma-
Ken zij soms wat voel drukte: als het maar niet in
wanorde overgaat, cn daar is voor te waken. 1
Ieder, die in huis of op de school kinderen, jon
gens en meisjes hoeft gadegeslagen, heeft moeten zien,
uat zij graag lichainelijkeni arbeid verrichten, welken
ookiets uitvoeren, niet alleen met het hoofd, maar
met handen en voeten, iels uitrichten, waarvoor bewe
ging noodig is, dat is een levensbehoefte.
En wordt nu op do school aan die levensbehoefte
voldaanHelaas: noen! Stil zitten cn nog eens piil
zitten, soms 3 en 4 uren achtereen. Het jonge kind'
moet stil zitten en luisteren, de oudere luisteren, jem
stil zitten! En daar verzet zich de natuur tegen.
En bovendien is dat stil zitten, befsl in een zelfde
positie, zooals de strenge leeraar dat verlangt, ook
verderfelijk voor het lichaam in anderen zin, n.1.het
bevordert hchaamszwakte, ruggcgraaLsverkrommjng, bij
ziendheid. De bewijzen zijn daarvoor legio. Men leze
slechts, wat dr. G. A. Ootmar daarvoor heeft aange
voerd in zijn belangrijke studie over het rapport der
Irteenschakelingscommissie uit hygiënisch oogpunt, op
genomen in de Berichten en Mededeelingen van V.E.O..
No. 27. November 1910.
Wordt vervolgd.
H. ENNO VAN GELDER.
Amsterdam.
Tweede Kamer.
Den Haag,, 6 Februari.
Er is dezer dagen in de Kamer nogal eens gespre
ken over naëeveteit. De beer Patijn begon met den
111'nieter toe te voegen, dat Z.Exc. de Kamer, althans
een deel ervan, voor na'ef verslijt. De heer Talma,
kaatste bet woord terug aan het adres van, mr. Pa-
tijn. Den dag er-op verzekerde de beer Troelstra, dat
de heer Roodhuijzen waarlijk niet na'ef isEn
vandaag hebben wee merkwaardige staaltjes van na-
ieveleit gehoord! De heer De Viseer, zijn bekende
amendementen, kort verdedigend (waarbij aan de Ri
sico-overdracht een veel ruimer plaats wordt gegeven
dan in de verin aar 'e wijziging des ministers) zei van
't aanhangig ontwerp Invaliditeits- en Ouderdomsver-
zekbring, dat de politiek er niets mee te maken, beeft.
De ervaring, dat de heeren er toch een zaakje van
gemaakt hebben, had den Leidschen afgevaardigde
gesmart. Gevraagd mag worden in olie na eveteift, of
dr. De Visser, die toch ook niet „van vandaag of
gisteren is", iets anders in gemoede had verwacht?...
Nog sterkei'! Een man, als mr. Treub; sceptisch
aangelegd, zeker geen optimist, spreekt in ernst, de
hoop uit, dat men de amendementen „naar hun in
nerlijke waadde" zal beoordeelèn, en njiiet slechte „met.
hot oog op die stembus". Voegt er den wenseh aan
toe, dat de Kamer zich tot de hoogte van dit peil
zal weten te verheffen.
Plóf. Treub schertste niet toen hij dit zei.
Was volmaakt ernstig.
Had 't dus over het verwezenlijkt worden van een
onbereikbare illusie.
Ik Traag: is dat nu nafeveteit?
Of wat dan wel?
Neen, dan wint het, in praetisch-nuchter de
menschen en dingen bekijken, de „ouwe parlementaire
rot" mr. Borgesius. Zou mr. Troelstra zeggen. Die zei
vanochtend ook wel, datj mep. hier toch eigenlijk niet
aan „eene politieke kwestie" bezig is, doch haastte
zich erbij te voegen, dat hij geen moeite zou dioen
om de araendementen te bestrijden, daar de doofpot,
er toch gereed voor staat...
