Alititti Nieuws-
GRATIS.
DONDERDAG 24 SEPTEMBER 1014.
57ste JAARGANG No. 5460.
NIEUWE ABONNÉ's
Erfgraaf Udo.
Onze vrienden de Belgen.
SCHAGER
COURANT.
Uit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
den A-DVBlirRNTiR^ in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
Uitgevers TRAPMAN Co.
SCHAQEN, LAAN 0 5. - Int. Teleph. NO. 20.
Prjjs per jaar f3.—. Per post f8.60. Losse nummers 5 oent.
ADVEETENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
op de Schager Courant ontvan
gen tot 1 October de nummers
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Zitting van Dinsdag 22 September 1914.
EEN TREURIGE GESCHIEDENIS.
De eerste beklaagde vandaag was de landarbeider
Tames Braaf, een der arbeiders van de plaats „De
Hefboom" te Annai Paulowna van den heer Delcourt
en in huur bif den heer P. Dz. Kaan, die er op
zijn beurt de hoer Jan de Boer ais bedryfsboer op
heeft.
In den nacht van 21 op 25 Augustus j.I. te kwart
over twaalven, bevond beklaagde zich met zijn broer
Cornelis Braaf op het besloten erf van de genoemde
Boerderij. Het doel was om eenige zakken gedorschte
groene erwten, die reeds onder het kaf verstopt wa
ren, weg tc halen. Maar dio zakken erwten, .waren
daar reeds eerder ontdekt geworden en met die om
standigheid werd de politie in kennis gesteld, die nu
wacht hield. Vóór de gebroeders Braaf zich met de
erwten, die Zij zich zoo wederrechtelijk wenschten toe
te eigenen, in veiligheid konden begeven, werden zij
dan ook op heeterdaad betrapt, aangehouden en in
voorloopige bewaring gesteld. Cornelis Braaf trok zich
het geval zoo zeer aan. dat hijf zich in het arrestanten-
lokaal te Anna Paulowna al spoedig door ophanging
van het leven heeft benomen.
Tames Braaf, sinds eenige weken te Alkmaar in het
Iluis van Bewaring in preventieve hechtenis, bekende
het ten laste gelegde wegnemen der erwten. Hij .was
er toe gekomen, door den angst voor de tegenwoor
dige ernstige tijden, we tengevolge van den borlog
beleven.
De President wees hem op het verkeerde van zijn daad.
waar hij bovendien goed loon verdiende en geen gebrek
had aan 't noodige.
De eenige getuige, de heer P. Kaan Dz. verklaarde,
dat beklaagde een goed arbeider was, waarover hij
zijn tevredenheid uitsprak en getuige had niet gedacht
dat beklaagde tot zoobiets komen zou.
Braaf verklaarde nog huisvader van 4 kinderen te
zijn. ..terwijl vermeerdering van het huisgezin te wach
ten is.
De O. v, J. achtte het een ernstig delict en meende
dat de "vrees voor de ernstige tijden, door beklaagde
gekoesterd, niet zoo erg behoefde geteld te worden.
Spreker eischte tenslotte wegens diefetal 6 maanden gc
gevangenisstraf tegen Braaf.
Mr. Cohen Stuart. verdediger, hield een zeer wel
sprekend pleidooi voor zijn cliënt en wees op verschil
lende lichtpunten in deze zaak. De angst voor den
oorlog bij dezen eenvoudigen werkman vond pleiter
volstrekt niet'zoo onbegrijpelijk. Immers die angst werd
volkomen gedeeld door ambtenaren^ jlie zeker zijn van
hun salaris. Zelfs menschen van onzen stand en ont
wikkeling hebben, aldus spr.x dien angst, vooral in het
begin van de crisis, .gekoesterd. Dan is de man gunstig
bekend en zijn patroon is zelfs bereid, hem weer in
dienst te nemen. Als de rechtbank een clement cn
humaan vonnis wil vellen, dan dient ook in overweging
te worden
het
worden genomen, zijn wroeging en zelfverwijt o- ei
tjiedeschuldig zijn aan den dood van rijn broer.
FEUILLETON.
18.
