Sstiapi' Courant, i n Ét J -j f? 88 08 eerste de beste, Itós geheimzinnigs Dammen. rite Zaterdag 14 Juni 1913. 56e Jaargang. No. 5288. DERDE BLAD. STAND DIT EEN PARTIJ, gespeeld in de tweede a,fdeeMnig van den competitiie- i wedstrijd, tusschen de 'heeren J. van Geemen, Amster dam en G. H. Heek, Haarlem. Zwart. m, 5 9 m 10 MM m 15 m 20 m B :B B, m 30 m 35 40 m m ém. 45 50 Wit. Stand zwart, 12 schijven, op: 3, 6, 8, 9, 13, 14. 16, 19, 21 ,23, 24 en 26. Stand wit, 12 schijven op: 22, 25, 28, 30, 32, 33. 35, 37, 38, 42, 43 en 48. Wit speelde als laatsten zet 2722! die de partaj voor zwart vrijwel verloren, doet gaan. Zie maar: Op2218, 28 8. 85—20, 33—29. 38 7. S12, 13 22, 3 12, 04 34, 24 33. Op 2218, 28: 17, $731, 43 23, 30 lt 2329, 13 22, .21 12, 26 39, 19 28, met winst voor wit. En, waarom 611 fout is? Zie hiervoor het schitterend) slot tegen door 712. Wit springt er In met 3329, 3228, 38 7, richting naar dam. Nu volvoert zwart fijn, hoos plan 1117 en dwingt wit lot 71 om verlies van schijf te voorkomen. Dan neemt zwart, een schitterenden zwaai 1923. 3 3—-18, 16 29 hoera! Pas op, zegt wit, mijn beurt 3054, 25 5! maar stuit slechts op een dreigend „balt:" van zwart met 813! Wit de&espereert nim mer 3731, 5 11. Al heeft nu zwart 110. 9-14, 2:13 een schijf meer, wit weet door het juiste spel 33—30, (zwart 1319), 3934! (zwart 39), 34 29 enz. den weg te vinden naar dam en beide kemphanen reiken elkaar 'n deftigen, remisepoot. Aardig mopje, Maar 't is ook moppig, dat nie mand de oplossing vond, de geestige oplossing, het gedurig kaatsc-n heen en weer, waarin, nu toch ach teraf menigeen, zich zal verlustigen. Auteur, de heer S. Kan, verdient voor de fijne samenstelling een eere-saluut. Ingezonden. Mijnheer de Redacteur, Beleefd verzoek ik. een plaatsje in uw blad' voor het ioIgen.de. Met bevreemding las lk het verslag in uw blad van 3 Juni van de vergadering te Scha- gerbrug, waar als spreker optrad de heer De Mees ter. Bij mij rees de geda.c-hte dat. of uw verslagge ver is geheel ni' t op die vergadering geweest, of hij 1 heeft zijn fcest gedaan cm een zoo partijdig mogelijk overzicht te geven van, !t gesprokene, want het ge heel geeft naar mijn meening en naar die van vele anderen een heel verkeerde voorstelling. In het verslag staat o.a. „Ih den aanvang daar van (van het debat) zeide hij (de heer Thomassen,) dat het »i;t ging tusschen den persoon van den heer Da Meester en z'ij n persoon, doch zijn heelö betoog was eigenlijk niets anders gericht dta,n tegen den persoon. van den heer De Meester." bracht. Hij beweerde dit niét te zuilen doen, .omdat het volgens zijn eigen verklaring .ging tusschen den liberaal én dén sociaal-democraat en niet tusschen den heer De Meester en den heer Thomassen. De heer Rentenaar zelf £«eft loc, dat hij zich niet strikt aan deze woorden necfl gsnoudc-n. Dat is hl een iiêéTe stap tot den vrede. Wie in die vergadering was, weet, dat dc heer De .Meester in zijn repü.-k heeft gezegd: lk heb altijd bekend gestaan hls een eerlijk man en mijn geheele leven is hiervoor een waarborg, maar nu ik mijnheer Thomassen van avond in het debal voortdurend heb hcoren spieken vanDe Meester, Dc Meester dat, zou ik aan mij zelf beginnen te- twijfelen. Mij is bekend, dat de lieer De Meester na de ver gadering heeft 'gezegd, niet meer met den heer Tho massen in het debal te builen treden. Ik licb hier nie:s meer aan toe te voeg-si Londen, 7 Juni 1913.1 Langzamerhand begint voor de scholen de groot e vacanlie te naderen, een heerlijk voc; ui.zicht voor de jongens in Holland, dat helaas, bedorven wordt door wat vooraf komt, de repetities, met alles, wal'.daar aan vast zit: hard werken, slechte, cijfers, blijven zil- hciexainens. booze oödcrs, extra lessenWat ik evenwel nooit 5ieb aolc vacanlie u lied ander soort y :ig?a tegesi op ziet, een Gistermiddag heb ik dal in Holland aan de ng, ca wel in Engriand, men, en een, wan- g icn i:i sport, ii een bijzondere school in 3731. 