Grap ui! Lil- ei TmÉoiiw. Mama rookte sigaretten, blies geurigev blauwe wolk- fes omhoog. NelJy las. Haar groote. onderzoekende oogan dwaalden dikwijls van haar lectuur naar haar visa-vis, cn ontmoetten dan een blik. <lic zeer lie- schritten zich telkens afwendde. Die blik van den clegmlen, voornaam uitzienden «medereiziger deed haar onaangenaam aan, gif hóór .een önbehaag'ijk gevoel. In den auderen hoek zat ook een reiziger, even- tens een jonge man. over wiens open gelaat nn en elan een glans van stil genoegen vloog. Tol hem voelde zij zich veel moer aangetrokken, als vus hij een oude bekende, een goed vriend. Jïjj beviel haar beter, veel beter dan die elegante heer tegenover haar met zijn deftige manier van doen. Deze laatste begon een gesprek met mevrouw As- schuobach. de evenzóo deftige vrouw van den Ilan- «ürtsmad. Hij stelde zich voor en reikte haar zijn fcaar'lje over. „Vorst Obeloff F.on Russische vorst I .Mevrouw was verrukt. Hij sprak zulk heerlijk ge broken Duïtseh' met zulk elegant gebroken Fransch •er tussclien door. Nelly hield zich buiten hel gesprek en bleef uit hu ir hoekje den ander gadeslaan. Mama had haar het kaartje, overgereikt. Een vorst, een Russische vorst, natuurlijk een schat rijke vorst, die. zooals hij juist vertelde de heele we- Jreliï kende, een „Globe troltor'' ,die in stilte haar Sief had en haar mama 't hof maakte, om harentwil notuurlijk, dat was wat nieuws/voor haar. Hier konden lret niet papa's mil.lioenen zijn, want «tour wist hij niets van;-in dit geval «noest zij zejf. «moest haar persoonlijkheid 't zijn, die op hem indruk «maakten. Thans begon het gesprek toch ook haar 1e intc- ressoeren. Hij sprak over een berenjacht, met detni Tsaar. Steeds geanimeerder werd het gesprekai voortdu rend. duidelijker sprak tot haai- zijn be teekerus voRe JbHk. Meermalen sloeg Nelly den blik voor den zijne neer «en als ze dan .weer opkeek, zag ze aan de ovorzijdW vin den coupé den zwijgenden passagier met een vroo- lijk Jachie. trillend om de mondhoeken en een onbe schrijfelijk spot lenden blik. „Mevrouw heeft zeker te Parijs reeds kamers be sproken?' vroeg de vorst. Mevrouw Assehcnbach «noemde den naam van een der voornaamste Parijscho Jhotels. „Mijn man heeft daar twee kamers voor ons ge reserveerd.'" „Oh £ool Als ik te Parijs ben, neem- ik daar ook Qltijd mijn inlrek. Een uitstekend hotel, zeer rccomman- rioble werkelijk zeer recommandable; Is dit de «eerste maal, dat u Parijs bezoekt?" vroeg de verst jverder. „Ja. de eerste maal. Om u de waarheid te zeg- ben ik wel een beetje bang, ziet u. die vreem- taal mijn dochter spreekt wel uitstekend Fransch. tma.ir 't is toch altijd „O .maar uw dochter spreekt werkelijk uitstekend ^Fronsen.*- En plotseling richtte hij zich' geheel tot Nelly, met (een ratelenden woordenstroom. Nolfy lachte. Als men zoo snel sprak, verstond zij erg weinig. „O ,maar in Frankrijk wordt uitsluitend zoo snel gesproken", .beweerde de Rus. „De dames zullen mij zeker wel Sri Hen toeslaan, dat ik u naar uw hotel breng: men kent mij daar reeds.'" ,.'t Is werkelijk zeer beleefd" sprak mevrouw Assen- Ixich. Zij was opgetogen over de voorkomendheid van öc« beniinnenswaardigen vorst. Zij tooverde zichzelf in! toekomst voor de oogen ais schoonmama op hef groote. vorstelijke slot. Nelly mocht zich gelukkig achten. Dal was nu toch geen man, wien het om een rijk huwelijk te doen was. Dat dacht Nelly ook. Eindelijk dan toch iemand, die haar lief had ge kregen zónder bijbedoelingenBijna' dankbaar zag zij hem aan. Warmer 'klopte haar jeugdig' hart onder zijn vurigan. eerbiedigen blik. Zij begon dan ook met zich in haar discours zoo geestig en vroolijk moge lijk voor te doen. De ...