TWEEDE BLAD.
Toonbankliefde.
FEUILLETON.
VRIJHEIDSDRANG.
Schetsen uit de Rechtzaal.
ZATERDAG 12 DECEMBER 1914.
57ste Jaargang No. 5505.
't Was nog rustig op zekere® Dinsdagmiddag, zoo
wel in het hands-ehooneo-departomQut ate in, de an
dere afdeeïingen va® den, grooten wfi-njtael der firma
Sandj Cla,us, Child Co Ltd., 251, 253, 255„ 257.
259 New Grove Road, Kjen©itig.tom
De „shopwal'ker©", deze varheven soort van, ellen-
ridders, dSe de klakten die® weg wijze® dloor heit har
byrinth van. winkelkasten en, toonbank»®; die tevens
toezien dat de winkeljuffers al hu,n best, doen oan
wat te verkoop©®, op aUQ© rapd en, voor allie® een,
middel vinden; wtellke heeren, verder er het oog op
houden dat geen artikel uiitverkocht rap,kt. voor ze
den „buyek" der firma gewaarschuwd hebben,, opdat
die tijdig van, de engroe-huizen of van de fabni|kanr
tx.ii nieuwea voorraad koopt; deze dus drtedubbel-ibe-
laste „shopwalkree" stonden wat om te hummelen,
hier een praatje makend, daar wat nechrtscihikkepd» of,
als hun plaats bij spiegel of voordeur was, den
spiegel in- of de deur uitkijkend.
Achter in den winkel gloeide reeds het electriech
licht met zijn aa®trekkelij.ten schijn, overal ston-
deu ol zatep de winkelmflisjes, fluisterend babbe
lend, lachend of gflamJachendi, gereed straks hun
werk met dei gewone-, a®d|3rdia®i)géi voorkomendheid
te beginnen.
De shopwalker" ia die handsehoenen-afdieeliitnig,
de held van dht venhaja,.I Thema© Bark, etoradj allee®;
hij keek gedachteloos maar dje fiéhus, parasols, zak
doeken, nw alle dingen i® de afdieeltogen bij de
zijne, hij keek naar de fili'kk«rgla®©j€© dfe het eIco
nisch licht over allee wierp, hij keek naar dat allee,
doch hij had het aj zooveel jaar gezien, dat hij
't niet meer zag, evenmin, als hij den etgenaardilgeh
reuk. meer rook, dien aj dat goed afgaf en düien hij
al zooveel Jaren geroken had-
Thomas Bark stond ®llée(® hij- stond1 te denken, tq
peinzen, te soezen, hij wa© ongedurig, keek telkens
op z'n horloge en zuchtte verlicht op, toen. da da
mes begonnen in groenten getale het mode magazijn
binnen te komen, en hiji, door zijn werk z'n zenuw
achtigheid kon vergeten.
Want Thomas Bark was zenuwachtig.
„Toady Tom" noemden hem onder elkaar dfö witar
keljuffers op wier verkoopstalenhep. deze Shop-walker
moest toezien en die vonden, dat hij veel gevoeliger
bleek voor de attracties desr winkelende dames, dan
voor die der juffers voornoemd. Ze schreven dit toe
aan kruiperigheid, deze diwa#a maagdle® doch ze mis
kenden Thomas; ze konden ook niet vermoedanl dat
achter zijn goedgeborsteJdo gekleede jas, achter zajn
fraaikleurig vest, met bont zij draad geborduurd, ach
ter zijn glanzend overhemd fjn| zijn zedig flanel, aH08
prima, dualiteit, geleverd) door de firma Sandy Claus,
dat achter al die v<x>rui,tge©chove® verdiedignlngsweir-
keu van een maninenihaTt,, jjm dat hart een drama, Wjend)
afgespeeld.
Thomas was zenuwachtig wijl hiji ve-rflSiefd was.
Liefde maakt, volgen ja d-q dichters, leimiand tot zoo
wat van a'liee; die zenuwachtigheid kap, er dus wel
bij en ook kan er bfij dat zij slim en list-Hg mankt,
Thomas oordeelde met bescheiden doch mapweOtijk
zelfvertrouwen dat hij voor iedere vrouw onweer -
staanl-aar was. Hij wa© fimik van lengte, doch weer
niet zoo onbenullig lang, dat ieder andier belachelijk
klein bij hem leek; hij vopid z'n lengte een „pleizier
rige"' lengte. Zijn bruin, haan en, mooie, bruine snor
waren gekapt en gefriseerd; npar deni laatsten smaak;
Thomas was er voor raar een botonetelkapper ge
gaan hr Drury Lane, dlie met, artistiek geweiten zulk
een frisuur had in 't liewq® gertoepon. »>as to sudït best
the gentleman'© ©tyle of face".
