P.SLUIS. Rö wordt voorgehouden als het toonbeeldvan orde 'op straat. En bij het pn /enteeren van de voorjaarsmode op een renbaan ergens in het buitenland, werden een panr beroepsmodepopjes, die het allernieuwste de 'ge spleten rok met wat daar bij gehoor!, zoo 'door liet ui bliek ju de maling genomen, geduwd en gestooten. zijverfomfaaid' en gehavend', door liet (votnile van die baan ergens moesten worden opgesloten in hel belang harer eigen veiligheid'. Dat „ergens in het buitenland" was de renbaan van AuseuLI te Parijs en geen enkel modemagazijn stuurt /gin „mannequins" naar de plaats waar liet rapaije bijeenkomt,, doch juist naar liet allerduurste doel van de baan. Immers alleen onder dc chic kunnen klanten verwacht worden. Hier was bet dus do Parijsche chic, de standgc- nooten van meneer en mevrouw Jules Romain, die zich precies aanstelden als... Harderwijker visschers- jongens en meiden! Waarom wij dit nu neerschrijven? Zeker niet om onze 1 andgen ooien voor te spreken, om aan te komen met het pradlje, dat iedereen maar voor zijn eigen deur moet vegen, dat het elders nog erger of even érg is. In het minst niet. Wandaden als die waarover (Je 'heer Romain klaagt .zijn niet ic exeuseeren. Zeker niet met een beroep op elders. Zij behooren gestreng te worden gestraft waar zij ook aan den dag komen en wij zouden de laatste zijn om liet af Ie keuren zoo eeu ferm raak pak slaag dien Harderwijker heldenmoed had beloopd. De heer Romain heeft gemeend liever te moelen^gaan huilen en rapporten te gaan schrijven. Dit is zijn zaak. We hopen dat zijn weg hem tot succes zal voeren. Doch wij vreezen er voor. Want wij Staan hier voor een verschijnsel, dat zich overal op de wereld voordoet. Dc oude Romeinen luidden slechts één woord voor vijand en vreemdeling (hostis, merkwaardig genoeg het- zelfde waarvan ook „hotel" afstamt en het Engelsehc 'host" cu „hostess, gastheer en gastvrouw): Dat is zoo gebleven tgj op den huidigen, (dag- Wat vreemd is,, lijkt ons bijl eerste kennismaking vijandig. Om het even of wij /Harderweker vissched jdan wel Parijsch dandy z'ijn. Dat dit ongewonscht Is, zal ieder toegeven. Alleen do middelen tot verbetering zijn ondeugde lijk. Straf haalt niets pit. Verbittert Rechts en maakt diat m elkep mouwen vreemdeling een vriendje gezien wordt van dien „vont, voor wiens plezier ik ben neboet of 'heb moeten brom men." Als daar wat wraakzucht jjijkomt, zijn op het een zame platteland! de gevolgen "natuurlijk niet ^e over zien. Men moet anders te werk gaan. Preventief, opvoedend. Pogen de menschen t.e leeren begrijpen, dat andere volken andere gewoonten cn andere klceren hebben. Dat het gelijkstellen van vijand e:i vreemdeling geen zin heeft, goed was twee duizend jaar geleden. - Dat het oen moeilijke taak zal zijn daarvan niet één mcixach, doch een bevolking te doordringen, is zeker. Onze oude beschaving is jeitelijk nog zoo heel jong. „.aat metterdaad nog pas in de grondverf. Bovendien een menigte heeft geen beschaving. Mannetje voor man netje van die Harderwijkers wist, dat hij verkeerd deed door die hulplooze vreemdelingen lastig te vallen. Maar als de kwijt. Joelde en schreeuwde hg mee. Precies als... ik en U doen bij een wedstrijd, een vliegvertooning, een intocht of wat dan ook, dat spreekt tot dc menigti UITK Jte! tkjsjk. VOGEL- EN PLUIMVEEVOEDER. Verkrijgbaar Wf JOH. W. GOVERS, Molenstraat piano:? KUNSTSPELenELECTR: PIANO'S, VLEUOELSlsHUMSSS I rjp-KESSELS'KON.FABRIEK. TILBURG 'VRAAGT CATALOGUS - OOK TERM'JNBETAllHG Schetsen uit de Rechtzaal. STIEFMOEDER. ...Dat was nu al vier jaar geleden, maar't stond hem nog zoo helder vóór den geest of het gisteren was gebeurd... Dat veder hem van school kwam ha len... 