Schetsen uit de Rechtzaal.
aanleiding van de polemiek, welke de laatste dagen
tueeohen porBonen uit financieele kringen en in
ingezonden Btukken in de bladen gevoerd is over
de rente, die de bankiers voor beleeningen enz.
eiflohen in verband met de vele klaohten dat die
rente te hoog zou zjjn opgedreven, en den penne
8tr|jd over de vraag, wie de Bohuld daarvan ia.
„In hot begin" aldue antwoordde minister
Troub ie inderdaad de rente te hoog geweest,
maar daartegenover staat, dat in don aanvang nio-
mand kon voorzien, hoe de toestand zioh verder
ontwikkelen zou en dat er gereohtvaardigde vrees
was dat, indien niet het vragen van orediet zou
worden bemoeilijkt, er een overstelpend aantal aan
vragen zou komen, waaraan niet zou kunnen worden
voldaan. Zoodra eohter de toestand zioh wat meer
afteekende en er over het algemeen meer ontspan
ning kwam, is van alle zijden uit de finanoieele
wereld met de regeering medegewerkt, om tot een
meer normalen rentestand te komen. Zoowel bet
Amsterdamsoh consortium als de provinoiale ban
kiers en de Nederlandsehe Bank hebben daartoe
op loffelijke wijze medegewerkt en ik heb reden te
meenen, dat in deze ook nog niet het laatste woord
gesproken is.
Het is daarom te hopen, dat de strijd, die dreigt
te ontbranden tussehen versohillende organisaties
van het Nederlandsoh oredietwezen en finanoieole
bladen of porBonen uit het publiek, die hun ge
moed in ingezonden Btukken meenen te moeten
luohtgeven, zal worden bewaard tot kalmer tjjd.
Op het oogenblik kan eohter een pennestrjjd
aleohts kwaad doen en do taak van de regeering
om or toe mede te werken, dat er op het gebied
van don geldhandel een meer normale toostand
komt, te bemoeilijken. Zeker zjjn van allo kanten
in het begin fouten gemaakt, maar waar men zoo
eondraohtig bezig is, om die zoo snol mogeljjk te
herstellen, komt men verder door dit laatsto met
tevredenheid te oonetateoren dan door te gaan met
elkander over de in de eerste opwinding gemaakte
fouten hard te vallen.
Ook de maatregel van de bankier» om moeiljjk
te zjjn met het afgeven van deposito's of van oré-
ditealdo's wordt gaandeweg minder streng toegepast.
Het Bestuur van den Bond voor don Geld- en
Effootenhandel in de Provincie hooft dezer dagen
z{jn leden uitgenoodigd geen betalingen te weigeren,
noodig voor de verplichtingen of de voortzetting
van het gewone bedrjjf der oliënten. daar zulke
weigeringen in strjjd zouden zjjn met do bodoolin-
gen van het bestuur.
Het is te hopen, dat nu ook aan het ongerecht
vaardigde en m vele gevallen verregaande onbo-
hoorljjko weigeren van botaling door het publiek
van zijn rekeningen een eind zal komen.
Vervolgens is de minister gevraagd naar de
ouaestie van den graanvoorraad en of het juist was,
dat van rjjkswege de inkomende tarwe krachtens
de Levensmiddelenwet te Rotterdam in bezit is
genomen.
Dit geruoht is in hoofdzaak juist, zeide de min.,
maar tooh is er een zeer belangrijke uitzondering
op gemaakt, waarover zoo terstond.
De voorraad tarwe en tarwemeel ie, voorzoover
gegevens daaromtrent te verkrjjgen zjjn, zoo gering,
dat die niet voor meer dan ongeveor 2 3 weken
voor hot binnenlandsoh broodverbruik voldoende is.
Men kan dat op het oogenblik eohatten opruim
80 millioen K.G. tarwe of, omgezet in tarwemeel,
omstreeks 25 millioen K.G. meel. Wanneer men
nu bedenkt, dat per dag voor de bevolking om
streeks 1 lU millioen K.G. tarwemeel noodig is, dan
is het duidelijk, dat de regeering erop bedaoht
moest zjjn, krachtige maatregelen te nemen ten
einde te voorkomen, dat binnen zeer korten tjjd
gebrek aan brood in ons land zou ontstaan.
