lltüiii Niiiis-
De eerste de beste,
Woensdag 13 Augustus 1913.
SC1AËEB
57ste Jaargang No. 5223
COURANT.
Uit en voor de Pers.
HET BI1TENG1 WOON CONGRES DER S.D.A.P.
Het Handelsblad schi ijfi naar aanleiding van bet arbeidden, om bet in, den nacht te vernielen, den
staatspensioen. Oxn dan straks de beer Vliegen
zei bet terecht opnieuw, voor eenzelfde situatie
te komen staan als nu. En opnileuw te.weigeren. Het
lijkt op die oude verhalen uit de fabel-wereld, van
menschen, die overdag naarstig aan een groot werk
(besluit van bet congres der.S.D.A.P.
1 Op dit oogenblik is deze beslissing niet van PÏac-
ftisch belang, zou meu baar eenigszins academisch
kunnen noemen. Immers, de'kabinetsformeerder, die
thans aan bet werk is, zal wel geen poging-andoen
•om onder de sociaal-democraten) ministers te vinden.
.Toch zullen er zonder twijfel, ook onder de libera
len, velen zijn, die het besluit betreuren, niet ter
wille van de S Ü.A.P., evenmin, zooals vriendelijke
socialistische uitleggers hebben gezegd, omdat de
vrijzinnigheid met bare weigering om zonder de so
ciaal-demoeraten de regeering te aanvaarden, bedoeld
zou hebben de- socialisten tot een gewone parlemen
taire partij te maken, maar omdat zij in de onze
kerheid of mr. Gort van der Linden in zijn pogingej
tot kabinetsformatie slagen zal, hoopten dat even
tueel een vrijzimig-soci.ajlistisch Kabdn.etr dat het con
centratie-program zou uitvoeren nog een oplossing
van de crisis zou kunnenj vormen; wellicht zelfs hoop
ten sommigen dat reeds nu de mogelijkheid dezer op
lossing het eerst zou worden overwogen. Nu: is dus
ook dit mogelijk verschiet niet meer open en daar
mee zijn de kansen, dat de thans gegeven opdracht
tot een oplossing zal leiden, natuurlijk gestegen.
Een merkwaardig feit, dat trouwens reeds uft de
namen onder de heide resoluties was gebleken, is,
dat men onder de socialistendie vóór de aanvaar
ding waren, allen aantreft die reeds in de Tweede
Kamer gezeten, hebben, terwijl die minderheid be -
stond uit mannen, die' daarin, eerst thans gekozen
zijn of die nog geen parlementaire functie hebben be
kleed. De parlementaire sfeer schijnt toch wel deze
uitwerking te hebben, dat wie er in verkeert, zoowel
de macht van het ministerschap als de verantwoor
delijkheid van parlementaire partijen gaat gevoelen-
Beiden zullen wel hun invloed doen gelden, ook al
is wie ze ondergaat, zich daarvan niet bewust. Men
behoeft nog niet persoonlijk een ministerportefeuille
te begoeren om toclh te voelen, dat zetels - in een
ministerie een invloed .verzekeren, die Kamerleden hui
ten het Kabinet, ook bij de behandeling van zeer
principieel© kwesties, niet hebben.
Wat ten slotte de invloed van het votum zal
zijn op de politiek en de partijverhoudingen? Met
zekerheid valt er ju'ets van te zeggen, maar dat die
(gunstig zal zijn voor het liberalisme verwachten wij
zeer zeker. De socialisten hebben zich aan hun par-
j lementaire verantwoordelijkheid onttrokken en daar-
aoor bewezen, dat zij in het parlement niet de rol
Willen spelen, die zij verplicht zouden zijn te ver
vullen. waaraan geen parlementaire partij: zich nu
eenmaal, niet onttrekken kan. Het za,l ons verwonde
ren, als de niet-soci afeten, de meer1 dan honderddui
zend kiezers, die, geen lid der partij, toch op hen
als meest vooruitstrevende partij gestemd hebben,
hen in het vervolg voor vol zullen aanzien. En door
deze overweging kunnen de vrijzinnigen, die getoond
hebben, dat zij bereid waren samen met hen het
programma uit tc voeren, dat bij de verkiezingen
tot de gezamenlijke overwinning had geleid, slechts
winnen.
