Jac. Met Dam-Rubriek. n n Ik kom al. Reclames. Is het een nierziekte? samen p*r HA. f 1810 en van den kunetmest f 1128, do geldswaarde van de opbrengsten op het stalmest- përceal samen t 2186 en van het kunstmestpereeel f 2569. Op een bouwlandproefveld, eveneens op Terschel ling, reede gedurende 16 Jaren aangehouden, was In dien tijd het geldelijk voordeel door1 uitsluitend kunst mest t 785 per HA. hooger dan door gewone bemes ting. Ben 6 Jaar lang voortgezette bemesting met uit sluitend kunstmes* op bouwland te Veenhulze®, die tot 1911 bijna gelijke resultaten opleverde als bemes ting met stalmest, ler-turfstroolsel' e.d., gaf In 1912 een meerdere winst van f 60 per HA. en In 1918, hoewel de opbrengsten gelijk waren, van f 40 ten voordeele van den kunstmest. Over 6 Jaren was kunstmest f 102 per HA,, voordeeliger. Ben andere aldaar eveneens over 6 Jaren loopeinde dergelijke proef op bouwland gaf ln dien. tijd een voordeel van kunstmest boven stalmest van f 641 per HA. In het verslag staan meer dergelijke proeven, ech ter voor een groot deel nog maar over een korter termtin loopende. In vorige verslagen echter stonden meer proeven over een groot getal Jaren loopende, waarvan de uitkomsten overeenstemden met bove®- Geruat mag de stelling dus verkondigd worden: Be mesting met uitsluitend kunstmest, mits oordeelkun dig uitgevoerd, ls heel goed vod te houden. Het land gaat er niet door achter- maar vooruit, terwijl met kunstmest men vaak met minder bemeetittgskoste®, hoogero opbrengsten vecrkrijigt. UIT EEN SNELLERTJE. 2.Wart i Wb Stand zwairt, 14 BcntfYeo oj>i 7% 8 *12, tot 19, 21. 23. 24 en 28.- Staaa wit 14 achjfvea pp.. 25, 27„ ?fP 32. 33, 35 37 toi 41, 43. >4 w)n 4G. Wli wö» Aiala set w kon den volgenden damiaet "wil 57—31, rwart 26.37, wttM—29, rwltrt 24:31, wil 3bód, zwprt 37 «28, w4t 33:2. Wii nam dezen duren damnet wJJseUJk" niet, want bovendien zou de dam op 2 zeer slecht slaan. iWIt die deze verwikkeling zoo bekwaam had doorzien, 'speel de nu t C 1. WH: 40—84? Eten noodlottig antwoord, want zijn tegenstander ant woordde bekwaam als yolgt t 1. 2. WH: 28 I 17. Stand zwart, 4 schijven op12, 15. .16 en 24 en dam op 21» Stand wit, 3 schijven op: 33, 34 en 46 en dam op 37. Wit heeft den dam nu wel verlost, ten koste echter van materiaal en stand. Het eindspel dat zwart nu gaat winnen ls zeer interessant. 15. Zwart: 21—49. 16. Wit37—14. 12—17. 17. 33—28. Op 143 volgt zwart 4935,/wit 326, zwairt 16—21. wit 26 30, .zwart 3547 en wfnt. 18. Zwart: 49—27. 19. Wit: 46—11. 17—21. 20. 14—25. 21—26. 21. J 41—37. Verlokt tot een foutzet, die wit remise zou bezorgen. 21. Zwart: 27—13. Op 2732 heeft Wit remise wegens 3731; zwart 3245. wit 25—20, zwart 2637. wit 2026. 22. Wit37—32. Zwart13— 8. 23. 32—27? 8— 3f Nu moet wit een stuk offeren om tien dam plet te verliezen, die hij zoo even naar V had moeten spelen. 24. Wit: 34—30. Zwart: 24 35. 25. 25—34. Wit heeft nu 2 stukken minder, terwijl de~ schijven 32 en 28 niet gunstig staan. Zwart staat uitstekend. Zwart: 39. 26—31. 9:27. 25. 26. Wit: 28—22. 27. 27—36. 28. 34—12. Wil zwart aan belde zijden beletten een dam te halen. 8. 4. 5. 8. 7. 10. J l 24. 35 24. 82 I 23. 17—11. 11 I 2. 87 i 28. 25 i 84. 28—23. Zwarti 17—22i 24—29. 19 30. 23—28. 18 49. 21 I 82. 14—19. 