Schaper Courant.
TWEEDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
FEUILLETON.
Erfgraaï Udo.
Binnenlandsch Nieuws.
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1914.
57ste Jaargang No. 5445.
„NOU EN OPI
„HONDERD POP."
Toen hiji ®og een slokje had genomen, uit zijn kopje
thee, dat moeder voor hem had neergezet, smakte
vader op Botndteri'nge. manier met tong em, l&ppen,
proefde en proeftK keek, haar aan met vragejaden,
blik, zonder Iets te durven zeggen. Want hij wist
wel
„Tja." zei ron.didTibbele.nd vrouwtje, die h- m drij
ven wou In de richting door hem zelf aangeduid, „tja,
't. :s eenmaal zoo, 't zit er niet a® vaderWij
moeten het zonder suiker doen."
Hij schoof het kopje van zich af- Lustre geen, kof
fie zonder het gebruikelijke schepje suiker. Zuinig
waren ze altijd geweest Ma,ar im, de laatst© 3 maag
den begon 't leelijk te spannen, te drukken. De hypo
theek van zijn huisje opgezegd1 em de onmogelijkheid
om een andere er voor in de plaats te vinden. De
tegenvaller met Stentje, die ®u al over de vier maan
den ziek lag, en. voor wie ze hadden bij te dragen
Inplants van te ontvangen... 't Kwam alles bij elkaar,
Hij, vader, zat in, z'n armstoeltje en zoog .aan het
-ullgebluschit© tabakspijpje. Telkens gingen de magere
vingers naar het houten potje, waarin nog wat gruis
van tabak was. Maar telkens trok hij zie weer terug.
Dacht aan morgenochtend.Zonder zijn vroegpljpje,
voor het ontbijt, kon hij 't niet stellen. En hij had)
nog twaalf oenten ln zijn beurs. B® moeder de vnouw
zei al-maar dat ze geen halfcentje missen kon. Oud
mannetje zat strak, treurig voor zich uit. te kijken.
Zijn dood-ouöi huisjasje was als altijd zoo, netjes af
geborsteld, Jftt er geen stofje of smetje op te be-
lrennem viel. En het papier en, dhemlsetje had-le ook
schoon weten te houden. Scheren deed-il© ziioh om
den, anderen dag. De oud-ged Rende verzorgde zijinja
kleertjes met grooten ijver, 's Morgens stonjd hij te
wrijven en te\ poetaetn -. rM te horstellen, tot hij etr haast
bij neerviel. En het lintje in z'n knoopsgat was on
bezoedeld.
Een dag of wat geleden had-ie 't zich laten ont
val'en... En 't speet hem] genoeg, want moeder had e<r
zich dadelijk aain vastgehaakt... Van. Meneer Dtui®,
den rij ken ouwe vrijer, dtei al&-te 't hem vro©g
wel helpen nou...
„Maar ik doe. 't niet," had hij er dlajdelijk op lattin
volgen. „Nooit van zijn leven, hoor! Ze zullen nljet
kunnen zeggen, dat Jan Kramer aj) gaat 't hem niet
voor den wind, iemand, te voet is gevallen. Nea®,
vrouw, liever zou ik..."
„Waar klets Je dan over?" zei moeder, nijdig
over het weer plots vervliegen, van de illusie, „zwijg,
dan over zoo-iets., als het toch geen ©tuk geeft..."
Ei., zij zat, in, het halfduister want met de vier-
duitsiukkem voor het mumitgas gingen zij' nu om of
het „tientjes"' waren, te breien. Die naalden rik
ketikten in he,t grauw van., de stille, Bomberq knmier.
„Kees Balvers zou 'm zoo-iets ajnjdlers gelapt heb
ben," zie bejaard vrouwtje opeens. En merkte best,
dat vader haar met woedende ooge® aankeek
Kees Balvers was nu al ver over de dertig Jaren,
haar toevlucht geweest, wanneer ze Iiets van va
der gedaan wou krijgen- Indertijd) waren Kees Bal
vers en Jan, Kramer mededingers» geweest om de
hapdl en het spaarpotje van die toen waVknapp-e, SJe®
En 't. etoidl was geweest, dat Jan Kramer de
man van bet uitgebluschte houten pijpje en het nog
kraakheldere papieren chemlsetje; de grijsaard van
nu, 't toen won. Maar een angeltje was geble
ven. Jan Kramer had altijd gedacht: toch was Kees
haar niet onverschillig
Op braaf, bedrijvig huismoedertje was in, al die
Jaren nog nltet dat te zeggen geweest, Maar Jan
Kramer was nu eenmaal jaloersch van, aanleg- En
slim Sierutjia Bpeculeeridle daar op. Haalde er als
ze haar zin wou hebben, Kees Balvers bij, van
voor ruim dertig Jaren... Soms lachten ze er samen
zelf smakelijk om... Maar dan kon vader weer een
vreeselijk-strak gezicht trekken- En Sien ontdekte dat
het „angeltje"' er toch nog was. Zoo veel hleid Jap,
van oud, slim, bedrijvig moedertje.