De Telegraaf schrijft:
Met betrekkelijk kleine meerderheid (375 tegen
320) ihebben dë tegenstanders der aanvaarding de
overwinning behaald. De beslissing is genomen door
de'groote steden, van welke aaleen Utrecht vóór de
aanvaarding was. Het teekent bijv., dat. wanneer al
leen maar de afdeeling Amsterdam IX, met haar
groot aantal stemmen, in plaats van tegen de aan
vaarding er vóór had gestemd, de resolutie zou zijn
aangenomen. Daarmee zou natuurlijk nog niet zijn
voldaan aan de Parijsche resolutie, die eischt, dat
een flinke meerderheid voor de aanvaarding moet
zijn, maar mr. Troelstra en de zijnen zouden
den slag althans princitpiëel hebben gewonnen. Nu
zijn ze geslagen.
De S D.A.P. kan thans weer gaan eritiseeren. En
betoogingen in elkander zetten voor kiesrecht en
Feuilleton.
volgenden dag het weer op. te bouwen, maar
nachts... enz. Als een soort sport is zoo iets niet on
aardig. Maar velen kunnen er de dupe van worden.
Dat1 is thans het geval- De groote eischen der so
cialisten zijn in 'den steek, gelaten ter wfille va,n i
het theoretisch sociafeme.
reeds noodig deze afschuiving te koerenen tegen te gaan."
Eenzelfde klacht werd vernomen, toen mr. W. Bonger
onlangs in het Tijdschrift voor Strafrecht aan de hand
der statistiek bewees, dat onder de Roomschen de crimi
naliteit het hoogste was, als gevolg van het sociale milieu
we arm zij leven, maar men vergat, zich af te vragen,
hoe dat sociale milieu op beter peil was te brengen.
Indien men nagaat, hoe de Roomeche geestelijkheid
haar zielzorg vaak waarneemt, kan het niet verwonderen,
dat zoovele Roomschen hun geloof vaarwel zeggen. Vooral
do wereld-geeatelyken maken er zich niet zelden gauw
af. De reguliere geestelijken, de paterB, kenmerken zich
gewoonlijk door grooten ijver, niet alleen in het prediken
en het vereenigingsleven, maar vooral in het geregeld
bezoeken hunner parochianen. Dit voornaamste middel
nu mo ie Roomschen roomsch te houden, wordt door de
wereld-geestelijken zeer vaak verwaarloosd. Een arbeider
verwondert er zich bijkans over, als een geestelijke op
huisbezoek komt.
Dat gebeurt bij de meesten slechts eens in 't jaar, na
den Paaschtijd, omdat de pastoor of kapelaa» dan komt
hooren, of men zijn Paschen heeft gehouden; anders
ziet men hem niet. Want ook de geestelijken hebben
hun vast kringetje van menschen met wie zij omgaan
en waar zij welkom zijn en waar het evenmin ontbreekt
aan het noodige comfort. Dit zet bij meer Roomschen
dan de geestelijken zelf vermoeden kwaad bloed od de
gevolgen blijven niet uit. Men wordt onverschillig, gaat
niet zoo vaak meer ter kerke, blijft er tenslotte
geheel uit en van het Roomsche is dan spoedig niet
veel meer over.
Door het geringe huisbezoek vervreemden de Room
schen van hun geeftelykheid. Opvallend is het, dat
Roomsche zielzorg.
Men schrijft aan de N. R. Crt. van Roomsch-Katholieke
zijde:
Na de groote nederlaag, welko ook de Roomsch-Ka-
tholieken bij de Juni-stembus hebben geleden, lag het
voor de hand, dat men in kalmer uren zou gaan vor-
schen naar de naaste oorzaken van die nederlaag, om
dat iedereen wel begreep, dat de oorzaak niet uitslui
tend en op de eerste plaats was te vinden in de actie
door de/vrijzinnigen ontwikkeld. Men begreep, dat de
sterke opschuiving naar links, met name naar de so
ciaal-democratie, diepere oorzaken moest hebben dan
louter opstandigheid tegen de bestaande maatschapper
lijke orde of trek naar het nieuwe. In 't bizonden
zagen de Roomschen duidelijk in, dat de uitslag va-
de verkiezing het noodwendige gevolg was van het
geen reeds jaren lang omging in veler hoofd en hart.
