De liefde eeeer Prinses.
Grenen ai! Land- ei Tnialnni
Schetsen uit de Rechtzaal.
Zaterdag 31 Jan. 1914.
57e Jaargang. No. 5320.
DEEDE BLAD.
1Feuilleton.
EPfl
T"" Order vermomming.
Ol1/
0 43
Door liet Instituut voor Veredeling van Landbouw
gewassen te Svalöf in Zweden is oen beknopte besclirij-
K-ing samengesteld van de werking van deze beroemde
ftislcUjngi, waai in tevens een beschrijving wordt jgege-
jven van do belangrijkste thans in den hande.I zijnde
[variëteiten. Hot is jammer, dat van dezo belangrijke
•beschrijving niet een Hollandsche bewerking to verkrij
gen is hel bedoelde boekjo is in het Duilsch geschro-
-ren. Wel bestaat er sedert eenige jaren een uitgebreid
werk over Svalöf, n.1. "het door het hoofdbesluur van i
1de Hollandsche Maatschappij van Landbouw bekroonde, i
kntwoord op een door genoemde Maatschappij ui'gesehnL
ven prijsvraag, doch wij betwijfelen of dit uitgebreide
jwerk van den heer K. Tjebbcs wei zooveel lezers
onder belanghebbenden heeft gevonden als het wel
.diende.
We zullen daarom) van het genoemde Duitsdie)
'werkje de belangrijkste zakten, jner voor onze lezers
behandeleiL
Svalöf dan is de naam van een klein {loepje in
het Zuiden van Zweden, ongeveer 2Va uur sporens van
Kopenhagen verwijderd.
Sedert 1890 weiken daar twee belangrijke instellingen
elkander samen. De eerste houdt zich uitsluitend
bezig met het kweeken en verbeteren van landbouwge
wassen, de andere is eem handelszaak, die onder controle
jvan de eerste instelling het gekweekte zaad Vermecr-
r-t en in den handel brengt
Over beide instellingen wordt eerst 'iets medegedeeld.
De eerste dan draagt den naam van „Svariges ,Ut-
sadesförening" 'wij zouden zeggen„Zweedsehe zaai-
p x jzaadvereeniging".
,,'00 Deze vereeniging werdi in het jaar 1886 gesticht en
J*^' had tot doel van de landbouwcultuurplanlon nieuwe
0.49 betere soorten met, hoogetre opbrengst en bel ere kwa-
uitent te kweeken.
gg Het kweeken geschiedt tegenwoordig -geheel volgens
wetenschappelijke methoden. Veel zuiver wetenschap-
,1J* pelijk werk wordt door het zeer bekwame personeel
geleverd, van het resultaat waarvan wederom de voort
brenging van variëteiten van groole praotische betco
kenis veel profijt trekt.
De vereeniging heeft in. totaal een inkomen van
100.000 Kronen, waarvan de helft gevormd wordt door
Staatssubsidi^.
De beambten van de vereeniging, op wie het meer
(speciale vcredelingpwerk rust, zijn goed onderlegde bo-
itanici en landbouwkundigen. Ieder van hen heeft zich
ivoor een bepaalde plantensoort meer bijzonder ont-
iwikheld, zoodat gezegd mag woixlcn, dat het verede
dajin^weik voor de afzonderlijke groepen van landbouw-
n- gewassen geheel door specialiteiten in het vak wordt
l,3i uitgevoerd. Dat hierdoor een groote voorwaarde voor
q gg het bereiken van succes vervuld is, valt ieder in het
0 49 Tot aan het jaar 1903 weiden uitsluitend variëteiten
1.t'8[gekweekt van granen, erwten en wikken. Daarna werd
1 05 ijook de veredeling van klavers, grassen en aardappelen
0 gq ter hand genomen. Sedert 1909 kweekt men daarnaast
Jr' riog voedci bicten, mangel wortels! turnips en koolrapen.
0 89 Voor het kweeken van de talrijke variëteiten en het
^^probeeren ervan in de practijk in de verschillende dee-
0.19 len van Zweden, waarin door zijn langgerekte» vorm.
;van Zuid.naar Noord feer groote verschillen van kli-
re |maat vooi komen, warden heel wat procfveldjes aan-
,gelegd. Jaarlijks bedraagt het aantal grootere en kleinere
im proef perceelon, meerdere duizenden.
Voor e;n groot dieel heeft langen tijd het kweeken
;in Svalöf bestaan in het afzonderen van annbevelenswaar-
idige soorten uit de oude landrasscn, niet alleen uit die,
welke in Zweden inheemsdh zijn, doch eveneens Uit
1~"i buiten landsche soorten.