Verder had hij gr-ooite, droomeriige, bruine opigen
eau beeldige® neus, beeldig» kito, en, een beeldig; bedtnt.
In éen woord hij was een, .shopwalker4" dlie zich kon
laten zien. Dofch vooral waren Thomas' manieren on
overtroffen schoon; hij had zijn vak nis „shopwak
ker" ernstig opgevat, zijp haarscheói&tnfe en snorkrul
waren door een tooirueeilkapper geschapen, zijn ma
nieren had. hij vap, een, dansmeester.
Hij boog heerlijk, n-iet te diep en niet te wetojlg.
Hij bracht de dame die handschoenen noodig hadl bij
de glacéen-zijden, halfeijden, castoren of garen juf
frouw» met een elegant gebaar, dat geen tooneeldfflplo-
maat in „the Duke's theiafcre, May fair Square, matin.ee
every Saturday", hem zou verbeteren; en al» hij
het voorwerp zijner tijdelijk» zorge® ©e® wtokeilatoeltj^
aanbood, was die aanlvtedtajg artistiek geacheveerd.
Tom bpvrogdlde dus dlat zij®, ©eheple staf van, wfit®-
Ke! juffers. van de glacétjes af tot de katoentje© toe.
doodelijk van hem wa©; maan zijn hart was, toep
4.
's Middag» at men, slecht© soep mef pannekoetoen,.
Daar men 's avonds het eten moie©t betalen, kon met
met cèn goed geweten, dtaar ook gonoelg ven, eten e®
het eigen middageten zooveel mogelij k uitsparen. Döjt
deed men altijd, a;ls mictn 'e avond© uitging.
Zoo als altijd ging men niet I® zijn beete humeur
Daar het baL
De perste wal» was voorbij. Toni was fn hooge ver
rukking in d-.'n arm van lu.ltenant Born wesgsvlagc®
en had zelfs een extra-drnsdie met hem gemaakt. Nu
brabbelde zij met haar luitenant. Mapr plotseling hipld
zij op, zette de oogen wijd open en ïegdp den vin
ger op den mond. Zjj staarde naar de l®5®njg©d<eur,
waar juist de fabrikant Lente met zijn jonge vrouw
was binnengekomen, en. met hen, kon het mogelijk
zijn-' die vreemde schilder van verleiden, herfat
„Dat moet ik mijn nicht -dadelijk gaam zeggen." riep
zij levendig uiit, e.n nauweliij|kis ha|d h-et meisje dit
gezegd, of zij, had haar gleWefidten lluiitern,a®t reieids ijn.
den st-eek gelaten, en vlóóg dioor de zaal. Dat wa©
toch te interessant! Die jonge luitenant zag haar
vol veTbaalng na, maar volgde haar dan langzaam,
alsof hij mechanisch voortgetrokken werd.
Ella zat met eenigje dames onder da zuilengalerij
terwijl eentge heeren voor hen, stonde® te praten. Doa
kwam Toni aangeloop©® c®, fluisterde haa-r nicht, i®
het oor: ,.Hij is er."
„Wat is er?" Zij had de haastig uitgesproken woor
den niet verstaan,
Ella sto®d op en trad een sdhTedtei ter zijde- „Wat
wil je?"
„De vreemde schilder lts -er."
„Welke .achl'der?"
Eila kon dit vrage®, ofschoon- een blijde schrik
door haar heenging.
Om haar heen gebabbejL lachen ©n scherts, een
voorbijglijden van blanke schouders, uniformen e®
zwart laken,
„De schilder van diezen herfst, Ella hij Ss met
Lente meegekomen. Daar ja. waar hij nu?" Toni
moest zoeken. „Daar" zij had hem gevonden, Ella
zag L<m ook, zij werd- gloeiend rood en dan. weer
doodsbleek- Doch zij hars-te-ldé eidh. Olok trad luite
nant Born op hen toe, hij had zich door de za®1 heenr
gedrongen om zijn ontvloden partner te vriftudei® „Juf
frouw, u held mij trouweloos verlaten."
„Och, wees niet boos ik moest mijn nicht iets
zeer ppwlchtiigs vertellen,."
hij 't verloor, niet achter, doch voor de toonbank
terecht gekomen.
Tom's liefde wa© eerzuchtig en wie zal den jongen
held van dit kort verhaal er niet om waardeeren?
Zijn uit eerzuchtige liefden niet de mooiste romans
en de heerlijkste drrema"» geschapen? Edel Jonkvrou
wen en staljongens; edeljonkere en meikmocdoa heb
ben ten allen tijde, door de omzwervingen huui®er
hartstochten en de buataniaelgheid hunner genegen
heden, onze pha®ta©ie bekoord-.