De normale toevoer van tarwe is reeds zeer ver
minderd. Bjj den aanvang van den oorlog werden
alle EngelBcne schepen met bestemming voor Rot
terdam, die met graan bevraoht waren, aangehouden
en naar Londen gebracht, zoodat van die ladingen
hier te lande niets is binnengekomen. In de laatste
dagen komen weer enkele graansohepen langs den
Nieuwen Waterweg binnen, maar niettemin is de
tarwevoorraad in verband met de behoeften van
het volk zeer gering en op een normalen toevoer
valt niet te rekenen. Gisteren b.v. kwam, indien
ik goed ben ingelioht, slechts één sohip den Nieuwen
Waterweg binnen.
Men moet er dus ook op rekeEG^ flat, niette
genstaande de genomen maatregelen flo broodprijzen
in ons land spoedig zullen stijgen en reeds nu iB
het aan te bevelen, dat de bevolking zioh er aan
gewent, naast het verbruik aan brood, meer dan
in gewone tijden, rijst als voedsel te gebruiken.
Er wordt nu en dan wel gemeend, dat met den
oogst, die te velde staat, Nederland zich geruimen
tijd van tarwe zal kunnen voorzien. Men bedenke
hierbij echter, dat de tarweoogst in Nederland
onder normale omstandigheden slechts voor onge
veer 2 '/8 maand voldoende isdat die oogst eerst
dezer dagen wordt binnengehaald en daarna nog
moet worden gedorsoht en gemalen. Men kan dus
er niet op rekenen, dat, zelfs wanneer alles heel
vlug in zijn werk gaat, er van dien oogst vroeger
dan over ongeveer een maand voor de bakkerijen
oen hoeveelheid van eenige beteekenis beschikbaar
zal zijn.
Onder deze omstandigheden heeft het bjj mjj
een ernstig punt van overweging uitgemaakt, of
niet zonder uitzondering al het graan, dat Maandag
in Rotterdam aanwezig was, kraohtens de Levons-
middelenwet moest worden in beslag genomen. Ten
einde eohter niet meer moeilijkheden aan den han
del in den weg te leggen dan strikt noodzakeljjk
was, is van den maatregel uitgezonderd al de tarwe,
die op het oogenblik, dat de maatregel genomen
word, reeds ter verzending Rijnopwaarts in liohters
was geladen.
Dit was ongeveer de helft van de totale hoe
veelheid, dip op het oogenblik in Rotterdam aan
wezig was of omstreeks 13 millioen K.G. Hieruit
iB* wel na te gaan, dat de regeering, eenerzijde haar
verplichting nakomende om te zorgen, dat er in
Nederland geen broodsgebrek komt, daarnaast met
audere belangen, zooveel maar eenigszins mogelijk
i rekening houdt.
Kunnen door die inbezitneming van tarwe, han
delaars, met name buitenlandsche handelaars, niet
schade lijden P"
„Sohade zal door de handelaars niet kunnen
worden geleden," luidde het antwoord. ,Bovendieu
is de regeering voornemens, nadat de taxatieprijs
van de in bezit genomen tarwe zal zjjn vastgesteld
en aan belanghebbenden uitgekeerd, maatregelen te
nemen om, indien reëel bewijs kan worden geleverd,
dat een handelaar bjjvden getaxeerden prijs winst
derving zou hebben, die winstderving op do oen
of audere wijze te vergoeden. Natuurljjk zal de
regooring hierbij niet lichtvaardig te werk te gaan on
afdoende bewjjs vorlangon, maar i s het bewjj»
eenmaal geleve-d, dan kunnen de handelaren, en
inzonderheid de buitenlandsche belanghebbenden,
er wel op rekenen, dat de regeering hen ten volle
voor hun winstderving sohadeloos zal stellen."
„Hoe staat het in 't algemeen met den eoono-
mischen toestand der bevolkingheeft u den indruk
dat er op het oogenblik al veel armoede geleden
wordt tengevolge van den oorlog P"
Over het algemeen zoo luidde het antwoord
laat de toestand, indien er geen groote politieke
verwikkelingen komen, zioh op het oogenblik beter
aanzien dan een week geleden. Intusscheu kan de
overgroote zekerheid, dat het wel los zal loopen,
die bij een groot deel van het publiek zich; begint
te uiten, even gevaarlijk zijn, als de zenuwaohtige
angst van een week geleden Men moet er inder
daad mee blijven rekenen, dat er in versohillende
takken van bedrjjf reeds abnormale werkloosheid
is en dat die werkloosheid in de komende wekon
en zelfs maanden, helaas naar alle waarsohjjnljjk-
heid, nog Bterk zal toenemen.