19 i 80. *4 26—31'. Wü den dam die daar zeer slecht staat, bevrijden. 10. Zwart: SL36. 11Wit i 41 —37, gedw. Zwart36—41 12. Heeft niets beters. 12. Zwart r 49 21. 13. Wit: 89—33. 41:32. 14. 23—19. 13 24. 15. 2 I 87. Stand aai dtetn 15en zet van wit. Zraat onze kleine villa. Clatre fs andere steeds mijn trouwe gezellin pp de wandelingen. De stijve koningsgezinde van vroeger zult u niet meer ln haar terugvinden." „De ideeën zaten anders vast genoog. „Ja, maar de dood van Ney heeft op Clatre een, geweldigen Indruk gemaakt Sedert het oogejnbltk dat mcas dl^ö map, heeft kunnen, dioodlschleten, twljifalde edj aan de hooghartigheid harer partij genootem, en ook aan de rechtvaardigheid' en goedheid van den koning. Sed8rt die lleveUngBneef dies ko®l®gs, de hev» tos van Sorry door den fanatieke® moordenaar lou- vel doodgestoken Ib, ls Bodewijk XVIII geheel een gebroken, man.'" „Liet de vermoorde hertog een zoom, achter?" „Vier maande® na rij® doood wend de kleine her tog van Bourbon gehore®." „Om den troon van Frankrijk zal nog menjlge strijd ontbranden. Maar Ik geef de hoop niet op, om de dy nastie des keizers nog eenmaal aan het betwind te zien," riep Gourgand vurig. „Ie dat da eeojge hoop, dile u nog heeft?" vroeg graaf Roederer zacht „Al mij® andere hoop heb Uk reed» lans begraven-" „Anne Cla<lre," zeide graaf Roederer' treurig. Gourgand greep hem heftig bijl den arm. „Versta mij niet verkeerd, ik heb Cladre lief. Kon Ik haar al wa» het een bescheiden lot aam mijn zijde aanbieden, Ik zou nog ln djit uur voor haar staan. Maar Ik bem dood-arm armer dan menigeen, die een gescheur de Jas of broek draagt Ik ben een keizerlijk Franpch generaal sonde- éen enkele® cent pensioen. Ik heb la v°Ie veldslagen, mijn leven1 gewaagd. Da veldslagen die den roem van Frankrijk door de' wereld droegen werd ook mijn naam genoemdDie tijden zijn voortij. Het tegenwoordige Frankrijk wil daar niets ron wete®" 28. Zwart27—22. 29. Wit: 12— 1. Moet .zwart nu wel laten passeer en. 29. Zwart: 16—21. 30. Wit: 1—29. 22—271 31. 29— 7. 21—26. 32. 7—29. Blijft nu nog wel op de lijiu I tot 45, tfcfchj \vordt weldra verdreven, waarna zwairt een tweeden ffam kan halen en wint. 32. Zwart2713. 33. Wit i 29—23. 15—20. 34. 23—29. 20—25. 35. 29—34. 13—27. 36. n 34— 7. 25—30. 87. 3 7-11, Moet nu wel van de lijn wegens 3540 en 3034. Op 716 zwart "27—49 en Wit ls verloren. Op 16—11 of 18—17 volgt 26—31 en op 16—2 volgt 35—401 37. Zwart: 30—34. 38. Wit: 11—16? Bespoedigt het einde. Koewei toch' verloren. 38. Zwart t 27—49. - - Wit gaf iQip.. want 16II oT 167 kfon niet wegens 2631 en 4912 en op 162 hhait zwart nog een dam en wint. Br was eens een majoor va® de infanterie. "Dat wil zeggen: geen echte majoor, die bij de exercities op een ouden, bruinen knol kon zitten en, het batal jon kommandeeren maar ee® kapitein, die bij zijn eervol ontslag den majoorsrang gekregen had. Hij had zijn pensioen, ee® klei® landgoedje, een uiterst welgebouwde en deugdelijke majoors vrouw, e® een, half dozijn allerliefste, welopgevoede kinderen. Juf frouw Alma, de oudste, ls nu negentien Jaar, en lijdt aan bleekzucht. Om gezond te worden, moet zij eene badkuur doe®, heeft de dokter gezegd. Maar do familie B®nfelt zoo heette de majoor placht altoos als Mijtte® aan, elkaar te zitten en zag erg