P.SLUIS. Rö
wordt voorgehouden als het toonbeeldvan orde 'op
straat.
En bij het pn /enteeren van de voorjaarsmode op
een renbaan ergens in het buitenland, werden een
panr beroepsmodepopjes, die het allernieuwste de 'ge
spleten rok met wat daar bij gehoor!, zoo 'door liet
ui bliek ju de maling genomen, geduwd en gestooten.
zijverfomfaaid' en gehavend', door liet (votnile
van die baan ergens moesten worden opgesloten in
hel belang harer eigen veiligheid'. Dat „ergens in het
buitenland" was de renbaan van AuseuLI te Parijs en
geen enkel modemagazijn stuurt /gin „mannequins"
naar de plaats waar liet rapaije bijeenkomt,, doch juist
naar liet allerduurste doel van de baan. Immers alleen
onder dc chic kunnen klanten verwacht worden.
Hier was bet dus do Parijsche chic, de standgc-
nooten van meneer en mevrouw Jules Romain, die
zich precies aanstelden als... Harderwijker visschers-
jongens en meiden!
Waarom wij dit nu neerschrijven?
Zeker niet om onze 1 andgen ooien voor te spreken,
om aan te komen met het pradlje, dat iedereen maar
voor zijn eigen deur moet vegen, dat het elders nog
erger of even érg is.
In het minst niet.
Wandaden als die waarover (Je 'heer Romain klaagt
.zijn niet ic exeuseeren. Zeker niet met een beroep op
elders. Zij behooren gestreng te worden gestraft waar
zij ook aan den dag komen en wij zouden de laatste
zijn om liet af Ie keuren zoo eeu ferm raak pak slaag
dien Harderwijker heldenmoed had beloopd. De heer
Romain heeft gemeend liever te moelen^gaan huilen en
rapporten te gaan schrijven. Dit is zijn zaak. We
hopen dat zijn weg hem tot succes zal voeren.
Doch wij vreezen er voor.
Want wij Staan hier voor een verschijnsel, dat zich
overal op de wereld voordoet.
Dc oude Romeinen luidden slechts één woord voor
vijand en vreemdeling (hostis, merkwaardig genoeg het-
zelfde waarvan ook „hotel" afstamt en het Engelsehc
'host" cu „hostess, gastheer en gastvrouw):
Dat is zoo gebleven tgj op den huidigen, (dag-
Wat vreemd is,, lijkt ons bijl eerste kennismaking
vijandig.
Om het even of wij /Harderweker vissched jdan
wel Parijsch dandy z'ijn.
Dat dit ongewonscht Is, zal ieder toegeven.
Alleen do middelen tot verbetering zijn ondeugde
lijk.
Straf haalt niets pit.
Verbittert Rechts en maakt diat m elkep mouwen
vreemdeling een vriendje gezien wordt van dien „vont,
voor wiens plezier ik ben neboet of 'heb moeten brom
men."
Als daar wat wraakzucht jjijkomt, zijn op het een
zame platteland! de gevolgen "natuurlijk niet ^e over
zien.
Men moet anders te werk gaan.
Preventief, opvoedend. Pogen de menschen t.e leeren
begrijpen, dat andere volken andere gewoonten cn
andere klceren hebben. Dat het gelijkstellen van vijand
e:i vreemdeling geen zin heeft, goed was twee duizend
jaar geleden. -
Dat het oen moeilijke taak zal zijn daarvan niet
één mcixach, doch een bevolking te doordringen,
is zeker.
Onze oude beschaving is jeitelijk nog zoo heel jong.
„.aat metterdaad nog pas in de grondverf. Bovendien
een menigte heeft geen beschaving. Mannetje voor man
netje van die Harderwijkers wist, dat hij verkeerd deed
door die hulplooze vreemdelingen lastig te vallen.
Maar als de
kwijt. Joelde en schreeuwde hg mee. Precies als... ik
en U doen bij een wedstrijd, een vliegvertooning, een
intocht of wat dan ook, dat spreekt tot dc menigti
UITK
Jte!
tkjsjk.
VOGEL- EN PLUIMVEEVOEDER.
Verkrijgbaar Wf JOH. W. GOVERS, Molenstraat
piano:?
KUNSTSPELenELECTR: PIANO'S, VLEUOELSlsHUMSSS I
rjp-KESSELS'KON.FABRIEK. TILBURG
'VRAAGT CATALOGUS - OOK TERM'JNBETAllHG
Schetsen uit de Rechtzaal.
STIEFMOEDER.
