TWEEDE BLAD. Toonbankliefde. FEUILLETON. VRIJHEIDSDRANG. Schetsen uit de Rechtzaal. ZATERDAG 12 DECEMBER 1914. 57ste Jaargang No. 5505. 't Was nog rustig op zekere® Dinsdagmiddag, zoo wel in het hands-ehooneo-departomQut ate in, de an dere afdeeïingen va® den, grooten wfi-njtael der firma Sandj Cla,us, Child Co Ltd., 251, 253, 255„ 257. 259 New Grove Road, Kjen©itig.tom De „shopwal'ker©", deze varheven soort van, ellen- ridders, dSe de klakten die® weg wijze® dloor heit har byrinth van. winkelkasten en, toonbank»®; die tevens toezien dat de winkeljuffers al hu,n best, doen oan wat te verkoop©®, op aUQ© rapd en, voor allie® een, middel vinden; wtellke heeren, verder er het oog op houden dat geen artikel uiitverkocht rap,kt. voor ze den „buyek" der firma gewaarschuwd hebben,, opdat die tijdig van, de engroe-huizen of van de fabni|kanr tx.ii nieuwea voorraad koopt; deze dus drtedubbel-ibe- laste „shopwalkree" stonden wat om te hummelen, hier een praatje makend, daar wat nechrtscihikkepd» of, als hun plaats bij spiegel of voordeur was, den spiegel in- of de deur uitkijkend. Achter in den winkel gloeide reeds het electriech licht met zijn aa®trekkelij.ten schijn, overal ston- deu ol zatep de winkelmflisjes, fluisterend babbe lend, lachend of gflamJachendi, gereed straks hun werk met dei gewone-, a®d|3rdia®i)géi voorkomendheid te beginnen. De shopwalker" ia die handsehoenen-afdieeliitnig, de held van dht venhaja,.I Thema© Bark, etoradj allee®; hij keek gedachteloos maar dje fiéhus, parasols, zak doeken, nw alle dingen i® de afdieeltogen bij de zijne, hij keek naar de fili'kk«rgla®©j€© dfe het eIco nisch licht over allee wierp, hij keek naar dat allee, doch hij had het aj zooveel jaar gezien, dat hij 't niet meer zag, evenmin, als hij den etgenaardilgeh reuk. meer rook, dien aj dat goed afgaf en düien hij al zooveel Jaren geroken had- Thomas Bark stond ®llée(® hij- stond1 te denken, tq peinzen, te soezen, hij wa© ongedurig, keek telkens op z'n horloge en zuchtte verlicht op, toen. da da mes begonnen in groenten getale het mode magazijn binnen te komen, en hiji, door zijn werk z'n zenuw achtigheid kon vergeten. Want Thomas Bark was zenuwachtig. „Toady Tom" noemden hem onder elkaar dfö witar keljuffers op wier verkoopstalenhep. deze Shop-walker moest toezien en die vonden, dat hij veel gevoeliger bleek voor de attracties desr winkelende dames, dan voor die der juffers voornoemd. Ze schreven dit toe aan kruiperigheid, deze diwa#a maagdle® doch ze mis kenden Thomas; ze konden ook niet vermoedanl dat achter zijn goedgeborsteJdo gekleede jas, achter zajn fraaikleurig vest, met bont zij draad geborduurd, ach ter zijn glanzend overhemd fjn| zijn zedig flanel, aH08 prima, dualiteit, geleverd) door de firma Sandy Claus, dat achter al die v<x>rui,tge©chove® verdiedignlngsweir- keu van een maninenihaTt,, jjm dat hart een drama, Wjend) afgespeeld. Thomas was zenuwachtig wijl hiji ve-rflSiefd was. Liefde maakt, volgen ja d-q dichters, leimiand tot zoo wat van a'liee; die zenuwachtigheid kap, er dus wel bij en ook kan er bfij dat zij slim en list-Hg mankt, Thomas oordeelde met bescheiden doch mapweOtijk zelfvertrouwen dat hij voor iedere vrouw onweer - staanl-aar was. Hij wa© fimik van lengte, doch weer niet zoo onbenullig lang, dat ieder andier belachelijk klein bij hem leek; hij vopid z'n lengte een „pleizier rige"' lengte. Zijn bruin, haan en, mooie, bruine snor waren gekapt en gefriseerd; npar deni laatsten smaak; Thomas was er voor raar een botonetelkapper ge gaan hr Drury Lane, dlie met, artistiek geweiten zulk een frisuur had in 't liewq® gertoepon. »>as to sudït best the