Waarom zou een „ehopwalker" njiot aeai „^ooiieity
lady", die veel glacé noodilg heeft, kunnen geJiukÜóg
maken?
Tom begreep echter da,t dia afgunst der winkeljuf
fers ze scherpziend zou maken en daarom sloofde hij
zich tegen alle dame© die i® zaj® afdaelMig kwajne®
koopen of winkelen, gelijkelijk uit. Hij wU©t. dat had
hij m tajlooze romans, „©hort etoriee" enz. gelezen,
dat zijn aangebedene toch wel zou gevoelen wat er
lu zijn hart omging; «Jus w.iftde hij noch met, Moch zon
der haar over de tong gaan der circa 2000 bedien
den van de firmnf Sandy Clou©.
nn de jofiren van giace tot ile jofxrea van ka .om
bevroedden niels, vermoedden meis en scholden 'lom
kruiperig „toady".
llij was, dan zenuwachtig, Tom, niet over het snii
van z'® jas of veit, die luetea niets te wenschen; za
haar en snor waren geheel „m forin', z'n paiualon
viel uitstekend over.z'n schoen, z'n manciicden en
noord waren zoo prachtig breed en wit en schitterblank,
dat je er een vers op zou kunnen maken, rhj Hvis.'
dus dat hij onweerstaanbaar was, de pr,ns aller „shop-
walkos".
Hij was zenuwachtig, wijl net heden Dinsdag •was,
de dag waarop klaau'ulijke.ijk het voorwerp van 'z n
liefdedroomen haar „shoppuig'" deed en lom voeidc
dal zn hartsioclit zoo hoog geklommen was, dal Jiij
spreken moest, „or die in ine attempu". Spraken pi
sliklien.!
Hij Avas niet zenuwachtig uil vrees dat Gwen liem zou
afwijzen; die overweging was niet bij hem opgekomen.
Vooreerst moest hij, na he. pijnlijkst zelfonderzoek,
met behulp van tal van spiegels i-n de paskamer jingcts.el-i,
erkennen, dat geen vrouw ter wereld hem zou kunnen
afwijzen. Ten tweede vond 'hij dat liwen hem dikwijls
zeer bijzonder had aangekeken, altijd éven vriendelijk
tegen hem was, hem neel cLkwjls raadpJ-*egde p e,
haar handschoenen en hem eens, met voorbijgaan
van de winkeljuffrouw, had gevraagd een pair glacé,
op haar hand te passen, die zij meende dat haar te klein
waren.
Hij was dus zeker van zijn zaak; want als een meisje
s me tionourable Lady Gwendolia Broida-cres, jong
ste dochter van the Right Honourable the Earl of Oxloixl
and Cambridge, K,. G-., P. Q., enz., enz., dm ijieaft
ze al geen ander middel om hare jonkvrouwelijke gejue
genhe.d aan, een „shopwalkor" te looaan en symbo
lisch uit te spreken „so nimin mi'ch hin", dia op de.
manier die Gwen had gebruikt; aldus oordeelde len
minste Tom.
Doch onze Adonis was zenuwachtig, wijl hij primo
niet wist of ze dezen Dln;dig zou komen en sccundo
of ze alleen zou komen. Kwam; za in ds birouchette,
dan was ze niet alleen, dosh dm bestond di geringe
kans dat haar mama of wie met haar was, in t rijliug
bleef zitten.
fOwam ze in haar brougham, dan was ze alleen; zoo
veel wist hij vin liare gewoon'-mi
Tom was eigenlijk als de dooi voor de aatiVam-de
.schoonmama van zijn droo nen, die hem he'lem al nie
scheen te zien; Tom had dit kunstje van iemand niv'
te zien tegen wi-e-n je spreekt, ook eens geprolxerd oo
een 'nieuwbikkcn winkelmeisje, voor de garen hand
schoenen, doch hij vond het zwaar werk en 't meisje
had er bepaald om gelachen.
Hij had overigens alleen aan het meekomen van z'n
aanstaande schoonmoeder te danken dat hij heel et
maal wist op wie hij eigenlijk verliefd was; hij had
haar naam hooren noemen, en Burke's Poerago, in
de „Free Iibrary" van Camberwell, waar hij board
and lodg'-ngs" had raison van 17 sh. 6 d. per week.
had hem verder op streek g*holpzö.
Het was sd-nds een volslagen Tory geworden, die het
Heerenhuis verdedigde, als het stevigst "bolwerk van
den Britschem Staat en 'had z'n poli'ieke en andere denk
beelden geheel en al geschoeid op den least van zijn
toekomstig huiselijk leven.
Hij voorzag wel moeilijkheden, doch welke trouwe,
.standvastige min was die ooi' niet te hoven gekomen?
