1 Schetsen uit de Rechtzaal. De Adjudant das Keizers n tt 2 <El IE* ij* Zaterdag 28 Maart 1914. 57e Jaargang. No. 5352. DERDE BLAD. DE „MARKIES", in de huiskamer vond hij, tot z'n pijnlijke verba zing, niét als gewoonlijk, Truus. Die hem dan tegemoet kwam, waarna zij in een hoekje van het brcede ko zijn een poosje gingen zitten babbelen. Hij! bewon derend-haar fijne, zsaöhte, slanke, handjes en luisterend haar het gepraat van haar geaffecteerd stemmetje; zich zoo klein, zoo burgerlijk voelend als zij vertelde van oom den kolonel, in de Oost, <lio vermoedelijk gauw genera al-majoor zou wordencn van haar schoolvrien din, froulle Annie, bij me ze op de verjaarsvisite gevraagd was... De vraag lag hem op de lippen; En als we nu eens officieel geëngageerd zijn.... Dan dien ik toch mee to gaan, met je, op zoo'n' diner of souper... Do gedachte benauwde hem, alsof een snoer om V. n hals wrong. Eens was !t gebeurd, dat hij freule Annie ontmoette... !t Was een mager meisje met fletsche. diep-ingezonken oogen boven blauwe kringen... Haar rose-kleurtje had iets onnatuurlijks. En het wazige wit op d'r wangen deed denken aan rijslpoedcrtjc. Zij verspreide een -sterk-doordringende parfum, cn de manier, waarop ze plotseling kon opkijken was vreemd... Hij verraste haar terwijl zo een cigarettc rookte. En zij deed dat zoo ongedwongen, zonder te proesten en 1 e kuchen als andere meisjes, die eens, voor de grap. oen cigarette even aansteken en 'm gauw weer weg gooien... Dat Frits er verbaasd van was. Maar liij dacht Zoo .zijn ze zeker in dö groote wereld... En zat, met een blos van verlegenheid, over z'n knieën te wrij ven. nu en dan eren grinnekend of een woordje sta melend. Freule Annie zat op de vensterbank, en liet een been slingeren. Ook wipte zij de kanten garneersels aan 'r mouwen op en toonde armen, óók al van on na tuurlijk-blanko tint... Zij zat Frits, al-rookend, te observeeren van top tot teen. Z'n boordje, z'n das, z'n horlogeketting, z'n laarzen, z'n nagels, z'n snorretje; alles beloerde zij met de vermoeide, kwijnende, ingezon ken oogen. Ze zei bijna niets tegen hem... Haar ge schminkte gezichtje bleef strak. Ze praatte nu en dan met Truus, hem heelemaal vergetend. Fnts zou, toen zij vertrokken was, na even tegen herm geknikt te hebben, tegen Truus willen zeggen „Hé. dat 's nu toch niks geen meisje voor ;jou... Maar hij durfde niet. De freule d'r pa was een echte baron geweestnu al ©enige jaren dood. De douairière, do ma der freule, woonde ergens op gemeubileerde kamers. Toen Frits vroeg, in welke buurt... Verwach tend iels heel-voomaams... Praatte Truus erover heen... Even verwonderde 't hem, maar hij miste den moed, do burgerjongen, om 't te vragen. Hij was zoo bang, dat Truue hem den bons zou geven... Hij hield zco dol-veei van haar. Eu nachten-lang kon hij liggen denken aan 't oogenblik, dat hij haar als z'n offlciëele verloofde, zou mogen voorstellen... Tanle Mien, en nicht Kaatje, neen, wat zouden die opkijken over de deftigo aans'aande nichtt... Frits zijn moeder liad altijd veel van „de hoogheid" gehouden. En met die had hij, heel in 't geheim, dan ook over het „officieusé engagement" durven praten. Voor vadier moest 't „een verrassing" blijven. En bovendien wsiten zij, dat vader altijd gehoopt had op een huwelijk tusschen Prils en Aaltje van den, handelaar in Comestibles. „Dan kun- jo later" had vader, die niefs voor „de grootheid' en „voornaamheid" voelde, „dan kun-je later de pen- nelikkerij aan kant doen en bij je schoonvader in do zaak komen. Bolderman die heeft ze van-dal!" voeg de vader erbij, met duim en