gentleman'© ©tyle of face". Verder had hij gr-ooite, droomeriige, bruine opigen eau beeldige® neus, beeldig» kito, en, een beeldig; bedtnt. In éen woord hij was een, .shopwalker4" dlie zich kon laten zien. Dofch vooral waren Thomas' manieren on overtroffen schoon; hij had zijn vak nis „shopwak ker" ernstig opgevat, zijp haarscheói&tnfe en snorkrul waren door een tooirueeilkapper geschapen, zijn ma nieren had. hij vap, een, dansmeester. Hij boog heerlijk, n-iet te diep en niet te wetojlg. Hij bracht de dame die handschoenen noodig hadl bij de glacéen-zijden, halfeijden, castoren of garen juf frouw» met een elegant gebaar, dat geen tooneeldfflplo- maat in „the Duke's theiafcre, May fair Square, matin.ee every Saturday", hem zou verbeteren; en al» hij het voorwerp zijner tijdelijk» zorge® ©e® wtokeilatoeltj^ aanbood, was die aanlvtedtajg artistiek geacheveerd. Tom bpvrogdlde dus dlat zij®, ©eheple staf van, wfit®- Ke! juffers. van de glacétjes af tot de katoentje© toe. doodelijk van hem wa©; maan zijn hart was, toep 4. 's Middag» at men, slecht© soep mef pannekoetoen,. Daar men 's avonds het eten moie©t betalen, kon met met cèn goed geweten, dtaar ook gonoelg ven, eten e® het eigen middageten zooveel mogelij k uitsparen. Döjt deed men altijd, a;ls mictn 'e avond© uitging. Zoo als altijd ging men niet I® zijn beete humeur Daar het baL De perste wal» was voorbij. Toni was fn hooge ver rukking in d-.'n arm van lu.ltenant Born wesgsvlagc® en had zelfs een extra-drnsdie met hem gemaakt. Nu brabbelde zij met haar luitenant. Mapr plotseling hipld zij op, zette de oogen wijd open en ïegdp den vin ger op den mond. Zjj staarde naar de l®5®njg©d<eur, waar juist de fabrikant Lente met zijn jonge vrouw was binnengekomen, en. met hen, kon het mogelijk zijn-' die vreemde schilder van verleiden, herfat „Dat moet ik mijn nicht -dadelijk gaam zeggen." riep zij levendig uiit, e.n nauweliij|kis ha|d h-et meisje dit gezegd, of zij, had haar gleWefidten lluiitern,a®t reieids ijn. den st-eek gelaten, en vlóóg dioor de zaal. Dat wa© toch te interessant! Die jonge luitenant zag haar vol veTbaalng na, maar volgde haar dan langzaam, alsof hij mechanisch voortgetrokken werd. Ella zat met eenigje dames onder da zuilengalerij terwijl eentge heeren voor hen, stonde® te praten. Doa kwam Toni aangeloop©® c®, fluisterde haa-r nicht, i® het oor: ,.Hij is er." „Wat is er?" Zij had de haastig uitgesproken woor den niet verstaan, Ella sto®d op en trad een sdhTedtei ter zijde- „Wat wil je?" „De vreemde schilder lts -er." „Welke .achl'der?" Eila kon dit vrage®, ofschoon- een blijde schrik door haar heenging. Om haar heen gebabbejL lachen ©n scherts, een voorbijglijden van blanke schouders, uniformen e® zwart laken, „De schilder van diezen herfst, Ella hij Ss met Lente meegekomen. Daar ja. waar hij nu?" Toni moest zoeken. „Daar" zij had hem gevonden, Ella zag L<m ook, zij werd- gloeiend rood en dan. weer doodsbleek- Doch zij hars-te-ldé eidh. Olok trad luite nant Born op hen toe, hij had zich door de za®1 heenr gedrongen om zijn ontvloden partner te vriftudei® „Juf frouw, u held mij trouweloos verlaten." „Och, wees niet boos ik moest mijn nicht iets zeer ppwlchtiigs vertellen,." hij 't verloor, niet achter, doch voor de toonbank terecht gekomen. Tom's liefde wa© eerzuchtig en wie zal den jongen held van dit kort verhaal er niet om waardeeren? Zijn uit eerzuchtige liefden niet de mooiste romans en de heerlijkste drrema"» geschapen? Edel Jonkvrou wen en staljongens; edeljonkere en meikmocdoa heb ben ten allen tijde, door de omzwervingen huui®er hartstochten en de buataniaelgheid hunner genegen heden, onze pha®ta©ie