Schetsen uit de Rechtzaal. aanleiding van de polemiek, welke de laatste dagen tueeohen porBonen uit financieele kringen en in ingezonden Btukken in de bladen gevoerd is over de rente, die de bankiers voor beleeningen enz. eiflohen in verband met de vele klaohten dat die rente te hoog zou zjjn opgedreven, en den penne 8tr|jd over de vraag, wie de Bohuld daarvan ia. „In hot begin" aldue antwoordde minister Troub ie inderdaad de rente te hoog geweest, maar daartegenover staat, dat in don aanvang nio- mand kon voorzien, hoe de toestand zioh verder ontwikkelen zou en dat er gereohtvaardigde vrees was dat, indien niet het vragen van orediet zou worden bemoeilijkt, er een overstelpend aantal aan vragen zou komen, waaraan niet zou kunnen worden voldaan. Zoodra eohter de toestand zioh wat meer afteekende en er over het algemeen meer ontspan ning kwam, is van alle zijden uit de finanoieele wereld met de regeering medegewerkt, om tot een meer normalen rentestand te komen. Zoowel bet Amsterdamsoh consortium als de provinoiale ban kiers en de Nederlandsehe Bank hebben daartoe op loffelijke wijze medegewerkt en ik heb reden te meenen, dat in deze ook nog niet het laatste woord gesproken is. Het is daarom te hopen, dat de strijd, die dreigt te ontbranden tussehen versohillende organisaties van het Nederlandsoh oredietwezen en finanoieole bladen of porBonen uit het publiek, die hun ge moed in ingezonden Btukken meenen te moeten luohtgeven, zal worden bewaard tot kalmer tjjd. Op het oogenblik kan eohter een pennestrjjd aleohts kwaad doen en do taak van de regeering om or toe mede te werken, dat er op het gebied van don geldhandel een meer normale toostand komt, te bemoeilijken. Zeker zjjn van allo kanten in het begin fouten gemaakt, maar waar men zoo eondraohtig bezig is, om die zoo snol mogeljjk te herstellen, komt men verder door dit laatsto met tevredenheid te oonetateoren dan door te gaan met elkander over de in de eerste opwinding gemaakte fouten hard te vallen. Ook de maatregel van de bankier» om moeiljjk te zjjn met het afgeven van deposito's of van oré- ditealdo's wordt gaandeweg minder streng toegepast. Het Bestuur van den Bond voor don Geld- en Effootenhandel in de Provincie hooft dezer dagen z{jn leden uitgenoodigd geen betalingen te weigeren, noodig voor de verplichtingen of de voortzetting van het gewone bedrjjf der oliënten. daar zulke weigeringen in strjjd zouden zjjn met do bodoolin- gen van het bestuur. Het is te hopen, dat nu ook aan het ongerecht vaardigde en m vele gevallen verregaande onbo- hoorljjko weigeren van botaling door het publiek van zijn rekeningen een eind zal komen. Vervolgens is de minister gevraagd naar de ouaestie van den graanvoorraad en of het juist was, dat van rjjkswege de inkomende tarwe krachtens de Levensmiddelenwet te Rotterdam in bezit is genomen. Dit geruoht is in hoofdzaak juist, zeide de min., maar tooh is er een zeer belangrijke uitzondering op gemaakt, waarover zoo terstond. De voorraad tarwe en tarwemeel ie, voorzoover gegevens daaromtrent te verkrjjgen zjjn, zoo gering, dat die niet voor meer dan ongeveor 2 3 weken voor hot binnenlandsoh broodverbruik voldoende is. Men kan dat op het oogenblik eohatten opruim 80 millioen K.G. tarwe of, omgezet in tarwemeel, omstreeks 25 millioen K.G. meel. Wanneer men nu bedenkt, dat per dag voor de bevolking om streeks 1 lU millioen K.G. tarwemeel noodig is, dan is het duidelijk, dat de regeering erop bedaoht moest zjjn, krachtige