wijsvinger de ]>eweging van geld-tcllen makend, „dan ben-je voor goed uit de kou, jongen. Dat pennelikken is op den duur niks-gedaan!.... Ais je oud en 'afgetakeld bent, clan verdien je nog niet genoeg om je vrouw een jurk te koopenl" Moeder en FYils durfden vader niet tegenspreken. Maar Frits had verteld, hoe Truus hem had gesproken over de invloed rijke relatiën van d'r familie... Er was een referendaris, achterneef van ma... En als je 't goed uitrekende, dan was jonkheer 'Daendels van Breevaart, aan liet Hof geattacheerd, feitelijk nog in pa z'n familie, zij .t dan ook ietwat-vér... Maar pa sluurder Jjir. Dac-n- dels op Nieuwjaar altijd oen kaartje met „m.g." en dan kreeg hij een terug met „m.d. en g". Truus had hem 't kaartje laten zien; het lag op een coupe in het „salon', eag-bovenop... Als hij met Truus d'r familie oenmadt gelieerd was, och, dan zou 't pa immens maar een woordje kosten. En Frits zou ergens op oen van de „regeeringsbureaux" geplaatst worden... Met zulke kruiwagens wordt men in een ommezien commies, hoofdcommies. „Ja" had hij eens, in ©en dol-moedigp bui gezegd tegesi Truus „en Feuilleton. i HOOFDSTUK I. I Diepe stilte heerechte er op FomtainebleauUitge- storveu lag het keizerlijk lustslot te midden van de i heerlijke tuinen. Do door Frans I aangelegde be roemde fonteinen zonden hun stralen regelmatig om- Ihoog en de zon tooverdie daar duizenderlei kleuren in. Bijna onhoorbaar ale een zacht vallende regen stoven de millioenen dier fonkelend© droppels weer In het wijd© waterbassin neer. In de vlierboschjes zwollen de knoppen en door de stijve Taxusheggea sprongen de kleine vogeltjes vrooiijk rond. Eentonig, met zware, afgemeten stappen liep de schildwacht onder d© keizerlijke vertrekken van het slot op en neer. Duistere ernst lag er op het bruin© verweerde ge laat onder de hooge berenmuts. Schuwe blikken gingen, telkens langs de met dilch- te gordijnen behangen vensters, waarachter zijn kefc- ser was. voor wien hij hier op en neer marcheerde. Zijn keizer. Die in talrijke bloedige veldslagen zijn j lëgvr, zijn garde, als hun God had begeesterd, diien I zij b indeiings hadden gevolgd. dito moest daar f boven ziju verbanndngsbesluit onderteckenen, terwijl ln 1'aiijs. dat smadelijk capituleerde, de ver bondon 1 troepen binnen marcheerden. j De b:enige hand, die dan geweerkolf omklemde,, 'j tai.de Vin de tanden knarsten. i Onze ..kieine eorporaaj", die over de Alpen, op 'f .J bijua onbegaanbare pad*n tot in het hart van Italië I zelfs, over zeeën en woestenijen, in het gloeiend© zand aan den voet der pyramiden, In Spanje, üos- I tenrjjk, Pruisen, ja in Ruslands ijsvelden zijn leger I trouw bleef en ter overwinning voerde, die nooit I d0°r óeE T^aud wes overwonnen die moest na f 0615 pasr halfverloren slagen, cp bevel van zijn vij- p I onden nu in verbanning gaan. I lat ging niet volgens eer en geweten, daar was «bepaald \crraad in het spel. I \errcad! Laaiaan klemt zach steeds het hart van [den e luen Franscbman vast, wiens ijdelheid en over- winniir.Ezckerheid door niets en niemand zijn te ver anderen. Slechts verraad koji den keizer doen vajlen.x als w© dan getrouwd zijn, dan krijg ik te hooren: Je hebt alles aan m'n familie te danken) Hij schrok zelf toen 't gezegd was. Truus was drc- delijk. met vertoon van hevige verontwaardiging, op gestaan. Maar hij liep haar na, soebatte, smeekte, schreide, kust© haar hand, bezwoer dat het toch maar een grapje was geweest... Dat hij nooit, nooit meer zoo-iets zeggen bou... „Ik houd niet van zulk© gTapjes.' Dat zijn, we. In onzen kring, heusch niet gewend. Frits!" Haar