0 Zooals tegenwoordig algemeen bekend is, bestaat ecu
landras altijd uit oen mengsel van een groot aantal min of
meer duidelijk te ónderscheiden typen, van vaak zeer
cultuurwaarden. Door bepaalde typische
2.90 planten, waarvan een goede verwachting wordt ge
koesterd. het zaad afzonderlijk uit te zaaien, kan men
n fiq de waarde dezer typen in do eerste plaats op zichzelf
len door onderlinge vergelijking beter beoordeelen, ter
wijl ïnen die typen, voor zoover dit betrof zclfbestuivendc
'gewassen als tarwe, haver, gerst en erwten, in de tweede
1.90 plaats zuiver kan vermenigvuldigen. De beste dezer ty
pen werden zoo op verschillende plaatsen in de practijk
_Q beproefd en die welke zich aanbevelenswaardig had-
U.oJ^gj, betoond, werden onder een nieuwen naam als
0.23 een afzonderlijke variëteit in den handel gebracht. 'I Is
[duidelijk, dat men op die wijze strikt genomen, niet
Q j 9 wils nieuws "had gekweekt, doch het goede eenvoudig
0I4.Is—r
11.
0 qq Toen, de hertog dei kamer van den koning binnen-
utrad riep deze hem tegemoet: .„Mylord, u komt, als-
0.7tof u geroepen waart Zulk een vriend va,n het volk
0.7 9; kan mij op een oogenMk ah; dit van zeer groot
0,4l|nut zijn. Oase vriend Braptctow is gevangen geaiomeai
n Q^omdat hij twee m-aoljüjeh heeft, gedood. Zeker is luier
Jeen vergissing in, het, epeil en, de rechter heeft he-
1 0.14paa'd niet den juiste te pakken,. Maar de juiste of
0,11niet, wij moeten Braoudaw be-vrijden, en vragen d-u®
0 2liom u-w" tusschenkojnst."
„Ik schat mij gelukkig, majesteit, om u te kunnen
dienen en zal dadelijk naar Londen gaan, naar den
0 1 fi Lord-Mayor."
's Middags keerde de hertog terug en had een par-
onderhoud bij desn koning.
„Volgens de wemsche* vaa Uwe Majesteit wilde ik
ftranilna'1» bevrijding beweidastelligen, maar nadat ik
jSa zaak onderzocht had zou ik eerst} den raad van
Uwe Majesteit wel wtUlen inwinaiiein. Ik vrees, dat
BB/ geen twijfel meer bestaat ol' Brajidow is de juiste.
''Brandow moet met e«n paar meisjes op het pad zijn
1 igeweest. daarover is hij in strijd geraakt, en ten-
"slotte heeft hij een paar mannen neergestoken- Hot
0 09|s een zeer ernstig geval, waarover de burgerij zeer
0.03°nt®tenid k3' vooral omdat diergelijke) dingen, tegten-
1 'qfiwoord te wel gebeuren. Onder deze om stand igheden
udacht ik, was hei verstand igër. de burgerij niet te-
"gen, te werken en, Maeter Brandow in de gevangenis
0.11 te laten, vooral ook mei het oog op het feit, dat
O.SyLwe Majesteit voor hot huwelijk van prinses Mary
'van de burgerij een groote som geids wilt eischen-
_Is de leening toegestaan, welnu dan kan, Brandow
U oï^-qi bevrijd worden,"
had afgezonderd van de ahdcre typen met welke het
te zameii het landras vormde. Langs dezen weg kon
men dus geen andere variëteiten winnen dan er fei
telijk reeds bestonden en moest men zoeken natuur
lijk vaak met onbevredigend resultaat —- naar 'n reeds
bc.la.iud tyi>c, dal een gc wens chic combinatie van eigen
schappen reeds bezat
Een en ander is oorzaak geweest, dat men in de
laatste jaren vooral Veel werk van het kruisen heeft
maakt De ontzaglijke vlucht, welke de studie der er-
felijkhcidsversohijnseien bij kruising sedert de wederont
dekking van do door den beroemden pater McqdeL
dienaangaande gevonden wetten, is het veredelingsinsti-
tnut Ie Svalöf zeer ten goede gekomen cn de tegenwoor
dige directeur Dr. H. NiJIoonEhle vooral kan op
menig resultaat bogen, dal geheel 'werd verkregen door
wetenschappelijke kruisingen, gebaseerd op ae Mon
deis che spntsingsrcgels.