maatregelen te nemen ten einde te voorkomen, dat binnen zeer korten tjjd gebrek aan brood in ons land zou ontstaan. De normale toevoer van tarwe is reeds zeer ver minderd. Bjj den aanvang van den oorlog werden alle EngelBcne schepen met bestemming voor Rot terdam, die met graan bevraoht waren, aangehouden en naar Londen gebracht, zoodat van die ladingen hier te lande niets is binnengekomen. In de laatste dagen komen weer enkele graansohepen langs den Nieuwen Waterweg binnen, maar niettemin is de tarwevoorraad in verband met de behoeften van het volk zeer gering en op een normalen toevoer valt niet te rekenen. Gisteren b.v. kwam, indien ik goed ben ingelioht, slechts één sohip den Nieuwen Waterweg binnen. Men moet er dus ook op rekeEG^ flat, niette genstaande de genomen maatregelen flo broodprijzen in ons land spoedig zullen stijgen en reeds nu iB het aan te bevelen, dat de bevolking zioh er aan gewent, naast het verbruik aan brood, meer dan in gewone tijden, rijst als voedsel te gebruiken. Er wordt nu en dan wel gemeend, dat met den oogst, die te velde staat, Nederland zich geruimen tijd van tarwe zal kunnen voorzien. Men bedenke hierbij echter, dat de tarweoogst in Nederland onder normale omstandigheden slechts voor onge veer 2 '/8 maand voldoende isdat die oogst eerst dezer dagen wordt binnengehaald en daarna nog moet worden gedorsoht en gemalen. Men kan dus er niet op rekenen, dat, zelfs wanneer alles heel vlug in zijn werk gaat, er van dien oogst vroeger dan over ongeveer een maand voor de bakkerijen oen hoeveelheid van eenige beteekenis beschikbaar zal zijn. Onder deze omstandigheden heeft het bjj mjj een ernstig punt van overweging uitgemaakt, of niet zonder uitzondering al het graan, dat Maandag in Rotterdam aanwezig was, kraohtens de Levons- middelenwet moest worden in beslag genomen. Ten einde eohter niet meer moeilijkheden aan den han del in den weg te leggen dan strikt noodzakeljjk was, is van den maatregel uitgezonderd al de tarwe, die op het oogenblik, dat de maatregel genomen word, reeds ter verzending Rijnopwaarts in liohters was geladen. Dit was ongeveer de helft van de totale hoe veelheid, dip op het oogenblik in Rotterdam aan wezig was of omstreeks 13 millioen K.G. Hieruit iB* wel na te gaan, dat de regeering, eenerzijde haar verplichting nakomende om te zorgen, dat er in Nederland geen broodsgebrek komt, daarnaast met audere belangen, zooveel maar eenigszins mogelijk i rekening houdt. Kunnen door die inbezitneming van tarwe, han delaars, met name buitenlandsche handelaars, niet schade lijden P" „Sohade zal door de handelaars niet kunnen worden geleden," luidde het antwoord. ,Bovendieu is de regeering voornemens, nadat de taxatieprijs van de in bezit genomen tarwe zal zjjn vastgesteld en aan belanghebbenden uitgekeerd, maatregelen te nemen om, indien reëel bewijs kan worden geleverd, dat een handelaar bjjvden getaxeerden prijs winst derving zou hebben, die winstderving op do oen of audere wijze te vergoeden. Natuurljjk zal de regooring hierbij niet lichtvaardig te werk te gaan on afdoende bewjjs vorlangon, maar i s het bewjj» eenmaal geleve-d, dan kunnen de handelaren, en inzonderheid de buitenlandsche belanghebbenden, er wel op rekenen, dat de regeering hen ten volle voor hun winstderving sohadeloos zal stellen." „Hoe staat het in 't algemeen met den eoono- mischen toestand der bevolkingheeft u den indruk dat er op het oogenblik al veel armoede geleden wordt tengevolge van