„Wat zeg je daar?", zei vadler, boen. Sten dte woor
den had gesproken.
„Wei, dat hoor Je toch. Ik blijf etrbij... Kees Bate
vers zou ln zoo'n omstandigheid he©l anders gehan
deld hebben en veel fliihker zijn geweest. Ziedaar,
nou!"
Er kwam drukkende stilte in het .grauwe avond-
kamertje.
Vader 2att met onrustige vingers^ te tasten aan Zjfn
tabakspijpje, lil et opeengeklemde tanden. Moeder wist.
voelde 't. En had! echt, diep medelijden met hem.
Maar ze hield vol. want 't moest. De nood1 drong
hevig. Als da rente van hypotheek je er dien 16en niet
was. dan kreeg zo al dladeiijk de groote ellende. En
voor de eerst» keer hadden zif Huisbaas met de helft
van de huur afgescheept... 't Moest....
n.
Het struikgewas etond hter tamelijk dicht, en een
paar maal, als zich wat in de struiken scheen _t© be
wegen, luisterde de met ajlei geluiden, der natuur zop
goed vertrouwde dochter van het woud naar de rich
ting, waaruit het geluidi gekomen, was. Hat wa» zon
der twijfel, dat zij iels bepaalds hoopte te ontdekken
of te ontmoeten, en Wem zij: een paar !ho|niderid' schre
den had afgelegd, zonder dat het zdlch. vertoornen wil
de, bleef zij besluiteloos staan, haastig ademend en
de onwillekeurig gebald» Vuist op de heftig bewogen
borst gedrukt.
Daar kraakte het weder in haar onmiddellijke nar
bijheid, slechts zeer zacht wel le waar, alsof dunne,
takjes onder een voorzichtig voorts dirijd-e®dein| me(n-
achenvoet breken, dloch voor haar fijn gehoor duide
lijk genoeg, om geen onzekerheid! over de oorzaak
van dit geluid te laten bestaan. Zij trad! vlug een paar
schreden het hosch in, zich er nieiti om bekommerend,
dat een twijg haar den omgeslagen doek van het
hoofd rukte, en de volgende seconde stond zdji tegen
over een grooten man, wiens slanke, flinke gestalte
wel een hoofd boven haar uitstak-
„Stephan!
Dat was alles wat zij over haar trillende lippen
bracht. En dan, als hij haar zonder een woord t©
zeggen, die armen, raar haar uitsrtekte, wierp zij zich
met een half onderdrukten juichkreet aan zijn borst.
Lang bleven zij zoo staan, ©n de over en weer go-
geven en ontvangen, kussen, scheen het spreken over
bodig te maken.
Plotseling rukte zioh het meisje los en trad een
schrede terug. Tegen don stam van dep» diichtstbJj-
zijnden boom geleund, aeide zij met gedempte stem:
„Waar ben je zoo lang geweest? En waarom heb Je
mij in deze verschrikkelijke tijd geen enkel 'evene-
teeken gegeven?"
„Kon ik. dat dan,, .zonder die verdenking van Je
vader op te wekken?" gaf hij even zacht terug.
„Had bij. dan, niet gedreigd ong beide®, te zullen
dooden,, wanneer hij ons nog eenmaal op een heime
lijke samenkomst betrapte?"
„Ben Je zoo bevreesd? Hij zou zich wel gewacht
hebben een dergelijke bedreiging uit te voere®, en, Ja
„Ik zei 't maar voor den mogf', zei vader eindelijk.
Sien zweeg. w
Je snapt toch wel. dat zoo'n kerel mij zou uitlachen.
Welke zekerheid kan ik hem geven?... En bovendien...
Zooals ik zei..."
Sien zei geen woord. De .breinaalden rikketikten.,
Vader werd er tureluuxsch van.
^Wa-blief?" vroeg hy eindelijk, alsof zjf iéts ge
zegd had.
Maar de breinaalden tikkende®. En Sien bleef zvtfj-
gen.
„Van nou tot zestiende", zei ze eindelijk, „is nog
weer vier dagen. En De Grouw wacht ook geen dag
meer op de andere helft van de huur. Dat weet-je".
Hij ging toet groote stappen door het kamertje beeaien.
Wat zij, een-goed teeken achtte...
„Ik ka® 't niet doen P\ ^ei hij. v.