Oorspronkelijk bracht de Zweedsehe ZaaJza,adver-
eeniglng zelf de door haar getooide variëteiten in den,
handel. Sedert 1891 is dit, echter om verschillendq
-practische redenen overgedragen aan de andere zoo
even genoemde insteUniuK: de Allmanna Sveneka Ut-
sadeaktiebologet. We zulten dit lichaam aanduiden
met den vertaalden naam: Zweedsehe Zaajzaad Maat
schappij.
Bestuur en personeel van bedde lichamen zijn ge
heel gescheiden, doch &o zaken van de Maatschappij,
van het handelslichaam dus, staan, onder voortduren
de controlevan de Zaaizaadverec-niging, zoodat deze
laatste de verantwoordelijkheid voor de soort echt
heid en zuiverheid der door de Maatschappij vermeer
derde en in den handel gebrachte variëteiten kap.
aanvaarden. Alleen genoemde Maatschappij ont
vangt de door de vereeniging njeuw geteelde soorten,
Geen ander handelslichaani kan de origin,oelo Sva-
löl'zadeu in den, handel brengen. Diifc mag hier wel
eens duidelijk vermeld worden., omdat het in de laat
ste jaren ai meermalen, ia voorgekomen^ dat in Ne
derland Svalöfza,den van een andere Zweedschei Maat
schappij werden aangeboden. Wel draagt deze een
anderen naam, doch het gewone publiek geraakt met
de eigenaardige Zweedsehe woorden al heel spoedig
in de war.
Wie inderdaad de origineelc zaden van Svajöf, lie
ver gezegd van Sveriges Utsadesfórening wil koopqn.
kan deze alleen bekomen bij den in Nederland geves-
tigden hoofdagent van de Zweedsehe Zaaizaadmaat-
schappij.
Het Duitsche werkje geeft een, vrij uitgebreid over
zicht van de talrijke controle-maatregelen, waaraan
de Maatschappij bij het vermeerderen,, oogsten, dors-
schetn, bewaren enz. der door de Vereeniging ver
strekte za,den is onderworpen. Mensdhelijkerwijzei ge
sproken wordt door systematisch samen,werken van
Vereeniging en Maatschappij het mogelijke gedaan,
om inderdaad de volledige soliditeit van het verkoch
te zaad te verzekeren. In het volgend artikel zullen
wij Iets mededeelen over de belangrijkste te Svalöf
gewonnen nieuwe variëteiten.
TEKORT.
MAN' VAN ERVARING.
..Matthijsen" Iiad de president-commissaris van hel
genootschap, dat hem tot poi'licr-concierge-admini.slralcur
had benoemd tol hein gezegd, ioen hij tien jaar in
functie was, ..Matthijsen is een toonbeeld van stiptheid.
Het bestuur brengt hein daarvoor hulde on verzoekt
hem, den inhoud dezer enveloppe te besteden zooals
hij 'l aangenaamst zal vinden!" e
Met bevende vingers en van hevige aandoening voch
tige oogen, had hij'de enveloppe aangenomen.Hij
durfde haar niet openen, zóó verbouwereerd was ju
bilaris. En bxjn hij'op z'n kamertje was teruggeko
men. had hij de enveloppe op tafel gesmeien... Zich
de oogen afwisschend.
„Maak jij hem maar open!" zei Doris Matthijsen. tot
z'n kleinzoon, „ik heb er den moed niet toe!" "De jon
gen had. met één ruk!, het geheim ontsluierd. Een geel
biiefje van vijf en twintig lag erin... En Kees. de klein
zoon, maakte een luchtsprong. Vijf en twintig pop'...
Daar kon g" ootva hem toch wel een tientje van gsven...
Maar Doris Matthijsen schrok' van do gedachte..,.
..Afblijven!" liep hij uit, eciht driftig wordend, wat
bejaard, lammcrzacht manneken zóó grappig stond, dat
Kees zich haast niet goed1 kon houden....
„Afblijvenriep groot va, ..denk-je. dat ik aan dat
huldeblijk van de heeren. mjj aangeboden, raken zal1?..
Nooit. Dat bewaar ik. in de enveloppe, met mijn adres
er op.. Dat gaal in een andere enveloppe. En daar
schrijf ik op wat er in zit... Tot mijn "dood zal geen
sterveling daaraan raken. Niemand!.... En ik vertrouw,
dat jij later, als ik er niet meer ben, ook trotsch zult
zijn óp dat liewifs van de hulde, mij gebracht.
Waarop Koes z'n best deed om oen hccl-ci'Jistig.
zelfs plechtig gezicht 1e trekken...
„Zeker, grootva" zei de jongen, zich afvragend hoo
een mcoisch zóó dol kan zijn '0111 vijf en twintig pop
te laten liggen... Ongebruikt, onaangeroerd...