den oorlog P" Over het algemeen zoo luidde het antwoord laat de toestand, indien er geen groote politieke verwikkelingen komen, zioh op het oogenblik beter aanzien dan een week geleden. Intusscheu kan de overgroote zekerheid, dat het wel los zal loopen, die bij een groot deel van het publiek zich; begint te uiten, even gevaarlijk zijn, als de zenuwaohtige angst van een week geleden Men moet er inder daad mee blijven rekenen, dat er in versohillende takken van bedrjjf reeds abnormale werkloosheid is en dat die werkloosheid in de komende wekon en zelfs maanden, helaas naar alle waarsohjjnljjk- heid, nog Bterk zal toenemen. In sommige plaatsen is do toestand dan ook nu reeds hoogst ernstig, b.v. in Rotterdam, waar het havonbedrjjf zoo goed als geheel stilstaat, in plaat- son als Marken en Urk, waar do visschorjj weinig of niets oplevert en geen gegoede personen zjjn en in tal van grootero of kleinere plaatsen, waar fa brieken moeten worden stopgezet, winkel-, en kan toorpersoneel in toenemeudo getallen wordt ont slagen en waar in het algemeen het ooonomisch leven voor eon belangrjjk deel of geheel stilgozot moet worden of wel in veel langzamer tempo en in veel besohoidenor mate kan worden doorgozet dan in normale omstandigheden het geval is. Het is dan ook te hopen, dat do versohillende plaatse ljjke Bteunoomité's, die rechtstreeks met de ver zorging van de armoede door werkloosheid, voor zoover deze niet kan worden voorkomen, zioh hebben te belasten, onverwjjld voor de leniging van don deels reeds bestaanden, en in de naaste tookoniBt in verhoogde mate te verwaohten armoeae gereed staan. Beantwoord Rusland aan de verwachtingen van zijn bondgenooten Het offlcloolo Wfeensche corrospondcntieb urcau pu- bllccort de volgende mededecling; Steeds komen er meer berichten van do Rufldschfei grens, dLe ïilot alleen bevestigen, jflat het terugtrek!-1 ken van do Russische grenstroepen, reeds sedert oenigc dagen dpgomerkt, ,jn vollen gang is, maar dat ook do hoofdmacht van ido Russen in Polen dat land in Noordelijke en. *Nooirdioostoiy|ke richting verlaten. Daaruit is on to maken, dat Ruslandl, trots Ia lanen van voorbereiding an concentratie van troopcai In het Westen, toch' inet voldoende tot den oorlog gereed Is om den strijd in Riissisch Polen to aanvaarden, Deze medodeelng (geeft do Neue Frede Pressó aan leiding de vraag te stollen, die boven dit stukjo slaat gedrukt. Hot blad herinnert aan een artikel,, biijkbiuu' afkomstig van den Frans clién generalem staf, 'eonige maanden geloden in een veertlendaagsch Franscli tijd schrift verschonen. Dat artikel trok indertijd Jzeor do aandacht. Uit hetgeen er in wordt betoogd, zegt- de Nou© Freio presse, kan mon duidelijk zien, wat Frank rijk .van .Rusland verwachtte. In den tijd van de diplomatieke .spanning zou Rus land niet in staat zijn al zijn troepen aan da Duitsch-Oöstenrijkschè grens te conoentreeren. Dat gaf het artikel toe. Rusland zou oen deel van zijn troepen in Finland tnoeton laten,, om de rust in dat la:ud to verzekeren. In Polen zou hétzelfde noodzakelijk zijn, terwijl een ander doel van het Russische leger ter observatie van den Balkan in Odessa en weer een ander gedeelte ter Observatie van Turkije in den Kaukasus moet worden gelaten. De .Fransch'e schrijver voorspelt, dat, als Rusland zijn troepen uit Kazan en Moskou naar het Westen verplaatst. Oostenrijk en Duitschland zulks terstond als een reden tot oorlog zullen beschouwen. Dit is dan