32 41. 38 27. 2218. 3329. 43—38. 48 6. Zwa,rf: 611. 26 37. 23 32. 21 32. 13 22. 24 33. 32 43. geöft op. EEN FIJN STUKJE. Onderstaande stand kwam als vraagstuk voor in „Het Damspel" van April jl. Wat speelt wit om zwart tot een lok zet te ver leiden en is 't dan en hoe voor wit, alweer gewonnen? of zoo gewonnen zoo geronnen Lor.den dezen sportwedstrijd bijgewoond. Bij de school, hoewel l>ijr.a een uur daar vandaan gelegen, be&ÖOrt een uitgesteekt"weiland, waar de jongens, de internen in elk gevat en de externen, wanneer ze lust hebben, c- teen 'Woensdag- en Zaterdagmiddag heen gian. om gaderiug Tegenwoordig- zijn geweest en die met «W- j ,C eridycLeiL of le tennissen. Maar c.ns dacht naar beide sprekers hebben geluisterd en,P.e'* ïaar a?'\ terrein een feestelijk aanzien onpartijdig willen oordeejen, of in dezen zin hjet 'n gl'.g.:v,en. Alle b-udeiS en kennissen van ouders, hoe gro»o oojSMIMM ;hoc lifv'er' :™nt rt 'rt0 yft?® Mocht ae heer Thomassen zich al niet strikt ge- krcid, worden uilgmoodlgd de wedslriitai Ie Yomen houden hebben aan zijn woordrn in het begin geuit, i «J»oiien, c,i maken daar nogal druk gjbruik van ook. tegen de laatste bewering moet ik opkomen. Mis- j '1 cnimns.e gistermiddag waren, ondanks het gure weer, sehien beschouwen velen 't als persoonlijk, dat de !,d>al,\c' Jöngens. heej^ wat volwassenen aanwezig, heer Thomassen den heer De Meester nog al eens j c.ti was natuurlijk rijk Versieid Riet vlaggen, en doordringend aankeek of naar dezen wees. Ja, als muziekcorps probeerde ons te doen vergelen, dal sommigen van de vrijzinnigen dat persoonlijk njoe- zo° cn ',eL'' onaangenaam regende en men dan wil ik hen even herinneren aan het de- dpcHcopcnd tamelijk koud was. Gelukkig waren er een bat tusschen de heeren Marchant en Matthijsen, waar 1»»- groole tenten op het veld. minder bedoeld ais de heer Marchant niets anders deed dan zij11 tegen- schuilplaatsen voer den regen, als wel om *1 i*aks de stander aanzien en waar het leek, of hij alleen te- hongengen esi dorstigm te laven met thee, brood en gen hem sprak. De persoonlijkheid van den heer Thomassen moetterwijl dc meos'.e vaders, moeders, ooms en tan- verder blijken uit het verwijt dat de heer Thomas-, trt van regenmantels en -jassen voorzien waren, en sen den heer De Meester deed' over het afwezig zij.n zicii er over het algemeen w$i wanner hadden i.igc- de behan-sfopl, dan ze de laatste dagen gewoon waren geweest, 1 hadden de jongens eenige kleedingstukken minder aan den, laatste in, de Tweede Kamer biij deling van zekere marine-aangelegenheden, als ik mij wel herinner ecu salarisherziening van het mindere marinepersoneel. Dit verwijt is zeer terecht gemaakt jnijns inziens, waar het toch ging. om, de Volksbe langen le behartigen, \vat dc heer De Meester loch óók wilde volgens zijn -eigen woorden. Hel gaat hier niet tegen de persoon van den heer De Meesier, maa dan gewoonlijk. Ik "zou wel durven zeggen dat sommi gen alleen het 'dunne sporthemd hadden, om ijen te- yen de kou fe