Sien bleef aan haar kous voortgaan.
't Wjerd al-donkerder in het kamertje.
Hij zat te peinzen fin- zijn stoel. Dat kende zo. Zij Wist
dat in het trotsche eerlijke gemoed Van oud-gediende
een harde strijd "nu werd gevoerd. En .zij paste er wel
voor op(.hem le storen.
Zij zei geen woord. Liet hpm over aan z*n verdriet
en z'n inner lijken kamp.
Maar den volgenden ochtend h'ad vader een nieuw
papieren front je gehaald. Borstelde en wreef en poetste
nog' veel langer dan anders aan z'n ,kleenen, z'n schoe
nen. z'n hoed. Sien zag best»'dat .zijn handen beefden.
En dat Jan Kramer erg "bleek zag. Zij Jhad' "echt en
groot medelijden, bok' nu. maar 't moest. (fk .zei het
reeds: de nood was te groot.
Jan Kramer, de oud-gediende .had een paar oude
handschoenen met inkt öpgekaleiaterd en voor de ge
legenheid aangetrokken. Hij zat nu al over het kwar
tier te wachten in de zitkamer van .meneer Duin, den
ouwe-vrijer. Hij'wreef al maar met het vlak dor han
den .over de kniep,unlenv dat de zwartlakensche broek
leelijk begon le glimmen. Hij zat te .turen naar d"e pen
dule... Nu en dan kwam er een (Zweetdroppeltje lus-
schen de grijze haren of de grauwe bakkebaarden. Dat
vooruitzicht, meneer Duin, dien hij toch eigenlijk
alleen kende uit „De Kroon", waar hij 's middags wel
eens 'n steentje met hem. legde, honderd gulden te leen
te vragen pp z'n eere-woord, een schuldbekentenis en
..redelijke rente-vergoeding". het drukte hem de
keel dicht. In de belendende slaapkamer hoorde hij
stommelen, 't Was „over tienen. Maar de hospita ,yan
meneer Duin had hem' verteld, dat meneer dien nacht
om half drie was thuis gekomen. „Dat's .oen vroe
gertje" voegde hospita .er bij, in de richting van me
neer Düin's Slaapkamer een handbeweging maken van
Ja. 'J is er me zoo-eentje... En toen ze bij de kamerdeur
gekomen was, schudde zij nog eens het hoofd... Waar
Jan Kramer nauwelijks op lette... Hij begreep niet
eens wat 't beduidde....
Keek al-maar op "de pendule. Wachtte sidderend en
'zweetend... Plotseling giitg die deur van de slaapka
mer open. Daar was meneer Duin. Met glazige, tranen
de ooge® verwarde haren. Roode vlekken op hel gezicht.
Hij knipoogde tegen het felle daglicht. Zag Jan Kra
mer, die was opgestaan en boog... Met heel-vriendeJijk
glimlachje...
„Hé", zei meneer Duin met schorgeluid, en hij hui
verde. z'n verlepte chamL'e-cloak om zijn lijf wikke
lend. orfdamks de zwoele warmte in zitkamer...
Hij ging zitten. Had eeh bierfleschje van buffetje
enomen en leegde een glas met een. paar teugen,
bheen Tben wat bij te komen". Maar leefde toch nog
als JLn een röes. half-bfegrijpend.
Toch' herkende hij den ander.
„Oh, meneer Kramer, nu zie ik eerst goed.... 't Is hier
zoo donker..."
Jan Kramer zat al te praten. Nog heviger beve®d
dan straks... Papieren uitstal]end. Cijfera neerschrijf-
vend. Kwitantie® toonenud. Telken» het nu gudsenid©
zweet wegVeeigiend!.
Maar meneer Duin Btn&pt© er blijkbaar niets va®,
„Je mot bandier praten,!" zei hij opeens. „Ik heib
soms wat la»t van mij®, rechteroor..." Eb hij begon
te vertellen, uit te leggen, hoe 't kwam, dat-Je last
had van dat rechteroor. Jan Kramer zat op heete
koten... Greep telkens maar naar z'n papieren, kwlta®
tlën... Trachtte het chapiter weer aan te roere®
Had bovenmensohe lij ke Inspanning ®oodI|g om te vol
harden- Wou telkens vertrekken... Maar dacht da®,
aan wat Sten, had gezegd... Van Keee' Balvers, dlie
't anders zo® hebben aangepakt... En aaa die hypo
theek,, de tweede huurheift.
„Wat wou Je nou eigenlijk?" vroeg meneer Duin
eindelijk, geeuwend van katterige nervositeit b4J het
schichtig pratend gedoe van cafékehmis...