In sommige plaatsen is do toestand dan ook nu
reeds hoogst ernstig, b.v. in Rotterdam, waar het
havonbedrjjf zoo goed als geheel stilstaat, in plaat-
son als Marken en Urk, waar do visschorjj weinig
of niets oplevert en geen gegoede personen zjjn en
in tal van grootero of kleinere plaatsen, waar fa
brieken moeten worden stopgezet, winkel-, en kan
toorpersoneel in toenemeudo getallen wordt ont
slagen en waar in het algemeen het ooonomisch
leven voor eon belangrjjk deel of geheel stilgozot
moet worden of wel in veel langzamer tempo en
in veel besohoidenor mate kan worden doorgozet
dan in normale omstandigheden het geval is. Het
is dan ook te hopen, dat do versohillende plaatse
ljjke Bteunoomité's, die rechtstreeks met de ver
zorging van de armoede door werkloosheid, voor
zoover deze niet kan worden voorkomen, zioh
hebben te belasten, onverwjjld voor de leniging
van don deels reeds bestaanden, en in de naaste
tookoniBt in verhoogde mate te verwaohten armoeae
gereed staan.
Beantwoord Rusland aan de
verwachtingen van zijn
bondgenooten
Het offlcloolo Wfeensche corrospondcntieb urcau pu-
bllccort de volgende mededecling;
Steeds komen er meer berichten van do Rufldschfei
grens, dLe ïilot alleen bevestigen, jflat het terugtrek!-1
ken van do Russische grenstroepen, reeds sedert oenigc
dagen dpgomerkt, ,jn vollen gang is, maar dat ook
do hoofdmacht van ido Russen in Polen dat land in
Noordelijke en. *Nooirdioostoiy|ke richting verlaten.
Daaruit is on to maken, dat Ruslandl, trots Ia
lanen van voorbereiding an concentratie van troopcai
In het Westen, toch' inet voldoende tot den oorlog
gereed Is om den strijd in Riissisch Polen to aanvaarden,
Deze medodeelng (geeft do Neue Frede Pressó aan
leiding de vraag te stollen, die boven dit stukjo slaat
gedrukt. Hot blad herinnert aan een artikel,, biijkbiuu'
afkomstig van den Frans clién generalem staf, 'eonige
maanden geloden in een veertlendaagsch Franscli tijd
schrift verschonen. Dat artikel trok indertijd Jzeor do
aandacht. Uit hetgeen er in wordt betoogd, zegt- de
Nou© Freio presse, kan mon duidelijk zien, wat Frank
rijk .van .Rusland verwachtte.
In den tijd van de diplomatieke .spanning zou Rus
land niet in staat zijn al zijn troepen aan da
Duitsch-Oöstenrijkschè grens te conoentreeren. Dat gaf
het artikel toe. Rusland zou oen deel van zijn troepen
in Finland tnoeton laten,, om de rust in dat la:ud to
verzekeren.
In Polen zou hétzelfde noodzakelijk zijn, terwijl een
ander doel van het Russische leger ter observatie van
den Balkan in Odessa en weer een ander gedeelte ter
Observatie van Turkije in den Kaukasus moet worden
gelaten.
De .Fransch'e schrijver voorspelt, dat, als Rusland
zijn troepen uit Kazan en Moskou naar het Westen
verplaatst. Oostenrijk en Duitschland zulks terstond
als een reden tot oorlog zullen beschouwen. Dit is
dan pok* geschied.
In verband toet de gebrekkige middelen van ver
keer kan in Rusland de mobilisatie niet snel in zijn
werk gaan.
In de meeste dorpen moet hét bevel tot mobilisatie
door estafetten te paard worden gebracht. Dat bevel
kan 'dus eerst langzaam bekend worden.
Tallooze reservisten moeten zich te voet haar Kun
korpsen begeven omdat er in hun Streek geen spoor
wegen zijn. Do mobilisatie, en de concentratie even
zeer, kosten dus veel tijd.