Dezen bewuste® I>'nsdagm:ddag h:eld hij"1 dus trouw
het oog op den grooten spiegel van he' deaar'emefi'
naast het zijne, waarin h'j de voo-deur kon zien. die
Lady Broadacres gemeenlijk binnm kwam.
En jawel, de goden waren met hem! De brougham
met den fraai en schimmel reed voor, de „tiger' wipte
van den bok, opende het portier en zij s'aofe uit
,,Glove-", „Handschoenen!" klonk in Tom's richting
de .waarschuwing van den „shoowalker", bi) de dmir
die üe bimnetnkomende gevraagd hajdi, wat ze noodig
had.
Toon wist het al lang; doch met mannelijke zelfbe-
heersching deed hij als gewoon.
Maar toen hij haar, nadat ze haar Inkoop had' gedéóh.
naar den uitgang teruggeleide, sprak hi) het (groo'e
woord, fluisterend: „Lady Gwen, Gwen,. I love
Ella glhg langzaam naar ee® zuil terug- en keek
door de mentfete. De vreemdeling Met zich door mijn
heer Lente voorstellen.
Toen veranderde heit beeld. De eerste tonen van dfe
polka weeriklonlke®. De zaaji geleek dadelijk op een
verstoord mierennest. De heeren, zoehten hun dames.
Elen jonge arts met ee® gtefeeketnd gezichit, boog, voor
U'la, zijn naam stond op haar kaart.
De polka begon eo® Luatilg geiwemel 1® die zaal,
die voor het groote aantal bezoekers bijna, to kléin
was.
De arta danste heel gO?d. El la speurde over zijn
schouder heen. Eindelijk ontdekte zij den vreemde
ling, hij stond dicht bij het orkest. Zij zag. dat zijn
blik haar volgde. Daarop danste zij dicht lanc© hem
heen. Hun b'Jkken ontmoette® e'lkandi?r. De vreemde
ling boog het hoofd te® gro^t- Zij beantwoorde!!; die®
en boog zich een weinig terug in den, arm van haar
partner, haar borat zwol 1® een diepen ademtocht. De
dokter hield op en ging met haar ter zdjd©-
„De muziek ie reusachtig mooi» vindt, u niet,, juf
frouw?"
„O zeker."
„Militaire muziek ga®t toch m-aa,r boven alles; bgj
de bals van on© stu-dtentie-tokoirps haddie® wij altijd de
huzaren
De jonge anst sprak graag \n.n zajn, studententijd,
voor het overige zei hij nfiert veel.
Elle hoorde naar hem, terwijl haar oogem. weder
den vreemdeling zochte®. Weer o®|tmoe|ttein hu® blik
ken elka®der. Eli® gaf eein heel werkeend antwoord.
Haar ca®ser lachte mdtn of meer v-^rlegB®, en, draaide
aan zijn baardje. Zijn studententijd! scheen haar ®i<ei
zooveel te i®tere©s'ere® ®s bil vca-waoht had. Hij ver-
z.x-ht zijn dame om een nieuwen dan©.
De polka wa© ten einde. Wedqr stroomd© a^es
uit hel midden dier zaal' naar de atoele® onder de
zuile®galerij. De golven effende® zich.
Toni kwiaim bij, EU®. „Neie.® maar. h-oe komiek, d®t
hij l.eruggekoni&® is! Als hij geen baardi had, zou hij
mij wellicht evengoed zij® bevable®, al®
„Stil, Tornt'"
Zij zag dtn vreemdeling mit de® adjudant naderbij
komen, aan wien hij reed© was voorgesteld en wien
hij nu met fijne® tact verzocht, hem ook aan de
dames voor te ste le®. Zooeven had hij- mevrouw Hel
ler leeren kennén, ®u fcvajn hij bfij de jeugd-,
„Mijnheer Pauisen, ikair©,schilder mijn zuster
mijn nicht."
Le schider had het Teed© op de tong om pp de
vluchtige -kennismaking in, de® herfst te zinspelen
maar een bij-na angstige uitdrukking i® E'la's oogen
deed hem op het laatste oogemblük deze woordten I®
een paai- niotszeggenide vodzinnien, verand ere® Tc®i
was geheel onbevangen.
ri, will yoy b© my wife!" „Laady Gwen, Gwen,
heö je lier, wil je mijn vrouw worden?"
Het gulle, geestige, frissche nv-Fjcsg^zich', der moo*<\
jonge iersche veranderde op stag.
Ze was opeens „grande dame raMe, absoluut onge
naakbaar; zonder een woord te spreken, nam ze haar
ja"pon op, met zekere onbewuste os.entaie, keek 'i'om
een onclecLbaar oogenblrk aan, met een blik uil haar
donkere oogen, waarin lachlust en verontwaardiging
om den voorrang streden en liep wog, den winkel uit.