op tegen schölding. Om nu een van, de kltar deren voor vier of vijf weken heel allee® naar het kleine badplaatsje te sturen, dat de dokter aanbe valen had, wel drie uur redtoeïns ver, dit viel zwaar, ontzettend zwaar. Toen de dokter dit verneemt, begint hiji op een ge moedelijk grok-avondje bij de Banfelts del gajngche fa milie naar haren gezondheidstoestand te polsen, en vindt onder haar al spoedig nog ee® paar andere zie ken. „Ja," zegt hij „zoo iets komt veel bij mensche® voor, hoewel zij het gewoonlijk verwaarlooze® en er mee blijven loepen tot het te laat ia. Wie rijn lichaam liefheeft, die maaikt er tijdig werk van." En terwijl de dokter daar zoo alle mogelijke kwa len en gebreken zit uit te vlsschen e® in 't generaal de drtnkkuur vooiechrljft (hij. Is namelijk aandeelhou der 1® het etablissement jekomt er een glans va® vergenoegen op het gezicht va® de® majoor. Goddank, n® konden zij allen gezamenlijk 8r heen) trekken! Het zou wel een geduchte® hoop geld kosten; maar zij konden daar een eigen huishoudentje opzette® en de victualiën meenemen. Wel vindt hij het zeer opmer- „Hef ls verschrikkelijk, dat de rageering u geen pensioen geeft." zeide graaf Roederer scherp. Gourgand haalde de Behouders op. „Allee® sla lk mij wel door de wereld." „Clalra 1» niet onvermogend, Gourgand. Ik weet uw trots te respecteere®, lk begrijp die volkome® en toch zeg lk: kom met mlji mee daar I® mijn vl'la ziet Clatre staat op het bal co®. Gourgand maakte rich met geweld vrij. „Laat mij. heengaan, gra®f lk bid u. Ik heb geen zelfbebeer- schlng genoeg om haar rustig tegemoet te kun[®e<® treden." Ben verlangende blik trof de slanke, witte gestalte, idle met het hoofd afgewend, met ee® grooten hond naast haar scheen te prate®. Gourga®d drukte krampachtig Roederer's hand'. „Leef gelukkig, graaf." Zonder Roederer tijd te la ten Iets te zeggen, draalde hij zich om e® liep vflug weg. Graaf 'Roederer keek hem met een goedmoedi gs spot na» Weinige dage® na doae ontmoeting kreeg Gourgand de® lang verwachten brief uit 81®t Helen®, die hom alles vertelde ovër de laatste levensuren va® zijn keizer. Graaf Bertrand schreef: „Beste Gourgand- „Ik weet hoezeei je er naar verlangt om Iets van ons te hoore®. Het bericht over de® dood van onze® keizer ls reeds lang ln Frankrijk aangekomen e® zal ook Jou wel hebben bereikt. Maar lk weet, dat Ja meer wilt hoore® over de laatste ure® van o®ze® groo ten Napoleon. Spoedig na Jouw vertrek verliet ook gravin Montholon ons. Het heette vanwege haar ge zondheid, maar wij. dachten, dat het uit verveling was keltjk, dat rij allen nu ineens ziekelijk zijn. hoewel zij er uitzien als de glaasjes. Maar de dokter ver zekert geruststellend, dat het volstrekt niets zorg wekkends ls, als zij maar van zijne koolzuurbron drinken. Dub, zij verlaten hun huls e® reizen met pak a® zak naar het badplaatsje. Op een kiel®, saai, afgelegen badplaatsje wordt een nette, knappe jonge ma® met hoffelijke manlere® fijne kleeTen en blijkbaar goede verdiensten, die al leen is e® liever dn gezelschap zijn drink kuur vol brengen zou, door eene landelijke., negentienjarige majoorsdochter in den regel niet opgasrime gezien. Zulk een voortreffelijke jonge man, is de heer Ar- Vtd' Holm, „geëmployeerde bij eene grootte onderne ming te