Schager Courant.
De Adjudant des Keizers.
Zaterdag 9 Mei 1914.
57ste Jaargang No 5375.
TWEEDE BLAD.
Dam-Rubriek.
UIT DE PARTIJ.
Zwart: J. A. DE ZWAAN.
Wit
Wit: N. DE VRIES Czn.
Stand zwart, 12 schijven 020, 9, 10: ll'i 13
tot 10, 19, 24 en 20.
Stand wit, 13 schijven op: 22, 25, 27. .30, 31, 33,
30, 37, 39, 42, 44, 49 én 50.
In tfezcn stand was zwart aan den zet en speelde
1. Zwart: 2429.
dreigend 29—33, 19—24, 9—13, 14 41 en 26:48.
2. Wit: 12—38.
dreigt 3933.
2. Zwart: 2934.
Werd gespeeld in die hoop, dat wit 3933 spelen zou,
met de bedoeling, die zwarte schijf te winnen, hejjecm,
volgens zwart althans, een foutieve zet zou zijn. „Want",
dacht zwart, „ik ga dan van 34 naar 39, van 39
naar 43 en ben dan niet meer van dam te houden."
Dc kansrekening ging echter, gelijk thans blijken
zal, niet op. Zie maar:
3. Wit3933.
Om het zwart naar den zin te maken.
3. Zwart34—39.
en nu is de bedrieger bedrogen, want wit antwoordd
zeer juist als volgt. Bovendien zou op 3440, wit me
3024 en 25 45 vervolgd hebben met een schijf
winst.
4. Wit: 22—17IA. Zwart: 11 22. B.
5. 27 18. 13 22. C.
6. 25—20. 14 34.
7. 38—32. 39 28.
A. Dezelfde zet is ook mogelijk door thans on
middellijk 2520 te spelen. Dit is echter niet goed,
clairde witte dam dan dadelijk weer wordt afgenomen'
door 1117 en 26 17 en wit heeft dan een schijf
minder.
B. Op 3928, wit 2520, zwart 14 34, .wit
38—32, zwart 11:22, wit 32:3.
C. Op 39 28, .wit 2520, zwart 14 34, wit
38—32, zwart 13 22, wit 32:3.
UIT EEN SIMULTAANPARTU.
m
winst,
2. Wit: 16—27. Zwart: 39—44.
3. 27—22. 44—50.
want op 4449 volgt wit 2244 met winst.
4. Wit: 276. Zwart: 3540 gedw.
5. 45 34.
6. 61 en wint.
het eigen vee van de horzelmaden Je verlosser». Voor levenslang dezelfde overtufging fe
bestrijding van dc runderhorzci heeft d- e.h!er alle. i |riuar-oor instaan Me' gelooft toeft niet,
behouden Wie kan
omdat meu
betcekenis, wanneer in een gebied van groote uitgt „des zins en willens" is, zieft aan een eenmaal aan-
streklheid a 11 e veehouders zich punctueel auu di. „af- vaarde leer vast te kiêuuircu. .dw veranderen
horzelen" houden, immers, wanneer een deel van hen van geloofsovertuiging, en aan die jonge lidma en to
niets aan de bestrijding doet, 'dan zal hun veestapel vragen, of zij heilig van plan zijn levenslang dezelfde
m,
Stand zwart, 2 schijven op 30 en 39.
Stand wit, 1 schijf op 45 en dam op 27.
Bovenstaande slana kwam voor in een simultaan-
partij. De speler met wit speelde indirhaas' 4540,
terwijl hij op de volgende manier winst had kunnen
forceeren
1. Wit: 27 -16 of 21. Zwart: 30—35; op 39-44
volgt 4540 en 167op 30—34 wit 16—49 met
Grepen uit Land- en Tuinbouw.
