llnitti flinii- Alientmit- Miiillil Het gebit Lentestormen. Donderdag 24 April 1913. C1AGE 57ste Jaargang No. 5253. f: COURANT. t nummer besUnt nlt 8 binden. EERSTE BLAD. bit van de gestorven meesteres, twee meesterlijk na gebootste rijen tanden, die op het groene -fluweel zoo effektvol deden, dat zij' er uitzagen als nooit gebruikt- Op een dag had ze op iets hards gebeten,, heel onvoorzichtig, waardoor de linker oogtand gebroken Toen moeder dood was kwam Josine in huis om alles te regelen, Josine was eene flinke vrouw, die zich door alles wist heen te slaan. Wanneer je kunt zorgen voor een man en, vijf kin deren, kan je er best nog een, iummeligen broer bij op sleeptouw nemen, vond ze. Hans was een echte suffer, een goedje, beste, brave jongen, maar een van die menschen, die niet weten, hoe iets aan te pakken. Zijn haele leven had.hij bij' moeders pappot gezeten, gehangen a,an de rokken van de oude vrouw, die zorgde dat bet Hans aan niets ontbrak, hem ver troetelde als een, eenig kind van veertien in plaats van veertig jaar. Toen ze jonger was, had zij met ijzeran hand hem -- eene vtouw geweest als Josine was. De aentiest, een knap vakman, had er een gou den hoek aangezet, net als geplombeerd, waardoor het gebit nog meer den schijn van echtheid gekre gen had. Dat was nu al zes jaren geleden! "Waar bleef de tijd toch? Hans had er eerst iets op tegen, omdat hij het denkbeeld niet kon verdragen dat dit gebit later misschien -zou zitten in den mond van wie-weet-welke juffrouw, die er mee zou knabbelen, goeden sier ma ken, lachen en koketteeren, net als zijne moeder jaren lang gedaan had, maar Josine, beslist., hield vol dat Alleen bij Josine kwam hij nu en dan op middagen dat er geen menschen op visite waren. Maar de zuster wilde niet dat hij dit indolente le ventje zou blijven leidien. Hij moest kennismaken met haar vrienden en vriendinnen. Haar mau vond dat zij de vriendinnen best kon laten wegblijven. Verbeeld je dat 'ie verliefd werd! Josine lachte, vond het kostelijk gevaar te duch ten van minnaar Hans. „Toch moet je niet met vuur spelen," zei haar man. Om te bewijzen hoe zeker zij zag, stelde zij haar broer voor aan ajle ongetrouwde juffers die haar bezoeken kwamen. Hans, onhandig, verlegen, giebelde een beetje en sprak met de dames over het weer. gens recht toch toekwam aan haar kinderen, worde» opgemaakt door die feeksen! „O zij zou het verhinderen," raasde zij. Maar zij kon het niet verhinderen. Eiken avond ging Henrl naar zijne bruid. Eindelijk dan had hij weer eene vrouw gevonden die hem regeeren zou, twee vrouwen zelfs, do een© Jong, da andere bejaard, maar ondanks haar jaren hem dierbaar door haar glimlach. HU herleefde door dien lach. Wonderlijk, de linkeroogtand was met goud geplom beerd net als bij zijne moeder. HU durfde niet zeggen wat hem in de weduwe bekoorde, bang dat zij hem sentimenteel zou vinden, en wachtte geduldig op de woorden van de oude vrouw om weer te zien de tanden die hem herin- 3. nrrk^f- vrouw om weer te zien ae ta „Zie je wel," zei ze tot den ^tgen I nerden aan de dierbare doode. neming, „ik weet wel wat ik doe. Nooit zal iet Z trouwen,. Onze jongens zullen moeders vermogen ver- geregeerd. vuist oogopslag meer zag aan naar uur, maar toen de jaren zich deden gelden, was haar verzwakt en had ze met teem en, zuchten en 0.n gedaan gekregen van haar jongen datgene waar ze eerst door regeeren hem toe had weten te dwingen. Hans, sullige, goede kerel, had met zich laten sol- «Iter. lilagen gedaan gekregen len en was tang geaaan nau, juaa» «wup, ucoum,, iw, r Antjo recht had op deze onderscheiding, omdat een I groot in handen krijgen." meid, die veertien jaar bij iemand gediend heeft, geen I Het