-zwijgend©'" had nu een bijna medelijdende trek tap het intelligente gelaat. Maar zij tartte hem met een fleren blik uit. baar rrrofèc oogen en hervatte met lieftallige gratie haar gesprek met vorst Obeloff. Nelly kon nltij-l heel verstandig .en onderhoudend over nlles praten en vond in h^m, den vorst, een onovcrïrefbaren causeur. ESndelijk was de lange reis voibracht. Als een droom was mevrouw A sonbacli de tijd voorbijgegaan. Vorst Obeloff was er uitstekend in g Maagd de weelderige Sanlasïe van de wereldsche dam© een gelukkige rich- tin-g te geven. Men reed te zamen naarhet hotel. Nu nog een nacht uitrusten van de vermoeienissen ea dan. morgen, naar de tentoonstelling, in gezelschap van hem, dn rijken Russis -hen vorst! Töen hij geheel op de hoogte der zaak gebracht was .deed hij zeer ernstig en over zijn gelaat leg de zich een schaduw van, mismoedigheid. „Dat is een zeer onaangename geschiedenis, mijn 3>este juffrouw," zeide hij. „Mijn lastgever heeft •uitdrukkelijk verlangd, dat ik alles zonder verwijl anoest behandelen en ook zonder eenige verschoo- aijng. Ik moest dus wel de meering krijgen dat hier "sprake was aan een zeer lastige of onhebbelijke schuldenaar. Uwe mededeeiingen hebben mij van «het tegendeel overtuigd, maar ik ben jammer ge noeg niet gerechtigd u ook maar eenigszins te ge- snoet te komen. Is uw vader nog steeds niet van «Je zaak op de hoogte gebracht?" Helene maakte een ontkennende beweging. „Ik kan u slechts met, nadruk aanraden uw vader êtedelük van alies op tie hoogte te brengen. Hij icsü wel gemakkelijker dan u een uitweg in deze zaak vinden." Heleno keek een heele poos stil voor zich heen. Den zeide zij, zonder de ooger. van den grond op v.e. tic. ff en, op zachten toon: „Datzelfde heeft mij de gerechts beambte ook reeds aaugeraden en ik kan ti slechts antwoorden, wat ik hem heb geantwoord: mijn vader heeft in zijn leven reeds zulke bittere1 te leurstellingen beleefd, dat hij dezen slag va,n het ïïoodiot niet zou te boven komen. De dokter heeft mij gezegd, dat elke heftige ontroering zijn zieke Biart Iden dood zou kunnen, geven. Wanneer ik ^op- der hoop op hulp van u moet heengaan, zijn wij beidan verloren." Do- toon waarop zij diit- zeide kon hem geen twij- ffol laten, hoe ernstig haar woorden gemeend waren ya haar leed moest hem wel ter harte gaan. wa,n,t de rimpels op zijn voorhoofd werden nog dieper Rap. stond hij plotseling ivan zijn stoel op. „Geduld een oogonbliik juffrouw,'' zeide hij. „Ik zal door de telefoon mij nog een oogenblik met! xaijvi principaal in verbinding stellen en pogen of ik hem niet tot wat medelijden kan stemmen." Hij ging in het kantoor daarnaast en Helehie mok&t wel tien minuten op zijn terugkomst wachten. Toen hij w'eer ever den drempel trad was zijn ge zicht ijiog aneer betrokken dan zooeven. .Het. was ajles tevergeefsch," zeide hij geërgerd. „Aliju nrincipaal w.il van uitstel niets hooren en tégen zijn uitdrukkelijke opdracht.mag ik niet ban delen." Zij- zag dat het hem speet, dat hij haar deze boodschap moest brengen, en daarom deed zij alle moeite om haar vertwijfeling te verbergen. Dan moeten wij on,s in het onvermijdelijke voe- geii,~ verklaarde zij, oogenschUnlijk bedaard. l„Ik dank 11 aoor uw vriendelijke bemoeiing, mijnheer. Ik zal n niet langer ophouden." Zij ging naar de deur en de advocaat volgde haar „Gelukkig benijdenswaardig kind! Je hebt zijn hart veroverd I Met bijna overdreven teederheid kuste jjij haar doch ter. die dochter, die haar tot vorstelijke schoonmoeder zou