Schager Courant. De Adjudant des Keizers. Zaterdag 9 Mei 1914. 57ste Jaargang No 5375. TWEEDE BLAD. Dam-Rubriek. UIT DE PARTIJ. Zwart: J. A. DE ZWAAN. Wit Wit: N. DE VRIES Czn. Stand zwart, 12 schijven 020, 9, 10: ll'i 13 tot 10, 19, 24 en 20. Stand wit, 13 schijven op: 22, 25, 27. .30, 31, 33, 30, 37, 39, 42, 44, 49 én 50. In tfezcn stand was zwart aan den zet en speelde 1. Zwart: 2429. dreigend 29—33, 19—24, 9—13, 14 41 en 26:48. 2. Wit: 12—38. dreigt 3933. 2. Zwart: 2934. Werd gespeeld in die hoop, dat wit 3933 spelen zou, met de bedoeling, die zwarte schijf te winnen, hejjecm, volgens zwart althans, een foutieve zet zou zijn. „Want", dacht zwart, „ik ga dan van 34 naar 39, van 39 naar 43 en ben dan niet meer van dam te houden." Dc kansrekening ging echter, gelijk thans blijken zal, niet op. Zie maar: 3. Wit3933. Om het zwart naar den zin te maken. 3. Zwart34—39. en nu is de bedrieger bedrogen, want wit antwoordd zeer juist als volgt. Bovendien zou op 3440, wit me 3024 en 25 45 vervolgd hebben met een schijf winst. 4. Wit: 22—17IA. Zwart: 11 22. B. 5. 27 18. 13 22. C. 6. 25—20. 14 34. 7. 38—32. 39 28. A. Dezelfde zet is ook mogelijk door thans on middellijk 2520 te spelen. Dit is echter niet goed, clairde witte dam dan dadelijk weer wordt afgenomen' door 1117 en 26 17 en wit heeft dan een schijf minder. B. Op 3928, wit 2520, zwart 14 34, .wit 38—32, zwart 11:22, wit 32:3. C. Op 39 28, .wit 2520, zwart 14 34, wit 38—32, zwart 13 22, wit 32:3. UIT EEN SIMULTAANPARTU. m winst, 2. Wit: 16—27. Zwart: 39—44. 3. 27—22. 44—50. want op 4449 volgt wit 2244 met winst. 4. Wit: 276. Zwart: 3540 gedw. 5. 45 34. 6. 61 en wint. het eigen vee van de horzelmaden Je verlosser». Voor levenslang dezelfde overtufging fe bestrijding van dc runderhorzci heeft d- e.h!er alle. i |riuar-oor instaan Me' gelooft toeft niet, behouden Wie kan omdat meu betcekenis, wanneer in een gebied van groote uitgt „des zins en willens" is, zieft aan een eenmaal aan- streklheid a 11 e veehouders zich punctueel auu di. „af- vaarde leer vast te kiêuuircu. .dw veranderen horzelen" houden, immers, wanneer een deel van hen van geloofsovertuiging, en aan die jonge lidma en to niets aan de bestrijding doet, 'dan zal hun veestapel vragen, of zij heilig van plan zijn levenslang dezelfde m, Stand zwart, 2 schijven op 30 en 39. Stand wit, 1 schijf op 45 en dam op 27. Bovenstaande slana kwam voor in een simultaan- partij. De speler met wit speelde indirhaas' 4540, terwijl hij op de volgende manier winst had kunnen forceeren 1. Wit: 27 -16 of 21. Zwart: 30—35; op 39-44 volgt 4540 en 167op 30—34 wit 16—49 met Grepen uit Land- en Tuinbouw. Aan het einde van ons artikel van de vorige week waren we reeds begonnen met de bcsprek.ng van de schade, welke door de runderhorzeis wordt teweeg gebracht en deelden we mede, dat die schade bijnu geheel op rekening komt van de onder de huid van net rund levende larven. De voortdurende kwelling, die hier ongetwijfeld het gevolg van moet zijn, heef. een nadecligen invloed op de productie. Nauwkeurige gegevens omtrent de groot e van deze schade zijn heba. niet bekend. Wel bestaan er schatirigen. bijv. van een 'Belgisch veehouder, tevens leerlooier, die de méik- gift yan een niet aangetaste melkkoe 3040 pet. hoo- ger stelde dan van een met horzellarven gJplaagdy. Ook het vetgehalte zou 0.7 pet. ten gunste der ge zonde koe verschillen. Volgens een zeer matige Ik.