vuurspelletje moest toch niet te lang duren vreemde meer is. Veertien jaar! Geen dag of uur! Het I waarschuwde hij. was niet aardig van Hans dfit aan de meid te mis-OTr"r"1 eiei, ücvv» gebleven, bij, zijne moeder tot het aller laatste, levend zijn leventje van onbenullig vrijgezel, met geen ander verlangen dan dart; het zoo toch maar blijven mocht. Toen zij zoo zwak werd dat zij zelf verzorgd moest worden, liet zij de regeling van het huishouden over aan Antje, eene vertrouwde dienstmeid, die wist hoe alles in huis toeging, hoe het zoontje geregeerd moest worden en waar mevrouw zekere glaasjes in zekere kasten geplaatst wenschte. nu moeder dood was, voelde Josine het als 1«.jWm kwam Op een avond, heel onverwacht ,zei Josine, dat Hans juffrouw Marie, eene ongetrouwde bezoekster, naar huis moest brengen. Broer, verlegen, dacht; er «au te weigeren, maar durfde niet. Juffrouw Marie, nuffig meisje van dertig, kwebbel de onder het naar huis gaan zoo gezellig dat Hans zijne verlegenheid vergat, zelfs enkele aardigheidjes zei. Toen zij aan de huisdeur wachtten tot er openge- maakt zou worden vroeg ze hem mee binnen te gaap, om kennis te maken met haar moeder, eene lieve den broer I No^. ■£££*- iVwX Maar nu mwuw een heilige plicht den boel in orde te brengen, r.c bedillerig de doffe eejnaame-men.scben-sti'lte in het huis verbreken door haar drukke gedoe en moederlijk gezorg voor huisraad, geldpapi.ertjes en... broerlief. Hij moest het huis maar verhuren- Waarom zou een alleen loopend jongmensch een heel huis bewo nen? Antje kon, met de zes weken worden opgezegd. Een flinke kerel behoefde zich over een oude dienst meid geen zorgen te maken. Wie zou voor hem zor gen wanneer hij oud was? Een cadeautje moest hebben, natuurlijk, een aandenk gestorven meesteres, ze aan de eerste de beste. was toch ook niet de g^it te verkiezen. gunnen. Toch vond de zoon een ander geschenk meer ge schikt. Onzin, zei Josine, de meid zaj er dol mee zijn! Waarom zal je geld uitgeven wanneer je het ge schiktste present zoo maar voor het grijpen hebt? Hans vond het luguber en sprak over gebrek aan piëteit. Josine antwoordde dat zij zach niet stoorde aan zijn sentimenteel oude-vrijers-geklets en gaf het gebit toch weg. Antje, bedremmeld door de gevoelvolle woorden die het étui met de tanden vergezelden, nam het ge schenk verlegen aan. Ze was heelemaal confuus geworden door zooveel goedheid, vertelde Josine aan haar broer, toen zij terugkwam uit de keuken, waar zij de belooning voor veertienjarige trouw geschonken had. De menschen konden zeggen wat zij wilden, lachte zij trotsch, toch was zij een goeie, praktische vrouw. Hans ging op kamers wonen. Antje ging terug naar haar familie. Het gebit werd gepast. Airtjes moeder kon het niet dragen en voor haar vatder was het te klein. Eene buurvrouw had er wel zin in. Do buurvrouw paste, probeerde, forceerde het zelfs, maai- moest tot haar leedwezen het gebit weer terug geven. Eene andere juffrouw probeerde cok. Zij had no; twee tanden in de bovenkaak zitten, wanneer die ge trokken werden zou het precies gaan. De juffer echter verklaarde zich beslist voorstand- nu ..x,. ster van persoonlijk bezit door van het gelegenheids- den die hem bekoorden, die hem denken deden, aan zyn gestorven moeder, weduwe ook, wier zorgen hij Eerst begreep Marie niet dat hU wenschte dat haar moeder bij hen inwonen zou, maar toen hij beslisS verklaarde dat hU etschte wat ook haar verlangen was, kuste zU hem zoo innig dat zijne bleeke wan gen rood werden. Josine deed erg min. ZU kwam zelfs niet op d© bruiloft. „Naijver,"... zei de schoonmoeder. Op den huwelijksdag, toen zU alleen waren lp de koket gemeubelde slaapkamer van hun nieuwe huis, vroeg het jonge