bekoord-. Waarom zou een „ehopwalker" njiot aeai „^ooiieity lady", die veel glacé noodilg heeft, kunnen geJiukÜóg maken? Tom begreep echter da,t dia afgunst der winkeljuf fers ze scherpziend zou maken en daarom sloofde hij zich tegen alle dame© die i® zaj® afdaelMig kwajne® koopen of winkelen, gelijkelijk uit. Hij wU©t. dat had hij m tajlooze romans, „©hort etoriee" enz. gelezen, dat zijn aangebedene toch wel zou gevoelen wat er lu zijn hart omging; «Jus w.iftde hij noch met, Moch zon der haar over de tong gaan der circa 2000 bedien den van de firmnf Sandy Clou©. nn de jofiren van giace tot ile jofxrea van ka .om bevroedden niels, vermoedden meis en scholden 'lom kruiperig „toady". llij was, dan zenuwachtig, Tom, niet over het snii van z'® jas of veit, die luetea niets te wenschen; za haar en snor waren geheel „m forin', z'n paiualon viel uitstekend over.z'n schoen, z'n manciicden en noord waren zoo prachtig breed en wit en schitterblank, dat je er een vers op zou kunnen maken, rhj Hvis.' dus dat hij onweerstaanbaar was, de pr,ns aller „shop- walkos". Hij was zenuwachtig, wijl net heden Dinsdag •was, de dag waarop klaau'ulijke.ijk het voorwerp van 'z n liefdedroomen haar „shoppuig'" deed en lom voeidc dal zn hartsioclit zoo hoog geklommen was, dal Jiij spreken moest, „or die in ine attempu". Spraken pi sliklien.! Hij Avas niet zenuwachtig uil vrees dat Gwen liem zou afwijzen; die overweging was niet bij hem opgekomen. Vooreerst moest hij, na he. pijnlijkst zelfonderzoek, met behulp van tal van spiegels i-n de paskamer jingcts.el-i, erkennen, dat geen vrouw ter wereld hem zou kunnen afwijzen. Ten tweede vond 'hij dat liwen hem dikwijls zeer bijzonder had aangekeken, altijd éven vriendelijk tegen hem was, hem neel cLkwjls raadpJ-*egde p e, haar handschoenen en hem eens, met voorbijgaan van de winkeljuffrouw, had gevraagd een pair glacé, op haar hand te passen, die zij meende dat haar te klein waren. Hij was dus zeker van zijn zaak; want als een meisje s me tionourable Lady Gwendolia Broida-cres, jong ste dochter van the Right Honourable the Earl of Oxloixl and Cambridge, K,. G-., P. Q., enz., enz., dm ijieaft ze al geen ander middel om hare jonkvrouwelijke gejue genhe.d aan, een „shopwalkor" te looaan en symbo lisch uit te spreken „so nimin mi'ch hin", dia op de. manier die Gwen had gebruikt; aldus oordeelde len minste Tom. Doch onze Adonis was zenuwachtig, wijl hij primo niet wist of ze dezen Dln;dig zou komen en sccundo of ze alleen zou komen. Kwam; za in ds birouchette, dan was ze niet alleen, dosh dm bestond di geringe kans dat haar mama of wie met haar was, in t rijliug bleef zitten. fOwam ze in haar brougham, dan was ze alleen; zoo veel wist hij vin liare gewoon'-mi Tom was eigenlijk als de dooi voor de aatiVam-de .schoonmama van zijn droo nen, die hem he'lem al nie scheen te zien; Tom had dit kunstje van iemand niv' te zien tegen wi-e-n je spreekt, ook eens geprolxerd oo een 'nieuwbikkcn winkelmeisje, voor de garen hand schoenen, doch hij vond het zwaar werk en 't meisje had er bepaald om gelachen. Hij had overigens alleen aan het meekomen van z'n aanstaande schoonmoeder te danken dat hij heel et maal wist op wie hij eigenlijk verliefd was; hij had haar naam hooren noemen, en Burke's Poerago, in de „Free Iibrary" van Camberwell, waar hij board and lodg'-ngs" had raison van 17 sh. 6 d. per week. had hem verder op streek g*holpzö. Het was sd-nds een volslagen Tory geworden, die het Heerenhuis verdedigde, als het stevigst "bolwerk van den Britschem Staat en 'had z'n poli'ieke en andere denk beelden geheel en al geschoeid op den least van zijn toekomstig huiselijk