Stockholm." en onmlskenfbaar erg verliefd op juffrouw Alma, die wel aa® mannelijke attenties veel meer gewoon zou hebben moeten zijn, om voor zulk eene huldiging onverschillig, te blijven. Na verloop van veertien dagen reeds is de bedoel de verliefdheid van dien aard, dat het gansche bad- geaelschap er over babbelt, en de heer Arvld Holm zelf niet kan inlaten ee® monjd er van open] te doen tege® ee® oom van de® majoor. Tot juffrouw Alma zelf spreetkt hij andere woord*®. Met eene ernstig® en gevoelvolle uitdrukking op zijne beminnelijke ge laatstrekken, zegt hij': „Juffrouw Alma, ik heb eene heel hesched.de® po sitie, e® ik kan niet hopen hert} i® de wereld ooit tot grootheid en roem te zulle® brengen. Maar mijn vooruitzichten zijn toch goed om mettertijd ee® soli de b estaan te rinidie®.. Ik ka® n,u njet meer aa® mijne toekomst denken zonder tegelijk te enken aa® Mag lk terugkomen, wanneer lk datgene bereikt heb, waarop lk hoop? Bn mag lk dian ook op ee® gunstig antwoord va® u hopen als u het wach ten niet te lang gevalle® ls?" „.Mijnheer Holm, mij® man wacht op u bij het schaakbord!" roept 'neene dmajoorsvrouw van de veranda, nog vóór Juffrouw Alma iets heeft kun nen antwoorden. „Ik kom al, lk kom al!" roept de heer Holmi, e® hij maakt boenen. Papa en mama mogen den jongen ma® heel graag lijden. Maar hun aristocratische hapt komt ln op stand tegen de gedachte,, dat Alma op een kantoor bediende of een winkelheer verlleven zou. Evenwel de tijden rijn duur en de Inkomsten karig. Dus. des hemels wil geschiede, ajs het zoo wezen, moest wat overigen» nog maar ©ene bloote veronderstelling 1». Arvld Holm ls op het badplaatsje de ziel van all© mogelijke amusementen; en wanneer de mevrouwen en juffrouwen, en de jeugdige luitenant, die op het badje de actieve militaire macht vertegenwoordigt, hem radeloos over alle gewichtige gevallen consultee ren, va® bikboord naar bakboord roepen en zonder hem niets weten tP beginne®, da® staat hjji altijd ge reed met zijn vriendelijke en dienstvaardige: „lk kom al. lk kom al!"' Nu, niets op aarde ls bestendig, ook njet eeme badkuur, en voor verliefden komt het einde te sneller, hoe heerlijker die tijd ls geweest. De schel densure heeft geslagen. Juffrouw Alma zegt niletvèiel, maar ln hare oogem ligt eene uJtdtrukkimg, die een blok graniet, zou hebben kunnen roeren- E® de heer Avid Holm ls evenmin woordenrijk; maar hij leest ln haar hart wat daari® omgaat, e® hij fluistert haar toe: „SchTljven. Gauw schrijven!" De b'eekzueht heeft onder val© eigenaardigheden ook, deze, dat zij bij verliefden, in geval van schei ding er niet beter op wordt. Juffrouw Alma vermogen zichtbaar, niettegenstaande er af en toe een klein briefje, waarvan haar papa en mama niets weten, ln hare handen gesmokkeld wordt. In den volgende® winter treedt er eene groot e en gewichtig» gebeurtenis ln het ZVeedsche staatsleven lm. De Koninklijke Regeerlng benoemt de zevenhon derd en elfde commissie: eene commissie tot het uit brengen van rapport over eer voorstel tot het invoe ren van eene nieuwe knoopsoort, voor de jassen der Infanterie. Bn majoor Banfelt wordt verkozen tot voorzitter van deze commissie. Op zekeren avond rit hij te Stockholm l(nl het Grand Hotel, met het loffelijke, hoewel niet Ju1»t zeldzame voornomen om