pok* geschied. In verband toet de gebrekkige middelen van ver keer kan in Rusland de mobilisatie niet snel in zijn werk gaan. In de meeste dorpen moet hét bevel tot mobilisatie door estafetten te paard worden gebracht. Dat bevel kan 'dus eerst langzaam bekend worden. Tallooze reservisten moeten zich te voet haar Kun korpsen begeven omdat er in hun Streek geen spoor wegen zijn. Do mobilisatie, en de concentratie even zeer, kosten dus veel tijd. Het Russische leger zoo concludeert de Fransche schrijver, kan niet eerder gereed zijm dan in de twee de maand" na de oorlogsverklaring. De schrijver acht net voorts wenscKelijk. dat de concentratie der Russische troepen, in verband met de behoeften van het Fransche leger, zal plaats hébben te Warschau, omdat de Russische grens ten Westen van Warschau zich' op slechts een afstand van 300 K.M. van Berlijn bevindt „Waarschijnlijk is echter, zegt de schrijver, dat .do Russische aanvallende operaties tegen Gahcië en Oost- Pruisen zullen zijn gericht. Dat is echter legen hét belang van Franlu-Ijk'. Als het 'Fransené leger in Lotharingen tegen hét D'uitsche vecht, zal het met verbazing en wellicht ver ontwaardiging vernemen, dpt het Russische leger tnlet slechts de Duitsché spoorwegen niet bedreigt, maar dat hét zelfs .vreezen moét voor een aanval dés vjjamids, die zijn .opmars ch' bedreigt en liet vallicht1 dwingen zal paar hot binnenland terug te trekken. Dé schrijver zegt j „Als hét ongeluk wil, dat wij reeds in het begin van dein oorlog zware nederlagen lijden, kunnen wif dan toog van de ridderlijkheid van onzen bondgenoot verwachten, dat hij een ernstlggn strijd aanvaart? Hot belang van Frankrijk Isv dat Rusland dade lijk bijl het begin van den oorlog oen krachügen aanval doet. Dé kwestie voor /Frankrijk fs öf Rusland in staat zal 4fn snel een opératie uit te voeren, #e Grodina als basis en Berlijn tot doel heeft. Daarom heeft Frankrijk bij de laatste leenfng de voor waarde bedongen, dat het geld zou gebruikt worden voor den aanleg van spoorwegen, die de mobilisatie kénnen bespoedigen en een aanval op,Oostenrijk en Pruisen mogelijk maken." De Neue jFTeie Presse zegt, dat als men defco beschouwingen vergelijkt met bovengenoemde ofHcLeele mededecling, duidelijk blijkt, dat de Franschén ten op zichte van Rusland ten zeerste ontgoocheld moeten zijn. f PAUS PIUS X. In ons nummer van Donderdag hebben we mede- kunnen deel en, dat Paus Pius X in den nacht van Woensdag op Donderdag is overleden. Paus Pius 'X, vroeger Guiseppe Sarto, jverd - op 2 Juni J835 geboren te RIese, een klein stadje Ln de provincie Treviso. Zijn theologische studiën volbracht nij In de bisschoppelijke seminaria te Treviso en Pa- duo. na afloop waarvan hii in 1858 tot priester werd! gewijd. Nadat hïf in verschillende kleineplaatsen dy priesterlijke waardigheid had vervuld, werd nij.in 1875 tót domheer en overste van hot seminarie to Trev&o benoemd. Een aanbod om verheven te Worden tot bisschop van Treviso, wees hij in 1880 van do hand. in 1883 aanvaardde hij 'echter op hevel van Leo XIII de waardigheid van bisschop van' Mantua. Op 12 Juni 1893 werd hij"verheven tot kardinaal en drie dagen lator benoemd tot patriarch van "Venetië. Oorspronkelijk was deze waardigheid aan een gene raal van een der geestelijke orden, een buitenlander, toe gedacht. De Italiaansché regeering gaf echter to kennen, Hat z\i nooit het exequator tot .deze benoeming zoude geven. Toen werd de naam van een ander prelaat ge noemd, wiens