t Grepen rit Lal- en Won*.. EEN KUNSTENAARSLOOPBAAN. 61 Reine Handen. Zaterdag 8 Nov. 1913. 57e Jaargang. No. 5273. DERDE BLAD. KALKBEMESTIXG. I. Als men in de meesle streken van onze provincie 'het gebruik van kunstmest eens nagaat, dan blijkt, dal plaatselijke -omstandigheden van grond en cultuur een zeer begrijpelijken invloed op de keuze en de hoeveel heid der gebruikelijke meslstoffen uitoefenen. Phosphor- jzuurhoudende kuiistmeststoffen kunnen zonder aarze len zeer algemeen worden genoemd, op de kleiachtige gronden voornamelijk als superphosphaat, op de zand en veengronden meer als slakltonmeel. Stikstof houden de kunstmeststoffen zijn In den akkerbouw in de meeste streken geheel onmisbaar geworden, voornamelijk als chilisalpeüer en zwavelzure ammoniak. Wegens de doel treffende aanwending als overbemesting vooral In hel voorjaar, wordt cMMsalpeler wel het meest gebruikt. Met de kalibemestiing staat het geheet anders. In vele streken wordt deze nog maar zeer matig toegepast. Op de zandige gronden is do aanwending van kaïniet ech ter geheel onmisbaar gewordan. Zonder twijfel zal ech ter ook op de betere bouwgronden de kalibemesling niet uit kunnen blijven en zullen in de eerste plaats aardappelen cn bieten zich het dankbaarst er voor toornen. Hoe staal het nu met de kalkbemesting? De bekende wet van het minimum wordt toch immers populair vaak als volgt verkondigd: „Van de stoffen, welke de darden voor den opbouw van haar lichaam noodig lebben, komen vele in voldoende male in de gewone gronden voor en behoeven derhalve geen voorwerp van zorg voor den landbouwer uit te maken. Met 4 stoffen echter staat het vaak anders, n.L met de stik stof. het phosphorzuur, het kali en de kalk. Zorgt derhalve door bemesting, dat uw gronden deze plan ton voedingsstoffen steeds in voldoende mate in opneem bare verbindingen bevatten. Wel degelijk wordt alzoo meestal de kalk' genoemd .als een der stoffen, waarop die landbouwer uit een Ioogpunt van bemesting zijn aandacht gevestigd; moet houden. Met uitzondering echter van in d!e streken ïnet di luviale zandgronden, bijv. in het Gooiland, wordt de kalkbenuesting zeer matigjes toegepast. We zouden niet gaarne beweren, dat dit af te keuren is. De bijzondere uitwerking van een kalkbeiniesting, zooals die in de laatste jaren is bekend geworden, spoort meer 'tot een groote voorzichtigheid, aan bij de aanwending V&ni kalk als meststof. Het onloochenbare feit echter, dat kalk voor Hot plantenleven absoluut onmisbaar is, dwingt op knik arme gronden tot kalkbemesting. Hieruit volgt tevens, dat de meeste gronden in onze provincie van nature voldoende kalk voor den plan- n ten gr oei bevatten. Waar niet geregeld met kalk bemest wordt, gaat echter de kalkvoorraad onherroepelijk achteruit. 1 Op zeer sprekende wijze blijkt dat bijv. uit de cijfers verkregen door een 'speciaal onderzoek van den beken den Prof. Marcker, welke den grond van eenige Oldcn- Bffj burgsche zeepolders op het gehalte aan stikstof, phos- e Ubphorzuur, kali en kalk onderzocht. Deze polders waren respectievelijk ingedijkt in 1852, 1822, 1780, 1732 en 1659. Voor stikstof en kali bleek hierbij niet van een pi regelmatig© daling van liet gehalte van den grond aan 11 I deze voedingsstoffen. Geheel anders stond het met hel Ltj phosphorzuurgéhalte. Dit bedroeg resp. 0.250, 0.235, 0.193, 0.152, en 0.15.1 pel. Sprekender waren nog do I cijfers voor de daling in het kalkgehalte van den bo dem met het toenemen van den ouderdom van den. polder. Respectievelijk toch, van den jongsten tot den oudsten polder, bedroeg het gehalte aan kalk van den grond 5.28, 5.16, 4.88, 3.87 en 2.27 pot. Hoofdzakelijk is de uitspoelende werking van het regenwater hiior do oorzaak van kalkverlies. Al zeggen deze cijfers niet alles, en al beamen we gaarne, dat een Scheikundige analyse van een grond r «hts een zeer gebrekkig inzicht geeft in zijn be- ,-stingstoesland, toch blijkt voldoende, dat te een of f.