Hij kneep de oog en stijf-diicht. Bn probeerde te
luisteren.
,„0, honderd pop wou Je hebben? Da,t's goed, bee-
te vriend. WeH-izekex. Wij zijn J® de wereld om, eb
kaar te helpen. Waarachtig wel... Met alle ptlezler."
Da tranen sprongen Jan Kramer Sn de oogen. Zoo
had hij 't niet diurven hopen. Wat aou Sien daarva®
zeggen,, als hij straks thuis kwam?... Nu aou ze toch
zien, dat-ia geen haartje minder was dan Kees Bal
vers...
„Welzeker." herhaalde katterige meneer Duin» blij'
dat het angstig, schichtig gefluister nu uit was, „met
plezier... Maar op het moment niet. Ik heb geen
sou ln huis. De tijdie® zijn er niet naar... Verslage®
stond Jan Kramer daar. Hem met wa®hoopsoogen
aankijkendW...wannoer?..." waagde hij...
„Tja,"' zei meneer Dui®. zich ito. z'n fauteuil uit
strekkend en de ledie® rekkend, ®a< ee® handen, nieu-
wlst, dajt Ik elk oogenjbïik bereid was, jou als je
vrouw te volgen. Maar Je had i® het geheel ge<m pla®
mij tot Je vrouw te maken. Des nachts was je, zon
der een ©nkel afscheidswoord! verdwenen. Moest ik
toen niet overtuitrd zijn. dat Je mij schandelijk be
drogen had?"
„Det ik tha®a weer teruggekomen, ban. is toch wel
het beste bewijs, hoeveel onrecht Je mij met zulke
gedachten hebt aar-gedaa®.. Maar wij mogen hier niet
blijven, lieveling. WIJ zijn te dicht bij het huis, en
het zou een g~qot ongeluk voor mij zijn, Indien 'me®,
ons verraste, (teen rnensch mag voorloopig tets we
ten van m'lJin ihierzijm"
„Laat om» dan naar dien oude® wquidstoel gaan
Daar zijn wij, geheel zeker."
Met Uchte schreden ging zij hem vooruit op den
zachte® boschgrond- Bij tusechenpoozen keek zij naar
hem om, en 1® haar wonderlijke oogen schitterde ee®
phosphorcaihtilg licht, zooajs in die van, een roofdier
dat op biufit uitgaat. Het scheen alsof zij steeds nog
twijfelde a»® hetgeen werkelijk gebeurde, en als
moest zij zich steeds opnieuw overtuigen dat zij ®i«t
door een droombeeld bedrogen we/rd.
Zoo geraakten zij na een korte geluldlooze wan
deling aan de afgelegen plaats ln het dichtste va®
het bosch, die hun uit vroegere dagen ajs een pilnatg
van geheim liefdjesgeluk bekend zou zijn-
Een oeroud© machtig» beuk verhief zich hier ma
jestueus uit haar lage omgeving, met ha®r prachtig
bladerdak het vervallen overschot van een •wellicht
reeds vele Jaren gelede®, van dunin© lattem giet immer-
de, tegen haar stam leunende jachthut' beschermend.
Op een, der onderste breiden der trap ]te(t die jonge
man zich neer en trok het nog slechts awak zich ver
zettende meisje op zijn schoot.
Haar arm op zijn schouder geleund, blikte Wa®da
met haar fonkelende ooge® in zijn gezicht, scherp-
gesnedan met donkere® baard. „Hoe ben je ito, een-
jaar veranderd., Stephan! Deze baard1, waar ik niets
van houd, heëflt jo e&n geheel a®der aanzie® gege
ven. Wiie weet,, of Ik je wel dadelijk herkend had,
Indien ik nie/t door. je signaal zeker geweest was, dat
ik jou zou vinde®."
„Mijn baa®d staat je dus niet aan?" vroeg hij op
schertsecden toon. „Nu goed, wij zulle® hem afsche
ren, zoodra meer rinn vijftig mijlen, utsschen ocs en
het slot Sambor liggen. Maar tot dat oogenb1!k zult
ge hem moeten dulden, en lk zal zeer tevreden zijn
indien hij do® ee® of andere® veriilnldërt mij dadelijk
te herkennen."
wen geeuw. „Tja laat, es kijken... Over een dag of
tien. Is dat goed?"
Jan Kramer dacht aa® termijn ram hypotheekrente,
va® tweede huurheift... Maar als-ie nu zekerheid kon
krijgen van meneer Duin... 't Zou een worsqele® zijn
in die tien dagen... Maar afijn, met deze gera®tie
voor zich...
En heel nederig vroeg hij: „Zou ik da® op den
18en a.s. misschien kunne®, rekenen op die honderd
gulden?"'