Aan het einde van ons artikel van de vorige week
waren we reeds begonnen met de bcsprek.ng van de
schade, welke door de runderhorzeis wordt teweeg
gebracht en deelden we mede, dat die schade bijnu
geheel op rekening komt van de onder de huid van
net rund levende larven. De voortdurende kwelling,
die hier ongetwijfeld het gevolg van moet zijn, heef.
een nadecligen invloed op de productie. Nauwkeurige
gegevens omtrent de groot e van deze schade zijn heba.
niet bekend. Wel bestaan er schatirigen. bijv. van
een 'Belgisch veehouder, tevens leerlooier, die de méik-
gift yan een niet aangetaste melkkoe 3040 pet. hoo-
ger stelde dan van een met horzellarven gJplaagdy.
Ook het vetgehalte zou 0.7 pet. ten gunste der ge
zonde koe verschillen. Volgens een zeer matige Ik.-
rekening zou de scnade 'op die manier f 28 per jaar
en per koe bedragen. Dit klopt vrij goed moi de op
gave van Miss Ormerod, Eniomologiste bij de Ko
ninklijke Engelsche Landbouw MaatsJh&ppij' en doch
ter van een veehouder, volgens welke vele Engelsche
veehouders jict jaarlijksch' verlies aan melk, tengevol
ge van de aanwezigheid van horzellarven, op f 24 per
koe schatten.
Ook bij het slachtvee is de schade beduid-end'. Van
dc plaats, waar do horzelbuilen gezeten hebben, js
liet vleesck niet voor verkoop geschikt. Ile. is miskleu
rig en dikwijls tot een vrij g. oote ui gestrektheid met
een geelachtige, bloederige vloeistof doortrokken. Deze
plekken moeten worden verwijderd, volgens schatting tot
hoeveelheden, die vari&eren Lussdien 2 en 20 K.G.
Een Duitseh onderzoeker schat het verlies In geld op
die wijze van f6 tot f 18 per koe.
Tenslotte nog de schade aan de huid' toegebracht.
Woidt e^en koe geslacht, kort nadat de horzellarven
hun schuilplaats hebben verlaten, dan blijken er nog
duidelijk waarneembare gaten in aanwezig .e zijn, zelfs
ai was aan het levende dier uitwendig hiervan niet
waar te nemen. Dr. Glüser noemt o.a. een géval,
waarbij 45 dagen, nadat bij een proefkoe de laatste
larve* was uitgekropen, bij het slachten nog 5 open
gaten werden gevonden, terwijl de overige ga ten K ten
6olaic van 7, goed dicht gegroeid waren. Het mooiste
en beste doel der huid, hel ruggedö.-lte is daardoor
geen aaneengesloten^ onbeschadigd gebed meer, en ver
liest aanmerkejijk in waarde. Na het looien wordt
de zaak echter nog erger. Dan komen niet allten
de horzelgaten van het laatste jaar duidelijk voor den
dag, maar ook die van vroegere jaren vertoomsn zich
als zwakke aangetaste plekken. In de lit eratuur over
de runderhorzel zijn voorbeelden te .vinden, dat Ln
een stuk rundervel van een vierkanten .Meter opper
vlakte, waarin 1416 gaten te vinden waren, na het
looien wel 97 openingen zichtbaar werden.
Volgens opgave in een door de Coöperatieve Ver-
eeniging ,kRotlerdamsche Huidenclub" mtgeQeven vlug
blad, wordt de gemiddelde schads op f 1.80 "per
huid geschat. Ook hieromtrent bes:aan echter geen
juiste gegevens. De genoemde schatting is zeer waar
schijnlijk aan den lagen kant.
Dat de totale schade aan de huiden aangebracht
reusachtig kan worden, kunnen enkele builenlandsehe
opgaven bewijzen. Vooraf zij medegedeeld, dat in Ne
derland de horzelplaag niet minder heerscht .dan in
te noemen landen. Volgens telling gedurende 4 jaren
aan liet Abattoir te Kopenhagen, was 12 pet. der huiden
door ltorzels beschadigd. Een aldaar gevestigde leer
looierij constateerde de beschadiging gedurende de zo
mermaanden van gemiddeld 24 pet. van liet aantal
huiden.
Volgens medcdeeling van den vroegeren technischen
adviseur der reeds genoemde „Rotterdumsche Huiden
club", waren van dc op £éndag te Luik geveild*
huiden 41 pet. door horzels beschadigd.