mevrouwtje, terwijl zij zich bekeek in den spiegel, nuffig schikkend de plooien van haax wit zUden japon, hoe het kwam dat, hU zoo onver wacht haar gevraagd had. HU was toch... ja ja... altUd wel een beetje bang voor de vrouwen geweest... Hij glimlachte goedig. Waarom? herhaalde bij... Josine te leeren kennen. „Neen heusch nietVan avond niet," stribbel-' de bij tegen. De moeder zelf deed de deur open. In het portaal on,der den schijn van eer» hapgende petroleumlamp bleef zij staan. „Do broer van Josine, moeder," zeide juffer Marie, hem voorstellend. Toen, noodde zij hem nog eens om binnen te komen. Omdat hij niet tweemaal durfde weigeren nam hij de uitnoadiging aan. De weduwe glimlachte en stak hem haax gerim pelde hand toe. Piots was het hem of hij die vrouw niet voor het eerst zag. Er was iets in haar glimlach dat hem aantrok, dat hem herinnerde aan iets liefs van vroegere dagen, dat hem verlangen deed nog eens haar stem te hooren, te zien haar tanden Ja, het was wel haar glimlach, het waren de tan- -u- v. rfwifln. aan kleinigheidje, een aandenken koopje aï te ziep en de twee eigen tanden boven het gaan wonen, ergien» ujj lijke familie, die zij wel voor hem opscharrelen zou, dan kon hij zijn centjes bewaren om later geflik flooide suikeroom te worden van haar bengels, die zooveel haar te doen gaven dajt zij geen ongemakke- lijken vrijgezel er bij in huis kon velefcu Hans, gewoon geregeerd te worden, liet alles aan haar over, bewonderde de doortastendheid van die flinke, resolute stevige zuster die trap op, trap af vloog, woelde in laden en leasten, vullend het huis niet haar doordringend geluid als een gebelgde moe der die zoekt naar dingen door de kinderen wegge maakt. Er moest nog een broche zijn en een bracelet! Ze zei niet da,t het gestolen was, maar terechtkomen - -OM) Tvrvrvt l^s! moest het! Een t at! Eeu bracelet heeft geea |e3 Antje zich afgesloofd Lastig1 een anderen wil dan oen zojneu. dingen, lagen, telde Jöslne neet er O» gelukkig door de beslommeringen van het loven, nkf a. 'ij Toen Het heele hofje kwam er aan te pas. Toen op. raad van eene andere buurvrouw ging Antje naar eer. tandmeester, die de twee rijen voor twee gulden van haar kocht Hans, alleen op de vreemde huurkamer, bij eene nette burgerfamilie, miste de regeerende vrouwehaud, zat heele dagen moedeloos en eenzaam voor het raam naar de straat te turen, betreurend de vroegere dogen van geringeloord worden door zorgzame moeder en oude meid. Eer. oude boom is niet licht te verplaatsen. Als jongen had hij naar zijne vrijheid verlangd, geschol den dikwijls op de moederlijke tucht, getracht zich te ontworstelen aan de stevige vuist die hem dwong in den band te blijven, en netjes in burger mans-fat soen-stap naar het graf te wandelen, maar nu hij door de jaren zich gewend had te gehoorzamen aan anderen wil dan den zijnen, voelde hij zich ou- mistc- eiken dag van zijn eenzaam vrijgezellen-bestaan. Willoos liet hij zich meevoeren npar de huiskamer, waar gezellig het licht brandde, het vuur helder flik kerde in den glimmenden, haard, de oogen onafgewend gericht °P het gelaat van de weduwe, die verlegen glimlachte onder zijn blik. Lapt eerst ging hij naar huis, warm en behagelijk zich voelend in zijn dunne kleeren, ondanks den wind die gierde door de leege verlaten straten, zwart zich strekkend in den zwarten nacht. Zóo lief hadden zjj hem gevraagd terug te komen!... En hij zou gaan. Hij zou weer zien dien lach... dien, lach... Hij voelde zich moedig alleen in de straat in den gierenden wind die fladderen deed zijn dunpe open hangende jas. ZU zag hem schalksch aan. „Geen andere reden?" vroeg ze. En plotseling, waarom wist hU niet, begon hij over de tanden van