leven. Hij voorzag wel moeilijkheden, doch welke trouwe, .standvastige min was die ooi' niet te hoven gekomen? Dezen bewuste® I>'nsdagm:ddag h:eld hij"1 dus trouw het oog op den grooten spiegel van he' deaar'emefi' naast het zijne, waarin h'j de voo-deur kon zien. die Lady Broadacres gemeenlijk binnm kwam. En jawel, de goden waren met hem! De brougham met den fraai en schimmel reed voor, de „tiger' wipte van den bok, opende het portier en zij s'aofe uit ,,Glove-", „Handschoenen!" klonk in Tom's richting de .waarschuwing van den „shoowalker", bi) de dmir die üe bimnetnkomende gevraagd hajdi, wat ze noodig had. Toon wist het al lang; doch met mannelijke zelfbe- heersching deed hij als gewoon. Maar toen hij haar, nadat ze haar Inkoop had' gedéóh. naar den uitgang teruggeleide, sprak hi) het (groo'e woord, fluisterend: „Lady Gwen, Gwen,. I love Ella glhg langzaam naar ee® zuil terug- en keek door de mentfete. De vreemdeling Met zich door mijn heer Lente voorstellen. Toen veranderde heit beeld. De eerste tonen van dfe polka weeriklonlke®. De zaaji geleek dadelijk op een verstoord mierennest. De heeren, zoehten hun dames. Elen jonge arts met ee® gtefeeketnd gezichit, boog, voor U'la, zijn naam stond op haar kaart. De polka begon eo® Luatilg geiwemel 1® die zaal, die voor het groote aantal bezoekers bijna, to kléin was. De arta danste heel gO?d. El la speurde over zijn schouder heen. Eindelijk ontdekte zij den vreemde ling, hij stond dicht bij het orkest. Zij zag. dat zijn blik haar volgde. Daarop danste zij dicht lanc© hem heen. Hun b'Jkken ontmoette® e'lkandi?r. De vreemde ling boog het hoofd te® gro^t- Zij beantwoorde!!; die® en boog zich een weinig terug in den, arm van haar partner, haar borat zwol 1® een diepen ademtocht. De dokter hield op en ging met haar ter zdjd©- „De muziek ie reusachtig mooi» vindt, u niet,, juf frouw?" „O zeker." „Militaire muziek ga®t toch m-aa,r boven alles; bgj de bals van on© stu-dtentie-tokoirps haddie® wij altijd de huzaren De jonge anst sprak graag \n.n zajn, studententijd, voor het overige zei hij nfiert veel. Elle hoorde naar hem, terwijl haar oogem. weder den vreemdeling zochte®. Weer o®|tmoe|ttein hu® blik ken elka®der. Eli® gaf eein heel werkeend antwoord. Haar ca®ser lachte mdtn of meer v-^rlegB®, en, draaide aan zijn baardje. Zijn studententijd! scheen haar ®i<ei zooveel te i®tere©s'ere® ®s bil vca-waoht had. Hij ver- z.x-ht zijn dame om een nieuwen dan©. De polka wa© ten einde. Wedqr stroomd© a^es uit hel midden dier zaal' naar de atoele® onder de zuile®galerij. De golven effende® zich. Toni kwiaim bij, EU®. „Neie.® maar. h-oe komiek, d®t hij l.eruggekoni&® is! Als hij geen baardi had, zou hij mij wellicht evengoed zij® bevable®, al® „Stil, Tornt'" Zij zag dtn vreemdeling mit de® adjudant naderbij komen, aan wien hij reed© was voorgesteld en wien hij nu met fijne® tact verzocht, hem ook aan de dames voor te ste le®. Zooeven had hij- mevrouw Hel ler leeren kennén, ®u fcvajn hij bfij de jeugd-, „Mijnheer Pauisen, ikair©,schilder mijn zuster mijn nicht." Le schider had het Teed© op de tong om pp de vluchtige -kennismaking in, de® herfst te zinspelen maar een bij-na angstige uitdrukking i® E'la's oogen deed hem op het laatste oogemblük deze woordten I® een paai- niotszeggenide vodzinnien, verand ere® Tc®i was geheel onbevangen. ri, will yoy b© my wife!" „Laady Gwen, Gwen, heö je lier, wil je mijn vrouw worden?" Het gulle, geestige, frissche nv-Fjcsg^zich', der moo*<\ jonge iersche veranderde op stag. Ze was opeens „grande dame raMe, absoluut onge naakbaar; zonder een woord te spreken, nam ze haar ja"pon op, met zekere onbewuste