Hoeveel bedraagt de totale schade voor Nederland
Natuurlijk moet dit een ruwe schatting blijven. Volgens
Dr. Dc Vries bedraagt de v-liadle -4.5 a 5 mijlhoen
gulden per jaar, volgens den heer ICamp 3 millioetn.
Op deze cijfers gaan we niet in. All-oen stellen rwii
vast, dat de financiëelc schadle door de runderhorzel
veroorzaakt, zeer groot is, waaruit wedoom volg:, da'
bestrijding van de parasiet alle aanbeveling verdient.
Allerlei middeltjes om door insmering er moe- van
de huid der koeien de horzels van (het voei af to hou
den. zijn in het algemeen af te keuren. Sommige er vun
hebben een zeer twijfelachtige werking, an-Jere zijtn
gevaarlijk voor het rund zelf, terwijl van alle geldt,
dat de insmering maar zeer kort werkzaam is en nu
een regenbui bijv. zeker weer herhaald zou moeten
worden. Langs dezen weg komt men niet to de mees:
doeltreffende bestrijding. Hel moe. niet de quaeslfc
zjjn 0111 de vliegen van het vee verwijderd te houden,
maar zorg te dragen, dat er geen vliegen meer konan
cn dat kan bereikt worden door de larven te doudon,
nadat men ze van onder de huid van het rund heeft
verwijderd. Dit kan geschieden tegen den tijd dat de
larve volwassen is. Jongere larven laten zich alleen
met bijzondere instrumentjes uit de huid lialen. Met
eenige oefening kan pien dit werkje spoedig zoo loc-
ren, dat het uitdrukken van den parasiet vlug af
loopt, zonder dé koe voel pijn te tdoen. Eenig onderricht
aan enkele personen in een bepaalde omgeving door
een bevoegd deskundige is wel gewenseht, maar o.i.
niet absoluut noodzakelijk.
Het mag dus gerust gemakkelijk genoemd worden.
FEUILLETON.
11.
Na dezen, uitroep had Claire de handen gevouwen.
Ha^r gelaat zag er bij het maanlicht wasbleek uit.
„Je wilt dus weer naar Napoleon overgaan?"
,.Heb je daaraan kunnen twUfeten? Kindlief kun
je het dan niet begrijpen wat het voor mij betee-
kent dat mijn keizer terugkomt? Ik kou hem
tegemoet willen snellen met mijn gaheela garde, hem
in (lollen jubel naar zijn troon, terugidragen
„Waarom doe je het niet?"' Hare lippen werden
zoo mogelijk nog bleeker.
..Waarom? Omdat ik eerst mijn ontslag heblben
moeit. Ik heb het vandaag aangevraagd."'
„En wordtt dat hvgewilllLiiiigd;?"
,.In elk geval. Maar eer ik' het niet schriftelijk
heb, mag ik, niet openlijk voor Napoleon optreden'''
Clialre zelde niets, maar zij wondde het hoofd tenv
zijde.
„Claire, waarom blijf je zoo stom? Begrijp je nu
niet, dat ik zoo ha,ndelie|n| moest?"
„Ik begrijp Biechtte dit ee-ne; dat. je hem ldef
hebt, dien keizer en, niet mij. Al het andere bet-
grijp ik nitet meer. Het schijnt alles te draaien en
te wenden, a.lle begrip van trouw, van recht en van
plicht."
„Ik Jou niet liefhebben,? Meer dan mijn leven."'
„Jouw leven diat heb je al zoo dl'kwüjls doil-
koen op het spel gezet daaraan is jou zoker-niet
al te veel gelegen, maar
„Je meent, ik heib Napoleon meer lief dan Jou?
Dwaas kindje. In de liefde is er niet een meer of
een minder. Hoe kan, ik nu vergelijken wat ik voor
jou en wat ik voor hem gevoel? Dfe eene llefdte
sluit de andere toch niet uit."