haar moeder. Je moeder, zie Je... als ze lacht... doet zij me denken aan mUne moederJe hebt haar niet gekend... mijne moeder... Ze had net zulke tanden als jouw moeder... ZU plukte verlegen aan de mouw van haar bruids japon. ,N,u je toch haar zoon bent. mag je alles wel we ten." zeide zij. „Die tanden zUn niet echt..." „Niet echt?" hakkelde hij. „Wat is er?" vroeg zij, denkend dat hU onwe2 werd. „Hoe komt ze er aan?..." Verwonderd, niet begrijpend waarom hij zoo vreemd deed, zeide zij dat moeder de tanden ge kocht had. Ze waren zóo klaar, toevallig... een modelgebit. Mo...del...ge...bit... herhaalde hy wezenloos. ZU werd beangst door zUn doen. „Wat is er," vroeg zij zenuwachtig. Op den bedrand ging hij zitten, het hoofd in de handen, somber voor zich starend, fluisterend: „Mo delgebit." waar alle krijgen, maar langer bUJ- r-UI«oze d^r raate hana io-o. l De koffiehuizen durfde hy met binnengaan; de men schen zouden hem daar zoo aankijken. Vrienden had hij nooit gehad, wilde hij ook niet zoeken, bang voor vreemde menschen. ioeae geuugeu iwu ren ging niet. De jongeheer had al eene kamer ge huurd. Om te bewijzen, dat zij niets tegen Antje had, gaf zij haar in een mooi groen leeren étui het kunstge- Feuilleton HOOFDSTUK 10. Har* «oeitenüe de «^rïofm^^i.a.d^etj woon te zich onder het aan- ta laten vertellen door haar kamermeisje, Alles wat er op het slot gepasseerd was, werd overgebriefd en mij er zeer op, haar recht" dikwijls hier te zien mevrouw Laroche luisterde steeds met de grootste de erfprinses zeer vergenoegd belangstelling toe over wat deze of gene lakei had1 - gezegd niets ontging haar «P deze mpniter. Nauwelijks was dan ook de kunstige frisuur afge legd en hapr spaarzame eigen haartooi in orde ge bracht en met een dun kattestaartje op haar rug neergehangen, of zij was reeds heel nauwkeurig in gelicht over Frieda's heimelijke expeditie. Als een politiecommissaris liet zij zich precies den Frieda het slot had verlaten, de natuur teekenen." „O, hoe gaarne, Hoogheid ik ben overgeluk kig," jubelde Lilli. Zij pakte haar portefeuille by elkaar. „Morgen komt ge op diner," noodiigde de erfprin ses. „dan spreken wij alles nader met elkaar af." Lilli kuste de erfprinses de hand. Ook op de vin gertoppen van Laroche drukte zij zeer devoot d< lippeu. „Een zeer aardig, welopgevoed meisje," prees de opperh of meesteres, toen juffrouw Vion Bergen ver dwenen w Het was er dan toch van gekomen, bitste meneer teger Josine. Dat kwam door haar overmoed! Josine was woedend. Wie zou dat gedacht hebben? Henri verloofd met Marie, die gekke manzoekster van dertig! -"Weldra zouden zij trouwen! En Marie's moeder zóu bij het paar inwonen! Zouden dan de spaarcentjes van Josine's moeder, het geld, dat vol- Den volgenden morgen, heel vroeg al gfog hij de oude meid opzoeken. Wat zij met het gebit gedaan had. vroeg hij. Antje. beschaamd, zei weifelend dat ze het voor twee gulden verkocht had. Vast besloten ajles te weten vroeg hij den naam van den kooper. Toen zij hem alles verteld had. snelde hU weg. Bij den tandmeester liet hij zich aandienen „Ik wril het gebit koopen," zeide hij, omschrijvend de tanden van wijlen zijn moederLinkeroogtand gebroken"met gouden hoek"... „door u gekocht voor twee gulden" De tandarts herinnerde zich niet goed, zeide dat het niet meer in zijn bezit was. De heele stad rende hij door. Als een gek kwam hij thuis. „Mevrouw," vroeg hij hoog. „waar heeft u uw© tanden gekocht?" tig kloppen van haar hart verstikte bijna haar stem. „Ben ik een, gevangene, dat ik niet eens mag wan delen, wanneer mij dat goeddunkt?" „Een gevangene is u niet. Spionneeren doet nie mand. Opvallende uitstapjes blijven in den, regel niet verborgen. Het is voor