liêsahenncu, ze rilden tenminste soms als schoothondjes en hun armen zagen blauw. Maar ze zouden spoedig de kou vergaten, als de wedstrijden onmaal begonnen waren. En dan het Vooruitzicht éen tegen zijn politieke persoon, wat heel wat andei's is j of meer van de prijzen te winnen, die in al Irun en tegen zijn eigen woorden. aanlokkelijkheid in een afzonderlijk tentje waren uk- Het is toch zeker wel geoorloofd, om de politieke gislald, maakten ze ai warm. Zwart. Wit. Stand zwart, 15 schijven op: 2 tot 4, 6 tot 11, 1?» 16, 19, 23, 24 en 26. Stand wit, 15 schijven op: 25, 28, 30, 32 tot 39, 41 tot 44. Wit speelt verlokkend 3631. Daarop lokt zwart persoon van iemand te béstrijden. Zou De Meester, zoo Thomassen ih de Kamer had gezeten, ook niet op feuten gewezen hebben, die Thomassen gemaakt had r "Maar, hij kon dezen niets verwijten, o/ndal hij zich nog geen plaais heeft kunnen verovei Kamer en daardoor nog niets heeft kunnen ook geen verkeerds. Anders had de heer De Meester hem ook wei op zijn fouten gewezen, geloof maar rij Men moet maar eens hooien, hoe sommige vrij zinnigen uit kunnen varen tegen Dr. Kuyper of Tal- ma! Hel lijkt mijns inziens dus volkomen partijdig ge zegd wal in het verslag staat en, daar een goed verslag onpartijdig moet zijn, zou ik uw verslaggever willen verzoeken, daaraan in het vervolg wat meer lp den ken. 0 ..Mijnheer de Redacteur, dankend voor de ver leende plaatsruimte, blijf ik, Hoogachtend, Uw Dw C. RENTENAAR. SI. Maartensbrug, 8 Juni 1913. Antwoord van den Verslaggever. Het resumé des heeren Rentenaar's beloog is. dal het verslag van de gehouden politieke vergadering, waar in de heer De Meester als spreker optrad, niet on partijdig is. ik heb in dat verslag twee punten gestipuiecijdj lo. de rede van den heer De 'Meester- Was zeer zaakrijk en werd op beschaafde wijze voorgedragen; Hiermede gaat de inzender blijkbaar accooi.J, omdat hij 'jaarlegen niet opponeert* 2o. de heer Thomassen heeft den persoon van den heer De Meester voortdurend in hetdebat g> .11 jaiMUhl omdat hij mg. Laat ik (eerst eren in dr j hiel rijke ouders i doen, dus j internen b.v. veel paar seconden ac trcen. Zoodni [duid af. Ma; I hoorden, ging -i bel zwc.g metra f t; dwa.en. Eca ;lf bij ;én (vas die ii goed zak. Hij' of bijna L Zoo ia<l Bijna alle oude-s kwamen vóór den wedstrijd be- n, eens naar die prijzen kijken. Wat mij betreft, vond ze groofendeds te mooi. en gedeeltelijk onzin nig. Laat ik feerst keggen, dat deze jongens atlen van dal hef schoolgeld voor de 1 meer dan duizend gumen per jaar Dan zal, geloof ik, ieder "het met me eens zijn, wanneer ik zeg-, dal een paraplu een heel ongeschikte prijs L voor een jongen van een jaar of tien, elf. De stumper, die er uit al zijn macht-voor geloopen -had en met een gelukkig gvi.-ht het eerst bij den eind paal aankwam, trok een allesbehalve gelukkig gezicht, toen hem ten slotte een paraplu vóór een volwassen mensrh als prijs werd overhandigd. De andere jongens hadden er natuurlijk hun opmerkingen over, wat het geval niet beter maakte, én ik vermoed heel sterk, dat dc spuit niet heel thuis is gekomen. .Iloe dergelijke dingen bij de prijzen kwamenf Ja, kijk, er waren ook 'heel geschikte en door de jongens begeerde prij zen oen tennis racket, een vulpen en andere, maar die waren door den directeur of door de gezamen lijke meesters gegeven. Maar sommige r>iders hadden ook prijzen ingezonden, en zich w-el eens vergist in de vurige wensehen van een jong mens ch van