Alpicei Nieiïs- Uitmuit- LulMlil Van Houten s Woensdag 22 April 1914. 57ste Jaargang No. 5365. EERSTE BLAD. De Dingen om ons heen. De Adjudant des Keizers M&cc/e aaocot/^^eAc.- SCIAGER COURANT. Dit nummer bestaat, uit twee bladen.. I. „TIJDELIJK". „Klets is zoo bestendig als bot voorloopilge", zol eens een Pra,nedh staatsman, toen, men, zijn steun en stem trachtte te wJji.nen voor een. maatregel waar tegen hij bezwaar bad. Mem. poogde hem over te halen door er op te wijzen, dut het slechts een tijdelijke, voorlooplge regeling betrof, doch zijn antwoord was de paradox, die wij hierboven, afschrijven,. Inderdaad, het gelijkt een, paradox. Immers degene die een tijdelijke regeling voorstelt, deelt feitelijk tevens zijn, voornemen, medel spoedllg met een adder afdoend voorstel te zullen, komen,, hetwelk lm p/laa/tis van het voorlooplg noodmlddel zml treden. Toch heeft de Fransche staatsman Ito, veie opzich ten, en omstandigheden, gelijk gekregen. Dat ligt lm, den, «MWd der dingen. De noodmaatregel helpt voor het oogenbllk voldoende, wteajrom zou men zich dan de moeite geven, e©ne| nieuwe rekgelhig te gaan ontwerpen? Het gaat immers goed zoo,! Des menschen aangeboren luiheid doet dan 'de rest. Voor looplge regelingen duremi 6oms eeuwen. Men demke maar eens aan de Unie van Utrecht, verbond voor oor logstijd tusschen de zevem provinciën gesloten, dat van kracht bleef als grondwet gedurende' geheel het bestaan der Republiek- Zoo is bet een paar jaar geleden ook gegaan, toen, de Minister van Financiën om aam geld te komen de tien opcenten, hief van vermogens- en bedrij f6bola&- ting. Dat was ln ajwachtltng van het oogenbllk .waar op hij zijn, eigen belasting-ontwerpen er door zou hebben gekregen. Iets waarvan naar men weet noch bij Minister Kolkman, noch bij diens voorganger Iets gekomen le. Plannen gempeg, doch vjan, verwezenlij king geen sprake. Hoe dit zij, alle aanslagen lm vermogens- en. in komstenbelasting zijn. sedert eenige jaren niet een tiende verhoogd. Tijdelijk.het is waar. doch be taald moet or worden niettemin, jaar lm jaar uiit nu al. De nieuwe Minister, vreemdeling ip het Pari© ment, niet wetend hoe knoeirsiig en rammelendi de wetgevende machine welrk.t had, naar hij lm Octo- ber zeide, gehoopt omstreeks dezen tijd van het Jaar zijn nieuwe Inkomstenbelasting gereed ter In voering in bet Staatsblad: te hebben. De voorlooplge opcenten zouden, Intusschem bestendigd! blijven. Het kwam geheel anders uiit. In plaats van zljm belastingwet gereed: te hebben moet hij misschien nog een, d'ag of veertien lp de Tweede Kamer te velde om het ontwerp ervan, te verdedigen tegen de aanval Iep. van allen kant. Dat die verdediging zeer moeilijk zal zljm behoeft geen betoog. Voor belastingwetten 1® geen Kamer ooit gaarne te vinden. Allerminst wanneer er bij, de groo- te vermogens aangeklopt wordt. De critiek waaraan het ontwerp hoeft blootgestaan is dam ook op ver schillende punten verre van, malsch geweest Zeilfs van de zijde, die den Mimister het maast staat kwa- men op- en aanmerkingen, kwamen amendementen (zooal6 van de VrijzirnrniS-Democraten), diie voor het tot stand komen, der wet nu njet precies gunstige voorteekens zijn. Doch gesteld, dat door voorschülende groepen der Tweeder Kamer een meerderheid vóór het ontwerp- Bertling gevormd wordt, dan blij'ft als schrikbeeld, nog de Senaat over. Ook waarlijk geen lichaam, dat happig is op een dergelijke belastingwet. De lasten, op onroerende goederen gelegd (ook al ls de aan slag naar de verkoopwaard;© geschrapt), de belasting