zijne® mede-commissieleden ee® glas punch aan te bieden. Lekkertjes leunt hij achterover 1® een der breide, gemakkelijke fauteuils,, zooals er bij hem thuis geen enkelen heeft, klopt op de tafel, en roept met de bevelende etem van iemand) dile ge woon ls op zijne wenke® bediend te worden: „.Kellner!" „Ik kom al, lk kom al!" antwoordt eene stom uit de verte. De majoor maakt bij den klank va® deee stem ee® beweging als va® een schichtig paard'; e® als do kellner verschijnt, richt hij: zich uit don fauteuil ln zijne volle lengte op zee voet en drie duim. „Alle duivels „Meraelsche goedheid! De majoor! Het rapport betreffende de knpopenhervormlng a®n de Infanterlejassen ls ai spoedig daarna gereed, en de majoor reist met een bloedend vaderhart naar huls, waar hij de boodschap meebrengt, dat do heer Arvld Holm, die de onbeschaamdheid heeft gehad om aa® Alma zijne hulde te bewijzen, een kellner ls e® dus nimmermeer haar aangezicht ma® wederzien,. Door zulke m ed e deel ineen wordt de bleekzucht van een verliefd meisje ook al niet beter. Die va® Alma werd bepaald hoe langer hoe slimmer. Het arme kind slonk, weg tot een schim, en haar hoofdkussen, was elke® morgen doornat van de tranen. De dokter komt weer en vprord'neerr: „Den volgenden zo mor maar weer flink de bad kuur doen." .„Och, kletspraat!" bromt de majoor. „Zij kan tot den zomer niet wachten. Dan ls zij dood!" Daarop worden staalpillen geslikt, en een doeltref fend' dieet, met ongelooflijke massa'» melk en eie®en, wordt voorgeschreven. Het baat echter alles niets. Maar op eeD fraaien morgen komt er een, brief van den heer Arvld Holm, waarin hij schrijft, dat hij wel is waar een kellner maai geen bedrieger. HIJ bezat een overgespaard kapltaaltjë van 16.500 krone®, was voornemens het logement te Fajun te pachten, en CARROSSERIEFABRIKANT, ALKMAAR. Vertegenwoordiger der beroemde etv 0^eT\an&-^\\x\omoV\eW. Levert aUe soorten Carrosserieën, deagewenscht op elk verlangd Chassis. Ben gebruikte PROEFWAGBN billijk te koop. TELEFOON 672. Mett u was voor haar de magneet uit Sint Helen® verdwenen. Mijn vtouw en lk hebbën haar heemgaan, niet betreurd. Maar den keizer gi®g het zeer ter harte. De gra,vln was een prettig gezelschap. dojt la niet t» ontkem®en; haar werkelijk karakter zuil, ge wel nooit hebben doorschouwd. De gezondheidstoestand van de® keizer werd zoo nu en dan wat beter. Hij werkte dan 1® den tuin in een wit planterscosituum. Daar tusschenl® las en, dicteerde hij veel, tenminste wa®®eer zij® toestand di,t veroor loofde. Maar zijn ziekte werd steeds erger. Hij ver magerde zichtbaar en meerdere majlgn op de® da® brak hij zijn arbeid af. De door de® Czaar gezonden dok ter had het o®geluk hem te mishagen, ofschoon de man zich ajlle moeite gaf de® keizer voor zich te win nen. Napoleon verzocht om ee® bad in Europa te mogen bezoeken natuurlijk werd dat geweigerd. I® het begin va® het jaar 1821 wa» het ons dui delijk dat rij® leve® nog maar een paar maanden zou duren. HU leed dikwijle verbazend en gaf zich, daar zijn vader fl-sn maagkanker was gestorven, niet de minste Illusie. De nacht van 6 Mei was zeer onrustig. Hij, was zeer angstig» die adem glmg zwaar, het oogenbllk van scheiden, naderde. Met moeit® verstonden wij nog enjkole woorden, die de keizer 1® zijn