«®deren tijd een kalkbemesting voor bepaalde gronden eens op haar plaats kan zijn. Het is ondsrlusschcn wel een van de moeilijkste ken, de uitkomsten van een kalkbemesting behoor- te beoorieeien. Wie uil een gunstig resultaat con- L leert, dat de betreffende grond minder opneembare uk bevatte dan voor de voeding van het gewas nood- rab zakelijk was, zal in misschien de meeste gevallen de ieg kal geheel misslaan. Dit komt doordat de kalk ook iejrf m andere opzichten invloed uitoefent op den grond m \vn alleen door de vermeerdering van de hoeveelheid -1 plantenvoedsel. en. Als we dit nagaan, willen we er eerst op wijzen, dal Feuilleton. 9 kalk geheel tegenovergestelde eigenschappen hoéft als i een zuur. In tde scheikunde rekent men de kalk tot basis. Deze stoffen verbinden zich gretig met zuren. De ver bindingen die daarbij ontstaan, zijn óf niet zuur óf j althans minder zuur dan het zuur waaruit ze zijn gevormd. Mm zegt derhalve, dat kalk de zuurheid! van dm grond kan opheffen of temperen. Op zure gronden kan een bemesting met kalkhou- dende stoffen daarom zeer op haar plaats zijn. Aan dm anderen kant moet echter niet uit het oog ver loren wonden, dat, waar meer kalk wordt toegediend dan voor de neutralisecring van de zuurheid van den grond noodzakelijk is, dc grond basische eigenschappen zal bekomen. Nu is een zwakke basische reactie san den bodem ongetwijfeld zeer gesvenscht, doch de onder zoekingen naar aanleiding van de Veenkoloniale haver- ziekte ingesteld aan het Rijkslandbouwproefstation te Groningen, hebben eveneens aangetoond, dat een eenifp- zins sterke basische bodemreactie zeer ongewcnschtö bodem veranderingen te voorschijn kan roepen. We ko men hierop nader terug Niet alleen zal de kalk nuttig werken tot ophelGng van de zuurheid en bepaald zure gronden, doch ook in de goed ontwaterde bouwgronden is kalk liiervoor onmisbaar. Door bepaalde bacteriologische bodemprocessen toch ontstaan Jgeregeld zuren, die, werden ze niet voortdurend geneutraliseerd, izich zouden ophoopen en een zure j bodemrea^tie in het leven roepen, waar door die processen tot, stilstand zouden komen. We hebben hier voornamelijk het oog op de omzetting va,n ammoniaksLi'kstof in sajpeterverbinidingen, dooi de levenswerkzaamheid van de z.g.n. nitrificeeren.de bacteriën. Dit proces, dat wej.reeds behandelden in de eerder verschenen artikelen over de stikstof hou den- de kunstmeststoffen, komt hierop neer, dat de ammo niak, die i zelf ook basisch is, wordt veranderd in sal peterzuur. 1 Was de ammoniak zelf reeds gebonden aan een zuur, dan wordt dit laatste eveneens vrij. De ontstane zuren zijn voor de nuttige nitrificeerende bacteriën zeer schadelijk, zoodat aanwezigheid van een base in den bodem en dat zal daar hoofdzake lijk de kalk zijn een voorname cisch is. Ook anacre omzettingen in den grond, met name rottingsprocessen, worden door de aanwezigheid van voldoende kalk in de hand gewerkt, doordat de meesle bacteriën, welke deze omzeilingen bewerkstellingen, het best leven in zwak basisqhe, althans niet zure omgeving Het is evenwel ook mogelijk, dat deze omzettingen, vooral waar het de humus van den bovengrond be treft, door een kalkbemesting te sterk aangedreven wor den. Op humusrijke gronden zal dit