1
Schetsen uit de Rechtzaal.
De Adjudant das Keizers
n tt
2
<El
IE*
ij* Zaterdag 28 Maart 1914.
57e Jaargang. No. 5352.
DERDE BLAD.
DE „MARKIES",
in de huiskamer vond hij, tot z'n pijnlijke verba
zing, niét als gewoonlijk, Truus. Die hem dan tegemoet
kwam, waarna zij in een hoekje van het brcede ko
zijn een poosje gingen zitten babbelen. Hij! bewon
derend-haar fijne, zsaöhte, slanke, handjes en luisterend
haar het gepraat van haar geaffecteerd stemmetje; zich
zoo klein, zoo burgerlijk voelend als zij vertelde van
oom den kolonel, in de Oost, <lio vermoedelijk gauw
genera al-majoor zou wordencn van haar schoolvrien
din, froulle Annie, bij me ze op de verjaarsvisite
gevraagd was... De vraag lag hem op de lippen; En
als we nu eens officieel geëngageerd zijn.... Dan dien ik
toch mee to gaan, met je, op zoo'n' diner of souper...
Do gedachte benauwde hem, alsof een snoer om V. n
hals wrong. Eens was !t gebeurd, dat hij freule Annie
ontmoette... !t Was een mager meisje met fletsche.
diep-ingezonken oogen boven blauwe kringen... Haar
rose-kleurtje had iets onnatuurlijks. En het wazige
wit op d'r wangen deed denken aan rijslpoedcrtjc.
Zij verspreide een -sterk-doordringende parfum, cn de
manier, waarop ze plotseling kon opkijken was vreemd...
Hij verraste haar terwijl zo een cigarettc rookte. En
zij deed dat zoo ongedwongen, zonder te proesten
en 1 e kuchen als andere meisjes, die eens, voor de grap.
oen cigarette even aansteken en 'm gauw weer weg
gooien... Dat Frits er verbaasd van was. Maar liij dacht
Zoo .zijn ze zeker in dö groote wereld... En zat, met
een blos van verlegenheid, over z'n knieën te wrij
ven. nu en dan eren grinnekend of een woordje sta
melend. Freule Annie zat op de vensterbank, en liet
een been slingeren. Ook wipte zij de kanten garneersels
aan 'r mouwen op en toonde armen, óók al van on
na tuurlijk-blanko tint... Zij zat Frits, al-rookend, te
observeeren van top tot teen. Z'n boordje, z'n das, z'n
horlogeketting, z'n laarzen, z'n nagels, z'n snorretje;
alles beloerde zij met de vermoeide, kwijnende, ingezon
ken oogen. Ze zei bijna niets tegen hem... Haar ge
schminkte gezichtje bleef strak. Ze praatte nu en dan
met Truus, hem heelemaal vergetend.
Fnts zou, toen zij vertrokken was, na even tegen
herm geknikt te hebben, tegen Truus willen zeggen
„Hé. dat 's nu toch niks geen meisje voor ;jou...
Maar hij durfde niet. De freule d'r pa was een echte
baron geweestnu al ©enige jaren dood. De douairière,
do ma der freule, woonde ergens op gemeubileerde
kamers. Toen Frits vroeg, in welke buurt... Verwach
tend iels heel-voomaams... Praatte Truus erover heen...
Even verwonderde 't hem, maar hij miste den moed,
do burgerjongen, om 't te vragen. Hij was zoo bang,
dat Truue hem den bons zou geven... Hij hield zco
dol-veei van haar. Eu nachten-lang kon hij liggen
denken aan 't oogenblik, dat hij haar als z'n offlciëele
verloofde, zou mogen voorstellen... Tanle Mien, en
nicht Kaatje, neen, wat zouden die opkijken over de
deftigo aans'aande nichtt... Frits zijn moeder liad altijd
veel van „de hoogheid" gehouden. En met die had
hij, heel in 't geheim, dan ook over het „officieusé
engagement" durven praten. Voor vadier moest 't „een
verrassing" blijven. En bovendien wsiten zij, dat vader
altijd gehoopt had op een huwelijk tusschen Prils en
Aaltje van den, handelaar in Comestibles. „Dan kun-
jo later" had vader, die niefs voor „de grootheid'
en „voornaamheid" voelde, „dan kun-je later de pen-
nelikkerij aan kant doen en bij je schoonvader in
do zaak komen. Bolderman die heeft ze van-dal!" voeg
de vader erbij, met duim en wijsvinger de ]>eweging van
geld-tcllen makend, „dan ben-je voor goed uit de kou,
jongen. Dat pennelikken is op den duur niks-gedaan!....