twaalf jaar. Wat nu de weds'rijden waren Gedeeltelijk dc gewone, die ik in Holland ook vaak gezien heb. En misschien zijn aan mijn lezeis de andere, die mij onbekend waren, ook niet vreemd, maai- dat moet ik er op wagen. Over die eerste, zooals hardïoopén, hoogsprin gen, zaklocpen, vé, springen, fietsen met hindernissen enz., zal ik dus niet spreken, alleen over de andere. Daar was, in de - eerste p'aals, een bel-wcdstrijd. Een'dertig jongens werden op een rij gezet, en kregen allen een groöten zak over 'het hoofd. Toen dat ge beurd was, ging een van de onderwijzers ii een heek van het veld staan met een bel en luidde die oen Fueilleton. ii. Palmer had van een bloemenmeisje eenig© bloem ruikers gekocht, die Leone met kinderlijke vreugde naar de booten wierp en gelukkig en blij lachte als eene het doel bereikte. En, telkenmale sloeg zij de oogen met een trotsche schittering tot Palmer op, als verwachtte zij van hem een pluimpje over haar handigheid. Lachend knikte hij haar dan toe en ér was iets in haar vroolijkheid, dat ook hem aanstak. Toen weerklonken onder de toeschouwers eens klaps luide bravobetuigingen., Van, de overzijde kwam nog een eenzame, rijk versierde boot nader. Een groo- te, zwarte Venetiaansclhe bark, door iiu, he:t zwart ge- lcleede gondel leren geroeid. Door gouden, staven, ge dragen, wolfde daarboven! een zwart zijden dek, Hoogstammige zonnebloemen stonden dicht aaneen aar den rand der boot en achter dezen gouden muur, door hem verborgen, zat een overmoedig gezelschap, lachend en zingend bij gitaar- en mandolinegeklank. Een poosje gleed de gondel over het stille meer en eensklaps werd er met flinke slagen naar den oever gestuurd, juist naar de plek waar Palmen en Leone stonden. Donkerharige kunstenaarskoppen en mooie meisjesgezichtjes bogen zich lachend tusschen de bloemen door. In het midden van de boot, als opgewassen uit die gouden pracht stond rechtop in een geel zijden gewaad een heerlijk mooie gestalte, als een verpersoonlijking van bloeiende zomerzonnen pra'-ht. Trots vlamden de donkere oogen en om diq lippen lag een zinverwarrend. lachje. „Mevrouw Jiitia!" Leone had het geroepen; in groot© begeestering, en, een ruiker rozen in een groo ten boog naar dé bark gegooid. Zij had goed getroffen. Mevrouw Jutta had de bloemen opgevangen, had ze aan haar lippen ge drukt en dan groetend naar Leone gewuifd. Dan was zij verdwenen achter de zonnebloemeh. Leone echter, roet belde handen het vaartuig- na wijzend, riep nog eenmaal: ...Mevrouw Jutta! Detlef. het was mc-vrouw Jutta." Toen had zijn hapd haar arm vastgegrepen: „Wat, valt je in' Hoe kom je er toe, haar zoo te noe men?" „Zij heeft er mij om gevraagd", antwoordde Le one nog steeds de boot nakijkend. een heel klein giatp i recht op }dc bel aan en won 'Jcr zamerhand, toen- 'de bel nog cc geklonken, vc.schenen cok anderen, maar noewci icn slotte zonder ophouden geluid werd, konden een paar hel maar niet met zich zelf over de richting i-n.s worden. Hoe harder de bel klonk, hoe voUiankvu- der ze teen andere richting insloegen, tot een of andere kameraad ze op dc bekende, zachtzinnige wijze van hun hoofddeksel bevrijdde,, en ze verbijsterd stonden rond te kijken. Dan was er een fietswedstrijdv jvaaraan een tiéntaf jongens deelnamen met hun fietsen. Ze moesten rond rijden in een cirkel, terwijl de muziek speelde. Zoodia die zweeg, moesten ze plaats neme» op een van do stoelen, die in den kring waren geplaatst, ma.sr voor do tien jónge.,s waren