lltiifit Niiiis- Mütlülli- LlllMlll z< ai Bmbj nit EigeM Lentestormen. Et Woensdag 19 Maart 1913. CHAGE 57ste Jaargang !No. f>"31. OURANT. 0( Ji Londen, 15 Maart 1913. Het schijnt wel, dat de dnikte en, bet verkeer in Londenscheh srtaten steeds gevaarlijker wordt. Steeds gevaarlijker wordt bet oversteken van straten en pleinen in de drukke gedeelten van de stad. W0er meer In het bijzonder werd daarop de anpdadht geves tigd, toen voor eenige weken een, treurig ongeluk plaats greep in de City. Ben politieagent, die op een Édxuk punt bet verkeer regelde, werd van achteren aangereden door een motorbus, en stervend opgeno- men. Hij was pas eenige minuten op post, e!n een kalf uur, nadat bij bet politiebureau had verlaten, werd bij er dood binnengedragen. Op datzelfde punt hadden dienzelfden dag twee botsingen plaats na dit, treurige' ongeval. Zooals in Holland, staan ook in Engeland in zoo'n geval den volgenden dag de kranten vol van ingezon den stukken, met meer of minder verstandige opmer kingen. In sommige wordt voorgesteld de bussen te t verbieden, wat natuurlijk moeilijk zou gaan, en y trouwens veel verontwaardiging zou wekken. De bus- ■J -cen zijn langzamerhand onmisbaar gew/orden. In anide- tï a wordt aangeraden de'brieven,bussen niet op de trot toirranden te zetten, want die staan, in den weg en -{daardoor komen wandelaars, als bet druk is, in, ver leiding, even van bet trottoir af te stappen, en ge beuren, er menigmaal ongelukken. Of de schrijver vajn dat ingezonden bericht evenwel de brievenbus midden op den rijweg zou willen plaatsen, weet ik niet. Het getal ongelukken zou daardoor zeker niet vermipde- IH ren. Een derde klaagt over de steenkoolgaten .in de trottoirs, en dat is werkelijk wel een ernstig bezwaar. Ieder heeft hier namelijk voor zijn buis, betzij in, zijn tuintje, hetzij in het trottoir, een openjng, die n ver. uitkomt in zijn kolenkelder, en in gewone omstandig- ffecta beden afgesloten is met een deksel. Maar wanneer de en tb kolen afgeleverd worden, is dat ga,t open, en wordt de bor; steenkool daardoor naar beneden gestort. Dit is pret- 'an voor de buisvrouw en gemakkelijk voor den leVe- ïrsekf rancier, maai" lastig voor den voorbijganger. Menig- een, die baast beeft, stapt even van bet trottoir af, en )?'i..en een ongeluk ka,n zeer gemakkelijk gebeuren. De bus is dan meestal de zondaar, en altijd die 0« ^sondebok. Daarom beeft zeker de groote busmaat schappij, de General, het verstandig geoordeeld; een dad< aantal raadgevingen, ten beste te geven. We zullen niet zeggen, dat die ormoodag zijn, zoomin hier, als in Holland. Hoe weinig dames weten, boe ze van teSCJ een tram moeten 6tappen. Als de tram stil staat, komt bet er natuurlijk weinig op aan, maar menig maal is ze nog even in beweging. En de eenvoudige regel: kijk in de richting, waarin de tram zich be weegt, wordt dan meestal vergeten, de dames stap pen af met heit gezicht naar den anderen kant, en vallen achterover. Om dergelijke dingen te vo-orko- Kmen, deelt de busmaatschappij raadgevingen uit, waar van ik hier eenige laat volgen, en plakt groote plak ten aan, om de menscben duidelijk te maken, boe ze de straat moeten oversteken. >qm Die raadgevingen zijn voor een groot gedeelte heel praktisch en verraden veel menschenkennis. Ze zijn k en verdeeld in groepen: hoe op een bus te stappen; boe er af, boe een srtaat over te steken; raadgevto,- gen aan fietsers; aan kinderen; aan wandelaars, en een slotraadgeving in bet algemeen, die ik 't eerst ÏMA. zal noemen: waag pooit, wanneer bet gevolg een o(n- geluk kan zijn. 