m w Wb. 0 m 0 m M m N. ''0' 9 w M M m m 0 m w fM 'M w, M, WM m 9i Een Onbetrouwbaar Reisgenoot. De eerste de beste. rs:: Dammen. s i§ S® 1P^ 21 0 SU Sf Üli s n. fl m m Zaterdag 12 Juli 1913. 57e Jaargang. No. 5205. DERDE BLAD. SLAGZETTEN IN DE PAR I IJ. Onderstaande stand kwam voor in een partij tus- hcn de heeren A. Schokker en P. Schokker. De .er A. Schokker was Jid van de ■damvereen. „Bus- m". en is den 24en Dec. jJ. op jeugdigen leeftijd erleden. A. Zwart. 46 wm. W//, Wit. ml Lara- en KRUL IN DE AARDAPPELEN. I. Met den naam „krul" worden niet overal en bij alle soorlen van aardappelen dezelfde verschijnselen bedoeld. In de laaLste jaren komt er gelukkig lang zamerhand eeniga orde in dc verwarde begrippen welke omtrent deze zeer schadelijke en geheimzinnige ziekte bestonden. Niet het minst onze landgenoot. Dt. Quan- jer hoofdassistent aan het Phytopathologisch Instituut te Wageningcn. heeft aan de hestudeeiiag van de krul ziekle heel veel bijgedragen. Wel F men omtrent de kennis dezer ziekte nog maar in het allereerste begin. doch het begint er wel op te gelijken, da! men ten- slotte ook hier den waren weg zal vinden, tot groot ger optreedt, breidt deze abnormale "vorm der hla ziekte te doen heeft, kan gelden dal in dit geval de abnormale bladeren veel stijver aanvoelen dan die van gezonde planten, terwijl bij het andere ziektegeval de opgerolde bladeren en we kunnen er bijvoegen, dat de oprolling hier gewoonlijk veel sterker is slap zijn. wat trouwens niet te verwonderen is. aan gezien we dan te doen hebben, zooals hieronder zal blijken mei een verwelkingsverschijnsel. Nu noemt men den vorm- van kruJziektc. zooals die bij de variëteit Bravo voorkomt „bladrolziekte". Het is zeer aan te bevelen dat deze naam ingang vindt bij de aardappel verbouwers, omdat bij andere variëteiten „bladrol" niet voorkomt, doch wel een an dore vorm van krulziekle die dan ook een anderen naam draagt. Wanneer een aardappelplant niet al te sterk door de bladrolziekte is aangetast, dan zijn alleen de on derste bladeren opgerold. Naarmate de ziekte hevi- 50 I Stand zwart 17 schijven op: 3, 4. 6 tot 9, 11, 13, 1 16. 17. 19, 20, 21, 23. 24, 25. Stand wit. 16 schijven op: 22, 26. 28. 30. 32 lot 6 3S. 39. 41. 42, 13, 47 en 48. voordeel voor den geheelen akkerbouw. De krulziekle toch is een voortdurende bedreiging van de aardappelcultuur. Geheimzinnig in haar op treden. is ze uiterst moeilijk te bestrijden. Oog?nschijn- lijk loeh staat men hier voor een groot raadsel, wat we hieronder met voorbeelden zullen toelichten. Wat verstaal men onder krul. Tot voor weinig ja ren noemde men alle verschijnselen hij de aardap pelen. die zich lieten herkennen, doordal de blade ren een meer of minder kroes of gebogen voorkomen verkregen „krul". Nu zijn er verschillende lang be kende oorzaken, die iels dergelijks kunnen bewerk stelligen. Het is n.l. bekend, dat aardappelen, door het stcngelaallje aangetast, gekrulde bladeren krijgen, evenals alle andere planten, die door deze parasiet worden aangevallen. In dc tweede plaats kan op arme gronden, die niet of onvoldoende bemest worden, kali gebrek dc oorzaak zijn van gekroesde bladeren De blaadjes staan dan zeer dicht opeengedrongen, zijn naar beneden omgekromd. Dc holgebogen bovenopperviakle van hel blad vertoont gele vlekjes, terwijl eerst aan de randen, later ook meer in het midden de bruin achtige verkleuringen optreden, welke karakfercsliek zijn voor groole kaliarmoede. Ten derde kan een „krullerig" voorkomen van aardappelplanten het gevolg zijn van beschadiging door chloor verbindingen uit de ruwe kah'zouten zooals kai- nict. cavnalliet en kalibemestingizout (40 pel. kali- zout) Worden deze n.l. zeer kort voor of zelfs na het poten der aardappelen aangewend, dan hebben de chloorverbindingen, die niet door den bodem kunnen V Jtui ci'oot worden vastgehouden, geen voldoende gelegenheid naar Zwait speelt en slaat naar dam met winnendein ,(len ondfirgrond uit te'spoelen en blijven derhalve tand. Oplossing: WitZwart 33 15. 