Ais je oud en 'afgetakeld bent, clan verdien je nog niet
genoeg om je vrouw een jurk te koopenl" Moeder en
FYils durfden vader niet tegenspreken. Maar Frits had
verteld, hoe Truus hem had gesproken over de invloed
rijke relatiën van d'r familie... Er was een referendaris,
achterneef van ma... En als je 't goed uitrekende, dan
was jonkheer 'Daendels van Breevaart, aan liet Hof
geattacheerd, feitelijk nog in pa z'n familie, zij .t
dan ook ietwat-vér... Maar pa sluurder Jjir. Dac-n-
dels op Nieuwjaar altijd oen kaartje met „m.g." en dan
kreeg hij een terug met „m.d. en g". Truus had hem
't kaartje laten zien; het lag op een coupe in het „salon',
eag-bovenop...
Als hij met Truus d'r familie oenmadt gelieerd was,
och, dan zou 't pa immens maar een woordje kosten.
En Frits zou ergens op oen van de „regeeringsbureaux"
geplaatst worden... Met zulke kruiwagens wordt men in
een ommezien commies, hoofdcommies. „Ja" had hij
eens, in ©en dol-moedigp bui gezegd tegesi Truus „en
Feuilleton.
i
HOOFDSTUK I.
I Diepe stilte heerechte er op FomtainebleauUitge-
storveu lag het keizerlijk lustslot te midden van de
i heerlijke tuinen. Do door Frans I aangelegde be
roemde fonteinen zonden hun stralen regelmatig om-
Ihoog en de zon tooverdie daar duizenderlei kleuren
in. Bijna onhoorbaar ale een zacht vallende regen
stoven de millioenen dier fonkelend© droppels weer
In het wijd© waterbassin neer.
In de vlierboschjes zwollen de knoppen en door
de stijve Taxusheggea sprongen de kleine vogeltjes
vrooiijk rond.
Eentonig, met zware, afgemeten stappen liep de
schildwacht onder d© keizerlijke vertrekken van het
slot op en neer.
Duistere ernst lag er op het bruin© verweerde ge
laat onder de hooge berenmuts.
Schuwe blikken gingen, telkens langs de met dilch-
te gordijnen behangen vensters, waarachter zijn kefc-
ser was. voor wien hij hier op en neer marcheerde.
Zijn keizer. Die in talrijke bloedige veldslagen zijn
j lëgvr, zijn garde, als hun God had begeesterd, diien
I zij b indeiings hadden gevolgd. dito moest daar
f boven ziju verbanndngsbesluit onderteckenen, terwijl
ln 1'aiijs. dat smadelijk capituleerde, de ver bondon
1 troepen binnen marcheerden.
j De b:enige hand, die dan geweerkolf omklemde,,
'j tai.de Vin de tanden knarsten.
i Onze ..kieine eorporaaj", die over de Alpen, op
'f .J bijua onbegaanbare pad*n tot in het hart van Italië
I zelfs, over zeeën en woestenijen, in het gloeiend©
zand aan den voet der pyramiden, In Spanje, üos-
I tenrjjk, Pruisen, ja in Ruslands ijsvelden zijn leger
I trouw bleef en ter overwinning voerde, die nooit
I d0°r óeE T^aud wes overwonnen die moest na
f 0615 pasr halfverloren slagen, cp bevel van zijn vij-
p I onden nu in verbanning gaan.
I lat ging niet volgens eer en geweten, daar was
«bepaald \crraad in het spel.
I \errcad! Laaiaan klemt zach steeds het hart van
[den e luen Franscbman vast, wiens ijdelheid en over-
winniir.Ezckerheid door niets en niemand zijn te ver
anderen. Slechts verraad koji den keizer doen vajlen.x
als w© dan getrouwd zijn, dan krijg ik te hooren:
Je hebt alles aan m'n familie te danken)
Hij schrok zelf toen 't gezegd was. Truus was drc-
delijk. met vertoon van hevige verontwaardiging, op
gestaan. Maar hij liep haar na, soebatte, smeekte,
schreide, kust© haar hand, bezwoer dat het toch
maar een grapje was geweest... Dat hij nooit, nooit
meer zoo-iets zeggen bou...
„Ik houd niet van zulk© gTapjes.' Dat zijn, we. In
onzen kring, heusch niet gewend. Frits!"
