Schaper Courant. TWEEDE BLAD. Oproep derBelgiscbe geïnterneerden FEUILLETON. VRIJHEIDSDRANG. Schetsen uit de Rechtzaal. Een bezoek bij den Kroonprins. ZATERDAG 5 DECEMBER 1914. 57ste Jaargang No. 5501. In oos nummer van Donderdag hebben wij nog 'kan nen meedeelen dat in het intvrneeringskamp onder Soest een oproer was uitgebroken en na een salvo door Ne- derlandsche bewakangstroepen dooden en gewonden wa ren gevallen. Over het gebeurde nui nog de volgende bijzonderheden Ledigheid is des duivels oorkussen en levens een van de hoofdoorzaken voor de relletje, die Woensdag avond en Donderdagochtend plaats hadden in hel kamp van geïnterneerde Belgische militairen bij Soeslerberg, waar 't in de laatste dagen al meer en meer gistte. Een andere oorzaax is het bezoek der vrouwen, dat reeds moest worden ingeperkt en thans kans loopt om althans bij herhaling nog weer te worden ingekort. Woensdag trachtten drie oï vier geïnterneerden nun vrouwen te vergezellen in burgerkleeuing. De dienstdoen de wachtmeester der Belgische geudarmie weerhield hen en waarschuwde den ofneier der Nederlandsohe wacht. Er ontstond tumult. De gendarme werd nader hand mishandeld en nog later werden de daders ge straft. Jn den laten avond van Woensdag èn in den vroe gen o diend van Donderdag heeft de can ine het moe ten ontgelden. Veel werd er in vernield, veel bedor ven. De wacht van 200 man, intijds versterkt, kwam lusschenbeiden en was ten aalste ^genoodzaakt to vuren. Er vielen zes dooden, tien 'ernstig en een dozijn licht gewonden, die onderscheidelijk naar het militair hos pitaal te Amersfoort en naar het St. Elizabelhszieken- huis aldaar werden overgebracht. De Nederlands che wacht is er afgekomen zonder letsel van beteekenis. De eigen berichtgevers van het Hdbld., die het kamp Donderdagmiddag bezochten, deelen hel volgende mede Aan de mcdeaeelingen, die wij namens overste Cot- lard, commandant van de bewaking van hel inlernee- ringsdepot, ontvingen bij monde van diens adjudan;, luitenant iv. P. Innemée, die ons ontving in het kamp der bewakingstroepen, waar een viertal ambulancewa gens wachtten op hef transport der lichtgewonden de zwaar gewonden waren reeds naar het hospitaal te Amersfoort vervoerd ontleenon wij: Woensdagavond reeds heerschle onder de Belgen van het eerste der interneeringsdepot, waar 6000 Belgen vertoeven, een oproerige stemming. Des middags had den drie Belgen getramt te ontvluchten in burgerklee- ren, maar hun toeleg was „ontdekt en zij! worden gear resteerd. Omdat deze «tóe mannen terstond in de pro voost werden gezet, was de opwinding onder de Bel gen groot. Hun ontevredenheid sproot verder voort uit het feit, dat ziji niet met hun vrouwen mochten uitgaan; bo vendien werd de comsumptie in de cantine Ie duur gevonden. De gemoederen geraakten dientengevolge Woensdagavond zoo verhit, aal de Belgen de hulpcan- tine bestormden en de ruiten van dat gebouw ingooi den. Tot 11 uur was er sectie-versterking. Onder commando van de luitenants Valkhoff en Innemée werd gepatrouilleerd en het gelukte, de men- schen langzamerhand rustig naar de barakken terug te krijgen, zoodat de versterkte sectie weer kon inruk ken en naar bed gaan. Er waren, ter waarschuwing van de mannen, enkele schoten in de lucht gelost. De gewone wacht, 48 man sterk, bleef gedurende den nacht, die geheel rustig verliep, posten, 's Avonds was ook bericht gestuurd aan overste Collard, die met een paar officieren naar de Belgen toeging om met hen te spreken en ze wat te kalmeeren. Donderdagmorgen omstreeks 10 uur vernam luitenant' Innemée op rij'n bureau, dat er gescholen was, en een luitenant, die per fiets van Amersfoort het kamp naderde, vertelde hem idat liet geojel en geschreeuw der