De Roomsche geestelijkheid, voornamelijk die der ste-
den was reeds lang bevreesd, dat zij niet meer op ®ilna a'l0 Roomschen met zekere vrees of schuchterheid
haar mannetjes zou kunnen rekenen, maar dat er zoo-j voor hun geestelijken zijn bezield. Van een vaderlijken,
vele afgedwaalde schapen zouden ronddolen, heeft zjj vervrouwelijken omgang is geon sprake en bijna niemand
niet vermoed. Meer dan 30.000 Roomschen, zoo is be- durft zoo vrijuit tegen een geestelijke spreken als hy
rekend, hebben dezen zomer socialistisch gestemd, en dR doen zou tegen iederen, onverschilig welken leek.
zonder dat deze allen daarom nog als voor de Kerk ®r bestond nimmer gelegenheid tot toenadering, doordat
verloren zijn te beschouwen, kan men er veilig op aan, de geestelijken zich te weinig laten zien. Toch zou het
dat het meerendeel ervan de Roomsche Kerk reeds ver- Ped van ^et so®'3!® milieu aanmerkelijk stijgen, indien
laten heeft, of deze spoedig verlaten zal. d9 Roomsche geestelijkheid zich in waarheid meer en
't Is overigens een bekend feit, dat jaarlijks enkele j hartelijker met hare geloovigen ging bemoeien. Deze
duizenden zich van de Roomsehe Kerk afscheiden, terwijl Ia^tsten. gelooven er zoo weinig van, als er in de kerk
mede niet wordt ontkend, dat het aantal Roomschen hier 8®zegd wordt, dat allen broeders zyn, die men gelykelyk.
te lande percentsgewijze steeds achteruit gaat. Het moet, liefhebben, terwijl do mindere man dan telkens
grootste aantal van de Roomsche Kerk afvalligen beeftmoet ervaren, dat zyn deur wordt voorbijgegaan,
men bovendien te zoeken bij den minderen stand, waar j R0 z'®lzor? der geestelijken moet zich uitbreiden en
ook de massa roode stemmen uit is gerecruteerd. 't Klinkt veralgemeenen, anders helpt al het andere niets. Menig
byna ongelooflijk, want heeft in de laatste twintig jaar Roomsch arbe.der ziet thans ook in zyn Kerk het stand-
de geestelijkheid niet in 't bizonder zich beijverd voor 1 verschil voortbestaan. Dit treft hem daar nog dieper
den werkman, niet in 't bizonder zich diens lot aange- daï1 élders, zoodat er w9iDig voor noodig is, om hom
trokken? Ongetwijfeld heeft de Roomsche geestelijkheid van zyn kerk te vervreemden. Indien men thans onder
veel voor den arbeider gedaan; de arbeider was langen de Roomschen klaagt, dat zoovele Roomschen in het
tyd haar troetelkind, zoodat de Roomsche patroons het socialistisch vaarwater verzeild geraken, moet men de
zelfs noodig oordeelden, voor zich een eigen blad op te reden daarvan onder de oogen durven zien. 't Is niet
richten, welk blad nu herhaaldelijk met de Roomsche altÜd d® zucht naar weelde, als gevolg eenermaterialis-
arbeidersbladen overhoop ligt. Toch ontbrak en ontbreekt tisch© levensbeschouwing, welke den Room: chen arbei-
er nog veel aan de Roomsche opvoeding van den minderen der drijft naar het socialisme, maar voor een groot deel
man en met name op hot platteland is het daarmee 13 bet hiervan het gevolg, dat de geestelijkheid ver-
vaak treurig gesteld. Criticus van de Tyd, over ditzuimde te werken aan de geestelijke vei heffing zijner
onderwerp onlangs schrijvende, zegt van de opvoeding Parochianen. Aan diens geestelijke verheffing, door
der Roomschen in de stad en ten plattelandsÈmrtelyk en vertrouwelijk met hem om te gaan, hem
„En na afloop van het patronaat, dus na den 16, 17- inderdaad als een gelijke te beschouwen en daarom zijne
jarigen leeftijd Hoevelen, die dan geheel aan zich zelve woning niet te mijden. Indien de Roomsche wereld-
- i i fraaclaliilron K«n r.;^l»Ar/r ir, .4.*- Al..3
overgelaten worden om op te groeien in lamme onver
achilligbeid voor onze zaak en onze beginselen, juist in
den tijd, dat de levensbeschouwing zich moet vaststellen?