maken. Een vroolijke zomerzon luchte over Parijs, dis wecl- destad. jvaar a!le natiën der wereld elkander rendez- vous gaven. Aan den arm san den vorst daalde de vrouw van den Handclsraad van de trap van het reus achtige hotel. De kellners bogen als knipmessenvorst Obeloff wist te jmponeerenn, dacht mevrouw Asson- bacli. en een gelukkig glimlachje gleed over haar ge laat. immers, als zijn schoonmoeder zou zy nog veel meer indruk maken „Uw dochter is belooverendals een fee. Een dag. dat ik haar blik niet zou kunnen afsineeken zou mij een kwelling zijn.' Met bevende stem fluisterde hij de gelukkige moeder deze bekentenis in 't oor. Al het sclioone en wonderbaarlijke, dat kunst en we tenschap smaak en weelde hier Jjad saamgebraoht, liet hij do bedde dames zien. Van alles had hij verstand; tui "oyeral wist hij uitleg van te geven. „O. hoe interessantklonk kei telkens weer uit den mond van de gelukkige mevrouw Assenbach en terzijde fluisterde zij meermalen haar dochter in„Kind. kind met hem zal jo oen hemel op aarde hebben! „Nelly zag cr in haar snoeuwwlt costuum met een beschdden dooh smaakvol gouden borduursel, waarin als vlammetjes diamanten schitterden^ allerbekoorlijkst, maar tevens allervoornaamst uit; te midden. Van ai deze internationale schoonheden nam zjj een eerste plaats inwerkelijk een jonkvrouw, waardig ©cn Vor stenbruid te zijn. „Hé ,daar is tclat onuitstaanbare miensch ook 'weer' sprak Nelly opeens en keerde op. in 't oogloopend© wijze den rug toe aan ©en jongmens ch... niemand anders, dan de „zwijgende reiziger'", nog steeds met hel ondoorgrondelijke lachje op de lippen. In zijn ijver om de dames op alle mogelijke wijzen van dienst te zijn. en bij haar in den smaak te rallen, had vorst Obeloff thans evenmin oog voor dezen raad- selachligen reiziger, als gisteren. Hij haalde een kostbaar uurwerk uit den zak. „Binnen een uur komt mijn oom, .vorst Alcxa-n- der Obeloff hier aan en ik zou hem van het station gaan halen. U moet weten, dat hjj. voor mij als een tweede vader is. Als u mij permitteer en wilt zal ik ban aan u voorstellen. Hij zal verrukt zijn u te ontmoe ten en met u kennis te maken.' - Een diepe, onberispelijke buiging vergezelde zijn ver ontschuldigingen een vluchtige en eerbiedige hand kus, en vorst Obeloff verdween. De dames wapen alleen en konden nu vrij uit haar meening over den vorst aan elkander meededen. Nelly glimlachte stil- voor zich heen, terwijl zij ge noot van de fantasiën van haar moeder, maai in het diepst van haar hart voelde zij zich zeer gevleid door de gedachte aan de zoo snel gemaakte verovering van dezen zoo bijzonder geestigen jongen man, die in ie L-.i' geval bij het doen zijner keuze op geld niet behoefde te. letten. „O «maar mama'", zoo plaagde zij, .hij is nog lang niet zoo ver als u wel denkt. Wie weet of hij morgen niet voor de eene of andere schoone Fransch© vlin der knielt.'" „Jij kunt het in ieder geval gerust tegen deze Fran- schen opnemen'", sprak mama met trotsche overtui ging. „Bovendien. je hoort^ dat hij met de Duitsehers geheel sympathiseert.'" Het eene uur verliep i a het andere, maar Vorst Obeloff keerde niet terug. „Nu nog langer op hem te wachten, zou toch wat te gek staan,"' zeide "Nelly, een beetje zenuwachtig door de tèleurstel-ling.j ,,.Ja, en ik begin pok weer hoofdpijn te krijgen,, kipd; de oude migraine. Laat ons maar weer naar onri hotel gaan. De reis en dan voortdurend dat drukke gesprek, en dan de drulcte van de tentoon stelling heeft me erg vermoeid!" „Voor vandaag hebben we tenminste weer genoeg gezien,"antwoordde Nelly. In 't hotel werden beide dames met