toon was ijskoud. Dien ganschen avond keek hij telkens naar d'r oogen: of zij nog "boos was En dien nacht kon hij niet slapen, uit angst, dat er den volgenden, ochtend een briefje zou komen van Truus... En van dat moment af was Frits nog nede riger tegen het meisje, met wie hij' „officieus geën- gaeeró" was Meneer Lafleur, de pa van Truus, ze stamden af van Hugenoten, na de opheffing van het edict vajn Nantes hierheen gevlucht, en Lafleur was eigenlijk een, „nora de guerre"; hun ware stamnaam klonk veel, veel deftiger, met „de" er in, cn zoo meer... De heer Lafleur wachtte Frits, dien, middag alleen in de huiskamer. De diep-deferente buiging van, klerk beantwoordde hij, ais gewoonlijk met het, genadiglijk wuiven van, een hand, maar meneer Lafleur was som ber. gedrukt, ontstemd. Dat. zsg Frits dadelijk. En hij trachtte iets zich te herinneren, waardoor hij pa kon ontstemd hebben... Een prop echoot hem in de keel en de tranen van wanhoop moest hij met geweld terugdringen, 't Was hem, of hij Triius nooit meer zou terugzien... „De Groot," zei meneer Lafleur, z'n karmozijn- kleuvigen neus tusschen eeen paar vingers knijpend en zijn bol-bleeke wangen opblazend „Do Groot, ik heb een zeer onaangename tijding voor je..." Frits moest zich aap de tafel vastgrijpen. Eu hij voelde zich doodsbleek worden... Het verschrikkelijke griinsoe hem plotseling toe... Meneer Lafleur wierp snel een oogje op hem trok daarna een ijselijk- somber gezicht. Hij stak den armen jongen, wien de tranen nu over de witte wangen, biggelden, een hamd toe. ,„De Groot," zei pa van Truus, zear vaderlijk en week-gemoedelijk, de hajvd van as. Bchoonzoon in de zijne gevat houdend, „je bent een brave, ordentelijke jongen. Ik weet. ik besef dat je veel van Gertrude. mijn dochter, houdt... Anders zou ik niet... Niet... Enfin, zou 'k niet heengestapt zijn over sommige bezwaren van standsverschil, niet-waar?Je neemt me immers niet kwalijk?" vroeg fijngevoe lig de edelman met den burgerlijk-klinkenden „nom de guerre" Lafleur... „Neen! Natuurlijk niet, meneer, wist Frits eruit te brengen. Pa van Truus liet zfn hand toe. Wenkte hem te gaan zitten, Ke"k of de deur wel gesloten was... Bprak toen, op gedempten toon: „Omstandig heden van zeer in riemen aard, verband houdend met de. eer onzer familie... Eer is teer, De Groot, vergeet 't toch nooit!... Kijk, ik beechouw Jou als een vriend, haast als een familielid... Ofschoon, he laas... Anders zou ik je niet in mijn vertrouwen ne men... Dat snap-je wel. Luister go©d, mijn Jongepi. Ik heb mij terwille van familie-omstandigheden die ik niet nader mag, piet kan, en niet zal aanduiden... Enfin, van bezit moeten, ontdoen... Om kort te gaan. 't is noodig, dat Gertrude zich voor ge rui men, tijd begeeft naar een bloedverwante, in 't buitenland Totdat Ik het verlies wat te boven ben... Ik weet, nog niet, hoe alles loopen zal... Maar, je begrijpt, voorloopig kunnen jelui elkaar niet meer zien. Het kan maanden, misschien vele, zeer vele maanden du ren... Ik wensch niet, dat JU je, op jouw leeftijd, zult binden... Wat in de verre toekomst wellicht zal geschieden, zullen w© nader zien. Maai- voor 't oogen,- bllk... Dat is wat ik j© even wou meedeelen. Klerk 'stond- daar verplet, verwezen. Hij zocht naar woorden om meneer Lafleur iets te doen begrij pen van wat daar brandde, aap woeste smart, in, zij. ziel... Het lukte niet. En voordat hij wist, wat er eigenlijk gebeurde stond Truus tegenover hem Was pa uit de kamer Greep hU haai- handen. Trok hij haar aan ziju borst, kuste hfi haar onstuimig, terwfil de tra nen van wanhoop stroomden