't Is slenteren langs 's Hee-en straten, samenrotten ir,
bioscopen en kroegen, aanknoopen van vroegtijdige ver
keeringen of met een cigaret tusichen de li) pen
boulevards slypen, met het gevolg, dat dezulken z"cb
afwendenjvan al wat zweemt naar katholiek of christelijke
beginselen. Ten plattelande is de toestand weinig beter,
eigenlijk nog erger, omdat daar het patronaat nog te
kampen heeft met bezwaren, die in de centra niet of
althans minder aanwezig zyn. Nu staat daar wei tegen
over, dat, zoolang wy de jeugd op 't platteland kunnen
houi en, het gevaar vorr het verleren gaan der christelijke
levensbeschouwing minder is, doch de materialische
levensopvatting voert vele onzer jongelui naar de stad,
waar de meeste hunner wegens gebrek aan toezicht ver
drinken, vóór zy water gezien hebben. We staan dus
voor het onmiskenbare feit. dat stelselmatig een gedeelte
c\r\rrar ïaimH ofWIU/lf
geestelijken hun zielzorg in dit opzicht uitbreidden, de
klachten over geloofsafval en overloopen naar het socia
lisme zouden vanzelf verminderen. De arbeider zou
zich in zy.ie kerk thuis gevoelen als een gelijkwaardige
van zyn maatschappelijk hoogeren en daardoor gelukkig
geen behoefte hebben elders bevrediging te zoeken.
Binnenlandse!) Nieuws.
LANGEDIJK.
De Visschersvereeniging Geestmer Ambacht verga
derde eergisteravond 7 uur ten lokale va?i den hr.
Swager. J
De mededeeliiig werd gedaan, dat de f 300 kamper
spoedig zaJ worden uitgeplant,
De secretaris deelt niedlé
gevoerde onldierhan,de-
- lingen ovër hët opnieuw pachten van, den Rihgpol-
onzer jeugd afglydt naar links en waar wy geen manj der.Da prijs van f 70 wil men nu verhoogen tot
kunnen missen, daar is *t om practische redenen alleen; de eerste 5 jaar f 100 en de 2e 5 jaar f 125.
Algemeen ismen van gevoelen dat man dezen'pol
der weer moet pachten, doch het bestuur zal over
leg plegen omtrent den, prijs.
Nai langdurige discussie besluit men op de a-s.
vergadering van den provincialen bond voor te stel
len de maat van 21 cM. voor zeelt te brengen op 18.
Voorts om de maat van biel te brengen op 30
cM. (thans 20).
Een voorstel om den zegen een maand te ver -
vroegen, wordt aangehouden tot de volgende verga
dering. Getracht zal wforden de oude maat van den
zegen en het' keernet 40 mM. te doen blijven be
staan. (De Regeering wil 55 mM. invoeren.)
Een drukke bespreking volgt over een voorstel
van het bestuur om voortaan de leden, die gerech
telijk worden, gestraft, ook nog te straffen van ver
een igingswege. 't Is niet de bedoeling ze na te rij
den, doch slephts dan wanneer de Rechtbank uit
spraak heeft gedaan. Nadat eerst een stemming is
gehouden, waarbij er zich 11 voor, 10 tegen en 3
blanco stemden, waarop weer discussie volgde, besloot
men,ten süoittq met 16 voor en 9 tegen, 't wel te
doen.
Eenlgo besprekingen werden gevoerd over een tn
het levën te roepen vüschafslag. Het hoofdbestuurs
lid de heer Holtkamp, leidde dit punt in en las een
concept-Terordening voor, waarin het een en ander
werd omschreven, o.a, de verplichting 'om hier alle
visch te veilen.
Dit was enkelen te kras en na besprekingen, die
telkens op hetzelfde neerkwamen, teekenden 18 le
den de verklaring, dat zij deze verordenjng stipt zou
den naleven.
Bij de nu volgende rondvraag wees de heer P.