30 10. I 28 19. j 26 17. 24—29. 19—24. 7—12. 17 46. 46: 5. B. Zwart. RR - MUI 0 Hü 0? m s 01 01 W wïï~ tieren zich jneer naar boven uil. Bovendien vertoont het bladweefsel gele vlekken, ia vaak treedt rood- of bruinklenting van de bladranden op of wordt de ge- licele bladschijf met bruine of zwarte vlekjes of stip peltjes bezet Altijd ziet men de bladrolzieke planten onregelma tig verspreid staan tusschen de gezonde. Sterk zieke planten sterven vroegtijdig zonder eenige opbrengst te geven. Matig aangetaste stammen leveren wel eenige opbrengst, doch deze blijft altijd zeer onder het mid- deJmatige en bestaat vaak alleen uit een weinig kriel met soms een enkelen grooten aardappel. Onder de variëteiten, die door de bladrolziekte wor den aangetast noemen we naast Bravo, de soorlen Eureka. Model. Paul Kruger, Friesche jammen, lange en ronde Wolkammers. Flambouw, en de oude An dijker muisjes. Over de oorzaak en bestrijding dezer ziekte zuj- Jcn we spreken na de liehandèling van de andere vormen van eigenlijke krulziekle. I Stand zwart. 16 schijven op: 3 tot 6. 8 9, 11, p tot 16, 19, 21, 213, 24 en 26. Stand wit, 16 schijven op: 25, 27, 28. 32 tol 38, 1. 42, 13, 45, 47 en 48. Zwart as hier aan zei en wint. Uit oen partij tusschen «zelfde heeren: wit. de heer A. Schokker speelde D34. waarna zwart antwoordt r 0 p 1 o *s s i n g Zwart: 26—31. 11 31. 24—30. l.'J 39. 39 16. „Ja, Maart je, ik weet wel dat er voor jou niet veel aantrekkelijks aan is. dat ik voor een dag of wat van buis moet gaan, maar 't is nu tijd om de lammeren aan te koopen; wachten we nog een paar weken, dan blijft de zaak toch zooals zij is, en. zal ik je ook alleen moeten achterlaten, terwijl de gelegenheid voor goeden aankoop dan misschien voorbij' is. Niet getreurd dus! Wat mij betreft, wel is de veiligheid voor dent reizenden, man niet groot, maar ik zal trachten mij aap te sluiten bij een of meer andere reizigers die op Texel aantrekken, en bovendien zóo groot is de afstand niet. En al ben ik er niet, jij hebt toch ook nog altijd manvolk in huis en mockit er wat aan de hand zijn, Dolf heeft in a,l die jaren dat hij bij ons heeft gediend, bewe zen iemand te zijn, die zich niet op den kop laat zitten en de meid we mogen ze pas kort in dienst hebben i,s ook geen katje om zonjder handschoenen aja,n te pakken,!" Bovendien, zal ik Dolf last geven, niemand gedurende den nacht onderdak te verschaffen. Mochten zich oudergewoonte* zwerven de personen, aanmelden.' zoo kan hij» hen een drink geld geven en ze, verder met een, zacht lijntje zien weg,te krijgen! "i Aldus Jan Geruits.landman aap,'de Mijildijikj tegen zijn, wederhelft, die bezwaar maakte dat onze vriend zich - naar Texel' zou begeven,! om „een deel lamme ren te koopen". Denkbeeldig waren die bezwaren geenszins, wapjti Sn dezen tijcl het japr 1616 is de onveiligheid langs dti wegen niet alleen zeer groot, doch zelfs bepaalde benden, Liepen het, platte land af en» waren soms zoo brutaal om gedurende den nacht een( boerenhof stadie formeel te belegeren. Vaon een groot, deel bestonden dfile benden boos wichten uit gewezen krijgsvolk, uilt. den» dienst verwij derd om hun slecht gledrag of om bepaalde liobaams gebreken, bij welke» lieden zich allerlei andere ele menten aansloten, zoodat ei" spoedig met de vrouwen bijzitten en kinderen, een, heele troep bij mekaar w/as. Vo orziehti'ghelcLsiliaive giingi een ieder zijns weegs, tot dat! men weer iets in het oog had, waarop de ove rige leden der_ben,de werden gewaarschuwd en me(n gedurende den voornacht naai* het beoogde doel optrok. Wil 37 36 35 28 17. 