„Stellig," zei menefrjr Duin, die met gesloten oogc®
ln zijn fauteuil lag. „Nou,, dat la tin orde hoor! Nou,
adieu Kramer. Wees maar niet ba®g, jongen. Ee®
man een man, een woord een woord!"
En hfj stak oud-gediende een paar klamme koort
sige vingers toe...
In e^i hoekje va® café zal huisbaas te wachtesn
Jan Kramer had hem wterton te sussen. Niet geweifeld
zijn eerewoord te g©ve®, dJat hot i(n, ord© was. Op dten
18en, zou meneer Duiln hem helpen.
E® huisbaas had zich late® beprate®. Was al dik
wijls door huurdertjes gefopt Maar dat eerlijke go-
zicht, die heldere oogen va® oud-gediende ko® hij
niet wantrouewn.
„Best," had huisbaas gezegd, „ik zal Je da® ge-
looven Maar den lSen ga lk met Je mee. Dat staat
vast. Je zegt, in de Kroon zal die Dui® je betalen.
Goed ik wil het aannemen. Samen, gaan we er
heen. En krijg dia® direct m"n oemte®. Dat kun jo
mij niet kwalijk neme®, hè?"
Het was voor Ja® Karmer ee® hard, en zuur ge-
lag. Maar hij berustte... d© honderd pop van metaöex
Duin waren „safe".
Aan zijn gewone stamtafeltje zat meneer Duin te
dominee ren. Met roodien kop, matte ooge®. HIJ had
een zwaren r.acht achter don rug, de man uit
kring van kleine mensdhje».
Ja® Kramer tikte h»m een» op de® schouder.
Met lodderige® blik keek hij omhoog...
Zag glimlachend buigend oud-mannetje.
„Zoo meneer Kramer,'" zei hij, met dlkk© tong.
„Gaat het goed?"
„M... M... Mag ik u... Misschien even... u weet
wel?"
In de lodderige oogen kwam wel iets van begrljr
pen, herinneren. Maar meneer Dufi® wtl-de n,let snap
pen... Het fuif nachtje hajd hem ragend veel duitetn,
gekost,. Hij had 's middags ee® „strop" gekregen
aan ee® zaakje, wa®r-i© anndlg winstje van gehoopt
had
„Wat is er?" Vroeg meneer Duin, „spreek maar op.
ik heb geen geheimen voor deze heeren
En Jan Kramer overwon de groote schaamte, hem
overrompelend. Zinspeelde Op de honderd gulden, di_
meneer Duin hfem vandaag den 18en immers zou Iee-
nen... Voor zes maanden...
..Bon-je bedonderd riep meneer Duin uit, zich' da
delijk van het zaakje willende afmaken en tevens zijn
woede öVer duren, fuifnacht en „stropje"- koelend.
„ben-jij razend en, bedonderd, kerel? Aan jou honderd
fulden beloofd'?... Je bfent een schurk. Een oplichter.
!en chanteur. Dat ben-je!"
Er verzamelde rtch groepje om tafel van meneer
Duin. Jan Kramer was even teruggedeinsd. Hij kon niet
saamvatten het verschrikkelijke nu over hem komend.
Hij zag huisbaas, "die alles géhoord had. op hem aan
komen. Met gebalde vuisten.
„Oplichter, die je "bent", schreeuwde de Huisbaas.
„Dat is een formeele chanteur", schreeuwde meneer
Duin... Maar kon er niets bijvoegen.
Want ongelukkige Jan Kramer was op hém aangevlo
gen. En zijn magerev oudere handen snoerden om den
dikken, rooden hals yon ouwe-vrijer, dat ieder ben
beroerte voorzag...
„De beklaagde", zei de voorzitter der Rechtbank, voor
welke Jan Kramer terechtstond wegens beleediging en
mishandeling, gepleegd op Hendrik Duin, rentenier,
„de beklaagde beweert stellig, dat u hém beloofd hebt
financieele hulp te zullen bieden. En doör de plotselinge
teleurstelling, gevoegd bij de scheldwoorden hem naar
he hoofd geworpen, zou h{J jn woede ontstoken zijn..."
Meneer Duin stond daar. Voor de plechtige gelegen
heid in zwarllakensch pak gestoken. Met zwaargouden
ketting op het embonpoint Nu zeer nuchter, want
hij wilde voor dé edelachfbaren goed figuur slaan.
..Wat is daarvan waar", vroeg de voorzitter.
Meneer Duin haalde die schouders op. „Niets, ejkJ
achtbare" zei hij.
„Heelemaal niets?" vroeg de voorzitten
^Positief niet" zei meneer Duin. misschien heb
ik 'den beklaagde gezegd dat ik over zijn verzoek bm
hulp zou denken... Dat ijr 't overwegen zou..,. Maar..."