'TBIK zei" raadgevingen geven blijk van men- RRi scbenkennis, en zal duidelijk maken waarom. Na vier eenvoudige opmerkingen over de beste manier om op 0011 bus te staPPen> die stil stapt, want de eerste en dringendste raad is: wacht tot de bus stopt, komt bet lei volgende achteraan: Tenzij gij een van die dwaze menscben zijt, die n op een snelrijdenden bus springen In dat geval moet go een eind met den bus meeloopen, de leuning aan <jQ deurzijde vastgrijpen met de rechterhand, opsprin1- rerhei gen met den rechtervoet, en afwachten, wat er ge beurt. Dit is dn die omstandigheden de best© ma,- nier, maar ge probeert bet op uw eigen veraptwoor- P01 ding. Verraadt dat geen menjschepkennis? Alsof alle raad- rdags gevingen ooit zouden kunnen maken, dat alle men- wsoei schen bedaard wachten, tot de bus werkelijk stil staat. ££ooj Neen, zegt de maatschappij, een massa menschep docri Et dat toch niet, welnu, ziehier de beste kans voor diegenen, om er levend af te komen. Een raadgeving, die me trof in de groep: boe af te stappen, is deze: houdt den, bus niet vast, als ge eenmaal op straat staat. Dat is zeker voor de men scben, die er niet van kunnen scheiden. Van veel belang zijn de opmerkingen, over de wijze, om op de veiligste manier een straat, over te steken. Zooals ge weet, houdt alles bier links, en wordt rechts voorbijgereden. De langzaam gaande rij tuigen zijn dus aan de linkerzijde van de straat naast den trottoirband, meer naar rechts komen de snel lere. Dan komt bet midden van de straat, het minst gevaarlijke gedeelte, een soort van neutraal gebied; vervolgens de spelgaande rijtuigen in de andere rich ting, de langzame, dë trottoirband weer. Loop niet, zegt de omnibusmaatschappij, dus voor een langzaam gaand rijtuig om, tenzij ge u eerst overtuigd hebt, dat er geep Bpelgaand het juist voorbij wil schieten. Ala ge onder bet oversteken wilt aarzelen, doe bet dpn in 's hemelsnaam in het middten van de straat. Dat is bet minst gevaarlijke punt. Steek nooit regelrecht over, maar altijd in den vorm van een V. Ik ben er van overtuigd, dak het trouw opvolgen van deze raadgevingen een massa ongelukken zoui kunnen voorkomen. Voornamelijk ook die, over het aarzelen, is van belang. Hoe vaak heb ik al niet men scben zien oversteken, en pa eenige stappen wan hopend zien rondkijken, niet wetend, waf nu te doen. Als je moet aarzelen, zegt de maatschappij, doe het dan tenminste midden in de straat. Fietsers wordt aanbevolen geen bussen vast te grij pen. Die raadgeving wordt doorloopend in den wind geslagen. Ik ben zelf niet erg bang op de fiets, maar ik boud vaak mijn hart vast, als ik een fietser ach ter een snelrijdenden bus aan zien slingeren. Aan de kinderen, wordt ten slotte op het hart ge drukt, niet te trachten kosteloos een ritje mee te maken op de treeplank, niet. met ballen of hoepels te spelen lp drukke straten, niet op den trottoir band te gaap zitten, met de voeten op den rijweg, en als ze geen betere plaats hebben om te spelen, dan de straat, een straat uit tezoeken, waardoor geen bus of tram gaat. Ik moet zeggen, dat de omnibusmaatschappij de General haar best heeft gedaan ,om, zooveel in haar vermogen ligt, het aantal ongelukken te beperken. Of het veel zal helpen, is een ander geval. Mocht het zoo dooraaan. als tot heden, en het jerkeer nog steeds drukker worden, dan zal ten slotte het eenige, dat er overblijft, wel zijn, het maken van ondergTond- sche wogen voor de wandelaars. Die zijn al op