Torn ze weer in liaar rijtuigje zat en de „tiger' weer
dp den bok, werd haar gaodit weer gewoon en 'zo
schaterde het uit.
„Wat is er?" vroeg liaar aanstaande^ de jonge Duke
of Unicom, verbaasd over die uitbirsing van vroolijk-
heid, waar ze zooeven noc zoo ongewoón ernstig was.
Hij had maar'even in 't koels je gawacht.
^ancy. Guyl ik ben ten huwelijk gevraagd!"
„Door zoo'n winkelvent? Zoo'n „Sliopjóluiny f
irJa't Was die van wien ik je vertelde dat hij zoo-
sprekend leek op den pop, dien ik als troubadour ^jan-
kleedde voor den bazaar van mama."
En Guy schaterde nu ook.
Maar Tom werd lid van een radicale club, wier eer
ste politieke beginsel is: Afschaffing van het Hoocerhuis;
en de winkeljuffers noemen hem niet moer „toadv' Hi}
won er dus iets mee, al was 't g2ea vrouw. lldbld.
„MANNETJE".
„DNGELU kb-DAG".
....Toen, terwijl hii zich zette aan de tafel, waar he:
eten voor dien m.tklag was opgezet keken zij hem
allemaal aan. Moe en Piel mei zijn brutale oogon, en
Leenije, met dr gjtende scha.erlachjcs, en ook nog
de kleine Willem, die nog maar lialf-begreep wat er
gebeurde... En vader begon te eten van hel bord zuur
kool, dal vóór hem was geplaatst. Maar moeder spotte...
„Kijk 's jongens kijk 's effetjes wat een gezon
den eeliust pa heeft!.... liij eet nog alles op. Z'n maag
is gelukkig gezond. Als het nu ook maar zoo was met
dat andere..."
En moe maakte, met wijsvinger en duim de beweging
van geldtellen. En tegelijk grabne.de zii in muntstukken,
voor haar liggende. Twee gulden, drie kwartjes, ptss
dubbeltjes, cm.en... rf,Dat is aliei, wat-ie me na een
week tnuis brengt. LÓn pop of drie... laat s k.jken...
Dat i© de huisvader. Het hoofd des gezinsl...'' Leen.jo
proesite hel uit. En pa prop.e de zuurüooi in de droge
keel. Hij had dm god-ganschelijken dag gepraat met
allerlei menschen om zijn provisietje te verdienen,
't Was niet gelukt. Hij had, ia een melksalan, een
half uur zitten uitblazen van de vermoeienis met een
glaasje melk voor zich, dat ondanks ai zijn kleine
teugjes, toch eindelijk opging... Toen was mannetje,
met het saldo van zijn week-provis.e hui>-toe gegaan.
De lendenen scjirocidun en kraakten hem. En 't dui
zelde hemt voor de oogen.
„Maar pa", zei z'n oudsten jongen, hem de j-ook
van zijn cigarette in het gezicht blazend „maar pa,
waarom richt u toch niet een eigen kantoor op, t
filiaal van een of andere groote firma...'
De jongen verslikte zich in de rook van zijn cigaret e.
zoo'n pret had hij over zijn geest^hjéd. En Leen.je
kreeg weer een gd-lachbui. JE5n kleine Wam; keek pa
ook nog .spoaer,g aan. En ma. met dik rood gezicht en
minachtende oogen zat ie schud/ioofden. Wjftt vi
sukkel... Wat een stumper, toch, die pa, hé!.... Als ma
ere ens niet was, met haar kamerverhuurdery-, wa irvan
ze allen leefden, wat zouden ze moeteu belonen?...'
Ma grabbelde met haar dik-vet ige vingers in
de guldens en kwartjes door vader zoo zuur verdiend.
De zuurkool bleef hem :n de keel Sieken. Zn ouds.o
zoon blies hem weer rook-van-cagarelte in he. gelaat.
„Lust je niet meer?", vroug ma op klapperig-moa-
warg toontje.
Even... heel even... stormde het in hem op. Had
hij bijna, alles bijeengegrepen en le-gru zet geiia^en
Maar hij bedwong zich. Hij was bang. Hij da h. uau
de felle herrie, die dan komen zou. Hl>z zij allen op
hem zouden aanvullen...
Hij zette zijn ve.tig, oud hoedje op. Het rammeid®
schroeide nog ïn z'n maag. r
„Hij gaat duizend pop salaris en provisie halen!' nep
ma, gewoon; 's middags een stuk of wiat copiac-es
te smullen, waarop ze het bedrag op de huurders wist
te verhalen.