eventueele benoeming echter noch naar den zin dor regeering, noch' naar dien dor Venetianctn zou zijn geweest. Dé keus vlei toen op Sarto, die als bisschop van Mantua, bewijzen had 'gegeven van takt en politieke gematigdheid!, van de" zijae dor regeering wera tegen: deze benoeming geen bezwaar gemaakt. Toch werd Ky eerst na eenigen tijd door de Italiaansché regeering erkend. Hij gaf echter onmiddellijk blijken, dat zijn plan. was op goeden voet met Kaar te komen en ook met koning Umbertoi kwaim1 hij bi| diens bezoe ken té Venetië 'in officieel en persoonlijk verkeer. Te Venetië verwierf hij zich' groote populariteit door zijn eenvoud en zijn innige vroomheid en lijf voor zich was ook innig gehécht aan Venetië, waar het hem gegeven was geweest zooveel gelukkige Jaren de slijten To Rome verscheen hij in dien tijd' slechts bij' uit zondering en alleen wanneer hij ontboden werd. Na den dood van Leo XIH 'werd lijf op 4- Augustus 1903 tot Paus gekozen en op 11 Augustus gekroond. Wat hét denkbeeld van de wereldlijke souvorelniteif, des Pausen betreft, stond hij öp hetzelfde standpunt als zijn Voorgangerin andere opzichten echter betoon de hij zich gematigder dan deze hetgeen o.a. daaruit bleek, dat hij in f904 den Katholieken in Italië toe stond deel te nemen aan do politieke verkiezingen. Tn do aanvankelijk door hem gevoerde politiek' kwam echter eénige wijziging, door dien invloed van kardinaal Merry del Val. liet optreden der Fransche" regeering tegen do congregaties wekte bil den Paus 'verbittering, die zich o.a. uitte in de vervolging van de Fransche bisschoppen van Laval en Dyon. De Fransche regcc- rfng proestteerde daartegen en ao Paus antwoordde in een rondschrijven aan do Katholieke mogendheden, dat dooi de republikeinsche regeering als beloedigcnd word be schouwd. tiet gevolg was de afbreking dor diploma- tioke betrekkingen met den PausclIJkcn Stoel, de voor bereiding der opzegging van het Concordaat en de scheiding van Staat cn Kerk: In de encycliek «Gra- vissimi officiï" van 10 Aug. 1900 verbood do Paus do oprichting van godsdiensIvereeniglngen, terwijl hij alleen £cn uitzondering toeliet voor. eonige op Knno- nieken grondslag berustende inrichtingen, onder voor behoud echter van alle pauselijke on bisschoppelijke rechten. "Wat het jnwendig bestuur der Kerk hetroft, IJver- do Pius X vooral voor de plichtsbetrachting van de HU besteedde grooto zorg aan de inrichting Flus heeft in zijn elf-Jarlgo loopbaan als hoofd dor katholieke kerk volkomen beantwoord aan de.verwach ting, die l)ii" zijn verkiezing word uitgesproken, n.1. dut hij, die tot 'aan dien tijd bevrediging had gevonden in het beroep van geestelijke leider dór goloovigon, Tdch voornamelijk zou bozig houden mot do behartiging der speciaal kerkelijke belangen. Aan de grooto politiek! heeft hij zich' weliswaar niet goheol en al kunnen ont trokken, rijn liefde had! zJJI echter niet. VAN EEN VADER. UIT BOEVENKRING. Ze hadden zitten luisteren toaar z'n verhaal. En knip oogje gewissold met den waard, die in 't buffet zat, hemdsmouwen opgestroopt, pijpje tussehen do lippen, don blik strakgericht op dón man aan het tafeltje, dio gesprek voordo met -hét drietal aan belendende kroeg- latei... Baas Driesen was eon mensohenkonnor 'cn 'l moest al een extra-uitgeslepen gauwdief zijn, dié hém or tussehen' wist te-nemen. Hij wist kaf van kóren te schiften... En hij al-dadelijk in de gaten gehad, dat de oude Willemse ditmaal waarheid ?prak. Gijs, factotum