Claire drukte haar handen tegen de slapen. „Ik
begrijp dat alles niet. Ik weet slechte dat ik Na
poleon haat haat. haaat!"
I-laar woorden vielen hem dof en zwaar op het
hart. „Waarom?"
„Omdat hij ons al weder uit elkaar rukt
slechts hij." Er was een onderdrukt snikken in haar
steeds de vliegen leveren, die de koeien in de géhééid
omgeving weer besmetten. In sommige landen, o.a.
in Oldenburg, heeft men het .,afhorzelen" voor een
bepaalden datum van overheiaswege voorgeschreven.
In deze richting is hier ook wel wat te doen, naar
we hopen tenslotte echler alleen om hem, dié niet
uit vrijen wil cn volgens eigen overtuiging aan de be
strijding meedoen fin het werk van het groote geinl
eendrachtig samenwerkende- veehouders voor een be
langrijk deel onvruchtbaar maken.
Reeds is een voorbeeld bekend van wat eendrachtig
samenwerken tegen do horzels vermag, n.I. in de Decn-
sche provincie Skiaerum. In 1901 v.erd door de ie»
den der in het district Omraade gcves'igde yeneonig-
de Zuivelcooperaties besloten, de bestrijding in dit district
ter hand te nemen en te regelen. Het gebied werd
in wijken verdeeld. Met het afhorzelen werden in het
eerste jaar 10 personen belast, die in daggeld werkten.
Deze personen hadden een lijst bij te houden met
vermelding van dc boerderijen, waar ze geweest waren,
het aantal koeien en jongvee, hoeveel dieren aange
tast waren, het aantal bijgekochte en uit andere stre
ken aangevoerde dieren en het aantal gedoode larven.
Ongeveer 14 dagen voor tien weidegang werd met
het afhorzelen begonnen. Voorts kwam elke „afhorze-
laar" om jde 2 a 3 weken het vee op de weide na
zi-.ivoren en herhaalde dut minstens 4 tot 6 maaf ge
durende d"n zomer, althans in dc eerste jaren, want
=porxlig was zooveel succes te conslatoeren, dat 1 of
2 maal in volgende Jaren voldoende was.
Van de resultaten deelen we hieronder Iets mede.
Ter.wilic van de plaatsruimte gewen we de cijfers om
hel andere jaar:
Behandelde koeien
Behandeld jongvee
Aantal werkdagen
Kosten hiervoor
Aantal gedoode larven
Aantal larven per dier
Kosten per koe in centen
Duidelijk blijkt de groote afname dL-r horzel larven
en de geringe kosten per koe. Ongetwijfeld waren de
cijfers nog beter, als niet door aanvoer uit andere
streken telkens weer basmbt ing plaats had.
Zeer duidelijk blijkt dit uit onaers'aand staatje, da'
bij het vorige behoort, zooals uit vergelijking der cijfers
trouwens te zien is.
Aantal 'larven
Aantal stuks vee. Totaal. Per stuk vee
1902
1904
1906
1908
2082
2350
2231
2142
1721
1930
1808
1820
96
70
48
36
f 194
f 142
f 97
f 86
22394
11779
8996
3581
5.9
2.8
2.2
0.8
5
3.3
2.3
2.3
overtuiging te bewaren, is door en door «gerlijk.
hun^ geloof dan reeds muurvast?"
Na ook de overige vragen onder handen te hebben
genomen, zegt dr. Oort
JHet treurigste van alles is laa' ik het nog gsns
herhalen dat van een bevestigend antwoord op
deze vragen de aanneming tot deleden der kerk af
hankelijk wordt gemaakt van hen, die er soms niets
van begrijpen en er nog minder van voelen.