Zoc - is 't. Helaas. Met oprechten en niet-naieveta
weemoed getuigd.
De verzekerings-technicus Borgesius heeft er zich
loe bepaald om eenige technische fouten aan te wfj-
zeu lii Lot ontwerp. De uitdrukking „voortdurend
pensioen" In arL 33c deugt niet. Het kan voorkomen,
volgens deze regeling, dat Iemand minder dan f104
invaliditeits-pejnsloeu krijgt en toch de volle p rem tel
beeft, gestort. Voorts worden de premies, van den
iertienjarigen leeftijd af, berekend ook over den tijd',
gedurende welken iemand g.een loon heeft ontvan
gen. Ed 't ergst is. dat men njet ,de wiskundige re
serve, maar het volte bedrag der gestorte premies
laat teruggeven, DU laatste moet, zegt mr. Bor
gesius, die het advies van verschillende technici hier
over inwon, eene vergissing zijn.
Wij hebben nog gehad den heer Teenstra, die recht
zette cie verhouding des ministers tegenover de Land-
bouw-Onderlinge. De zaak schijnt dan hierop neer te
komen, dat na besprekingen met de directeuren de
heer Talma eene regeling ontwierp k la-Zeevisse
rijen, waarbij alle landbouwer» „onder éen hoedje
gevangen werden", gelijk de heer Teenstra 't uit
drukte. Een centraliseerende opzet, die de belang
hebbenden njet bevredigt. Ecu jaar Is voorbij sinds
de minister eene regeOifng beloofde. Ze is er nog
steeds niet, en dus roept de heer Teenstra uit: go
zijt ln verzudm!
De groote vraag is nu. of dé minister, in zijn du
pliek. nog een stapje nader zal doen. in de rirJitinjcj
van dr. De Visser cn do Risico-overdracht. Mr. TreuM
roept den heer De Visser too: Houd voet bij stuk"!
Ga niet tc gauw op den loop voor de bezwaren R<ti
ministers en van zijn adviseur prof. Kluyver. Vuctf
kans bestaat daarop niet, ook als men* overweegt
de groote hartelijkheid, waarmee dr. De Visser den
minister dankte voor do „concessies'", bereids door
hem gedaan, 't Zal misschtcn aldus loopen. dat de
minister 'n klein, klein stapje verder giat, de lieer
De Visser dan betircert en de amendemenlen-Tremb
vervolgens ter aarde worden besteld. De Asser afgevaar
digde verlustigde zich nog eens in 't er-tusschen jie-
men van de soc.-democraten, naar aanleiding van het
Roodhuyzen-incident van gisteren. Of hij. mr. Treub,
zijne amendementen niet vlugger had kunnen indienen f
Neen. Misschien als hij in den trein had gewerkt. Maar
laai hij erop volgen, dan zou mijn werk 111-
licht op een peil hebben gcslaan. gelijk aan dat der rede
van den geachten afgevaardigde voor Zaandam.
De lieer Treub verstaat de kunst om zulke dingeti
te zeggen op den sehijnbaar-gemoedeüjksten en -vreo-
b'jksten toon ter wereld.
't Zal nog een hcete krachttoer' varderen, wil
len wij morgen. Vrijdag, althans de risico-ovcrdraclijt
aehtei den rug krijgen.
En het stormpje van „regeling eter werkzaamheden"-
dreigt ook nog. In de gegeven „zwoele' omstandig
heden kan dat heel wat -„stof" doen opdwarrelen.
Toelichting overbodig.
Mr. ANTONIO.
401ste Staatsloterij.
Me KLASSE, 12de TREKKING.
HOOGE PRIJZEN.
f 2000: 10681.
f 1000: 5703 6968 9316 12279 12805 18367.
f 400: 1239 5872 7422 18813-
f 200: 741 13223 15240 20680.
f 100: 134 2765 3165 4862 5053 5662 1124
11484 12750 13839 15445 20764.
Prijzen van f 70.