27. 24. 1/0. lol 11. .13. 14. 16, 28. 32 lol 38. 42. I Sland zwart. 13 schijven op6 p. .20, 21 en 24. Stand wil. 1C3 schijven op: 22, 3. 48 en 50. 1G Slagzol uit een vluggertje tusschen P. Schokker mei 'iI en N. N. met zwart, j Wit speelt en slaat naar dam. Oplossing: I Wit28—23. Zwart17 30. I I 23—18. 13 22. L 32—28. 22 33. 38 29. 24 33. 05 2. t grootendeels binnen het bereik van de wortels der aard- appelen. Nu zijn dc aardappelen, evenals vele andere leden derzclfde planlenfamiiie. met name de tabak, zeer ge voelig voor de chloorverbindingen. Tengevolge daar van neemt het blad een zeer eigenaardiger) yorm aan. Het midden van de bovenopperviakle der bladschijven wordt 'nj. iets naai* beneden gedeukt, terwijl 'de randen een weinig op gaan slaan, tengevolge waarvan de blad schijf zeer duidelijk lepelvormig wordt. Ten vierde is er nog eep vervelkingsversehijnsel. dat ©enigszins met krul overeenkomt, doch dat we zoo dadelijk in verband met dc eigenlijke krulzieklen zul len behandelen. Ziehier dus een drietal ziekelijke aarilappelvonnen genoemd, die vroeger onder den naam van kuil door gingen. eenvoudig doordat men deze verschijnselen niet duidelijk genoeg van de andere wist te scheiden. Ge zegd moei echter worden, dat, behalve, waar hel slon- gelaallje in het spel Hls, deze krulverschijiiselen niet zooveel "voorkomen. Daarnaast staat eek Ier de eigenlijke krulziekle, doch ook hier bleek hel nie' alleen mo gelijk. maar ook zeer noodig te zijn, dal men een .scheiding maakte lussclven de verschillende vormen van krul. fn een streek, 'waar men bijv. bijna uitsluitend Duilsche muizen en Zeeuwsche blauwe aardappelen teelt, hebben de landbouwers, wanneer ze over „krul" spreken, een heel ander ziektebeeld voor oogen, dan daar waar hoofdzakelijk Bravo's bijv, worden verbouwd. Wc zullen daarom trachten de beide voornaamste typen eens nader te omschrijven, voornamelijk om lol dc verbreiding van juiste begrippen omtrent deze zaak mede te werken en een steentje bij t.c dragen aan hcL ingang doen vinden van de nieuwere namen, die lei- onderscheiding van de verschillende typen Worden gebezigd. Hoe ziet nu een krulzï?ke Bravoplant e;' uit r In den vollen groei, ongeveer in den loop van dc maand Juni. beginnen de onderste bladeren een gaotvormige gedaante aan te nemen, De hoofdnerf van elke blad- schijf blijft n.l. gestrekt, maar de bladrand buig' zi h aan beide zijden naar boven, zooclal het heele blad ia. do lengte meer of minder dichtklapt. Aangezien de Jichler gekleurde onderzijde der bladeren Jii.rdoo-r zij waarts zichtbaar wordt, vallen dergelijke zieke planten dadelijk in hei oog. Met nadruk wijzen we er op, dal hel oprollen der bladeren dus beg iit i:i he! onderste gedeelte van do plant, omdat we als zeker veronder stellen, dat vele lezers, zich een verkeerde voorstel ling van de quacsli'o maken. Er komt n.l. een vei- schijnnsel bij aardappelen voor. waarbij', de bladeren zich eveneens goolvormig oprollen. Hier is echter krul ab soluut niet in bet spel. zooals we zullen trachten 1e bewijzen. We kunnen dit n.l. opmerken bij aardappel- variëteiten, zooals de Zeeuwsche blauwe en de Eigen heimer. waar de oprolli'ng der bladeren door krul ziekle in het geheel niet voorkomt. Als zeker bewijs. t vi o dat men inderdaad bij aardappelplanten. di_* opgerolde i den worden aangevoerd, ontsprongen den dans en van wie de bultenaar hoe langer hoe meer het angst- bladeren vertooncn, met een der vormen van krul- mochten van geluk spreken, dat ze wterden „geeon- zweet scheen uit te breken. 