...Dat was nu al vier jaar geleden, maar't stond
hem nog zoo helder vóór den geest of het gisteren
was gebeurd... Dat veder hem van school kwam ha
len... 's Middags om vier uur bulten, stond te wachten
Vader had ajtijd iets schuwigs over zich gehad.
Iets bedeesdB, waar z'n kennissen om lachten. Moe
der zaliger had er gen.oeg tegen gevochten, maar 't
baatte niet. Moeder was een, pienter memschje ge
weest maan heel goedig. Zij hield van vader
echt en trouw. Ze liet 'm soms lachen, over zichzelf...
Maar 't hielp bitter weindg. Toen, was moeder gaan
sukkelen, en moest vader in huis zelfstandig; optre
den. Wat hem bitter slecht afging. Er kwam een
huishoudster, die al hjeel spoedig de leidsels ln han
den nam. Willem kreeg tranen in de oogden, wanneer
ken. Men heeft haar in koude omslagen gewikkeld.
Laat nu niet den moed; zinken, mijneheeren. Ka
pitein Malt land heeft mij zooèven meegedeeld, da,t
admiraal Keith morgen om twaalf uur komt om dien
keizer te bezoeken. Tot op dat oogen,ib'ldk is er nog
niemendal heslist. Het kunnen ook wel looze geruch
ten zijn. Men moet de hoop niet dadelijk verliezen."
Gourgand wees naar de zee. Een groot aantal
kleine booten omringde de Bellerophon. Boord aan
boord lagen d.e twee fregatten. „Dat is onze bege
leiding naar Sint Helena," zeide. hij droefgeestig.
Gravin Montholon trad dicht op hem toe. Haar
losse blonde vlechten woeien in den frkjschen zee
wind. Een welige haardoseh bleef aan een uniform-
knoop van Gourgan,d hangen. Hij maakte deze voor
zichtig los. Een, eigenaardig, gevoelt doortintelde
hem, toen hij het zachte mooie haar om zijn vinger
wond.
..Dank u u hebt mij in 't geheel geen pijn ge
daan." Zij wierp haar lokken terug en lachte.
Gonrgand deed diep ademhalend een stap achter
uit.
Voor den vastgestelden tijd verscheen' admiraal
Keith in gezelschap; van den onderstaatssecretaris
Banbuïy.
Hij liet zich dadelijk bij den keizer aandienen,.
Slechts Gourgand als dienstdoend adjudant en graaf
Bertrand de hofmaarschalk, wanen tegenwoordig.
Aan admiraal Keith, een knappen ouden man met
spierwitte haren en hoogst aangename manieren, was
het te bemerken hoe pijnlijk hem zijn opdracht wa,s.
Zoowel hij als de staatssecretaris spraken; vloeiend
Fransch.
De keizer begroette beide beieren, Aan d© ernstig^
gelaatstrekken van den grooten keizer was het niet
te zien, boe het daar hi»n©n, spookte.
,.U zult zeker wel goed vinden, da,t ik u bet mi'nir-
steriëel schrijven voorlees, dat men mij heelt toever
trouwd," zoo begon de admiraal.
Napoleon boog toestemmend het hoofd.. Zijn eenQ
hand lag op den greep van zijn degen,, de andere had
hij op zijn borst tusschen zijn jas gestoken-
„Daar het den generaal Bonaparte..."
Napoleon hief het hoofd op. Een hoonend lachje
speelde er om zijn lippen,
Keith hoestte oven en Sbsg voort: „wellicht
hU terugdacht aan de smart, waarmee arme moeder
haar toenemende machteloosheid verdroeg... De in
komsten waren krapjes... De zaak floreerde maar
heel matig. Het leesbibllotheekje ging elke week
achteruit... Moeder had' er slag van om de menschen
te trekken. Zelfs als zij; doodmoe was van den heej-
len, dag sjouwen en, sloven,, dan, knoopte zij, nog
praatjes aan over a,lleiiei dingen, die de klantjes
ter harte gingen... Ga,f zij' verstandiigeai raad aan
vrijstertj.es, die met ka,re „galanten'" haddien. gekib
beld. En, diende ze van advies In, nnngelegenhedem van
echtelijk gekrakeel, en zoo... Juffrouw De Wit wa^
de vertrouwelinge van d'e heele buurt En todn zij
op zekeren dag niet in 't magajzijntje, waaraan
leesbibliotheek verknocht present was, vormde diat
een onderwerp van discours. Met vader konden zij
niet opschieten de klanten. Die had zich totdus-
vor eigenlijk alleen met dei administratie, en, zoo be
moeid. Hij wist de zaakjes niet vlug te vinden. Wan
neer za met De Wit praatjes aanknoopten, dan keek
hij met verschrikte, met-begrijpende oogen; bang
dat hij zou moeten antwoorden,. Hij glimlachte dan
maar of trachtte zich met een „Ja. precies zoo!" of
„zegt u dat wel, juffrouw 1" de menschen, van het
lijf te houden. Met uiterste krachtsinspanning had
moeder getracht toch nog in den winkel te blJjvejn.