ontevreden Belgen op den weg duidelijk was te hooren. Inderdaad waren de mannen wederom opge drongen; de grootste schreeuwers bleven op den ach tergrond staan. Men kom hier alleen kras optreden, want herhaaldelijk waren de mannen gesommeerd om hun oproer Je slaken. Ze hebben Donderdagmorgen weer de can'ine bestormd en chocolade en koek daar uit gestolen "in grooten voorraad, daar de pachter af wezig was sinds de verwoestang Woensdagavond aan gericht. Een ooggetuige van het geval vertelde ons het vol gende: Een peleton, ongeveer 20 man sterk, onder aan voering van den luitenant Mallimkrodt, die vandöac piket-dienst had, sommeerde de Belgen vermaal om rustig uiteen te gaan. De Belgen drongen echter op en riepen den Hollandschen soldaten allerlei tartende woor- 2. Terwijl men ongeveer zonder spreken het ontbijt nuttlrde zag Tont nu en dan. met verstolen Wik ken naar haar matrostn|blouee. ..Laat dat toch," sprak de luitenant. ,M heb reeds gezien, dat daar een knoopje ontbreekt. Op een leef tijd van zeventien Jaar ko® je toch tamelijk aan orde gewend zijn," Mevrouw Hiel ter knikte met haar bezorgd gezifcht. De woorden va® den bro ir waren zoaxïér eemJfee® n®diruk geuit, maar juist op dile® kouden, drogen toon, klon ken zij kwetsende® dan waaneer et&n, scherpe berecht- wijzing wa« uitgesproken. Zij® zuster werd rood' en, boog het hoofd ..Hij is er straks afgesprongen." loog zij en wierp oen, zlj- deling&chen blik op Eli®, die haar den vorige® avond reeds op het ontbreken van, den, knoop opmerkzaam had gemaakt. „Och je,," had' dij daarop gezegd,, „dip®, naad ik er morgen, vroeg: viluig a®n, Het is toch het zelfde of ik twee minuten, vroeger opsta, daar ik er toch zoo vroeg uit moet." Bl'a wist precies wat er zou giebeuren, maar had toch de nalatige nicht niet geholpen en den knoop aan genaaid, hoe behulpzaam zij andiers ook wan. Nu deed het haar leed, ®le zij Toni zoo beschaamd) zag. maar toch had zij ook weer genoegen omdat zaj wel bemerkte, hoe het Tonj's broer ergerde. Zijn mager, bleek gezicht was nog wat bleeker geworden. En juist opdat hti zich zou ergeren, had zij den knoop niet aangenaaid. De adjudant stond op en, ging de kamer ui/t om zijn sabel aan te gespen. Door een. blik uit het ven ster had hij zich overtuigd, dat rij® oppasser met 't paard wachtte. De lichte regiem was opgehouden. ™ftr de tucht was nog zwaar en vochtig. Hst afscheid whs kort., uiterlijk hartelijk, imapx zón- dier innerlijke warmte. De moeder, welke ongeveer 'n handbreedte kleiner was dan de sierlijke gestalte van haar zoon,, gaf hem ®og, eeml|ge vermaningen mee, dite hij plichtmatig, glimlachend aanhoordezijn zuster knikte schelms, maar toch wat gsetdiwomige®, terwijl zij daarbij weder aan, haar bfloueo plukte. „Adieu. EUa" hij trad op zijn nicht fcoe, dSe aan het venster was gaan staan „bij prritapessem moet men wel zelf komen." Zij lette niet op zijn, scherts, hoewei er toch ook een verwijt in school. „Adiou, Julius." Een oogen- btik legde zij haar hatod itn d» haar toegestoken rech terhand van den officier. Even na zee uur trok het bataljon met muziek voorbij- Mevrouw Heller stond met haar dochter op den .toe, hieven de handen omhoog en riepen: „Gij durft toch niet schieten! De Hollanders durven nies!" Toen, na vier keer gesommeerd te hebben, gaf luitenant Mallinckrodt bevel een salvo af te vuren op de schreeu wende menigte. Het 20 man sterke peloton yuurde twee salvo's af, waarop .naar schatting van den oogge tuige, een 35-tal gewonden neervielen, waaronder zes dooden. De Belgen vlogen verschrikt uiteen. Donderdagmorgen, terstond nadat hij in kennis was gesteld met het gebeurde, bracht generaal Knei uit Amersfoort een bezoek aan het kamp. Na op de hoogte te rijn gebracht van hel gebeurd.