's Middags om vier uur bulten, stond te wachten Vader had ajtijd iets schuwigs over zich gehad. Iets bedeesdB, waar z'n kennissen om lachten. Moe der zaliger had er gen.oeg tegen gevochten, maar 't baatte niet. Moeder was een, pienter memschje ge weest maan heel goedig. Zij hield van vader echt en trouw. Ze liet 'm soms lachen, over zichzelf... Maar 't hielp bitter weindg. Toen, was moeder gaan sukkelen, en moest vader in huis zelfstandig; optre den. Wat hem bitter slecht afging. Er kwam een huishoudster, die al hjeel spoedig de leidsels ln han den nam. Willem kreeg tranen in de oogden, wanneer ken. Men heeft haar in koude omslagen gewikkeld. Laat nu niet den moed; zinken, mijneheeren. Ka pitein Malt land heeft mij zooèven meegedeeld, da,t admiraal Keith morgen om twaalf uur komt om dien keizer te bezoeken. Tot op dat oogen,ib'ldk is er nog niemendal heslist. Het kunnen ook wel looze geruch ten zijn. Men moet de hoop niet dadelijk verliezen." Gourgand wees naar de zee. Een groot aantal kleine booten omringde de Bellerophon. Boord aan boord lagen d.e twee fregatten. „Dat is onze bege leiding naar Sint Helena," zeide. hij droefgeestig. Gravin Montholon trad dicht op hem toe. Haar losse blonde vlechten woeien in den frkjschen zee wind. Een welige haardoseh bleef aan een uniform- knoop van Gourgan,d hangen. Hij maakte deze voor zichtig los. Een, eigenaardig, gevoelt doortintelde hem, toen hij het zachte mooie haar om zijn vinger wond. ..Dank u u hebt mij in 't geheel geen pijn ge daan." Zij wierp haar lokken terug en lachte. Gonrgand deed diep ademhalend een stap achter uit. Voor den vastgestelden tijd verscheen' admiraal Keith in gezelschap; van den onderstaatssecretaris Banbuïy. Hij liet zich dadelijk bij den keizer aandienen,. Slechts Gourgand als dienstdoend adjudant en graaf Bertrand de hofmaarschalk, wanen tegenwoordig. Aan admiraal Keith, een knappen ouden man met spierwitte haren en hoogst aangename manieren, was het te bemerken hoe pijnlijk hem zijn opdracht wa,s. Zoowel hij als de staatssecretaris spraken; vloeiend Fransch. De keizer begroette beide beieren, Aan d© ernstig^ gelaatstrekken van den grooten keizer was het niet te zien, boe het daar hi»n©n, spookte. ,.U zult zeker wel goed vinden, da,t ik u bet mi'nir- steriëel schrijven voorlees, dat men mij heelt toever trouwd," zoo begon de admiraal. Napoleon boog toestemmend het hoofd.. Zijn eenQ hand lag op den greep van zijn degen,, de andere had hij op zijn borst tusschen zijn jas gestoken- „Daar het den generaal Bonaparte..." Napoleon hief het hoofd op. Een hoonend lachje speelde er om zijn lippen, Keith hoestte oven en Sbsg voort: „wellicht hU terugdacht aan de smart, waarmee arme moeder haar toenemende machteloosheid verdroeg... De in komsten waren krapjes... De zaak floreerde maar heel matig. Het leesbibllotheekje ging elke week achteruit... Moeder had' er slag van om de menschen te trekken. Zelfs als zij; doodmoe was van den heej- len, dag sjouwen en, sloven,, dan, knoopte zij, nog praatjes aan over a,lleiiei dingen, die de klantjes ter harte gingen... Ga,f zij' verstandiigeai raad aan vrijstertj.es, die met ka,re „galanten'" haddien. gekib beld. En, diende ze van advies In, nnngelegenhedem van echtelijk gekrakeel, en zoo... Juffrouw De Wit wa^ de vertrouwelinge van d'e heele buurt En todn zij op zekeren dag niet in 't magajzijntje, waaraan leesbibliotheek verknocht present was, vormde diat een onderwerp van discours. Met vader konden zij niet opschieten de klanten. Die had zich totdus- vor eigenlijk alleen met dei administratie, en, zoo be moeid. Hij wist de zaakjes niet vlug te vinden. Wan neer za met De Wit praatjes