os.entaie, keek 'i'om een onclecLbaar oogenblrk aan, met een blik uil haar donkere oogen, waarin lachlust en verontwaardiging om den voorrang streden en liep wog, den winkel uit. Torn ze weer in liaar rijtuigje zat en de „tiger' weer dp den bok, werd haar gaodit weer gewoon en 'zo schaterde het uit. „Wat is er?" vroeg liaar aanstaande^ de jonge Duke of Unicom, verbaasd over die uitbirsing van vroolijk- heid, waar ze zooeven noc zoo ongewoón ernstig was. Hij had maar'even in 't koels je gawacht. ^ancy. Guyl ik ben ten huwelijk gevraagd!" „Door zoo'n winkelvent? Zoo'n „Sliopjóluiny f irJa't Was die van wien ik je vertelde dat hij zoo- sprekend leek op den pop, dien ik als troubadour ^jan- kleedde voor den bazaar van mama." En Guy schaterde nu ook. Maar Tom werd lid van een radicale club, wier eer ste politieke beginsel is: Afschaffing van het Hoocerhuis; en de winkeljuffers noemen hem niet moer „toadv' Hi} won er dus iets mee, al was 't g2ea vrouw. lldbld. „MANNETJE". „DNGELU kb-DAG". ....Toen, terwijl hii zich zette aan de tafel, waar he: eten voor dien m.tklag was opgezet keken zij hem allemaal aan. Moe en Piel mei zijn brutale oogon, en Leenije, met dr gjtende scha.erlachjcs, en ook nog de kleine Willem, die nog maar lialf-begreep wat er gebeurde... En vader begon te eten van hel bord zuur kool, dal vóór hem was geplaatst. Maar moeder spotte... „Kijk 's jongens kijk 's effetjes wat een gezon den eeliust pa heeft!.... liij eet nog alles op. Z'n maag is gelukkig gezond. Als het nu ook maar zoo was met dat andere..." En moe maakte, met wijsvinger en duim de beweging van geldtellen. En tegelijk grabne.de zii in muntstukken, voor haar liggende. Twee gulden, drie kwartjes, ptss dubbeltjes, cm.en... rf,Dat is aliei, wat-ie me na een week tnuis brengt. LÓn pop of drie... laat s k.jken... Dat i© de huisvader. Het hoofd des gezinsl...'' Leen.jo proesite hel uit. En pa prop.e de zuurüooi in de droge keel. Hij had dm god-ganschelijken dag gepraat met allerlei menschen om zijn provisietje te verdienen, 't Was niet gelukt. Hij had, ia een melksalan, een half uur zitten uitblazen van de vermoeienis met een glaasje melk voor zich, dat ondanks ai zijn kleine teugjes, toch eindelijk opging... Toen was mannetje, met het saldo van zijn week-provis.e hui>-toe gegaan. De lendenen scjirocidun en kraakten hem. En 't dui zelde hemt voor de oogen. „Maar pa", zei z'n oudsten jongen, hem de j-ook van zijn cigarette in het gezicht blazend „maar pa, waarom richt u toch niet een eigen kantoor op, t filiaal van een of andere groote firma...' De jongen verslikte zich in de rook van zijn cigaret e. zoo'n pret had hij over zijn geest^hjéd. En Leen.je kreeg weer een gd-lachbui. JE5n kleine Wam; keek pa ook nog .spoaer,g aan. En ma. met dik rood gezicht en minachtende oogen zat ie schud/ioofden. Wjftt vi sukkel... Wat een stumper, toch, die pa, hé!.... Als ma ere ens niet was, met haar kamerverhuurdery-, wa irvan ze allen leefden, wat zouden ze moeteu belonen?...' Ma grabbelde met haar dik-vet ige vingers in de guldens en kwartjes door vader zoo zuur verdiend. De zuurkool bleef hem :n de keel Sieken. Zn ouds.o zoon blies hem weer rook-van-cagarelte in he. gelaat. „Lust je niet meer?", vroug ma op klapperig-moa- warg toontje. Even... heel even... stormde het in hem op. Had hij bijna, alles bijeengegrepen en le-gru zet geiia^en Maar hij bedwong zich. Hij was bang. Hij da h. uau de felle herrie, die dan komen zou. Hl>z zij allen op hem zouden aanvullen... Hij zette zijn ve.tig, oud hoedje op. Het rammeid® schroeide nog ïn z'n maag. r „Hij gaat duizend pop salaris en provisie halen!' nep ma, gewoon; 's middags