uit z'n oogen. Eu zij vertelde. Noemde bijzonderheden.'t Ging om bij de twaalfhonderd guldien. Pa was niet rijk wist Frits en nu moest pa „gelden losma ken", met groote kosten... Er kwam nog meer bij. Maar die twaalfhonderd was 't ergste... Die tante in Thuringen wiLde helpen, maai" ze had gevorderd, dat Truus bij haar in huis kwam. En Gertrude zin - speelde op een adellijken achterneef, met wien tante haar met alle geweld wou laten trouwen. Dat Frits de vuisten balde tegen -den denkbeeldi- gen Thuringscheu Freiherr „Ik zal j© 't geld bezorgen! riep hij udt, „ik be zweer 't je! Je moet Mjt m© blijven. En je goeden, armen papa zal ik helpen- „Nooit zal pa een oeut van. je aannemen," prik kelde Gertrude, „je kent hem niet. J© weet niet wat adeltrots beteekent!" „Ik zal hem op m'n knieën s moeken. Net-zoo lang totdat hij verteedexd is. Hij mag 't niet weigeren! Ik ben zijn, zoon immers!" Hij praatte nog lang. in geen machtsvertoon van tot dusver door hem met daemonische kracht beheerschte volketu. Maar niet slechts in het hart van den eenvoudi- gen ro'daat loert deze gedachte; ook door do stille en ledige vertrekken van het slot sloop deze ge dachte als een spook rond Verraad! Wi© bleef nog trouw van al die maarschalken, hertogen, pairs van Frankrijk, die als Napoleon's oude wapengezel len en krUgskameraden, dikwfils van uit de onderste lagen der maatschappij afstamden en door hem met roem en eer en aanzien waren overladen? Zfi veroverden hun wapenschild1 met het zwaard. Met het bloed hunner vijanden schreven, zij hun deviezen daarop en de nauwelijks geheelde wonden drukten het zegel op hun' adeldomsbrlef. En toch zfi waren den oorlog moede, zU wilden vrede met de vfianden, terwille van FrankrUk. Ook zij verlieten hem, hun oorlogsgod en vurig beminden keizer. Met donker gezicht leund© maarschalk Ney tegen een zuil ln de voorzaal, die door een zijden voor hangsel, waarop met goud dè Adelaar was gestikt, van Napoleon's werkkamer was gescheiden. „Er moet n,u een eind aan komen, Hij moet •toe geven." 7.' ide hfi halfluid tot Caulaincourt, dem( her tog van Vlceuza, die in een stoel zat en treurig voor zhh zat uit te kUken. „Wij hebben al het mogelUke geprobeerd, maar sedert Marmont capituleerde ls al'e vorp voorbiL" „Hij heeft Parijs voor een bombar dementi be- wa.ud en voor zijn keizer den troon verloren," ant woord dr generaal Bortrand bitter. Hij liep met de handen op den rug rusteloos op en neer. B?rthkr, de hertog van Wagram, de generaal-cbef van Napoeon, haalde de schouders op: „Wat moest Marmont doen? De verbonden, legers sloten hem van al'e zijden in. Dadelijk na da proclamatie van keizer Alexander heeft de Fransehe Senaat onder voorzit- t-r«( hap van Talkyrand zich in Parijs verzameld en Napoleon van den troon vervallen verklaard en Lo- dewijk XVIII tot koning uitgeroepen." „.Die ellendige verrader!" bromde Bertrond. ..Noem jij het onder de tegenwoordig© omstandig heden e< n verraad cm zich bij koning Bodewijk aan te sl iter.?" vro g Ney langzaam. „Napoleon moet ons van onzen eed ontslaan." B rtrand ke< k hem vast in de oogen. ..Dat mag iedcr vcor zichzelf verantwoorde® zooals hij wil," an woo dde bfi. „Ik begrijp evenwel niet, hoe ulte'ln begees'.e: d© Bonapartjet plotseling een aanhanger van wjdo opwinding... Totdat, zij hem beloofde, opbapd- slig ©n kus, dat ze alles, alles zou doen om pa, over te' halen,... [Waarna hU wegvloog, de straat op, naar huis. D^ stille, bescheiden, beschroomde jongen was ge worden een woesteling van door angst geprikkeld© opwin ding... ...Als moeder haar man niet in d© armen was gevlogen