19. demneerd tot eeuwige verbanning uit, den la»de". Geen wonder, dat do landlieden zich niet erg op hun gemak voelden, en waar we den held van ona verhaal zoo'» geruststellend relaas aan, zijn vrouw hooren geven, dan 1b zulks meer omdat hij van, do noodzakelijkheid van zijn reis overtuigd is. dan uit het bewustzijn, dat de veiligheid der zijnen buiten gevaar, is. Ook vrouw Maart je moet ten langen leste zwich ten voor de argumenten van haar man, wel weten de, dat deze, wat hij eenmaal besloten heeft, ook doorzet. Zoo werd dan na rijp overleg het vertrek bepaald op den volgenden dag en talrijk warende raadgevingen en de bevelen, door' den heer des hui zes aan allen, die hij zou moeten achterlaten, ge geven. Als goede huisvrouw zorgde vtouw Maartjo» dat de reiszak van haar man goed voorzien was. zoodat hett hem aan niets zou ontbreken en na dat Jan Gerritsz. een welgevulde» geldbuidel bij zich had gestoken, verliet hij na afscheid van allen, to hebben genomen, huls en hof. Weinig dacht de goe de man er aan, dat hij geen van allen zou terug zien en nimmer op de hoeve zou wederkeeren. Het was nog vroeg in don morgen en toch reed3 drukkend warm en de wandeling langs den boom-, loozen weg van den Mijldijk naar de Oudesluis be zorgde onzen reiziger dorst. Te Oudeslufs. zoo over dacht hij bij zichzelf. zal ik eerst eens wat uitrus ten, mogelijk dat ik er reisgenooten aantref, want de tocht straks door het eenzame Koegras stond hem niet bijster aan. Bovendien, het uitgaan was voor hem iets ongewoons en waar hij zieïi in het bezit gevoelde van een flink gevulden buidel, zoo lokte het ledigen van een paar pinten heerlijk koud bier hem bovenmate aan. Zoo gezegd, zoo gedaan. De voornaamste herberg van Oudesluis binnentredende, ontwaarde onze vriend behalve den welgestelde» waard een personaadje. dat er tengevolge van een verbazenden bochel aller - vreemdst uitzag en dat niet zoozeer om dat li chaamsgebrek op zichzelf zeer ongelukkig voor den betreffenden persoon| doch om de allerdolste kleeding met welke zich de vreemdeling, waarschijn lijk om zijn lichaamsgebrek te verhelen, had uitge dost, Een breedgerande hoed overschaduwde verder geheel het gelaat des bultenaars, zoodat het moei lijk was dêenp gelaatstrekken te* onderscheiden. Toch was de eerste indruk niet ongunstig en toen de waard t»lj het binnenkomen van Jan Gerritsz. dei vreemdeling, met wie» hij in druk gesprek was. ver liet, meende de nieuwe bezoeker een reizenden koop man voor zich te hebben. Ook de waard een goede bekende van Gerritsz. leefde in, die veronder stelling, zoodat weldra 't drietal in een geanimeerd gesprek gewikkeld was, waaraan. vooral de bulte naar zijn deel h»d.[ „Goede vriend!, ge zegt daar naar Texel te moeten gaan om lammeren te koopen. welnu, ook ik 'moet daarheen voor het volvoeren eener belangrijke last geving. Wal mijn taak zoo bizonder moeilijk maakt, is het groote bedrag aan geldswaarden, mij voor deze zending toevertrouwd en hetwelk mij noodzaakt nim mer alleen te gaan uit hioofde van de onveiligheid der wegen I" Aldus de vreemdeling. „,Mijn naam is Jan Fransen.