Haar toon was ijskoud. Dien ganschen avond keek
hij telkens naar d'r oogen: of zij nog "boos was
En dien nacht kon hij niet slapen, uit angst, dat er
den volgenden, ochtend een briefje zou komen van
Truus... En van dat moment af was Frits nog nede
riger tegen het meisje, met wie hij' „officieus geën-
gaeeró" was
Meneer Lafleur, de pa van Truus, ze stamden
af van Hugenoten, na de opheffing van het edict vajn
Nantes hierheen gevlucht, en Lafleur was eigenlijk
een, „nora de guerre"; hun ware stamnaam klonk
veel, veel deftiger, met „de" er in, cn zoo meer...
De heer Lafleur wachtte Frits, dien, middag alleen
in de huiskamer. De diep-deferente buiging van, klerk
beantwoordde hij, ais gewoonlijk met het, genadiglijk
wuiven van, een hand, maar meneer Lafleur was som
ber. gedrukt, ontstemd. Dat. zsg Frits dadelijk.
En hij trachtte iets zich te herinneren, waardoor hij
pa kon ontstemd hebben... Een prop echoot hem in
de keel en de tranen van wanhoop moest hij met
geweld terugdringen, 't Was hem, of hij Triius nooit
meer zou terugzien...
„De Groot," zei meneer Lafleur, z'n karmozijn-
kleuvigen neus tusschen eeen paar vingers knijpend
en zijn bol-bleeke wangen opblazend „Do Groot,
ik heb een zeer onaangename tijding voor je..."
Frits moest zich aap de tafel vastgrijpen. Eu hij
voelde zich doodsbleek worden... Het verschrikkelijke
griinsoe hem plotseling toe... Meneer Lafleur wierp
snel een oogje op hem trok daarna een ijselijk-
somber gezicht. Hij stak den armen jongen, wien de
tranen nu over de witte wangen, biggelden, een hamd
toe.
,„De Groot," zei pa van Truus, zear vaderlijk en
week-gemoedelijk, de hajvd van as. Bchoonzoon in de
zijne gevat houdend, „je bent een brave, ordentelijke
jongen. Ik weet. ik besef dat je veel van Gertrude.
mijn dochter, houdt... Anders zou ik niet... Niet...
Enfin, zou 'k niet heengestapt zijn over sommige
bezwaren van standsverschil, niet-waar?Je
neemt me immers niet kwalijk?" vroeg fijngevoe
lig de edelman met den burgerlijk-klinkenden
„nom de guerre" Lafleur...
„Neen! Natuurlijk niet, meneer, wist Frits eruit
te brengen.
Pa van Truus liet zfn hand toe. Wenkte hem te
gaan zitten, Ke"k of de deur wel gesloten was...
Bprak toen, op gedempten toon: „Omstandig
heden van zeer in riemen aard, verband houdend
met de. eer onzer familie... Eer is teer, De Groot,
vergeet 't toch nooit!... Kijk, ik beechouw Jou als
een vriend, haast als een familielid... Ofschoon, he
laas... Anders zou ik je niet in mijn vertrouwen ne
men... Dat snap-je wel. Luister go©d, mijn Jongepi. Ik
heb mij terwille van familie-omstandigheden die
ik niet nader mag, piet kan, en niet zal aanduiden...
Enfin, van bezit moeten, ontdoen... Om kort te gaan.
't is noodig, dat Gertrude zich voor ge rui men, tijd
begeeft naar een bloedverwante, in 't buitenland
Totdat Ik het verlies wat te boven ben... Ik weet,
nog niet, hoe alles loopen zal... Maar, je begrijpt,
voorloopig kunnen jelui elkaar niet meer zien. Het
kan maanden, misschien vele, zeer vele maanden du
ren... Ik wensch niet, dat JU je, op jouw leeftijd,
zult binden... Wat in de verre toekomst wellicht zal
geschieden, zullen w© nader zien. Maai- voor 't oogen,-
bllk... Dat is wat ik j© even wou meedeelen.
Klerk 'stond- daar verplet, verwezen. Hij zocht
naar woorden om meneer Lafleur iets te doen begrij
pen van wat daar brandde, aap woeste smart, in, zij.
ziel... Het lukte niet.
En voordat hij wist, wat er eigenlijk gebeurde
stond Truus tegenover hem Was pa uit de kamer
Greep hU haai- handen. Trok hij haar aan ziju
borst, kuste hfi haar onstuimig, terwfil de tra
nen van wanhoop stroomden uit z'n oogen.