-, betuigde hij zijn tevredenheid Over de wijze van optreden in deze. In het kamp der Belgen is thans volkomen rust weergekeerd. De mannen staan, met oon uitdrukking van verslagenheid op hun gelaatstrekken, in groepjes bijeen en vertellen hun familieleden, wat zich binnen de afrastering heeft afgespeeld. Men scant nog: Nader vernemen wij, dat luitenant Mallinckrodt he' bevel tot vuren niet eerder heeft gegeven dan na 10 of 12 maal de Belgen te hebben gesommeerd, Zij hielden echter In iet op met hun tartend geschreeuw en het aannemen van een dreigende houding, en gin gen zelfs poo ver, dat rij den luitenant, toen hij zich omwendde, met steenen te werpen. Verder dient nog te worden medegedeeld, dat reeds voordat de luitenant overging tot het nemen van den uitersten maatregel, enkele Bdgen in arresl werden gesteld, d:e betrapt waren op diefsLii uil de bestormde en gefor ceerde cantine. waaruit rij ontsnapten met fleschjes bier in de hand. Om vier uur Donderdagmiddag was het bekend, da' 8 dooden waren gevallen. Eén zwaar gewonde Belg was nog in operatie m het hospi'aal te Amersfoort, waar toen 5 licht gewonden werden verpleegd. Meer li Uit gewonden werden nog in het ziekenhuis gebracht. Donderdagmiddag waren op het bureau van overste Collard aanwezig de officier van justitie uit Utre~h' met dén griffier en nog een twee'al heraren van Jio* parket. Luitenant Mallinckrodt en overste Collard had den met hen een langdurig onderhoud. INn OBSERVATIE. Sinds een zeetaj -wéken wa® zij veranderd als het blad van een boom, wanneer de jaargetijden gaan wisselen... En zij hadden, elkaar op het „atelier" aangestooten; er was geginnegapt en gegiebeldgj©spot met de metamorphose, die Lima, had) otodeirgaa®. Op eeD Maandagochtend was ze gekomen met een roos. een het-roode, op haar blouse. En haar fcapsel heel anders opgemaakt da® vroeger. Er schitterde tece in baar grijze, diep-ldgigej^de oogeav. Er gloeide een blosje op haax vale, magere wangen. Ze hadden haar aangekeken met verbaasde, scherp-speurende oogen da andere meisjes. Totdat een van de zes. di<e zaten te werken in het sombere, muffe achterkamer tje 't uitproestte. Dé hoo,nptnde, scbtampende lach had een wrank-trek gebracht op Lina's gelaat. Want ze begreep. Maai- toch 'genoot rij: va®, die apotjteomjj. En ze had gehoord, d®t die mooiste van de zes de dikke Marie met haar glanzend0, blonde haten en het fijn geteekenidei wipneusje» fluisterde, van: „Ze te be-paald verkikkerd, hoor'Waarop die meisjes van het ateliier opnieuw ginnegapten*. Maar zij vond het eigenlijk heerlijk. Op een middag was hij: gekomen in die bovemivefr- trekken van het magazijn, waar ze werkten met den zoon van mevrouw. De lange, slanke meneer met de b'onde knevels en de goedige toch fi/ksch-e-nprgieke blauwe ooge®. Zoo'n echte meneer!... Hij had tegen haax geglimlacht. En was even, bij haar de ma gere. leelijke Lina blijven staan. En zijn sterke, blanks hand gebracht dacht bij. de hare kwast iets willend bekijken van die stof. waarmee zij bezig was. Zoodat hun vingers elkaar hadden aangeraakt. Meneei Ha® zoon van mevrouw had gfezegd: „Zeg, amice, geen aardigheidjes, hoor!... En zeker niet met da „riche hérijtnèro" van, de zaak. he?..." Waarop de bezoeker geweldig, vnoolïjk was gte- weest. Maar toch dien, blik van zijn &ch,erp~obe©rveA- rende oog en wat langer had laten rusten op het werkmeisje.., ,,R1|ch© hérditiète"?Wat bedoelde me,n da ar més? En Lina had daarover godrooimdl; ttamg gepiekerd, 't Was eigen'ijk. een ,,reua&n;mop". Maar het, kwam1 hierop neer, da,t, toen ae pas op hot atelier 'kwam.., In haar schamel, sjovel jurkje. Zto®der dat zij als de anderen, een dubbeltje had, om bij haaf twaalfuurs-boterham