Alititti Nieuws- GRATIS. DONDERDAG 24 SEPTEMBER 1014. 57ste JAARGANG No. 5460. NIEUWE ABONNÉ's Erfgraaf Udo. Onze vrienden de Belgen. SCHAGER COURANT. Uit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor den A-DVBlirRNTiR^ in het eerst uitkomend nummer geplaatst. Uitgevers TRAPMAN Co. SCHAQEN, LAAN 0 5. - Int. Teleph. NO. 20. Prjjs per jaar f3.—. Per post f8.60. Losse nummers 5 oent. ADVEETENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. op de Schager Courant ontvan gen tot 1 October de nummers Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Zitting van Dinsdag 22 September 1914. EEN TREURIGE GESCHIEDENIS. De eerste beklaagde vandaag was de landarbeider Tames Braaf, een der arbeiders van de plaats „De Hefboom" te Annai Paulowna van den heer Delcourt en in huur bif den heer P. Dz. Kaan, die er op zijn beurt de hoer Jan de Boer ais bedryfsboer op heeft. In den nacht van 21 op 25 Augustus j.I. te kwart over twaalven, bevond beklaagde zich met zijn broer Cornelis Braaf op het besloten erf van de genoemde Boerderij. Het doel was om eenige zakken gedorschte groene erwten, die reeds onder het kaf verstopt wa ren, weg tc halen. Maar dio zakken erwten, .waren daar reeds eerder ontdekt geworden en met die om standigheid werd de politie in kennis gesteld, die nu wacht hield. Vóór de gebroeders Braaf zich met de erwten, die Zij zich zoo wederrechtelijk wenschten toe te eigenen, in veiligheid konden begeven, werden zij dan ook op heeterdaad betrapt, aangehouden en in voorloopige bewaring gesteld. Cornelis Braaf trok zich het geval zoo zeer aan. dat hijf zich in het arrestanten- lokaal te Anna Paulowna al spoedig door ophanging van het leven heeft benomen. Tames Braaf, sinds eenige weken te Alkmaar in het Iluis van Bewaring in preventieve hechtenis, bekende het ten laste gelegde wegnemen der erwten. Hij .was er toe gekomen, door den angst voor de tegenwoor dige ernstige tijden, we tengevolge van den borlog beleven. De President wees hem op het verkeerde van zijn daad. waar hij bovendien goed loon verdiende en geen gebrek had aan 't noodige. De eenige getuige, de heer P. Kaan Dz. verklaarde, dat beklaagde een goed arbeider was, waarover hij zijn tevredenheid uitsprak en getuige had niet gedacht dat beklaagde tot zoobiets komen zou. Braaf verklaarde nog huisvader van 4 kinderen te zijn. ..terwijl vermeerdering van het huisgezin te wach ten is. De O. v, J. achtte het een ernstig delict en meende dat de "vrees voor de ernstige tijden, door beklaagde gekoesterd, niet zoo erg behoefde geteld te worden. Spreker eischte tenslotte wegens diefetal 6 maanden gc gevangenisstraf tegen Braaf. Mr. Cohen Stuart. verdediger, hield een zeer wel sprekend pleidooi voor zijn cliënt en wees op verschil lende lichtpunten in deze zaak. De angst voor den oorlog bij dezen eenvoudigen werkman vond pleiter volstrekt niet'zoo onbegrijpelijk. Immers die angst werd volkomen gedeeld door ambtenaren^ jlie zeker zijn van hun salaris. Zelfs menschen van onzen stand en ont wikkeling hebben, aldus spr.x dien angst, vooral in het begin van de crisis, .gekoesterd. Dan is de man gunstig bekend en zijn patroon is zelfs bereid, hem weer in dienst te nemen. Als de rechtbank een clement cn humaan vonnis wil vellen, dan dient ook in overweging te worden het worden genomen, zijn wroeging en zelfverwijt o- ei tjiedeschuldig zijn aan den dood van rijn broer. FEUILLETON. 