met worstelend dat do aden» haar schier begaf dan zou er een ongeluk gebeurd zUn. Wam. do oude De Groot was met gebalde vuisten op zijn zoon aangetreden. En de bonkige, breedgeschouderde, fofsch-gfspierde man stond tegenover den schralen jongen, die ook in z'n razende drift het onderspit moest delvenJelui zijn allebei krankzinnig! schreeuwde De Groot Senior, door moeder achteruit- geduwd en in bedwang gehouden, „denk je dat ik mijn kostelijke centen zal gaan weggeven aan zoo'n j doordraaier, zoo'n fle-ssehentrekker als dien Lafleur... Jai ik kon dat volk!... Met z'n mooi© praatjes en z'ii aanstellerijAls ik geweten had, dat die snot neus daar aan huis kwam, dan bad ik er allapg een eind aan gemaakt. Zou i,k dien ploert eens z'n vet hebben gegeven... Je hoeft mij niet t.o vertellen, wie dló mesjeu Lafleur is..." nJIJ bent zelf een, ploert! Een grove kerel, voor wien ik me schamen zou bij die familie.. •Maar de oude De Groot slingerde z'n vrouw van, zich af. Frits zag hem op zich af-komenEtn hij word overmeesterd, plotseling, door dollen angst.... Rende 't huis uit... Voordat vader hem grijpen kon.. t)e oude De Groot kwam tot bezinning. Moeder was naar de straatdeur gevlogen en had er zich voor geplaatst, Maar 't was onnoodig. .Hij ging zitten. Kwam tot zichzelf. Bevend stond moeder hem aan te kijken. Hij glimlachte schamper. ..Jij zou je door dat volk hebben laten verlakken!" zei hij, eindelijk. ..Als "t toch zijn geluk misschien was...' Maar de oude, opnieuw opvlammend in woede, bonkte met z'n vuist op de tafel. „Zijn geluk!" schreeuwde hij, ",.ajn ongeluk, zeg ik je!.... Zijn ondergangI Ik kén dat volk f... "Van haver tot gort.... Morgen den dag ga ik dien ouden Lafleur op zoeken.... k Wil wel eens zien of die kwajongen, daar nog een voet over den drempel zal zetten!...." „Jan. wees voorzichtig", zei moeder, zacht, maar vastberaden: nu niet lbang meer voor haar man, waait ze voelde dat er groot gevaar voor Frifs dreigde... En de moeder in iedere vrouw heeft moed.... „Jan, doe dat niet. Ik waarschuw je... Heb je Frits daar gezien f... Wees voorzichtig. Je zo udt er je later over kunnen berouwen..." Vader schokschouderde en grimlachte schamper. Mompelde wat.... Maar toch zat hij na to denken. Kwam er. als men goed eai scherp oplette, iets van anggt in z'n oogen en om z'n lippen, iets van pijnigenden, hem bekruipenoen angpt, naarmate z'n drift bekoelde... „Lafleur... Lafleur...zei de jonge advokaat, wien de wegens oplichting vervolgde en in voorarrest geplaat- sto beklaagde amblelijk was toegevoegd, toen hij het i bericht pas had ontvangen, dat hij tot verdediger was aangewezen... '„Lafleur,... Wat deksel, dien naam ken ik. Is dat niet. „Jawel, precies!" zei collega, zijn gedachten door peilend „de markies"... „De Markies! Ja juistI De vader van dat sluwe blondje... *loe heet zij ook weer... Waar onze collega, je weet wel, een paar jaar lang...." „Je bent er .amice" hernam collega, ..de pa van blondje, voor wie indertijd die ongelukkige jongen, zekere De Groot, gestolen heeft.." 0,dat was toen al een lieel Interessant dossier, 't Was torn een stui vertje op z'n kant, of ze waren toen al geknipt. Maar ik moet erkennen, zij hebben 't lang volgehouaen. Een van het klomplot was nog een soort van f reu let je... Waarachtig, een outentickc... Zij is al jaren dood.... Maar die ljafleur is den dans lang ontsprongen. Twee jaar geleden vloog-ie er in. En nou weert... Weinig eer mee te behalen, zulke zaakjes". „En die jongeD, dat slachtoffer," zei advocaat, „het je daar nog wel eensr...." „Zeker" herinnerde collega, „die