onmacht zeide: „Frankrijk mijn zoon het leger" meehjde ik te verstas®. Plotseling sprong hij uit bed. Met moeite gelukte het ons, hëm weer tot kalmte te brengen. Het was een laatste opflikkering geweest. Van de spraak beroofd, zuchtte hij nu e® da® diep. Elf minuten voor zes uur in d©n namiddag, toen de zon onderging, ging onze keizer heen Op 7 Mei werd de keilser ln zijn met zwart behan hoopt binnenkort, zcoais hij reeds vroeger te ver staan ha,d gegeven ln de mnnschelljke samenleving eene bescheidens, maar solide positie te bekleedqn. Dit werkt al beter dau gansche doozen vol etaal- Pllle® en alle mogelijke Quantlteiten melk en eieren. Maar de majoor maakt zlcb driftig e® schreeuwt: „Een kellner blijft een kellDer, al zou hij ook een millïoen In twee en een halve cents-stukken hebben opgespaard!" Deze uiting blijkt helaaR gee® afdoend effect te hebben tegen bleekzucht, en zes weken later ziet de majoor zich genoodzaakt, persoonlijk aan den heer Arvld Holm te telegrafeeren: „„Alma ligt op sterven," 's Heeren Holm's antwoord op dit telegTam luidt kort en bondig: „Ik kom al.' Arvld Deze kelderachtige familiariteit, met don doopnaam te onderteekene®, ergert zoowel de® majoor als de majoorsche. Arvid Holm komt terstond met zijn handkoffer, die zoo elegant ls, als men op het station er nog nooit eau heeft gezien; en zelf ls hij niet minder elegant, daarbij fijn, minzaam en attent, en met het pacht- contract voor bet logement te F&lun ln den zak. Da majoorsche zegt dus tegen hare TIne: „Wijs meneer den hotelier zijne kamer." Na veel vijven en zessen komt hot tusschen, mijn heer den hotelier en mijnbeer den majoor tot eene explicatie. Daaruit blijkt, dat Arvld Holm de zoon 1b van een ritmeester bij de huzare® wat haast eve® goed ls als een kapitein bij de infanterie en dat zijne moeder van adel was. Hij ha,d de school bezocht toit ln de vijfde klasse, eu later ln zJjm vrijen tijd mas sa's kranten achter bet buffet gelezen, zoodal; hij eene goede en grondige al gemeen e ontwikkeling be zat en natuurlijk drie levende tal©® sprak buiten en behalve de taal der 'iéfde. HIJ had' het beroep van kellner gekozen, om zelf zijn brood' te verdienen o® zijne moeder de weduwe een beetje te kunnen hel pen." Bij deze laatste bijzonderheid' acht de majoors- vrouw het gepast, een niet aanwezigen traan uit haar droge moederoog te pinken. Toen de eenvoudige avonddlech gedtekt ls, zegt de majoorsche: „Neem plaats, mijnheer Holm, e® weea zoo goed hetgeen er aan de bediening haperen mocht maar door de vingers te zien'" Bij deze wreede toespeling op zijn beroep heeft hij een gevoel alsof men hem een oorvijg toediende. Alma blikt hare moeder verwijtend) aa®. Tegelijkertijd verklaart de dokter In het salon,, dat, aangezien het lcoolzuurbad ln den winter geslote® Is, er voor de natfénte slechts een, redding bestaat: eene onverwijlde verloving met de® hotelier Holm. Zoodra de majoor dit boort, roept hij met gebro ken stem ln de ziekenkamer: „Arvld mijn zoon!" „Ik kom al!" antwoordt de heer Arvld Holm. En verder etu'tte de geschiedenis op geen zwarig heden. Toen Alma eon half jaar later trouwde, bemerkte men aan haar geen enkel symptoom van bleekzucht meer. En na nogmaals acht jaren, toen haar man zich met een aardllg vermogen als rentenier een