een kopje cacao of zoo te ne men... Terwijl de meisjes spotten over haax twintig maal gewasschen handechocjnjcin» haar corduddg vaak gerefationeerd hoedje, haax gelapte schoönpn Dat zij. Lina. toen, eens om co- van af te ko men in m®l-dolle roes had gefantaseerdVa® het geld, dat haar vader, een vrek. bezat. Van het fortuin dat ae nog te wachten hadJ... O, jo, wel ge noeg om tien magazijnen als „De gouden Duif" te kOv.pen!... Wel vijftien. Wanneer ae. wildé, wel dade- ijle, op stel en sprong. Dan- kon, IJ®® meesteres van du zaak worden. Mevrouw zou wat graag, onder zulke het balkon, en groette mot eet® diepe) buiging don com mandant, dia bele»fd die sabel liet aïnkeu; naast hem reed haar zoon, vervolg pms groette zij ook de andere officieren, voor zoover dié er in het voorbijmaréhee- ren aan duchte®. dat daar de fajmfilfe van hun kame raad woonde. G?wocM))!ijk wenpchte de adjudant niet, dat zijn familie zich liet riem. wanpieor het bataljon voorbijging, ma®r tn bijzondere gevallen, zooals nu. le-de hij daar des te meer nadruk op. De moeder bleef staan tot de laatste man voorbij was. Toni had met belangstelling naar de luitenants gekeken. Ella stond een oogenbh'k in, die deur va» het balkan. Zij had zich daarop langzamerhand teruggetrokken. Zij hield niet van zulk een, comedd», zooals zij het noemde Het hinderde haar reeds, dat zij in hot begin zicht baar geweest wa» en ook werkelijk door haar neef was gezien. Dat genoegen, had zij, hem toch liever oket wl'len doen. Het had haar echter eenvoudig meege trokken, want ook haar wil stand eenjgazins onder den invloed van den offHoifer. Mevrouw Heller was die weduwe van eem advokoat. die, aan verschillende speculaties deelnemend,, haar bij zijn dood, ofschoon, ihJj voor rijk doorging, slechts zooveel had nagelaten,,, dat de fam-Hte op zeer be scheiden voet kon teven» Evenwel bleef de zoon, in het kadettenkorps, daar deze opvoeding het minste kostte, en het beroep van militair het spoedigste tot •een goede positie leidde, di^ hoewel in het begin dan ook een klein,, toch in ieder geval een vast inkomen opleverde. Bovendien hd|eJd de kjeino Ju 1 lus van den soldatenstand en bleef hem ook. toen hij hem later door eigen ervaring leerde kennen» met ziel en, li chaam toegedaan. De in. voortdurende zorgen verkee- rendë moeder over een uiterlijk ophouden, van haar stand, en de opvoeding harer kinderen den zoem en de tien jaar jongere dochter Toni, voelde rich ver- d ht toen haar ouder wordetndie zoon langzamerhand die zorgen deed verminderen. Zij vertrouwde hem volkomen, hield heel veel van hem en verwachtte be slist, dat hij het ver tn de wereld zou brengen. Hij was geheel haar evenbeeld, in zoover hij met helder verstand en zoo noodli'g met hardheid wist op te treden. Van haar dochter was zij niet zoo zeker; Toni was altijd gereed de handen, in den schoot te leggen en het hoogste levensideaal scheen haar toe te zijn: buitengewone luiheid- De opvoeding harer moe der vermocht daar niets aan te veranderen, want de voortdurende apatisch® tegjetnptajid van Toaij deed haar eindelijk veel door de vingers zien. Echter des ba ijve- rigT nam haar zoon, sedert hij officier was gewor den en. bij zijn moeder inwoonde, haax taak als op voeder van Toni over, doch dat had slechte een zeker uiterlijk gevolg. Elüa Wolfers was op haar dertiende jaaj in het huls gekomen, kort voor dajtï haa,r neef tot aoffirier bevorderd werd. Haar ouders haar vader was een bosch beambte van den vorst geweest, broer van condities, het magaaljin, overdoen. En dat was geer gekheid... Dat kon oe bewijzen! Ltoa In de roes YPn haar fantaseereti, ve-ier. Eer#* b-'M'-r kameraden naar haar geluisterd met ocngeloovlge ge zichten. Met oogen als: is hot haar nu hoelemaaJ in d'r bol geelagen,?