een stuk of wiat copiac-es te smullen, waarop ze het bedrag op de huurders wist te verhalen. Hij hoorde het spo!lachen in zijn huiskamer. .Zei, dat-ie nog gauw even bij een klant mosst z jn. liep, met tranen in de oogen het trapje taf. Hooide zeer duidelijk hoe zij hem bespotten. Ma he allerminst. Maar ook de and.'rea... Eu het nog kinderlijke stem metje van kleine Wi n er tusschen ra eleid... Dut t pijn g ng doen, in zijn keel. En- da -trinaa biggeldan. over zijn wangen, terwijl 't van honger schroeide in de maag van armi mannetje, provisie-reiziger, wiens vrouw- met naar „kamer-verhuurderij" immers alles verdiende. ...Op goed geluk af.hoe, kon hij zidh later heele- maal 'niet verklaren... Met zijn holle leege hongerende ïnaag, was hij mannetje binnengeslopen da', vreemde cafétie donker in somberavondstraa-' zaakje met half-afgedraaide lichte® en groene gordijn tjes. Had daar een cognacje besteld. En manne je zal daar in de duistere sfeer tusschen spiegelruit en Do adjudant verontachuMigd© stioh, hij moeet verder. De schil dier z®c hem eve® ®a, dan wendde hij zich weer tot de dame©. „Mag tfk wellicht om 'n dans verzoeiken?" Hij strekte de hq®d uoa® El la's kaart uiit „jammer genoqg heb tyt reed© all«9 beeet," a®twoor. de deze met oprecht leedlwezda- Hij, zag op de ka®rt die zij hem overgereikt had. „Oo-k reed» twee tu»- schengevoegde, dansr-n." meukte haj op. „Houd u dén, de den voor mij vrij?" „Graag maar lk vreea. dat hij niet meer gedtanpt zal woidtn." „Ik zlaJ mij Jn -leder geval voor dfc® tijd door en kele extra-dansen trachtem schadeloos te stellen," „Indien u Ella een diemst wilt doen. moot u haar balen, als kapttei® Wc-hrcndiorf komt," wierp Tond er- tusschen. „Maar Tonj „Eu hoe staat het met u, juffroiuw?" Hfi venzooht om 'tonl's bajkaart. ..Hier heb ik meer geluk juist uog éen daps. Mag ik bij de Framgaise mfljn naam sihrijven?" „O zeker en, tracht alsjeblieft luitenant Born •als vissa-vi» te krijge®. Maar zeg hem niet, dat iik u -gezonden heb." „:Ik ke® dden heer -ln het góh-eel niet" „Wacht u even, ik zal hem hierhee® lokken Zy /.a<z even rond en ijlde toen weg. ..Eerste vlammen," ©prak de schilder lachend. ,.en juffrouw, mag ik nu ook een© mij® vreugde betutge® dat wy elkander wederzien!" Het klonk zoo natuur lijk en hartelijk. Ella speelde met den waaier, die met een lang koord aa® haar ceintuur was vastgemaakt, en zag daarop neder. Maar da® moest zy- torh de oogen op slaan zy was nog wat verward, maar zij- wilde, hem ook een beleefdheid zegge® „AA® het portret, dat u nrij hebt gegeve® heb ik mij spopd% gewenjdi" zy koos dieae uitdrukking om niet te verbale®, dat zy het mooi vond .Jh-et is zoo sprekend- beter ka® ik het niet uitduid e®" „Ik wist, dat het ondanks vele ounauwkeuriighede® ln enkele trekke®, tot u zou spreke®, u hebt de Juiste uitdrukking gevonden. U hebt u eraan gewend, ook dat wist ik. Het i9 karakteristiek voor u biy u Ligt hij voorbeeld juist zooveel kn de oogjm, en dlie heb ik goqd getroffe®" Ella voelde, dat zij mwondlig gloeide, maar zij be dwong de opstijgende blos. „Niet alles aan. den m-ensdh is van evenveel waar de." ging de schilder voort, .jatle treklke® aB© on derdeden, op dezelfdle wijae geteekemd en naast el kander gezet, vormen ee® besldl zander ziel, zond-Jr karakter. Het karakter^ die ziel weer te g)ave® het karakteristieke naar vonefq fce hfrenge® daarin- lugt de gordijn torn hij naast ach merkte een blonde vrouw. Met grijze oogen, door hevig-zwor,e wimpers omlijnd. v©t> ww» een vw.nwle swko pi/'a.a ui.gtng.... Vrouw, <fie naast hem grng aar® o.i v.»cl gepar fumeerde handje legde op £-Jn arm op net veijge armpje van