18. Hojlensteln was niet direct gereed met een ant woord op df-zc verrassende verklaring. Van a.1 de onbegrijpelijkheden, die hij tot nu uit Edltha's mond had gehoord', was dit wel het meest onbegrijpelijke. Had hij, haar niet zoo goed gekend en niet zoo dik wijls vol bewondering geweest voor de scherpte van haar verstand, hij, zou met ernst hebben, gevreesd, dat zij aan waanvoorstellingen leed. Maar nu stond hij volkojnen. radeloos tegenover haar duistere nede- neeringen en hij zag haar In, zwijgende verwachting aan, overtuigd dat zij zelf de noodwendigheid moest gevoelen, aan haar laatste woorden een verklaring toe te voegen. Na, een korte aarzeling zelde zij dan ook werke lijk: „Ai-les wat hij onderneemt rlc/ht zteh slechte tegen mij. Ook Udo's ontvoering Is niet anders dan een middel om mij, sneller aan, zijn wil en verlangen te onderwerpen. Ik ben reddeloos verloren als het mij niet gelukt om aan zijn eischen te voldoen." Dat was genoeg om Hallenstein te doen begrijpen, hoe de zaken stonden, maar het was niet genoeg om hem op de hoogte te brengen hoe. de gravin, Schlach- ter in. zulk een, afhankelijke positie kwam tegenover den vroegeren secretaris van haar vadJer. Een nog pijnigen/der argwaan dan straks wilde rioh van hem meester maken. Straks had hij dat gevoel met ge weld onderdrukt, maar nu gelukte hem dat niet zoo vlug. Want tenslotte was er van al dat zonderlinge en vreemde slechts éen enkel© beteakenis een be- teefcenis die hem het bloed; ziedend heet naar de wangen dreef en hem ton prooi deed worden aan een nameloos wee, wakker geroepen door de hartstoeh- telljkste Jaloezie. „Dat klinkt waarachtig alsof u aan dien eerrooze hulpeloos bent overgeleverd." Bedde hij' op een toon, die hetm tegen zijn w£l deed verraden welks gevoe lens hem op dit oogenbllk beheerschten- ..Maar ln werkelijkheid kaai dit toch nooit het geval zijn. Geer mij het recht u te bevrijden en ik geef u mijn woord van eer, dat de ellendeling spoed tg) onschadelijk ge maakt zal zijin." Editha was door de heftigheid zijner redeneertng Pleiter stelt voor dat de rechtbank 5 weken oplegt met a^rek van preventief. Als dan de uitspraak plaats vindt, kan Braaf. die 5 weken voorarrest doormaakte m vrijheid worden gesteld. Voorts vindt pleiter dat hier niet van diefstal maar van poging daartoe spróke is Onder deze omstandigheden acht Mr. Cohen Stuart den beklaagde niet zoo schuldig als de Officier meent. DEURENR DICHT. De volgende beklaagde Is Franciscus Gerardus Roo- beek uit Alkmaar wiens zaakje met het oog op de goede zeden met gesloten deuren wordt behandeld. NOG GEEN RUZIE GENOEG. Een 19-jarige jongen uit Limmen. met name Adria- nus Winder, had aldaar den 12den Augustus 1.1. oneenig- heden met een dorpsgenoot. Wilhelmus Dekker ge naamd. Winder maakt ten behoeve van de brandstoffen- zaak van zijn tante nogal eens gebruik van den open baren weg om daarop trekdier en brikettenwagen te deponeeren, wanneer het laatstgenoemd voertuig gelost of geladen moet worden. Dat "kan echter yoor de onbelemmerde passage eventueel bezwaar opleveren. Daarvan kreeg Dekker ondervinding, toen hïf met zijn rijwiel en paard aldaar passeerde. De toestand was - en al niet voor de eerste maal zoodanig, .dat hij niet behoorlijk kon pauseeren. Dekker begon daar over te morren in minder vriendelijke bewoordingen, met het gevolg dat Winder hem mishandelde. Deswege werd tegen