Voor ouden Doris Matthijsen was 't een feestdag
Hij ging naar het hokje, waar hij ^,cfc boeken bijhield"
En daar gunde Tjij zich ter eere van liet jubileum de
veelde om op te stekten oen van- de sigaren uit het
kistje van vijftig', dat hij op Nieuwjaar van 't Bcslnur
cadeau had gekregen. Doris was een bedachtzaam, zuinig,
I571,
0.41
precies manneken,.. Eiken Zondag, na hot middageten,
als Kees met zfn kornuiten op stap was gegaan, dan
biak voor hem 't uurtje van uilspatting aan... Van
verkwisting.. Dan haalde hij, met voorzichtig-eerbk»-
dig bewegen, 't kistje tc voorschijn. Hij weifelde even...
Zou 't toch niet beter, .verstandiger zijn óm liever z'n
gewone pijpje te stoppan? Tjonge, dat waren sigaren
van op z'11 minst vicr-duitcn 't stuk.... Hoeveel niov
schen snakten niet naar vier-duilen, hé?..„ Maar afijn,
met een roekeloos glimlachjo zette hij zich over de
scrupules heen. Zocht con sigaartje uit. Borg 't kistje
weg. Sneed 'n heel-klCin puntje van de sigaar. Streek
lucifertje aan. De lekkere, geurige, blauwige, fijne rook-
.spiiaaltjes kringelden omhoog. Dan strekte oude Doris
Matthijsen zich makkelijk uit in z'n leunstoel. En voel
de zich den koning 'te rijk... De boekten van zijn admi
nistratie lagen, keurig-neljes opgestapeld, vóór en imast
hem. 'I Kastje, waai in „de geldenwaretn geborgen,
was veilig gesloten. Oude Poris■dacht, dan aan liet
verleden. Aan zijn Kccljte, die nu al "over de twaalf
jaar dood was. Aan 'z'n zoon, die kort nadat-ie trouwde,
was gestorven, zoodat grootva 'en grootmoe den kkAnen
Kees luidden moeten opvoeden. Hij piekerde dan ook
wel over dien jongen. 'En als hij, met z'n prcdntrcn,
zoover gekomen was, dan betrok zijn gelaat wvi eens.
Want met Kees was 't niet hoelemaat m orde. Duide
lijk was 't grootva eigenlijk niet, want braaf, lammcr
zacht manneken had nooit iets wan „de wereld" gezien
Hij had gewerkt; z'n Keetje luid alles voor hein be
disseld. IIij gaf haar z'n volle loon steeds over. En
zelfs een" zakduitje had-ic niet noodig. "Waarom ook,
hé?..„ 's Zondags zaten ze gezellig samen. Koffret te
slurpen cn 'krantje te .turen... Dan in te dommelen. De
kqvkgang was de ecnige variatie. Als 't lekker weer
wófc maakten zij een „ommetje". Dan slapie vader
Dons naast moeder voort, de armen gekruist op detni
'rug van z'11 Zondagsdie, zwartlakcnsche jas. E11 daar
moeders verjaardag midden-Juli vief, gebeurde 't wel,
dat ze op den Zondag-namiddag op of na dien verjaar
dag. nnjn buiten kuierden. En dan neerstreken in gen
„theetuin". Bij zoon gelegenheid dronk Keetje bier
met en vader dito 'zonder suiker, 't Kostte' twee dubbel
tjes. En hij gjaf vicr^iuiten fooi aan den jongen, die
bediende Op zoo n dag van brassen en festijn luid
moeder 's*ochtends chocolade gekookt 'En in hdt naar
huis gaan gebeurde het zelfs wel, dat men nog iets
kocht, een paar bokkingen of zoo, als extra-delicatesse!
Tot de zéér hoogs 'uitzonderingen behoorde}, dat Keetje
de verkwisting zóóver dreef'om nog eien versnapering van
alcoholischen aard mec te nemen. Maar in zoon ge
val schaamden zij zich -Voor elkaar. Uit het karafje wer
den dan twee kleine 'kelkjes geschonken. En zij gii
vroeger dan anders te-ruste, omdat zij' eigenlijk1
seften, boven hun schreef lei zijn gegaan...
Zakduitjes had vader Doris nooit behoefd. Moedetu
zorgde voor zijn tabak cn scheren deeid-ie zich zelf.
Aldus was het leven, jaren-achtereen voor de twee
menschjes voortgegleden. Totdal Ketetje stierf en hij
het baantje van concierge-administrateur-portics- ptc.
kr«g..
Aan al deze, en mcerilore dingen, zat grootva dan
te tienken, zijn Zondags oh luxe-sigaartje van op z'n
minst vicr-duiten oprooKend, 't ten slotte vasthoiulenxi
op de punt van zijn zakmes, totdat cr bijna niets mecTi
van over- was...