Ze was vermagerd en de kwaal, die haar plotseling
had aangegrepen, vernielde het vroeger zoo stevige
vrouwtje... De scheurende kuch belette haar te
spreken. En toen zij op een bijzondgr-drukken dag
de winkel zou twee dagen gesloten blijven let
terlijk geworsteld had tegen de zwakte, de duize
lingen, de pijn in horststreek en lendenen, die haar
overmanden, moest vader haar naar achteren dragen.
Moeder was in zwijm gevallen en het bloed gutste,
golfde uit haar mond... Toen had 't nog een week
of wat geduurd. In den winkel werd zachtjes ge
sproken, want de slaapkamer was vlajc-bij... Willem
sloop, als-ie uit school kwam. op kousenvoeten moe
ders kamer binnen en ging dan, in een hoekje zit
ten bijtend op een punt van z'n zakdoek om moe
der niet to laten, merken, dait-ie zoo'n verdriet had.
En hij bleef zitten, in z'n hoekje, van,waar hij moeder
kon zien liggen,. Als de zon op haar gezicht scheen,
dan teekemjdie zich dit af op het wit van de kussens,
als iets heel smals en van gelige kleur. Moeder
i niet meer te herkennen. Dokter had verboden
dat zij spreken zou.., Ze moest absoluut zwijgen-
„Zorg daarvoor, de Wit", had hij tegen vader ge
zegd, „want ik waarschuw je als er weer bloed
komt, dan loopt 't af--- Zij is totaal uitgeput!
Toch had moeder hem eens gewenkt. Met haar
hand gewezen, dat Willem bij haar bed zou komen
zitten. De jongen had gehoorzaamd. En toen had
moeder iets geflusterd, vlak bij z'n oor. En tus
schen haar broodmagere, smalle, klamme handen z'n
hoofd gevat en hem gezoend, onstuimig, terwijl de
tranen moeder over de wangen, stroomden,En
toen zijn wang tegen haar wang gedrukt. Eïn hem
zdo vastgehouden, wel vijf minuten lang. Van wat
moeder fluisterde begreep Willem niets maar hij
deed alsof-ie 't verstond, knikte maar en barstte
toon ook uit in zoo'n radelooze smart, dat moeder
hem nog troosten.moest; weee naar het glas water,
dat bij 't bed stond... Hem ovor de wang streek en
trachtte te glimlachen om Willem le kalmeeren,
een lach te brengen op het witte strakke, uitge
teerde gelaat...
Dien nacht, tegen dirie uur, kwam vader hem wek
ken. Toen Willem vader bij z'n bed zag sta.an, be
greep hij natuurlijk... En vloog naar beemden... Maar
vlak bij moeders bed greep vader den Jongen en
knelde hem in, z'n armen. Toen hebben zij samen
geschreid bij de doode. Willem gevoelde, dat arme,
verlegen, bedeesde vader hevige smartepijn leed-
En door z'n eigen verdriet heen had de jongen nog
medelijden met armen- troosteloozen vader...
Dat alles bleef Willem vóór don geest staan tot
In de kleinste en fijnste bijzonderheden- Na moeders
dood was de huishoudster baas geweest... Juffrouw
Lize bedisselde alles. Vinder ontweek haar zooveel
mogelijk. Als Willem baar in den weg Mep, snauw
de zij hem af--- Maar 't was een stevig,, handig en
eerlijk mengchje. Vader was blij., dat-io zich weer
In hoofdzaak met „de administratie" kon bemoeien,
't Was stil en suf-verdrleti'g in huis, nadat moeder
was heengegaan. En, op zekeren dag kwam Juffrouw
Llze vertellen, dat zij over een halfjaar trouwen ging.
Willem was dolblij toen-Ie 't hoorde; want hij had
't land aan juffrouw Llze, Maar hij zag best, hoe
het vooruitzicht, vader, die nu weer voor alles kwam
te staan, benauwde...