- rekening zou de scnade 'op die manier f 28 per jaar en per koe bedragen. Dit klopt vrij goed moi de op gave van Miss Ormerod, Eniomologiste bij de Ko ninklijke Engelsche Landbouw MaatsJh&ppij' en doch ter van een veehouder, volgens welke vele Engelsche veehouders jict jaarlijksch' verlies aan melk, tengevol ge van de aanwezigheid van horzellarven, op f 24 per koe schatten. Ook bij het slachtvee is de schade beduid-end'. Van dc plaats, waar do horzelbuilen gezeten hebben, js liet vleesck niet voor verkoop geschikt. Ile. is miskleu rig en dikwijls tot een vrij g. oote ui gestrektheid met een geelachtige, bloederige vloeistof doortrokken. Deze plekken moeten worden verwijderd, volgens schatting tot hoeveelheden, die vari&eren Lussdien 2 en 20 K.G. Een Duitseh onderzoeker schat het verlies In geld op die wijze van f6 tot f 18 per koe. Tenslotte nog de schade aan de huid' toegebracht. Woidt e^en koe geslacht, kort nadat de horzellarven hun schuilplaats hebben verlaten, dan blijken er nog duidelijk waarneembare gaten in aanwezig .e zijn, zelfs ai was aan het levende dier uitwendig hiervan niet waar te nemen. Dr. Glüser noemt o.a. een géval, waarbij 45 dagen, nadat bij een proefkoe de laatste larve* was uitgekropen, bij het slachten nog 5 open gaten werden gevonden, terwijl de overige ga ten K ten 6olaic van 7, goed dicht gegroeid waren. Het mooiste en beste doel der huid, hel ruggedö.-lte is daardoor geen aaneengesloten^ onbeschadigd gebed meer, en ver liest aanmerkejijk in waarde. Na het looien wordt de zaak echter nog erger. Dan komen niet allten de horzelgaten van het laatste jaar duidelijk voor den dag, maar ook die van vroegere jaren vertoomsn zich als zwakke aangetaste plekken. In de lit eratuur over de runderhorzel zijn voorbeelden te .vinden, dat Ln een stuk rundervel van een vierkanten .Meter opper vlakte, waarin 1416 gaten te vinden waren, na het looien wel 97 openingen zichtbaar werden. Volgens opgave in een door de Coöperatieve Ver- eeniging ,kRotlerdamsche Huidenclub" mtgeQeven vlug blad, wordt de gemiddelde schads op f 1.80 "per huid geschat. Ook hieromtrent bes:aan echter geen juiste gegevens. De genoemde schatting is zeer waar schijnlijk aan den lagen kant. Dat de totale schade aan de huiden aangebracht reusachtig kan worden, kunnen enkele builenlandsehe opgaven bewijzen. Vooraf zij medegedeeld, dat in Ne derland de horzelplaag niet minder heerscht .dan in te noemen landen. Volgens telling gedurende 4 jaren aan liet Abattoir te Kopenhagen, was 12 pet. der huiden door ltorzels beschadigd. Een aldaar gevestigde leer looierij constateerde de beschadiging gedurende de zo mermaanden van gemiddeld 24 pet. van liet aantal huiden. Volgens medcdeeling van den vroegeren technischen adviseur der reeds genoemde „Rotterdumsche Huiden club", waren van dc op £éndag te Luik geveild* huiden 41 pet. door horzels beschadigd. Hoeveel bedraagt de totale schade voor Nederland Natuurlijk moet dit een ruwe schatting blijven. Volgens