op de winpten der naanulooza vennootschappen, de opheffing van vrijstelling van het landbouwbedrijf zijn zoovele hinderpalen voor de aunpeming va,n; het ontwerp door de Eerste Kamer. Voegt daarbij nog de politieke samenstelling dier Kamer, de meerder heid voor een protectionistisch stelsel, eb men zal ons moeten toegeven dat de vooruitzichten vam des FEUILLETON. s. Nadat de koning zijn. plaats naast de hertogin Vam Amgoulème had ingenomen, en eveneens) een spel kaarten had gegrepen, werden de schuifdeuren geo pend en de dames en heerem vam het ganoodlgde ge zelschap mochten binnenkomen. Tegenover de speeltafeltjes vam die koninklijke fa milie volgde de voorgeschreven, berwteglng, terwijl de heeren ln hum hofkleedlij of uniform, den, achtergrond vormden. Van hen, zag men miet veel meer dan. de diepbulgendie hoofdeto. De koning, de hertogin,, die hertog van, Angoulème en de graaf van, Artols keken met eem gelaat waarop de verveling stond gedrukt, naar de voorbijtrekkende damesschaar. Zij knikten werktuigelijk dankend met bet, hoofd. De hertog van Berry monsterde enkele der dames zeer scherp. Een spottend' lachje of esn vriendelijke blik verried duidelijk, of gestalte, toilet of buiging van de dames hem bevielen, of niet. Trots zijn verstoordheid' over de liefde van. Cla're van, Rooderer voor iGourgjamd, straalden, rijn, oogen toch van bewondering, toen hij onder de Jong© meis jes, die het laatste gedeelte van het damesgezel schap vormden, de schoons gestalte der jongis gra vin herkende. Indien men Clajïe n,ooit lm balcostutum had gezien, kon men zich moeilijk voorstellen, hoe mooi zij was. Zij droeg geen andler© versiering dan een kostbaar paar .snoer oan den hal® en haai' prachtig blond haar op het hoofd. Haar wijt zijden kleed was a,an den zoom met rozensllngers geborduurd. De rok werd niet meer zoo laag onder de schouders vastgehecht, zooals dat tb Napoleon'® tJJid die geiwoonte was. Niettemin,, mevrouw Ney, de hertoginnen van Bassano, Wagram, Reggio en andere droegen nog hun japonnen zonder taille, het haar hoog opgemaakt mcit wapperen vieren. Hunne toiletten toonden, nog steeds de overdreven luxe, den dikwijls slechten, smaak van het keizerrijk. Zoo was ook reeds uitwendig de klove aan het Ministers eerste groote wet verre van rooskleurig zijn. Zijne Excellentie heeft dit eelf Ingezien. In geen geva' kan hij zelfs bij de grootste zuinigheid; met de bestaande middelen de begrooting sluitend maken. Hij moest uitzien naar dekking en w'as dus wel verplicht die tijdelijke opcenten van zijn voorgangers voorloo plg nog maar te bestendigen? Neen. Was het slechts zoo! Excellentie redeneerde geheel andere. „Men ia aan die opcenten reeds gewend geraakt. Men weet niet beter of de belasting ie niet meer éen gulden, doch een guldien tien. Don toestand, van voor eeoige jaren heeft men vergeten. MJJp, opcenten die nieuw, tijdelijk en voorlooplg zijn, tot tijd en wijle, dat de nieuwe Inkomstenibekietlng er is, kun nen dus de 1.10 lnplaajts van de 1.tot basis heb ben Niets is zoo bestendig als het voorlooplge! Als straks (wat wij lm het geheel niet onmogelijk achten) de belasting-wet verworpen wordt, of slechts zwaa geknot het Staatsblad! bereikt, voorzien wij er In, dat wij die tijdelijk© opcenten, met de opcen ten daarop, nog wel een paar jaar zullen mogen be houden. Al waren zij dam ook nog zoo tijdelijk. Alle lapmiddelen zijn uit, den boocoe. Al ware het slechts, dat. zij een goede, afdoende regeling ln den weg staan: doen uitstellen, of onmogelijk maken, In de allereerste