-.. Maar ze had' veteer verteld. Hoe Pa eigenlijk aan rijn geld was gekoman. Ze ware®, dood-, bloedi-, straatarm geweest. Er waren dapnn «lat 7ri geen dubbeltje voor brood hadden. Totdat die oom Sander In Chicago was gestorveau Dat bod Pa dood* lil gehouden. Bteenjljk was Lkm «1» univemeole erfgename, begrijpen joVui-wol?... Maar Pa, had haar „stukken laten teekepen"... Wiet zie veel van ,Jrt.uik- kon":... En doordoor had Pa macht gekregen om to beechlkkcn. over allerlei vaste en apdere eigendom men. Maar er waren noe weer andere atiïkkenj Toon Llco tn de gaten kree^, dat Pa haax exploiteerde, had zo geweigerd, om verder te teeke^er. En dat sta pelde zich n,u op en duizoadbn op duizendenZij wist zelf niet, hoeveel fortuin ze eigenlijk wel beat--. Binnenkort zou 't wel aatn, dien da^r kom«a... Op zekeren dag had.' de „patroune" die op dit oogenb Kk zeei- goed geld kon gebrtuilkepi haar op „h't kantoor" gi^roepeax. Er was geconfereerd. Druk geredefnoete.. Tot een resultaat was 't Bjot gekomen; 8oinmigen twijfelden, Andareai ware®, overtufed, dat de leelijke. magere Ltaa op zékeren dag als „riche héritlère" te voorschijn, zou komen- He legende bleef zwevende. Maar niemand van dfe meisjes durfde meer luide schimpen en spotlachen om de kapotte laaxspunten van Lina of haax gemis vapi «én dubbeltje voor het kopje-cacao of' zoo... ...De lange, slanke meneer van de blonde knevels en de vreemde, dooterfc^gerdfspottennle. toch ook wel za-bte oo en had terwijl zij de leelijke, schrale* Lina en hij, de vriend vam mevrouwe zoon i<n bui tenbuurt ronddoolden, zijn arm vaster, innjgjer om haar middel geklemd. Hij. vertelde van zijn heor- 'ijke, schoone planxif®- Hij zou ejgenaar van de far- brlék worden. De „iechmljsche kennjB" becat hij. Fei telijk draalde alles roeide om hean. Hij „droeg" de onderneming. Die vele, vete d'uiizenjdielni beloofde, Za Bouden een heerlijk Leventje hebben, 's Win ters naar heit verre auldui aan de kiuBteu van de Mldde landeche Zee. En tn den zomer naar de Schot- 6che Hooglanden en noax Parijs, naax We^ngin» naar Petereburg. Gehuld' fcn heerlijke zomer-tolLettenv met de stralende, diamanten, of in donzige pelzen» O, zij kende het echte., heerlijke wtelde-1 eventje nog niet:... Hij Constant, zou 't haax Heer en kennen. Hy bracht haar In luxueus restaurant esn. bestelde bourgogne bij het souper. Ze aten in caWtnet-partteu- ier c-n hij noemde haar zijn lief, rijn aanbiddelijk vrouwtje. De vreemde, koel-blapwe, toch wel goed2ge oogeu. dan weer zoo vreemd spottende, altijd spie dende oog en trachtten, te doorvorsohen wat ex waar, wat er echt was in die vertelsels. En zij loog Lina borduurde vertzdfnsel op ver zinsel. Tot hij geloofde. En beloofd», beawoetr ...Op dien middag is 't gebeurd, dat rij! bij reeds- bejaarden kassier kwam binnenvliegen, hem toeroe pend: „Meneer Karelsz, meneer Karelsz, daar is iemand namens uw dokter!.... Een spoedboodschapGaat u maar gauw. Gauw dan.!... Ik zal wel even bier wach ten..." Meneer Karelsz, in zijn werk verdiept keek op, werd bleek van schrik... Ze wist, dat dokter neel-ziek was... Greep zn bril van zn neus... Liep de kamer uit... Brandkast ongesloten. Naast hem aan beide kanten stapeltjes hankpaptó" en specie de gang in naar boodschap-van-dokter-toe. Zij, Lina, die Constant, vriend van zoon-van-me- vrouw beloofd had te zullen helpen aan de onvermij delijke twee duizend gulden woor „de eerste démar ches" tot het yerkriigen van den eigendom der fabriek, die hun heerïijk-zalig-luxe leventje zou mogelijk ma ken, rij,, Lma, onmiddellijk grabbelend in de pa pieren van. waarde, bijccnfrommelend allerlei biljetten, ze stoppend in den zak van 'haar vaal, verlept