Dr. Dc Vries bedraagt de v-liadle -4.5 a 5 mijlhoen gulden per jaar, volgens den heer ICamp 3 millioetn. Op deze cijfers gaan we niet in. All-oen stellen rwii vast, dat de financiëelc schadle door de runderhorzel veroorzaakt, zeer groot is, waaruit wedoom volg:, da' bestrijding van de parasiet alle aanbeveling verdient. Allerlei middeltjes om door insmering er moe- van de huid der koeien de horzels van (het voei af to hou den. zijn in het algemeen af te keuren. Sommige er vun hebben een zeer twijfelachtige werking, an-Jere zijtn gevaarlijk voor het rund zelf, terwijl van alle geldt, dat de insmering maar zeer kort werkzaam is en nu een regenbui bijv. zeker weer herhaald zou moeten worden. Langs dezen weg komt men niet to de mees: doeltreffende bestrijding. Hel moe. niet de quaeslfc zjjn 0111 de vliegen van het vee verwijderd te houden, maar zorg te dragen, dat er geen vliegen meer konan cn dat kan bereikt worden door de larven te doudon, nadat men ze van onder de huid van het rund heeft verwijderd. Dit kan geschieden tegen den tijd dat de larve volwassen is. Jongere larven laten zich alleen met bijzondere instrumentjes uit de huid lialen. Met eenige oefening kan pien dit werkje spoedig zoo loc- ren, dat het uitdrukken van den parasiet vlug af loopt, zonder dé koe voel pijn te tdoen. Eenig onderricht aan enkele personen in een bepaalde omgeving door een bevoegd deskundige is wel gewenseht, maar o.i. niet absoluut noodzakelijk. Het mag dus gerust gemakkelijk genoemd worden. FEUILLETON. 11. Na dezen, uitroep had Claire de handen gevouwen. Ha^r gelaat zag er bij het maanlicht wasbleek uit. „Je wilt dus weer naar Napoleon overgaan?" ,.Heb je daaraan kunnen twUfeten? Kindlief kun je het dan niet begrijpen wat het voor mij betee- kent dat mijn keizer terugkomt? Ik kou hem tegemoet willen snellen met mijn gaheela garde, hem in (lollen jubel naar zijn troon, terugidragen „Waarom doe je het niet?"' Hare lippen werden zoo mogelijk nog bleeker. ..Waarom? Omdat ik eerst mijn ontslag heblben moeit. Ik heb het vandaag aangevraagd."' „En wordtt dat hvgewilllLiiiigd;?" ,.In elk geval. Maar eer ik' het niet schriftelijk heb, mag ik, niet openlijk voor Napoleon optreden''' Clialre zelde niets, maar zij wondde het hoofd tenv zijde. „Claire, waarom blijf je zoo stom? Begrijp je nu niet, dat ik zoo ha,ndelie|n| moest?" „Ik begrijp Biechtte dit ee-ne; dat. je hem ldef hebt, dien keizer en, niet mij. Al het andere bet- grijp ik nitet meer. Het schijnt alles te draaien en te wenden, a.lle begrip van trouw, van recht en van plicht." „Ik Jou niet liefhebben,? Meer dan mijn leven."' „Jouw leven diat heb je al zoo dl'kwüjls doil- koen op het spel gezet daaraan is jou zoker-niet al te veel gelegen, maar „Je meent, ik heib Napoleon meer lief dan Jou? Dwaas kindje. In de liefde is er niet een meer of een minder. Hoe kan, ik nu vergelijken wat ik voor jou en wat ik voor hem gevoel? Dfe eene llefdte sluit de andere toch niet uit." Claire drukte haar handen tegen de slapen. „Ik begrijp dat alles niet. Ik weet slechte dat ik Na poleon haat haat. haaat!" I-laar woorden vielen hem dof en zwaar op het hart. „Waarom?" „Omdat hij ons al weder uit elkaar rukt slechts