verwonderde blikken aangezien. Zonder daarop te letten gingen zaj de trap op naaf hare kamers. Plotseling] naderde een kalhier met,de onberispelijk beleefde kellnerbuiging. „De kamers zijn reeds -door anderen ingenomen,, dames." Onaangename verbazing natuurlijk ,bij moeder en, dochter. Vorst Obeloff heeft die koffers reeds laten weg halen; u wild© immers ergens anders uw.intrek ne men! „Vorst Obeloff! Onze koffers!" gilde mevrouw Asschenbach verschrikt en een onmacht nabij. Ook Nelly werd bleek. Maar spoedig kreeg zij haar bezinning terug. „O, dus hij was een een bedrieger een dief!" "I „O hemel, en wij zijn slachtoffers!" steunde haar moeder, wanhopig „Ons geld in de koffers, onze juweelen, onze toiletten alles allés met de oogen. Zoo roerend en medelijdenswaardig scheen het jonge meisje hem toe, dat hij,hét niet over zijn hart kon verkrijgen haar zoo te laten ver trekken. „Nog een oogenblik, juffrouw Harmening,"' ver zocht hij. „Het zou mij leed doen, wanneer u mij in uw gedachten verantwoordelijk stelde voor de hardheid van dezen zakenman. Wees er van. verze kerd dat ik gedaan heb wat, ik kon en ik heb da delijk ook mijn mandaat als zaakgelastigde voor mijnheer Peierraann neergelegd Ik zal voor dien man in geen geval meer als rechtsgeleerde optre den Zij keek tot hem op en een straal van warme dankbaarheid gloeide in haar oogen. „Heeft u dat gedaan? Maar u zult nu nadeel ervan hebben dat ik u heb opgezocht en dat wensch ik beslist niet. Wanneer wij niet te helpen zijn, waarom moet dan nog;een ander daar schade van hebben?'" wat dat betreft behoeft ,u zich daarover geen zorgen te maken. Wanneer ik geweten had wa,t Voö? soort zaken deze mijotheer Petermann drijft, dan zou ik mij nooit met hem hebben ingelaten. U juf frouw zult alles zeker niu wel aan uw vader ver tellen?" I „Ik weet nog niet wat, of ik dóen zal, misschien geschiedt er nog wel eetn wonder." „En wanneer dat wontder L,iet geschiedt, wilt u mij dan beloven, u nog eenmaal met mijin verbin ding te stellen, voordat het tot de verbooping der meubelen komt? .Misschien ben ik wel in sta,a;t u op de een of andere mafnier ,van dienst te zijn. U zult da,n toch in geen geval zorder rechtskundigen bijstand zijn, wanneer u anaors" riiemaud vindt, diie u kan helpen." I-Ielenp stond diaar alts met bloed overgoten,. Zij gevoelde hoe :go.ed deze woorden gemeend waren en toch snoerde een gevoel van pijnlijke beschaming haai' de kool. „Ik --- ik dank u,!" zeide! zijnog een,maal za,cht. „Maar u hebt reeds alles voor mij gedaan wat u kon. Ik zal wel een uitweg vinden. Vergeef mij dat ik u zoo lastig he-b diurven vallen. Goeden inor- 1 gen i De advocaat trad aan hei; venster en wachtte tot-; dat I-Ieler.e zijn hvis verliet. Een govoel van innig medelijden bewoog opnieuw zijn hart, toen hij haai met de oogen volgde en zij langzaam en met diep gebogen hoofd de straat langs liep. De gedachte aan dit in haar radeloosheid en ver twijfeling zoo roerend mooie meisje wilde hem niet meer loslaten. Had hij de vrees niet gehad dat zij hem zou afwijzen, hij was nog vandaag naar Har mening gegaan. Maar hij zeide zichzelf meermalen, dat voor hem elk recht om te helpen ontbrak. Den- volgenden morgen liep hij vlugger dan, zijn „Alles in veiligheid, mevrouw!" klonk plotseling een stem. Voor haar stpnd, met een glimlach op de lippen, de „zwijgend© passagier". ..Ik ben detective; ambtenaar va,n de Russische goheime politie, en had in opdracht, den man, die zich vorst Obeloff noemt, eR een sluwe oplichter is, op heeterdaad te betrappen en onschadelijk te ma ken. Woest u zoo goed en ziet even, of uw