Hojlensteln was niet direct gereed met een ant
woord op df-zc verrassende verklaring. Van a.1 de
onbegrijpelijkheden, die hij tot nu uit Edltha's mond
had gehoord', was dit wel het meest onbegrijpelijke.
Had hij, haar niet zoo goed gekend en niet zoo dik
wijls vol bewondering geweest voor de scherpte van
haar verstand, hij, zou met ernst hebben, gevreesd,
dat zij aan waanvoorstellingen leed. Maar nu stond
hij volkojnen. radeloos tegenover haar duistere nede-
neeringen en hij zag haar In, zwijgende verwachting
aan, overtuigd dat zij zelf de noodwendigheid moest
gevoelen, aan haar laatste woorden een verklaring toe
te voegen.
Na, een korte aarzeling zelde zij dan ook werke
lijk: „Ai-les wat hij onderneemt rlc/ht zteh slechte
tegen mij. Ook Udo's ontvoering Is niet anders dan
een middel om mij, sneller aan, zijn wil en verlangen
te onderwerpen. Ik ben reddeloos verloren als het mij
niet gelukt om aan zijn eischen te voldoen."
Dat was genoeg om Hallenstein te doen begrijpen,
hoe de zaken stonden, maar het was niet genoeg om
hem op de hoogte te brengen hoe. de gravin, Schlach-
ter in. zulk een, afhankelijke positie kwam tegenover
den vroegeren secretaris van haar vadJer. Een nog
pijnigen/der argwaan dan straks wilde rioh van hem
meester maken. Straks had hij dat gevoel met ge
weld onderdrukt, maar nu gelukte hem dat niet zoo
vlug. Want tenslotte was er van al dat zonderlinge
en vreemde slechts éen enkel© beteakenis een be-
teefcenis die hem het bloed; ziedend heet naar de
wangen dreef en hem ton prooi deed worden aan een
nameloos wee, wakker geroepen door de hartstoeh-
telljkste Jaloezie.
„Dat klinkt waarachtig alsof u aan dien eerrooze
hulpeloos bent overgeleverd." Bedde hij' op een toon,
die hetm tegen zijn w£l deed verraden welks gevoe
lens hem op dit oogenbllk beheerschten- ..Maar ln
werkelijkheid kaai dit toch nooit het geval zijn. Geer
mij het recht u te bevrijden en ik geef u mijn woord
van eer, dat de ellendeling spoed tg) onschadelijk ge
maakt zal zijin."
Editha was door de heftigheid zijner redeneertng
Pleiter stelt voor dat de rechtbank 5 weken oplegt met
a^rek van preventief. Als dan de uitspraak plaats vindt,
kan Braaf. die 5 weken voorarrest doormaakte
m vrijheid worden gesteld. Voorts vindt pleiter dat hier
niet van diefstal maar van poging daartoe spróke is
Onder deze omstandigheden acht Mr. Cohen Stuart
den beklaagde niet zoo schuldig als de Officier meent.
DEURENR DICHT.
De volgende beklaagde Is Franciscus Gerardus Roo-
beek uit Alkmaar wiens zaakje met het oog op de
goede zeden met gesloten deuren wordt behandeld.
NOG GEEN RUZIE GENOEG.
Een 19-jarige jongen uit Limmen. met name Adria-
nus Winder, had aldaar den 12den Augustus 1.1. oneenig-
heden met een dorpsgenoot. Wilhelmus Dekker ge
naamd. Winder maakt ten behoeve van de brandstoffen-
zaak van zijn tante nogal eens gebruik van den open
baren weg om daarop trekdier en brikettenwagen te
deponeeren, wanneer het laatstgenoemd voertuig gelost
of geladen moet worden. Dat "kan echter yoor de
onbelemmerde passage eventueel bezwaar opleveren.
Daarvan kreeg Dekker ondervinding, toen hïf met zijn
rijwiel en paard aldaar passeerde. De toestand was
- en al niet voor de eerste maal zoodanig, .dat
hij niet behoorlijk kon pauseeren. Dekker begon daar
over te morren in minder vriendelijke bewoordingen,
met het gevolg dat Winder hem mishandelde. Deswege
werd tegen Winder f 15 of 10 dagen hechtenis ge-
eischt
ONDER DEN INDRUK.