heeft, toen ie vrij kwam, getracht bij de blondine, Gertrude, je weet toch wèl, op een avond binnen te dringen.... Razend .ver liefd, ondanks alles... Met een revolver aardigheidje^ rmaakt. Ontoerekenbaar verklaard.... Opgei)orgen. Ir, Medcmblik. Een van de.medici heeft me eens verteld,, dat-ie altijd praatte over een baron, een behuwdoom van hem, die hem, samen met zijn Truus, zou komen verlossen. Hij wacht'e haar dag aan dag..." „Toch een stakkert!" ,.ILij is een van de tientallen, die blondine Gertrude naar den duiker heeft geholpen..." ,En leeft zij nog?" Of ze leeft r Man. a,'s je eens in Brussel komt. informeer dan maar eens naar madame la vicomtesse Gertrude..." Advocaat fluisterde een langen naam. „die heeft een van je fijnste auto's... Met een gravekroon er op!...." En zij schaterden samen over de tragische klucht. Maar een van hen beiden werd op eens ernstig. Hij schudde met echt-medelijden 't hoofd. Het beeld van armen klerk, van krankzinnigen Frits do Groot. wachtend op zijn Truus en haar oom den baron' kwam hem voor den geest... MA1TRE CORBEAU. de ineengezakte dinastie der Bourbons kan groeien.'" „De rust van Frankrijk viel generaal Dwra- ot in. Bertrand lachte bitter. ..Rust? Onder de Bour bons? Wie heeft ons land iu den afgrond gerukt, door hartelooze reden, besluiteloosheid, zwakheid1 en ver kwisting? En wie heeft het rijk opgebouwd? Wat vond Napoleon na de revolutie? Een chaos! De han del lag geknakt, de finantlën waren in het honderd, hot leser zonder discipline. Wat heeft hij sedert dien. tijd uit FrankrUk weten, te maken? Een rijk dat de wereld gebiedt. En, nu, omdat bij ongeluk heeft gehad, zich verrekend heeft, te zeer heeft gebouwd op zUn verbond met Oostenrijk nu laat het over wonnen Frankrijk, in plaats van hem trouw te blU- ven, hem smadelUk in den, 6teelc en roept het oude verdreven koningshuis der Bourbons, terug. Moge het Frankrijk goed bekomeu, deze regeering van een koning, die door de macht van vijandige bajonetten op den troon is geplaatst. En slechts die vijanden kunnen zqn macht daar bevestigd houden." „Niet alleen het land Is den, krijg moede ook het leger," viel Berthler ln, „D© oorlog met Spanje teerde als een verderfelUke zweer aan, de kracht van Frankrijk. De veldtocht tegen Rusland deed de reat." „Wss het nog maar gelukt, toen ik als gezant ln Rusland was een bemiddeling tusschen, Napoleon en Alexander te kunnen bewerkstelligen," klaagde Cau- lalncourt. „Vanaf dat ©ogenblik dateert de spanning. Ü9 st>Ud om Oldenburg was maar een, voorwendsel." „JU hebt steeds zooveel Invloed op den keizer van. Rusland gehad," zeide Berthier warm. „Aan jou is het tenminste te danken dat het eiland Elba onzen kei7er tot verblU'fpiaats is aangewezen. D© andere rijken hadden het bepaald nog graag erger mejt hem gemaakt." ..Ik kon weinig genoeg doen." antwoordde Cau- laln< ourt bewogen. ..Kom nu, mUneheeren," drong Ney, „wij moeten naar den keizer en hem bewegen da verbanningsoor konde t© onderteekenen. HU hoopt steeds nog voor zijn zoon den kleinen koning van Rome. tl- n r;oon van Frankrijk te behouden en alleen voor zichzelf dus afs'.and te doen. Maar deze hoep is ijdel. Oostenrijk verroert geen bard voor hem. Keizer Frans houdt zün do.hter, keizerin Maria Louise, niet het kind in Rur.bouület vast. Men zal haar bepaald niet eens toestaan afscheid van Napoleon te il- men.'' ,.Erg genoeg, wanneer zU 2sch dwingen laat," zei- de Bertrand kortaf. Gemengd Nieuws. MEI 1UH W CAILULX. Do vrouw van den Franschm minister (^ailiAt-x die de redacteur van do Figaro, Calmette. vermoordde, heeft verschillende