ver schillende drukke plaatsen. Wie bijv. een ongeluk zou krijgen op het pleitn voor die Bank en de Beurs, heeft dit geheel aan zichzelf te wijten. Aap alle hoe ken van het plein gaan trappen naar beneden, borden wijzen den weg, en zonder eenig gevaar kun, je aan den anderen kant weer boven komen, Maar dat is alleen op enkele drukke punten. En nog steeds blijft de vraag: hoe het aanta.1 ongelukken in de Londen- sche straten op afdoende wijze te verminderen? Ingezon den, Geachte Redactie, Wij vragen nogmaals beleefd eenige plaats in uw blad. Het !s naar aanleiding van het ingezonden stuk van den heer F. J. Aukes. Wij constateer en, dat door den heer F. J. Aukes, niet is tegengesproken, dat die geachte afgevaardigde voor ons district,, de heer Jhr. Mr. P. van Foroesf, toen het er om ging de laagst betaalde arbeiders va)p premiebetaling vrij te stellen, een stuk staatspen sioen in die wet, vast te loggen dus, tegen stemde! Tegen stemde, en hier leggen wij den vollen na druk op, nadat hij de belofte had ofgelegd' om gaarne te willen meewerken aan het tot stand ko men van de punten in het concentratieprogram ge noemd, ook dus te willen meewerken aan het tot stand komen van een pensioen voor ouden van da gen op rijkskosten- En nu eiscihen wij heusch van dë concentratie niet dat zij de verantwoordelijkheid op zich neemt van stemmingen der vrije liberalen. En of de heer F. J. Aukes het nu te pas of te onpas noemt ,(wij begrijpen volkomen dat dë heer F. J. Aukes het te onpas noemt, voor ons een bewijs dat wij „te pas" zijn), het lapt ons koud, wij achten het onze plicht de kiezers in onp district op de hoogte te brengen met het stemmen der vrij-libera- leu tegen een stuk staatspensioen. De heer F. J. Aukes waarschuwt de kiezers zich niet te laten ver lokken door het zoet gefluit des listigen vogelaars. Wij sluiten ons volkomen aan bij dezen Taad. Kie zers, laat u niet verlokken door het zoet gefluit (be loven) van listige vogelaars, maar ziet paar de daden der vogelaars. Als gij dat doet, dan gelooven wij, dat gij met ons tot de conclusie komt, dat het de Soc.-Dem. waren, die tot het laatste oogenblik gestre den hebben om een stuk staatspensioen te verove ren en dat zij tegenover zich zagen, behalve de rech terzijde, de vrije liberalen. (J, geachte Redactie, beleefd dankend voor de op name ,verblij|Ven wij, voor de Alkmaar&che Districte- federatie, O. J. VERKERK, Voorzitter. J. DE VRIES, Secretaris. I e u i 1 1 e t o n 4. neer ar ha Wac terhaj leoig» e kw schts; iidaai voorï ïfëba* alle f si J-' ug bi loWBt rksbo: 3n' b >rj U 8 t. el. Hem schoten de bloedverwanten van neef Wilhelm door het hoofd. Miss Lucy Wilkens en haar vader die met het-'flfde schip naar New-York zouden reizen. De gelegenheid om kennis aan te knoopen en de complimenten over te brengen, was zeer gunstig. Terwijl Harry er nog over nadacht of hij zijn over- bur.n zou aanspreken, stonden vader en dochter reeds op en verlieten het restaurant. „Dat heb pen wo gemist! Weet jij misschien hoe die oude h r heet, die zoo juist met, die jonge dpme wegging?' g hij den druk bezig zijnden ober- kellu r, r u de vreemdeling had afgerekend. „Zekor." j kellner bieef naast zijn stoel staan,. „Het is er.n rijke Amerikaan,, Mr. Wilhelm uit New- York. j iajne is zijn dochter. Zij komen hier dik wijls wanneer zij in Hamburg zijn, wat ieder jaar het geval is. Ook vandaag voor het souper hebben zij hier besteld zal ik den luitenant aan dezelfde tafel plaatsen?" „Dankje ik eet niet hier." Harry stond op en