Glas* op de slechte ontvangst van geld in de bus
sen. De heer Holtkamp, hoofdbestuurslid, sprak een
kort, maar krachtig slotwoord en wees er op, dat
men vooral eendrachtig moest zijn en onder de le
den niet moest heerschen de geest van tegenwerking,
wélke hij hedenavond meende te bespeuren. Hij
hoopte op een goeden uitslag van, den visch afslag.
Hierna sluiting.
ANNA PAULOWNA.
Ter secretarie der gemeente Anna Paulowna zijn
inlichtingen te bekomen omtrent een gevonden hee-
renfiets. en worden inlichtingen gevraagd omtrent
een,'verloren nikkelen horloge met dito ketting.
RAAD VAN ZIJPE.
Vergadering van den Raad op Dinsdag 12 Augus
tus 5 913, des morgens 10 uur. Afwezig met kennis
geving de heer Groot.
Voorzitter de heer G. C. Hulst, secretaris dehr.
K. Slot.
Voorzitter opent de vergadering en zegt dit met
genoegen te doen, doch ook met verdriet te denken,
aan de vergaderingen welke ik heb gemist, maar ge
lukkig is mijn gezondheidstoestand weer zoodanig
verbeterd dat Ik weer het genoegen heb in uw mid
den te wezen en deze' vergadering te presideeren. Ik
hoop, dat mij dit nog eenigen tijd gegund zal zijn
en dat nog menig belangrijk punt zal worden be
handeld.
De notulen worden- gelezen en onveranderd onder
dankzegging goedgekeurd.
Medegedeeld wordt dat voor de betrekking van on
derwijzer te Burgerbrug zich hebben aangemeld 16
sollicitanten. Benoeming Volgende vergadering.
Van de feestcommissie te Schagerbrug. is een ver
zoek ingekomen om subsidie van f 25 voor liet feest
dat uaast het onafhankelijkheidsfeest zal plaatsheb--
benlter gelegenheid van de opening van de1 tram.
De heer Hooij i& van oordeel, dat het geheel een'
plaatselijk feest is,- een groot gedeelte; var., de Zijpe
heeft geën tram en geen feest en daarom zal 6pr.
tegenstemmen.
Voorzitter zegt, dat hij die combinatie met beton
afhankelijkheidsfeest wel aardig vond, de kinderen
zouden bijv. dan bij de tram zijn, maar nu dat, niet
op aen zelfden dag gebeurt, is dat veranderd.,
Alleen de heer Francis is voor het verzoek.
De commissies voor de onaf h ank el ij kh eklsf eesten
te Schagerbrug en St. Maartensbrug vragen een
subsidie van f 30. Toegestaan.
Van den heer A. Egmond, onderwijzer, te Burger-
brug. is een verzoek ingekomen om eervol ontslag.
Wordt toegestaan, met ingang van 1 Juli 1913. i
27. I
Jutta had slechts woorden gehoord, den zin en de
beteekenis ervan evenwel niet begrepen. De gedach
ten raasden haar door het hoofd, dolle plann,en kwa-
mea en gingen. Zjj weet, zij voelt, boven, haar dwingt
de vuist van vroegere schuld en haar macht wordt
daarmee te pletter geslagen. Zal zij het alle men
schen toegiilen; deze hier is een waanzinnige, die
mij vervolgt? Niet lang zou men haar gelooven- Was
hij eens stil geweest als het graf, had niemand het
geweten, zelfs vermoed wie zij was, om wier wille
hij bij, nacht en ontijde met de spaarpeüniingen van
zijn vader over het wijdtewater galng, omdat zij hem
beloofd had: ik volg je zoodra je brood hebt voor
ons beiden. Nu zou hij niiet zwijgen, maar spre
ken, spreken!
En terwijl zjj nog worstelt en strijdt hoort zij weer
die harde stem aan haar oor: ,,Het schijnt mij toe.
dat ik je heb overtuigd, dat je mij niet kunt ontko
men. F,nwat ik je aanbied is ten slotte nog amu
santer dan een leven op Moorheade de dagen met
verveling en ergernis te moeten doodien. Walmeer
jij je haast kunnen wdj over twee uur vertrekken.
Den rommel hier kan jie laten verkoopen. Overmor
gen kunnen wij reeds op zee zijn."