verhooren. ondcrgian. In. het laat ste verhoor heeft rij nu verteld de g-bcnmteiussen d»£ hebben plaats gehad na het bezoek» van Monier, den voorritler van de rechtbank, die haar onlkehmzid moes* antwoorden op haar vraag, of dc rechtbank gom «inde kon maken aan de lasterenmparnie van Calmette. Wij krijgen door haar mededeclingcn ecu inricht in den gemoedstoestand, waaronder deze vrouw heeft gehandeld. Nadat Monier haar had verlaten, zoo ileclt do H.N.Cf., mee, werd mevrouw Caillaux opgebeld door <Icn hoer Coupiérc, onder-directeur van het proiocoL, die mij, aldus mevrouw Caillaux, vroeg hoo laaf dc mirastctc van Financiën en ik zoudcii komen aan liet diner van! do Italiaansche ambassade. Ik antwoordde: Te kwart over achten. Vervolgens telefoneerde ik mijn kapper om hem tc verzocJocn te 7 uur dien avond bij mijl te komen. Daarop ontving ik te elf uur een bezoek cn begaf mij naar mijn landarift en daarna naar het ministerie \~ui Financiën om mijn echtgenoot op to zoeken. Ik verhaalde hem hel onderhoud, <Lnt ik had gis had met den voorzitter van de rechtbank. IX) heer Caillaux werd woedend toen lüj hoorde, dat cr nieio kón worden gedaan om naai de campagne van rfe ..Figaro" een einde tc maken. Hij besloot inct deze woorden „Er is slechts één middel, hem den hals om tc dr... Ik begreep, voegde mevr. Caillaux er aan toe, daü mijn echtgenoot op dat oogenblik dacht aan oen zoo? ernstige daad van geweld cn ik begon aan die moge lijke gebeurtenis te denken. De heer en mevr. Caillaux dejeuneerden m de rub Alphonse de Neuville, maar mevr. Caillaux was steedti vervuld van den door haar echtgenoot uitgesproken z» Verschrikt door die bedreiging besloot zij dat het nood zakelijk was een stap te doen bij den directeur van do Figaro de publicatie van de brieven, welke op haa*: betrekking hadden te beletten. Te half drie telefoneerde rij naar de Jtnfiaanscrw Ambassade om haar verontschuldi^ngcn aa*i te trio- den, dat zij dien avond om gezondheidsredenen hei diner niet kon bijwonen. Daarna wilde zU beproeveai zelf een uitersten atap te doen bU Cafanette. Zij dacht inderdaad dat haar echtgenoot die uit stekend kon schieten den directeur van den Figaro zou dooden en zou moeten verachUnen voor do A&- sise8 en zag voor zich al d© afschuwelUkheden van het drama. Het beslissende motief voor haar hande lingen was toen den directeur va« de Figaro te bo- letten haar schande aan te doen. Ik voelde een scrupule, zeide zU. van zeer del:- caten aard. Ik wilde niet do oorzaak zUn van dlfl afscbuweUjk drama. Verder vertelde zij, hoo zij na bij Gartmo-Renetta een browning to hebben gekocht hu ie waart» keerde. Daar aarzelde zU nog of zij Daar hotel RRz 'jou* gaan. waar zij was uitgenoodigd. of naar de Figaro. ZU besloot aan haar echtgenoot een brief te schrij ven, waarin zU zeide. dat zU zUn politieke toekomst niet wilde compromltteereen en dat rij verkoos zelf naar Calmette te gaan ora hem te 'verzoeken zijn, laster goed te maken. Zij steeg toen ln ©en automo biel en begaf rfoh naar d© Figaro, waar rij ©en uur wachtte ln het salon van het blad. Calmette ontving haar. Mevr. Caillaux vertelt,, dat zij angst bezat fax de gang. die naar het bureau van den directeur ging en machinaal zes schoten, afvuurde. Zij herinnerde* zich zelfs niet al de kogels te hebben afgeschoten, ZJJ verklaarde haar daad zeer te betreuren en baratta nlt in tranen. Deze laatste verklaring dat zU angst kreeg in de gang kan wijzen op een toestond van groote overspan ning, maar klinkt veel minder waarschijnlijk, dan, wanneer mevr. Caillaux had verklaard, dat zij op het gezicht van den man, die