stak een sigaar aan. „Hier schijnen de kellners ook huwelijksmakelaars te zijn, en een ieder ziet het mij reeds van verre aan, dat ik officier ben," dapht hij. Hjj verliet het lokaal ep sleanterdie op zijn ge mak de straten door. Een zachte, lente-moede stemming greep hem aap. Hij keek lang naar de bootjes die door het Al ster Basin voeren en waarin lachende blijde menschen zar ten- 00 groene boomen weerspiegelden zich in het water. Rondom het bassin verhieven zich werkie- luke trachtgebouwen. Alles ademde levensvreugde, rykcom en lentewtelde. „Harryi" Hjl Scbrifct© uit zijn gedachten op. Een kleine hand werd op zijix arm gelegd. Hij draaide zich vlug om hn..,ent^eek Fl'ieda in het gelaat. Haai- oogen lachten ots de tinnen die daarin schitterden, trio.m- feerend toe. „Frieda jij? Mijn zoete, lieve Frieda." Onbekommerd om de vreemde menschen, die zich vroolijk naar het jonge paar omdraaiden, trok Harry haar in zijn armen, i „Mijn lieve engel, waar koon jij vandaan?" 1 „Ik? Van huis natuurlijk. Geloof je werkelijk, dat ik je zonder afscheid, zonder eep laatstep groet zou laten heengaan? Da,t liadt je dus werkelijk Van mij kunnen denken?" „Wat had ik dan beters verdiepd?" zuchtte hij. „Ik i hield het voor beter wanneer wij ons de afscheids- smart wilden besparen. Maar nu ben ik toch overge lukkig, dat ik je lieve gezicht nog eenmaal mag zïën. I Waar is je vader? Hoe heb je bet klaar weten te spelen, dat hij met jou hierheen is gereisd?" „Ik heb hem daar niet lang om gevraagd, ik bep stil van huis gegaan. Van Seehards wist ik het ho tel waar je zoudt afstappen. Daar zeide men mij, dat je waart gaan wandelen. Op lukraak liep i,lt hierheen naar het Alstcr Basin en vond je dadelijk." Frieda zette haar matrozenhoedje, dat door de on stuimige omarming scheef was gaan staan, weer reeht. Over haar bont hing een zwart leeren taschjé, in haar hand hield zij een zwarte parapluie, dit was haar heele reisuitrusting. Harry's gelaat werd zeer ernstig. „Frieda, om Gods wil, wat heb je gedaan? Hoe zullen je ouders dat opnemen?" „Dat is mij hetzelfde," antwoordde zij koel. „Ik heb nameloos geleden in de laatste weken. Ik kon aan niets anders denken dpn aan mijn ongeluk. Wat is dat een tijd geweest. Eerst hopen en vreezen ep dan de laatste slag. Ik heb eiken dag scènes met papa gehad verschrikkelijke scènes. Ik wilde paar Wastrau, ik wilde ik moest je zien. Geloof je, dat Ilt het kap uithouden, jou een onzekere toekomst te gemoet te zien gaan, zonder dat ik iets van je zal liooren! Je wordt misschien ziek niemand ver pleegt je, beut ongelukkig niemand bekommert zich o»n je, het gaat je slecht geep mwneeh helpt Je. En daartoe wil jij mij veroordeelen, dat ik dat denken zal, uur na uur, dag en nacht, met iede re n huitslag, bij eiken ademtocht o wat ben je lui wreed." Haar stem verstikte in, tranen, maar zij dwong zich met geweid tot kaïmte. Ariondissements Rechtbank te Alkmaar. Zitting van Dinsdag 18 Maart 1913. VAN UIT DE DUINEN. De eerste beklaagde, met wien wij heden kennU zouden maken, was niet verschepen. Hij is den lOen Januari 1891 te Egmond Binnen geboren, waar hij nog altijd zetelt ep heet Johannes Liefrink. Met zijn 13-jarig broertje was hij dep 6den Februari jl. in de duinen aan 't 6cbaxrelen ep merkte op die wandeling een klemmetje op, waarmede men schadelijk gedierte als bunzings, wezels,-etc. dacht te verschalken. Dat gevaarlijke dingetje was gezet op eigendom van den heer Guleher, die dien grond (voor 't jacht- recht) had verpacht aan zekeren