Met razende kracht stootj zij hem terug, vliegt naar
de deur en grijpt den knop van de deur maai*
opent toch niet. Haar gestalte siddert en krimpt on
der een angstig snikken en. haar gelaat tegen d:-n
stalen deurknop drukkend, steunen haag sneeuwwitte
lippen: „het is uit het is uit."
„Ja Jut.ta. je spel, je verstandig spel is uit. Weg
sturen laat ik mij niet meer, ik sta hier om afre
kening met je te hoiudejn. En, die dat moet doen,
heeft ook niét val te vurig bloed meer Jutta, die
heeft zelfs den tijd en, kan wachten. Heeft. Immers
veertien, jaar lang gewacht en had den tijd het goud
te, vilden dat hij noodig had om jou het nestje te
bouwen.'"
Zij moest vluchten, nog dezen nacht, een nieuw
leveil beginnen ergens in den, vreemde. Zij richt zich
op en hij ziet een schepiering van hopp vn haar
oogen.
„Mij ontvluchten denk je, Jutta? Jij heerscheres
over- mannenharten /ben jij zoo blind Valt het je
niet in dat ik daarop gerekend heb? Heb je er op
gerekend, dat ik dag en nacht je huis, het station,
ja,eiken stationsuitgang heb la,teax beloeren? Ik, die
jet zelfs uit den hemel ,o,f uit de hel had gehaald,
ik treed' niet eerder uit je leven of de dood moet
je van mijl verlossen. Als je die liever kiest dan
mij 'dien eenigen weg geef ik je vrij."
Is datj nog,liefde die daar raast en woelt? En de
vrouw tast naar de ziel van den man of daar nog
een won,dbare plek aan is. „Horst, om dat, wat dooi
mij 'over je gekomen is, wil ik vergeten hoe je tot
mij hebt gesproken, wanneer je mij eerlijk en op
recht antwoordt: waarom wil je als een dief en een
roover in. mijn leven vallen, waarom wil je mij» ver
nederen opdat ik je zal smeeken, ga uit mijn weg,
jti hebt mij toch niet meer lief. Wat kan ik dan
nog voor je zijn. en walt wil je van mij
„Jou wil ik hebben wil ik je, anders niets. De.
liefde is in mij,'dood, toen de honger in mijn. inge
wanden woelde en de zon mij den schedel uitholde.
Maar éen; doel heb ik nog en dat doel ben jij,
Jutta."
Zij vraagt niet meer wat hij van haar wil. Naar
den grond kijkt zij, als lagen daar de toekorustkaar-
ten uitgespreid, die voor haar nog een, laatsten troef
i moeten bevatten. Heeft zij di,e gevonden? De kramp-
1 ach tig vertrokken gelaatstrekken ontspannen, zich,
worden zacht ale in zich overgevende zwakte.
„Horst!" Zacht en zoet klinken deze woorden.
„Horst, ik smec-k je, je ziet ik kan het niet meer
j uithouden, ik kan niet meer staan, geef mij tijd,
geef mij tijd
t „En je bruiloft, Jutta?"
,.ïk »al die uitstellen." Zij zegt deze woorden met
groote moeite en is nu.werkelijk aan het eind van
haar kracht.
„Dus jo zult je bruiloft uitstellen Mooi, Jutta,
en je zult ook tijd hebben, het met mij eens te wor
den. Een heeleii' dag, tot morgenavond. Dan ver
wacht ik jelreisvaardig."
Hij noemt het hotel in de stad waar hij logeert
en een gebiedend gebaar ondergroept zijn woorden.
Z-ij knikt op alles, zij is haar zinnen bijna nief
meer machtig. Ja toch ja alles beloven, alles
hopen laten, slechts heengaan moet hij, heengaan.
Maar nog eens klinkt die gruwelijk-wreede' stem:
„Je denkt aan vluchten, Jutta. Het zou jammer zijn
van de vergeefsche moeite. Ik vind je, waarheen je
ook gaat. En je zult je vajsche kussen, je vaische
eeden inlossen al zal ik nog eens veertien jaar lang
alle hoekjes der wereld doorvorschen. Tot zoover
totIziens Jutta Gerlpnd."
Hij is heengegaan. Met strakke, doffe oogen kijkt
Jutta rondom zich.)
Wat nu te doen mijn God wat nu te doen?