afgedra gen jurkje... Daarna met ijskoude, sidderende vin gers, met starende oogen, vale wangen, nauwelijks of heelcmaal niet beseffend wat ze gedaan had Wach tend, in een hoek van kantoor tot meneer Karelsz terug zou' komen... o Op verzoek van den verdediger der dievegge is, door de Rechtbank een onderzoek gelast naar de vraag, of Lina die meer dan twee duizend gulden saam- frommelde uit de papieren van waarde uit kas van me neer Karelsz om Constant te helpen aan rijn „on vermijdelijke" twee duizend gulden al of niet toe rekenbaar moet worden geacht. De psychiaters bleken 't oneens. En de rechtbank heeft haar voor een jaar in observatie doen. nemen. Mij slaat, van dit alles, slechts zeer helder vóór het moment toen de verdediger van de dievegge zinspeelde op het bedrog van de zijde des voortvluchtigen heer Constant, waaraan arme, leelijke, dorre Lina heeft bloot- mevrouw Heller stierven, snel achter elkaar en lieten hun eeuig kintd. Ella met een Mietn vermogen arirter. Mevrouw Heller achtte het voor haar plicht, daar de andere verwanten, diiit wedigendje® te doen. on danks haar eigien bescheiden middelen, voor de wees te zorgen. Ook haar zoon was het daar miee eenp. Het meisje mocht in gfc.c® gevaj in andere varhoudingen komen dan haax et and ddt edechUe. Dat kwam de fa- mlüeëer te na Buitendien was zij ook reeds groot genoeg, om In het huishouden mtttSg herig te rijm en mettertijd kern zij zijn moeder steeds meer van di inst zijn. In den loop van den morgen brak de zon door. en Ella maakte zich gereed, nadat zij haax huishou delijke bezigheden verricht had. om te gaan boden. ZIJ baadde graag en wiet bijna dagelijks dien tijd daarvoor te vinden. En n,u de neef afwezig was, bood zich daartoe een uitnemend»' gelegenheid, wapt men zou 's middags zoo eenvoudig mogelijk eten, waax liet vlj-ftJenjaxige dienstmeisje best alleen voor kon, zorgen. Er werd altijd wulk een jonge dienstbode ge houden, die, wapneer zij mettertijd, om loansverhoo- ging vroeg, eenvoudig on|tslagem wexdL Mevrouw Hel ler nam, om die hoogere uitgaven te sparen, gaarne de moeite van het loeren op zich, een taak die langzamerhand geheel op Ella was overgegaan. Toni wap er dadelijk bij om mee te gaan baden. Thuis had zij allicht de een of ondiere nuttige becóg- hrid moeten verrichten. Het badhuis lag ongeveer een kwartier buiten de vtad. Toen Toni het water zag, trok zaj huiverend- de s houd xs bijeen. „Gij jij maar, Ed2a, ik wil liever toezien," „11 n je bang", dat het te koud is?" „Zio eens, hoeveel graden het te" El'a liet rich door de bad vrouw een thermometeer geven, ging de trap af en hield hesm in het water. Kijna zestien graden." „Neen dot is mij te koud." „Och» stel Je toch niet zoo aan." „Ga jij maar baden* dan ga ifk hier zoolang Ita de zon ritte®. Maar zog ntetp aan mama. Straiks zal Ik mijn badkostuum wel nat maken," „Zooals je wilt het zou je anders niet hinde ren." Zoo zat Toni dan op de bank. toeziende hoe Ella haadde. Een paar vriendinnen, die, uit de kleedka mertjes komend, wilden heengaan, baWheldleu 'n poos met haar, riepen ook Ella» die Vrooi ijk rondewom, een paar maal iets toe. Overig0^ was het badhuis weinig bezocht, in de namiddaguren, was het drukker. Maar juist daarom ging Ella het liefst des voor- middags, zaj was terughoudend, hield niet van groote geze'llgheid of vriendschap met apdere meisjes. Zij hield, van haax vier Jaren, jongere nicht, zonder dat gestaan, toen deze haar bezwoer met de allerduurste ceden slechts te handden uil pure, waarachtige lief- voor riechten, kapotte schoenpunten en onbehagelijke mopneus zoovele voor werpen van spot waren in „het atelier".... Hoe, toen de arme Lina .haar goor zakdoekje drukte tegen het leelijke, dorre