plaats geldt dit vani noodmaatregelen ten aanzien van belastingen. Doch vooral ten opzichte van progressief geheven belasting, waarbij het groo- ter inkomen naar verhouding zwaarder dan het klei nere belast wordt, is het verhoogem van den aanslag met éen tiende, straks meer, een plomp middel, dat bovendien voor het kleine en gemiddelde inkomen bovendien onbillijk en onrechtvaardig is. Of spreekt het niet vanzelf, dat een. aanslag op een klein Inkomen automatisch met een tiende ver hoogd een totaal andere uitwerking heelt dan die zelfde verhooging met 10% op een groot inkomen." De kleinne man heeft voor elk dubbeltje, althans voor eiken gulden, een bestemming. De belastijogver- hooging maakt dat hij zich iets anders moet ont zeggen. Op het groote fortuin maakt het verschil vap een honderd gulden meer of minder betrekkelijk weinig uit en zeker behoeft er blij den bezitter daprvam geen sprake te zijn, dat hij iets noodigs gaat ontbaren. Voor allo betrokkenen is zulk een, verhooiging on aangenaam, doch het effect op de onderscheiden, klas sen van belastingbetalers is zeer verschillend. Wat als noodmaatregel voor een jaar er mee door zou kunnen, moet als blijvende regeling bestreden wordon en zeer zeker is een verhooging van een verhooging alleszins afkeurenswaardig. Daarom is het te hopen, dat het met deze opcen ten niet zoover komt, dat zij ooit het t Ij de lij k e met het eeuwigdurende zullen gaan verwis- Beien. UITKIJK. Binnenlandsch Nieuws. IU1D VAN ANNA PAULOWNA. Vergidering van den Raad op Dinsdag 21 April 1911, des middegs 2 uur. Aanwezig allen. Voorzitter do lieer C. Wjjdenos Spaans, burgemeester. Na opening volgt lezing der notulen, die worden goedgekeurd. Bij d® op 27 Mnart gedane kasopname moest fin kas zijn en was f 205.66Va- Van de VereenMng tot ontwikkeling van don landbouw in Hollands Noorder kwartier is Verslag ingekomen over de gehouden cursus sen in landbouwTiuisnoudelijk onderwijs. Aan den in deze gemeente gehouden cursus namen 22 leerlingen deel. Van den directeur der posterijen is bericht inge komen, dat te ;Breezand 'aan het perceel van den heer Hoogendijk een hangbrievenhus is geplaatst. Besloten den directeur dank to betuigen voor do verleende medewerking. Door Ged. Staten is goedgekeurd de suppjetoire be grooting en het besluit tot af- en overschrijving van diverse posten. Volgt stemming over het in de vorige vergadering aangehouden punt, plaatsing van een gasoline-lantaarn aan de Driebruggen. Het voorstel van B. en W. om '.ot plaatsing over te gaan, wordt aangenomen met G tegen 5 stemmen. Tegen stemden de hoeren Geér- ligs, Van Ilaaften, Van Mullem, Stammes ai De Graaf. Óp het verzoek van den hoer G. Wat aan den Zwin- weg, om ontheffing van de bouw- en woningverordeoiing en wei wat betreft de verdiepingshoog'.e van het ver trek. wordt gunstig beschikt. Tot onderwijzer aan school II wordt met algemeene stemmen benoemd de hoer L. Mallekote te Kortgenc, no. 1 der voordracht. Als no. 2 en no. 3 kwamen op de voordracht voor de heeren L. Hove van Sappe- meer en Jb. Sinjc'wel to Helder. Besloten wordt voor aanbouw school II een geld- leening aan te gaan ad f 3400, tegen hoogsten 5 pel. ai Rona cacao hof, het met geweld bijeenbrengen! vaji het gezel schap, duidelijk op to (merken. Thans wiaren, zij er weer de dames van den, outd- Franschem, ajdel, die sed'ert de revolutie als baininëliln- gan of ln strenge teruiggetrokkelr.lheld/ lm St. Germalm hadden geleefd, in hun sttflllö ka,mers met sierlijke ro- kokomeubele®,, ©h lanjdlgieeilcihtem aan dien