Toen meneer Duin zoover gekomen was, wilde be
klaagde hem in de rede vallen. Maar do voorzitter wenkte
hem te zwijgen...
En de meeaten in die zaal kek-en met Wlnachting naar
dat oude. schamele kereltje in de zondaarsbank. Dach
ten ja, zoo'n man! als meneer Duin zal me "tiaar
zoo maar honderd! pop leenen aan zoo'n vent... „Dan
zou-ie toch?" zei een op de publieke tribune, met wijs
vinger naar het voorhoofd wijzend...
„Nou! En Of!" beaamde buurvrouw...
MAITRE CORBEAJLTi
GEOORLOOFDE UITVOER.
Iemand te Óldamht, dit© zich herhaaldelijk, te Ntou-
weschans had overtuigd vah den drukken uitvoer va®
„Dat klinkt veer vreemd, Stepha®. Heh Je dia® ne*
de® je voor Iemand te verbergen?"
„De meest klemmende, lieve schat, en indien, Je
wat aan ons toekomstig geluk gelegen is, dan moet
je me n'et aJtee® bewijze®, dat Je ka® zwijgen, maajr
je moet mij ook hpipen om mij® doel te bereiken.'"
Inniger n<xg ajs ter ore® vleide zij zich tege® zij®
borst. ,„Ie weet, dat er niets op do wereld is, dat Ik
niet voor Je zou willen dtoen. Indien He er maar zeker
van ben, dat J« me niet tn d©n stook lajat."
„Zou ik Je hebben opgezocht, kleine twij fedaarsber,
als dat mijn pla,® was geweest? Maar je moet mij
volkomen verltrouwen,. ook inidLej® lk Je niet dade
lijk alles ka® Vorklaren. Je mag me ook n1©t met
vragen lastig vs'ien. Wil Je mij dat beloven?"
HIJ voelde dat zij een. weinig van hem terug
week. Al te vast scheen haar vertrouwen in hem
nog niet te zijn.
„Waarom wil Je geheimen voor mij hebben?" zoo
vroeg zij ln piaVs va® te antwoorden, „Twijfel Je
er soms a®®„ dot hert bij mij niet goed. bewaard, zou
zijn?"
„In het minst, niet- Maar ik ben wa,t bilgeloovlg,
schat, en 'k heb de ervaring opgte-daan, d®t ondern#»-
mingen, waarvan hel slagf® nog on-zeker is, gewoon
lijk mislukken, wanneer men daar te vroeg overgaat
spreken. Alles wat ik Je zeggen kan. ie, dat ik naar
Sambor teruggekeerd ben, om mijn rekening met een
'ld d^r grafelijko fa®iilie in het rein© te brengen.
Het ka® binnen enkele dagen gebeurd zij®, maar het
ka® ook weke® dure®, en er is mij veel aan geltegO®
dat gedurende dezen tijtd- niemand buite® den bedoedi-
de® persoon iets van mijn hierzij® gewa®r wordt. Ik
heb mij tot nu toe onder eén aangenomen naam
in Nehat opgehouden en
Met opnieuw gewekt wantrouwen viel ztj hem in
de rede. „Je bent dus niet vandaag eerst gekomen?
Je bevindt je reeds langere® tijd in deze omgeving,
en toch heb Je tot ®u t©e gedraaid om mij op te
zoeken?"
„Het mocht niet eerder gebeuren, schat geloof
mij toch. Zelfs va®an®g nog is het voor mij® doel
eie® ta,molÜk, gevaarlijke onderneming. Was het ver
langen naar jou niet zoo onweerstaanbaar geweest,
dan had ik, alleen mijn verstand latende spreken, het
wederzien zeker nog wat uitgesteld."
„Het was dus werkelijk alleen het verlangen naar
mij, dat ja hierheen gevoerd heeft? Je bedriegt mij
dus niet, als Je mij zegt, dat je nog va® mij houdt?"
„Hoe dikwijls moei Ik dat herhale®, lieveling. Waar
vee, spek, enz. naar Dufcsdhlnad, heeft daarop de
aandacht gevestigd va® een Twepds Kamerlid, omdajt
velen aldaar en ook elders ln de provincie Gronin
gen dch bezorgd maken, dat te veel wordt uitgevoerd
en straks hier gebrek komt, en vleeech en spek al
leen tegen zeer hooge prijzen zijn te krijgen.