gevaar niet zoo spoedig aanwezig zijn, doch op de lichtere zandgron den dient men zeer zuinig met de gewoonlijk toch al niet rijke humusvoorraad te zijn en zou een kalkbe mesting aanmerkelijk nadeel kunnen veroorzaken. Men ziet, dat de kalk in den bodem belangrijk in direct invloed op zijn gesteldheid kan uitoefenen. In het volgend artikel zullen we met nog enkele vatn die indirecte werkingen van die kalk kennis maken. Door ALFRED HEDEXSTJERXA. "Willy Plantin was het i eerste kind vajn een, fanulie die er warmpjes inzat, eln bijgevolg een genie. Hebt ge ooit in I gezinnen, waar men niet met geld zorgen heeft te kampen, van het eerste kind hoóren, zeggen, dat het niet begaafd is, dat het verkeerde neigingen toont, of zelfs dat het dom is? Ik nog nooit! Integendeel. Het „eerste i kind'" is altijd „hoog begaafd", het „spreekt verscheidene maanden, vroe ger" dan andere kinderen, het „kent de huisgenoo- ten reeds met de drie weken", het „geeft reeds met de vier maanden bewijzen van verstand en slimheid" en i wanneer het anderhalf jaar oud is, zegt het lerlei! verstandigs", dat bij de koffiepraatjes door vor- wanten en vrienden! verder wordt verteld en waar over 1 de dienstmeisjes op de markt onder elkaar bab belen. I Natuurlijk vindt dit falLes zijn grond in, de spik splinternieuwe ouderliefde, die bij een eersfcgeborelnp alles beziet door het prisma der liefde en bewonde ring; maar toch is het ook!wel te begrijpen, dat. al die talenten sneller toit, ontwikkeling gebracht wor den bij een baby, waarmee, men zich twintigmaal meer bemoeit dan met latere barbies. De meeste eerste kinderen zijn dus „gelnieën". Hunne „verstandige praatjes" op den leeftijd van twee jaar worden gevleugelde woorden in de fami - He; de kindertjes zijn „philosofen" metdrie jaar en „geestig" als ze vier zijn. Wanneer de moeders ze op den schoot hebben enJ de oogen dicht doen, toovert hare moederliefde in de verbeelding hun reeds de ordeteekenen op de borst of de generaalse pauJetbon op den schouder. Maar somtijds bracht het leven heel andere uitkomsten, dan deze droomen; het'loopt het „genie" tegen, de hoovgecLecoreerde slaagt niet bij het examen, de generaal brengt het niet verder dan tot gepensionneerd kapitein- Zulk een „genie" was Willy! Plantin, hoewel de hoog heidsdroomen zijner oudiers noch een uniform, 'noch een, ministerszetel tot onderwerp hadden. Hij j had „kunstenaarsbloed" in de aderen, omdatzijne moeder retoucheuse bij een photograaf was geweest. Zijp „In tplaats van een antwoord, een vraag mijnheer Delmonte." zeide de politie-directeur. „U kent detoo- neelspeelster. Ada, Leoni?" „Ik heb u immers reeds gezegd, dat ik haar ge kend heb." „Uizeidet, tenminste als ik het mij goed herinner, sfeohts dat u haar wel eens op het tooneel had ge zien. Ik bedoel reen kennen buiten het theater om." „Welnu, Ija, ik heb haar ook gekend buiten het theater lom." „En u Jwist dat zij hier was? hebt, vergeef mij mijn indiscrete vraag, haar in het hotel bezocht?" „Ja." „Weinige 1 uren voor zij zelfmoord pleegde?" „Ja." Xort en beslist had Delmonte het woord uitgestoo- n. en zijn koude oogen waren, onafgewend met door dringenden blik (op het opgewonden gelaat van den politie-directeur gerlfcht. Weder I volgde er een 6econdenlahg zwijgen. „Nu, heeft |u mij, nog meer te vragen,?" „Ik |ik zou u dankbaar zijn, wanneer u mij zaudt willen I mededeel en, wat, er bij het bezoek van u, tusschen u en jde tooneelspeelster is voorgeval - len." 1 '„Niets, dat Iik u heb te verzwijgen. Ik kende Le oni van een verblijf in, Oostenrijk een vluchtige, lang vergeten liefdesgeschiedenis