Hij hoorde het spo!lachen in zijn huiskamer. .Zei,
dat-ie nog gauw even bij een klant mosst z jn. liep,
met tranen in de oogen het trapje taf. Hooide zeer
duidelijk hoe zij hem bespotten. Ma he allerminst.
Maar ook de and.'rea... Eu het nog kinderlijke stem
metje van kleine Wi n er tusschen ra eleid... Dut t
pijn g ng doen, in zijn keel. En- da -trinaa biggeldan.
over zijn wangen, terwijl 't van honger schroeide in de
maag van armi mannetje, provisie-reiziger, wiens vrouw-
met naar „kamer-verhuurderij" immers alles verdiende.
...Op goed geluk af.hoe, kon hij zidh later heele-
maal 'niet verklaren... Met zijn holle leege hongerende
ïnaag, was hij mannetje binnengeslopen da',
vreemde cafétie donker in somberavondstraa-'
zaakje met half-afgedraaide lichte® en groene gordijn
tjes. Had daar een cognacje besteld. En manne je zal
daar in de duistere sfeer tusschen spiegelruit en
Do adjudant verontachuMigd© stioh, hij moeet
verder. De schil dier z®c hem eve® ®a, dan wendde
hij zich weer tot de dame©. „Mag tfk wellicht om 'n
dans verzoeiken?" Hij strekte de hq®d uoa® El la's
kaart uiit
„jammer genoqg heb tyt reed© all«9 beeet," a®twoor.
de deze met oprecht leedlwezda- Hij, zag op de ka®rt
die zij hem overgereikt had. „Oo-k reed» twee tu»-
schengevoegde, dansr-n." meukte haj op. „Houd u dén,
de den voor mij vrij?"
„Graag maar lk vreea. dat hij niet meer gedtanpt
zal woidtn."
„Ik zlaJ mij Jn -leder geval voor dfc® tijd door en
kele extra-dansen trachtem schadeloos te stellen,"
„Indien u Ella een diemst wilt doen. moot u haar
balen, als kapttei® Wc-hrcndiorf komt," wierp Tond er-
tusschen.
„Maar Tonj
„Eu hoe staat het met u, juffroiuw?" Hfi venzooht
om 'tonl's bajkaart. ..Hier heb ik meer geluk
juist uog éen daps. Mag ik bij de Framgaise mfljn
naam sihrijven?"
„O zeker en, tracht alsjeblieft luitenant Born
•als vissa-vi» te krijge®. Maar zeg hem niet, dat iik
u -gezonden heb."
„:Ik ke® dden heer -ln het góh-eel niet"
„Wacht u even, ik zal hem hierhee® lokken
Zy /.a<z even rond en ijlde toen weg.
..Eerste vlammen," ©prak de schilder lachend. ,.en
juffrouw, mag ik nu ook een© mij® vreugde betutge®
dat wy elkander wederzien!" Het klonk zoo natuur
lijk en hartelijk.
Ella speelde met den waaier, die met een lang
koord aa® haar ceintuur was vastgemaakt, en zag
daarop neder. Maar da® moest zy- torh de oogen op
slaan zy was nog wat verward, maar zij- wilde, hem
ook een beleefdheid zegge® „AA® het portret, dat
u nrij hebt gegeve® heb ik mij spopd% gewenjdi"
zy koos dieae uitdrukking om niet te verbale®, dat
zy het mooi vond .Jh-et is zoo sprekend- beter ka®
ik het niet uitduid e®"
„Ik wist, dat het ondanks vele ounauwkeuriighede®
ln enkele trekke®, tot u zou spreke®, u hebt de Juiste
uitdrukking gevonden. U hebt u eraan gewend, ook
dat wist ik. Het i9 karakteristiek voor u biy u
Ligt hij voorbeeld juist zooveel kn de oogjm, en dlie
heb ik goqd getroffe®"
Ella voelde, dat zij mwondlig gloeide, maar zij be
dwong de opstijgende blos.
„Niet alles aan. den m-ensdh is van evenveel waar
de." ging de schilder voort, .jatle treklke® aB© on
derdeden, op dezelfdle wijae geteekemd en naast el
kander gezet, vormen ee® besldl zander ziel, zond-Jr
karakter. Het karakter^ die ziel weer te g)ave® het
karakteristieke naar vonefq fce hfrenge® daarin- lugt de
gordijn torn hij naast ach merkte een blonde vrouw.
Met grijze oogen, door hevig-zwor,e wimpers omlijnd.
v©t> ww» een vw.nwle swko pi/'a.a ui.gtng....