slechts .negen stoolen aan wezig. Gevolg, dat een van dc jongens zi.a onder hel gelach vu» het publiek zonder zi'plaats zag ca „af" was. Negen fietsers, acht stoelen, toen acht li.t- sers, .zeven stoelen, tot tenslotte de twee handigsk-ti over waren, met één stoel. Beide hoeren waren van plan le winnen, en reden, zooals jongens dal zoo handig kunnen, met één been (£p een pedaal, en het andere over den grond slepend. Toen de muziek zweeg,- \ielen ze tegelijk op den stoel neer. Maar de beslis sing was, dal dit niet gojd, er moest werkelijk ge reden worden. Daarop reden' ze om den stool heen.. Wie toevallig vóór den. stool was, a(s de muziek op hield. moest nu natuurlijk winnen,, en ieder keek" vol belangstelling wie van do twee 'dat zijn zou. In eens stilte. Dezelfde seconde staan beide jongens op den grond. De daarop volgende plompt den jongen, die voor den stoel stond,.er op -neer of tenminste, hij had het plan dat ie doen. Maar zijn kameraad vond dal blijkbaar minder aangenaam, en niets an ders voor zich ziende clan de leuning, nam hij die,- en trok den stoel handig onder den ander uit, om* er meteen zelf op plaats te nemen. Maar ook dit gold natuurlijk niet, en ten slotte werd de jongen, die in het gras gevallen was, toch nog de winnaar. Een derde nummer, dat veel belangstelling wekte en veel gejuich van den kant der jongens, was een hardloopcrij van vier oud-leerlingen. Drie daarvan wa ren in gekleede jas, één met een lyaogen hoed op. De heeren waren er, blijkbaar in 't loopen 'niet op vooruitgegaan, en de hooge hoed kwam 'l laa'st aan van de vier. Ten slotte werden de prijzen uitgedeeld en, zoo als dat gewoonlijk giat ieder bedankt, die maar even voor een bedankje in aanmerking kon komen. En wc gingen allen, meer of minder koud, naar huis. Reclames* Vele vrouwen hebben het verkeerde idee, dat elke pijn ter hoogte van de heupen of in het smalle ge deelte van den rug ...zwakte der vrouw eigen' is en dient le worden beschouwd als een kwaal, waarmede vrouwen in het bizonder aangedaan zijn. Zulk ecu geduldig lijden mag dikwijls voorkomen, dikwijls i; het onnoodig. Nierzwakte, bij vrouw;-» zoowel als bij mannon, veroorzaak! rugpijn, scherpe steken bij hukken of opstaan, terneerdrukkende pij nen. aanvullen van moedeloosheid, zenuwachlighe'd, duizeUghcid. hoofdpijn, urinckwale», zwelling der en kels of ledematen. Het leven der vrouw maakt haar lot een 'gemak kelijk slachtoffer van nieraandooningjii. Hel dikwijls in gebukte houding mcetcin werken, de vorming. Vlo geboorte van kinderen ?n dc inspannende .taak va» deze te moeten opvoeden, het keerc.i der jaren, liét leven binnenshuis, koude,.koorts, verstopping, enz. z'ijn dikwijls de oorzaak van verzwakking der gieren. Begint dan met het gebruik van Fosler's Rugpijn Nieren Pillen, die nieuw leven en kracht aan duizenden vrouwen gebracht hebben. Het is uw prichf. zoowel voor uzelf als voor uw huisgezin, om de eerste verschijnselen niet te verwaarloozen. Wacht niet. totdat uw kwaal zich verder kan .ontwikkelen tot waterzucht, suikerziekte, nierontsteking, niersteen. Te Schapen verkrijgbaar bii J Rotgar.8, Molenstraat C14. Tie zending geschiedt franco na ont- vangst van postwissel a f 1.75 voor of f 10voor zes dooson. fiischt de echte Foster's Rug. pjjn Nieren Pillen, weigert elke doos. die ni'-t voorzien is vaa nevenstaand handelsmerk „Zij vroeg jou daa-r-om zij, jo-u? -Wa;t moot dat beteekeneiv? Wanneer heeft zij je daarom ge vraagd?" „Gister, toen ik bij haar