gelaat van armoe-kind, zich een poosje, doe*" leugen en bedrog, in eigen-ge- maakt paradijsje hec bewogen. Hoe terwijl al het andere haar koud liet de snikken, waarin ze toen uitbarstte echt van felle smart bleken voor ieder, die dc rechtzaal vaak bezocht hebbend kaf van koren weet te schiften... MAITRE CORBEAU. Een Amerikaansdi journalist, Karl van Wicgand, van de United Bess. Association, die onlangs in hel hoofdkwartier van den Duitschen Kroonprins in hel Argonnenwoud een bezoek bracht, heeft daarover een inededecling gepubliceerd, waaraan door de „N. Ct." een en ander wordt ontleend. De journalist werd ontvangen door den adjudant van dcai Kroonprins, en tijdens het gesprek mei dezen, kwam de prins bkinen; eenvoudig gekleed in de veld- uniiorm, met geen ander versiersel dan hel lint van het IJzeren Kruis, was de Krunprins zoo natuurlijk en eenvoudig, zegt Wiegand, dat men spoedig vergat met een toekomsiigcn Keizer to spreken. „Wij begonnen onmiddellijk den oorlog te bespre ken, die noodelooze offers vergl jn een strijd, waars oor zoo weinig reden Scheen te beslaan, en ik kreeg daar door onmiddellijk den indruk, dat dit niet de man is, om genoegen te vinden in dezen oorlog, noch do de vuurvreter als hoedanig uien. hem dikwijls afgeschil derd heeft. Hij zei, dat hy blij was, dat ik het gevecht in de Argonnwi kwam zien, dat zijn werk was en mis schien ae ongewoonste oorlog, eenig in zijn soort. „Ik ben soldaat en kan daardoor met over politiek met u spreken, maar deze oorlog schijnt me zoo on zinnig, zoo weinig noodzakelijk, zoo ongewenscht; maar Duilschland was geen jceus gelaten in deze zaak. Van laag tot hoog weten wij, dat we vechten voor ons be staan; anderen mogen betzelfde zeggen, maar dat ver andert niets aan hel feit, dat wrij een Duitsch volk zijn, een groote eenheid, vervuld van oen waarlijk prachligen geest van zelfopoffering; u zou nooit in staat zijn het Duitsche volk te overtuigen dat deze oorlog nie; enkel en alleen is op touw gezet om Duilschland te vernic igen". De correspondent kreeg den indruk dat de Kroon prins evenals 99 pet. der Duilachers Engeland verant woordelijk acht, maar hij legde geen hatelijke bitter heid aan den dag, zooals in zoo In enigen kring, hoog of laag, gehoord wordt, integendeel, er was een soort van droefheid in hetgeen hij zei. De kroonprins yroec met diepe belangstelling naa- de gevoelens die m de Vereenigde Staten bestemden ten aanzien van den oorloc en bleek niet in slaat de houding van Amerika le begrirpenhij meende dat de Amerikanen fair genoeg zouden zijn aandacht te wijden aan de Duitsche rijde van de zaak. „Wij we ten", zeide hij, „dat het niets geefl onze oogen te sluiten voor het feit, dat een grool doel Van de wereld teeen ons is" Hij schree.f dit toe aan het feit dat En geland zich meester gemaakt heeft van de communicatie middelen. der wereldpers, dal Duilschland nooit vol doende beteekenis heeft genecht tot nu to; aan de be langrijke rol door de pers in de wereldpolitiek gespeeld, en aan eenige andere redenen. Maar, voegde hij er aan toe„Het was een verrassing voor mij en voor vele anderen, dat Amerika, waarmede wij door meer ban den van vriendschap en bloed zijn verbonden, mevr dan met eenigen anderen neutralen Staat, waarheen millioenen Duitschers rijn getrokken, aoo totaal onbe kwaam zou zim, rich in onze plaats te stellen en niet in te rien op de wijze zooals het Duitsche volk dat zag dat dat de Duitsch ers waren omringd door vijand-n. Ik verbaas mij, dat men bij u liet Duitsche volk niet beter begrijpt, dat op de voorbeeldelooze wijze offer brengt in 'dezen reuzenstrijd, om zijn land ie redden, maar ik heb vertrouwen hl den rechtvaardig heidszin van het Amerikaansche volk, als