van een zomer. Daai kreeg ik op een, (zekeren dag tot mijn onaangename verrassing van haar een I brief in welken brief zij irij meedeelde, dat zij mij hier dringend moest spre ken, daar zij zkh in pijnlijke 'geldverlegenheid be - vond. Een man van eer pleegt anders niet over zulke dinger te spreken,. Maar eerstens spreken |wij hier van een doode en ten tweede heeft het werkelijk den schijn alsof ik mijn betrekkingen tot deze dame moet rechtvaardigen. Ik overlegde met mijzelf of het niet het Ibest zou zijn, wanneer ik haar eenyoudig een flinke som gelds zond naar het hotel. Maar dan vond ik het toch beter om haar niet te kwetsen en haar ta bezoeken. Zij was zeer verheugd en ontving mij zoo vriendelijk, zooals nu eenmaal haar aard was. Om lalle misverstand te voorkomen, deelde ik haar dadelijk Imede dat ik van plpn was om mij te ver loven,, en, dat dit'eersite bezoek daarom ook het laat ste moest zijn. Dit nieuws npm zij blijkbaar niet heel tragisch |op, daar bij haar de indrukken van die liefdesgeschiedenis 'tusschen ons, zeer verflauwd wa ren en wij Ischeidden van elkaar als goede vrienden, nadat ik aan haar geldverlegenheid op een vrijgevi ge wijze een eind had gemaakt. (Daar heeft u nu de heele geschiedenis. Ik hoop Idat u nu tevreden is." „Ik persoonlijk 'zeker. Ik had wel gewild, da,t ik dit alles reeds op den eersten dag had geweten. Over de motieven,tot den zelfmoord is u zeker niets bekend?" j „Niet het geringste. Leone maakte wel een aandui ding tegenover mij, dat haar bezoek hier niet alleen om geldaangelegenheden plaats had. maar dat er ook een hartszaak mede gemoeid'was. En ik vermoed dat zij een ontrouwen aanbidder is nagereisd. Iets be slists deelde zij mij daarover niet mede en ik had ook niet het minste belang ,'haar daarnaar te vra gen." „Dat is begrijpelijk. Is 'u wellicht nog in het bezie van het schrijven, waarin Leoni iu verzocht hier in het hotel te komen?" „Waarvoor houdt u mij, mijn waarde? lEen stu dent van. het eerste studiejaar mag een Idergelijk briefje als dierbare Teliquie bewkren, een |man op mijn jaren en, van mijn ervaringen gooit zulk een vodje dadelijk in het vuur." j „Nu, het zal ook zonder! Idat briefje wel spoedig in het reine zdjn. Ik heb het bericht mijner beamb ten nog n,iet ontvangen, maar ik twijfel niet -" „Wat beteekent dat? Wat meent |u met dien om haal van woorden? Ik heb u een volkomen verkla ring' van alles gegeven, geheel in vertrouwen natuur lijk en ik zou het lal» een groote persoonlijke belee- diging opvatten, wanneer u de waarheid mijmer woor den eerst wenpehteVte toetsen aan de mededeel!ngen uwer beambten."! „Niets |is minder in mijn bedoeling als u te willen beleedigen. Maar i ik ken op dit oogenblik de rede nen niet, die er toe hebben geleid om mijn beambten te doen optreden, zooals zij hebben gedaan. Boven dien ben ik maar niet gerechtigd om maar willekeu rig in te grijpen in het optreden der politie." „Zoo, Iheht u dat recht niet? Nu het was heel erg als dat waar was. Want op het oogenblik waar- I op mijn naam in betrekking tot deze zaak in, het openbaar'wordt gejnoemd. zal ik aannemen dat onze vriendschappelijke verhouding een einde neemt en or niets meer tusschen jons bestaat, daarnaar zal ik dan ook mijn handelingen tegenover u inrichten." eerste „verlangen" had betrekking op Jeen potlood, en al spoedig kon hij, in hunne oogen, allerlei aar digs teekenen. Soms gaf hij door zijne teekeningqu „geestige gedachten" weer, waardoor zoowel ,de mar ma als het kindermeisje in verbazing j werd gebracht. Toen hij op school kwam, iopenbaarde)n zich duide lijker bewijzen