Winder f 15 of 10 dagen hechtenis ge- eischt ONDER DEN INDRUK. Volgt beklaagde M. E. v. d. NIeuwenglezen, geboren en wonende te Den Heider. die op 15 Augustus 1.1. beschonken op den openbaren weg nancerde en in dien toestand door déh agent Blijendaat werd opgemerkt en aangehouden. De politieagent wilde hem opbrengen, maar hevig verzet volgde en als gevolg daarvan werd tegen Nleuwengiezcn thans 3 maanden gevangenisstraf geëischt OM DB MEISJES. Niet verschenen was de schippersknecht NIcolaas Bijl uit Alkmaar. Zijn zuster wera nqgal eens nageloopen en lastig gevallen door den Schager timmermansknecht C. van Furstcnberg. Dat kon Bijl riiet hebben en toen hij meende dat de gelegenheid schoon was. gaf hij den timmerman op een goeden dag een pak slaag. De President wees er den timmerman op. .dat hij was ge zien met meisjes met loshangend haar. Cornelis scheen ztch daar niet zoo heel veel van aan te trekken. De O. v. J. eischte tegen BIJT, wegens mishandeling, f 10 boete of 10 dagen hechtenis. EEN NOODLOTTIG ONGELUK. Volgt beklaagde Hendrikus Jacobus Derdes, [timmer man te Zwaagdijk, gemeente Wervershoof. Deze be klaagde. geboren 9 Februari 1885 te frsctn. .had dit voorjaar een boerenhuis gezet te Oudijk. gemeente West woud. voor den veehouder Klaas Laan aldaar. Den 16den Juni was Gerdes daar nog aan het werk met een 18-jarigen knecht Cornelis Keizer genaamd, een weesjongen uit Medemblik. die daar een paar jaar timmermansknecht is geweest en daarna sinds 'een jaar bij Gerdes in betrekking is. Er moest op een steiger nog wat werk aan een makelaar van den gevel worden verricht. Daartoe was er nog een korteling noodig. De steiger was als gewoonlijk uit palen. juffers samengesteld, die in den grond zijn gezet en verbon den zijn met schakels lange dwarsbalken. Daarover gaan de zoogenaamde korteling, waarop eindelijk de steigerplanken rusten, die den vloer vormen waar op de ambachtsman zijn werk verricht. De benoodfgde korteling was door den knecht naar boven gebracht en werd onder de steigerala"nken gelegd tot steun. Ger des verklaart, pog aan zijn knecht te hebben gevraagd of dat stuk hout goed was als korteling. wat Keizer met „ja" beantwoord heeft. Daarop heeft Gerdes. zonder zelf het stuk hout te inspecteeren. goedgevonden, dat het tot onderdeel van den steiger gebruikt werd. Zelf moest hij op hef gebouw zijn voor het werk aan den makelaar. Dé knecht zou op den sfeiger even een in keping maken in den ma Keiaar. Maar daór breekt de korteling die Keizer aangebracht had en waarin een groote kwast zat. zoodat het stuk hout ondeugde niet beleedfed blijkbaar, waart «een toom of gekrenkt zijn, ma&r diepe, hopelooae treurigheid toekende ztch op haar gelaat af. „U kunt mij, rriet helpen, wer kelijk niet. Ik dank u wel voor uw vriendschappe lijke bedoelingen, maar het te beter, dat u mij aan mijn lot overlaat. Het 1b mijn eigen whuld." Roods bij haar laatste woorden had het meisje zich gereed gemaakt heen te gaan en liepen de beide menschen eenige schreden zwijgend naast elkaar. Wat zich daar tusechen hen h-;wl geechoww wme voor Hat- lenetein niet zoo gemakkelijk fie overwtomen. Overtui gender dan allee werd voor hem het g»voc»l, dat hij de gravin hartelijk Hef had. Nu eerst, nu zij van haar voetstuk was afgestort, waartegen, hU tot dus ver had opgezien,, nu eerst was hem bewust gewor den, haerveel of haar te verliezen voor rijn toekom stig