wand. Nu kwamen zij w©er aan het hof met hum, trotsche®, on genaakbare gratie, hun hoogmoedige blikken,, kost bare borduursels aan die kleederen, d)e oudie faniiHe- Ju weelen lm. het hoogopgeimaakte, grijze haar. Zij brachten hun trouw voor het oude koningshuis, hun ongebroken hoogmoed, hum baat togen, de Jacobijtn^h, hun verachting voor den. nieuwen adel met het arm zalig overschot van hun vermogen, dat dikwijls nog slechts bestond ln oude kanten, een paar juweelen, en verbrand kasteel en een onuitputtelijke®, schat van weerzin en afschuw tegen allee uat anders was dan ln hun tijd. terug. Zij- zelden tegen de leden van, den nieuwen adel geen onaangename woorden. Ach, neen, daarvoor waren zij vieel te goed opgevoed. Men groette hen zielfs, boog een weinig den trotschen nek, wanneer zulk een ..oorlogshertog" met hen pra ten wilde... En toch ging van hem allen die ijzige koude uit, die den onovarbrngbaren kloof tussdhen den ouden en den nieuwen adJel had geschapen. Elke dezer onverschillige blikken, die schijnbaar doelloos langs de vrouwen van maarschalken en hertogen bSj de gratie va,n Napoleon, heenglede®, was erger dan een feitelijke beleeddgimg. Dachten deze hoogmoedige diames er hl et aan, dat iedere verachtelijke blik van, hem, den koning eem nieuwen vijand bezorgde? "Waarschijnlijk niet. Ook n" weer, zooa.ls altijd, deelde zich onmiddel lijk na het défilé voor den, koning, hot gezelschap In twee streng gescheldten, deel en, als twee leger scharen stonden, de partijen il® de groote zaal. De oude markiezin van Cnequiis, dl|e dien ongelukki ger), kleinen kroonprins' had opgevoed, en om wie de dames van den Faubourg St- Germain zich groepeer den, wierp eien vïuchti'gen blhik op de luid spreken de en lach end e dames van het keizerrijk, die aan het andere einde der zaal stonde®, en door een uitgelaten vroolijkheid hun innerlijk onbehagen wil den verjagen. „Wat een manieren!" zeide de markiezin, zich. ver achtelijk afwendend. Een zacht hoonend lachen ging door de rijen dier vertegenwoordllgstere va® idem oud-Fr,a[nsehe,n adied. De' waaiers ruischten verstoord, elke plooi dier .stijve zij den toiletten kraakte verontrustend). Aan het andere einde der zaal vermaan men zeef duidelijk dat voornaam gedempte, zacht gierende, hoo- nende lachen. Het werkt© als ©en oproep tot d'en strijd. Het gezicht van mevrouw Ney gloeide. „De hoog moedige bende aan den overkant heeft zeker weer een van ons uitverkoren om recht over te sprakf^n." De hertogin van Bassano, de getrouwe echo van haar goede vriendin, draaide zich onmiddellijk om en liet den gehaten dames vam da andere zijde nog slechts haar breed en rug zien. „Maar, mijn lieve," suste mevrouw Berthler. ,.u kunt toch im 't geheel njet weten, waarover men daar lacht. Waarschijnlijk een flauwe a®eodiote u*t vroo- geren tijd." Maarschalk Berthierts echtgenoote was als een geboren Belersche prinses ln een onaangename®) toe stand. Hare sympathieën trokken haar aan de zijde van den ouden adel. maar de dames van het keizer rijk dwongen haar onverbiddelijk in hare rijen te blijven. Zeer gaarne zag men baar bij den oudelnadel ook niet, maar men had haar tenminste om haar rajng „Ach, die aneodoten ken ik reeds, die men. el kaar daar vertelt," vle.1 de hertogin van Reggio bit ter in, „die zijn steeds op onze kosten bedacht." Inderdaad werd zooeven aap den overkant een vroo- lijk© geschiedenis opgediischt; achter haar waaier vandaan riep de hertogin van Fleury den hertog van Colligny, et-u die haar vroeger het hof gemaakt had, toe: „Wanneer