van zijne „kunstenaarsbegaafdhedd". Eeno [„kunstenaarsnatuur" munt in de school noodt uit; zij die zulk eon natuur hebben,, „boemelen" er allen. Willy ,was ook gewoonlijk in do moeste vak ken eeDider minsten. Maar het zou ongetwijfeld Cor- reggio precies zoo gegaan zijn, wanneer dio eene school had bezocht.En ais Willy met zijn slechte, rapport thuis kwam, word hij fceeder in do moeder armen gesloten, alsof hij een prijs had behaald, en over zijn blondgelokt hoofd keek de moeder met van vreugde stralende oogen naar papa en fluisterde: „Je ziet, waar dat,op wijst!" Willy teekende; karikaturen van de onderwijzers en portretten zijner medescholieren, de heele school door, zoolang zij,hem er voor met snoeperij trakteer den, en allen in de klos zeiden dan ook: „Je bent een verduiveld aardige jongen!" J En zijn moeder noodigde de kleine jongens uitzijn klasse bij zich op een kopje melk met jeen koekje, alleen maar om het genot te,hebben, aan hetn te vra gen: „En wie van, jelui .teekent er nu het beste op school?" I „Willy natuurlijk!" antwoordden zij (dan In koor. Eenmaal had hij den onderwijzer in de wiskupde met ezelsooren en bokspoot© p ophet schoolbord ult- geteekend; waarvoor bij door de heele klasse werd bewonderd en toegejuicht; maar longelukkig kon, hij zijn geniaal werk niet meer uitwisschen, voor het origineel het lokaalj binjruenkwam. Een pak slaag :was zijn straf en mama weende, toen haar lieveling .thuis kwam en het gebeurde ver telde. Maar spoedig lachte zij weer door hare tra nen heen en zeide: „Hoe uitstekend!moet hij het wel uitgevoerd hebben als die Jnare vent er zoo vreese- lijk woedend om werd!"j Het eenige wat haar verontrustte, was, dat Willy ook zoo verbazend goed olifanten uit j broodkruimels kon maken en paarden uit het deeg van het kerst gebak, evenals hij alles naar de natuur kon teeke nen. Schilder of beeldhouwer? Dat is,de vraag! mom pelde zijne mama. Zijne ouders stierven, toen Willy de schildersaca demie half doorloopen had, en er was nog een klein beetje van de erfenis over, toen zijn studietijd aan de academie was verstreken. Verkoopen deed hij niets; maar wanneer hij zijne kameraden bij zich op koffie met:cognac inviteerde en hun zijne schilderij en toonde, dan erkende®, zij gaarne, dat dit, of dat „verduiveld knaplgewerkt was". By da groote tentoonstellingen was Willy in ze keren zin zeer tevreden; |immers het publiek wijdde z6q geringe aandacht aan zijn© kunstwerken en be wees zoo duidelijk elk „gemis aan begrip", als ieder groot, baanbrekend kunstenaar bij het begfa van zyn© loopbaan ondervinden moet Zij.hielden zijn „Zonson dergang" voor een Ibrand en zijn „Heiden" vooreen storm op zee. Erger was het, dat de critiek op der gelijke wijze oordeelde. Maar die stond blijkbaar onder den invloed van oudere, tot nu toe beroemde schilders, wien de grond onder de voeten, wankelde bij de verschijning van den jongen Titan. Hij werkte ook als beeldhouwer, hoewel in de mu seums niets van hem te vinden is. Maar een zijner vrienden, een agent in koffie, had een Amor van hem in den tuin zijner zomervi 11a op eene badplaats staan, en zijne keukenmeiden beweerden, de eene na de andere: „Die naakte jongen daar op dat grasperk is totaal een misgeboorte!" Zoo oordeelt het onver stand over het geniale. j Op zekeren dag was zijn geld op, kort daarna had hij ook geen crediet meer, en toen kwam j de honger. In den beginne vond Willy dat „hoogst interessant" en zeide:! „Deze doop ontbreekt nog aan mijn talent" Maar lal heel gauw begon hij er zich toch onbehaag lijk onder te gevoelen, en toen daalde hij zoo diep