Nu zijn er predikanten ieder, die in hun wereld
thuis is weet dat 4Je di: bezwaar nlel willen voe
len o' erkennen en zich daarvan afmaken door te zeg
gen: dat moeten zij weten; onze plicht is het, hun
Lie vragen te doen. Meent gij dat? Gij weel, tLit vel in.
van die jonge menschen te onkundig zijn om die vra
gen te beantwoorden, of te onverschillig om er diep
over 11a te denken, maar zij aarzelen niet om öp uw
vragen ja te zeggen. Gij haalt de schouders op: „dat
moeten zij weten". Dal is grof cynisme in den trant
van Pilatus, die zijn handen in onschuld waschtc, want...
de Joden moesten het maar weten. Bedenkt het wel
wanneer gij \yeet en gij weet liet o zoo goed!
hoe weinig kennis en geloof vele nieuwe lidmaten heb
ben, dan rust de schuld van <Lcn kerkelijken leug'-n
ecner ondoordachte geloofsbelijdenis op u.
„Het ir- ontzettende leugen In orze kerk: te
re?so Vtce het irot die aanncmellngen staat en zich
to houder, of men het niet weet...
„Maar vrijheid bovenal! Zijn er predikanten, die
het doen van vragen gepast, nuttig en Btichtelajk
achten, dat zij vragen! Maar laten zJj waar zijn. bo
denkeu tot wie zij spreken en wat zij recht hebben
te vragen.
Geijkte vragen* die >drr predikant, van welke
richting hij ook zij, verplicht wordt to doen on
Iedere aannemeling gedwongen wordt te beantwoor
den. zijn u't den Booze, den Vader der leugeticn.
God beware onze kerk voor alle onwaarachtigheid
en geestelijke dwlng?elan(MJ."
1906
1906
1907
1907
1908
1908
1909
1909
1910
1910
Eigen vee
Bijgckocht vee
Eigm vee
Bijgckocht vee
Eigen vee
Bijgckocht vee
Eigen vee
Bijgckocht vee
Eigen vee
Bijgckocht vee
3756
286
3810
439
4076
186
3614
26L
3348
209
4016
4980
7100
5855
1121
2148
1116
3926
369
3506
1.0
17.4
1.8
13.3
0.3
13.1
0.3
150
0.1
17.0
Deze opgaven zijn zóó sprekend, dat we er niets
aan behoeven toe te vo^en.
We hopen dat menig veehouder door deze regels
opgewekt zal worden aan eigen vee te doen, wat mo
gelijk is, en dat, mocht te eeniger tijd bijV. uitgaande
van een j>! andere flinke lamdbouwvereenigLig, fden
strijd tegen 'de runderhorzels worden aangebonden, alle
veehouders in hun eigen welbegrepen belang tol die
goede zaak willen medewerken-.
stem.
„HIJ scheidt on6 niet, wanneer JU maar vastbe
raden blijft tegenover je moeder. Dat zijn allen
spoken en nevels. Een zudhtje blaast ze weg
deze spoken, van het verleden, die dwazen. Nu kan
ik je ook een heel andere positie aanbieden dan
voorheen. MUn kleffjne Claire zal eemi der eerste
dames aan het keizerlijk hof worden."
Hij wilde den arm om haar heenslaan, maar sdj
maakte zich vrU. ..Laat mij! Je spreekt mij va,n een
plaats aan het hof ik spreek over je liefde. "Wat
is mU aan een positie gelegen en, welke rol zou
Ik aan het keizerlijk hof kunnen spelen?"
„.'U bent zeer hoogmoedig," antwoordde hij scherp.
„Waarin, bestaat dan toch dit afgronddiepe onder
scheid tuaschen jou en drie ajndere menschen? Blaas
toch eens deze oude asch weg en ziet met heldere
oogen ln het schitterende daglicht Met je moe
der wil ik niet daarover strijden zU is ln deze
Ideeën oud geworden, vastgeroest, maar jij bent Jong,
bent het ktnd van eejn, nieuwen tijd, ben,t die dochter
van een keizerlijk gezind' man,.'"
„Ik ben de docht,er mijner moeder. Ik denk even
als zij". Het blonde mooie kopje werd hoogmoedig
in den nek geworpen, net als die verbleekte gezich
ten van die vrouwen aan den wand.
„Je zult zoo denken als ik," riep hU driftig uit.
„Jij zult liefhebben, wat ik liefheb, verachten wat
Ik veracht."