in boeven-kroegje gewenkt om Wil- lemso stiekum in te schenken... Vooruit maar, dat kwam terecht. De kerel zat met de handen te woelen door zijn grijzende haren en telkens nam hij teugjes uil het voi-blyvende glas foezel, smakkend met de tong. Met zijn glazige polators-oogen keek hij het kroeg- lokaal rond en grinnikte soms... Dan dacht-ie aan Dien d'r spaarduiten. En vertelde aan het drietal en dén waard... "Ik, bezweer je, over de tach'cntig gulden heeft zé daar liggen, m'n bloedeigen dochter... En haar ouden vader laat ze smeeken om een maf f ie... Zou je d'r niet..." De kérel schreide nu dronkemans-tranen,met wee moed naar zjjn ledig glaasje turend... De Vieze, gore tranen biggelden langs zijn stoppelig gezicht en vie len op z'n vuile handen. Het dikke wijf aan liet.andere tafeltje begon te lachen. En een van de twee man nen die 'd'r zaten, wenkte van: Schei nou uit met je ginnegappen, anders bederf je de zaak. „Willemse, nog eentje?" vroeg de waard, „mijn vrouw is vandaag Jarig. Daarom tracteer ik jel" Willemse stond top, zich vasthoudend aan tafelrand. Hij waggelde naar net buffet §n stak den baas een hand toe.... Weer overmande hem de aandoening. Tel kens werd 't hem te machtig.... „Geluk en zegen op je levensweg, "Driesen. J{j verdient 't ten volle. JIJ hébt nog iets over voor een mensch... Je mag het gerust overal informeeren... Waar ik" kom, zeg ik' altijdbaas Drie sen,' uit .„Dé Ton" is een goede, ,'fideele. aardige kerel. Een man, die respect verdient... Die waard is, dpi zijn zaken bloeien..." Jawel, 't is goed h'oor P', „maakte baas Driesen een eind aan de toespraak. Want dat zaakje van Dién d'r spaarpot, daar kon voor hém ook nog wat aan zitten... „Ik begrijp toiet", zeide dé vrouw aan het tafeltje,, „hoe een man zoo laf kan wezen om zich zijn rech ten te laten ontnemen, 't Is en blijft je recht toch... Dat meissie Is pas negentien jaar, hé? Wel nou dan. haar oenten zijn de Jouwe. Daar kan geen sterveling je iets voor doen... Jy bent Kaar wettige voogd. Zoor.., En laat nou de geleerdste advocaat daar maar eens iets tegen inbrengenI Ze most mij' voorhebbén! Nou!"...." En de dame van dé steenrood© wangen en Het niteit- onbelangrijke kneveltje onder den glimnifgen mopneus, zette de knieën wTjd uiteen en liet do dikke vuisten er op rusten... Dé waard, al maar smookchd, keek hanir aan... Zeker, zoorn wijf liet zich do kaas niet van hot brood eten... „Kaatje, lust je er nog een?" vroeg hij, „oprechte bewondering voor Kaar koesterend. „Astublleft. Koor", antwoordde ze. En GTfs, het fac totum. bracht ook haar verschen voorraad foezel. Do oude Willemse zat te peinzen. Merkte cr niets van, dat de anderen al-maar tegen elkaar wenkten... ,Ja*. dat is zoo", beaamde baas Driesen, een paar bier- ze. Niet goedschiks, dan kwaadschiks. Dat is je recht P' „Twee lappies van vUf-en-twintig". mompelde Wil lemse^ „drie yah tien.... Vier rijksdaalder.... Nog "kleln- „Je bent ©1 bU Me honderd, vadertje P' riep .een van de vrienden der dame aan 't andere tafeltje. „Ja zie je", zei Willemse. half in zichzelf.... Jullie hebben goed platen. Zeker... ik ben de baas, héIV.. Ze is mijn kind... Haar cente, zijh de mijne... Maar....» Maar..." „Nou, wat maar!?" drong de waard aan. Even kat „de oude" te soezen. Toon kwam 't er uit. ,^Als Piet er niet was... Mijn zoon... Ja, dat Is cr een met .poolen aan zijh Ijjï. Die heeft me al eetüs... Op 'n ©vond... Nou ja, een mensch wil een verzetje hebben. Mijn goeie