loven bëtoekende. Wat hij hij de gedachte aan dien ellendeling, cUbe blijkbaar een groote rol in, haar hartsleven had! gespeeld, voelde, was wellicht niet zoozeer ijverzucht in den gewonen zin van het woord, a's een gruwelijke, snijdende smart, de hard ste dl© hij, sedert de dia©ön zijner kindsheid zich her innerde. Hij was niiot zoo vrij van egoisme, dat hem na de laatste duidelijke afwijzing niet de verzoeking be kroop om haar nu werkelijk maar aan haar angst over te laten. Maar dat gevoel van zijn beleedigdj en gewond hart was niet van langen duur. Toen zijn blik slechts eenmaal Editha's bleek in zijn, diepen kommer zoo roerend Hef galaat had gezien, was het gevoel van trots voorbij en de beschaming over dit leeljjk gevoel hielp hem. de zware daad der zelf- erwinning te voleindigen Kalm zelde hij: ,„De som dte baron JellltzTck e tocht la die zoo groot?" Verrast keek Editha hem aan. Zij had' blijkbaar niet verwacht dat hij dit gesprek nog. zou voortzet ten. Maar ln zijn kalme en tegelijk gelaten manier was iets dwingends, dat haar half tegen haar wil uknoodlgde om hem te woord te staan. ..Groot, Ja» tenminste voor mij. Hij elsdht dertig duizend mark direict, om dat bedrag later nog door vijftien dute.ni/d te doen volgen." „Waarneer ik het nu eens op mij nam, u uat geld te verschaffen, zender dat uw vader in, het geheim werd betrokken? Was d«ze aangelegenheid dan naar uw wenschen geregeld'?" Er ging een schittering van hoop over haar gelaat, maar deze vluchtige schemer was weer spoedig ver- lijk was als korteling. De steigerplankcn en de on gelukkige Keizer vallen gezamenlijk van een hoogte van 6 Meter en Keizer was nagenoeg direct dood. Dat gebeurde 's morgens tegen elven. Even te voren had den timmerlieden, .schilder enz. nog heel gezellig on der een yrooHjk gesprek „Koppie-gedaan" en toen dit r De schilder. Klaas Hoogland^ puurman van beklaagde, was binnen aan het werk en schrok zich een ongeluk, toen hij het heele stelletje naar lbeneden zag komen. Keizer lag met zijn beenen in de richting van hel huis op de betonstraat en met het hoofd in het gras. Geheel ontsteld vloog de schilder blootshoofd per fiets naar den geneesheer en naar den geestelijke. In middels had Keizer al den geest gegeven. Er werd Jn dit ernstige geval een onderzoek inge steld door do politie, die in den loop van den pamïd- dag ter plaatse arriveerde. Daar Gerdes de gebroken korteling heel achter het nieuwe huls had gebracht, laadde hij daarmee de verdenking op zich dat hij zich er een beetje wilde uitredden. En EÏJ was met zijn verklaringen ook niet erg scheutig geweest. BIJ 'po litie «ti rechtercommissaris had Gerdes zich Zoo voor deel ig mogelijk trachten te presenteeren. Ook hier poog de hij zijn positie zoo goed mogeUjk te verdedigen. Maar het was en bleef een fout van Gerdes, dat htt jalet zelf het hout had nagezien, dat zijn knecht als korte ling aanbracht. Wegens het veroorzaken van dood door schuld, werd tegen Gerdes 3 weken hechtenis geëischt. DEUREN WEER DICHT. De schippersknecht F. Pagano uit Alkmaar had oen minder net 'zaakje aan de hand. De deuren werden bfl de behandeling gesloten. BELEDIGING POLITIE. De beklaagde Klaas Mooi uit Hensbroek 'heeft te Obdam den veldwachter Schouten beleedfgd. wat hem heden een eisch tot f 10 boete, subsidiair 10 dagen hechtenis op den hals haalde. NOG ZOO IETS. Evenals Mooi. was ook d evolgende, .tevens