Lucassen. Johannes zag de klem staan, merkte dat er een konijp in zat en nam het diertje mee met het ken nelijk doel om het zich wederrechtelijk toe te eige nen. Maar het kwam hem daarbij al eens heel slecht gelegen dat daar juist de onbezoldigde rijksveldwacliT ter Hendrik Vunderink -kwam aanstappen, die zag dpt vriend Liefrink iets meevoerde. Maar de „.onbe zoldigde" was nog te ver xif en Johannes had nog gelegenheid om met behulp van goed spitgereedschap een gat in den grond te delven en daarin zoowel ko nijn als klem te verstoppen. Dit bleef intusschen bij den ambtenaar niet onopgemerkt en Vunderiaik, dae over dien boel gaat, constateerde genoeg gegevens om proces-verbaal op te maken, terwijl konijn en kiem in beslag werden genomen. Voor den rechtercommissaris heeft beklaagde het feit bekend, welke verklaring thans werd voorgelezegr. Vergunning om te doen wat hij gedaan heeft had Liefrink- natuurlijk niet en de heer Officier het, feit quaLificevrende als diefstal ep het bewijs geleverd ach tende, eischte tegen den beschuldigde 35 gulden boete subsidiair 12 dagen hechtenis; DEUREN DICHT. Wat beklaagde T. D. Brum, een 76-jarig ventertje uit Den Helder had gedaan, zouden een paar Heldër- sche vrouwen komen getuigen, maar "t was van diep aard, dat de deuren bij de behandeling der zaak wer den gesloten. Een kindjerwettenzapkje, eveneens uit Den Helder, werd met behulp van een viertal getuigen, ook met gesloten deuren berecht. HET SCHAGEit TUMULT. Nu volgden, eep drietal beklaagden uit Schagen, grondwerkers van, beroep, genaamd Reindert Kos&en Jan Eikelboom en Hendrik Dekker, respectievelijk 23, 32 en 27 jaar oud. Hun optreden van Zondagavond 22 December jL te Schagen was aanleiding, dat ze. nu in de audieptiejaaal terecht stonden. Alle drie waren, zij in gezelschap van den 6chiLder Jacob Baa^ in het café van K. Snaas op de Laan geweest dien avond en waren daar laat in dejn avomd, vandaan gegaan. Men ging toen den hoek van de Laan en de Gedempte bracht om, waar het zeer rumoerig bleek te zijn. Een polderwerker met name Bakker stond daar lawaai te maken en maakte het daarbij zoo erg dat de laatstgenoemde der beklaagden Hendrik Dek ker zich tot Bpkker wendde en zei, dat deze liever zijn gemak moest houden, want dat het beter wias, dat hij mum- naar de „keet" ging. Om die reis maar alvast te doen aanvangen, gaf Dekker Bakker een duwtje, maar nu kregen zij elkaar beet in d« portiek van slager Kweldtim's perceel. Burgemeester Vpn Doorn, die in do nabijheid wan, kwam er aon te pas ep al spoedig kwam de schoenmaker Gerrit Glastra aanbieden, den Burgemeester wel te willen helpen. En Glastra pakte met Ijver Dekker beet. Doch dat was olie in het vuur en er ontstond een alge- meene vechtpartij. We hoorden den Burgemeester Jhr. Van Doorn, die ala eerste getuige optrad, daaromtrent evenals nog een stuk of vier andere getuigen, de bij zonderheden mededeelen. Dat er voor de kwestie tussehen Bakker ep Dekker al wegens vechten eenige strijdenden waren opge bracht, had al een rumoerige stemming gewekt en toen Glastra zich met Dekker ep Bakker bemoeide na,men de ongeregeldheden toe. 