Eu zij vertelde. Noemde bijzonderheden.'t Ging
om bij de twaalfhonderd guldien. Pa was niet rijk
wist Frits en nu moest pa „gelden losma
ken", met groote kosten... Er kwam nog meer bij.
Maar die twaalfhonderd was 't ergste... Die tante in
Thuringen wiLde helpen, maai" ze had gevorderd, dat
Truus bij haar in huis kwam. En Gertrude zin -
speelde op een adellijken achterneef, met wien tante
haar met alle geweld wou laten trouwen.
Dat Frits de vuisten balde tegen -den denkbeeldi-
gen Thuringscheu Freiherr
„Ik zal j© 't geld bezorgen! riep hij udt, „ik be
zweer 't je! Je moet Mjt m© blijven. En je goeden,
armen papa zal ik helpen-
„Nooit zal pa een oeut van. je aannemen," prik
kelde Gertrude, „je kent hem niet. J© weet niet wat
adeltrots beteekent!"
„Ik zal hem op m'n knieën s moeken. Net-zoo lang
totdat hij verteedexd is. Hij mag 't niet weigeren!
Ik ben zijn, zoon immers!" Hij praatte nog lang. in
geen machtsvertoon van tot dusver door hem met
daemonische kracht beheerschte volketu.
Maar niet slechts in het hart van den eenvoudi-
gen ro'daat loert deze gedachte; ook door do stille
en ledige vertrekken van het slot sloop deze ge
dachte als een spook rond Verraad! Wi© bleef
nog trouw van al die maarschalken, hertogen, pairs
van Frankrijk, die als Napoleon's oude wapengezel
len en krUgskameraden, dikwfils van uit de onderste
lagen der maatschappij afstamden en door hem met
roem en eer en aanzien waren overladen?
Zfi veroverden hun wapenschild1 met het zwaard.
Met het bloed hunner vijanden schreven, zij hun
deviezen daarop en de nauwelijks geheelde wonden
drukten het zegel op hun' adeldomsbrlef. En toch
zfi waren den oorlog moede, zU wilden vrede met de
vfianden, terwille van FrankrUk.
Ook zij verlieten hem, hun oorlogsgod en vurig
beminden keizer.
Met donker gezicht leund© maarschalk Ney tegen
een zuil ln de voorzaal, die door een zijden voor
hangsel, waarop met goud dè Adelaar was gestikt,
van Napoleon's werkkamer was gescheiden.
„Er moet n,u een eind aan komen, Hij moet •toe
geven." 7.' ide hfi halfluid tot Caulaincourt, dem( her
tog van Vlceuza, die in een stoel zat en treurig voor
zhh zat uit te kUken. „Wij hebben al het mogelUke
geprobeerd, maar sedert Marmont capituleerde ls
al'e vorp voorbiL"
„Hij heeft Parijs voor een bombar dementi be-
wa.ud en voor zijn keizer den troon verloren," ant
woord dr generaal Bortrand bitter.
Hij liep met de handen op den rug rusteloos op
en neer.
B?rthkr, de hertog van Wagram, de generaal-cbef
van Napoeon, haalde de schouders op: „Wat moest
Marmont doen? De verbonden, legers sloten hem van
al'e zijden in. Dadelijk na da proclamatie van keizer
Alexander heeft de Fransehe Senaat onder voorzit-
t-r«( hap van Talkyrand zich in Parijs verzameld en
Napoleon van den troon vervallen verklaard en Lo-
dewijk XVIII tot koning uitgeroepen."
„.Die ellendige verrader!" bromde Bertrond.
..Noem jij het onder de tegenwoordig© omstandig
heden e< n verraad cm zich bij koning Bodewijk aan
te sl iter.?" vro g Ney langzaam. „Napoleon moet
ons van onzen eed ontslaan."
B rtrand ke< k hem vast in de oogen. ..Dat mag
iedcr vcor zichzelf verantwoorde® zooals hij wil,"
an woo dde bfi. „Ik begrijp evenwel niet, hoe ulte'ln
begees'.e: d© Bonapartjet plotseling een aanhanger van
wjdo opwinding... Totdat, zij hem beloofde, opbapd-
slig ©n kus, dat ze alles, alles zou doen om pa, over
te' halen,...
[Waarna hU wegvloog, de straat op, naar huis.
D^ stille, bescheiden, beschroomde jongen was ge
worden een woesteling van door angst geprikkeld©
opwin ding...