aanknoopten, dan keek hij met verschrikte, met-begrijpende oogen; bang dat hij zou moeten antwoorden,. Hij glimlachte dan maar of trachtte zich met een „Ja. precies zoo!" of „zegt u dat wel, juffrouw 1" de menschen, van het lijf te houden. Met uiterste krachtsinspanning had moeder getracht toch nog in den winkel te blJjvejn. Ze was vermagerd en de kwaal, die haar plotseling had aangegrepen, vernielde het vroeger zoo stevige vrouwtje... De scheurende kuch belette haar te spreken. En toen zij op een bijzondgr-drukken dag de winkel zou twee dagen gesloten blijven let terlijk geworsteld had tegen de zwakte, de duize lingen, de pijn in horststreek en lendenen, die haar overmanden, moest vader haar naar achteren dragen. Moeder was in zwijm gevallen en het bloed gutste, golfde uit haar mond... Toen had 't nog een week of wat geduurd. In den winkel werd zachtjes ge sproken, want de slaapkamer was vlajc-bij... Willem sloop, als-ie uit school kwam. op kousenvoeten moe ders kamer binnen en ging dan, in een hoekje zit ten bijtend op een punt van z'n zakdoek om moe der niet to laten, merken, dait-ie zoo'n verdriet had. En hij bleef zitten, in z'n hoekje, van,waar hij moeder kon zien liggen,. Als de zon op haar gezicht scheen, dan teekemjdie zich dit af op het wit van de kussens, als iets heel smals en van gelige kleur. Moeder i niet meer te herkennen. Dokter had verboden dat zij spreken zou.., Ze moest absoluut zwijgen- „Zorg daarvoor, de Wit", had hij tegen vader ge zegd, „want ik waarschuw je als er weer bloed komt, dan loopt 't af--- Zij is totaal uitgeput! Toch had moeder hem eens gewenkt. Met haar hand gewezen, dat Willem bij haar bed zou komen zitten. De jongen had gehoorzaamd. En toen had moeder iets geflusterd, vlak bij z'n oor. En tus schen haar broodmagere, smalle, klamme handen z'n hoofd gevat en hem gezoend, onstuimig, terwijl de tranen moeder over de wangen, stroomden,En toen zijn wang tegen haar wang gedrukt. Eïn hem zdo vastgehouden, wel vijf minuten lang. Van wat moeder fluisterde begreep Willem niets maar hij deed alsof-ie 't verstond, knikte maar en barstte toon ook uit in zoo'n radelooze smart, dat moeder hem nog troosten.moest; weee naar het glas water, dat bij 't bed stond... Hem ovor de wang streek en trachtte te glimlachen om Willem le kalmeeren, een lach te brengen op het witte strakke, uitge teerde gelaat... Dien nacht, tegen dirie uur, kwam vader hem wek ken. Toen Willem vader bij z'n bed zag sta.an, be greep hij natuurlijk... En vloog naar beemden... Maar vlak bij moeders bed greep vader den Jongen en knelde hem in, z'n armen. Toen hebben zij samen geschreid bij de doode. Willem gevoelde, dat arme, verlegen, bedeesde vader hevige smartepijn leed- En door z'n eigen verdriet heen had de jongen nog medelijden met armen- troosteloozen vader... Dat alles bleef Willem vóór don geest staan tot In de kleinste en fijnste bijzonderheden- Na moeders dood was de huishoudster baas geweest... Juffrouw Lize bedisselde alles. Vinder ontweek haar zooveel mogelijk. Als Willem baar in den weg Mep, snauw de zij hem af--- Maar 't was een stevig,, handig en eerlijk mengchje. Vader was blij., dat-io zich weer In hoofdzaak met „de administratie" kon bemoeien, 't Was stil en suf-verdrleti'g in huis, nadat moeder was heengegaan. En, op zekeren dag kwam Juffrouw Llze vertellen, dat zij over een halfjaar trouwen ging. Willem was dolblij toen-Ie 't hoorde; want hij had 't land aan juffrouw Llze, Maar hij zag best, hoe het vooruitzicht, vader, die nu weer voor alles kwam te staan, benauwde... Toen gebeurden er allerlei rare dingen, waarvan Willem de beteekenis niet of maar half-snapte. Vader kreeg 'telkens bezoek van een