buitentje koop en kon, was mevrouw Holm een haast eve® knappe, welgevulde e® statige dame geworden, als hare moeder de majoorsche. Om haar heen dartelen een drietal gezonde kinderen. Wat den heer Arvld Holm zelf bëtrëft, hij Is nog altoos even, vlug, vriendelijk,, tegemoetkomend e® bijdehand, zelfs nu hij de beginselen heeft aangezet van een buikje. Is er nood ln het land, of heeft, er Iemand zljnei hulp noodig, dan kan men nog altoos van hem hoore®, ne,t als 1® vroeger dage®: ,Jk kom al!" (N. R. Ct) indien gij waterzuchtige zwellingen rond de oogen, in do enkels of polsen Ihebt; indien gij voortdu rende aandrang tot urinelooring, bezinksel in. hel wa ter. branderige pijn bij' die toezing hebt; indien uw slaop verstoord is en 'gij lederen morgen yermoeid opstaat; indien gij stekend© pijn in don rug en de lendenen, hebt of rhcumallsche pijnen in de ledematen; ischfas, rheumaliek, vjjicht, stee®, urenile kunnen de gevolgen ervan zijn. Fosteris Rugpijn Nieren Pillen genezen nier- en blaas- kwalen, doordat zij de zwakke of zieke nieren genezen ■en yersterken, en haar zoodoende ln staat 'slclTen om haar gewichtig .werk, het filtreeren van het bloed, be hoorlijk te verrichten. Uw leven hangt van 'uw nieren af. want iedere drie minuten, dag en napht wordt t bloed door de 'bieren gevoerd. Haar te Verwaarloozen is gevaarlijk, doch indien gij haar gezond houdt, hou den "rij u gezond, Foster's Rugpijn Nieren Pillen zul len dit voor u doen eri haar genozen, indien zij ziek zlj:n. Te Scbagen verkrijgbaar bij J. Rotgans, Molenstraat C 14. Toe zending geschiedt franco na ont vangst van postwissel f 1.76 voor één, of f 10.voor zes doozen. Eischt de echte Foster's Rug pijn Nieren Pillen, weigert elke doos, die niet voorzien is van nevenstaand handelsmerk. gen slaapkamer, die in ee® doodenkapel wa» veran derd, tentoongesteld. Wij hadde® hem het. groe®e uniform va® de® gardejager aangetrokken en dö orde van het Legioen va® Eer e® va® den Uzere® Kroon op de borst gespeld. De menschenmassa wa© groot. Op 9 Mei om elf -®ur werd de kejlzer In de nabij heid van de Talbotbro®, waarvan, bij het water zo® gaarne dronk, o®der de treurwilgen 1® een twaalf voet diep graf neergelaten^ Op 30 M»1 verlate® wij Sint Hele®®. Dan ligt het eiland ln ee® stille ee®zaa,mhel|dl daar Ik hoop dait wij elkaar spoiedlg weerrie®. Ook wij: g®a® naar Frankrijk terug. Montholo® ls de uitvoerder va® Nar poleon's laatsten wil. Napoleo® heeft zij® trouwe makkers niet vergeten, maar rijk beloond. Ook jou, beste Gourgand beeft hij bedacht. Hij sprak zoo dik wijls over u. Jou lot ging hem zeer ter harte. Hij beeft het niet vergeten, hoeveel ge voor hem hebt opgeofferd. Ge zijt door de beschikking va® de® kei zer in ee® positie gekomen,, die vrij van zorge® ls e® ge kunt volgens uw stand leve®. Heit verder® zal u wel ambtelijk worde® meegedeeld. Steeds de uwe, BERTRAND." Gour,ga®d zat lang met den brief ln zijn hand. Het was uit. Gourgand kraelg onwillekeurig een gevoel va® rust - het was ee® zware plicht geweest, dien hij op de schouders had gekregen, en hij had er al zijn krach ten aan gewijd, me®ig oogenbllk va® vertwijfeling ge kend De dood des keizers hajd aan deze worsteling een eind gemaakt. Slot volgt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 6