Dat was z'n genoegd ij ks te weetkuurtje. En dadelijk
er 11a ging hij weer aan liet „bijhouden van dc ad
ministratie" bril op neuspunt, lijntjes trekkend langs
sinal liniaaltje, schrijvend met "kleine, peuterige, voor
zichtige lettertjes...
,.D'r is eoij. jongen voor je boven" zei de schoon
maakster, toen oude Doiis 'Matthijsen dien middag in
het gebouw terugkwam, „hij l7*ol je dringend ^prelkön..."
En oude Mie wreef Inet dein rug van haar linkerhand
over haai" roode neuspunt, tegelijk 'n slip van haar
schort opslaand.. Gewis Jeckcn dat iets haar nitó be
viel
'V. n-Jongen* f--
„Ja, zoo'n slungel van 'een jaar of zestien, zeventien,
k Geloof, dat "t een vrind van Kees is...' "Oude Doris
keek haar aan. En 'voelde z'n knieën knikketn. En hij
werd bleek .angstig... Waarom wist-ie zelf nieft. Een
bang gevoel schroefde om z'n hart. Hij giiig naar hoven
Daar zal de jongen. 'Met een biteed, bcenig, brutaal
gezicht. De ellebogen op dcf knieën. Een deuntje fluitend.
Toch met iets-onrustigs over zich. „Jij" bent toch Keel;
z'n grootvader, hé?" vroeg de knaap, z'n pet achter
op 't hoofd schuivend.
IIij stak de handen 'nu in de broekzakken ctn keek
ouden Doiis spotterigi aan.
„Ik mot je van Tioes zeggen, as dat iet cr van door
is.. Ik weet niet waarheen... Naar Duitschland. geüoof
ik. maar precies heeft ie 't mij niet verteld. Ilier js
een briefje wan hem Nou, adjuus
Weg was de jongen Met schuifelpassten, maar toch
met iels gejaagds.. Weg was dc jonge) kerel. Oude
Doiis 'greep naar z'n 'bril. Ging .naar het venster. Moei;ij
zich telkens aan iets vasthouden, want 't draaide 'om
hem als 'n tolletje... Hij las. Kon de letters niet ont
cijferen. Trok "t gordijn op, 'durfde Mie niet te roepen,
wat hij -eerst had Villen doen Stortte, wan doodsschrik,
jic Wou zich goed-houden. want hij .begiteop
"t Was ouden Doiis of een ijzeren hand hein wurgde...
Allemaal sterretjes dansten voor z'n oogen. In zijn
zwakke, moeilijk begrijpende hersens drong 't langzaam,
langzaam door Het verschrikkelijke, 'i ongelooflijke,
t onzegbare..
Hij ^strompelde naar het kamertje, waar-te „de Ml
ministiatic Voerde". Sloot de deur af... I^ag n h«vlft«
tijd tc jammeicn, het hoold op zijn lessenaartje gci>»-
gen. .niet denmoed vindend o:n hot kastje n- <>jn««r..
«•aaixn „<le gelden" waren geborgen..
Eindelijk lag het geplunderde seintje Vóór heta
/ag aime. oudc-Doris, hoe het blikken doo^jo wils gek>*-
xxj,.d.„ Zag hij do sporen van dc inbraak, door Kt*#
1 gepleegd., relde hij na do schade, aan het fKnootedum
I berokkend 0%-er dc tweehonderd gulden.Een ciiwl oven
de tweehondeixL...
En jammei end bleef hij zitten, daar, hot hoofd gedrukt
op de lessenaar, woelend in do grijze haren.. Vruchteloos
pijnigtend zijn oude, zwakke, traag begrijpende fursena.
rnet dc vraag, wat tegen dit ijselijke, over hem gak**
men, te doen...
Al dc andere heeretn wan het bestuur, die fa-w
op zijn jubileum van tien iaar eerlijk cn stippet!ijk ga
diend tc hebben had gehuldigd, haddeai dc zaak blauw
blauw willen laten.
Maar meneer Iloikers was man van strengo printel-
pes. Die vond dergelijke lankmoedigheid weekhartig-
sentimenteel, ongepast, .,ja zolLs misdadig"Zij bo-
grepen wel hoe, hier, do vork in den steel 'znL Ete
juist daarom hadden zij ouden Doris Matthijsen wil
len sparen. "Maar meneer Holkt^s, de vico-[>rcsidool,
kantte er zich tegen. Dan had oude Doris maar ronduit
moeten bekennen; mijn kleinzoon heeft de inbraak
en den diefstal van de'zoo en zoowaM gulden gej)icegd..