Vrouw, <fie naast hem grng aar® o.i v.»cl gepar
fumeerde handje legde op £-Jn arm op net veijge
armpje van de overjas, d,e ®j aaa nad. En vrouw
tje \rocg met allerliefst ktxvs.e.ome./c, met heeecn
cn 'wat schor, maar dat aIgemar.e.d uiamieijc uoo
hemebcli iu de ooren klon^, op da( moai-nc of ze
óók een biertje moclit hebben?... Wa. ii.j goed vond.
Zéér-flauw, zeer-vludiüg, herinnerde h.j ziJi later,
dat er nog een ander vrouWije omi dj .alei kwam
zitten. Die óók ecu bier.jo vrojg ie drinken.
Maar dal beeld is hein' verdojzold. D« eer na, /,eec
blonde vrouw, van de kroeselende haren, de met zwarte
randen omkrmgde .oogen, Hond hem zeer scnerp bij.
Hoe mannetje haar zn IcvjosIjoJ liad verteld. Van
rna, <fie 'm krenkte en grauis ia de zuur-verdiciuki
kwnrtjes... Van oudsten zoon, <Le hem rook in gezicht
blies. Van 't uitproestende Leentje, zn dochter... En
van mee-lachende, mee-spotienden Wira... z'n jongste,
van wie hij hield... Van dat kind, dat z'n oogappel
was, en ook al door ma werd opgestookt...
Hij mannetje had, overstelp, door z'n verdriet,
al maar cognacjes besteld en baartjes voor die van de
zwart-oinrande oogen, die hem met haar gepar
fumeerde honden, strookte, aaide over de voch'igj
wangen... En hij zag al inuar den kellner komen, dje
cognacjes cn biertjes bracht, in duistere ruimte tusschen
ruil en groen gordijntje van cafétje...
Toen is 't gebeurd, dat de vriend, die hem, dien
ongeluksavond had meegetroond naar de gelegenheid...
Zeggend vun. „Kerel, ben je nou stapel!... Lo.it je je
door zoo'n wijf ongelukkig maken? Vooruit, ga mee!
Vive le pkdsier..." Dat die vriend hem w-ukkcr-schudde.
Toen zat mannetje niet mper in de duistere ruimte
tusschen spiegelruit en grom gordijn, maar ergens
heelemaal achteraan in het huis. Naast hem zal nog
altijd flie van de zwoele purfums en de zwart-om-
mnde oogen. Etn ook wis er de wpaitfin van dji ge
legenheid. Etn 'de vrjjnd. Zij knipoogden tegen elkaar.
Maar mannetje had er geen ..ahnung' van. Die van (le
geschminkte oogen, zei Toe ventje, drink een -kop
koffie, dat kikkert je opl
Hij had haar raad gevolgd. In zijn hoofd was fiet
alsof cr een koffiemolen werd rondgedraaid. Hij slurpte
het oni ka! teren de bruine vocht...
Toen kwam de rekening.
„Twaalf gulden tachtig".
Mannetje herinnerde ach niet. Maar betalen was de
boodschap. Anders zou meneer van 't zaakje wel ef
fetjes mee mar huis. mei manne'je, gaan.
ïn zijn portemonnaie had ie nog lach ig centen.. Niels
meer. Maar in het zikje vam z'n V3tt zit on porte
feuille. Veel was er niet in... Maar mannetje liaalde er
tocli portefeuille uil... Drie muntjes zalen cr in...
Het geld was eigendom van den man, voor wien hij
„op provisie" reisde. De migsre. dorre vingers heef-
den toen zij er twea munijes uithaalden...
En. ondanks de verdoezeling in dc hersens
zocht zijn blik die® van vriend, die hem hier gebracht
had... Of die hem helpen zou?....
Vriend ku.kle gerusts ellend. Zeker hoor! Hij zou
bijspringen l....
„Toe schat!" zei die van de zwart-#sch mink'e oogen,
mannetje over het g.-laat strodend „toe, lievcrtje,
geef nog een potje wijn, hé?"...
En arme stumpert die sind; jaren ni; ander©
dan tergend sputhoonmde, krcn.-c<-nJc woorden ad
gehoord... Mannetje begon te gr.enm van sinel ende.i
weedom. De jxiar riksen en het d^rde muntje werden
omgezet in wijn... En het oude, magere kopje van af-
gemartelden stumpert rustic, in hernieuwc bedwel
ming tegm den overrijp.® Ixiezj.n van dame je uit
cafétje, aa- de anderen aankoek ine. gezicht van naine-
looze spotternij.Terwijl ze, me een van ha-ar vlee-
zige vingers, duidde naar het hoofd van mannotje, da!
in zilig vergeten van dagel jkiche el.eade legen liaar
boezem rustte...