vrouw ligt ln 't graf, Kö?.... Nie mand kan me kwalijk nemen dat Ik wel eens "n drup pie... Een enkel druppie. Ke..:" Nou, .Iweo lust Je ook wel, vadertje P'. ^potto een der gezellen der buikige dame aan 't tafeltje. En tlat „enkele druppie" deed zelfs baas Driesen in den lach' schieten, zoodat ook hot factotum GIJs moed kreeg om mee te lachen... En dö dronkelap zat alleen met z'n glas zijrf hélf-begrijpetode oogon to knippen... Niet snappend waarom ze hém toen... „Nóu. zei de waard; „drie 'druppies lust je ook wel. jongen. Maar dat gaat niemand aan. Geen sfceekf..., Je hebt groot gelijk..." „Laatst, hervatte Willemse, ,0n weer kwamen zijn vieze tranen 'biggelen over z'n wangen, „laatst heeft Dién mij";een kwartje geweigerd f... Haar bloedeigen va- derf...." Dé dame zat roet Kaar korte vettige vingors op Eaair khieöy to trommelen. Ze bepeinsde krijgsplan... „Je bént dus bang voor je zoon Piet, h'6?", viel ze eonsklapis uit. Jk... Bang... Ik?" „Nou-ja, klets maar niet. Maar weet jé wat.... ,Ik zal Je helpen P' Allen koken haar met grooto verbazing en stijgende bewondering aan. „Waarachtig!" zei Ka én ze stond meteen öp„ zoo dat haar forsché gestalte met "de broode schouders zich scherp afteekende In het lokaaltje, waarachtig,, ilc ben Voor dien Plet van Jou 'niet béng... Zo hmakto Inslinctief de beweging van Kaar mouwen wat op Te stroopen. „Ik1 wed. dat le geen boe ofba Zegt... Je waar schuwt me als Je rt zaakje ln orde gaat brengen. Ik ga -tact jo mee. En Iaat die meneer Piet dan maar eens 't hart hébben om een vin to vorroerea. J)an ben ik er jyjgn..." ZIJ ging zitten aan het tafeltje van den ouden Wil lemse. En gaf hem oen slag op den schouder dat zo hém gauw moest tegenhouden, anders zou Io zffri neer gestort. HIJ was ver weg... Maar toch' Dog genoeg besef van wat er gezegd was om In bewonderend glimlachen te kijken naar hét roode. opgeblazen gezicht van flo vrouw iftet do stekende zwarte oogen, dio nu niet eens meer moeite deed om de walging te verheelcn, dié zlf gevoelde voor den ouden, benevelden kerel, die zijn dochter willende bestelen de courage miste om do woede van zijn zoon te trotseer en... ..De schooier, op wlen ze niet gelet hadden, .dien ddag en dto jaloersdh was opt aat tractooron yan den ouden Willemse, HIJ wtst on een haartje hoe derjarlge dochter wilt hebben, wel nou, dan neem Je middag en dto jaloersdh was den ouden Willemse, EU w alles zou gebeuren. Landloopcrtje had zijn mnrs op den rug genomen en1 dwaalde nu rond In'de nabftheid van hét huls, waar Willemse woonde, met z'n dochter. Er grijnsde iots pm hét wilde grauwe baardjo van clcn man en er glinsterde iets van leedvermaak ln da oogen mot de vuurroode ontstoken randen... IliJ zou 'm zjjn gratis borreltjes betaald zotten. Landlooportje had er inet plezier zyn heele ochtend-ontvangst voor over. Daar kwamon ze, Willemse mét Ka. Nu waren ze bjj het deurtje win beneden-woning... Dina was uit en Plet op zrn werk. Sch'ooiertje had zich'toetjes pp de hoogte gesteld... D'at ,zou 'n gevalletje worden.., I Iif - wachtte .on hét duurde niet eons zoo hooi lang, Watnt pa een kwartier kwamen zo weer op straat. Ka en do „oudé". Hff 'Willemse, zag doodsbleek en tuurde sch'uw-schrlkachtfg om zien' hoon... Mlaar do dlIdee, zware vrouw liep hard trok hém roeo. Schooiertje hoorde Kaar zwaar-grove schoenen Wonkon op do Ktraalstoenen. En Willemse greep' tolkéms in zijn binnenzak'. Waar, touv Kot grietje van Dina was. Zoo liepen zo voort, snel