hij." Er was een onderdrukt snikken in haar steeds de vliegen leveren, die de koeien in de géhééid omgeving weer besmetten. In sommige landen, o.a. in Oldenburg, heeft men het .,afhorzelen" voor een bepaalden datum van overheiaswege voorgeschreven. In deze richting is hier ook wel wat te doen, naar we hopen tenslotte echler alleen om hem, dié niet uit vrijen wil cn volgens eigen overtuiging aan de be strijding meedoen fin het werk van het groote geinl eendrachtig samenwerkende- veehouders voor een be langrijk deel onvruchtbaar maken. Reeds is een voorbeeld bekend van wat eendrachtig samenwerken tegen do horzels vermag, n.I. in de Decn- sche provincie Skiaerum. In 1901 v.erd door de ie» den der in het district Omraade gcves'igde yeneonig- de Zuivelcooperaties besloten, de bestrijding in dit district ter hand te nemen en te regelen. Het gebied werd in wijken verdeeld. Met het afhorzelen werden in het eerste jaar 10 personen belast, die in daggeld werkten. Deze personen hadden een lijst bij te houden met vermelding van dc boerderijen, waar ze geweest waren, het aantal koeien en jongvee, hoeveel dieren aange tast waren, het aantal bijgekochte en uit andere stre ken aangevoerde dieren en het aantal gedoode larven. Ongeveer 14 dagen voor tien weidegang werd met het afhorzelen begonnen. Voorts kwam elke „afhorze- laar" om jde 2 a 3 weken het vee op de weide na zi-.ivoren en herhaalde dut minstens 4 tot 6 maaf ge durende d"n zomer, althans in dc eerste jaren, want =porxlig was zooveel succes te conslatoeren, dat 1 of 2 maal in volgende Jaren voldoende was. Van de resultaten deelen we hieronder Iets mede. Ter.wilic van de plaatsruimte gewen we de cijfers om hel andere jaar: Behandelde koeien Behandeld jongvee Aantal werkdagen Kosten hiervoor Aantal gedoode larven Aantal larven per dier Kosten per koe in centen Duidelijk blijkt de groote afname dL-r horzel larven en de geringe kosten per koe. Ongetwijfeld waren de cijfers nog beter, als niet door aanvoer uit andere streken telkens weer basmbt ing plaats had. Zeer duidelijk blijkt dit uit onaers'aand staatje, da' bij het vorige behoort, zooals uit vergelijking der cijfers trouwens te zien is. Aantal 'larven Aantal stuks vee. Totaal. Per stuk vee 1902 1904 1906 1908 2082 2350 2231 2142 1721 1930 1808 1820 96 70 48 36 f 194 f 142 f 97 f 86 22394 11779 8996 3581 5.9 2.8 2.2 0.8 5 3.3 2.3 2.3 overtuiging te bewaren, is door en door «gerlijk. hun^ geloof dan reeds muurvast?" Na ook de overige vragen onder handen te hebben genomen, zegt dr. Oort JHet treurigste van alles is laa' ik het nog gsns herhalen dat van een bevestigend antwoord op deze vragen de aanneming tot deleden der kerk af hankelijk wordt gemaakt van hen, die er soms niets van begrijpen en er nog minder van voelen. Nu zijn er predikanten ieder, die in hun wereld thuis is weet dat 4Je di: bezwaar nlel willen voe len o' erkennen en zich daarvan afmaken door te zeg gen: dat moeten zij weten; onze plicht is het, hun Lie vragen te doen. Meent gij dat? Gij weel, tLit vel in. van die jonge menschen te onkundig zijn om die vra gen te beantwoorden, of te onverschillig om er diep over 11a te denken, maar zij aarzelen niet om öp uw vragen