Volgt beklaagde M. E. v. d. NIeuwenglezen, geboren
en wonende te Den Heider. die op 15 Augustus 1.1.
beschonken op den openbaren weg nancerde en in dien
toestand door déh agent Blijendaat werd opgemerkt en
aangehouden. De politieagent wilde hem opbrengen,
maar hevig verzet volgde en als gevolg daarvan werd
tegen Nleuwengiezcn thans 3 maanden gevangenisstraf
geëischt
OM DB MEISJES.
Niet verschenen was de schippersknecht NIcolaas Bijl
uit Alkmaar. Zijn zuster wera nqgal eens nageloopen
en lastig gevallen door den Schager timmermansknecht
C. van Furstcnberg. Dat kon Bijl riiet hebben en toen
hij meende dat de gelegenheid schoon was. gaf hij den
timmerman op een goeden dag een pak slaag. De
President wees er den timmerman op. .dat hij was ge
zien met meisjes met loshangend haar. Cornelis scheen
ztch daar niet zoo heel veel van aan te trekken.
De O. v. J. eischte tegen BIJT, wegens mishandeling,
f 10 boete of 10 dagen hechtenis.
EEN NOODLOTTIG ONGELUK.
Volgt beklaagde Hendrikus Jacobus Derdes, [timmer
man te Zwaagdijk, gemeente Wervershoof. Deze be
klaagde. geboren 9 Februari 1885 te frsctn. .had dit
voorjaar een boerenhuis gezet te Oudijk. gemeente
West woud. voor den veehouder Klaas Laan aldaar.
Den 16den Juni was Gerdes daar nog aan het werk
met een 18-jarigen knecht Cornelis Keizer genaamd,
een weesjongen uit Medemblik. die daar een paar jaar
timmermansknecht is geweest en daarna sinds 'een jaar
bij Gerdes in betrekking is. Er moest op een steiger
nog wat werk aan een makelaar van den gevel worden
verricht. Daartoe was er nog een korteling noodig.
De steiger was als gewoonlijk uit palen. juffers
samengesteld, die in den grond zijn gezet en verbon
den zijn met schakels lange dwarsbalken. Daarover
gaan de zoogenaamde korteling, waarop eindelijk de
steigerplanken rusten, die den vloer vormen waar
op de ambachtsman zijn werk verricht. De benoodfgde
korteling was door den knecht naar boven gebracht
en werd onder de steigerala"nken gelegd tot steun. Ger
des verklaart, pog aan zijn knecht te hebben gevraagd
of dat stuk hout goed was als korteling. wat Keizer met
„ja" beantwoord heeft. Daarop heeft Gerdes. zonder
zelf het stuk hout te inspecteeren. goedgevonden, dat
het tot onderdeel van den steiger gebruikt werd. Zelf
moest hij op hef gebouw zijn voor het werk aan den
makelaar. Dé knecht zou op den sfeiger even een in
keping maken in den ma Keiaar. Maar daór breekt
de korteling die Keizer aangebracht had en waarin
een groote kwast zat. zoodat het stuk hout ondeugde
niet beleedfed blijkbaar, waart «een toom of gekrenkt
zijn, ma&r diepe, hopelooae treurigheid toekende ztch
op haar gelaat af. „U kunt mij, rriet helpen, wer
kelijk niet. Ik dank u wel voor uw vriendschappe
lijke bedoelingen, maar het te beter, dat u mij aan
mijn lot overlaat. Het 1b mijn eigen whuld."
Roods bij haar laatste woorden had het meisje
zich gereed gemaakt heen te gaan en liepen de beide
menschen eenige schreden zwijgend naast elkaar. Wat
zich daar tusechen hen h-;wl geechoww wme voor Hat-
lenetein niet zoo gemakkelijk fie overwtomen. Overtui
gender dan allee werd voor hem het g»voc»l, dat hij
de gravin hartelijk Hef had. Nu eerst, nu zij van
haar voetstuk was afgestort, waartegen, hU tot dus
ver had opgezien,, nu eerst was hem bewust gewor
den, haerveel of haar te verliezen voor rijn toekom
stig loven bëtoekende. Wat hij hij de gedachte aan
dien ellendeling, cUbe blijkbaar een groote rol in, haar
hartsleven had! gespeeld, voelde, was wellicht niet
zoozeer ijverzucht in den gewonen zin van het
woord, a's een gruwelijke, snijdende smart, de hard
ste dl© hij, sedert de dia©ön zijner kindsheid zich her
innerde.