bagage in orde is." DIS PROEFZITVELBOERDEÏtlJ IN 1D1Ü. I. Het jaarverslag over 1912 van de „Vereemiging tot exploitatie eener Proefzuivelboerdcrijte Hoorn, word ons toegezonden. De. inhoud ervan is als gewoonlijk zóó belangwekkend en leerzaam, dat wij een gedeelte ervan door onze kroniek in ruimer kring bekend wen- schen te maken. Hel verslag Iaat zich gevoegelijk in twee zeer on derscheiden decleut splitsen. Het eerst© is het cigén- Jijkc vereenigingsverslag, het tweede, voor ons verre weg het meest belangwekkende, doet medted'celing van de in 1912 op de proefzuivelboerdcrij uitgevoerde proef nemingen. Uit het eerste deel dan zullen we ons tol de aanhaling van enkele mededeeiingen bepalen. Het zal zeker géén verwondering wekken, dal de veneönigimg in. de eerste plaa ts herdenkt Ba et a ftreden van haar getrouwen voor zit Ier, den heer Groneman. Gememoreerd wordt, .wat de (lijeer Gronemam voor dp Vere©niging is geweest. Met leedwezen zag men hem d© voorzitlerspiaats ont ruimen. „Zoo gaarne had men gezien, dat li ij nog verschei dene jaren in den familiekring van zijn welverdiende had mogen genieten. Hel heeft niet zoo mogen zijn". „In dankbare herinnering zal blijven al liefgcon hij voor de veieeniging heeft gedaan.' Uit het zakelijk- gedeelte verder het volgend©: Bij de vereeniging was in 1912 bijna 27v5 H.A. land in gebruik, waarvan bijma 15 H.A. werd gehooid Ge middeld oogstte men per H.A. 7131 K.G. hooi. le gen 4985 K.G. rin-1911 1912 wordt dan ook een gunstig boerjaar ganoemd. De hoog; prijzen, welke voor koeien, schapen en varkens, zoomede voor do zuivelproducten werden behaald, gepaaid aan den over vloed aan gras en hooi het eeiMo hooi was echter door de regens in den voortijd heel wat minder van kwaliteit dan laet laatste maakten 1912 tot een gunstig jaar. We zullen de geldelijke uitkomsten van de afzonderlijke bedrijfsposten niet alle nagaan, doch vermelden nog .dal 28 maal kaas werd gemarkt, waar voor gemiddeld f 32.60 per 50 K.G. werd gemaakt. Niettegenstaande cr weinig, vraag is naar g me k!e kaas, kon toch verscheidene malen de hoogste markt wor den bedongen. De veestapel was weder ter beschikking van de Ver eeniging lot Ontwikkeling van den Landbouw in Hol lands Noorderkwartier, voor het afnemen van het exa men tol verkrijgen van een diploma voor goed melken. Dezelfde vereeniging kreeg op een perceel hooiland van de Procfzuivelbcerderij gelegenheid tot het hou den van een beproeving met zwadkeerders. We willen nu liever overgaan tol de bespreking van de genomen proeven, waarvan door de verschil lende proefnemers verslag wordt gedaan, en dan zien we allereerst vermeld een voederproef met weinig hooi cn sterk i.iitcenloopende hoeveelheden eiwit bij molkvéé. Deze proef is de voortzetting van een gelijksoor tig; uit 1911. waarop we dan ook ©enigszins uitvoe rig moeten terugkomen. Aangezien van dc drie voor naamste groepen voedende bcstanddeclen uil het voe der. het eiwit, het vel en de zet meelachtige stoffen, hel eerste hel fh oogst in prijs isN was er voldoende aan leiding om deze proef te nemen, temeer, .daai (dia meerling omtrent de minimale hoeveelheid verteerbaar werkelijk eiwit, welke in hel dagranlsoen van een koe 'met een bepaalde gewicht en een zekere melkpro ductie moet voorkomen, nogal uil eenloop en. Zoo stelt Kellner. de bekende Duitseh© professor, wiens theoriën en voedernormen thans vrij 'algemeen gevolgd worden, als norm voor <eèn koe van 500 K.G. levend gewicht en een dagelijkse!]