Toen gebeurden er allerlei rare dingen, waarvan
Willem de beteekenis niet of maar half-snapte. Vader
kreeg 'telkens bezoek van een meneer, die Willem
niet kende. En de jongen werd, als vader en de meneer
met elkaar te spréken hadden, uitgestuurd. Dan ging
vader weer uit, en bleef, tegen z'n gewoonte, 'n hee-
len tijd uit. Willem piekerde over 't vreemde.... En
op zékere'h dag had juffrouw Lize tegen hem
dat ie er zeker ook wel van gehoord had, hé?
heele verandering... Zoo'n nieuwe moeder.... Nou-nou,
hij moest maar goede maatjes met 'r blijven.... Zoo'n
stiefmoeder.... Je kunt niet weten, hé? Willem was
nog te jong om iets te beseffen, van wat „dépil" beduidt,
sprekend uit de oogen van een vrouw, die zekere plan
nen heeft moeten opgeven... Willem beefde van schrik...
't Hart hamerde hem met onstuimige slagen... Maar
juffrouw Lize moest het „rnagazïjntje" in... En hij had
trouwens tóch niet' durven vragen..,.
Dat was vier jaar geleden... Toen, op dien middag,
Wi"
vader hem buiten stond op'te wachten. Willem voelde,
dat het geheimzinnige nu zou worden opgelost. „U,
vader!?" vroeg hij, met iets verschrikt-angstigs.
aangenaam is, spoedig te hcoren, wat de Hngelsehg
regeering in betrekking tot zijn, persoon heeft beslo
ten, zoo Is het onderstaande voor hem daartoe die
nend. Het Is niet in overeenstemming met ontze plich
ten tegenover Frankrijk en zijn koning, wanneer aan
generaal Bonaparte middel en gelegenheid geboden,
blijft, opnieuw den vrede van Europa te verstoren.
Daarom is het noodig, -dat zijn persoonlijke vrij
heid, zoover als deze gewichtige omstandigheden dit
vorderen, beperkt wordt. Plet eiland Sint Helena is
dis toekomstig verblijf hem aangewezen. Het klimaat
ia gezond- De omstandigheden daar zaj het mogelijk
maken, dat men hem daar met meer respect en. on
derscheiding behandelt' dan, ergens andere. Onver
mijdelijke voorzorgsmaatregelen welke voor de vei
ligheid vap. zijn persoon noodig zijn blijven natuur
lijk bestaan. Het is generaal Bonaparte toegestaan
onder de officieren, die hem naar Engeland vergezel
den, drie uit te kiezen uitgezonderd de generaal
Lallemand en de hertog van Rovigo daar deze op
de lijst staan wier gevangenneming is geèisclit Ad
miraal Cockburn is tot commandant en chef van de
Kaap de Goede Hoop en de aangrenzende zee be
noemd. Hij zal den generaal Bonaparte en zijn ge
volg naar St. Helena brengen."
Admiraal Keith zweeg. Hij hield den heeren het
schriftuur voor.
Napoleon raakte het niet aan. Hij nam het schrij
ven niet in ontvangst.
Langzaam haalde hij zijn hand tusschen zij,n jas
vandaan en steun.de met beide handen zwaaj- op het
gevest van den degen. „Ik protesteer," zeide hij
plechtig. Ieder woord werd met inspanning uit zijn
keel gewrongen, maar ondank» dat was elke let
tergreep duidelijk te verstaan. „Protest voor God en
de menschen tegen, het mij, aangedaan geweld. Ik
ben uit eigen vrijwillig besluit aan boord van de
Bellerophon gekomen a's gevolg van, een drin
gende ultuoodilging van den, kapitein, d'le mij liet
zeggen, dat hij mij krachtens het besluit zijner re
geer ing zou -opnemen en naar Engeland zou brengen."
„Ik weet niet wat kapitein Malt land heeft gezegd,"
antwoordde de admiraal kalm. „Hij heeft zijn be
paalde Instructies om generaal Bonaparte aan boord
van de Bellerophon op te nemen desnoods met
geweld. Wanneer hij zich In hoffelijke termen van
die opdracht heeft gekweten, don is er niet de min~
uit. Een splinternieuw
ibenen, 'n wandelslok...
tzonder dat vader een
woord zei... Die was verlegen met 't geval... Einde
lijk kwam 't.
„En raad nu eens, Wim", zei vader, waar wij
heen gaan?"
Dc jongen keek (hem sober-gedrukt aan. „Naar de
nieuwe moeder?" vroeg Willem, terwijl tegelijk de tranen
hem in de oogen sprongen.... Hij zag 'daar weer,
dat wenken van moeder, met de bleeke, uil ge teer dn
hand... Dat zoenen door de ihaast-slervcnde lippen...