ja te zeggen. Gij haalt de schouders op: „dat moeten zij weten". Dal is grof cynisme in den trant van Pilatus, die zijn handen in onschuld waschtc, want... de Joden moesten het maar weten. Bedenkt het wel wanneer gij \yeet en gij weet liet o zoo goed! hoe weinig kennis en geloof vele nieuwe lidmaten heb ben, dan rust de schuld van <Lcn kerkelijken leug'-n ecner ondoordachte geloofsbelijdenis op u. „Het ir- ontzettende leugen In orze kerk: te re?so Vtce het irot die aanncmellngen staat en zich to houder, of men het niet weet... „Maar vrijheid bovenal! Zijn er predikanten, die het doen van vragen gepast, nuttig en Btichtelajk achten, dat zij vragen! Maar laten zJj waar zijn. bo denkeu tot wie zij spreken en wat zij recht hebben te vragen. Geijkte vragen* die >drr predikant, van welke richting hij ook zij, verplicht wordt to doen on Iedere aannemeling gedwongen wordt te beantwoor den. zijn u't den Booze, den Vader der leugeticn. God beware onze kerk voor alle onwaarachtigheid en geestelijke dwlng?elan(MJ." 1906 1906 1907 1907 1908 1908 1909 1909 1910 1910 Eigen vee Bijgckocht vee Eigm vee Bijgckocht vee Eigen vee Bijgckocht vee Eigen vee Bijgckocht vee Eigen vee Bijgckocht vee 3756 286 3810 439 4076 186 3614 26L 3348 209 4016 4980 7100 5855 1121 2148 1116 3926 369 3506 1.0 17.4 1.8 13.3 0.3 13.1 0.3 150 0.1 17.0 Deze opgaven zijn zóó sprekend, dat we er niets aan behoeven toe te vo^en. We hopen dat menig veehouder door deze regels opgewekt zal worden aan eigen vee te doen, wat mo gelijk is, en dat, mocht te eeniger tijd bijV. uitgaande van een j>! andere flinke lamdbouwvereenigLig, fden strijd tegen 'de runderhorzels worden aangebonden, alle veehouders in hun eigen welbegrepen belang tol die goede zaak willen medewerken-. stem. „HIJ scheidt on6 niet, wanneer JU maar vastbe raden blijft tegenover je moeder. Dat zijn allen spoken en nevels. Een zudhtje blaast ze weg deze spoken, van het verleden, die dwazen. Nu kan ik je ook een heel andere positie aanbieden dan voorheen. MUn kleffjne Claire zal eemi der eerste dames aan het keizerlijk hof worden." Hij wilde den arm om haar heenslaan, maar sdj maakte zich vrU. ..Laat mij! Je spreekt mij va,n een plaats aan het hof ik spreek over je liefde. "Wat is mU aan een positie gelegen en, welke rol zou Ik aan het keizerlijk hof kunnen spelen?" „.'U bent zeer hoogmoedig," antwoordde hij scherp. „Waarin, bestaat dan toch dit afgronddiepe onder scheid tuaschen jou en drie ajndere menschen? Blaas toch eens deze oude asch weg en ziet met heldere oogen ln het schitterende daglicht Met je moe der wil ik niet daarover strijden zU is ln deze Ideeën oud geworden, vastgeroest, maar jij bent Jong, bent het ktnd van eejn, nieuwen tijd, ben,t die dochter van een keizerlijk gezind' man,.'" „Ik ben de docht,er mijner moeder. Ik denk even als zij". Het blonde mooie kopje werd hoogmoedig in den nek geworpen, net als die verbleekte gezich ten van die vrouwen aan den wand. „Je zult zoo denken als ik," riep hU driftig uit. „Jij zult liefhebben, wat ik liefheb, verachten wat Ik veracht." „Nooit!" ZU stond daar, slank en trotsch, be licht door het zilveren maanlicht sidderend van, opgewondenheid en angst