haar dat alles aandeed met volkomen bewustzün had geschoten, zelfs al was zij tevoren niet voornemens het te doen. Maar de oefe ningen in het schieten, waarbU met de mogelU'khedd werd rekening gehouden, bewUzen in ieder geval dat mevr. Caillaux zoo noodig het niet bU een bedreiging met een revolver zou laten. Op de vraag of zij de revolver had gekocht om op Calmette te schieten ontkend© zij dit. De gedach te was wel bU haar opgekomen, maar zij kocht d© revolver slechts opdat haar echtgenoot deze op zUn verkiezingscampagne zou kunnen gebruiken om vei lig te rijn. Het is wel eigenaardig dat mevr. Cajllaux in haar overspannen toestand] nog deze attentie ko® bedenken. Reeds zinspeelt de radicale partij op de mogelijk heid dat Caillaux toch: terugkeert tot de politiek Dit zal dan moeten zUp na d© vrUspraak van mevr Caillaux. Want, hoe men moge oordeelen over haar daad, of men deze wil verh eer LIJ ken, verdedigen, ver ontschuldigen of afkeuren, de jury zal haar wel vrij spreken. ZU heeft zelf den. weg afgesneden om haar de vrUspraak t© bezorgen voor ©en daad van pas sie. maar de schets van haar gemoedstoestand heeft haar den weg geopend om té worden vrijgesproken als ontoerekenbaar toen zU den moord uitvoerde. Deze verdediging ligt ook geheel ln de !Un va® haar „De politiek heeft haar Frankrijk's kroon ge bracht de potiitek neemt haar die weer af," meende Caulaincourt zeer gelaten. „Zullen wij een wouw hard vallen, als zU wankelt, waar zoo weinig mannen blijven staan?" ZUn oogen vestigden zich op maarschalk Ney, die dezen blik donker en boos teruggaf.g Een vluchtig rood kleurde zijn wangen. HU wendde zichtot den eersten ordonisance-offlcier van Napoleon, den jongen baron Gourgand» die tegen het venster leunde en zJeh tot dusver met gcon en kel woord in het gesprek had gt-monj-d. ..Ga naar binnen, Gourgand, naar den keizer," beval Ney kort af. ..Dien ons aan. HU moet u,u maar uit zijn gepeins worden wakker geschud' en ons ontvangen. De tijd dringt." Gourgand boog even het hoofd. Do slanke ge stalte trotsch opgericht, lrep hij met elastische schre den op het gordijn toe. Daar draalde hij zich «en oogenblik naar de anderen om. Zijn Jong mooi ge laat was doodsbleek, en in d© donkere oogen, glo- ixl© een vreemde uitdrukking do heele zteiekwelItng, ■die hU gevoelde, weerspiegelde zich daarop af. „Ga nu!" zeide Ney ongeduldig. Gourgand sloeg het gordUn open en trad ln No- poleonJ8 werkkamer. De eerste ordonnajas-officler mocht onaangediend binnentreden; verdfr was er aan het keizerlijk hof een streng ceremonie-el ingevoerd. Volgens Bourbonsche zeden mocht niet aan de deu ren worden geklopt, maar moest daaraan gekrast wor den. Napoleon zat aan een rondetafel; het hoofd !n de hand gesteund, keek hij onafgebroken op de oor konde, waarbij hU afstand deed van i?e regeering en die voor hem op tafel lag uitgespreid. ZUn gelaat was geel en vervallen; hU, d:e anders zoo pijnlijk zin dclijk was, was nu ongeschoren en verwaarloosd. HU droeg een oude. groen© uniform met gouden, epau letten en roode kaplaarzen. Reetjes van snuiftabak lagen er op zijn bovenlip en bor6t- Hij sloeg lang zaam de oogen op. „Sire," begon de jonge officier aarzelend. „Wat is er? Depecfics uit Parijs?" Napoleon, sprak snel met zenuwachtigen haast. ..Maarschak Ney, generaal Bertrand, hertog van Vi cen2a, de hertog van Bassaro, generaal Macdcnald f«x Oudinot vragen of zU mogen binnenkomen bU Uwe Majts eit."' Napoleon stond op. „Laat hen binnenkomen," be val hij kortaf. Ney was de eerst©, die de kamer binnentrad -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 9