„Nooit!" ZU stond daar, slank en trotsch, be
licht door het zilveren maanlicht sidderend van,
opgewondenheid en angst tegelijk.
„Nooit... en wanneer Napoleon werkeMjk den troon
van Frankrijk weer voor zich verovert, dan ls hU
ln mijn oogen, toch steeds een. indringer, zUn adel,
zUn officieren die zUn voor mU weggeloopen avon
turiers of onzalige verblinden."
Gourgand knarsetandde van toom. „Hieruit spreekt
alleen Je trots, de k einzlelige hoogmoed van jouw
stand... Je zult eens zien, hoe weinig stemmen zich
voor den koning zullen, verheffen. Indien hU zUn
kroon verliest, dan wordt hem recht gedaan. Waar
om wist hU haar niet beter vast te houden?"
..Het ongeluk heeft altijd ongelijk," antwoordde»
zU koud. „Neemt jelui in acht, opdat je het niet
spoedig aan, Jezelf ondervindt."
„Wat praat Je van „jelui"! ZUn wU niet éem?"
Uit en Voor de Pers.
DE LEUGEN IN DE KERK.
Dr. A. J. Oort, die 42 jaar lang ieder jaar leerlingen
heeft aangenomen en bevestigd en daarna 10 jaar lang
als ouderling bij die aanneming heeft geassisteerd,
neemt in 'het weekblad „De Hervorming" de belijdenis
vragen onder handen, waarover zooveel te 'doen is
geweest en nog te doen naar aanleiding van de pro-
-dikantenvergadering in die Groote Kerk in Den Haag.
We willen er jeenige zinsneden uit aanhalen:
„Wie zijn en daarop komt in deze zaak alles aan
wie zijn die nieuwe lidmaten, wien men vraagt
naar 'hun geloof, kennis, levensopvatting, voornemen
om hun Heiland te volgen, voor ihet godsrijk te leven,
dc kerk te gehoorzamen? Op 'enkele uitzondering;In
na jongelieden vun 20 jaar, die pas dc kindersohoe
non hebben uitgelrokkcn. Indien zij werkelijk geloof
hebben, dan is het nog niet beproefd; kennis, d-m
is zij nog zeer oppervlakkig; levenservaring, meestal
niet noemenswaardig; van. den levensstrijd!, clic 'hen
wacht, slechts een flauw begrip. Mag men nu van die
jonge mensehen een geloofsbelijdenis en belofte eischen
bindend voor het leven?
„Daar is bijv. de vraag: „belooft gij; tot den bloei
onzer kerkvolijverig mede te werken, met opvolging
harer verordeningen?"
„Maar wat weten die kinderen van deze verordenin
gen?"
„Hoogstens dat zij ieder jaar aan de generale kas
een kwartje hebben te betalen. En hoe velen ver
breken die belofte reeds een volgend jaar!
„Ergerlijk in de hoogste mate is de aanhef van
vraag 2: „Zijt gij, des zins en willens door £ods
genade bij deze belijdenis te volharden Bedoeld word:
de belijdenis in vraag 1, een zuiver theologische over
tuiging. Geen predikant, rechtzinnig of vrijzinnig, heef:
recht aan zijn leerlingen te vragenzijt gij voornemens
„Neen! JUzelf hebt het zoo gewild."
HU staarde haax aan. Dan rukte hü haar plotse
ling ln zUn armen een bedekte het bleeke gezicht met
waanzinnige kussen, „Geloof Je, dat ik Je verlaten
zal? Nooit."
ZU lag ia zUa armen. Haar gelaat gloeide van de
wilde kussen van zün heete lippen. Zij sloeg ha^r
armen om rijn hals. Haax oogen keken diep in de
zijne. ,4k wil je vuouw worden, morgen zjoo-
dra je maar wilt. MiJa moeder zal haar toestemming
geven maar blUf in dienst van den koning. Zeg
hem, dat JU je overijld hebrt Gaspard, ga niet
van mfj weg."
Buiten woel da wind om het huis. Een wolk trok
voor de maan.