een jong meisje, voor een, hof dame harer Hoogheid, inde hoogste mate ongepast in donker uit te gaan. Welke slechte gevolgen of dat voor u had kunnen hebben, zult u nu zelf wel weten." „Welke dan?" „Er liep toch zeer dicht een heer achter Ik 3 g ^-wnsirf 7oo handiig en talentvol Ik verheug dacht dat dit voor een jonge dame al onaangenaam want de erfpriDSCS beweerde, dat een 'MeLWa*L? t© genoeg was," zeide de opperhofmeesters koud h onderri,ht nie(s te maken had. t ta"dB LtotoSüaat bad geaiw en sluier herkend had en wanneer saj. in, een njtnig was eaarne. had wij den reenden mar# maar zij moest eei» Frieda in het verhoor genomen, dimirde WiSt"S^nsSrW bdudedr der eri: Hu: ik* - prinses betrad. Juffrouw Lilld von Bergen was n,og aanwezig c-n al de tafels en stoelen waren met schetsen bezaaid. Juffrouw Von Bergen kuste de opperhofmeesters de hand. „Wat aardig dat u komt, excellentie, mij is juist zooveel aan, uw oordeel gelegen." Mevrouw Laroche lachte gestreeld. Mot het gelaat van oen kenner bekeek zij de werkelijk vlot en, aar dig geschilderde schetsen. De erfprinses was als begeesterd. Zij hielp Lilli do schetsen vasthouden, opdat het beste licht daarop zou vallen. De opperhofmeesters maakte bU zichzelf de be merking, hoe fijn en teer de trekken der erfprinses naast het onregelmatig en juist niet mooi gelaat vaa juffrouw Von Bergen uitkwamen. Zij zou dit de prinses eens zeggen. Zulke kleine zaadjes vielen bij haar meesteres op zeer vruchtbaren bodem. „Ik zal in elk geval teekenles nemen," besloot de erfprinses. „Zoodra het lente wordt, gaan wij naar De opperhofmeesters stemde innerlijk jubelhymmen aan. Een nieuw, onschuldig genoegen, dat haar boogie meesteres aangenaam bezighield, scheen eindelijk met dit schetsen, en schilderen gevonden te zijn. Deze aangename gedachten brachten haax haast Frieda's misdaad uit de gedachten, ofschoon deze in- tusschen was binnengekomen. Toen het jonge meisje zich evenwel bukte om een schetsje op te zoeken, dat op den grond was blijven liggen, schoot haar haar voornemen in de gedachte, om over het onpassend gedrag der hofdame even een gericht te houden. „Staat uwe Hoogheid mij toe, dat ik eenige vragen tot juffrouw Von Nordeck richt?" „Wel ja," lachte de erfprinses. „Wilt u Friiedia dan meteen eens vragen, waarom of zij in zulk een, slecht humeur is?" „Ik wist niet, dat ik in een slecht humeur was, Hoogheid," antwoordde Frieda boos. genoeg De erfprinses draaide zich om. Daarvan, wist zij ook niets. Zij keek Frieda vragend aan. Maar het jonge meisje sloeg de oogen niet op. „Nu dan waar waart ge?" vroeg mevrouw La ren: he verder op een toon als was zij de inquisiteur zelf. „Ik vraag niet uit nieuwsgierigheid, maar in mijn positie als opperhofmeesteres, die voor de goe de zeden van het hof verantwoordelijk is. Nu sloeg Frieda de oogleden op. Zij wierp de erfprinses een smeekenden, blik toe. Wanneer hare Hoogheid slechts kortaf zeide: „Laat dat thema rus ten ik wensch het," dan moest Laroche zwijgen. De erfprinses zweeg evenwel. Zij bladerde; in, eeii boek als ging haar de heele geschiedenis niemen dal aan. „Mevrouw Von Montfort woont in de Llndenstraat," j zoo naau excellentie het woord weder op. „De migrai- ne die u heette te hebben, was zeker wel voorge- ^I1J' wend dat ziet er zeer verdacht uit. Het doet mij °en De erfprinses ging sedert deze scène Frieda uit den weg. Heft scheen de erfprinses pijnlijk om haar te ontmoeten, want zy moest wel tot zichzelf zeggeq dat zij zich tegenover haar hofdame schandelijk had gedragen. Zij wist dat de oude Hertogin door Laroche opge stookt. Frieda zeer bittere verwijten had gemaakt. Dat het jonge meisje hier ook geen enkel woord ter harer verdediging of