Hij was niiot zoo vrij van egoisme, dat hem na de
laatste duidelijke afwijzing niet de verzoeking be
kroop om haar nu werkelijk maar aan haar angst
over te laten. Maar dat gevoel van zijn beleedigdj en
gewond hart was niet van langen duur. Toen zijn
blik slechts eenmaal Editha's bleek in zijn, diepen
kommer zoo roerend Hef galaat had gezien, was het
gevoel van trots voorbij en de beschaming over dit
leeljjk gevoel hielp hem. de zware daad der zelf-
erwinning te voleindigen
Kalm zelde hij: ,„De som dte baron JellltzTck e tocht
la die zoo groot?"
Verrast keek Editha hem aan. Zij had' blijkbaar
niet verwacht dat hij dit gesprek nog. zou voortzet
ten. Maar ln zijn kalme en tegelijk gelaten manier
was iets dwingends, dat haar half tegen haar wil
uknoodlgde om hem te woord te staan. ..Groot, Ja»
tenminste voor mij. Hij elsdht dertig duizend mark
direict, om dat bedrag later nog door vijftien dute.ni/d
te doen volgen."
„Waarneer ik het nu eens op mij nam, u uat geld
te verschaffen, zender dat uw vader in, het geheim
werd betrokken? Was d«ze aangelegenheid dan naar
uw wenschen geregeld'?"
Er ging een schittering van hoop over haar gelaat,
maar deze vluchtige schemer was weer spoedig ver-
lijk was als korteling. De steigerplankcn en de on
gelukkige Keizer vallen gezamenlijk van een hoogte
van 6 Meter en Keizer was nagenoeg direct dood. Dat
gebeurde 's morgens tegen elven. Even te voren had
den timmerlieden, .schilder enz. nog heel gezellig on
der een yrooHjk gesprek „Koppie-gedaan" en toen dit r
De schilder. Klaas Hoogland^ puurman van beklaagde,
was binnen aan het werk en schrok zich een ongeluk,
toen hij het heele stelletje naar lbeneden zag komen.
Keizer lag met zijn beenen in de richting van hel
huis op de betonstraat en met het hoofd in het gras.
Geheel ontsteld vloog de schilder blootshoofd per
fiets naar den geneesheer en naar den geestelijke. In
middels had Keizer al den geest gegeven.
Er werd Jn dit ernstige geval een onderzoek inge
steld door do politie, die in den loop van den pamïd-
dag ter plaatse arriveerde. Daar Gerdes de gebroken
korteling heel achter het nieuwe huls had gebracht,
laadde hij daarmee de verdenking op zich dat hij zich
er een beetje wilde uitredden. En EÏJ was met zijn
verklaringen ook niet erg scheutig geweest. BIJ 'po
litie «ti rechtercommissaris had Gerdes zich Zoo voor
deel ig mogelijk trachten te presenteeren. Ook hier poog
de hij zijn positie zoo goed mogeUjk te verdedigen. Maar
het was en bleef een fout van Gerdes, dat htt jalet
zelf het hout had nagezien, dat zijn knecht als korte
ling aanbracht.
Wegens het veroorzaken van dood door schuld, werd
tegen Gerdes 3 weken hechtenis geëischt.
DEUREN WEER DICHT.
De schippersknecht F. Pagano uit Alkmaar had oen
minder net 'zaakje aan de hand. De deuren werden bfl
de behandeling gesloten.
BELEDIGING POLITIE.
De beklaagde Klaas Mooi uit Hensbroek 'heeft te
Obdam den veldwachter Schouten beleedfgd. wat hem
heden een eisch tot f 10 boete, subsidiair 10 dagen
hechtenis op den hals haalde.