uit zijne hoogte,neer, dal hij zich als illustrator van een humoristisch blad aanbood. Maar de redacteur was!blind voor zijn genie en wees zijn aanbod af in leep aanval van galgenhumor en zelfvernedering wist hij' zijne levensenergie staande te houden door hierfleschetiquetten voor een brouwerij te teeltenen voor Püsener-i zoowel als voor Lagerbier. Maai" degenius der groote kunst wreekt zich aan hein, die1 zijn talent vernedert en van zijn hoog voet stuk laat vallen.. De volgende brouwer, bij wien hij, aanklopte, smeet hem Jde deur uit. Willy was een soort philosoof, en er was ook iets van een humorist in hem. Anders zou hij misschieyn tot zelfmoordzijn gekomen en het aan de kunstrech ters van latexen tijd!hebben overgelaten, hem te „ont dekken", en aankomende geslachten, op kunstveilïft- gen tienduizenden voor zijne schilderstukken to bie den,. en eikaar te lijf te gaan om het bezit van den Amor in den,tuin van den agent in koffie. In plaats .van aan zijn leven een einde te maken, koek'; hij een photografisch apparaat, op afbetaling maar vernederde zich niet zóo diep, dat hij dat „ge- meeue handwerk" ging leeren. Eene kellnerin uit eon bierhuis, die op het oogen blik buiten betrekking was, nam hij als „helpster" voor de ;opna,men mee en reisde met haar het, land door, en photografeerdejkerken, pleinen groepen en zoo meer, !en zeido aan de menschen, dat zo noa| zulke uitstekende photografieëu .konden hebben ri zien, als die van Wiilly Plantin. Maar dat domme volk tenplatten jlande, met aq weinig kunstzin, hechtte in zijne eenvoudigheid meé waarde aan de gelijkenis van een portret, clan odt „correcte houding" en „artistieke groepeering", zoo- dat de inkomsten van;dop photograaf gestadig achter uitgingen. Veel krijgt men niet; [van een uitdrager voor «en middelmatig groot, veel gebruikt photografisch appa raat, maar niettegenstaande dat, kwam ,er een dag, waarop Willy Plantin eenige maaltijden voor beter hield, dan met eep photografisch atelier op den rog het land door te zwerven. Zelfs de trouw en aan hankelijkheid van eene kellnerin, heeft hare grenzen# Toen Willy daar zoo berooid cn zonder middel van bestaan stond, verliet zij hem jen huwde een ketel lapper. f Het hinderdo den kunstenaar'minder, dat zijn kloe ren als lompen om zijn lichaam hingen; maar d&thQ geen cent op zak had, was.erger. En zoover was het reeds met hem gekomen, toea» Willy op zekeren dag in een provinciestadje zich be vond en een zeer boscheidcn middagmaal nuttigde tq de werkplaats van een smid en pottenbakker. Hij at er als een gast, die zich zelf genoodigd had, en in* een niet zeer smaakvolle omgeving; maar het w«s t eenige, wat voor zijn financiëelen toestand paste. Mek een kunstenaarsblik keek hij in dewerkplaats rond. Het hoo'ge gevoel van eigenwaarde, dat hij vróo- ger had bezeten, was door zijne ongelukken heel wat minder sterk geworden, j maar toch verbeelde hij ziel* nog'altoos wel een weinig meer kunstsmaak te be zitten I dan die baas, die hier ornamenten voor kachels en potten envazen maakte. De 'beeldhouwer ontwaakte in hem; hij greep eei* klomp klei en een boetseerstokje en had weldra hctl onuitsprekelijke Igenoegen, een publiek om zicb verza meld te zien, dat luide zijne bewondering te kennen gaf; de eigenaar der werkplaats, diens vrouw, do kinderen len het dienstmeisje. Zoo was Willy Plantin dan eindelijk In do goede richting werkzaam.iHij werd eerst, knecht hij den pot tenbakker, daarna diens schoonzoon en eindelijk oom* pagnon. .Hij maakte versieringen voor kachetornamei** ten, zoo mooi, dat zoowel de vrouw van den predi-» kant als