laatste beklaagde P. J. v. d. Molen, visscher te Andfjk. niet verschenen en maar stilletjes ,an dijk" gebleven. Hij had in den nacht van 28 op 29 Juli den gemeenteveld wachter Griffioen beleedigd in het café van P. Slnger. De elsch tegen v. d. Molen was f 10 of 10 dagen hechtenis. De zaak van den heer Officier, contra P. Groen van Egmond aan Zee, is door den heer Officier ingetrokken. A'.s. Dinsdag de uitspraken. In de Nieuwe Courant te 's-Gravenhage lezen we: Nederlanders, dagbladcorrespondenten en anderen, die België bezoeken, zijn zeer onder den indruk van de daar heerschende animositeit tegen ons land en onze natie. De algemeene stemming is er een van wantrouwen en wrok. Men verdenkt ons. in schijn neutraal, jn werkelijkheid de belangen van Duitschland en het Duitsche leger rechtstreeks of zijdelings te die nen. .Van het praatje van den doortocht van Duitsche troepen over Neaerlandsch gebied, is het nodeloos nog een woord Je besteden. Op allo mogelijke wijzen is aangetoond, dat geen Duftsch militair den Neoeriand- schen grond heeft betreden dan als gewonde of als vluchteling in liet eersto geval werd hij verpleegd, in het tweede geïnterneerd. Dit is op zeer ruime schaal in België ter kennis van het publiek gebrachtmei volle medewerking van de Belgische pers. de Belgische Regcering en andere autoriteiten, het Belgische gezant schap hier ter stede niet in de laatste plaats. Wanneer desniettegenstaande in België nu nóg de nonsens ver kocht en geloofd wordt, dat de Duifschërs dan toef» wel door... tunnels onder den NederiandscKen grond zijn doorgekropen (het wordt inderdaad beweerd0, bljjft ons niets anders over dan met een zucht te berusten. Tegen dc domheid strijden zelfs de goden vergeefs. m de Nederlandsche correspondentfes wordt er voort- dwenjen. „Ik zon het ntet van u mogen aannemen, dokter." „O wat dat betreft, behoeft u njet zooveel strub belingen te maken. Van een geschenk' of een looiuem uit eigen middelen van deze som, was geen sprake. Ik heb in mijn beroop neen, r*'tegenheid gehad om schatten te verzamelen. Daarom zon fk u Biecht* kunnen verzoeken hot guM van mijner vermogen- do vrienden aan te nomen, met do verplichting hot terug 1© betalen, zoodra graaf Udo uit do honden, van dien schavuit bevrijd! is, die hem gerajngin houdt Bn niet vroeger dan op het oogentfMfc dat uw neef om lovend teruggegeven is, zal dat gehl natuurlijk ln handen van dten Jellitrfk geraken." Editha schudde het hoofd. „Op zulk een beding zal hij nooit ingaan-" „Ook dan niet, wanneer men hem belooft, dat hij geen vervolging of bestraffing heeft te vreezen." ,„Neen. Hij ts veel te verstandig of te voorzichtig, om zulk een belofte te vertrouwen. Hij verlangt na ontvangst van het geldi een tijd van twee weken om zich in veiligheid te brengen. Eerst op den. vijftien den dag na de betaling van die dertig duizend mark zal Udo weer Jn vrijheid1 worden gestelde" „Maar aan dat verlangen kan toch niet worden voldaan. Die man moet toch tot zichzelf zeggen, dat we op zulk een. onzinnig aanbod niet) kunnen ingaan." „HJj weet dat ik beslist daarop za! ingaan, ate ik het geld maar had." ...Ook op gewaar af, dat de kerel u snood ei fik be driegt?'" „Ja. Ik heb u toch reeds gezegd, dokter, dat hier geen sprake meer te van, Udo's verdwjjulng. maar ook nog over iets anders. En dit andore zal op hetzelfde oogenbHk uit do wereld/ zijn, geholpen, waar- In hij