„Hoe weet- ie dat!?" zei vader, ech(-verschrikt en
verbaasd... „Wie heeft jou dat gezegd?"
„Niemandzed Willem, „ik begrijp 't wel'". En
zij gingen naar het huis, waar „de nieuwe moeder"
woonde, 't Was boven een vrij groole kruideniers
zaak, en beneden was het bedrijf van de weduwe.
Pe meneer, die in den laatsten tijd vader telkens op-
Socht, had dat zaakje klaargespeeld.... Was specialiteit
in dergelijke zeer-discrete regelingen... Natuurlijk schoot
er, als de „affaire" was geslaagd, iets voor meneertje
over.... En hier had hy een prachtig geval. De Wit z'n
zaak was nog wel een duitje waard, vooral wanneer
men 't nu van de hand deed, terwijl een jonge, fris-
sche kracht er nieuw leven in kan bréngen. De Wit
had een stuivertje kapitaal. En nog een niel-onaardig
sommetje te wachten. Een ziel van 'n man... Juist iets
voor de weduwe Hemmers, die hem trainen, d-esseeren
kon voor wat zij in haar zeer-bloeiende zaak noodig
had. 't Meneertje Had allerlei moeilijkheden op meester
lijke wijze uit aen weg geruimd... En gezorgd, dat hij
van vader, zwart op wit, verklaring had voor meneers
finantieele belangen betreft.
Zij zaten te Wachlen, boven, in de Voorkamer,
Willem spande zijn uiterste krachten in om zich goed
te houden. Vader draaide z'n nieuwe handschoenen
zpo gestaag, om z'n vingers, diat er geen vorm meer
aan te bekennen viel....
Plotseling werd een deur opengerukt. l£n binnen
kwam een dikke, zeer bewegelijke dame, met felrondo
wangen en zwarte, stakerige oogen, dikke lippen, goijin-
gel van allerlei kettingen op haar boezem en aan haar
polsen... 't Was een fameus geschitter van goud... En
in dc donkere haren stak een kam met schlttcronlcljb
steencn. En. de robe der dame was van allerlei kleuren...
Prachtig, deftig, met veel zij en dure garnituren....
En zij had zich lekker geparfumeerd, met fijne cau-
de-cologne... Zij stak-vader een hand toe en Wiïlern zag,
hoe dik en blank d'e armen van d'e dame waren, hoe
forsch en gespierd... Dat vaders dunne polsjes er nrm-
zalig bij afstaken. Vader was opgestaan. Rood van
verlegenheid. Deed z'n best, te glimlachen met iets-
joviaals.... Dc dame, vaders verloofde, lachte mot schel,
gorgelend .keelgeluid. Stak vader 'n wang toe. En Wil
lem zag, hoe vader een paar schuchtere pasjes naar
haar toe deed en met de 'dunne, kleurloóze lippen
voorzichtig-respectueus even de haren der dame be
roerde... Weer lachte de weduwe met gorgelenidfcin
spotklank....
lachte de weduwe met gorgelenidicin;
Dat 's nou je (nieuwe moeder", zei vader tegen
Willem met bevende stem. Dc dame keek don jongen
eventjes aan. Stak hem een hand toe... En 't was
Willem te machtig geworden... Hij zag, nu, vóór zich
het witte, smalle gelaat van moeder-zaliger, hem toe
lachend vanuit het bed, dien middag vóór moeders
doad... En 'hij kón. 't niet beletten, dat hij de handen
voor het gezicht moest drukken om de tranen te ver
bergen...
„'t Zal wel wennen"", fluisterde vader schuchter.
En. de dame gorgel-joelde weer.
„Ja, ventje," zei ze, .dat komt terecht, hoor!...
En vertel me nu eens gauw..." Zij lette niet een
op "Willem. Er kwam nog een schraal, opgeschoten
meisje blnnom. met .brutaal gezicht. En ook een Jon
gen van Willem's leeftijd. Zij groetten hem nauwe
lijks. Trokken schamper-minachtende gezichten, te
gen elkaar over dot model van oen stiefbroer, wa,ar
mee ma hen opscheepte.
Willem sloop naar vader toe, en vroeg of hij naar
huis mocht gaan. Arme, schuchtere vader begreep en
vond 't goed... Toen hij van de dame afscheid nam.
lette zij niet eens op de hand, die hij haar gaf...