degouvernante van den landraad ze bewon derden |en op de markt werd er door niemand mee* afgedongen, izooals vroeger bij het werk van zijn schoonvader steeds het geval was geweest. Zijne va zen en kruiken hadden iets voornaams en stijlvols^ men schaamde zich hemlnjet den vollen prijs er voor te betalen. Wanneer een I van de notabelen in het stadje jarig was, deed hij dien een schilderstuk cadeau, en wek dra was er Igeen salonwand in de huizen der gegoe* de fanxieljes, waaraan geen kunstwerk |hlpg met dq initialen W. P. I Hij steeg in [aanzien ep er werden hem posten van vertrouwen opgedragen. Onlangs ontmoette ik een jongen,!zeer talentvollen kunstenaar, die in leene provinciestad was geweest* waar hij aangeboden had, omvoor duizend mark een altaarstuk voor del nieuwe kerk te schilderen; maait tot zijne groote verrassing en ergernis tevens werd hem meegedeeld, dat Idit werk voor twee honderd kronen door een lid van den kerkeraad van die plaats werd uitgevoerd. j „En wie was dan Idat kerkeraadslid?" vroeg ik. „WlHy Plantin!" J N. Rott.' Courant. De politie-directeur lleun.de met een vuurrood ge laat achterover in zijnjstoel. ,„Dat is dus een bedrei ging, mijnheer de directeur?" „Zegt u liever: (het is de natuurlijke uiting van een rechtvaardige ontstemming, i Verplaatst u zich een oogenblik in mijn plaats. Ik ben op het punt mij met een jonge dame uit zeer gegoedeh huize te ver loven, met de dochter van den geheimraad Immenho- fen en ik zie in die verbintenis het geluk van mijn leven. Een noemen van, mijn naam in deze fatale ge schiedenis is voldoende voor de vriendelijke schandaal bladen om mijn hoop op de hand van deze juffrouw geheel den bodem in to slaan. Ik kom nu naar u toe als een vriend tot een vriend zeg u zonder omwegen de gebeele waarheid, die meer dan voldoen de moest 'zijn om uw bedenkingen weg te redenee ren. en u vergeldt mij dit vertrouwen met de koudbloedige verklaring dat u niet bevoegd is iets voor mij te doen. Waarachtig, mijnheer, ik geloof dat ik ver boven mijn kracht-u heb geholpen en dat in df verste verte niet wat ik u vrang. danrmee bon worden vergeleken. Maar het blijft een oude waar heid: wie op de dankbaarheid der menschen rekent, die is een groote dwaas." 1 Schmidt omklemde met beide handen de armleu ningen van zijn stoel. Zijn gelaat was nu doodsbleek geworden. „U wilt dus jdat ik den rechercheur Birk- holz zal straffen?" „Mij zou niets onamnlgenamer (zijn dan ©en be straffing. Ik wil alleen maar, dat men mij met rusit zal laten. Ik ken |de grenzen van uw macht heel nauwkeurig en ik weet, dat u met een!enkel woord deze onsmakelijke geschiedenis uit de wereld kunt helpen. Beveel uw beambten met deze grenzenlooze navorschingen op te houden en laat de zelfmoordena- ras in vrede rusten, dan zal ik >aan uw erkentelijk heid gelooven- In het andere gevaf moet ik evenwel aannemen dat u met opzet mij onaangenaam wilt zijn en moet daaruit mijn verdere gevolgtrekkingen ma ken." De stem van den man (was staalhard, evenals de uitdrukking van zijn gelaat op dat oogenblik. De politie-directeur behoefde hem maar aan te zien, om te weten, wat hij van hem had te wachten, wanneer hij zich niet aan zijn wil onderwierp. Hij voelde den vreeseüjken druk van den betting, dien de schuld van zijn zoon hem had gesmeed en na een strijd van enkele minuten was hij tot de zekerheid gekomen, dat hier geen andere mogelijkheid was, dan een onherroe pelijke onderwerping." „Ik geef [u de verzekering, mijnheer Delmonte, Binneulandsch Nieuws. RAAD VAX HAREXKARSPEL. Vergadering van den Raad op Donderdag G November 1913, des middags