de verlangde som ontvangt." Hallensteln wachtte een kleine poos, in de hoop, dat Editha er nog Iets aan zou toevoegen, wat hom den sleutel zoo geven voor de oplossing van liet in deze woorden gelegen geheim, maar daar dit niet geschiedde, deed hij ook geen etnkele vraag meer 'daar over. „Gravin, u is d/us beslist van plan om onder alle omstandigheden het gevraagde offer te brengen?" ..Wanneer het mij gelukt om het geld te krijgen ja. Ik bezit oen eigen vomogen van ongeveer vijftig duizend mark. Hat te mij door oen bloedverwant ver maakt oa voor mij goed en zeker geplaatst. Maar het beheer hoeft mijn vader en lk zal eerst na ver durend op aangedrongen toch tc wakén. dat het ..on uitroeibare vooroordeel" tegen ons land in België niet verder om zich heen grijpt. Wat moet dat na den oor log worden? zoo vraagt men. Laat Nederland toch den ken aan zijn toekomstige belangen, d© handelsbetrek kingen tusschcn de belde landen, de onschatbare be- teckenis. politiek, economisch, .geestelijk, van een goe de verhouding met den kleinen nabuurslaat. Laat on2e pers toch niets verzuimen om den „geknakten Neder- landschen naam" bjj onze zuidelijke broeders ie her stellen. Wij voor ons wenschen niets liever dan zulk her stel en dat zij dien wensch deelt, heeft de Nederland sche pers bewezen. ZIJ Is begonnen met. zonder uitzon dering haar instemming te betuigen met mr. TroeLstra. toen hij. op de handhaving eencr strikte neutraliteit aandringend, in onze Kamer sprak van de Hier heer schende sympathie voor „het heldhaftige Belgische volk" Bladen van alle richting zijn met die instemming zóó ver gegaan als de strenge ólsch der onzijdigheid je gens de oorlogvoerenden maar cedóogde. Het Bestuur van den Nederlandschen Journalistenkring heeft in de Waalsehe en Vlaamschc pers een verklaring doen pu- bliceeren. jlie niet alleen tegenspraak van valschfe ge ruchten bevatte maar ook aan medegevoel en waar deering uiting gaf. Personen spraken nog duidelijker: Kiewiet de Jonge liet de stem der bloed- en taalver wantschap hooren; Van Eeden den aangrijpenden klank van de gekwetste jrfel: kunstenaars een kreeg van pijn om Leuven .Werd alt alles in België niet gehoord> zpo rest slechts do gevolgtrekking dat het een onmo gelijke taak is een „onuitroeibaar vooroordeel" uit te roeien. Maar er is meer dan woorden. Er zijn Nederlandsche daden. Het voorbeeld dat Maastricht gaf met de ontvangst der Belgische vluchtelingen Is zonder weerga. Aanzien lijken stolden e rh'un woonhuizen of kasteden beschik baar. heel de bevolking van stad en omtrek putte «ich uit in weldadigheid cn echt-christelijke liefde. Een vluchtkamp voor behoeft teen werd te Qldebroek in- Sericht: de Regeering zorgde voor Inrichting en bestuur; ulzenden Belgen worden er op rijkskosten onderhou den. D edrle Belgische geestelijken die er vertoeven, spraken hun innige dankbaarheid uit In een brief dien de minister Davignon zich haastte In de pers van Ant werpen openbaar te maken. Aan het Nederlandsche co mité voor de Belgische vluchtelingen stroomen de ga ven toe. Tal van particulieren buiten Limburg ver- leenen huisvesting, hun aantal vermeerdert met den dag. De Nederlanders dfe In België wonen, rusten op hun kosten ambulances uit. Onze minister van Bui tenlandsche Zaken verzuimde niets wat zijn nationale en Internationale positie veroorloofde, om België met vreedzame vriendsehapsdaden bij te staan. Zoo