Het Russische leger zoo concludeert de Fransche
schrijver, kan niet eerder gereed zijm dan in de twee
de maand" na de oorlogsverklaring.
De schrijver acht net voorts wenscKelijk. dat de
concentratie der Russische troepen, in verband met de
behoeften van het Fransche leger, zal plaats hébben
te Warschau, omdat de Russische grens ten Westen
van Warschau zich' op slechts een afstand van 300
K.M. van Berlijn bevindt
„Waarschijnlijk is echter, zegt de schrijver, dat .do
Russische aanvallende operaties tegen Gahcië en Oost-
Pruisen zullen zijn gericht.
Dat is echter legen hét belang van Franlu-Ijk'.
Als het 'Fransené leger in Lotharingen tegen hét
D'uitsche vecht, zal het met verbazing en wellicht ver
ontwaardiging vernemen, dpt het Russische leger tnlet
slechts de Duitsché spoorwegen niet bedreigt, maar
dat hét zelfs .vreezen moét voor een aanval dés vjjamids,
die zijn .opmars ch' bedreigt en liet vallicht1 dwingen
zal paar hot binnenland terug te trekken.
Dé schrijver zegt j „Als hét ongeluk wil, dat wij
reeds in het begin van dein oorlog zware nederlagen
lijden, kunnen wif dan toog van de ridderlijkheid van
onzen bondgenoot verwachten, dat hij een ernstlggn
strijd aanvaart?
Hot belang van Frankrijk Isv dat Rusland dade
lijk bijl het begin van den oorlog oen krachügen
aanval doet.
Dé kwestie voor /Frankrijk fs öf Rusland in staat
zal 4fn snel een opératie uit te voeren, #e Grodina
als basis en Berlijn tot doel heeft.
Daarom heeft Frankrijk bij de laatste leenfng de voor
waarde bedongen, dat het geld zou gebruikt worden
voor den aanleg van spoorwegen, die de mobilisatie
kénnen bespoedigen en een aanval op,Oostenrijk en
Pruisen mogelijk maken."
De Neue jFTeie Presse zegt, dat als men defco
beschouwingen vergelijkt met bovengenoemde ofHcLeele
mededecling, duidelijk blijkt, dat de Franschén ten op
zichte van Rusland ten zeerste ontgoocheld moeten zijn.
f PAUS PIUS X.
In ons nummer van Donderdag hebben we mede-
kunnen deel en, dat Paus Pius X in den nacht van
Woensdag op Donderdag is overleden.
Paus Pius 'X, vroeger Guiseppe Sarto, jverd - op 2
Juni J835 geboren te RIese, een klein stadje Ln de
provincie Treviso. Zijn theologische studiën volbracht
nij In de bisschoppelijke seminaria te Treviso en Pa-
duo. na afloop waarvan hii in 1858 tot priester werd!
gewijd. Nadat hïf in verschillende kleineplaatsen dy
priesterlijke waardigheid had vervuld, werd nij.in 1875
tót domheer en overste van hot seminarie to Trev&o
benoemd. Een aanbod om verheven te Worden tot
bisschop van Treviso, wees hij in 1880 van do hand.
in 1883 aanvaardde hij 'echter op hevel van Leo XIII
de waardigheid van bisschop van' Mantua. Op 12 Juni
1893 werd hij"verheven tot kardinaal en drie dagen
lator benoemd tot patriarch van "Venetië.
Oorspronkelijk was deze waardigheid aan een gene
raal van een der geestelijke orden, een buitenlander, toe
gedacht. De Italiaansché regeering gaf echter to kennen,
Hat z\i nooit het exequator tot .deze benoeming zoude
geven. Toen werd de naam van een ander prelaat ge
noemd, wiens eventueele benoeming echter noch naar
den zin dor regeering, noch' naar dien dor Venetianctn
zou zijn geweest. Dé keus vlei toen op Sarto, die als
bisschop van Mantua, bewijzen had 'gegeven van takt
en politieke gematigdheid!, van de" zijae dor regeering
wera tegen: deze benoeming geen bezwaar gemaakt.