Mannetje had over de zastig gulden verduisterd vnn
wat hij moest afdragen aan pdroax vo>r wian tiij
reisde. En de vriend v.in :lie ongeluksavomi <h »d hem
geholpen... Aan twindg guldc®. Waarvoor hem .be
wijzen, papierea waren cr niet vijf en dertig was
teruggeven. Zóó was het voor.gegaan. Na dien .ééhen
avond... En terwijl mannetje nog weer was teruggekeerd
tot die van. de heviglijk-gesc-hmmk e oogen, dij -gezegd
liad, dat hij de een ge man ter wereld was voor wit®
zij ooit iets van liefde gevo.-ld bid...
Vriend der voorschotten hid gjil: zik.*n gemaakt
met mannetje. Alles en allc> o. da j L* tachiig
pop aan hem verdiend. En vriend i> ef j, ia, he: op een
eind liep. Hij was voorzichJg ge.ve -s -nair nu moes.
met een lijnen toet de zaak ,,g: egiA' worden.
Zij liepen samen op dien rnlaJag.
„Piet", zei de vriend van ongdukiavoid, ,jk uzal
je eens wat zeggin. Je woef, wat k »>r j 3 gedaan
heb. Dat ik je vriend bsn. Énni xKJh:a, trojwe vriond
hé?... M®ir alles heeft z'n gren». hé?... Nou \goed.
Morgenmiddag krijg ik die honderd pop van je
in goede HolLandsche spe:io. Of om kwart o/sr eenen
ben ik bij je vrouw. En vertel ik haar alks. Haarfijn!...
Nou weet je 't..."
Vriend was iemand van spijkers met koppen slaan.
Tegelijk wtas hij weg....
kunat"
„lk ben daar zoo dom to»"* hetende Bil® oprecht.
„Onervaxen zeker, wa®r zou u het ook geleerd heb
ben, ln de enge, burgerlijke krlngwn Eter, waar toen
slechts schilderijen ke®t met meOk en hcml-g geschil
derd, slechts boeken met dien suiker van oud&rwet-
sche edelmoedigheid bestrooid, en g-oschren-en om
tranen te atorte® dile slechts uit het oog kome®
a'k-s aardig: n®ar grootinoedcirs Q®verval©cht voor
beeld. Doch u zult net betier leene®"
„U spreekt zoo beell©t."
„.lammer zou het voor u zjj® todfe® het andé<rs
uitkwam."
„Wat weet n dan van mij?"
„Tot nu toe alleen wat to uw oogen ligt. Maar
vraagt u my daar nu afet verder n®ar ook begin
nen wy d© aandacht op on© te vestigen. Natuurlijk
een wildvreemde mljSnheer ©preekt met een dame,
die nogal bertijd wordit zeker. Huile® wrij met de wol
ven. Zeer warm hier, ®tetwaar?" hij veegde met
zijn zakdoek over het voorhoofd1 „maar een aan
trekkelijke avond, pittige muziek. Doch daar komt
uw nicht mot haar Luitenant- Maak haar dé zaak wat
gemakkelijk."
Ella voelde zich wat beklemd byi den opa® haar
volkomen nieuwe wtijze va®, spreken van dten man, die
haar als een goede bekende, al© een vertrouwde be
handelde. Maar spoedig schudde zy dit gevoel va®
zich af en wa© nu opgeruimd. Toni kwam. oaar hot
scheen, toevallig voorbij in druk gesprek met de®
luitenaat. zy loen©de terzijde. EG la wenkte haar.
..Heb je mama gezien?"
Nu bleef zy staa® De luitenant ©telde zich met
een buiging voor, zij® hakken tegen elkander klap
pend: ..Bom."
.Paulse®" De schilder schudde het jonge kereltje,
die naast zy® hoog® krachtige gestalte bijn® 1® het
niet zonk, de hand. om hem vast te houden.
Tonj gaf Ella een knipoogje. Di?ze begreep. Luite
nant. hebt u voor de tweede Fra®gaiBe roede ee® vi»-
a-vis'"
,JCog ntteit," Juffrouw."
„Mag lk da® de eer hebbe®" zeide Paulsen.
„Juist zooals lk zou wenschen," antwoordde Born.
„Nu hebben wij twee jonge harten gelukkig ge
maakt." meende Paulse® toen de officier met Toni
verder gtog.
De schilder, die yverfg- möadanste, haaide Ella twee
maal af voor ee® extra-dane. Haj danete goed zy
voelde zich veilig in zaj® arm, geen ehtete maal kwa
men zy 1® aanraking met ee® ander paar, ondanks
de vol'e za©.!. Een krachtige arm omspande haar
tajlte, zy vocjde, dat hy haar vast hifieöd, maar licht
ademden borst tegen borst. Zij reikt» dén hooggewas
sen ma® tot aan het oor, e® toch, wanneer zij op-