en gojangd, naar ,;Do Ton" natuurlijk'... En tien minuten' later, op Z'n hoogst, stond landlooper bjj den ingang van do timmermans werkplaats, waar Plet arbeidde. Dé portier hoorde nau welijks naar hom... „Hier mag niet gebedeld' -worden" zei de man, £ich afwendend. „Ik kom tolet om te bedelén. Ik"héb' Willemse feta belangrijks te zeggen. Iets Keel belangrijks. Over zijn vader. Geloof mij, meneer, Ik lieg cr niet om,.." Portier floot .en een jongen kwam danloopén, dien hij naar Piet Willemse stuurde met de boodschap dat cr "een kereltje was om 'm dringend te sgrekéfn...» Zoo uit z'n werk. bestoven en bezweet. met verbaasd 'en verschrikt gelaat, kwam de jonge man naar buiten... Portier „die van alfes op de hoogte was en dikwijls genoeg den ouden Willemse hhd moeten wegjagen, als ie Zjjh zoon geld kWam aftroggelen..^ Portier, die echt 'deernis had met den braven. IJvo- rigen jongen, wiens leven verbitterd wérd door dén ouden dronkaard, had hem al met een enkel 'woord ingewijd... Iets met zijn vader... En dadelijk kwam 't in den jongen man op als een reddende, vertroostend© gedachte: Zou ie misschien... Eindelijk'?.... Toen zag Piet Willemse het gore, grijnzende land loopcrtje staan. „Is le dood, n\ijn vader?" vroeg Het half wetend wat hij zei. Schooiertje "knikte van neen. „Erger, veel' efrger"v zei de man. Maar hij bedankte er voor diensten te bewijzen yoor niks. Hij moest een gulden hebbén.. Dan zou ie ver tellen... En hij zinspeelde al' in de verte op 't gevalJ Zoodat Piet Jnet bevende vingers een gulden opzocht en gaf.... Toen zvenkte landlooper hem... Een eindfe van de werkplaats te komen. Zij hoefden 't niét allemaal te h'ooren... En plotseling zag de portier^ hoe Piet naar zijn hoofd! greep. En iets uitschreeuwde. i En* hem voorbij vloog. Schooiertje maakte nu boe nen wat hij kon..., z'n ochtend' toch' goed gemaakt met hét guldentje. En' Piet kwam terug. Mét verwilderde, van woede gloeiende oogen. Hij had een jasje jaangeschóten én een pat op 1 hoofd gesmeten... Dé zaag h'ad! io nog in z'h hand...' Portier wilde hém' nog grijpen tegenhou den, desnoods met groot geweld. Wiant hij1 besefte, dat or iets vreeselijk gebéurdé... i Maar Plet Willemse rukte zich' los. En 'vloog voort. Naar „Do Ton".... Waar vader nu. "ln gezelschap van de vrouw met de vleezige knuisten en do stekérigo zwarte oogen, zat te grabbelen ln de Spaarduiten van Dina, die hij had gestolen. En daarvan de anderen zich allengs zonden meester maken naarmate de „oude" machtrioozcr werd, overstelpt door alcohól-vergifli-' Stag-, ..,Ik héh' den ambtenaar O. M. bespied!, toen hij luisterde naar hét warm en gevoelig pleidooi van den advocaat, dio zelfs Eet zeer-clemente requisitoir van den Officier nog .te streng achtte, den risch gericht tegen Pieter Willemse, wegens ernstige mishandeling van rijn vader, gepleegd1 in dé hérberg „Dé Ton" van baas Driesen (Jien middag, toen ze de spaarduiten1 der zus ter van den beklaagde zaten te verdeden, 'de boevén... Er was geen mogelijkheid, in dit geval, den beschul digde straffeloos te laten. Maar toen de verdedigen op, zeker moment tot hét O M. de vraag richtte of Z.E. A'. niet, met hem, van oordeel was. jlat hier een jury het niet-schuldig zou hebben uitgesproken, ja, toen had (zag ik duidelijk) de officier geweldige moeite om niet le schudden van ja... Zoo ooit, dan gold hier het milde: alles weten fs alles vergeven... MA1TRE COHBEXU.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 2