meneer, die Willem niet kende. En de jongen werd, als vader en de meneer met elkaar te spréken hadden, uitgestuurd. Dan ging vader weer uit, en bleef, tegen z'n gewoonte, 'n hee- len tijd uit. Willem piekerde over 't vreemde.... En op zékere'h dag had juffrouw Lize tegen hem dat ie er zeker ook wel van gehoord had, hé? heele verandering... Zoo'n nieuwe moeder.... Nou-nou, hij moest maar goede maatjes met 'r blijven.... Zoo'n stiefmoeder.... Je kunt niet weten, hé? Willem was nog te jong om iets te beseffen, van wat „dépil" beduidt, sprekend uit de oogen van een vrouw, die zekere plan nen heeft moeten opgeven... Willem beefde van schrik... 't Hart hamerde hem met onstuimige slagen... Maar juffrouw Lize moest het „rnagazïjntje" in... En hij had trouwens tóch niet' durven vragen..,. Dat was vier jaar geleden... Toen, op dien middag, Wi" vader hem buiten stond op'te wachten. Willem voelde, dat het geheimzinnige nu zou worden opgelost. „U, vader!?" vroeg hij, met iets verschrikt-angstigs. aangenaam is, spoedig te hcoren, wat de Hngelsehg regeering in betrekking tot zijn, persoon heeft beslo ten, zoo Is het onderstaande voor hem daartoe die nend. Het Is niet in overeenstemming met ontze plich ten tegenover Frankrijk en zijn koning, wanneer aan generaal Bonaparte middel en gelegenheid geboden, blijft, opnieuw den vrede van Europa te verstoren. Daarom is het noodig, -dat zijn persoonlijke vrij heid, zoover als deze gewichtige omstandigheden dit vorderen, beperkt wordt. Plet eiland Sint Helena is dis toekomstig verblijf hem aangewezen. Het klimaat ia gezond- De omstandigheden daar zaj het mogelijk maken, dat men hem daar met meer respect en. on derscheiding behandelt' dan, ergens andere. Onver mijdelijke voorzorgsmaatregelen welke voor de vei ligheid vap. zijn persoon noodig zijn blijven natuur lijk bestaan. Het is generaal Bonaparte toegestaan onder de officieren, die hem naar Engeland vergezel den, drie uit te kiezen uitgezonderd de generaal Lallemand en de hertog van Rovigo daar deze op de lijst staan wier gevangenneming is geèisclit Ad miraal Cockburn is tot commandant en chef van de Kaap de Goede Hoop en de aangrenzende zee be noemd. Hij zal den generaal Bonaparte en zijn ge volg naar St. Helena brengen." Admiraal Keith zweeg. Hij hield den heeren het schriftuur voor. Napoleon raakte het niet aan. Hij nam het schrij ven niet in ontvangst. Langzaam haalde hij zijn hand tusschen zij,n jas vandaan en steun.de met beide handen zwaaj- op het gevest van den degen. „Ik protesteer," zeide hij plechtig. Ieder woord werd met inspanning uit zijn keel gewrongen, maar ondank» dat was elke let tergreep duidelijk te verstaan. „Protest voor God en de menschen tegen, het mij, aangedaan geweld. Ik ben uit eigen vrijwillig besluit aan boord van de Bellerophon gekomen a's gevolg van, een drin gende ultuoodilging van den, kapitein, d'le mij liet zeggen, dat hij mij krachtens het besluit zijner re geer ing zou -opnemen en naar Engeland zou brengen." „Ik weet niet wat kapitein Malt land heeft gezegd," antwoordde de admiraal kalm. „Hij heeft zijn be paalde Instructies om generaal Bonaparte aan boord van de Bellerophon op te nemen desnoods met geweld. Wanneer hij zich In hoffelijke termen van die opdracht heeft gekweten, don is er niet de min~ uit. Een splinternieuw ibenen, 'n wandelslok... tzonder dat vader een woord zei... Die was verlegen met 't geval... Einde lijk kwam 't. „En raad nu eens, Wim", zei vader, waar wij heen gaan?" Dc jongen keek (hem sober-gedrukt aan. „Naar de nieuwe moeder?" vroeg Willem, terwijl tegelijk de tranen hem in de oogen sprongen.... Hij zag 'daar weer, dat wenken van moeder, met de bleeke, uil ge teer dn