Bedoeld Kamerlid hcfeft, naar het N. v. d. D. mede-
deelt, het aan hem gericht© schrijven doorgazonden
aan den. minister va® Landbouw, NUvarheld an Han
del, en deze antwoordde:
„Ingesloten ontvangt u het achrijfvo® van den heer
terug. U zoudt mij genoegen doen, met hem to
antwoorden, dat het as® de regoering bekend is, dat
verschillende land- e® tute.bouwproducten, alsook vee,
varkens, enz., worde®, uittgövoerd-; dat die ultvoer
geechiedt niet ajleen ®a®r DuStachfend.' maar ook naar
Engeland en Eelglë, e® dat erop wordt toegezien, dat
er voor het bdnnenJandScih, verbruik genoeg overblijft.
Ge zoudt hem er vernder op kunne® wijaen, d»(t pulk
een uitvoer volstrekt noodzakelijk is: da,t daarmede
invoer va® producten, waaraa® ons land groote be
hoefte heeft, inzonderheid1 aa® 8t©e®kol©n e® graan,
wordt mogelijk gemaakt, en dat, a's dd© uitvoer niet
geschiedde, de werkeloosheid met aj hoor gevolgen,
nog veel grooter ton worden, da® toch roette het
géval zijn zal."
RAAD VAN HARENKARSPEL.
Vergadering op Donderdag 27 Augustus 1914, 'des
namiddagB half vietr uur.
Voorzitter de heer J. Burger, burgemeester; se
cretaris de heer Jb. Dam. Aanwezig eJile leden.
Na opening der vergadering volgt de leting en
goedkeuring der notulen.
Van Oed. Staten was namens de® Minister va®
Binnenlandfeche zaken een, schrijven gekomen, waar
in de mededeoling dat vak j, vrij©- en orde-oefenln,
gen i® het leerpfla® moest worden opgeuomrtn. Wel
kunnen de oaidera der leerlinge® eén schriftelijke
verklaring afleggen, dat z\j dit onderwijs voor hu®
kinderen ®i©t wanschen, d© gelegenheid om bet on
derwijs te kun®©n geven, moest echter toch worde®
gemaakt God. Staten drongen er op aan, het onder
wijs in vak J té geve®.
Mededeellng was ontvangen dat In de maand Juli
3920 kub. meter gas was verbruikt. De kolen-voor
raad aan de gasfabriek te Warm«®hutzea was vol
doende tot November.
Voorzitter vo®d dat de directie ea® pluimpje toe
kwam voor de -goede zorgen in dirt opzicht.
Volgens ingekomen Bchrijven was de Rljksvergo©-
dlng voor het lager onderwijs f 3260. De schoolgeld-
heffing over het 2e kwartaal was goedgekeurd.
Een schrijven van de afdeel ing Noordholtend vb®
den Bond va® Gemeente-ambt?na re® wordt, voor ken-
nisgevuig aa®ge®omen. Er werd hoofdzakelijk op het
onbillijke gewezen va® verschillende uitgaven, die
thans va® gemeen te-o®tvangere worde® geëischfc, aj©
verlicht en verwarmd ltokaa-1, enz. enz.
Tegen de saj arts regeling der onderwijzers hadde®
Ged. State® bedenking. Enkele bedenkingen, hadde®
Ged. Staten losgelaten na een daarover va® B. e®
W. ontvangen schrijven, maar met een punt konden
zij zich ni©t vereenigen. Er eto®d ln de regeling dat
na, 40 jaar dienst in de gemeente f 100 verhooging
zou worde® gegeven, dit wenscht©n Ged. State® te
doen ingaan na 25 Jaar dienst I® d© gemeente. B. en
W. wilde® ook indit opzicht hun standpunt, ha[®dltiar
ven. Door de laatste verhoogingen zou de hoogere
uitgaaf voor de gemeente i® 1915 reeds f 400 bedra
gen, werd aa® den eiseh va® Ged. Staten toegegeven
da® werd dit f 600 en gelet op de benarde tijdsom
standigheden., achtte® B. en W. dat hoogst o®ge-
weascht. De Raad is het met B. en W. ©ecs en oaJ
i® dien zin aan Ged. State® worden- geschreven.
De Bouw- en Woningver ordening- was ®iet geheel
®aar den rin va® Ged. State®, de gewenschte wijzi
ging werd aangebracht en m gunetUr advies eter Ge-
zondheidBcomimlsele te Behagen, wordt d© verordaniinig
thans opnieuw vastgesteld.
De gemeenterékening wordt goedgekeurd- 1® ont
vangst op f 27237.66%, uitgaaf f 25512.18%, batig
sa do f 1725.48. De gemeemtebegrooUng wordt aan
geboden I® takomet e® uitgaaf f 23460.47, met een
post va® onvoorziene uitgaven van f 1086.09%. De
begrooting va® het Burgerlijk Armbestuur wordt
eveneeng aangeboden 1® ontvangst en uitgaaf van
f 4075, met f 631.50 voor onvoorzien© uitgaven! e®
f 2000 gemeentesubeidde.