gij nu uw vermogen wil herwinnen, hertog, weet ik een middel. Verkoop de portretten van uw voorouders. Men betaalt, er de hoogste prij zen voor bij antiquiteitenhandelaare. Dte hertoginnen de vroegere marketentsters van den overkapt zouden wel graag met een P®ar voorvaders willen, pronken! De hertogin, van, Reggio heeft kort ge,lieden een oud portret van kardinaal De Bissy, voor haar grootvader uitgegeven." „Prachtig!" Weder liep een onderdrukt lachen door de rijen der dames met die waaiers. De hertog van Colligny bood zijn kleine met ju- weelen bezette snuifdoos aan zijn buurman, den prins van Montmorency aan, die zich met een) beleefde bui ging op gepaste wijze bediende. iaarlij'ks f 200 af te lossen, te beginnen met 1915. De heer De Graaf vroeg, of in dit geval een annuite leening jiiet de voorkeur verdiende, juist omdat na &TSC] - 17 jaar ae school nog voldoende nut zal opleveren. Voorzitter acht dit in dit geval niet gewenscht. was de leening noodig voor een zaak, die in 4e toeaomst inkomsten opbrengt, dan zou een annuitdtsleening over weging ycrdiencn, doch in dit geval zou spreker het niet aanraden, te meer daar een jaariijksche aflossing van f 200 niet bezwaarlijk, voor de gemeente genoemd kan worden. De sijppletoire begrooting voor 1914, tot der kosten van den sdfioolbouw, wordt goedi De brandverzekering van school II, wordt door den school bouw met f 4200 verhoogd en die van de meubelen van school II met f 300. Aan den onderwijzer De Wilde, wordt een grati ficatie van f 50 toegekend). Daar het aanvangsalaris der onderwijzers niet hoog is, is vroeger besloten aan de onderwijzers jaarlijks een gatiticatie te geven. De kohieren schoolgeld worden ais volgt vastge steld: jschool I f 95 f 22.52. school li f 94.38, school ffl De belooning van dc'i oppasser van het raadhuis wordt van f 75 op f 100 gebracht. B. en W. stellen voor ajwijaend. to beechlkkep op het verzoek van de gemeenit© Velsen, om adhaeslè betuiging op het adres in zake ouderdomsrente. Om billijkheidsredenen em omdnt het niet in, het belang der gemeente is, stellen B. en W. den Raad voor zich van adhaesie-betulglng te onthouden. Aldus wordt besloten. De verordening op de schoolwijken wordt gewijzigd overeenkomstig het voorstel van B. en W„ nl. dat 1 Augustus a.s. de wijziging in de grensbe paling der schoolwijken zal plaats hebben. Aan B. en WT. wordt machtiging verleend tot open bare aanbesteding van het schoonmaken en schoon houden van school II met bljlevering van materia len. Bij de rondvraag zegt de heer Bakker, dat hij gaarne zou zien diat het Dagelljksch Bestuur zich nog eens bezighield over de aanschaffing van rapportboek jes op de scholen. Spreker acht het noodzakelijk dat deze hier worden ingevoerd. Voorzitter zegt gaarne de motleven te willen hoo- ren waaruit de noodzakelijkheid (moet blijken van aan schaffing dezer rapportboekjes. Reeds vroeger is hierover gesproken met onderwijzers en schoolopzie ner en ls besloten ze niet aan te schaffen. Dc haer Bakker wijst er op, dat men door de rapport boekjes vroeg genoeg kan zden of d© kinderen! voldoend© vorderingen maken,, terwijl men dat tegenwoordig niet weet en men dit te weten komt, wanneer het soms te laat is. Voorzitter daarentegen, zegt weer dat de rapport- boekjes wel gemakkelijk edjn voor de oudeirs, maar hot is beter, da,t zij zich met de vorderingen van 't kind op de hoogte stellen bij die onderwijzers, dat zal meer tot heil van het kind zijn en daarvoor zullen de ouders zich toch wel dez© moeite willen getroos ten. Na eenlge