hand... Dat zoenen door de ihaast-slervcnde lippen... „Hoe weet- ie dat!?" zei vader, ech(-verschrikt en verbaasd... „Wie heeft jou dat gezegd?" „Niemandzed Willem, „ik begrijp 't wel'". En zij gingen naar het huis, waar „de nieuwe moeder" woonde, 't Was boven een vrij groole kruideniers zaak, en beneden was het bedrijf van de weduwe. Pe meneer, die in den laatsten tijd vader telkens op- Socht, had dat zaakje klaargespeeld.... Was specialiteit in dergelijke zeer-discrete regelingen... Natuurlijk schoot er, als de „affaire" was geslaagd, iets voor meneertje over.... En hier had hy een prachtig geval. De Wit z'n zaak was nog wel een duitje waard, vooral wanneer men 't nu van de hand deed, terwijl een jonge, fris- sche kracht er nieuw leven in kan bréngen. De Wit had een stuivertje kapitaal. En nog een niel-onaardig sommetje te wachten. Een ziel van 'n man... Juist iets voor de weduwe Hemmers, die hem trainen, d-esseeren kon voor wat zij in haar zeer-bloeiende zaak noodig had. 't Meneertje Had allerlei moeilijkheden op meester lijke wijze uit aen weg geruimd... En gezorgd, dat hij van vader, zwart op wit, verklaring had voor meneers finantieele belangen betreft. Zij zaten te Wachlen, boven, in de Voorkamer, Willem spande zijn uiterste krachten in om zich goed te houden. Vader draaide z'n nieuwe handschoenen zpo gestaag, om z'n vingers, diat er geen vorm meer aan te bekennen viel.... Plotseling werd een deur opengerukt. l£n binnen kwam een dikke, zeer bewegelijke dame, met felrondo wangen en zwarte, stakerige oogen, dikke lippen, goijin- gel van allerlei kettingen op haar boezem en aan haar polsen... 't Was een fameus geschitter van goud... En in dc donkere haren stak een kam met schlttcronlcljb steencn. En. de robe der dame was van allerlei kleuren... Prachtig, deftig, met veel zij en dure garnituren.... En zij had zich lekker geparfumeerd, met fijne cau- de-cologne... Zij stak-vader een hand toe en Wiïlern zag, hoe dik en blank d'e armen van d'e dame waren, hoe forsch en gespierd... Dat vaders dunne polsjes er nrm- zalig bij afstaken. Vader was opgestaan. Rood van verlegenheid. Deed z'n best, te glimlachen met iets- joviaals.... Dc dame, vaders verloofde, lachte mot schel, gorgelend .keelgeluid. Stak vader 'n wang toe. En Wil lem zag, hoe vader een paar schuchtere pasjes naar haar toe deed en met de 'dunne, kleurloóze lippen voorzichtig-respectueus even de haren der dame be roerde... Weer lachte de weduwe met gorgelenidfcin spotklank.... lachte de weduwe met gorgelenidicin; Dat 's nou je (nieuwe moeder", zei vader tegen Willem met bevende stem. Dc dame keek don jongen eventjes aan. Stak hem een hand toe... En 't was Willem te machtig geworden... Hij zag, nu, vóór zich het witte, smalle gelaat van moeder-zaliger, hem toe lachend vanuit het bed, dien middag vóór moeders doad... En 'hij kón. 't niet beletten, dat hij de handen voor het gezicht moest drukken om de tranen te ver bergen... „'t Zal wel wennen"", fluisterde vader schuchter. En. de dame gorgel-joelde weer. „Ja, ventje," zei ze, .dat komt terecht, hoor!... En vertel me nu eens gauw..." Zij lette niet een op "Willem. Er kwam nog een schraal, opgeschoten meisje blnnom. met .brutaal gezicht. En ook een Jon gen van Willem's leeftijd. Zij groetten hem nauwe lijks. Trokken schamper-minachtende gezichten, te gen elkaar over dot model van oen stiefbroer, wa,ar mee ma hen opscheepte. Willem sloop naar vader toe, en vroeg of hij naar huis mocht gaan. Arme, schuchtere vader begreep en vond 't goed... Toen hij van de dame afscheid nam. lette zij niet eens op de hand, die hij haar gaf... „Dag Joggle', zed ze en praatte met vader verder door... Willem ging de trap