Claire zag de uitdrukking van, Gourgands gelaat
niet meer. Zij voelde slechts dat hU haar vaat tegen
zich aandrukte steeds vaster. ZU hoorde zUne
zware ademhaling, den luiden slag van zijn hart.
Toen liet hU haar plotseling los, zoodat zij w,a)n-
kelde. Haar hand leunde zwaar op een stoel.
„ilc heb je gesmeekt bU mij te blijven," haar stem
klonk heesch. „JU bent het, die niet wil. Vergeet
dat niet."
„Een vrouw die waarachtig dief heeft, vraagt niet
naar politiek. Wie op den troon zilt, is haar onver
schillig," zelde Gourgand duister. „De man dien, zij
lief heeft, moet haa.r aüles zUn."
„Zoo kinderachtig, zoo slaafsch mogen de vrou
wen liefhebben, die gü uit haar nederigheid tot u
hebt opgevoerd, maar ons heeft men geleerd, auders
te denken," antwoordde zij hoogmoedig.
De toorn steeg haar warm in het gelaat. HU had
zich wel op haar kunnen storten en, met brutaal ge
weld, dezen spottende^ rooden mond oen woord van
vergiffenis willen ontrukken. De gansche trots van
den man,, dde aan zdchzedf alleB dankt, verzette alch
in hem teg«n haar bekrompen; geest, tegeh haar trots
op reeds lang vergane en verloren voorrechten.
Claire maakte een beweging alsof zU wilde heen
gaan en naar de naaste kamer 100pen.
Gourgand hield haar terug. „JU behoeft voor mU
niet heen te gaan. Ik ga weü uit mijzelf heein," zedde
hU met moeilijk onderdrukten toorn.
ZU antwoordde niet. Haar handen hingen slap
langs haar lichaam.
„Claire!" ZUh stem klonk bewelend en, vleiend te
Schetsen uit de Rechtzaal.
VAN EEN REQUISITOIR.
MENSCHENKEXNIS.
Dien ochtend was ze als steeds, precies negen
uur op haar plaats gaan jrfttem Er lag een heel
bundeltje ,om af te tikken" en telkens word zij ge
stoord door 't geklop aan loketje. Grootere en klei
nere kw'tantiën. Meestal kon zU voldoen uh de sta-
peltjes zilvergeld verdeeld over de vakjts in het
geldbakje. Scms moest ze het bovenste deel oplich
ten en keuze doen uit het bankpapier, er onri- r ge
borgen. ZU deed het met de aangeleerde kalmte, die
ze z'ch eigen had gemaakt op 't kantoor. In het
bfgin waren er oogeablfltken, dat Else op 't punt
stond om het loket met een vinnig-driltigen smak te
sluiten en naar de kamer van den patroon te loopen.
...Te zeggen, dat ze ntet bestand was tegen de be
trekking. En 's middags had zij geen eetlust van
overspanning. Dan ging ze wat liggen om tot kalm la
te komen. Dan gloeide haax hoofd en hamerde 't In
naax slapen. Dan moest zij zich herhaaldelijk kou
de compreesen op den kruin leggen, de polsen on
der 't kraantje van de waterleiding houden, van het
brommatridrankja gebruik^..Totdat ze tenslotte
van afmatting en ellende in slaap viel. Maar Else
had Uzeren wilskracht. Ze moest doorzetten... 't Kon
niet anders. Drie maanden geleden waren ze verhuisd
naar het woninkje in verre, miLstUve buurt mn,
ldelne burgermenschjes. Ma had over de oorzaken
heel weinig gezegd. Maar Else begreep best... Zon
der de finesses te keaneti. Zij had gezien, in don
laatsten tijd voor don debacle, dat Pa als ie thuis
kwam eten, nog erger was dan vroeger. Met vuur
rood, opgeblazen gezicht.; met glazige, kleine oog
jes. almaar wijn zich Inschenkend, in groote water
glazen. Ma durfde niets zeggen; de tijd, dat ze be
proefd had hem in het gareel te houden, lag yar
achter haar... Nu en dian wierp zU verdrietig oogja
naar den duren -wijn en z/ucktte even... Ma wist, hoe
de zaken erbU stonden.