Toch werd Ky eerst na eenigen tijd door de Italiaansché
regeering erkend. Hij gaf echter onmiddellijk blijken,
dat zijn plan. was op goeden voet met Kaar te komen en
ook met koning Umbertoi kwaim1 hij bi| diens bezoe
ken té Venetië 'in officieel en persoonlijk verkeer.
Te Venetië verwierf hij zich' groote populariteit door
zijn eenvoud en zijn innige vroomheid en lijf voor zich
was ook innig gehécht aan Venetië, waar het hem
gegeven was geweest zooveel gelukkige Jaren de slijten
To Rome verscheen hij in dien tijd' slechts bij' uit
zondering en alleen wanneer hij ontboden werd.
Na den dood van Leo XIH 'werd lijf op 4- Augustus
1903 tot Paus gekozen en op 11 Augustus gekroond.
Wat hét denkbeeld van de wereldlijke souvorelniteif,
des Pausen betreft, stond hij öp hetzelfde standpunt
als zijn Voorgangerin andere opzichten echter betoon
de hij zich gematigder dan deze hetgeen o.a. daaruit
bleek, dat hij in f904 den Katholieken in Italië toe
stond deel te nemen aan do politieke verkiezingen.
Tn do aanvankelijk door hem gevoerde politiek' kwam
echter eénige wijziging, door dien invloed van kardinaal
Merry del Val. liet optreden der Fransche" regeering
tegen do congregaties wekte bil den Paus 'verbittering,
die zich o.a. uitte in de vervolging van de Fransche
bisschoppen van Laval en Dyon. De Fransche regcc-
rfng proestteerde daartegen en ao Paus antwoordde in een
rondschrijven aan do Katholieke mogendheden, dat dooi
de republikeinsche regeering als beloedigcnd word be
schouwd. tiet gevolg was de afbreking dor diploma-
tioke betrekkingen met den PausclIJkcn Stoel, de voor
bereiding der opzegging van het Concordaat en de
scheiding van Staat cn Kerk: In de encycliek «Gra-
vissimi officiï" van 10 Aug. 1900 verbood do Paus
do oprichting van godsdiensIvereeniglngen, terwijl hij
alleen £cn uitzondering toeliet voor. eonige op Knno-
nieken grondslag berustende inrichtingen, onder voor
behoud echter van alle pauselijke on bisschoppelijke
rechten.
"Wat het jnwendig bestuur der Kerk hetroft, IJver-
do Pius X vooral voor de plichtsbetrachting van de
HU besteedde grooto zorg aan de inrichting
Flus heeft in zijn elf-Jarlgo loopbaan als hoofd dor
katholieke kerk volkomen beantwoord aan de.verwach
ting, die l)ii" zijn verkiezing word uitgesproken, n.1.
dut hij, die tot 'aan dien tijd bevrediging had gevonden
in het beroep van geestelijke leider dór goloovigon, Tdch
voornamelijk zou bozig houden mot do behartiging der
speciaal kerkelijke belangen. Aan de grooto politiek!
heeft hij zich' weliswaar niet goheol en al kunnen ont
trokken, rijn liefde had! zJJI echter niet.
VAN EEN VADER.
UIT BOEVENKRING.
Ze hadden zitten luisteren toaar z'n verhaal. En knip
oogje gewissold met den waard, die in 't buffet zat,
hemdsmouwen opgestroopt, pijpje tussehen do lippen,
don blik strakgericht op dón man aan het tafeltje,
dio gesprek voordo met -hét drietal aan belendende kroeg-
latei... Baas Driesen was eon mensohenkonnor 'cn 'l
moest al een extra-uitgeslepen gauwdief zijn, dié hém
or tussehen' wist te-nemen. Hij wist kaf van kóren te
schiften... En hij al-dadelijk in de gaten gehad, dat
de oude Willemse ditmaal waarheid ?prak.
Gijs, factotum in boeven-kroegje gewenkt om Wil-
lemso stiekum in te schenken... Vooruit maar, dat
kwam terecht. De kerel zat met de handen te woelen
door zijn grijzende haren en telkens nam hij teugjes uil
het voi-blyvende glas foezel, smakkend met de tong.
Met zijn glazige polators-oogen keek hij het kroeg-
lokaal rond en grinnikte soms... Dan dacht-ie aan Dien
d'r spaarduiten. En vertelde aan het drietal en dén
waard...