't Was eep zeer ernstig gevecht, en Burgemeester had met het oog op het ernstige van den toestand s»en geladen revolver uit zijn woping gehaald en bij zich gestoken. Bij de twistende personen gekomen> waarschuwde hij, dat het beter was naar huis te gaan, daarbij dui delijk zeggendeg politie te zijzu Maar tevens floot de Burgtmccojcr signaal om de politie bij het geval te krijgen, waarbij hjj nog alleen was als politieverte- genwoordiger. Nogmaals mankte hij bekend, dat hij politie was ep ging op de vechtenden af. Een der personen, klein en gezet, kwam toen op hem toe in dreigende houding en belette den Bur gemeester dichter bij de vechtenden te komen, een smalend gezegde uitend aan het adres der politie- Wat die persoon meer zei kon de heer Van Doorn niet verstaan. Een stap achteruitgaande zag Burgemeester nog twee andere personen op zich aandringen, waarvai een een blinkend voorwerp uit den recbterbroekzak haalde. Dreigend met gebalde ruisten drong het drie- tal op, woest om zich heen slaande. Na ben gesom meerd te hebben: „Halt, sta, of ik schiet," schoot Burgemeester zijn revolver in de lucht af. Het gaf niet ep weldra knalde een tweede schot» dat Reindert Kossen nabij het oor raakte. Deze viel voorover, doch stond, hoewel aap het hoofd bloe dend op en drong andermaal dreigend op. Het dreigend Opdringen hield aan en nogmaals loste de Burgemeester een schot, doch hij heeft de uitwer king daarvan niet gezien en zocht hjj op aanraden van een der omstanders, den tandarts Helder dek king in den rug. Reindert Kossen verklaarde van achteren te zy'a geraakt. Toen hij werd geschoten, liep hij niet op Burgemeester toe. Hjj kende dezen niet Beklaagde iaat de schotwond zien aan de rechters om aaai te toopen, vau achteren geraakt te 2ijp. Eikelboom verklaart dien avond geen mes getoond te hebben, en er geen bij zich te hebben gehad en evenmm te hebben gedreigd met het mes. Wel er kent hij tegep een mijnheer te zijn aangeloopen en dien te hebben vastgegrepen. h">bW' opSedro»S«' '««=1 De koopman Arie Jonkman had de vechtpartij ge zien tussehen Dekker en Bakker en later tussehen Glastra en Dekker ep had gehoord, dat de Burgemees ter er op afgaande, duidelijk „politie" geroepen had Jonkman hoeft beklaagde Dekker op Jhr. van Doom /ion fukomen 110111 dezen hoore*i toevoegenWat CT Toen: hel schieten eerët in <le lucht en daarna ten tweede male, waardoor R Jvcssen werd geraakt, hoéft getuige ook waargenomen evenals den val van Kossen. I Aria Jonkman heeft ook wel beklaagden op Bun», moester zien afkomen, maar kan niet verklaren «Lt hunne houding daarbij dreigend was. De winkelier AdoJf Bakker had ook de scherm utselin- gtti gezien en gehoord en opgemerkt dat Glastra, na Dekker te hebben beetgepakt, door Eikelboom in de keel werd genomen. Spreker heeft wél Eikelboom doch met de anderen dreigend qp Burgemeester 2ten afko- mon- Eikelboom aei daarbij tot den Burgemeester Ik Ajj je aan 't mes steken en stak de hand in zak alsof hij daar iels wilde uithalen. Een mës heeft Kflk'lrpr Iaat» I.m C-:i..li.. Bakker cellier toen nijt bij Eikeiboom gezien Wd boorde hij liet rcvol veis-hot, door den B-n-eineeslor m do lucht gelost, en Bakker vond dat BurgoiSccslcr in gev-anr verkeerde en bood toen Z.E.A. aan om de no lilie te gaan halen. Dat heelt hij toen per lie s ook rttvlonn De 17-jarige koopman Wjllem Wit, die ook bi? "t voorgevallene aanwezig was, heeft gezien dat Hendrik „Ik ga met je mee," ging zij energiek voort. „Ik heb aiies in den steek gelaten. Ik blijf bij je. Ik kan niet zonder je leven. Ik wil met je werken, het j zwaarste en moeilijkste op mij nemen, je zult geen klacht hooxen mapr lapt mij niet alleen achter". „Wij kannen hier niet blijvem," antwoordde Harry. „Kom, wij gaan naar die haven. Daar zullen wij alles bespreken."' Haar wooiden ontstelden hem meer dan hij too- nen wilde. Gm harentwille moest hij evenwel zijn be daardheid bewaren. Frieda