verontschuldiging had ge zegd, beschaamde de eigenlijke overtreedster nog meer maar nam haar tevens nog meer tegen Frieda in. De dagelijksche teekenuurtjee brachten, een welkom voorwendeel om Frieda wat. op zijde te schuiven, persoon, die met leed, juffrouw Voi» Nordeck, wanneer niets tot het onderricht niets te maken had. dus maar zat toe te kijken, haax in hooge mate hinderde. Frieda bracht alz-"o heele voormiddagen eenzaam op haar kamer door. Uitgaan wilde zij niet. omdat zij elk oogenbb'k bij de erfprinses geroepen kon wor den. De boodschappen kwamen evenwel steeds zeld zamer. Het weer werd dagelyks mooier en de ijve rige schilderessen zaten in het park, boomgroepen of den vijver te teekenen. Meestal zag Frieda haar meesteres niet eerder dan aan tafel. Ook daarbij was de onvermijdelijke LI1H steeds aanwezig. Zij verschoen op het vroegste uur en bleef tot den, laten avond in, het slot Dagelyks werd zij voor de erfprinses onontbeerlijker. Ook bij wandelritten begeleidde zij in plaats van de hofdame hare Hoogheid. Wanneer Frieda een opmerking waagde, haalde de prinses de schouders op. „Lilli moet beweging heb- dat stilzitten bU het schilderen is zeer inspan nend." Niet zonder strijd liet Frieda zich verdringen Zij De erfprinses keek ten hemel, alsof zij met en- 1CCU> Vimnén aanvoeren want dan Met zonder sirya i gelengeduld de luimen van haar weerspannige hof- i1! !fChiV^,ïI^.ai«rSehiS^eOT'dlahoo^ belïteagde zich bitter b« de hofmeesteres, toen rij dame moest verdragen. Frieda schoot het bloed naax de wangen. „Wat wenscht uwe excellentie te weten?" vroeg zij met ge dwongen kalmte, „Ik zou willen weten juffrouw Von Nordock, waar heen u gisteravond om zes uur in de duisternis is heengegaan, en waar u den tijd tot half acht uur on geveer hebt doorgebracht Om ddien, tijd zijt ge in, een rijtuig teruggekomen. Men heeft u voorts de Lin- denstraat zien ingaan. Het is beter mij direct de volle waarheid te zeggen," Een pauze ontstond. De erfprinses wendde zich naar het venster en bekeek met schijnbaar groote belangstelling een paar kraaien, dat in den hoogsten top der hoornen, zat- „Wie spionneert er op zulk een schandelijke ma nier achter mij aan?" vroeg Frieda zacht. Het haas- uw oeKiaagae z'cn ustter ny ae noimeesxeres. toen zy zal Ik mevrouw de hertogin hiefwan op de hoogte cno;T de eT(prins5s ofüclëele bezoeken had af- gelegd in tegenwoordigheid van Lil 1L „Daarvoor ben jk ik ben de hofdame," riep Frieda gloeiend van moeten 6tellen, en haar zeggen, hoe weinig u zich wenscht te voegen naar mijn raadgevingen en wen- schen." Frieda was doodsbleek geworden. Met hoogopge- heyen hoofd en trillende lippen trad zij vlak voor de opperhofmeesteres. „Tot mijn, verontschuldiging heb ilc niets te zeggen, u Kunt dus wat mij betreft zeggen en overbrengen wat u wilt. Uwe Hoogheid Laar, dat de prinses niet moer de door u geprote- toorn. De opperhofmeesteres lachte hoonend. „Tegen deze vriendschap van, hare Hoogheid is niet het minste in te brengen", zeide zU vinnig. „Ik hen zeer dank- J* mij wel willen veroorloven, dat ik mij verwijder?" t De erfprinses knikte. Zij keek rauwelyks op. geerde kennissen opzoekt, juffrouw Von Nordeck." fprinses knikte, zy Kees nauweiyn.» oy. Frieda was diep treurig. Hoe had alles zich in „Die trotskop." morde de opperhofmeesteres toen die weinige weken zoo kunnen veranderen? Woorde- Frïeda verdwenen was. 'ijk kwamen de voorspellingen van den kamerheer in „Ja, zij kan menigmaal zeer eigenzinnig zijn. die vervulling, lieve Frieda." bevestigde hare Hoogheid. „Luimen Wordt vervolgd. zijn bij een hofdame hoogst vervelend." I „Zeer," zuchtte excellentie.L_J L J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1913 | | pagina 1