- uit Titel, en wanneer ge er zin in hebt. slui ten we vriendschap, en gaan als makkei's verder!" ..Zelden »<-'d .ui} eva aanbod gedaun hetwelk mij meer verheugde, sprak onze Gerritsz.ook mij drukt den last van een goed 'gevulden. buidel en niets zal me meer welkom zijn dan gezameld lijk onzen weg te vervolgen, teneinde elkander zoo noodig bi.f te staan in de ure des gevaars!" „Mijn hand er op en nu nog een kanne biers, kastelein, op onze kameraadschap F', riep de vreemdeling en den schijn aannemende een zwaren buidel uit den zak ie trekken, maakte hij zich gereed de vertering te betalen. Doch hiertegen maakte onze Gerritsz. be zwaar en zijn beurs trekkende, wierp hij eenige geld stukken op tafel, teneinde voor beiden '.e betalen. Hij verkeerde zoo langzamerhand in een goeden- luim':- behalve dat het beste bier zijn invloed begon te laten gelden, was vooral de pas gcslo'en kame raadschap vcor hem van veel belang. Gelijk hij. scheen ook de vreemdeling een flinke som gekls bij zich te hebben, en hoewel deze er niet bijzonder sterk uit zag. was 't loeh heter dat men bij een mogelijke» overval niet alleen stond, en welgemoed, van de beste wensehen des braven kasteleins voorzien en door dezen uitgeleide gedaan, toog ons tweetal op stap, den dijk. weer op in Noordelijke richting. Buiten was alles zomerweelde en levensvreugd. Hoog imensch en Gedurende een, paar honderd jaren, van 1600 tot 1800 en. nog- daarna, maakten deze benden het land jn de lucht zongen de leen wei i'kfcen onveilig' en ontelbaar zijn de euveldaden, door hen dier verblijdden rich met den zomerschol dag. Aan- bedreven. Zeer moeilijk was het voor 't Gerechtvankvlijk euigoias terughoudend, zooals dat gaat, wa- in| die tijden slecht georganiseerd éen der lettenren heiden langzamerhand wat spraakzamer gewor- te pakken te krijgen en, nog moesdijker de mede-den en hadden elkander ing.*!i.*ht omtrent he! doel hun- plichtïgheid der anderen na de daad naar alle j ner wedcrzijdsche nis. had de vreemdeling ver vier windstreken) verspreïjd te bewijzen. j klaard meer dan vijfduizend gulden aan p ipi ?rën en Maar gelukte het soms de bende in, haar geheel goudgeld bij zich tc hebben, zonder eenig middel om op heeterdia,ad te betrappen en te pakken te krij-1 z;ch .te verdedigen, waarop zijn kameraad; louter op gen, dan was die wraak verschrikkelijk.' Galg en hot vernemen van zulk een bedrag en verrukt over rad waren de wapenen der wrekende gerechtigheid j 2U|]C een reisgenoot zich haastte te betuigen, dal hij en de pleinen voor de raadhuizen der provinciestad- slechts een paar honderd gulden bij zich had. doch jes werden vervuld van de smartkreten) der ongeluk. ter zijner verdediging i n 'l bezit was van een dege- kige». die op het rad vastgebonden, lang*zaa,m maar jij]- sterk mes. zeker uit elkander werden getrokken, totdat de beul Men 'vul n 1 zoo langzamerhand de bewoonde wereld er ten langen leste een eind aan maakte door een achter zich liggen en zoover het oog rokte. strekte welgemikte» slag. zjch de zandige vlakte van het Koegras uit. Nergens meer Alleen zij, tegen wie geen voldoende bewijzen kon- was ten levend wezen te zien. dan onze l»ri !e reizigers, Het samenzijn was zeer aangenaam geweest, maar jnslotte kwam het uur van afscheid. „Vaarwel. Le- zeide Wildebald luid tot afscheid en zacht oegde hij er »an toe: „Leone, ik smeek je, wees nendelijk voor Mieke. Jijj weet toch ook wat liefde nigte uit el kaai' té dringen. Maar de mannen ston de» als tegenover een ontwarbaren knuwel. Voor In het algemeen geschrejeoiw wterd éen kreet steedis scherper gehoord. Een man i» een werkmanskiel, brak zich door de menigte baan, drong tot. aa,u het gesloten kantoor en brulde als een razend dier: „Dat is niet waar! Al mijn spaarpenningen, waariik twintig jaar over héb gespaard vandaag had ik het willen halen ik wil ik moet mij» geld.", En met alle geweld van zijn lichaam wlierp hij zich tegen het ijzeren luik. zoodat het krakend dreunde. „Terug kalmte kalmte. Hier is niets meer te halen." Twee agenten riepen het en probeerden de me- tb Ik geloof dat zij weer in