...Als moeder haar man niet in d© armen was
gevlogen met worstelend dat do aden» haar schier
begaf dan zou er een ongeluk gebeurd zUn. Wam.
do oude De Groot was met gebalde vuisten op zijn
zoon aangetreden. En de bonkige, breedgeschouderde,
fofsch-gfspierde man stond tegenover den schralen
jongen, die ook in z'n razende drift het onderspit
moest delvenJelui zijn allebei krankzinnig!
schreeuwde De Groot Senior, door moeder achteruit-
geduwd en in bedwang gehouden, „denk je dat ik
mijn kostelijke centen zal gaan weggeven aan zoo'n j
doordraaier, zoo'n fle-ssehentrekker als dien Lafleur...
Jai ik kon dat volk!... Met z'n mooi© praatjes en
z'ii aanstellerijAls ik geweten had, dat die snot
neus daar aan huis kwam, dan bad ik er allapg een
eind aan gemaakt. Zou i,k dien ploert eens z'n vet
hebben gegeven... Je hoeft mij niet t.o vertellen, wie
dló mesjeu Lafleur is..."
nJIJ bent zelf een, ploert! Een grove kerel, voor
wien ik me schamen zou bij die familie..
•Maar de oude De Groot slingerde z'n vrouw van,
zich af. Frits zag hem op zich af-komenEtn hij
word overmeesterd, plotseling, door dollen angst....
Rende 't huis uit... Voordat vader hem grijpen kon..
t)e oude De Groot kwam tot bezinning. Moeder
was naar de straatdeur gevlogen en had er zich
voor geplaatst, Maar 't was onnoodig.
.Hij ging zitten. Kwam tot zichzelf. Bevend stond
moeder hem aan te kijken. Hij glimlachte schamper.
..Jij zou je door dat volk hebben laten verlakken!"
zei hij, eindelijk.
..Als "t toch zijn geluk misschien was...'
Maar de oude, opnieuw opvlammend in woede, bonkte
met z'n vuist op de tafel.
„Zijn geluk!" schreeuwde hij, ",.ajn ongeluk, zeg ik
je!.... Zijn ondergangI Ik kén dat volk f... "Van haver tot
gort.... Morgen den dag ga ik dien ouden Lafleur op
zoeken.... k Wil wel eens zien of die kwajongen, daar
nog een voet over den drempel zal zetten!...."
„Jan. wees voorzichtig", zei moeder, zacht, maar
vastberaden: nu niet lbang meer voor haar man, waait
ze voelde dat er groot gevaar voor Frifs dreigde...
En de moeder in iedere vrouw heeft moed.... „Jan, doe
dat niet. Ik waarschuw je... Heb je Frits daar gezien f...
Wees voorzichtig. Je zo udt er je later over kunnen
berouwen..."
Vader schokschouderde en grimlachte schamper.
Mompelde wat.... Maar toch zat hij na to denken.
Kwam er. als men goed eai scherp oplette, iets van
anggt in z'n oogen en om z'n lippen, iets van pijnigenden,
hem bekruipenoen angpt, naarmate z'n drift bekoelde...
„Lafleur... Lafleur...zei de jonge advokaat, wien
de wegens oplichting vervolgde en in voorarrest geplaat-
sto beklaagde amblelijk was toegevoegd, toen hij het
i bericht pas had ontvangen, dat hij tot verdediger was
aangewezen... '„Lafleur,... Wat deksel, dien naam ken
ik. Is dat niet.
„Jawel, precies!" zei collega, zijn gedachten door
peilend „de markies"... „De Markies! Ja juistI De vader
van dat sluwe blondje... *loe heet zij ook weer... Waar
onze collega, je weet wel, een paar jaar lang...."
„Je bent er .amice" hernam collega, ..de pa van
blondje, voor wie indertijd die ongelukkige jongen,
zekere De Groot, gestolen heeft.." 0,dat was toen al
een lieel Interessant dossier, 't Was torn een stui
vertje op z'n kant, of ze waren toen al geknipt. Maar
ik moet erkennen, zij hebben 't lang volgehouaen. Een
van het klomplot was nog een soort van f reu let je...
Waarachtig, een outentickc... Zij is al jaren dood....
Maar die ljafleur is den dans lang ontsprongen. Twee
jaar geleden vloog-ie er in. En nou weert... Weinig
eer mee te behalen, zulke zaakjes".
„En die jongeD, dat slachtoffer," zei advocaat, „het
je daar nog wel eensr...."