"Ik, bezweer je, over de tach'cntig gulden heeft zé
daar liggen, m'n bloedeigen dochter... En haar ouden
vader laat ze smeeken om een maf f ie... Zou je d'r
niet..."
De kérel schreide nu dronkemans-tranen,met wee
moed naar zjjn ledig glaasje turend... De Vieze, gore
tranen biggelden langs zijn stoppelig gezicht en vie
len op z'n vuile handen. Het dikke wijf aan liet.andere
tafeltje begon te lachen. En een van de twee man
nen die 'd'r zaten, wenkte van: Schei nou uit
met je ginnegappen, anders bederf je de zaak.
„Willemse, nog eentje?" vroeg de waard, „mijn vrouw
is vandaag Jarig. Daarom tracteer ik jel"
Willemse stond top, zich vasthoudend aan tafelrand.
Hij waggelde naar net buffet §n stak den baas een
hand toe.... Weer overmande hem de aandoening. Tel
kens werd 't hem te machtig.... „Geluk en zegen op je
levensweg, "Driesen. J{j verdient 't ten volle. JIJ hébt
nog iets over voor een mensch... Je mag het gerust overal
informeeren... Waar ik" kom, zeg ik' altijdbaas Drie
sen,' uit .„Dé Ton" is een goede, ,'fideele. aardige kerel.
Een man, die respect verdient... Die waard is, dpi zijn
zaken bloeien..."
Jawel, 't is goed h'oor P', „maakte baas Driesen een
eind aan de toespraak. Want dat zaakje van Dién
d'r spaarpot, daar kon voor hém ook nog wat aan
zitten...
„Ik begrijp toiet", zeide dé vrouw aan het tafeltje,,
„hoe een man zoo laf kan wezen om zich zijn rech
ten te laten ontnemen, 't Is en blijft je recht toch...
Dat meissie Is pas negentien jaar, hé? Wel nou dan.
haar oenten zijn de Jouwe. Daar kan geen sterveling
je iets voor doen... Jy bent Kaar wettige voogd. Zoor..,
En laat nou de geleerdste advocaat daar maar eens
iets tegen inbrengenI Ze most mij' voorhebbén!
Nou!"...."
En de dame van dé steenrood© wangen en Het niteit-
onbelangrijke kneveltje onder den glimnifgen mopneus,
zette de knieën wTjd uiteen en liet do dikke vuisten er
op rusten... Dé waard, al maar smookchd, keek hanir
aan... Zeker, zoorn wijf liet zich do kaas niet van hot
brood eten...
„Kaatje, lust je er nog een?" vroeg hij, „oprechte
bewondering voor Kaar koesterend.
„Astublleft. Koor", antwoordde ze. En GTfs, het fac
totum. bracht ook haar verschen voorraad foezel.
Do oude Willemse zat te peinzen. Merkte cr niets
van, dat de anderen al-maar tegen elkaar wenkten...
,Ja*. dat is zoo", beaamde baas Driesen, een paar bier-
ze. Niet goedschiks, dan kwaadschiks. Dat is je
recht P'
„Twee lappies van vUf-en-twintig". mompelde Wil
lemse^ „drie yah tien.... Vier rijksdaalder.... Nog "kleln-
„Je bent ©1 bU Me honderd, vadertje P' riep .een van
de vrienden der dame aan 't andere tafeltje.
„Ja zie je", zei Willemse. half in zichzelf.... Jullie
hebben goed platen. Zeker... ik ben de baas, héIV.. Ze
is mijn kind... Haar cente, zijh de mijne... Maar....»
Maar..."
„Nou, wat maar!?" drong de waard aan.
Even kat „de oude" te soezen.
Toon kwam 't er uit.
,^Als Piet er niet was... Mijn zoon... Ja, dat Is cr
een met .poolen aan zijh Ijjï. Die heeft me al eetüs...
Op 'n ©vond... Nou ja, een mensch wil een verzetje
hebben. Mijn goeie vrouw ligt ln 't graf, Kö?.... Nie
mand kan me kwalijk nemen dat Ik wel eens "n drup
pie... Een enkel druppie. Ke..:"
Nou, .Iweo lust Je ook wel, vadertje P'. ^potto een
der gezellen der buikige dame aan 't tafeltje.