130 2164 4760 7450 9988 13400 16455 19429
212 214 931 537 10003 458 458 535
242 481 933 554 67 655 541 707
361 490 5122 598 253 695 613 759
421 577 133 678 535 698 793 785
452 582 271 727 671 740 17Ö83 790
525 687 274 735 689 753 132 79»
875 713 632 860 694 14394 412 913
883 857 803 8002 713 471 454 919
1030 3008 SOS 117 764 615 626 95»
33 92 936 142 940 701 635 20048
114 160 950 251 11354 841 702 51
123 235 6044 331 376 15035 897 317
154 273 97 565 632 38 922 346
256 297 114 591 645 67 947 367
329 347 264 659 663 110 964 430
366 585 281 684 715 204 985 464
384 607 375 693 769 308 18028 561
431 720 477 706 809 330 171 568
437 890 561 805 829 384 227 614
539 4034 569 807 843 386 553 636
559 134 620 861 920 422 581 738
569 139 624 892 954 605 604 782
667 208 756 916 12140 722 630 783
718 219 931 9S4 156 771 661 879
753 274 933 9012 423 786 762 326
j 791 381 7025 38 447 822 866 922
809 383 55 143 472 16111 966
839 568 117 159 477 263 19017
854 576 124 375 582 302 130
1 865 624 213 475 660 324 190
912 634 225 635 678 357 306
921 686 318 879 988 386 347
941 705 323 936 990 406 383
Binnenlandse!) Nieuws.
AI. KAVIAAR
ln veiband met het in exploitatie brengen van het
gemeen lel ijk electiisch bedrijf, hebben B. en \V. don
Raadi in overweging grgeven hun college te machtigen
F e u i I let o n
De erfenis van Van Elverdaal.
27.
Perkina keek Broekers nadénkepd na. Dan zocht
hij ijverig naar het schuldbewijs van, dén. ouden Schep
pers en bekeek bet zeer nauwkeurig.; Alles was evesn-
wel in orde, zooals het behoorde en toch had Per-
kins het gevoel alsof hij heel erg blij mocht zijn als
hij maar geld op het papiertje had gekregen. Hij,
hoopte steeds meer op eon vlugge afdoening der ge-
1 heele geschiedenis. Deze Broekers en, deze Green,'
werden hem steeds onsympathieker en hij verlangde
vurig naar den, dag waarop het vergelijk tusschen
E* O gril ver daal en de markiezin d'Aigre een feit gewor-
- 'den zou zijn. Dan had hij deze getuigen niet meer
noodig Perkins zou heel blij zijn als hij deze séhuld-
•u bekentenis had ingewisseld en zijn voorschotten aan
'markies Galton, die njet giering waren en de vorde
ringen van de markiezin van de drie millioen bad
S afgetrokken. Wanneer allee klopte maakte hij eep
brillauc zaakje, zooals nog iyx>it 'te voren in zijn
.praktijk het geval w-as geweest. Hij docht er nu aan
om zijn baantje vaarwel te zeggen en met zijn spaar-
_ii uiten naar bet land te trekken, zich daar een buis
koopen en, zijn kool in vrede en, rust te bouwen.
9 .Hij becijferde zijn winst uit het vergelijk op tien,
of twaalf duizend pond een mooi bedrag. Maar dat
i.r x>ie bedrag was het juist, dat hem zoo naar het
'einde deed verlangen. De zaken, leken hem andiers
toe dan enkele dagen te voren en, het winnen, van
[een proces alleen op de verklaringen van een Green,
sn een Broekers scheen hem nu al heel erg onzeker.
I „Het vergelijk, het vergelijk," mompelde hij onrus-
tlg en haastig, nam zijn hoed en verliet het huis.
Hij kon het binnen niet meer uithouden. Hij moest
g CD iot-s doen om het tot, stand komen van, het vergelijk
ts bevorderen en zoo reed hij in een rijtuig naar de
Markiezin.