NOG ZOO IETS.
Evenals Mooi. was ook d evolgende, .tevens laatste
beklaagde P. J. v. d. Molen, visscher te Andfjk. niet
verschenen en maar stilletjes ,an dijk" gebleven. Hij
had in den nacht van 28 op 29 Juli den gemeenteveld
wachter Griffioen beleedigd in het café van P. Slnger.
De elsch tegen v. d. Molen was f 10 of 10 dagen
hechtenis.
De zaak van den heer Officier, contra P. Groen van
Egmond aan Zee, is door den heer Officier ingetrokken.
A'.s. Dinsdag de uitspraken.
In de Nieuwe Courant te 's-Gravenhage lezen we:
Nederlanders, dagbladcorrespondenten en anderen,
die België bezoeken, zijn zeer onder den indruk van
de daar heerschende animositeit tegen ons land en
onze natie. De algemeene stemming is er een van
wantrouwen en wrok. Men verdenkt ons. in schijn
neutraal, jn werkelijkheid de belangen van Duitschland
en het Duitsche leger rechtstreeks of zijdelings te die
nen.
.Van het praatje van den doortocht van Duitsche
troepen over Neaerlandsch gebied, is het nodeloos nog
een woord Je besteden. Op allo mogelijke wijzen is
aangetoond, dat geen Duftsch militair den Neoeriand-
schen grond heeft betreden dan als gewonde of als
vluchteling in liet eersto geval werd hij verpleegd,
in het tweede geïnterneerd. Dit is op zeer ruime schaal
in België ter kennis van het publiek gebrachtmei
volle medewerking van de Belgische pers. de Belgische
Regcering en andere autoriteiten, het Belgische gezant
schap hier ter stede niet in de laatste plaats. Wanneer
desniettegenstaande in België nu nóg de nonsens ver
kocht en geloofd wordt, dat de Duifschërs dan toef»
wel door... tunnels onder den NederiandscKen grond
zijn doorgekropen (het wordt inderdaad beweerd0, bljjft
ons niets anders over dan met een zucht te berusten.
Tegen dc domheid strijden zelfs de goden vergeefs.
m de Nederlandsche correspondentfes wordt er voort-
dwenjen. „Ik zon het ntet van u mogen aannemen,
dokter."
„O wat dat betreft, behoeft u njet zooveel strub
belingen te maken. Van een geschenk' of een looiuem
uit eigen middelen van deze som, was geen sprake.
Ik heb in mijn beroop neen, r*'tegenheid gehad om
schatten te verzamelen. Daarom zon fk u Biecht*
kunnen verzoeken hot guM van mijner vermogen-
do vrienden aan te nomen, met do verplichting hot
terug 1© betalen, zoodra graaf Udo uit do honden,
van dien schavuit bevrijd! is, die hem gerajngin houdt
Bn niet vroeger dan op het oogentfMfc dat uw neef om
lovend teruggegeven is, zal dat gehl natuurlijk ln
handen van dten Jellitrfk geraken."
Editha schudde het hoofd. „Op zulk een beding
zal hij nooit ingaan-"
„Ook dan niet, wanneer men hem belooft, dat hij
geen vervolging of bestraffing heeft te vreezen."
,„Neen. Hij ts veel te verstandig of te voorzichtig,
om zulk een belofte te vertrouwen. Hij verlangt na
ontvangst van het geldi een tijd van twee weken om
zich in veiligheid te brengen. Eerst op den. vijftien
den dag na de betaling van die dertig duizend mark
zal Udo weer Jn vrijheid1 worden gestelde"
„Maar aan dat verlangen kan toch niet worden
voldaan. Die man moet toch tot zichzelf zeggen, dat
we op zulk een. onzinnig aanbod niet) kunnen ingaan."
„HJj weet dat ik beslist daarop za! ingaan, ate ik
het geld maar had."
...Ook op gewaar af, dat de kerel u snood ei fik be
driegt?'"
„Ja. Ik heb u toch reeds gezegd, dokter, dat
hier geen sprake meer te van, Udo's verdwjjulng.
maar ook nog over iets anders. En dit andore zal op
hetzelfde oogenbHk uit do wereld/ zijn, geholpen, waar-
In hij de verlangde som ontvangt."