was." Lachend zag Le one hem aan. Er ging een schok door zijn lichaam. „Jij waart bij haar Jij alleen?" Zij schoof haar hand door zijn arm. „Het kwam heel toevallig. Ik liep haar huis voorbij, toen was zdj in den tuin en riep mij binnen." „En aat heb je voor mij verzwegen?" Onnatuurlijk rustig kwam het van zijn lippen, 'ter wijl zijn oogen daarheen gingen waar de hark met de zonnebloemen, gleed. Leone boog zich naar Detlef toe en keek hem half plagend, half verwijtend aan, „Ik heb er niet aan gedacht, het je te verzwijgen zooals je het voor mij hebt verzwegen, dat jij ook bij haari bent geweest." Toen viel de hand die op Leone's arm rustte, slap langs zijn, lichaam neer. „Dat zeide. zij aan jou?" „Had zij het mij niet zullen zeggen? Was dat soms een geheim?" Weer dat plagende vragen. Doch plotseling was haar gezicht veranderd doo-r een blik, dde van Pal mer tot haar oversprong. Een blik die sprak van een tot het uiterste gepijnigd mensch, die het kaar toe schreeuwde: „Ja het was een geheim". In haar oogen kwam een leege, dwalende uitdruk king. Wat had dat alles te beteekenen? Wat verborg hij voor haar? Welk geheim had hem naar mevrouw Jutta gedreven, die immers ook niet scheen- te we ten, wat hij van haar wilde. Of wist zij het wellichi toch en, had hij het maar willen verheimelijken, op dat haar lief kopje, zooals -hij het uitdrukte, daar mee n,iet bemoeilijkt zou worden,. Alles voor haar verdween als In, een duister floers. Haar hand ta^t-te naar Palmer's arm. „Detlef wat is het, wat je voor mij verborgen hou dt?" Haar beven.de stem klonk door in zijn toom tegen haar, dtie zich in kinderlijke blindheid liet gebrui ken tot een verderfelijk spel. Of was haar blind heid nu op weg om in helder zien veranderd te wor den? Kwam bij haar eenig denkbeeld op van wat hem tot mevrouw Jutta had gedreven? Als een geweldige hartstoot ging het door hem heen: o, kwam het er maar toe, dat van Leone de verbreking uitging van een verloving, die op leu gen was gebouwd, reeds dieper zich verstrikte in leugen ea bedrog. "Van den oeverrand waren zij teruggelocpen naai de eenzame plantsoenen. Daar boog hij zieh over I.eone en keek haar in ademlooze spanning aoji'- „Spreek, wat denkt gij wat gelooft gij dat voor u verbergen wil?" En in het volgend oogenhlik had hij luid kunnen lachen, een zichzelf hconend lachen, dat hij had kunnen denken, dat Leone twijfel zou hebben kunnen koesteren tegen hem en zijn liefde, had kun-nen tw ij- i felen aan zijn waarheidsliefde aan zijn eer. Zij geloofde in hem. Toen zij de oogen ops}o:g en hem aankeek, toen sprak daaruit haar geloof in - hem. En aan dat gelooven raakte geen twijfel, dat i moest haar met brutale handen uit het hart worden j was, je liedt mij misse-hóen rtec minder Ite gerukt, als het hem te zwaar viel, nog langer de *naar je hadt je niet met mij verloofd." erbarmelijke comediant te zijn. Nog steeds zweeg hij cn steeg de oogen ook niet „J e zorgen wil je voor mij verbergen .Detlef- Met gat w-at verstand en het leven van je eischten, laat haar gelooven dat je geen arm meisje als mouw kunt hemen daar je anders financïëel té gronde gaat. Maar Detlef Palmer zweeg en keek naar den grond. Leone drong niet meer bij hem aan, steeds met meer vrees in het hart. „Het is zoo Detlef. met twijgen zeg je mij dat het zoo is. Onschuldig ket> j ik je dus door een valschen schijn bedrogen. Hadt 'ja van den beginne af geweten, hoe doodarm :k ■ÉE^egÉÉg^Hjjttj gehad. ja zorgen, ben je naar mevrouw Jutta