Met algemeene stemmen wordt, goedgekeurd om 'n
bedrag va® f 193.14 uit den post voor onvoorziene
uitgaven te betalen.
Evëneena wordt met algemeen© stemmen aanj B. e®
W. een blanco crediet toegestaan om de vrouwe® e®
kinderen der opgeroepen militairen t» steunen. Thans
werd uitbetaald 60 ce®t per dag as® elke echitgetnoo-
te en 10 cenjt per dag voor elk kind'.
Evenals anjelier© Jare® öoli ook dit Jaar schouw ave**
de gemee®teJa®|derijea worden gehoude®. Tot letten
dier commissie worde® aangeweze® de heere® Bakkér,
Doekes, .Groot e® Hooglaad.
De heer Hoogland- a-dht het niet de geschikt© tijd
om de landerijen te fcnspecteeren. Er zullen uiltje-
plichtlgen zij®, die uit hun werk zij® gehaald.
Voorzitter oögt, dat voor zulken wat d^r le vin
gers moet worde® geziie®, maar er zij u, vOk nog
andere huurders. Hierna sluiting.
H4AGSCHE ONZIJDIGHEID.
De tallooze buitenlanders, vooral An„ rika®c®, die
1® dezen tijd i® of over Nederland ev goed heenko
men zoeken, verklaren herhaalde! i ik- getroffen te
zijn door de flfltntsenaa.m aandoende wijro waarop me®
mee heb ik dien twijfel toch vertOteud?"
„Ik denk, dat Je je daar niet ovv.r behoeft te ver
wonderen, na al'cs wat ik door Jon geleden heb. Het
zou waarljjk niet goed zij® indien het Je ook nu
slechts om een vluchtig tijdverdrijf te doen was. e®
wanneer Je het plan had mij nog eenmaal te bedrie
gen. Ik heb het eens vért?"'-*,. n, e® het scheelde niet
veel of lk had het ©verw nnem. Voor de® tweede®
keer verdraag ik het zeker niet, e® het zou niet an
ders kun®©® ednd-igcn <V.a met een groot ougeiuk voor
ons belde® Daarom ac t Je nu oprecht tegenover mij
zij®, Stepha® Indien je inij niet zware® kunt, dat
J© het eerlijk meent, d- te het beter dat wij elkanr
der vaarwel zeggvr om elkaar nooit weer te ont
moete®"
„Ben Je kla&rï vroeg hij lachend. „Nu goed. zoo
zeg mij de verschrikkelijke eedsformule voor, d'e Je
gerust kan stellen. Ik ben met vreugde bareid ook
de vreeeelijkste eed en ai te leggen."
„Gij beziet het va® den vroolijken kant, maar mij
is heit bittere ernst. Ik zou ee® verraad niet over-
levq® Maar ook gij zoudt er geen pleizier va® bele
ven. want ik ben geen vrouw die zich ongestraft zou
l®te® beleedlgen."
„Met al deze ophelderingen, lieveling, verliezen wij
de® kostbare® tijd. Moest ik mij daarom met een hart
vo! brandend verlangen, langs aller led omwége® van
Nehat hierheen gespoed hebben, om verwijten em be
dreigingen te hooren? Laat mij je due tnplaats vb®
allerlei dwaze eeden te doe® mijn pla® ontwikkelen
e® oordeel don zelf, of ge nog reden hebt om mij
te wantrouwen. Ik ben J® het bezit va® dingen, die
voor Iemand uit de familie va® graaf Schlachter v-aft
onschatbare waarde zij® en ik ben voornemens ze
voor hun volle waarde te verkoope® Indien ik deze
omgeving verlaat zal ik over ee® vermoge® beechük-
ken. dat mij in staat stelt mij eindelijk ee® zorgeloos
bestaan te scheppen, e® daar ee® leven zonder jou,
mij® lieveling, niet de geringste waarde voor mij
heeft, behoef ik Je wel ntet te verzekeren voor wie
iik dat alles doe. Zoodra lk mij® doel bereikt heb,
zullen wij te zamea naar Weanen gaa®, om oub
daar zoo spoedig mogelijk 1® het huwelijk te late®
ver hinde® E® omdat je meerderjarig ben. hebben
wij de toestemming va® je vader ®iet noodig, en la
het voldoende ate wij hem voor ae® votkkongt® feit
plaatse® Het zal dus alleen, op jou aankomen. Wab-
da, en of Je den moed hebt mot mij mee te gaa®"
Wordt vervolgd.