Zij woonde nog steeds in het familiepension. Zij
had wei liever ergens anders gewoond, want de kleide
hamers die zij nu bewoonde, stpnden baar long niet
aan. Maar de markiezin bad zich met haar zoon al»
't ware in het pension vaatgegeten en vastgedronkeu.
Zij had op de erfenis al allerlei schulden gemaakt
en de bezitters van het, pension hadden al haar
mooie voorspiegelingen geloofd. Zico moest zij er wel
blijven of zij wilde of niet, totdat zij weer geldbad
om haar schulden te betalen.
Mevrouw de markiezin was juist thuisgekomen.
„Mijn beste mijnheer Perkins," riep zij den rechts
geleerde levendig toe, „ik ben verbazend verheugd
u te zien, U komt inderdaad, als geroepen. Er heeft
zich iets zeer fataals voorgedaan, dat ik u bepaald
moet vertellen."
Perkins keek haar zeer verbaasd aan. Zij was zoo
vriendelijk, zoo angstwekkend vriendelijk zou men
bet haast kunnen noemen, dat Perkans onwillekeurig
een »tap achteruit deed. Hiji had alle respect voor
andere dames, vooral als zij zoo erg lief deden. I-Iij
was ook bepaald niiet nieuwsgierig naar de mede-
deelingen van de markiezin en hij vreesde dat er weer
geldgebrek zou zijn en er dus weer een aanval o.p
zijn beurs zou volgen.
„Ik hoop, dat ik u eenige goede mededeelin'gen kap.
doen," zel.de hij kalmpjes, „die u misschien wel over
uw verlegenheden, zullen heenhelpen. Het vergelijk
met mijnheer Van Elverdaal komt vandaag nog tot
stand en ik ben bier om u te vragen het te onder
teekenen en dan tevens de volmacht om de verzege
ling op t© heffen,"
„En het geld? Ik bedoel! de drie mdMioen frapc?"
begon de markiezin haastig.
„Dat Zal nog in den loop dezer week worden uit
betaald, vooropgesteld, dat ook uwerzijds de noodige
formaliteiten worden vervuld".
„God zij dank," steunde de markiezin uit het diepst
van haar ziel. Dus zou zij dan eindelijk het zoo lang
gehoopte in handen krijgen. De ironie van het nood
lot had haar al zoo dikwijls vervolgd, maar dat scheen
haar dan n,u eindelijk te verlaten en in de vreugde
haars harten had zij den advocaat wel kunnen om
armen, wanneer de advocaat voor een dergelijke ont
moeting maar de noodige ambitie had betoond.
Dat was evenwel niet het geval, maar koud en
zakelijk ging Perkins voort met haar de kwesties te
bespreken en de noodige formaliteiten te vervullen.
Natuurlijk vergat hij zichzelf daarbij niet en een
van de eerste handteekeningen die de markiezin
neerschreef was onder een bewijs, waarop verklaard
werd, dat Perkins elfduizend achthonderd en eenige
ponden toekwam. De markiezin teekende vlug en
opgewekt alles, wat haai' werd voorgelegd. Zij wilde
niet krenterig zijn, niet afdingen tegenover haar hel
per. Zij had een buitengewoon groote haast en
maakte in zichzelf de vlugge berekening, dat zij na
alle onkosten en kortingen nog wel een paar mil-
lïoen zou overhouden, wat haai", tenminste voorloo-
pig, voldoende leek.
Kan ik Donderdag het geld krijgen?" vroeg zij
tusschen verschillende ondertee k eni n e e door. Het
was alsof zij nog steeds maar twijfelde, nog steeds
vreesde dot de millioenen, die reeds als 't ware vlak
voor haar lagen, op het laatste oogenblik nog in de
nevelen zouden, verdwijnen. De ironie van het nood
lot bad baar verbazend wantrouwend' gemaakt Hoe
dikwijls had zij niet reeds geloofd, het geluk im,
hauaen te hebben, en, hoe dikwijls was het haar npet
reeds weer tusschen de vingers doorgegleden.