de overjas, d,e ®j aaa nad. En vrouw tje \rocg met allerliefst ktxvs.e.ome./c, met heeecn cn 'wat schor, maar dat aIgemar.e.d uiamieijc uoo hemebcli iu de ooren klon^, op da( moai-nc of ze óók een biertje moclit hebben?... Wa. ii.j goed vond. Zéér-flauw, zeer-vludiüg, herinnerde h.j ziJi later, dat er nog een ander vrouWije omi dj .alei kwam zitten. Die óók ecu bier.jo vrojg ie drinken. Maar dal beeld is hein' verdojzold. D« eer na, /,eec blonde vrouw, van de kroeselende haren, de met zwarte randen omkrmgde .oogen, Hond hem zeer scnerp bij. Hoe mannetje haar zn IcvjosIjoJ liad verteld. Van rna, <fie 'm krenkte en grauis ia de zuur-verdiciuki kwnrtjes... Van oudsten zoon, <Le hem rook in gezicht blies. Van 't uitproestende Leentje, zn dochter... En van mee-lachende, mee-spotienden Wira... z'n jongste, van wie hij hield... Van dat kind, dat z'n oogappel was, en ook al door ma werd opgestookt... Hij mannetje had, overstelp, door z'n verdriet, al maar cognacjes besteld en baartjes voor die van de zwart-oinrande oogen, die hem met haar gepar fumeerde honden, strookte, aaide over de voch'igj wangen... En hij zag al inuar den kellner komen, dje cognacjes cn biertjes bracht, in duistere ruimte tusschen ruil en groen gordijntje van cafétje... Toen is 't gebeurd, dat de vriend, die hem, dien ongeluksavond had meegetroond naar de gelegenheid... Zeggend vun. „Kerel, ben je nou stapel!... Lo.it je je door zoo'n wijf ongelukkig maken? Vooruit, ga mee! Vive le pkdsier..." Dat die vriend hem w-ukkcr-schudde. Toen zat mannetje niet mper in de duistere ruimte tusschen spiegelruit en grom gordijn, maar ergens heelemaal achteraan in het huis. Naast hem zal nog altijd flie van de zwoele purfums en de zwart-om- mnde oogen. Etn ook wis er de wpaitfin van dji ge legenheid. Etn 'de vrjjnd. Zij knipoogden tegen elkaar. Maar mannetje had er geen ..ahnung' van. Die van (le geschminkte oogen, zei Toe ventje, drink een -kop koffie, dat kikkert je opl Hij had haar raad gevolgd. In zijn hoofd was fiet alsof cr een koffiemolen werd rondgedraaid. Hij slurpte het oni ka! teren de bruine vocht... Toen kwam de rekening. „Twaalf gulden tachtig". Mannetje herinnerde ach niet. Maar betalen was de boodschap. Anders zou meneer van 't zaakje wel ef fetjes mee mar huis. mei manne'je, gaan. ïn zijn portemonnaie had ie nog lach ig centen.. Niels meer. Maar in het zikje vam z'n V3tt zit on porte feuille. Veel was er niet in... Maar mannetje liaalde er tocli portefeuille uil... Drie muntjes zalen cr in... Het geld was eigendom van den man, voor wien hij „op provisie" reisde. De migsre. dorre vingers heef- den toen zij er twea munijes uithaalden... En. ondanks de verdoezeling in dc hersens zocht zijn blik die® van vriend, die hem hier gebracht had... Of die hem helpen zou?.... Vriend ku.kle gerusts ellend. Zeker hoor! Hij zou bijspringen l.... „Toe schat!" zei die van de zwart-#sch mink'e oogen, mannetje over het g.-laat strodend „toe, lievcrtje, geef nog een potje wijn, hé?"... En arme stumpert die sind; jaren ni; ander© dan tergend sputhoonmde, krcn.-c<-nJc woorden ad gehoord... Mannetje begon te gr.enm van sinel ende.i weedom. De jxiar riksen en het d^rde muntje werden omgezet in wijn... En het oude, magere kopje van af- gemartelden stumpert rustic, in hernieuwc bedwel ming tegm den overrijp.® Ixiezj.n van dame je uit cafétje, aa- de anderen aankoek ine. gezicht van naine- looze spotternij.Terwijl ze, me een van ha-ar vlee- zige vingers, duidde naar het hoofd van mannotje, da! in zilig vergeten van dagel jkiche el.eade legen liaar boezem rustte... Mannetje had over de zastig gulden verduisterd vnn wat hij moest afdragen aan pdroax vo>r wian tiij reisde. En de vriend v.in :lie ongeluksavomi <h »d hem geholpen... Aan twindg guldc®. Waarvoor hem .be wijzen, papierea waren cr niet vijf en dertig was teruggeven. Zóó was het voor.gegaan. Na dien .