Hallensteln wachtte een kleine poos, in de hoop,
dat Editha er nog Iets aan zou toevoegen, wat hom
den sleutel zoo geven voor de oplossing van liet in
deze woorden gelegen geheim, maar daar dit niet
geschiedde, deed hij ook geen etnkele vraag meer 'daar
over.
„Gravin, u is d/us beslist van plan om onder alle
omstandigheden het gevraagde offer te brengen?"
..Wanneer het mij gelukt om het geld te krijgen
ja. Ik bezit oen eigen vomogen van ongeveer vijftig
duizend mark. Hat te mij door oen bloedverwant ver
maakt oa voor mij goed en zeker geplaatst. Maar
het beheer hoeft mijn vader en lk zal eerst na ver
durend op aangedrongen toch tc wakén. dat het ..on
uitroeibare vooroordeel" tegen ons land in België niet
verder om zich heen grijpt. Wat moet dat na den oor
log worden? zoo vraagt men. Laat Nederland toch den
ken aan zijn toekomstige belangen, d© handelsbetrek
kingen tusschcn de belde landen, de onschatbare be-
teckenis. politiek, economisch, .geestelijk, van een goe
de verhouding met den kleinen nabuurslaat. Laat on2e
pers toch niets verzuimen om den „geknakten Neder-
landschen naam" bjj onze zuidelijke broeders ie her
stellen.
Wij voor ons wenschen niets liever dan zulk her
stel en dat zij dien wensch deelt, heeft de Nederland
sche pers bewezen. ZIJ Is begonnen met. zonder uitzon
dering haar instemming te betuigen met mr. TroeLstra.
toen hij. op de handhaving eencr strikte neutraliteit
aandringend, in onze Kamer sprak van de Hier heer
schende sympathie voor „het heldhaftige Belgische volk"
Bladen van alle richting zijn met die instemming zóó
ver gegaan als de strenge ólsch der onzijdigheid je
gens de oorlogvoerenden maar cedóogde. Het Bestuur
van den Nederlandschen Journalistenkring heeft in de
Waalsehe en Vlaamschc pers een verklaring doen pu-
bliceeren. jlie niet alleen tegenspraak van valschfe ge
ruchten bevatte maar ook aan medegevoel en waar
deering uiting gaf. Personen spraken nog duidelijker:
Kiewiet de Jonge liet de stem der bloed- en taalver
wantschap hooren; Van Eeden den aangrijpenden klank
van de gekwetste jrfel: kunstenaars een kreeg van pijn
om Leuven .Werd alt alles in België niet gehoord>
zpo rest slechts do gevolgtrekking dat het een onmo
gelijke taak is een „onuitroeibaar vooroordeel" uit te
roeien.
Maar er is meer dan woorden. Er zijn Nederlandsche
daden.
Het voorbeeld dat Maastricht gaf met de ontvangst
der Belgische vluchtelingen Is zonder weerga. Aanzien
lijken stolden e rh'un woonhuizen of kasteden beschik
baar. heel de bevolking van stad en omtrek putte
«ich uit in weldadigheid cn echt-christelijke liefde. Een
vluchtkamp voor behoeft teen werd te Qldebroek in-
Sericht: de Regeering zorgde voor Inrichting en bestuur;
ulzenden Belgen worden er op rijkskosten onderhou
den. D edrle Belgische geestelijken die er vertoeven,
spraken hun innige dankbaarheid uit In een brief dien
de minister Davignon zich haastte In de pers van Ant
werpen openbaar te maken. Aan het Nederlandsche co
mité voor de Belgische vluchtelingen stroomen de ga
ven toe. Tal van particulieren buiten Limburg ver-
leenen huisvesting, hun aantal vermeerdert met den
dag. De Nederlanders dfe In België wonen, rusten op
hun kosten ambulances uit. Onze minister van Bui
tenlandsche Zaken verzuimde niets wat zijn nationale
en Internationale positie veroorloofde, om België met
vreedzame vriendsehapsdaden bij te staan. Zoo is in
de praktijk hét koninklijke woord van de Troonrede.