tegelijk. „Nooit... en wanneer Napoleon werkeMjk den troon van Frankrijk weer voor zich verovert, dan ls hU ln mijn oogen, toch steeds een. indringer, zUn adel, zUn officieren die zUn voor mU weggeloopen avon turiers of onzalige verblinden." Gourgand knarsetandde van toom. „Hieruit spreekt alleen Je trots, de k einzlelige hoogmoed van jouw stand... Je zult eens zien, hoe weinig stemmen zich voor den koning zullen, verheffen. Indien hU zUn kroon verliest, dan wordt hem recht gedaan. Waar om wist hU haar niet beter vast te houden?" ..Het ongeluk heeft altijd ongelijk," antwoordde» zU koud. „Neemt jelui in acht, opdat je het niet spoedig aan, Jezelf ondervindt." „Wat praat Je van „jelui"! ZUn wU niet éem?" Uit en Voor de Pers. DE LEUGEN IN DE KERK. Dr. A. J. Oort, die 42 jaar lang ieder jaar leerlingen heeft aangenomen en bevestigd en daarna 10 jaar lang als ouderling bij die aanneming heeft geassisteerd, neemt in 'het weekblad „De Hervorming" de belijdenis vragen onder handen, waarover zooveel te 'doen is geweest en nog te doen naar aanleiding van de pro- -dikantenvergadering in die Groote Kerk in Den Haag. We willen er jeenige zinsneden uit aanhalen: „Wie zijn en daarop komt in deze zaak alles aan wie zijn die nieuwe lidmaten, wien men vraagt naar 'hun geloof, kennis, levensopvatting, voornemen om hun Heiland te volgen, voor ihet godsrijk te leven, dc kerk te gehoorzamen? Op 'enkele uitzondering;In na jongelieden vun 20 jaar, die pas dc kindersohoe non hebben uitgelrokkcn. Indien zij werkelijk geloof hebben, dan is het nog niet beproefd; kennis, d-m is zij nog zeer oppervlakkig; levenservaring, meestal niet noemenswaardig; van. den levensstrijd!, clic 'hen wacht, slechts een flauw begrip. Mag men nu van die jonge mensehen een geloofsbelijdenis en belofte eischen bindend voor het leven? „Daar is bijv. de vraag: „belooft gij; tot den bloei onzer kerkvolijverig mede te werken, met opvolging harer verordeningen?" „Maar wat weten die kinderen van deze verordenin gen?" „Hoogstens dat zij ieder jaar aan de generale kas een kwartje hebben te betalen. En hoe velen ver breken die belofte reeds een volgend jaar! „Ergerlijk in de hoogste mate is de aanhef van vraag 2: „Zijt gij, des zins en willens door £ods genade bij deze belijdenis te volharden Bedoeld word: de belijdenis in vraag 1, een zuiver theologische over tuiging. Geen predikant, rechtzinnig of vrijzinnig, heef: recht aan zijn leerlingen te vragenzijt gij voornemens „Neen! JUzelf hebt het zoo gewild." HU staarde haax aan. Dan rukte hü haar plotse ling ln zUn armen een bedekte het bleeke gezicht met waanzinnige kussen, „Geloof Je, dat ik Je verlaten zal? Nooit." ZU lag ia zUa armen. Haar gelaat gloeide van de wilde kussen van zün heete lippen. Zij sloeg ha^r armen om rijn hals. Haax oogen keken diep in de zijne. ,4k wil je vuouw worden, morgen zjoo- dra je maar wilt. MiJa moeder zal haar toestemming geven maar blUf in dienst van den koning. Zeg hem, dat JU je overijld hebrt Gaspard, ga niet van mfj weg." Buiten woel da wind om het huis. Een wolk trok voor de maan. Claire zag de uitdrukking van, Gourgands gelaat niet meer. Zij voelde slechts dat hU haar vaat tegen zich aandrukte steeds vaster. ZU