ééhen avond... En terwijl mannetje nog weer was teruggekeerd tot die van. de heviglijk-gesc-hmmk e oogen, dij -gezegd liad, dat hij de een ge man ter wereld was voor wit® zij ooit iets van liefde gevo.-ld bid... Vriend der voorschotten hid gjil: zik.*n gemaakt met mannetje. Alles en allc> o. da j L* tachiig pop aan hem verdiend. En vriend i> ef j, ia, he: op een eind liep. Hij was voorzichJg ge.ve -s -nair nu moes. met een lijnen toet de zaak ,,g: egiA' worden. Zij liepen samen op dien rnlaJag. „Piet", zei de vriend van ongdukiavoid, ,jk uzal je eens wat zeggin. Je woef, wat k »>r j 3 gedaan heb. Dat ik je vriend bsn. Énni xKJh:a, trojwe vriond hé?... M®ir alles heeft z'n gren». hé?... Nou \goed. Morgenmiddag krijg ik die honderd pop van je in goede HolLandsche spe:io. Of om kwart o/sr eenen ben ik bij je vrouw. En vertel ik haar alks. Haarfijn!... Nou weet je 't..." Vriend was iemand van spijkers met koppen slaan. Tegelijk wtas hij weg.... kunat" „lk ben daar zoo dom to»"* hetende Bil® oprecht. „Onervaxen zeker, wa®r zou u het ook geleerd heb ben, ln de enge, burgerlijke krlngwn Eter, waar toen slechts schilderijen ke®t met meOk en hcml-g geschil derd, slechts boeken met dien suiker van oud&rwet- sche edelmoedigheid bestrooid, en g-oschren-en om tranen te atorte® dile slechts uit het oog kome® a'k-s aardig: n®ar grootinoedcirs Q®verval©cht voor beeld. Doch u zult net betier leene®" „U spreekt zoo beell©t." „.lammer zou het voor u zjj® todfe® het andé<rs uitkwam." „Wat weet n dan van mij?" „Tot nu toe alleen wat to uw oogen ligt. Maar vraagt u my daar nu afet verder n®ar ook begin nen wy d© aandacht op on© te vestigen. Natuurlijk een wildvreemde mljSnheer ©preekt met een dame, die nogal bertijd wordit zeker. Huile® wrij met de wol ven. Zeer warm hier, ®tetwaar?" hij veegde met zijn zakdoek over het voorhoofd1 „maar een aan trekkelijke avond, pittige muziek. Doch daar komt uw nicht mot haar Luitenant- Maak haar dé zaak wat gemakkelijk." Ella voelde zich wat beklemd byi den opa® haar volkomen nieuwe wtijze va®, spreken van dten man, die haar als een goede bekende, al© een vertrouwde be handelde. Maar spoedig schudde zy dit gevoel va® zich af en wa© nu opgeruimd. Toni kwam. oaar hot scheen, toevallig voorbij in druk gesprek met de® luitenaat. zy loen©de terzijde. EG la wenkte haar. ..Heb je mama gezien?" Nu bleef zy staa® De luitenant ©telde zich met een buiging voor, zij® hakken tegen elkander klap pend: ..Bom." .Paulse®" De schilder schudde het jonge kereltje, die naast zy® hoog® krachtige gestalte bijn® 1® het niet zonk, de hand. om hem vast te houden. Tonj gaf Ella een knipoogje. Di?ze begreep. Luite nant. hebt u voor de tweede Fra®gaiBe roede ee® vi»- a-vis'" ,JCog ntteit," Juffrouw." „Mag lk da® de eer hebbe®" zeide Paulsen. „Juist zooals lk zou wenschen," antwoordde Born. „Nu hebben wij twee jonge harten gelukkig ge maakt." meende Paulse® toen de officier met Toni verder gtog. De schilder, die yverfg- möadanste, haaide Ella twee maal af voor ee® extra-dane. Haj danete goed zy voelde zich veilig in zaj® arm, geen ehtete maal kwa men zy 1® aanraking met ee® ander paar, ondanks de vol'e za©.!. Een krachtige arm omspande haar tajlte, zy vocjde, dat hy haar vast hifieöd, maar licht ademden borst tegen borst. Zij reikt» dén hooggewas sen ma® tot aan het oor, e® toch, wanneer zij op-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 5