Lindenstedt ieeft mij bij haar belasterd. Wanneer je haai* ziet, tan ,Kom jongen," zeide vader Fohrenback en nam ijn zoon onder den arm. Hij had nog een paar bood K-happen te doe», en wi'ldie zich dus eerst aan het tation bij Palmer en Leone voegen. „Dan zullen Wij in die» tijd nog een paar straten Jmwandelen," zeide Paimer. Hij was i» de beste iuim en ook over Leone kwam weer iets van haar rroegere vroolijkheid. Juist toen zij een, hoek van' een straat ombogejn, conden zij niet verder. Eeni metnschenmassa, die zich 'oor een huns verzameld had, versperde hen daar ten weg en uit die menigte weerklonk een luid e» 'iftig geschreeuw. Vuistslagen wterden op een ijze- in roljalouzïe gehoord en uitroepen, verwensohingen reerklonken da»rtusschen. „De schoft de dief bedrieger ..Kijk een oogenblik heerschte er een onheilspellend zwij gen. Toen werd er een vuist omhoog gestoken. „.Hond vervloekte hond!" brulde een stem en andere stemmen brulden het na. „Vervloekt! Vervloekt is elke bete broods da,t voor dit zondegeld betaald wordt." „Kom," zeide Palmer, zich haajstig omdraaiend en Leone willende meetrekken. Toen merkte hij eerst hoe zij als levenloos tegen hem stond aangeleund, terwijl haar witte lippen zich als in een koorts be- Leone stevig tegen zich aan: en leunde haar hoofd stukje de promenade langs 't meer op tot 't punt tegen zijn borst. waar hun wegen zich scheidden. Daar bleven/ zij nog „Dat was te veel voor jou, mijn, arm kind," zei even babbelend met elkaar staan. hij zacht Iets oneindig warms en goeds kwam er Palmer greep Leone's ha»d en boog zich over in hem op, een diepe ontroering kwam over hem haar heen. in zijn stem was weer de warme, har- over wat hem in Leone toescheen te zijn een uiting telijke toon. ..Je iiebt de ontroering nog niet over- van groot medelijden. j wonnen, kindlief. Tracht het te vergeten en wees En Leone herhaalde het: ..Ja dat dat was morgen weer blij en vrooüjk. Ik zal komen kijken te veel.*' Ha r lichaam beefde. In de hoogste ver- of je het weer bent." twijfeling omklemde zij zij» handen, als kon hij ..Morgen, Detlef ja tot morgen," haar redden voor haarzelf. „Zdo had ik het niet ge- j Haai' blik hing aan hem. als kon zij niet van hem weten zoo gruwelijk zoo boven alles wreedscheiden. en ellendig had ik het mij niet gedacht." j „Ja, morgen." zeide hij vroolïjk, drukte een ha- Hij streelde geruststellend haar krampachtigsaam-rer handen aan zijn lippen, wisselde met Fo'nran- geknepen vingers. „Hoe zou jij er ook toe kunnen back nog een har-ddruü, zwaa ide lachend met den komen, om je zoo iets voor te stellen!" En in eigen hoed en ging met vlugge schreden heen. heftige verontwaardiging riep hij uit: „Zoo'n laffe. „Als een gelukkig mensch." erbarmelijke bedrieger! Dat is de gemeenste aller, Saamgeknepen lippen spraken die woorden uit. uit misdaden een moordenaar is nog eerlijk verge- j donkere oogen schoot een felle blik en een slanke leken bij zulk een vent." vrouwenhand greep hard en stevig in de takkenen Leone kromp ineen, „Detlef, wanneer een ander bladeren waarachter zij op een bank gezeten was daarvan weet, die 't piet zelf heeft gedaan maar, en vanwaar men een ruim gezicht had op de pro llij zwijgt, zwijgt en j „En trekt er zelf profijt va»?" viel Detlef haar in de rede, „die is va» de twee nog de gemeen- en ging haars, weegs, ste. De heler is nog erger dan de steler." „Die is gemeen er -ja gemeener ja ja. Maar Detlef," haar oogen hingen i» wilden doods- uit menade. Dan stond mevrouw Jutta Gerland langzaam op Leone was alleen thuis. De dokter was dadelijk weer heengegaan om een paar zieken, te bezoeken, en mevrouw Mathilde was nog niet van haar vrien din terug. Leone stormde raar haar kamertje. Schrijven wil de zij alles aan Detlef, alles wat zij hem nietzeg- 11 >an^ bankroet, of de een of andere direoteur ïs er randoor gegaan. Kom kindlief, laat ons omkeeren, -» iat is niets voor jou." x^Iaar beone stond als in den grond geworteld. .