zweeg. Uitgeput van opgewondenheid en doorgestaan leed, liet zij zich door hem wegvoerem. Aan de haven gekomou gingen zij op een bank zit ten. Om hen heen zwermde en goifde de mensclien- massa. En toch waren zij onbespie-d ip die drukte, als op een eenzaam eiland, leder ging hier ijverig aai zijn werk voor stilzitten ep bespieden had ineu hier geen tijd. Een waar woud van masten, wimpels ei zeilen schoot voor hen omhoog. Groote koopvaardijschepen ep groote stoomvaarders schommelden op do golven. De golven klotsten tegen do scheepswanden, matrozen liepen ijverig op en neer. In de verte aan den horizont teekenden, zich rookwolken af. De huilende toon van. de sirene klonk weeklagend tot hen door. De oogen der beide jonge menschen hingen als 't ware aan de gele watervlakte en volgden een ver dwijnende zeeboot, totdat zij slechts eep klein, heel klein zwart puntje meer was en dan kdken zij elkaar op hetzelfde oogepblik met teen vragenden blik aan. „Harry je neemt mij toch mee?" smeekte Frieda, Zij, vouwde haar beide banden op zijn arm. „O lieveling maak het mij toch niet zoo zwaar!" Hjj trok haar dichter tegen zich aan. Haar hoofd zonk op zijn schouder. „Wat geef ik om iets ter wereld, als alleen om jou! Maar als bet maar kon. Kon ik je raaar een eenigszins dragelijke positie aan bieden, ik sloeg alle bedenkingen, alle bezwaren in den wind, maar zoo ik weet zoo goed als nie mendal over mijn eigen toekomst. "Van het bedrag, dat ik zal krijgen voor mijn arbeid, kan ik nauwelijks le ven. Je bent ook nog minderjarig Frieda. Zopder de toestemming van je vader, mag ilc je niet eens trouwen." „Dan trouwen wij maar niet. Ik ga toch met je Ontsteld zag hij haar aan. „Frieda, je weet niet wat of je zegt." Haar groote, vertrouwende onschuld, haar grenzen- looze onb izonnenheid, hij voelde het, daartegenover mo^st hij bezonnen en verstandig blijven, hij voc'de het, maar het viel hem dubbel, dubbel zwaar. Door zijn lichtzinnigheid had hij haar leven bedor ven, misschien voor jaren en jaren lang een scha duw over haar jeugd geworpen zij mocht nog niet bovendien om hem hanr goeden naam verliezen. Wan neer iemand van hun samenzijn hier iets te weten kwam, was het daa*mee uit. Iedere minuut konden b3kenden hen hier zien. Hij stond op eu trok Frieda haast met geweld omhoog. „Ik uiott dadelijk aan je vader telegrafoe- ren. Wij blijven in de wachtkamer van het station, totdat de trein aankomt, en wachten, hem daar sa men. Het zou eerloos vaxi mij zijn, Frieda, wanneer ik aan je smeeken toegaf." „Mijn vader zul ons scheiden, Harry. Harry, heb je mij dan. niec meer lief, dat je mij niet ined# wilt nemen?" „Wanneer ik je minder liefhad, zou ik anders ban delen." Hjj beet de tanden door de lip. Een oogenblik oven viel hem een razend verlangen haar wensch te ver vullen. Wat scheelde hem eer, vorderingen en toe komst? Zij is de zijne zij wil hem toebehoorea. Waarom niet haax wil gevolgd» haar meegenomen op het schip, dat hen beiden over den grooten oceaan zou dragen? Maar hij bedwong zijn verlangen. Zoo harteloos, zoo gruwzaam schenen hem op dat oogen blik zijn eigen gedachten reeds toe. Hij moest, om harentwille afscheid van haar nemen ën daaromhoe wreed ook, haar verzoek moest geweigerd: „Ik kan je niet meenemen, Frieda, reeds ons geldgebrek ver biedt het. Waarvan zouden wij onzen overtocht beta len? Ik heb mijn kaart gekocht, wat er mij overblijft zou niet voldoende zijn om jou reis te betalen." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1913 | | pagina 1