„Dag Joggle', zed ze en praatte met vader verder
door... Willem ging de trap af de straat op. En
In de oude woning ging hij zitten in de kamer, waar
moeder gestorven was. In z'n eentje in den hoek,
vanwaar hij de zieke had kunnen zien liggen, zat hij
'n heelen tijd te schreien... Overstelpt door groote,
hevige, wanhopige smart...
Hij moest dien tweeden Paaschdag alleen in
't magazijn, waar Willem, als jongste klerkje, sinds
anderhalf Jaar ln betrekking was, blijven. Tot
minstens vijf ure. Dan had hij de deur goed te gren
delen en den sleutel te brengen twee huizen verder
waar de chef-boekhouder woonde. Vader, stief
moeder, Jan en AU waren uit... Naar de bollenvel
den. Vader had z'n best gedaan om moeder over te
halen goed te vinden, dat Willem ook zou meegaan.
Maar 't zou niet gebeuren. Wilrim had, den vori-
gen dag gehoord, hoe Jan tegen, z'n moeder zei: „Als
u maar weet wanneer die burgerknul van een
Willem meegaat, dan blijf Ik thuis. En wat-jij Aal?"
Waarop z'n zuster erbij had gevoegd, dat „ze
zich eenvoudig tot een risee" maakten om „met
dat jog te loopen"... Willem had op 't magazijn
- al gevraagd te mogen ruilen met een kameraad.
Hij zou tweeden Paaschdag wel „de hondewaeht"
hebben, zooals zij 't noemde.
...Jiij zat alleen in het kantoortje van 't voor-
magazijn. Met een boek... Maar hij kon er z'n ge
dachten niet hij houden. Allerlei vreemde, zonder
linge invallen had. hij... Dan, hoorde hij weer Joelen
en schateren, op straat. En er kwam in het gemoed
ste reden om zich over hem te bek-Iagen."
„Men heeft mij ln een val gelokt," voer Napoleon
heftig voort, zonder op de woorden van den admi
raal te letten,. „EngelandS eer Is besmet, zijn vlag
geschandvlekt.
„Dat moet ik afwijzen," zeide de admiraal vast.
„Ik kwam door het ongel pk vervolgd: om ouder
Engelands wetten bescherming te zoeken. Ivoh ik
een krachtiger bewijs mijner hoogachting geven,?
Maar hoe, antwoordde men in Engeland daarop?
Men gaf zich den schijn ajs bood men, mij de hand
- een gastvrij tehuis en stiet mij ln het verderf."
„Wij hebben alleen den plicht de hevelen van
onze regeering op te volgen en uit te voeren," zoo
onderbrak de staatssecretaris de heftige woorden van
den keizer met grocte koelheid. „Verklaringen of
verontschuldigingen doen hier niets ter zake."
Een onaangenaam stilzwijgen volgde er op deze
woorden. Men hoorde zelfs de zware ademhaling
der aanwezigen ln deze drukkende stilte.
„Ik vraag om uw degen!" Admiraal Keith trad
een stap op Napoleon toe. „Ik heb de opdracht ge
neraal Bonaparte en zijn gevolg de wapenen af te
nemen."
„Mijn degen!" Napoleon schreeuwde het uit. Zijn
oogen fonkelden als van een getergd d'ier. „Vrij
willig geef ik die nooit zoolang ik leef."
Bertrand en Gourand stonden plotseling rechts en,
links naast den keizer diich-t aan zijn zijde.
De admiraal zag in drie vastberaden en doods -
bleeke gezichten,,
Hij aarzelde. „Ik wil het op mijn verantwoording
wagen en aan generaal Bonaparte zijn degen, laten,"
zeide hij. „Het gevolg echter moet zijn wapenen,
overleveren. Dat Is mijn besliste edsch."
Napoleon kn;ikte -eivern met het hoofd' ten teeken,
dat hij deze voorwaaridte aahnam-
...Een onaangename opdracht!" zeilde admiraal
Keith zacht tof zijn metgezel toen zij; do smalle
kajuitstrap weer opliepen,. ,»I'k benijd Gojckburn zijn
post op Sint Heleha n|let."
„Ik -ook niet," antwoordde Banjbury laconiek.