© melkproductie van 15 K.G. een hoeveelheid verteerbaar werkelijk eiwit van 11001250 Gram per dag, naast een totale zet meel waaide in het rantsoen van 59006850 Gram. Aan deze voor-waarden voldoet ongeveer een rantsoen van 12 K.G. hooi van gewone kwaliteit en drie lijn koeken. Voor een koe. als boven aangegeven, is dit zeker een ruime voeding 'te noemen. Als men daarnaast nu echter berekent, het gehallo- yan een rantsoen, dat in Denemarken blijkens een proef met 12 dieren, voor zoo'n koe voldoende wordt geacht, dan blijkt dit le bevatten 855 Gram verteer baar werkelijk eiwit. Zie hier een belangrijk verschil. Volgens de Dtensche proeven zou een koe, die meer eiwit in haar voedsel ontvang', dan stiikt noodzakelijk is. dit eiwit in het lichaam ontleden, zooals blijkt uü het verhoogde stikstofgehalte- van de uitwerpselen. Laai gewoonte was de correspondentie door, in de hoop daaronder ©en icededeeling var Helen© te vinden. Maar zijn verwachting werd bedrogen,. Zij had hem niet geschreven. Hij bleef daarom in denzelfden pijn lijken toestand van onzekerheid, die hem gister al zoo had gekweld. In den loop van den voormiddag werd daaraan op een onverwachte wajze een eind gemaakt. De bel van de telefoon .ging er. de bureauchef kwam melden, dat mijnheer reteimann -mijnheer zelf wilde spre ken Trots den tegenzin dien hij sedert gister te gen den woekeraai had opgevat baastte Neuhauser zich om aan den oproep gevolg;te geven. „Advocaat Keuliausèr, wat wenscht u van mij?" ..li wilde u alleen zeggen dat u zich gieter on- noodig hebt opgewonden. De rrenschen zijn, eenvou dig bedriegers, die door allerlei streken va,n beta len pogen vrij te komen. Wanneer men;dat soort.de tanden eens laat zien, komen zij; wel met het geld voor den dag. De gerechtsbeambte Dobrow deelt *Tuij zcoeven mede diai juffrouw Harmening bij,hem is geweest en alles tot den lnatstén cent toe heeft betaald. Zij moet zelfs met een briefje van dui zend mark gekomen zijn, dat hij voor haar moest wisselen. Wat zegtu er nu wel van?"' „Ik zeg u, dat mij deze zaak niets meer aan gunt en u zich de moeite van mij den uitslag! te veriteAlen had kunnen besparen, Basta." In waarheid echter -interesseerde dezemeidedeeling van 1'etermann hein Verbazend Hij had daar eigen lijk blij om moeien zijn, dat het jonge meisje ge slaagd was zicliT uit haaat geldverlegenheid: te redden. Maar vreemd genoog, kon, hij. een gevoel van, spijt niet onderdrukken ró- hem was nu elk voorwendsel om haar nog eens te, ontmoeten immers onitnomen. Verdrietiger nog dan iaij was opgestaan, keerde Neuhauser naar zijn scihrijiftafel terug en ofschoojn hij geen enkele reden meer ha,d om bezorgd te zijn ever Hel ene,, ging ikein het werk zeer slecht va,n do hand. HOOFDSTUK 3. „Wel wat heb je toch kin,d? Dat is nu reeds de vierde maal dat je na^T buiten gelooperu bent. En (daarbij zie je er zoo opgewonden uit, als was je ik weet niet wat overkomen. Heb je soms op de een of andere manier een geheim voor mij?" Deze woorden werden gesproken door een grijzen, gebogen man met een 'mager gelaat. Hij zat voor een lange tafel, waarop de opgezette1 adelaar stond en. was er mee bezig een martervel te praepareeren. Uit de vraag die hij zooeven tot zijn dochter riohtte klonk veel minder ©en verwijt dan een ernstige be zorgdheid. „Het is niets lieve vader, werkelijk niets. Ik ha,d men hel eiwitgehalte lol een bepaald minimum dalen, dan vermindert steeds het stikstofgriialt© v-an do uit werpselen en wordt dus op het eiwit in het lichaam bo- zuiiügd. Ras als het eiwitgehalte van het voedsal be neden het bepaalde minimum daalt, heeft de eiwit- besparing plaats docr vermindering van de melkgift. Volgens deze gegevens zou ur dus een zeer be langrijke