Verleden, spookgestalten en reuzenvuisten, zij doe
lman met zooveel li sten en zooveel kunsten opge
bouwd leven te vernietigen en is er voor ha,ar
nu nog uitkomst, nog redding?
Er is geen helder den,ken, geen helder herinneren I
in haar, als zij eensklaps als een dolle de bel door i
het huis doet klieken totdat het meisje,binnen-snelt.
„Mevrouw era Godswil, moet ik den dokter y—I
„Neen, neen." Jutta grijpt het meisje vast. „Neen,
luister, i jij bent mij steeds trouw geweest. Help
mij ook nu. I'ak alles in mijn koffers! Ik moet op
reis
„Mevrouw en.ik moet niet
„Neen. niets moet jij. Slechts zwijgen zwijgen,
Eu morgen weggaan uit dit huis. Ik geef je geld.
En je moet alles op orde brengen wat ik achterlaat.
En de sieuleis aan mijn advocaat in de stad bren
gen en de l rieven, die ik nog'zal schrijven bezor
gen en
„Mevrouw o.God!" En weenond houdt 't meisje
haar meesteres vast, die haar in de a"uen is ge
zonken.
HOOFDSTUK 24.
„Ditmaal is het mij ernst met mijn afscheidsgroet,
wanneer je dien van mij ontvangt ben ik ver weg.
Heb je mij werkelijk lief gehad doe dan geen on
dersoek naar mij. Een sterkere dan gij en ik is
gekomen en, heeft met het recht van een sehuld-
eisohevleen schuld ingevorderd, dié veertien jaa,r oud
is. Vaarwel Detlef Palmcr, vraag niets en doe geen
onderzoek, je ziet mij nooit meer.
Jutta."
Slechts met moeite bleef Palmer zijn gevoelens
feester, nadat hij dezen brief gelezen had, die hem
zooeven door een bode gebracht was. Trots de
koude reèd hij dadelijk na,ar de villa» steeg voor
•fntta's huis af en trok aan de bel van dej gesloten
tuindeur. God zij dank, de huismeester kwam. met
dien kon hij tenminste pralen.
Waar of mevrouw Gertan.d was, riep hij den man
toe. Deze moest bepaald bevel hebben ontvaugen om
zijn mond te houden, hij was tenminste zeer karig
in zijn antwoorden. Dit wist hij niet. en dat wist
hij niet. Mevrouw was 's nachts met de juffrouw-
vertrokken. Kij zelf moest voor dezen avond zijn
biezen gepakt hebben en den sleutel bij den advo-
eaat brengen. Zoo was alles door mevrouw Gerland
bevolen geworden, andere bijzonderheden wist hij
niet.
Paimer vroeg ook niets meer. hij wist. het was
tevergeefsch. Een donker gevoel dreef hem te paard
naar het station, daar stalde hij zijn, paard en ging
naar de stad. Wat hij daar wilde, had hij zelf niet
kunnen zeggen. Gedurende: de reis zat hij met strak
ke oogen voor zich uit te staren.
Wie was Jutta Gerland in waarheid? Een, groote
comedïante of een onwaardige? Zijn gansche ziel
kwam. in opstand daartegen. Een schuldige mis -
schien, een koudhartige speelster aan de roulette
van het leveneen geluklooze beslist.
Of hij haar liefhad in de oogenblikken, dat
over haar nadacht als ever een wezen uit
verre verleden'.' (X dat zij vanaf heden met
scherpen ruk van hem was losgesneden?
Hij, had geen antwoord daarop.
Toen de trein stilhield en hij uitstapte'en het ge
woel vaji de groote stad rondom hem was. stond hij
eerst als een, dde absoluut niet weet. wat te begin
nen.
Plebt ge mij werkelijk liefgehad doe dan geen
onderaoek naar mij. Dat waren de woorden, die hem
vleiend de? hand op den' mond legden.
Toen loste de loodzware last zich van hem
en het} was hem, als had het noodlot zc'.i ge?.;:
ken: „want alle schuld wreekt zich op aarde."
hij wist nu plotseling dat hij met de kwelling A" ep.
dit uur betaakle de smart die hij aan een
had berokkend en dat hier in het levensvoo^?^ld%%-!
van Jutta de oude rekening eveneens opging:g^aAt
alle schuld wreekt zich op aarde." - a
i4
Wordt verval
htJ
het
een
-v E