Maar die „valsche schaamte..." Al die malle wu-kheiid|
en vergoelijking.. Meneor Holkers vond ze „eenvoudig
affreus, en daarmee uit".
Hel bestuur moest tocgevten. Had, in vredesnaam, do
zaak idan maar verder aan collera Holkers overgelaten.
En idaar zaten zij dan, in de kamer van den politie
commissaris. Deze hulpofficier zelf, vicc-prawes Molkeen
en oude grootva Doris... „Wanneer ie dan niet kunt
verklaren.^dat die kleinzoon 't gedaan bqefl'' zcj dc conv
missaris, „beken dan ten minste, waarom je óm dief
stal gepleegd hebt!" Oude Doris ke>ek hem aan, met
zijn droevige, niet-begrij pende» oogen„Hier" zei hij,
de enveloppe toonend. waarin dq jubileumgive nog
altijd was geborgen, en drie muntjes van tiesi gulden,
„hier is alles wat ik bezit, meneer. Daar héb u '1..
Ik bezit niks anders.... En Ik weet verder van niks..." On*
lippen van meneer Ruikers, dein zeer-strengprinc'pieele,
speelde grimlachje^ £n dc onvermurwbare haalde fti
schouders op...
„Waar is, op 't oogenblik, je kleinzoon?'' vroeg po:
Jitio-commissaris plotseling, zeer hard en streng
Oude Doris schrok even. Fluisterde hocsch en ne
derig... En doodsbang... Dat ie niet wist, heusCh niet...
„Dat weet je wel!" riep commissaris.
i.'t Zijn blijkbaar complices' zei meneer Holkars, dö
zeêr-strengpjancipieelev Maar oude Doris schudde van
neen. Terwijl de wanhoopstranen hem over de wangen
rolden... Zóóveel was er, aan denkkracht on begrips
vermogen. nog wel in dc zwakke, loome» hersens over,
dat hij begreep, hoe zijn zaak erg-slecht stond... En met
weemoedigen blik tuurde hij al-maar naar de jubileum-
enveloppe. waar het „gele briefje' 'nog in zat gesloten...
Terwijl het geluid der stemmon van commissaris een
bestuurs-praeses om hem heen gingen warrelen en dwar
relen. Terwijl "l ouden Doris was alsof hij door zilve
rige wolken werd omhuld...
De commissaris haastig sfchelde om den verdachlej,
e een toeval had aekwwn
die^ecii toeval hadgekreaVwegte dra^"
Holkers de 2x*?r-strengprindpiee]o,
de, fflimlach«nrl mpl hm
Eu meneer iiuxxcra, ae zeer-streng-principieelc, weotf
schokschouderde, glimlachend met het 'gelaat van man,
die mefnsehen en dingen hoeft leeren kennen.... ZicB,
om den dood niet meer laat bedotten...
MAITRE COKBEAU.
0. 7
„Wat heb Ik met die burgerij te maken," riep da
0 39^k°nijlo uh. „Ik wenseh dat Brandow op staande voet
0 ^bevrijd wordt en verwacht dus met den meeston
ppoed een ander bericht van Mylord."
Buckingham voelde dat hem ditmaal de wraak on,t-
baan zou, maar in zijn wraak was hij koppig en kon
£ij desnoods wachten. Bij zijn heengaan zag hij in
"e wachtkamer Mary on g1 ing naar haar toe. Eerst
zij verschrikt dioor hot „zien van dezen, man,
dien zij zoozeer verachtte. Maar dadelijk kwajn de
gedachte Ih haar hoofd op. dat zij hem kon gebrui
ken. want zij kende zijn invloed op de burgerij en,
evenzoo was zij ervan overtuigd.dat zij met een
vriendelijk lachje alles van hem kon verkrijgen, ja
zelfs Brandow 's bevrijding, zonder dat zij haai- ge
vaarlijk geheim zou behoeven prijs te geven.
Tot groote verrassing van den hertog knikte- zij
hem vriendelijk toe en hem hartelijk welkom hee-
tend. zeide zij: „Mylord, u is in, den laatste» tijd zoo
vriendelijk voor ons geweest en -hebt u zoo zelden
laten zien. Wat is er voor bijzonders?"*
„Ik weet niets van belang, of het moest zijn, dat
het Uwo Hoogheid interesseert, dat ik dien nieuwen
Franscheu d'ana bij Cascaden heb geleerd, en ik
hoop bij het volgende bal op de eer^ dien, dfcuvs met
de schoonste dame ter wereld, te mogen) dansen.