is in de praktijk hét koninklijke woord van de Troonrede. „Nederland ontvangt met open armen alle ongelukkl- gen die binnen zijn grenzen een toevlucht zoeken" in de allervoornaamste plaats aan het Belgische volk ten goede gekomen. Nog eens. .dit alles vfndt in de Belgische pers cn bij de Belgische regeertng oereede erkenning, en zij getuigen daarvan onomwonden, zoo vaak af er de gelegenheid toe rinden. Moeten wfj Nederlanders daarnaast nu nog onop houdelijk onze sympathie uitroepen en onze zoo dui delijk sprekende daden opvijzelen en roemen? Moeten wij de Belgen smceken te willen gelooven dat de houding van onze Regeertng die het algemeene vertrouwen van het Nederlandsche volk geniet, ook het vertrouwen van dc Belgen verdient en dat haar houding volkomen beantwoordt aan dc onzijdteheids- plichten die ons volk tot het eind wil vervullenMoeten wfj ons Hof. door en door Ncderlandsch' als het is. gaan verdedigen tegen dc onzinnigste fantasieën? Reeds het eerste beginsel van nationale fierheid ver biedt. dhszelven aan de Belgen op. te dringen. Es Kun wantrouwen van dien aard. dat onze daden Het even min kunnen overwinnen als de woorden hunner eigen regeering cn pers wfj zullen hot hun vergeven, gmdat hun lijden ontzaglijk zwaar is. wij zullen met *>nzo loop van een Jaar gerechtigd ztJn om de uitbetaling to verlangen. Misschien te het mogelijk door dit ka pitaal in onderpand t© geven om hot geld te krijgen. Br rijn toch menschen dfo zteh met dergelijke zaken bezighouden, wanneer men hun oon groote winst ver zekert en ik zou graag bereid zjjn voor dertig duizend mark,, later voortig doteend of nog «neer terug te betalen." „Dat zou zoor onverstandig gehandeld rijn. gravin,, u mooert er zo!fa nl«t aan denken om zoo iets te doen.'" „Ik heb reeds aan oenteo m'rrwchen geschreven die zteh in de courant als geldschieter aanbieden en ik verwacht in de volgende dagen hun antwoorden. Geve do hemel, dat een van hen bereid is om mijn wensch te vervullen-" „Ook wanneer u voor ztfu eischen uw gansche ver mogen moet opofferen?" „Och. wat vraag ik daarnaar? Wat hier voor mij op het spel staat, is duizendmaal kostbaarder dan een vermogen, want het Zij brak af en werd donkerrood, als vreesde rij reeds te veel te hebben,' gezegd. Een, schuwe, smee- kende blik vloog tot haar begeleider, een stom, maar zeer welsprekend vielen om met geen verdere vraag aan te dringen. Hallenstoln was tot op zekere hoogte medelijdend ge noeg om aan di« stille bede te voldoen. Hij dacht een weinig na, dan zeidie hij;: „,A1 Is het dan. nj«t uw eigen wil, maar slechts een toeval, wat mij tot medewelor van uw geheim heeft gemaakt, wil daarin, ^rravln Editha, toch een wenk des hemels zien» Ik heb u beloofd te zwijgen, zoolang dat in uw belaag geboden schijnt en ik zal die belofte ook houden. Maar de toestand waarin lk nu geplaatst ben, zal voor mij eenvoudig ondragelijk worden, wanneer u mU niet tegelijkertijd toestaat, voor mijn deel mee te arbeiden om de moeilijkheden uit den weg te ruimen, die u zooveel eHende bezorgen. U zult mij dus als bondgenoot moeten aannemen. Ik maak dat als een beslissend beding voor mijn, stilzwijgendheid." ,„Ik sta beschaamd," zeldJe zij zacht. ,.Ik kan Ln 't geheel niets doen om u uw grootmoedigheid te vergelden." ,JDus dat te afgesproken," zelde hij over haar laatste woorden heaagUjdsmL Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 1