Maar ze zweeg. Een kleinigheid was in staat om
Pa woedend te maken. Dan smeet hU een bord <>f
eeu schaaltje stuk. Bonkte met de vuist op tafel.
Joeg Else of Jap de kamer uit. Ma zat dan terilhjti
van schrik en dacht aan het schandaal voor de
buren. De mevrouw van rechts groette haar o. zoo
sipjes terug en die van links knikte met meewarig
gezicht van: Ja, ik weet wel wat 'n etakkeri je bent!
Een uitnoodiglng om een avondje te komen passce-
ren, was al tweemaal afgeslagen. En Mies van de
linkerburen ontweek Else zichtbaar Men voelde
dat het WJ de Meerman's mie ging, leelUk mis
Buurman vap rechts gepensionneerd' hoofdoffi
cier keek Pa met onverholen minachting aan...
De heele straat was op de hoogte. Sprak er v-haivle
van. Er werd gefluisterd over 't leventje, dat Moer
man leidde... De heeren vertelden elkaar van pn z'n,
„eigenaardigheden"; z'n visites ergens ln zekere
straat, waar... Dan laohten zij wel. Maar zoodra er
een was. die zei: „Nou-ja, allee goed en weL De
man mot doen wat-Ie wil... Gaat ons niet aan. Inte
resseert mij althans geen steek, geen zier. Maar als
je erbij stas,t zooals die vent, en wanneer Je dan
een gezin te verzorgen hebt..."
„Volkomen juist!" beaamde men. „'t Is een schan
de. 't Is een formeele ploert." En meneer Meerman
gelijk.
ZU wierp het hoofd achterover; haar neusvleugels
trilden. „Wat wilt ge nog van mij? Wat zaj Ik u
zeggen? Zal ik je nog eenmaal moeten smeeken? Jo
hebt gekozen tusechen mij en dien d1on avon
turier."
Dat booze woord kwam sissend tuaschen de roode
Mppen door. Het trof hem als een slag. Een groote
rimpel groef zich in zijn voorhoofd. Met een paar
vlugge schreden had hij de deur bereikt
„Ook JU moogt in •mijn tegenwoordigheid niet op
zulk een mander over mUn keizer spreken. Dat ver-
biéd Ik je."
Zijn luide woorden drongen tot lm de apdere kar
mer door, waarvan hij de deur openstiet.
Graaf Roederer en zUn vrouw stonden verbaasd
voor hem.
„Wat gebeurt hier?"
De oude gra,vin keek ontsteld In Clalre's bleek, eri
Gourgand's boos gelaat.
„Niet veel. Baron Gourgapd treeidt weer ln diepst
van Napoleon dat ls alles."
C'la,ire"s stem klonk zeldzaam scherp em schril.
De gravin trad op haar dochter toe en legde den
arm om hapr heen. Het fUne, blee»ke, oude vrouwen
gelaat keek Gourgand vUandüg aan Daarnaar: het
moodü, door smart Verteerde gelaat der dochter
het droeg dezelfde uitdrukking.
De gelijkenis dier beide gezichten sprong Gour
gand voor de eerste maal iln het oog. Dezelfde fijne
trekken, maar ook dezelfde hoogmoedige blik.
HU boog en liep langzaam naar de deur. Niemand
riep hem terug.
Slechts graaf Roederer volgde hem en druktphem
vast de hand. „Je doet wa,t Je moet doen,"*zcidie hU
eenvoudig.
Binnen in, den salon zakte Claire in elkaar. „Ach,
moeder moeder!" soiikte zU ln haar groote ver-
twUfrilug.
„Stil!" De oude vrouw legdle haar kleine hand vast
op den mond harer dochter. „Stil! Moet bU nu nog
hooren, dat je om hean weent."
Gourgand liep ln dezen zachten, Maartnaoht door
de stil geworden stralen, der stad.
ZUn bloed hamerde wild in de slapen, iedere pols
klopte van liefde en vap, toorn.