af de straat op. En In de oude woning ging hij zitten in de kamer, waar moeder gestorven was. In z'n eentje in den hoek, vanwaar hij de zieke had kunnen zien liggen, zat hij 'n heelen tijd te schreien... Overstelpt door groote, hevige, wanhopige smart... Hij moest dien tweeden Paaschdag alleen in 't magazijn, waar Willem, als jongste klerkje, sinds anderhalf Jaar ln betrekking was, blijven. Tot minstens vijf ure. Dan had hij de deur goed te gren delen en den sleutel te brengen twee huizen verder waar de chef-boekhouder woonde. Vader, stief moeder, Jan en AU waren uit... Naar de bollenvel den. Vader had z'n best gedaan om moeder over te halen goed te vinden, dat Willem ook zou meegaan. Maar 't zou niet gebeuren. Wilrim had, den vori- gen dag gehoord, hoe Jan tegen, z'n moeder zei: „Als u maar weet wanneer die burgerknul van een Willem meegaat, dan blijf Ik thuis. En wat-jij Aal?" Waarop z'n zuster erbij had gevoegd, dat „ze zich eenvoudig tot een risee" maakten om „met dat jog te loopen"... Willem had op 't magazijn - al gevraagd te mogen ruilen met een kameraad. Hij zou tweeden Paaschdag wel „de hondewaeht" hebben, zooals zij 't noemde. ...Jiij zat alleen in het kantoortje van 't voor- magazijn. Met een boek... Maar hij kon er z'n ge dachten niet hij houden. Allerlei vreemde, zonder linge invallen had. hij... Dan, hoorde hij weer Joelen en schateren, op straat. En er kwam in het gemoed ste reden om zich over hem te bek-Iagen." „Men heeft mij ln een val gelokt," voer Napoleon heftig voort, zonder op de woorden van den admi raal te letten,. „EngelandS eer Is besmet, zijn vlag geschandvlekt. „Dat moet ik afwijzen," zeide de admiraal vast. „Ik kwam door het ongel pk vervolgd: om ouder Engelands wetten bescherming te zoeken. Ivoh ik een krachtiger bewijs mijner hoogachting geven,? Maar hoe, antwoordde men in Engeland daarop? Men gaf zich den schijn ajs bood men, mij de hand - een gastvrij tehuis en stiet mij ln het verderf." „Wij hebben alleen den plicht de hevelen van onze regeering op te volgen en uit te voeren," zoo onderbrak de staatssecretaris de heftige woorden van den keizer met grocte koelheid. „Verklaringen of verontschuldigingen doen hier niets ter zake." Een onaangenaam stilzwijgen volgde er op deze woorden. Men hoorde zelfs de zware ademhaling der aanwezigen ln deze drukkende stilte. „Ik vraag om uw degen!" Admiraal Keith trad een stap op Napoleon toe. „Ik heb de opdracht ge neraal Bonaparte en zijn gevolg de wapenen af te nemen." „Mijn degen!" Napoleon schreeuwde het uit. Zijn oogen fonkelden als van een getergd d'ier. „Vrij willig geef ik die nooit zoolang ik leef." Bertrand en Gourand stonden plotseling rechts en, links naast den keizer diich-t aan zijn zijde. De admiraal zag in drie vastberaden en doods - bleeke gezichten,, Hij aarzelde. „Ik wil het op mijn verantwoording wagen en aan generaal Bonaparte zijn degen, laten," zeide hij. „Het gevolg echter moet zijn wapenen, overleveren. Dat Is mijn besliste edsch." Napoleon kn;ikte -eivern met het hoofd' ten teeken, dat hij deze voorwaaridte aahnam- ...Een onaangename opdracht!" zeilde admiraal Keith zacht tof zijn metgezel toen zij; do smalle kajuitstrap weer opliepen,. ,»I'k benijd Gojckburn zijn post op Sint Heleha n|let." „Ik -ook niet," antwoordde Banjbury laconiek. De wapeng werden zonder tegenstribbelen! afge leverd. Slechte aan de trillende neusvleugels en den korten, stootenden adem en de saamgeknepen lippen der officieren was het te zien, hoe het daarbinnen bij. hen was gesteld. Lallemand en, de hertog van Rovigo van den bijna „achttienjarigen, jongen Iets van wil den, weerbarstigen zucht om uit den band te sprin gen... Het verdriet en de vernedering, die hU ge leden bad, deden hem n,u de vuisten ballen... En dé tanden opeenklemmen... Dat ellendige wijf en dien sukkel, dien stumpert van een vader. Hij zou... Maar Willem dacht opeens a-an z'n portemonnaie, waarin tachtig cents... Spaarpot had „ma" in bewaring go- nomen... Toen was er eensklaps iemand aan de deur van magazijn een bejaarde dame. Zij trachtte de deur to openen... Willem ging naar voren. Zei, dat het Magazijn vandaag dicht was. Maar a.ls mevrouw misschieu een boodschap of order wou achterlaten? !