„Neen,ife wil blijven." Hij verwonderde zich over de heftigheid van haar een?ntwooPd' maar ook zijn opmerkzaamheid werd ge vangen door liet steeds grooter wordend tumult, van alle zijden drongen nieuwe menschen op en de sen schreeuwde het den ander toe, wat hier ge beurd was. vamdoor stil naar Amerika met een, half wogen. „Leone!" Zeer ontsteld sloeg? hij den arm om haar angst aan zijn lippen, „wanneer die ander dat heen, wilde haar meetrekken, maar moest toch weer liefde, slechts uit liefde met haar blijven staan, in de nauwte gedrongen Hij haalde .de schouders op. „Voor zu]k soort door de plotseling opstuwende menigte. Uit het I liefde zou ik feestelijk bedanken j menschenknuwel had zich iemand losgewrongen en Hare oogen sloten zich, zonder een geluid te ge- Sen kon, dat zij een van die menscher. geworden deze rende als vertwijfeld voort. Die hem nastorm- ven zonk haar hoofd achterover en zij zag er uitwlLS- die nog gemeener zij» dan een dief en dat zij j--xi uit liefde liad gehandeld, uit liefde, waarvoor hij haar niet eens bedanken zcu. Maar zij kon niet schrijven, 't Was haar onmoge lijk. Neen, zeggen wil zij het, uitschreeuwen, wil zij het, en niet meer hierheen terugbeere» tot zij het zeide Palmer, die een blik op den j den schreeuwden: „Houdt hem vast houdt hem als een stervende. ™aaaJ? haxL feyorP011' „daar is beslist weereen) vast. Hij wil zich dood-en!" „Leone-, maar .kind kom toch tot, jezelf. Ik Heel dicht langs Palmer en Leone sloop een oud- heb werkelijk niet geweten, dat je zoo bovenmatig achtige vrouw voorbij. I gevoelig bent." Haar sma,l gelaat was geheel vervallen, haar blik Zij dwong zichzelf eindelijk tot eenige kalmte en zocht hulpeloos rond en zacht sprak zij voor zich scheen voor het uiterlijk rustig toen zij eindelijk aan kem heeft gebiecht, alles! heen. „Mijn arme jongen en mijn man. mijn het station aankwamen, waar Fohrenback reeds op oude, zieke man. Waarvan zullen wij nu leven hen wachtte. Een paai* minuten later vertrok de waarvan zullen, wij nu leven?" trein. „Detlef, ik wil wil alles alles in den trein viel ook dokter Fohrenback Leone's In Leone's keel verstikten, de rochelen,de geluiden groote bleekheid op- Palmer verklaarde dat met te e» uit haar gelaat was de laatste droppel bloed I vertellen van welke scène zij getuigen waren ge- geweken. Weest en geraakte daarover mei, Fohrenback in een dikwijls 's nachts moest toonen aan tante Moraud, Palmer had haai* reeds opgetild, droeg haar den druk gesprek. Leone zeide geen woord daartusschen waiui.er deze n c-i slapen icon van de sluipende spo- Wanneerzij echter niet don moed heeft het hem te zeggen, dan dan Een vei twijfelde vastberadenheid drijft haai' voor waarts. Zij rukt de kast epen, neemt het kleine taschje daaruit en steekt hem bij zich. der. be schermer, den wachter, wiens bianke loop zij zoo «sfAfln niémand .krijigt 'n, roodeü duit, die dajar hoek van de straat om en had ha/ar handig in een en zat stil in haar hoekje totdat zij weer in Lin- ker. die zie! om haar bed crougen. Dat is niAt 15 aJleS kwijt"' daar leegstaand rijtuig geschoven. denstedt aankwamen. Het station lag aan het be- En wanneer zij ir>t meer terugkeerde, nooit weer mee waar." Toen het rijtuig zich in beweging zette, trok hij nedengedeelte van het meer en zij liepen samen een - hierheen Iwu dan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1913 | | pagina 9