„Met genoegen, Mylord," antwoordde Mary tege
moetkomend. En was Buckingham niet zuJk een, ijdele
gok geweest, dan had deze plotselinge -vriendelijk
heid hem toch zeer verdocht moeten voorkomen.
Maai- hij begreep niet dat hem hier een strik ge
spannen werd eu hij was er alleen zeer blijde om
dat Mary blijkbaar niet wint, wie haar 's nachts ver
volgd had. De hertog lachte en was verrukt over
de lieftalligheid der prinses en zij. Miepen al pratend
en lachend de gong langs, terwijl Mary wachtte op
dq gelegenheid om zonder opalen te verwekken, hem
de vra,ag tq stellen die zij wenschte te doen.
Deze gelegenheid kwam toen, Buckingham er zJJn
verbazing over uitdrukte, dot hij Mary vond in de
wachtkamer van dem, koning.
„Ik wachtte op den, koning." zeicie zaj. „Brandow,
de vriend van, Cascaden.,, la om een, vechtpartij in,
Londen gevangen genomen. En Sir Edwin, en Jane
hebben mij na gesmeekt om naar den koning te
gaan en zijn bevrijding t« bewerksteili&ieai. Misschien
kan Ik u in plaats van den koning daar wel om vra
gen, want u is zoo machtig in Londen als Zijne Ma
jesteit zelf en, ik verzoek u. daar due pogingen, voor
in het werk te stellen." Zij lachte zoo lief zij maar
kon en deed zóch zoo lief en oaischuhdig voor. dat
ook anderen op een dwaalspoor zouden, zijn ge
bracht.
Buckingham willigde het'verzoek dadelijk in met
de opmerking, dat hij om een weneteh van, prinses
Mary te vervullen zelfs eem zoo onaangenaam per
soon a's Brandow een gunst wilde bewijzen.
„Ik vrees echter," ging hij voort, „dat het heel
in het geheim zal moeten, geschiede*),, wanneer ik
hem help vluchten. De Londensehe burgerij verlangt
ditmaal een groote gestrengheid, daar menige schul
dige door de hulp van het hof hen reeds is ont
snapt. Hij kan dan ergens op het land afwachten
tot alles weer wat vergeten is en er een bevel tot
zijne begenadiging zonder gevaar kan worden uitge
vaardigd."
„Begenadiging! Wat zegt u. Mylord? Hij heeft niets
gedaan om begenadigd te behoeven te worden. Hij
moest veeleer bëloond worden." Mary sprak heftig,
maar snel bezon zij zich en zeide: „dat'wH zeggen,
als Llt goed ben ingelicht. Ztooals ik hoor, heeft; hij
de. bescherming van tweei weerlooze vrouwen op zich
genomen.-"
„WLe zeide u dat?" vroelg de hertog.
Na eenlge aarzeling antwoordde Mary: „Sir Edwin
Cascaden. Ik denk. dat hij het van marter Brandow
zelf wist."
Dit antwoord was wel slim. maar het had tegen
over dezen persoon niet de minste uitwerking.
„Ik ga dadelijk naar Londen om Brandow's vlucht
te bewerkstelligen, maar onder het zegel van, ge -
heimliouding, wamt het zou mij de heele gunst der
Londensehe bevolking kosten, wat lk zelfs voor een
lachje van uw mond niet op het spel mag zetten."
Een vriendelijk hoofdknikken beloonde hem. Mary
haalde verlicht adem en, toch was zij niet geheel ge
rustgesteld, want zij wist, dat zij te zeer in, Bran-
dwo's schuld stond, om zijn zaak aan. iemand an
ders over te latèn, en 't allerminst aan eefn vijand
als Buckingham. Wanneer het, de eenige uitweg om
Brandow's leven, was geweest, door alles aan haar
broer te biechten, Mary had het gedaan,, maar zij.
dacht dezen uitweg te kunnen; benutten.
Buckingham was wat trotsch op zijn woord als
ridder en zij had wat dat betrof een] onbegrensd ver
trouwen In hem. Kortom, zij deed het onverstandig-'
ste wat zij kon doen en geloofde het verstandigste
gedaan te hebben.
Wol voelde zij dat een vlucht van Brandow on-
waardig was, want het deed haar pijn dat hij den
schijn op zich moest nemen dat hij zich aan den,
arm der gerechtigheid moest onttrekken. Maar zij
stelde zich tevreden met de gedachte, dat het maar
voor korten tijd zou zijn en Brandow haar het offer
gaarne zou brengen, wanneer hij haar daardpor kon
bewaren voor een huwelijk met den ouden Fra.nse.hcd
koning, 't spook dat haar nog maar steeds beloerde.