half drie. Voorzitter de lieer J, Burger, burgemeester, secretaris de heer Jb. Dam. Aanwezig allen. Na opening worden de notulen gelezen, dio onveran derd worden goedgekeurd B. ten W. stollen den Raad voor oen wijziging in dö verordening van (het herhaJingsondorwijste brengen. Ailoon de heer Smcets heeft dc Jandboiiwaole. cn deaê zou dus alleen landbouwonderwijs mogen geven. Waar nu in de verordening wordt gesproken Over landbouw kunde, stellen B. en W. voor dit te veranderen in kermis der natuur, waardoor 'ook de andere onderwijzers Iiicrint les mogen geven. Goedgevonden. 4*n behandeling wordt nu genomen liet verzoek om bijdrage voor hel waarborgfonds van het hoofdcomité der* Landbouwtentoonstelling in 1914 te Schagen. Harenkarspcl, zegt voorzitter. ligt onder de .-ook van Schagen en Schagen is tde marktplaals van Harenkarspei, zooda' deze tentoonstelling onzen land- en tuinbouw zeker iets ten goede zal komen. B. en W. stellen daarom voor f 50 hi het waarborgfonds te storten. De heer Doekes vraagt of er kans bestaat dat eer* waarborgfonds niet wordt aangesproken, waarop Voor zitter zegt, dat dit van omstandigheden afhangt, a!a slecht weer m dus ook slecht bezoek ea. Het voorstel van B. en W. wordt nu met algemeen© stemmen aangenomen. Bij de rondvraag wijst de heer Hoogland op den slechten toestand waarin de weg in deh voorpolder ver dat ik zooveel mogelijk met uw wenschon rekening zal Ihouden/' Delmonte greep zijn hoed. „Dat is mij genoeg en ik zal zien hoever jof het u daarmee ornst is. Het zou mij oprecht leed doen, wanneer ik mij zoci geheel in u had moeten vergissen." Ditmaal gaf Delmonte den politie-directeur de hand, maar het was een, 'vluchtige aanraking, zonder ook maar den minsten druk van beider kant. Toen Delmonte reeds bijna de deur had bereikt, bleet' hy nog eenmaal staan. „Wat ik u zeggen wil de, mijn waarde uw zoon moet wat voor zijn ge zondheid doen. Ik heb hem straks naar huis gezon den, omdat |hy niet wel scheen te zijn. Zorg maar, dat hij niet weder op het bureau komt voordat hi| eenigermate hersteld is. En laat mij spoedig -an u weten hoe het'hem gaat." Daarmee was hij zonder een woord van dan*- voor zijn medegevoel af te wachten verdwenen. D© politie-directeur viel als een gebroken man In zijn stoel neer. HOOFDSTUK i i Do duisternis was al reeds gevallen, toen, de polt- tie-commissaris Liebenow het gebouw van het politie bureau betrad. Een van zpn collega's deelde hem mee, dat de directeur reeds herhaaldeiyk naar hem had gevraagd. Liebenow aarzelde daarom niet zicï met een dikken aktenbundel die hot opschrift „Zaal Leonhardt" droeg, naaf I de kamer van zija supa rieur te begeven. Hij was verbaasd over hetvervallen, gelaat van zijl chef en de geheel veranderde klank van 'zUn stem toen de politiedirecteur hem begroette met'de woor den: „Ik heb met eenig ongeduldj !op je gewacht', want men heeft zich ernstig beklaagd over een onder uw leiding werkenden, beambte, en ik zou graag» vat» u wat ophelderende verklaringen hebben. Het han delt hier over een zeer onbeholpen onderzoek gevoerd In de zaak van de zelfmoordenares Ada I^eoni, die ik al reeds lang had vergeten en meende dat afge daan was. „In deze 'zaak wilde ik u juist om een onderhoud vragen, directeur. Ik geloof niet dat er eenige redeu is om over ons onderzoek 'ontevreden te zijn. Want het gevolg is geweest dat wij vandaag of morgen den moordenaar zullen kunnen arresteeren." „Wat zeg je daar? De moordenaar? Wie? wie zo* dat zijn?'"' „De bankdirecteur, doktor Bruno Dehnonte. -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1913 | | pagina 5