„Wanneer alles klopt," antwoordde Perkins rustig
en zakelijk, „kunnen wij Donderdagavond, of anders
in den loop van Vrijdag het geld uitbetalen. Maar-
wat komt het op een dag aan? U krijgt immers voor
eiken dag dien u langer wacht rente."
Maar de markiezin had groote haast en zij bad
het 'i aangenaamst gevonden, wanneer zij het geld
maar op hetzelfde oogenblik had gekregen.
Wanneer de markiezin hedem haar mdliioenen kreeg
was zij morgen weg naar haar geliefd Frankrijk, of
naar een lief verborgen hoekje, waar zij niets meer
te maken had met" de Engelsche rechters en. advo
caten.
Zij bad genoeg angst en onaangenaamheden te ver
duren gehad en zij wilde nu haar rust hebben. Nog
kort voor dat Perkins bij baar kwam, had zij zich
halfdood geschrikt over een ontdekking die de rech
ter van instructie Smithfield had gedaan in de zaak
van Thomas Green. Deze waardige beambte had ia
het vestje van Green tusschen, de voering genaaid,
een wissel van honderdduizend pond. gevonden, ge-
teekend door de markiezin d'Aigre. Nu wilde de
rechter maar steeds weten waarom of deze wissel
was afgegeven en riep daarom de markiezin, im zijn
bureau. Deze geschiedenis had de arme vrouw der-
male opgewonden, dat zij in het eerste oogenblik
geen woord had kunnen spreken. Hoe kwam die
wissel daar? Wat wist zij daarvan? Niets! Neen,
niets. Dat zeide zij dan. rechter onder een grooteai,
tranenvloed, maar of deze het geloofde, dat scheen
haar uog niet zoo heel zeker. De markiezin had al
menigmaal de ervaring gehad, dat er. mannen wa
ren. die haar tranen niet geloofden. En wat heeft
de vrouw dan nog voor een voordeel op de man
nen, wanneer zelfs haar tranen haar uitwerking mis
ten? Wanneer Green nu maar een beetje handig was
dan zou hij eveneens zeggen, dat de wissel een
vals eb e was en de markiezin van de onderteekeniug
niett wist. Hij kon dat gerust beweren, want schade
zou hij er niet van hebben. Wat kwam het de mar
kiezin op honderd duizend franc aan, wanneer hao1"
zaken maar prompt en vlug geregeld werden. Tus
schen haar en Green behoefden geen wissels te be-
«rtaan. Maar zou de kamerdienaar, dien zij nu juiist
niet als zoo, nobel bad leeren, kennen, zulk een op
vatting van zaken hebben? Dat was de vraag en dat
was de kommer, waaraan de markiezin ten prooi was
en daarom was zij vaat besloten het stof van En
geland zoo spoedig mogelijk van haar voeten W
schudden. Maar geld, geld had zij daarvoor noodig
en daarom haar vraag of Donderdag alles geregjeld
kon zijn.
,Z.oo!"' zeide Perkins eindelijk en pakte zijn ak
ten veer samen, „n.u kunt u mij ook zeggen wat
vor-r onaangenaams u is overkomen. U wildet daar
straks reeds over spreken."
„Dat heeft geen haast, mijn beste mijnheer Per
kins. Ik wil u daar niet lastig mee vallen, tenmin
ste nu nog niet. Zorg maar dat mij zoo spoedig mo
gelijk het geld wordt uitbetaald. weet, hoe ik
er om verlegen ben en u moogt u daarom voorloo-
p:g met niets anders bezighouden."
Dt markiezin d'Aigre was nog steeds de goede
cliënte van Perkins, aan wie hij een klein vermogen,
had verdiend en die zijn. rekeningen niet zoo heel
nauwkeurig nakeek. Hij drong daarom niet verder aan
maar nam zeer beleefd afscheid.
HOOFDSTUK 18.
Dat de verdiensten van een mensch niet steeds