Dat alles ging Mary <ioor het hoofd en troostte haar
ofschoon het haar niet verloste van het onaangqnaniq
Ik was juist na koffiedrinken in mijn kantoor te
ruggekeerd op een somberen regenaebtigen Novem
bermiddag, toen mij een kaartje werd gebracht. „Mr.
Engstrom" las ik een naam, die mij geheel on
bekend was.
„Meneer' De Warre?" vroeg mijn bezoeeker, eed
stevig gebouwd man, die blijkbaar de veertig nog
niet-had bereikt.
..Die ben, ik," antwoordde ik. „Ga zitten, en
mij wajt ik voor u doen kan."
„Ut ben in groote verlegenheid," zeide de heear
Engstrom. „Wij hebben gister in ons huis te Lynd-
hursfc inbrekers gehad. Ziij wisten binnen te komen,
terwijl- wij zaten te dtneeren. en voor verscheidene
duizenden aan juweel en zijn uit het boudoir van mijn
vrouw verdwenen. Wat ons echter het meest spijt,
is dat een kostbare halsketting, die meer dan twee
honderd jaar in onze familie is geweest, is gestolen.
Het verlies van de andere -kostbaarheden zouden w#
nog kunnen dragen, maar dit familiekleinood moeten
wij terug hebben. Om u de waarheid te vertellen."
voegde hij er glimlachend bij, „ben ik eem beetje
bijgeloovig, en er is een legende in onze familie;
dat de halsketting een geschenk is geweest van Ka-
rel II, en dat hij, die hem verliest, maar kort meer
zal leven, en dan nog vod kommer en ellende. Mest
vertelt, dat het kleinood in het begin dezer eeuw
een tijd is weg geweest, en. dat de voorspelling is
uitgekomën. Mijn vrouw is veel bijgetooviger dan, ik,
en ik ben bang, dat zij als het stuk niet wordt ge-
gevoel dat loodzw'aar haar op het hart drukte, dat
zij zichzelf had behooren op te offeren voor het
leven van haar geliefde. Na eenig nadenken kwame
haar een gedachte in het hoofd, die haar weer ajlea
in het helderste licht deed zien. Zij wilde dadelijk
met Jane naar Windsor gaan en aan, Brandow in, New
gate een bericht zenden, dat hij na zijn vlucht, naar
haar toe moest komen. Hij kon zich in de nabijheid
van Windsor verbergen en haar meteen, dagelijks zien.
Een besluit nemen was bij Mary hetzelfde ojs hot
uitvoeren, en, zoodoende werd de brief dadelijk afge
zonden en een, uur later waren de beide meisjes op
weg naar Windsor.
Om Mary aan zich te verplichten, ghng Buckingham
inderdaad naar Newgate en, maakte van den nood qqq
deugd en gaf het bevel Brandow te bevrijden, he^
was de wenseh des konilngs. Hij had gehoopt Bran
dow te kunnen, bewegen om Londen stil te verlaten,
door hem het gevaarlijke a-oor te houden van een
twist tutschen koning en. burgerij, maar toen hij don
brief las dien Maxy's page aan Brandow moest over
handigen. veranderde de hertog zijn plannen. HQ
droeg den cipier op dit briefje aan den, koning Tö
zenden en ging zelf dadelijk naar Greenwich, waaar
hij nog voor den brenger van den brief aankwam.
In schijnbare ergernis berichtte hij dat do stadsovev
held weigerde om Brandow vrij. te laten cn dat hj|
een gezegeld hevelschrift van don. koning mocet too-
nen. Hendrik was bulten zichzelf orqr de onbeschaamd
held der burgers en .midden iai dit gesprek kwam,
zooals Buckingham dat had bevolen, de bode met
den brief van Mary aan, Brandow.
De koning las luid als walgt: „Aan muiter Bran
dow! Mijn hartelijke groeten. Spoedig zult ge be
vrijd zijn, misschien nog voor deze brief in uw han
den komt. Ik zal u beslist niet lang In de gevange
nis latera. Ik ga dadelijk naar Windsor en hoop u
daar te ontmoeten. Mary."
„Wat beteekent dat?" riep Hendrik verbaasd-
„Mijn zuster schrijft aan Brandow? Mylord Bucking
ham. de verdenking, die u mij in het oor hebt gefluis
terd, schijnt niet ongegrond te zijn. Wij zullen dezen
man 111 Newgate laten en. ors goed reik van Londen
met blijdschap toestaan, met hem te doen wat hun
aangenaam is."
Buckingham ging nu naar Mary te Windsor en ver
telde dat er in den afgcioopcn nacht voorbereidingen
waren getroffen, tot Brandow's vlucht en dat hij
gehoord had, dat, Brandow naar Nieuw Spanje was
vertrokken.