eiwitverspilling plaats hebben, indien men de melkkoeien voederde r.aar de voedemormen yan Kell ner. Om dil na tc gian was de proef ingericht. Do proef werd in 1911 genomen met 2 zooveel mo gelijk gelijke groepen koeien, herfstkalvers. elk van U stuks. Zoo'n vcederproef is verdeeld in een voorperiode, de hoofd- of eigenlijke proefperiode en de naporiode, dio weer door overgangsperioden in elkander overgaan. Door die inrichting kan men de gelijkmatighc.il der groe pen booordoelen en de natuurlijke wijziging in dc cij fers, door 'het voortschrijden van de lactatiepcriode tij dens de proef in rekening brengen. In dc voorperiodc. durende yan 21 December tot 16 Januari, ontvingen alle dieren per 1000 K.G. lovend ©wicht in het rantsoen naast 10.2 K.G. zet meel waarde .08 K.G. verteerbaarr werkelijk eiwit Per koe van gemiddeld ongeveer 585 K.G. levend gewicht, werd n 1. toegediend 6 K.G. hooi. 6 K.G. haverstroo. 15 K.G. bieten, 2 K.G. lijnkoeken en 1 K.G. soiakoek. In de hoofdperiode, loopende van 23 Januari tot 1 Maart, werd nu aan de eerste groep, dio oen eiwit- arm rantsoen ontving, per stuk toegediend 6 K.G. hooi. 5 K.G. haverstroo. 30 K.G. bieten. ,1 K.G. sojakoek cn i/o K.G. lijnkoek, bevattende per 1000 KG. le vend géwicht naast 10.8 K.G; zetmeel waarde 1.60 K.G. verteerbaar werkelijk eiwit. De „eiwitrijke., groep It ontving per stuk 6 K.G. hooi, 6 K.G* haverstroo. 8 K.G. bieten. 1 K.G. sojakoek. 2 K.G. lijnkoeken eii, 1 K.G. maismeel, bevattende per 1000 K.G, levend ge wicht naast 11 K.G. zetmeelwaardé 2.33 K.G. verteer baar werkelijk eiwil. De gemiddelde melkopbrengst per dag cn per proef dieren bedroeg voor de ,veijVitai'me' groep in dc voor- periode 16.7 K.G. en voor de andere groep eveneens 16.7 K.G. In de hoofdperiode whs de melkproductie resp. 14.9 en 14.8 K.G. Het gelialte aan vet en droge stof in de melk van de koeien \an beide groepen liep in de verschillende perioden ?iiet noemenswaard uileen, terwijl eveneens nel levend gewicht zeer juist bleef overeenstemmen. Eveneens waren de kaasopbrengslen van loeide groe pen zeer gelijkop 6 proefdagen werd van gezamen lijk 924 K.G. melk van groep I gemaakt 74.8 en van gezamenlijk 930 K.G van groep II 74.2 K.G. kaas gemaakt. Het -resultaat van de ve.sehillcnde voe dering was dus g -lijk te noemen. Volgens een zeer nauwkeurige berekening, gedeel- jjaz ]Ot{ ui'A uaisoopponpoad op do p.rooseqoS >{fi[oj teelde voeder, bedroegen de voederkoslen in de hoofd periode per dag cn pgr koe voor de „eiwitarme" groq» 58.5 ets., voor de eiwitrijke g'oep 81.6 ets., zoodat do eiwitarme voeding veel voordeeliger uitkwam dan de eiwitrijke. Tol zoover het resultaat van 1911. In 1912 werd, zooals reeds gemeld, do proef met eenige wijziging voortgezet. In de hoofdperiode, loo pende van 21 Januari tot 28 Maart, ontving nu elke koe van de eerste (eiwitarme) groep per dag 8 K.G. hooi. 5 K.G. haverstroo. 35 K.G. voederbieten. K.G. sojakoek, G K.G. lijnkoek en 1/2 K.G maïsmeel, bevat tende por 1000 K.G. levend gewicht, naast 11.4 K.G. zctmeclwaarde 1.48 K.G. verteerbaar werkelijk eiwit. Groep II ontving per dag en per koe 8 K.G. hooi. 5 K.G. haverstroo, 10 K.G. voederbieten. 