„Neen." zei oud dametje, „dat is erg vervelend. Ik had even willen komen betalen... Morgenvroeg gaan wij weer weg, En 't Is zoo lastig voor de familie. Willem als hoffelijke bediende trachtte me vrouw te beduiden, dat hij vandaag eigenlijk geen betalingen mocht accepteeren... Als mevrouw... ,.Nou-ja," zei oude dame, lichtelijk-knorrig deel deerend, „dat is zoo erg niet, he?... Geef jij me maar een voorlooplg bewljsje... Ziedaar... Een voor- looplg bewijsje... Ik krijg do kwitapittle dan wel mor gen gestuurd, hé?... Asjeblieft!" Willem durfde de deftige oude dame niet meer te genspreken... Schreef het ..voorloopige bewijsje" Nam het geld In ontvangst. Boog diep voor oude dame... Zat weer alleen in het magazijn. Met de ruim twee en veertig gulden.. Terwijl 't gloeide op z'n wangen en 't hem naar de keel wrong, als zou-ie stikken. Om halfvijf kwam Henri zijn kameraad uit het magazijn hem opzoeken. Zij gingen de drukke, woelige, jolige straat van tweeden Paasch dag op... Gingen naar een café. Bestelden borrels, Henri was een gezellige babbelaar... De alcohol ver hitte Wim z'n hersens al-meer... Met een braniege- baar liet hij op zeker moment 't bankje van veertig, dat hij den volgenden dag moest afdragen op 't ma gazijn, door den kellner wisselen... Plotseling zaten er nog ee-11 paar Jongens aan hun tafeltje... Dien vrijer van de veertig pop op zak, moesten zij in 't vizier houden... - Het ,,Aanpeme! Nog een rondje!" was niet van de lucht... ...Later heeft Willem getracht zich te binnen, te brengen wat er eigenlijk gebeurd was, dien tweeden Paaschdag. Hij herinnerde zich nog, hoe ze in een open rijtuig hadden gezeten... En. ergens waren ge weest, in een, huis, waar al-maar een, fotograaf schet terde... En dametjes zaten cr met lonkende oogien en zwaar-gesschmdnkte, wenkbrauwen... En nog later hadden zij In een trein, gezeten, waar do hoofdcon- ducteur hom bijna uitgezet had, zóo ver was-Ie weg. Zij waren naar Rotterdam geweest... En die volgenden ochtend was hij wakker geworden op de brits ln een hok, waar zwaar-bcschonkenen In worden opgebor gen... En van de veertig-gulden-zoovcel der deftige, oude dame, had hjj toen, nog precies zes centen' op zak... Bevend van schaamte, van angst, van verlegenheid stond vader, bij WUIem, in het KaDlnet van den offi cier van Justitie, die de stukken voor zich hud liggen Inzake de verduistering, ceploegd door den bijna-acht- tieniarigen knaap, nog vallend onder dc-Kinderwetten.... 't Was een sameploop van omstandigheden geweest. De oude dame was den dag na Paschen toevallig tóch nog in 't magazijn gekomen, voor dc kwitantie. Zij was schrikkelijk boos geweest, omdat men o'ntkendc. dat cr iets ontvangen was... Patroon had loen zelf dc zaak nagegaan... En de politie was opgescheld toen 't bleek, dat Willem De Wit* verdwenen Was... Recher cheur had' alle bijzonderheden genoteerd voordal cr iets te stuiten vlei... De officier begreep hét tragische geval. Hot diof- onvcrschillige, verslagene van den jongen... En 't on- bcholpene, schuchter-zwakkclijke van den vader. Hij liet Willem naar een belendend vertrek brengen. En toen sprak de officier lang en ernstig