De wapeng werden zonder tegenstribbelen! afge
leverd. Slechte aan de trillende neusvleugels en den
korten, stootenden adem en de saamgeknepen lippen
der officieren was het te zien, hoe het daarbinnen bij.
hen was gesteld. Lallemand en, de hertog van Rovigo
van den bijna „achttienjarigen, jongen Iets van wil
den, weerbarstigen zucht om uit den band te sprin
gen... Het verdriet en de vernedering, die hU ge
leden bad, deden hem n,u de vuisten ballen... En
dé tanden opeenklemmen... Dat ellendige wijf en dien
sukkel, dien stumpert van een vader. Hij zou... Maar
Willem dacht opeens a-an z'n portemonnaie, waarin
tachtig cents... Spaarpot had „ma" in bewaring go-
nomen... Toen was er eensklaps iemand aan de deur
van magazijn een bejaarde dame. Zij trachtte de
deur to openen... Willem ging naar voren. Zei, dat
het Magazijn vandaag dicht was. Maar a.ls mevrouw
misschieu een boodschap of order wou achterlaten?
!„Neen." zei oud dametje, „dat is erg vervelend. Ik
had even willen komen betalen... Morgenvroeg gaan
wij weer weg, En 't Is zoo lastig voor de familie.
Willem als hoffelijke bediende trachtte me
vrouw te beduiden, dat hij vandaag eigenlijk geen
betalingen mocht accepteeren... Als mevrouw...
,.Nou-ja," zei oude dame, lichtelijk-knorrig deel
deerend, „dat is zoo erg niet, he?... Geef jij me
maar een voorlooplg bewljsje... Ziedaar... Een voor-
looplg bewijsje... Ik krijg do kwitapittle dan wel mor
gen gestuurd, hé?... Asjeblieft!"
Willem durfde de deftige oude dame niet meer te
genspreken... Schreef het ..voorloopige bewijsje"
Nam het geld In ontvangst. Boog diep voor oude
dame...
Zat weer alleen in het magazijn. Met de ruim
twee en veertig gulden.. Terwijl 't gloeide op z'n
wangen en 't hem naar de keel wrong, als zou-ie
stikken. Om halfvijf kwam Henri zijn kameraad
uit het magazijn hem opzoeken. Zij gingen de
drukke, woelige, jolige straat van tweeden Paasch
dag op... Gingen naar een café. Bestelden borrels,
Henri was een gezellige babbelaar... De alcohol ver
hitte Wim z'n hersens al-meer... Met een braniege-
baar liet hij op zeker moment 't bankje van veertig,
dat hij den volgenden dag moest afdragen op 't ma
gazijn, door den kellner wisselen...
Plotseling zaten er nog ee-11 paar Jongens aan hun
tafeltje... Dien vrijer van de veertig pop op zak,
moesten zij in 't vizier houden... -
Het ,,Aanpeme! Nog een rondje!" was niet van
de lucht...
...Later heeft Willem getracht zich te binnen, te
brengen wat er eigenlijk gebeurd was, dien tweeden
Paaschdag. Hij herinnerde zich nog, hoe ze in een
open rijtuig hadden gezeten... En. ergens waren ge
weest, in een, huis, waar al-maar een, fotograaf schet
terde... En dametjes zaten cr met lonkende oogien
en zwaar-gesschmdnkte, wenkbrauwen... En nog later
hadden zij In een trein, gezeten, waar do hoofdcon-
ducteur hom bijna uitgezet had, zóo ver was-Ie weg.
Zij waren naar Rotterdam geweest... En die volgenden
ochtend was hij wakker geworden op de brits ln een
hok, waar zwaar-bcschonkenen In worden opgebor
gen... En van de veertig-gulden-zoovcel der deftige,
oude dame, had hjj toen, nog precies zes centen'
op zak...
Bevend van schaamte, van angst, van verlegenheid
stond vader, bij WUIem, in het KaDlnet van den offi
cier van Justitie, die de stukken voor zich hud liggen
Inzake de verduistering, ceploegd door den bijna-acht-
tieniarigen knaap, nog vallend onder dc-Kinderwetten....
't Was een sameploop van omstandigheden geweest.
De oude dame was den dag na Paschen toevallig tóch
nog in 't magazijn gekomen, voor dc kwitantie. Zij
was schrikkelijk boos geweest, omdat men o'ntkendc.
dat cr iets ontvangen was... Patroon had loen zelf
dc zaak nagegaan... En de politie was opgescheld toen
't bleek, dat Willem De Wit* verdwenen Was... Recher
cheur had' alle bijzonderheden genoteerd voordal cr iets
te stuiten vlei...
De officier begreep hét tragische geval. Hot diof-
onvcrschillige, verslagene van den jongen... En 't on-
bcholpene, schuchter-zwakkclijke van den vader. Hij
liet Willem naar een belendend vertrek brengen.
En toen sprak de officier lang en ernstig met vader.