En tlat „enkele druppie" deed zelfs baas Driesen
in den lach' schieten, zoodat ook hot factotum GIJs
moed kreeg om mee te lachen... En dö dronkelap
zat alleen met z'n glas zijrf hélf-begrijpetode oogon to
knippen... Niet snappend waarom ze hém toen...
„Nóu. zei de waard; „drie 'druppies lust je ook wel.
jongen. Maar dat gaat niemand aan. Geen sfceekf...,
Je hebt groot gelijk..."
„Laatst, hervatte Willemse, ,0n weer kwamen zijn
vieze tranen 'biggelen over z'n wangen, „laatst heeft
Dién mij";een kwartje geweigerd f... Haar bloedeigen va-
derf...."
Dé dame zat roet Kaar korte vettige vingors op Eaair
khieöy to trommelen. Ze bepeinsde krijgsplan...
„Je bént dus bang voor je zoon Piet, h'6?", viel
ze eonsklapis uit.
Jk... Bang... Ik?"
„Nou-ja, klets maar niet. Maar weet jé wat.... ,Ik
zal Je helpen P'
Allen koken haar met grooto verbazing en stijgende
bewondering aan.
„Waarachtig!" zei Ka én ze stond meteen öp„ zoo
dat haar forsché gestalte met "de broode schouders zich
scherp afteekende In het lokaaltje, waarachtig,,
ilc ben Voor dien Plet van Jou 'niet béng...
Zo hmakto Inslinctief de beweging van Kaar mouwen
wat op Te stroopen.
„Ik1 wed. dat le geen boe ofba Zegt... Je waar
schuwt me als Je rt zaakje ln orde gaat brengen. Ik
ga -tact jo mee. En Iaat die meneer Piet dan maar
eens 't hart hébben om een vin to vorroerea. J)an
ben ik er jyjgn..."
ZIJ ging zitten aan het tafeltje van den ouden Wil
lemse. En gaf hem oen slag op den schouder dat zo
hém gauw moest tegenhouden, anders zou Io zffri neer
gestort. HIJ was ver weg... Maar toch' Dog genoeg besef
van wat er gezegd was om In bewonderend glimlachen
te kijken naar hét roode. opgeblazen gezicht van flo
vrouw iftet do stekende zwarte oogen, dio nu niet
eens meer moeite deed om de walging te verheelcn, dié
zlf gevoelde voor den ouden, benevelden kerel, die
zijn dochter willende bestelen de courage miste om
do woede van zijn zoon te trotseer en...
..De schooier, op wlen ze niet gelet hadden, .dien
ddag en dto jaloersdh was opt aat tractooron yan
den ouden Willemse, HIJ wtst on een haartje hoe
derjarlge dochter wilt hebben, wel nou, dan neem Je
middag en dto jaloersdh was
den ouden Willemse, EU w
alles zou gebeuren. Landloopcrtje had zijn mnrs op
den rug genomen en1 dwaalde nu rond In'de nabftheid
van hét huls, waar Willemse woonde, met z'n dochter.
Er grijnsde iots pm hét wilde grauwe baardjo van
clcn man en er glinsterde iets van leedvermaak ln da
oogen mot de vuurroode ontstoken randen... IliJ zou
'm zjjn gratis borreltjes betaald zotten. Landlooportje
had er inet plezier zyn heele ochtend-ontvangst voor
over. Daar kwamon ze, Willemse mét Ka. Nu waren
ze bjj het deurtje win beneden-woning... Dina was
uit en Plet op zrn werk. Sch'ooiertje had zich'toetjes
pp de hoogte gesteld... D'at ,zou 'n gevalletje worden..,
I Iif - wachtte .on hét duurde niet eons zoo hooi lang,
Watnt pa een kwartier kwamen zo weer op straat.
Ka en do „oudé". Hff 'Willemse, zag doodsbleek
en tuurde sch'uw-schrlkachtfg om zien' hoon...
Mlaar do dlIdee, zware vrouw liep hard trok hém roeo.
Schooiertje hoorde Kaar zwaar-grove schoenen Wonkon
op do Ktraalstoenen. En Willemse greep' tolkéms in
zijn binnenzak'. Waar, touv Kot grietje van Dina was.