„Zeker" herinnerde collega, „die heeft, toen ie vrij
kwam, getracht bij de blondine, Gertrude, je weet toch
wèl, op een avond binnen te dringen.... Razend .ver
liefd, ondanks alles... Met een revolver aardigheidje^
rmaakt. Ontoerekenbaar verklaard.... Opgei)orgen. Ir,
Medcmblik. Een van de.medici heeft me eens verteld,,
dat-ie altijd praatte over een baron, een behuwdoom van
hem, die hem, samen met zijn Truus, zou komen
verlossen. Hij wacht'e haar dag aan dag..."
„Toch een stakkert!"
,.ILij is een van de tientallen, die blondine Gertrude
naar den duiker heeft geholpen..."
,En leeft zij nog?"
Of ze leeft r Man. a,'s je eens in Brussel komt.
informeer dan maar eens naar madame la vicomtesse
Gertrude..." Advocaat fluisterde een langen naam. „die
heeft een van je fijnste auto's... Met een gravekroon
er op!...."
En zij schaterden samen over de tragische klucht.
Maar een van hen beiden werd op eens ernstig. Hij
schudde met echt-medelijden 't hoofd. Het beeld van
armen klerk, van krankzinnigen Frits do Groot.
wachtend op zijn Truus en haar oom den baron'
kwam hem voor den geest...
MA1TRE CORBEAU.
de ineengezakte dinastie der Bourbons kan groeien.'"
„De rust van Frankrijk viel generaal Dwra-
ot in.
Bertrand lachte bitter. ..Rust? Onder de Bour
bons? Wie heeft ons land iu den afgrond gerukt, door
hartelooze reden, besluiteloosheid, zwakheid1 en ver
kwisting? En wie heeft het rijk opgebouwd? Wat
vond Napoleon na de revolutie? Een chaos! De han
del lag geknakt, de finantlën waren in het honderd,
hot leser zonder discipline. Wat heeft hij sedert dien.
tijd uit FrankrUk weten, te maken? Een rijk dat de
wereld gebiedt. En, nu, omdat bij ongeluk heeft
gehad, zich verrekend heeft, te zeer heeft gebouwd
op zUn verbond met Oostenrijk nu laat het over
wonnen Frankrijk, in plaats van hem trouw te blU-
ven, hem smadelUk in den, 6teelc en roept het oude
verdreven koningshuis der Bourbons, terug. Moge
het Frankrijk goed bekomeu, deze regeering van een
koning, die door de macht van vijandige bajonetten
op den troon is geplaatst. En slechts die vijanden
kunnen zqn macht daar bevestigd houden."
„Niet alleen het land Is den, krijg moede ook
het leger," viel Berthler ln, „D© oorlog met Spanje
teerde als een verderfelUke zweer aan, de kracht
van Frankrijk. De veldtocht tegen Rusland deed de
reat."
„Wss het nog maar gelukt, toen ik als gezant ln
Rusland was een bemiddeling tusschen, Napoleon en
Alexander te kunnen bewerkstelligen," klaagde Cau-
lalncourt. „Vanaf dat ©ogenblik dateert de spanning.
Ü9 st>Ud om Oldenburg was maar een, voorwendsel."
„JU hebt steeds zooveel Invloed op den keizer van.
Rusland gehad," zeide Berthier warm. „Aan jou is
het tenminste te danken dat het eiland Elba onzen
kei7er tot verblU'fpiaats is aangewezen. D© andere
rijken hadden het bepaald nog graag erger mejt hem
gemaakt."
..Ik kon weinig genoeg doen." antwoordde Cau-
laln< ourt bewogen.
..Kom nu, mUneheeren," drong Ney, „wij moeten
naar den keizer en hem bewegen da verbanningsoor
konde t© onderteekenen. HU hoopt steeds nog voor
zijn zoon den kleinen koning van Rome. tl- n r;oon
van Frankrijk te behouden en alleen voor zichzelf dus
afs'.and te doen. Maar deze hoep is ijdel. Oostenrijk
verroert geen bard voor hem. Keizer Frans houdt
zün do.hter, keizerin Maria Louise, niet het kind in
Rur.bouület vast. Men zal haar bepaald niet eens
toestaan afscheid van Napoleon te il- men.''
,.Erg genoeg, wanneer zU 2sch dwingen laat," zei-
de Bertrand kortaf.
Gemengd Nieuws.
MEI 1UH W CAILULX.