discusete wtordt boaloten, dat B. en W. deze zaak nogmaals zullen onderzoeken, en Voor zitter voegt er aan toe, dat hij zich door een dies- kundige zal doen Inlichten. Hierna, sluiting. HET BIJGELOOFGEVAAK. Onder dit opschrift lezen wij in de Java-Bode, schrijft de H. N. Crt'.: Hel bijgeloof zooals het onder de Inlandsche be volking verspreid wordt, is dikwijls ech jniddel, om op te stoken tót lijdelijk en zelfs gevaarlijk verzet. Een tijd geleden moest ergens een brug gebouwd worden, en het vreemde praatje fcing rond, dat voor de fundeeringen daarvan kinderhoofdjes gezocht wer den. Het dwaze geloof aan dc tjoclii, die menschea komt stelen, heeft al meer dan eens tot noodlottige actie tegen koelie weners geleid. Soms wordt ook op han dige wijze van jiet bijgeloof van den Inlander profijt getrokken ten nadeele van een handelsconcurrent.' Nog niet zoo heel lang geleden geloofde de bevolking van een dessa aan het verhaal, dat de duivel vele hoofd doeken met spatjes besmeerde, zoodat de in zwang zijnde hoofddoeken met Stippels bij honderden Vervangi-n vier den door een andere soort, w^lke door een handelaar tegelijk met den hijgeloof-onzin op de markt was ge bracht. En nu wordt volgons de Sin Po. in Gombong en omstreken het gerucht verspreid, dat ©en booze geest, een „sétan endil endil" al een slachtoffer ge maakt heeft, en 's nachts nog verder zal rondsluipen, „Zie eens, daar gakt Foudhé, de hertog vajn Otram- to, d© meest gehaatte man in, Frankrijk, Hij z©git tegen die dames daar juist eenlge onaangenaam heden. Als hij daarmee klaar is, komt hij hier om te probeeren. tn troebel water te vtisschetti." Allen gingen onwillekeurig dichter bijeen staan. „Fouché, de Jaoobijp. de moordenaarzeide de markiezin van Crequia mpt bleekte lippen. Haar oogen richtten zich met onmiskenbare afschuw op het spottend) lachende gezicht van den besprokene. „Die geheele verschrikkelijke tij dl komt iemand weer voor den geest bij zijn aanblik." „Men ging tenminste ln dien tijd in goed gezel schap den dood tegemoet, nu leeft men ln slecht gezelschap wat is nu beter?" meende dte hertogin van Rohan met kouden hoogmoed. „Merkwaardig ls het. hoe Fouché zich altijd nog weet te handhaven. Bij Napoleon viel hij ln onge nade vapwege zijn eeuwige imriguee en nu, trots zijn verschrikkelijk verleden, doet de koning eenoog dicht en ontvangt hem aan het hof." „Zijne Majesteit wil Fouché niet tot vijand heb ben. Bovendien is hij met alles op de hoogte." „Natuurlijk. Hij dringt zioh in Ieders vertrouwen maar ajleen om steeds weer te kunnen verraden." Fouché naderde nu tot de spreeksters met een, vriendelijk lachje. Ijskoude, afwijzende blikken hiel den, hem niet terug, wanneer hij Iemand wilde uit- hooren. Hij begon direct met den hertog van Ro han een gesprek en groette de trotflche damee smet beleefde vertrouwelijkheid. Onwillekeurig trokken allen zich op eenlgen af stand terug, meer op den, achtergrond der zaal, waar d© Jonge meisjes stondeta, Clalre vattx Rooderer maak te een diepe buiging, toen dte markiezin van Crequia plotseling naast haar stond. „Ach, mijne kleine, zijt gij daar!ik heb u den heelen avond nog niet gezdlen." Zij reikte het jonge meisje de band. Haar blik w§rd echter d/i!reot koeler, toen zij Gourgand bemerkte, die dicht achter Claire stond en voor haar boog. Zij beantwoordde den groet van den jongen, officier zeer stijf. HIJ bemerkte de kilheid van dezen dank zeer goed en ging direct eenige schreden, verden weg op een kameraad af. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 1