Zoo liepen zo voort, snel en gojangd, naar ,;Do
Ton" natuurlijk'... En tien minuten' later, op Z'n hoogst,
stond landlooper bjj den ingang van do timmermans
werkplaats, waar Plet arbeidde. Dé portier hoorde nau
welijks naar hom...
„Hier mag niet gebedeld' -worden" zei de man, £ich
afwendend.
„Ik kom tolet om te bedelén. Ik"héb' Willemse feta
belangrijks te zeggen. Iets Keel belangrijks. Over zijn
vader. Geloof mij, meneer, Ik lieg cr niet om,.."
Portier floot .en een jongen kwam danloopén, dien
hij naar Piet Willemse stuurde met de boodschap
dat cr "een kereltje was om 'm dringend te sgrekéfn...»
Zoo uit z'n werk. bestoven en bezweet. met
verbaasd 'en verschrikt gelaat, kwam de jonge man
naar buiten... Portier „die van alfes op de hoogte was
en dikwijls genoeg den ouden Willemse hhd moeten
wegjagen, als ie Zjjh zoon geld kWam aftroggelen..^
Portier, die echt 'deernis had met den braven. IJvo-
rigen jongen, wiens leven verbitterd wérd door dén
ouden dronkaard, had hem al met een enkel 'woord
ingewijd... Iets met zijn vader... En dadelijk kwam 't
in den jongen man op als een reddende, vertroostend©
gedachte: Zou ie misschien... Eindelijk'?....
Toen zag Piet Willemse het gore, grijnzende land
loopcrtje staan.
„Is le dood, n\ijn vader?" vroeg Het half wetend wat
hij zei.
Schooiertje "knikte van neen. „Erger, veel' efrger"v
zei de man.
Maar hij bedankte er voor diensten te bewijzen yoor
niks. Hij moest een gulden hebbén.. Dan zou ie ver
tellen... En hij zinspeelde al' in de verte op 't gevalJ
Zoodat Piet Jnet bevende vingers een gulden opzocht
en gaf....
Toen zvenkte landlooper hem... Een eindfe van de
werkplaats te komen. Zij hoefden 't niét allemaal te
h'ooren...
En plotseling zag de portier^ hoe Piet naar zijn hoofd!
greep. En iets uitschreeuwde. i
En* hem voorbij vloog. Schooiertje maakte nu boe
nen wat hij kon..., z'n ochtend' toch' goed gemaakt
met hét guldentje.
En' Piet kwam terug. Mét verwilderde, van woede
gloeiende oogen. Hij had een jasje jaangeschóten én
een pat op 1 hoofd gesmeten... Dé zaag h'ad! io nog in
z'h hand...' Portier wilde hém' nog grijpen tegenhou
den, desnoods met groot geweld. Wiant hij1 besefte,
dat or iets vreeselijk gebéurdé... i
Maar Plet Willemse rukte zich' los. En 'vloog voort.
Naar „Do Ton".... Waar vader nu. "ln gezelschap
van de vrouw met de vleezige knuisten en do stekérigo
zwarte oogen, zat te grabbelen ln de Spaarduiten van
Dina, die hij had gestolen. En daarvan de anderen
zich allengs zonden meester maken naarmate de „oude"
machtrioozcr werd, overstelpt door alcohól-vergifli-'
Stag-,
..,Ik héh' den ambtenaar O. M. bespied!, toen hij
luisterde naar hét warm en gevoelig pleidooi van den
advocaat, dio zelfs Eet zeer-clemente requisitoir van den
Officier nog .te streng achtte, den risch gericht tegen
Pieter Willemse, wegens ernstige mishandeling van rijn
vader, gepleegd1 in dé hérberg „Dé Ton" van baas
Driesen (Jien middag, toen ze de spaarduiten1 der zus
ter van den beklaagde zaten te verdeden, 'de boevén...
Er was geen mogelijkheid, in dit geval, den beschul
digde straffeloos te laten. Maar toen de verdedigen
op, zeker moment tot hét O M. de vraag richtte of Z.E. A'.
niet, met hem, van oordeel was. jlat hier een jury
het niet-schuldig zou hebben uitgesproken, ja, toen
had (zag ik duidelijk) de officier geweldige moeite om
niet le schudden van ja... Zoo ooit, dan gold hier het
milde: alles weten fs alles vergeven...
MA1TRE COHBEXU.