het maar eenmaal in staat zal zijn, den geheelen toestand te begrijpen. Ik had vele vrienden in Amerika, en ik ge loof aat ik er daar nog wel enkele heb. Ik heb vete vrienden in Engeland, of liever die had ik!" Toen voegde hij er langzaam aan toe. „U moet mij eens \vr- •ellen. wat men in Amerika van mij denkt". Toen hij zag dat ik even aarzelde, zeide hij: „Ik hoor graag de waarheid". „Uwe Hoogheid wordt meestal voorgesteld als Kriegs- hetzer, het hoofd van de oorlogspartij, het symbool van het militarisme". „Ja. (lat wed ik, dc EngeLsche pers gaat nog verder en beweert dat ik steel". Hel hoofd schuddend zei hij. daarop: „Geloovcn de menschen werkelijk dergelijke dingen van mij; acht men mij in staat tot diefstal of gelooft men, dat ik verlof zou £even Fransche huizen te plunderen. Het is eenvoudig crankzinnig wat de Engelsche couranten vertellen van mij en van de Duitschers. Hoe vaak heb ik nu ai vol gens die couranten zelfmoord gepleegd? Ho; vaak ben ik al gewond? Nog onlangs heeft men verteld, dal ik er toch een bizonder hartelijke toon, tusschen, hen heerschte. Harte!ijkhedtd1 en warmte was er in bet huls der familie Heiter nj)et te vlnjdon. Men was oorreict, ook ten opzichte van famUtebetreklcingen. Men, meen de eng verbonden te rijn met elkander, doch i® wex- ke'ijkheld ging leder zijn eigqn weg. Ella was de eeni ge, die daarbij onbevredigd was. Ton! hing zeer aan haar nicht, omdat deze veel moest verheimelijken van wat To®l had misdreven, en dat gebeurde nog al d£kwijle. Maar bij hoor ge negenheid zp* het egoïsme toch niet vooraan; in haar leefde, hoewel onbewust, een verlonken naar Helde en warmte, en die ontmoette zij h* hute slechts W> Ella. Nog waa zü geen echte Heller geworden. Toni stelde voor. om door het boechje terug ba keeren. Ella vond dat ©ood, vandaag behoefde® zij zich ui ut zoo te haasten, en, do omweg bedroeg maar ongeveer een Kwartier. Eerst glpg hu® weg door weide®; Ella plukt» een tuiltje vergecb-mij-nietjes aan, den slootkant, ook Tohl verzameld» een hon.dvol dier blauwe bloemen. I® de schaduw va® het, boechje gingen zij langzamer tus schen de donkere dennen, verder. Zij I/iepen hand) 1® hand en Ella bootste meerm®Le® de® vroolijkeai slag van ee® vink na. „Je bent vandaag buiuing^woon opgeruimd!" meen de Toni. „Natuurlijk omdat JulSus weg is. Hij is ook hatelijk met zijn eeuwijge aanmerkingen. Maar Jij be hoeft je toch niet over hem t» beklagen als lk hst nog deed! En je tergt hem ook dikwijls. Ik ge loof, dat Je daax pleïzier va® hebt." „Dat zaj Ik niet beweren maar late® wij hom met rust." Weder bootste zij den vink hoog bore® l® de twijgen na. „Zeg, Eüo. daar is iemand." Ella brak plotseling af. Op dit uur had zij hier niemand verwacht. Zij kleurde Ifcht. „Hij schildert," voegde Toni erbij. Aon den ra®d van het boech zat een ma® met teekengereedschap. Hij had haar de® rug toegekeerd en het gezicht naar de stad gewend. Ook toe® de meisjes dichterbij kwamc®, keek hij, niet om, hoewel hij toch hun schrede® moeat hoorqn. Rustig gtng het riteelende houtkkool over het, karton heen e® weer. Daa gaf Ton®, die zeex nieuwsgierig was, de® moed., om te blijven staan. Zij herkende direct den oude® tore® en het overschot va® de® stadsmuur. Ella. wilde haar nicht meetrekke®, maar deze verzette zich. Zij moest dus ook blijven staa®. Nu zog de schilder op. Ella schrok, maax Toni bleef onbeva®gen, in het goede bewustzijn, nu eena niets verkeerds te nebbe® gedaan, dtyt, een. bestraffing verdiend®. Het was voor ee® oogen blik een. eigenaardige toe stand. Alle dxi» zagen elkander aa® ®u Toni wild» niet van de plek vandaan, ofschoon Ella haar aan de hond trok... Nu vooral niet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 5