1 K.G. soja koek, 2 K.G. lijnkoek ai 1 K.G. maismeel. bevatten de per 1000 K.G. levend gjwicht 11.9 K.G. zet moei- waarde cn 2.41 K.G. verteerbaar werkelijk eiwit. De gemiddelde dagelijkschè melkopbrengst wes vooi' do beide groepen resp. in de voorperiode 17.5 cn 17.2 K.G. cn in d: proefperiode 15.2 en 15.5 K.G. lil de verdere resultaten, die niet zóó geheel over- eenstemdcai als jn 1911.. doordat <1; eiwitrijke groep per klag ongeveer.51/2 et. meer waarde ain melk produ ceerde, liet zieih afJeiden. dat de dageüjksohe ranlsoe- nen gemiddeld 'hadden gokost resp. 66.5 en 88 ct. Hierbij, is grokend, dat men de bieten zelf teelt. Moet men deze koopetn a f 7 die 1000 K.G., dan wordt, de prijs van Biet eiwitarme rantsoen 10.5 ct. per dag hoogten-, waardoor het voordeel van cle ciwitbespariog bijna gi heel verdwijnt en inkrimpt tot 5 ets. per dag en per koe. „Uit deze proef en -die van het vorig;- jaar volgt dus, dal de betrekkelijk eiwitarme voeding van melk vee vo-wdeeh'ger uitkomt dan de eiwitrijk©; de min der sterke ©iwil'besparing van hel eerste proefjaar bleek echter voordeeliger dan de groot© ei wirbes paring '„va n het tweede jaar, terwijl het rantsoen voor Hollandsch) vee te ciwitarm is. Hel volgend jaar zal de pi-oef met een ie's meer eiwitarme voeding dan in de meeste weidebédrijvan in Holland gebruikelijk is, met tijdkalvers worden voort gezet. en zal getracht worden een en ander zóó te rege len. dat de proef pp stal direct kan aanvangen. mevrouw Ilartzehbusch zoo gaarne nog een,maal ge sproken. Het maakt mij' wat; ongerust, dat zij nog steeds niet tlrufe i®. Om dezen tijd van. den. dag pleegt zij anders nooit uit te gaan." „Ik vrees Helene, 'dat je niet heelemaa.1 oprecht tegenover mij bent. Sedert gister wil je mij maar niet bevallen. Heb je geen vertrouwen; meer in je vader?" Zij lïep op den ouden man toe en sloeg Jiefkoo- zend haar arm om zijn hals. „In wien zou ik dan wel vertrouwen hebben,; wanneer het niet in u was? Ik heb immers niemand anders dan u?" Teeder streek Johann Hai-mening met de magere, gevende handen over haar zacht, glanzend haar. „Mijn lief, lief kind. 't Is erg genoeg, dat je nie mand anders hebt dan mij en geen enkelen, vriend of vriendin. Ik heb geen an;dere wensch ,op aarde, dan dat dat anders wordt-" ,.lk ben zoo volkomen tevreden,'" lachte 'Helene. „En wanneer t e nood apn den man komt, vindt men zijn vrienden! wel, 'soms daar waar men ze in het geheel niet had verwacht." Weemoedig schudde de oude het hoofd. „De er varingen van mijn 1 ie ven, zijn nu juist niet zóo, dat ik het met deze redeneering eens ben. Ik heb veel meer steeds gevonden dut men in den pood zijn vrienden verliest, die men meende te hebben-1 Maar wat. heb je toch? Waar luister je nu weer naar?" „Ik dacht -dat lik den stap van mevrouw Hartzen- busch op de trap h-oorde." „Nu wij daarover toch samen spreken, zou ik je wel willen zeggen, dlat mij den omgang met. die vrouw niet aangenaam iis. Ik vind haar niet d'a rechte vriendin voor een; jonig meisje. Men weet niets va,n haar Iverleden en van haar omaatundighe - den. Dat zij met haar man in een echtsohoidlnjgs- proces is, is ook «1 geen aanbeveling." Helen© was op eenimauli. vuurrood geworden. ,.U doet haiar groot onrecht, vader," zeid© zij haasbig en, zoo beslist! dat Ha-rm-enjhg haar verwonderd aan keek. „Zij- is de, beste, en edelste vrouw van) de wereld." „Sedert wanneer heb je zulk een'groote vereerfng voor haar?"' vroeg de o-u.de. „Nog voor weinige da gen, ha-dt'je verschil!enjde dingen op haar aan te merken." J „Ik ken ook nog'maar sedert kort haar waar ka rakter en zou zeer ondankbaar zijn, wanneer ik an ders dar. met vereering over haar sprak. Maar u verlangt niet van mij, dat ik u daarover nu meer verte!. Er is niet alïeen sprake van mijn eigen aan gelegenheden en mag ik er dus met u niet over spreken." Dat zij iets voor hem verborgvond de oude man blijkbaar zeer onaangenaam. Maar hij drong niet verder aan en ging met zijn werk door. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1913 | | pagina 10