hoorde zUne zware ademhaling, den luiden slag van zijn hart. Toen liet hU haar plotseling los, zoodat zij w,a)n- kelde. Haar hand leunde zwaar op een stoel. „ilc heb je gesmeekt bU mij te blijven," haar stem klonk heesch. „JU bent het, die niet wil. Vergeet dat niet." „Een vrouw die waarachtig dief heeft, vraagt niet naar politiek. Wie op den troon zilt, is haar onver schillig," zelde Gourgand duister. „De man dien, zij lief heeft, moet haa.r aüles zUn." „Zoo kinderachtig, zoo slaafsch mogen de vrou wen liefhebben, die gü uit haar nederigheid tot u hebt opgevoerd, maar ons heeft men geleerd, auders te denken," antwoordde zij hoogmoedig. De toorn steeg haar warm in het gelaat. HU had zich wel op haar kunnen storten en, met brutaal ge weld, dezen spottende^ rooden mond oen woord van vergiffenis willen ontrukken. De gansche trots van den man,, dde aan zdchzedf alleB dankt, verzette alch in hem teg«n haar bekrompen; geest, tegeh haar trots op reeds lang vergane en verloren voorrechten. Claire maakte een beweging alsof zU wilde heen gaan en naar de naaste kamer 100pen. Gourgand hield haar terug. „JU behoeft voor mU niet heen te gaan. Ik ga weü uit mijzelf heein," zedde hU met moeilijk onderdrukten toorn. ZU antwoordde niet. Haar handen hingen slap langs haar lichaam. „Claire!" ZUh stem klonk bewelend en, vleiend te Schetsen uit de Rechtzaal. VAN EEN REQUISITOIR. MENSCHENKEXNIS. Dien ochtend was ze als steeds, precies negen uur op haar plaats gaan jrfttem Er lag een heel bundeltje ,om af te tikken" en telkens word zij ge stoord door 't geklop aan loketje. Grootere en klei nere kw'tantiën. Meestal kon zU voldoen uh de sta- peltjes zilvergeld verdeeld over de vakjts in het geldbakje. Scms moest ze het bovenste deel oplich ten en keuze doen uit het bankpapier, er onri- r ge borgen. ZU deed het met de aangeleerde kalmte, die ze z'ch eigen had gemaakt op 't kantoor. In het bfgin waren er oogeablfltken, dat Else op 't punt stond om het loket met een vinnig-driltigen smak te sluiten en naar de kamer van den patroon te loopen. ...Te zeggen, dat ze ntet bestand was tegen de be trekking. En 's middags had zij geen eetlust van overspanning. Dan ging ze wat liggen om tot kalm la te komen. Dan gloeide haax hoofd en hamerde 't In naax slapen. Dan moest zij zich herhaaldelijk kou de compreesen op den kruin leggen, de polsen on der 't kraantje van de waterleiding houden, van het brommatridrankja gebruik^..Totdat ze tenslotte van afmatting en ellende in slaap viel. Maar Else had Uzeren wilskracht. Ze moest doorzetten... 't Kon niet anders. Drie maanden geleden waren ze verhuisd naar het woninkje in verre, miLstUve buurt mn, ldelne burgermenschjes. Ma had over de oorzaken heel weinig gezegd. Maar Else begreep best... Zon der de finesses te keaneti. Zij had gezien, in don laatsten tijd voor don debacle, dat Pa als ie thuis kwam eten, nog erger was dan vroeger. Met vuur rood, opgeblazen gezicht.; met glazige, kleine oog jes. almaar wijn zich Inschenkend, in groote water glazen. Ma durfde niets zeggen; de tijd, dat ze be proefd had hem in het gareel te houden, lag yar achter haar... Nu en dian wierp zU verdrietig oogja naar den duren -wijn en z/ucktte