Die bevend cn hoofdknikkend luisterde... In alles gelijk-
gaf.,.. Misschien zou de zaak nog kunnen gesust wor
den. Do patroon was al zelf bij den officier geweest.
De schade was vergood... Dat had vader stillotjes ge
daan... Ma had hem gedreigd, dut, als-ie een' cent
vergoedde, hem in den steek te zullen Ialen... Zoo'n
rekel moest zijn gerechte loon hebben, anders verviel
hij van kwaad tot erger...
Jan en Aal jubelden... Héddcn zij 't niet g(
altijd, dat Willem „hun portuur" niet was?.,.
vader beloofde den officier wat deze van hem eischte.
't Moest direct gebeuren... En Z.L.'A. zou nauwkeurig
informeeren... Anders had de zaak toch nog voortgang...
Toen mocht De Wit gaan. Mei zijn iongen.
Zij lictpen regelrecht naar het station. Willem durf-
Maar vad
hem voor. Vertelde, dat hij hem
wegbracht ergens naa,r een kleine stille plaats. Bij
fatsoenltijke. hartelijke menschen, waar hij werk zou
de niet vragen.
ider
iltijke. hartelijl
vinden. Vader zou dan wel verdér komen graten...
Willem weifelde even...
„Vindt zij dat alles dan goed?" vroeg de jongen.
„Wie?" vroeg vader.
„Wel... Wel... Uw vrouw...."
t Was Willem, toen hij dit zei, of vader een ander
mcnsch was geworden, krachtiger. Jikscher, flinker,
„'t Is voor jouw bestwil, jongen zei De Wit, „en
niemand ter wereld zal mij beletten te doen wal daar
voor noodig is..."
„Hoef ik dan niet meer naar huis toe?" vroeg de
jongen.
,Neen, kind" zei vader, en hij strekte de armen
rmr Wim uit...
En in die spoorweg-coupé hebben zij heiden, arme
vader en diefje nog eens 'samen geschreid over hun
gemeenschappelijke, groote smart....
MAITRE CORBEAU.
werden tot gevangenen verklaard. Zij moesten, de
Bellerophon, verlaten opder een eskorte van, Erugel-
schep.
De keizer omhelsde hen, zwijgend. Hij drukte den
hertog van, Rovigo een beurs met. goudstukken in de
hand. „Probeer te ontVluiehten,." fluisterde hij hem toe
De hertog wijde spreken,, maar er drong- slechts
een heesch gesnik ui,t zij,n| kelefl.
De Bellerophon, lkihtte het anker. Tegen ze® uur
ln den morgen kwam het schip in zicht, waarmee
de reis zou worden voortgezet: de Norihumberlond.
Admiraal Cockburn, verscheen met een commissaris
en meldde: „generaal Bonaparte en. zijn, gevolg moe
ten zich inschepen,"
Hij legde djen, keizer zijn, instructies voor. Zonder
een trek van zijn, gelaat te verandereai, las Napoleon
de beslissingen, dat zijn, gezamenlijke effecten gevi
siteerd werden en goud en diamanten moesteh wor
den afgeleverd
Het vermogen werd' niet verbeurd verklaard, al
leen voor hem beheerd, opdaft het niet een middel
tot ontvluchte^ zou kuonpn, worden. Allé brieven, die
voor Napoleon of zijn gevolg bestemd wajren, moest eb
eerst door de handen van den admiTaal gaan. Dat
zelfde moest gebeuren met de brieven door Napoleon,
of zijn gevolg te verzenden. Het gevolg had te ver
klaren dat het Napoleon vrijwillig' naar Sint Helena
volgde en zich aan bovenstaande bejSlissingeni onder
wierp. Generaal BertrapdV graaf Montholon met fa-
milien, baron Gourgand en graaf Las Oases zouden
dat gevolg uitmaken.
Napoleon vouwde het hludl samen. „Wat deze be
palingen betreft is niets over te zeggen. Een kogel
rechtstreeks door het ha,rt ware barmhartiger ge
weest. Genoeg. Ik hem. blereid.'"
Tusschen eein en twee uur vond de overgang naar
de Northumberlapd' Prints. Da keizer bleef op het
dek. I-Iij sprak hieej vriendelijk toet. die officieren.
Het gedrag van de officieren, aan boord der North-
•umberland was minder beleefd) don nan boomdi dier
Bellerophon. Er was Btrenga order gegeven den kelr
zer slechts generaal te noemen en, de hoofdbedek
king niet voor hem af te nemen-
Wordt vervolgd.