Do vrouw van den Franschm minister (^ailiAt-x
die de redacteur van do Figaro, Calmette. vermoordde,
heeft verschillende verhooren. ondcrgian. In. het laat
ste verhoor heeft rij nu verteld de g-bcnmteiussen dȣ
hebben plaats gehad na het bezoek» van Monier, den
voorritler van de rechtbank, die haar onlkehmzid moes*
antwoorden op haar vraag, of dc rechtbank gom «inde
kon maken aan de lasterenmparnie van Calmette.
Wij krijgen door haar mededeclingcn ecu inricht
in den gemoedstoestand, waaronder deze vrouw heeft
gehandeld.
Nadat Monier haar had verlaten, zoo ileclt do H.N.Cf.,
mee, werd mevrouw Caillaux opgebeld door <Icn hoer
Coupiérc, onder-directeur van het proiocoL, die mij,
aldus mevrouw Caillaux, vroeg hoo laaf dc mirastctc
van Financiën en ik zoudcii komen aan liet diner van!
do Italiaansche ambassade.
Ik antwoordde: Te kwart over achten. Vervolgens
telefoneerde ik mijn kapper om hem tc verzocJocn
te 7 uur dien avond bij mijl te komen. Daarop ontving ik
te elf uur een bezoek cn begaf mij naar mijn landarift
en daarna naar het ministerie \~ui Financiën om mijn
echtgenoot op to zoeken.
Ik verhaalde hem hel onderhoud, <Lnt ik had gis
had met den voorzitter van de rechtbank. IX) heer
Caillaux werd woedend toen lüj hoorde, dat cr nieio
kón worden gedaan om naai de campagne van rfe
..Figaro" een einde tc maken.
Hij besloot inct deze woorden
„Er is slechts één middel, hem den hals om tc dr...
Ik begreep, voegde mevr. Caillaux er aan toe, daü
mijn echtgenoot op dat oogenblik dacht aan oen zoo?
ernstige daad van geweld cn ik begon aan die moge
lijke gebeurtenis te denken.
De heer en mevr. Caillaux dejeuneerden m de rub
Alphonse de Neuville, maar mevr. Caillaux was steedti
vervuld van den door haar echtgenoot uitgesproken z»
Verschrikt door die bedreiging besloot zij dat het nood
zakelijk was een stap te doen bij den directeur van do
Figaro de publicatie van de brieven, welke op haa*:
betrekking hadden te beletten.
Te half drie telefoneerde rij naar de Jtnfiaanscrw
Ambassade om haar verontschuldi^ngcn aa*i te trio-
den, dat zij dien avond om gezondheidsredenen hei
diner niet kon bijwonen. Daarna wilde zU beproeveai
zelf een uitersten atap te doen bU Cafanette.
Zij dacht inderdaad dat haar echtgenoot die uit
stekend kon schieten den directeur van den Figaro
zou dooden en zou moeten verachUnen voor do A&-
sise8 en zag voor zich al d© afschuwelUkheden van
het drama. Het beslissende motief voor haar hande
lingen was toen den directeur va« de Figaro te bo-
letten haar schande aan te doen.
Ik voelde een scrupule, zeide zU. van zeer del:-
caten aard. Ik wilde niet do oorzaak zUn van dlfl
afscbuweUjk drama.
Verder vertelde zij, hoo zij na bij Gartmo-Renetta
een browning to hebben gekocht hu ie waart» keerde.
Daar aarzelde zU nog of zij Daar hotel RRz 'jou*
gaan. waar zij was uitgenoodigd. of naar de Figaro.
ZU besloot aan haar echtgenoot een brief te schrij
ven, waarin zU zeide. dat zU zUn politieke toekomst
niet wilde compromltteereen en dat rij verkoos zelf
naar Calmette te gaan ora hem te 'verzoeken zijn,
laster goed te maken. Zij steeg toen ln ©en automo
biel en begaf rfoh naar d© Figaro, waar rij ©en uur
wachtte ln het salon van het blad. Calmette ontving
haar. Mevr. Caillaux vertelt,, dat zij angst bezat fax
de gang. die naar het bureau van den directeur ging
en machinaal zes schoten, afvuurde. Zij herinnerde*
zich zelfs niet al de kogels te hebben afgeschoten,
ZJJ verklaarde haar daad zeer te betreuren en baratta
nlt in tranen.