even... Ma wist, hoe de zaken erbU stonden. Maar ze zweeg. Een kleinigheid was in staat om Pa woedend te maken. Dan smeet hU een bord <>f eeu schaaltje stuk. Bonkte met de vuist op tafel. Joeg Else of Jap de kamer uit. Ma zat dan terilhjti van schrik en dacht aan het schandaal voor de buren. De mevrouw van rechts groette haar o. zoo sipjes terug en die van links knikte met meewarig gezicht van: Ja, ik weet wel wat 'n etakkeri je bent! Een uitnoodiglng om een avondje te komen passce- ren, was al tweemaal afgeslagen. En Mies van de linkerburen ontweek Else zichtbaar Men voelde dat het WJ de Meerman's mie ging, leelUk mis Buurman vap rechts gepensionneerd' hoofdoffi cier keek Pa met onverholen minachting aan... De heele straat was op de hoogte. Sprak er v-haivle van. Er werd gefluisterd over 't leventje, dat Moer man leidde... De heeren vertelden elkaar van pn z'n, „eigenaardigheden"; z'n visites ergens ln zekere straat, waar... Dan laohten zij wel. Maar zoodra er een was. die zei: „Nou-ja, allee goed en weL De man mot doen wat-Ie wil... Gaat ons niet aan. Inte resseert mij althans geen steek, geen zier. Maar als je erbij stas,t zooals die vent, en wanneer Je dan een gezin te verzorgen hebt..." „Volkomen juist!" beaamde men. „'t Is een schan de. 't Is een formeele ploert." En meneer Meerman gelijk. ZU wierp het hoofd achterover; haar neusvleugels trilden. „Wat wilt ge nog van mij? Wat zaj Ik u zeggen? Zal ik je nog eenmaal moeten smeeken? Jo hebt gekozen tusechen mij en dien d1on avon turier." Dat booze woord kwam sissend tuaschen de roode Mppen door. Het trof hem als een slag. Een groote rimpel groef zich in zijn voorhoofd. Met een paar vlugge schreden had hij de deur bereikt „Ook JU moogt in •mijn tegenwoordigheid niet op zulk een mander over mUn keizer spreken. Dat ver- biéd Ik je." Zijn luide woorden drongen tot lm de apdere kar mer door, waarvan hij de deur openstiet. Graaf Roederer en zUn vrouw stonden verbaasd voor hem. „Wat gebeurt hier?" De oude gra,vin keek ontsteld In Clalre's bleek, eri Gourgand's boos gelaat. „Niet veel. Baron Gourgapd treeidt weer ln diepst van Napoleon dat ls alles." C'la,ire"s stem klonk zeldzaam scherp em schril. De gravin trad op haar dochter toe en legde den arm om hapr heen. Het fUne, blee»ke, oude vrouwen gelaat keek Gourgand vUandüg aan Daarnaar: het moodü, door smart Verteerde gelaat der dochter het droeg dezelfde uitdrukking. De gelijkenis dier beide gezichten sprong Gour gand voor de eerste maal iln het oog. Dezelfde fijne trekken, maar ook dezelfde hoogmoedige blik. HU boog en liep langzaam naar de deur. Niemand riep hem terug. Slechts graaf Roederer volgde hem en druktphem vast de hand. „Je doet wa,t Je moet doen,"*zcidie hU eenvoudig. Binnen in, den salon zakte Claire in elkaar. „Ach, moeder moeder!" soiikte zU ln haar groote ver- twUfrilug. „Stil!" De oude vrouw legdle haar kleine hand vast op den mond harer dochter. „Stil! Moet bU nu nog hooren, dat je om hean weent." Gourgand liep ln dezen zachten, Maartnaoht door de stil geworden stralen, der stad. ZUn bloed hamerde wild in de slapen, iedere pols klopte van liefde en vap, toorn.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 5