gegaan, daar over heb je met haar willen spreken, haar raad wil len hal-en La,ehen had hij kunnen, slechts steeds lachen. Met zijn zorgen naa,r mevrouw Jutta, zijn geldzorgen misschien ee-n borgstelling bij haar vragen. Een bijtende hoon verteerde hem toen hij, vroeg: „Heeft zij je dot misschien, verteld ik bedoel dat over mijn geldzorgen?'" „Neen, niets heeft zij mij verteld, in 'f geheel niets. Maar ik. weet immers, voel het steeds meer, dat je iets zwaars en moeilijks drukt en weet ook, waarom je het voor mij geheim walt houden. Uit liefde, uit teederhejd, omdat ik je toch niet helpen kan, omdat ik arm ben. doodarm". Het smartelijk beven van haar stem roerde -hem op. Toen sloeg Leone de handen veer de cogen. als kon zij niet meer het schelle licht der waar heid verdragen. „Ik weet het n,u, dat je slechts 'n rijke vrouw moogt tróuwen." De hopeJooze klank -har-er stem bracht hem weer tot Zichzelf. Hij trad op haar tpe en trok haar han- j den van haa,r gelaat. „Niett zoo, Leone. Laat ons j nog eer. paar dagen, een paar weken wachten. Mor gen begint op de velden de eerste snede- Misschien I wanneer de oogst is binnengebracht, dat alles een I beteren toestand zal intreden. Dan ziet de zaak er weer wat helderder uit. Dharom kindlief, kwel je nu niet onnoodig." j Zacht streek hij haar over het gebogen hoofd. Toen greep zij met beide handen zijn hand vast. „Van je liefde, Detlef, „Voor je liefde Detlef. dank ik je. Of het helder zeer. Onwillekeurig drukte zijn hand de hare. „Laat wordt of donjcer ik zal je daarvoor mijn, heele dat Leone zwijg daarover." Maar hartstochtelijk viel zij hem in dé rede: „Neen, leg mij niet het, zwijgen op en ontwijk mij nu eens niet. Z>eg mij toch de waarheid, Detlef dat ben je mij toch schuldig, mij je verloofde, die spoedig je vrouw' zal worden Ik weet, immers, j dat je mij lief hebt, dus zeg het mij>: heb je het leven danken. Maar- nu moet ik naar huis gaan, Detiex heel alleen. Vaarwel, totdat wij elkaar weerzien". Hij drong haar zijn begeleiding nietf op. Eten hei melijke smart deed hem lijden. Pijn doen leed veroorzaken - - dat had hij niet gewijd. Maar het. was het beste zoo. En het moest geweten,, werkelijk geweten, dat ik zoo arm was? zoo zijn.' Zij drong het hem op, dat het zoo zijn Mijn kleeren en wat tante mij verder heeffi geschojn- - moest, mevrouw Jutta. van wfte niemand meer* vrij- ken, kan zo,o gemakkelijk op een dwfaa.lspoor bren- j kwam, die eenmaal de hare was geweest. g-,enook mevrouw Jutta heeft gedacht dat ik v©r- Den volgenden dag dekte een zwoele lucht den mogend was. Dus zeg het nu eerlijk, Detlef heb hemel, met een grauw floers. Onbeweeglijk stonden jij dat misschien colt gedacht?" I de hoornen en zij keken elkaar als t' ware angstig I-Ioe riepen haar oogen naar waarheid, en toch te-1 aan. Wanneer zou de bliksem naar beneden flitsen, gelijkertijd smeekten: laat het geen waarheid zijn! j die van achter de loodzwarte- wolken loerde? Wan- En in zijn binnenste vernam hij een ander roe-' neer zou de stormwind door hun gelederen razen? pen „Laat het haar gelooven. Maak zoo een eind; .„Dat kan wat mcois worden." zeide mevrouw Ma aan de zaak en spaar haar de krenking van het thiide en s!cot bezorgd de vensters van de: woonka- bedrogen zijn- Laat haar gelooven dat je in een mer. „Had dat nu niet eenige dagen kunnen wach- oogenbük van alles overweldigenden; hartstocht ver- ten, totdat de cogst binnen was?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1913 | | pagina 9