Deze laatste verklaring dat zU angst kreeg in de
gang kan wijzen op een toestond van groote overspan
ning, maar klinkt veel minder waarschijnlijk, dan,
wanneer mevr. Caillaux had verklaard, dat zij op het
gezicht van den man, die haar dat alles aandeed met
volkomen bewustzün had geschoten, zelfs al was zij
tevoren niet voornemens het te doen. Maar de oefe
ningen in het schieten, waarbU met de mogelU'khedd
werd rekening gehouden, bewUzen in ieder geval dat
mevr. Caillaux zoo noodig het niet bU een bedreiging
met een revolver zou laten.
Op de vraag of zij de revolver had gekocht om
op Calmette te schieten ontkend© zij dit. De gedach
te was wel bU haar opgekomen, maar zij kocht d©
revolver slechts opdat haar echtgenoot deze op zUn
verkiezingscampagne zou kunnen gebruiken om vei
lig te rijn. Het is wel eigenaardig dat mevr. Cajllaux
in haar overspannen toestand] nog deze attentie ko®
bedenken.
Reeds zinspeelt de radicale partij op de mogelijk
heid dat Caillaux toch: terugkeert tot de politiek
Dit zal dan moeten zUp na d© vrUspraak van mevr
Caillaux. Want, hoe men moge oordeelen over haar
daad, of men deze wil verh eer LIJ ken, verdedigen, ver
ontschuldigen of afkeuren, de jury zal haar wel vrij
spreken. ZU heeft zelf den. weg afgesneden om haar
de vrUspraak t© bezorgen voor ©en daad van pas
sie. maar de schets van haar gemoedstoestand heeft
haar den weg geopend om té worden vrijgesproken
als ontoerekenbaar toen zU den moord uitvoerde.
Deze verdediging ligt ook geheel ln de !Un va® haar
„De politiek heeft haar Frankrijk's kroon ge
bracht de potiitek neemt haar die weer af,"
meende Caulaincourt zeer gelaten. „Zullen wij een
wouw hard vallen, als zU wankelt, waar zoo weinig
mannen blijven staan?"
ZUn oogen vestigden zich op maarschalk Ney, die
dezen blik donker en boos teruggaf.g Een vluchtig
rood kleurde zijn wangen.
HU wendde zichtot den eersten ordonisance-offlcier
van Napoleon, den jongen baron Gourgand» die tegen
het venster leunde en zJeh tot dusver met gcon en
kel woord in het gesprek had gt-monj-d. ..Ga naar
binnen, Gourgand, naar den keizer," beval Ney kort
af. ..Dien ons aan. HU moet u,u maar uit zijn gepeins
worden wakker geschud' en ons ontvangen. De tijd
dringt."
Gourgand boog even het hoofd. Do slanke ge
stalte trotsch opgericht, lrep hij met elastische schre
den op het gordijn toe. Daar draalde hij zich «en
oogenblik naar de anderen om. Zijn Jong mooi ge
laat was doodsbleek, en in d© donkere oogen, glo- ixl©
een vreemde uitdrukking do heele zteiekwelItng,
■die hU gevoelde, weerspiegelde zich daarop af.
„Ga nu!" zeide Ney ongeduldig.
Gourgand sloeg het gordUn open en trad ln No-
poleonJ8 werkkamer. De eerste ordonnajas-officler
mocht onaangediend binnentreden; verdfr was er aan
het keizerlijk hof een streng ceremonie-el ingevoerd.
Volgens Bourbonsche zeden mocht niet aan de deu
ren worden geklopt, maar moest daaraan gekrast wor
den.
Napoleon zat aan een rondetafel; het hoofd !n
de hand gesteund, keek hij onafgebroken op de oor
konde, waarbij hU afstand deed van i?e regeering en
die voor hem op tafel lag uitgespreid. ZUn gelaat
was geel en vervallen; hU, d:e anders zoo pijnlijk zin
dclijk was, was nu ongeschoren en verwaarloosd.
HU droeg een oude. groen© uniform met gouden, epau
letten en roode kaplaarzen. Reetjes van snuiftabak
lagen er op zijn bovenlip en bor6t- Hij sloeg lang
zaam de oogen op.
„Sire," begon de jonge officier aarzelend.
„Wat is er? Depecfics uit Parijs?" Napoleon,
sprak snel met zenuwachtigen haast.
..Maarschak Ney, generaal Bertrand, hertog van Vi
cen2a, de hertog van Bassaro, generaal Macdcnald f«x
Oudinot vragen of zU mogen binnenkomen bU Uwe
Majts eit."'
Napoleon stond op. „Laat hen binnenkomen," be
val hij kortaf.
Ney was de eerst©, die de kamer binnentrad -