met vader. Die bevend cn hoofdknikkend luisterde... In alles gelijk- gaf.,.. Misschien zou de zaak nog kunnen gesust wor den. Do patroon was al zelf bij den officier geweest. De schade was vergood... Dat had vader stillotjes ge daan... Ma had hem gedreigd, dut, als-ie een' cent vergoedde, hem in den steek te zullen Ialen... Zoo'n rekel moest zijn gerechte loon hebben, anders verviel hij van kwaad tot erger... Jan en Aal jubelden... Héddcn zij 't niet g( altijd, dat Willem „hun portuur" niet was?.,. vader beloofde den officier wat deze van hem eischte. 't Moest direct gebeuren... En Z.L.'A. zou nauwkeurig informeeren... Anders had de zaak toch nog voortgang... Toen mocht De Wit gaan. Mei zijn iongen. Zij lictpen regelrecht naar het station. Willem durf- Maar vad hem voor. Vertelde, dat hij hem wegbracht ergens naa,r een kleine stille plaats. Bij fatsoenltijke. hartelijke menschen, waar hij werk zou de niet vragen. ider iltijke. hartelijl vinden. Vader zou dan wel verdér komen graten... Willem weifelde even... „Vindt zij dat alles dan goed?" vroeg de jongen. „Wie?" vroeg vader. „Wel... Wel... Uw vrouw...." t Was Willem, toen hij dit zei, of vader een ander mcnsch was geworden, krachtiger. Jikscher, flinker, „'t Is voor jouw bestwil, jongen zei De Wit, „en niemand ter wereld zal mij beletten te doen wal daar voor noodig is..." „Hoef ik dan niet meer naar huis toe?" vroeg de jongen. ,Neen, kind" zei vader, en hij strekte de armen rmr Wim uit... En in die spoorweg-coupé hebben zij heiden, arme vader en diefje nog eens 'samen geschreid over hun gemeenschappelijke, groote smart.... MAITRE CORBEAU. werden tot gevangenen verklaard. Zij moesten, de Bellerophon, verlaten opder een eskorte van, Erugel- schep. De keizer omhelsde hen, zwijgend. Hij drukte den hertog van, Rovigo een beurs met. goudstukken in de hand. „Probeer te ontVluiehten,." fluisterde hij hem toe De hertog wijde spreken,, maar er drong- slechts een heesch gesnik ui,t zij,n| kelefl. De Bellerophon, lkihtte het anker. Tegen ze® uur ln den morgen kwam het schip in zicht, waarmee de reis zou worden voortgezet: de Norihumberlond. Admiraal Cockburn, verscheen met een commissaris en meldde: „generaal Bonaparte en. zijn, gevolg moe ten zich inschepen," Hij legde djen, keizer zijn, instructies voor. Zonder een trek van zijn, gelaat te verandereai, las Napoleon de beslissingen, dat zijn, gezamenlijke effecten gevi siteerd werden en goud en diamanten moesteh wor den afgeleverd Het vermogen werd' niet verbeurd verklaard, al leen voor hem beheerd, opdaft het niet een middel tot ontvluchte^ zou kuonpn, worden. Allé brieven, die voor Napoleon of zijn gevolg bestemd wajren, moest eb eerst door de handen van den admiTaal gaan. Dat zelfde moest gebeuren met de brieven door Napoleon, of zijn gevolg te verzenden. Het gevolg had te ver klaren dat het Napoleon vrijwillig' naar Sint Helena volgde en zich aan bovenstaande bejSlissingeni onder wierp. Generaal BertrapdV graaf Montholon met fa- milien, baron Gourgand en graaf Las Oases zouden dat gevolg uitmaken. Napoleon vouwde het hludl samen. „Wat deze be palingen betreft is niets over te zeggen. Een kogel rechtstreeks door het ha,rt ware barmhartiger ge weest. Genoeg. Ik hem. blereid.'" Tusschen eein en twee uur vond de overgang naar de Northumberlapd' Prints. Da keizer bleef op het dek. I-Iij sprak hieej vriendelijk toet. die officieren. Het gedrag van de officieren, aan boord der North- •umberland was minder beleefd) don nan boomdi dier Bellerophon. Er was Btrenga order gegeven den kelr zer slechts generaal te noemen en, de hoofdbedek king niet voor hem af te nemen- Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 6