„Nederland ontvangt met open armen alle ongelukkl-
gen die binnen zijn grenzen een toevlucht zoeken"
in de allervoornaamste plaats aan het Belgische
volk ten goede gekomen.
Nog eens. .dit alles vfndt in de Belgische pers cn
bij de Belgische regeertng oereede erkenning, en zij
getuigen daarvan onomwonden, zoo vaak af er de
gelegenheid toe rinden.
Moeten wfj Nederlanders daarnaast nu nog onop
houdelijk onze sympathie uitroepen en onze zoo dui
delijk sprekende daden opvijzelen en roemen?
Moeten wij de Belgen smceken te willen gelooven dat
de houding van onze Regeertng die het algemeene
vertrouwen van het Nederlandsche volk geniet, ook
het vertrouwen van dc Belgen verdient en dat haar
houding volkomen beantwoordt aan dc onzijdteheids-
plichten die ons volk tot het eind wil vervullenMoeten
wfj ons Hof. door en door Ncderlandsch' als het is.
gaan verdedigen tegen dc onzinnigste fantasieën?
Reeds het eerste beginsel van nationale fierheid ver
biedt. dhszelven aan de Belgen op. te dringen. Es Kun
wantrouwen van dien aard. dat onze daden Het even
min kunnen overwinnen als de woorden hunner eigen
regeering cn pers wfj zullen hot hun vergeven, gmdat
hun lijden ontzaglijk zwaar is. wij zullen met *>nzo
loop van een Jaar gerechtigd ztJn om de uitbetaling
to verlangen. Misschien te het mogelijk door dit ka
pitaal in onderpand t© geven om hot geld te krijgen.
Br rijn toch menschen dfo zteh met dergelijke zaken
bezighouden, wanneer men hun oon groote winst ver
zekert en ik zou graag bereid zjjn voor dertig duizend
mark,, later voortig doteend of nog «neer terug te
betalen."
„Dat zou zoor onverstandig gehandeld rijn. gravin,,
u mooert er zo!fa nl«t aan denken om zoo iets te
doen.'"
„Ik heb reeds aan oenteo m'rrwchen geschreven
die zteh in de courant als geldschieter aanbieden en
ik verwacht in de volgende dagen hun antwoorden.
Geve do hemel, dat een van hen bereid is om mijn
wensch te vervullen-"
„Ook wanneer u voor ztfu eischen uw gansche ver
mogen moet opofferen?"
„Och. wat vraag ik daarnaar? Wat hier voor mij
op het spel staat, is duizendmaal kostbaarder dan
een vermogen, want het
Zij brak af en werd donkerrood, als vreesde rij
reeds te veel te hebben,' gezegd. Een, schuwe, smee-
kende blik vloog tot haar begeleider, een stom, maar
zeer welsprekend vielen om met geen verdere vraag
aan te dringen.
Hallenstoln was tot op zekere hoogte medelijdend ge
noeg om aan di« stille bede te voldoen. Hij dacht
een weinig na, dan zeidie hij;: „,A1 Is het dan. nj«t
uw eigen wil, maar slechts een toeval, wat mij tot
medewelor van uw geheim heeft gemaakt, wil daarin,
^rravln Editha, toch een wenk des hemels zien» Ik
heb u beloofd te zwijgen, zoolang dat in uw belaag
geboden schijnt en ik zal die belofte ook houden.
Maar de toestand waarin lk nu geplaatst ben, zal
voor mij eenvoudig ondragelijk worden, wanneer u
mU niet tegelijkertijd toestaat, voor mijn deel mee te
arbeiden om de moeilijkheden uit den weg te ruimen,
die u zooveel eHende bezorgen. U zult mij dus
als bondgenoot moeten aannemen. Ik maak dat als
een beslissend beding voor mijn, stilzwijgendheid."
,„Ik sta beschaamd," zeldJe zij zacht. ,.Ik kan Ln
't geheel niets doen om u uw grootmoedigheid te
vergelden."
,JDus dat te afgesproken," zelde hij over haar
laatste woorden heaagUjdsmL
Wordt vervolgd.