Alieieei Nitus-
GRATIS.
WOENSDAG 16 DECEMBER 1914
57ste Jaar ga n g. No. 5507.
NIEUWE ABONNE's
Uit en Voor de Pers.
FEUILLETON.
VRIJHEIDSDRANG.
Tweede Kamer.
SCHAGER
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag,
Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor
den ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst.
UitgeversTRAPMAN Co.
SCHAGEN, LAAN D 5. - lof. Teleph. No. 50.
Prijs per jaar f 3.Per post f 3.6U. Losse nummers 6 cent.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct,
Groote lotters worden naar plaatsruimte berekend.
op dit blad ontvangen de Num
mers tot 1 Januari a.s.
MINISTER TREUB.
Naar aanleiding van de
ontwerp door de Tweede
over minister Treub:
van het Leenings-
schrijft De Tjjd
Een bonk kracht, een oerkracht en zich nog meer
dan oerkracht bewust, alles kunnend en alles durvend,
niets ontziende en niemand sparende, is hij de aange
wezen man van het oogenblik. Rijzig van "gestalte, maar
allerminst forsch gebouwd, beeldt zijn uiterlijk alle
eigenschappen en eigenaardigheden meer ui't dan deze
kracht. Het hocge voorhoofd teekent het scherp ver
stand, de samentrekking Én rimpels boven den neus dein
denker. Een paar trouwhartige, glinsterende, tintelen
de oogen stralen geest en strijdlust uit. De spitse ha
viksneus laat het puntige en scherpe in zijn karakter
raden. Het glad geschoren gelaat, de friss che tint en
de volle, door geen grijs haartje ontsierde, keurig
gekapte haardos spreken van onverwoestbare jeugd,
onverstoorbare gezondheid en ijzeren zenuwen. Een
ietwat voorover gebogen houding bij het loopen en
slaan zorgt, dat men daarnaast in hem erkent den
rustel oozen werker, die niet ervoor terugdeinst avon
den en nachten over boek en papier gebogen ie
zitten.
Over den strijdlust valn Iden minister schrijft hel
Katholieke blad:
Nooit zag men wellicht een man in wien het be
wustzijn levendiger is: wat een ander niet kan, kan
ik; wat een ander niet weet, weet ik. De natuurlijke
vrucht van dat krachtgevoel is een onbedwingbare
strijdlust, een pleizier in vechten, onafscheidelijk van
het gevoel, dat men als de meerdere ia eiken strijd
ten slotte overwinnen moet. Hij is dan ook kiesch-
keurig in de keuze zijner tegenstanders, even als de
bekwame schaakspeler, die slechts speelt met wien
hem staat. Op wien zich het hardst en het best ver
weert, werpt hij zich het liefst. Zonder het uiterlijke
ervan te hebben, doet hij denken aan een vechtlusü-
gen buldog, die voor het kleine hondje, dat hem aan-
bast. uit den weg gaat, maar den grooten hond, die
slecnts naar hem kijkt, maar den strot vliegt, ten
hoe harder deze zich verweert, des te dieper hem
de tanden in het vlees ch zet, genietend! van het bloed,
dat hij; proeft en, zoolang hij .weerstand ondervindt,
onvermoeid en onbarmhartig doorvecht, tot dc ander
er bij neervalt. Dat de kleine hondjes hem daarom
nog niet moeten sarren, en in den staart bijten, zon
der een knauw op te loopen, ondervonden de heeren
Kleerekooper en De Jong, vooral de eerste, die, graag
overal lief doende, zooveel hem mogelijk is, de kleur
tracht aan te nemen van de omgeving, waarin fdj
verkeert en nu, aan uitingen in een anderen kring
rfam de Kamer herinnerend, bleek als een doek, het
figuur maakte van een. keffertje, dat, door zoon knauw
6.
Toen Panlaten, even Ha|t&r op den; vrég voor het hotel
stond, mevrouw Lepojbq moest onder haar kostbar
ren pelsmantel haar ha/ndBchoemen nog dtfchtdoea
had hij Jutet gelegenheid, om de fapnQfte Heller na,
te kijken. De belde Jcngte meisjes bgingen vooruit,
moeder en zoon volgden. Zoo gingen zij daarheen, de
dames ln hun eemvoudJ|ge avondmantels gehuld. HIJ
huiverde het was ook koud in den Januarinacht,
het geelachtige. Mcht vfojn, dB lantaarn op den, hoek
deed de krakende, fijne sneeuw glinsteren en, er woel
een zwakke, doch ijjzdige wind- Maar niet van de
koude huiverde hij daar trokken dj) we®, wel
goede menpcheA, maar Bijechte muzikanten] in hét or-
chest des levens, p!roivdp|Cti|a)alitjes. gelukkig door de
gelijkmatl!gihe(ild van hum, oude goede stad; die tever
geefs werd doorsneden dlopr een spoorweg, eni op en
kele gedeëlten zelfs door electrlcitetft verlicht werd.
Daar trokken zij heem de grootste, dat was zij,
EHa Wolters! Was het efilgetajijk geen dwlaashefid.' ge
weest, het warme, zomm.ilgte Zluiden te verlaten het
toeval wat te hebben geholpten? Hij huiverde.
„Zoo tn gedachten, neef Peter? Ei, el!"
„,Ik heb he,t koud, lieve nicht. Maar miag Ik u een
arm geven, het Is glad-"' Mevrouw Lente 'egde haar
arm ln den rijtnen»
„Wacht eens teven geen ontvoerih©!" riep mijn
heer Lente en kwam mot groote possen, achter hen
aan. Met z*n drieën ging men verder.
lOulsen sprak weinig; Hlji Zog Ella Wlolfers weer
voor zich, haar beeld zooals hij het in züjn herinne
ring had bewaard. dia,t hom Zoo onwedterstaanjhoar tet-
ruggetrokken had- Het, was toch wel alleen die Ja
nuarinacht geweest, dlfi© hem had' doetn huiveren, da
grauwe, droevige nacht dier provinciestad!. Ja, EUa,
Wolfers had hem toch n|ilet ttelföurigtestelld. Zoo had
hij zich haar wegen gedocht; voor dea© kiem zou
het jammer zijn, als fob hier Verdbride-
Plotsellng zog zijn kumetetnaarsoog een schilderijtje
voor zich, een map. en eetn, vrouw in het boudoir, ge
reed om naar het bal te ganjn. Hij staat nog afgewend
voor den spiegel en draalt aan zijn kóelve.1schalks
is zij naderbij geslopen, dteni waaier vap struisvederen
opgeheven, om hem onverwachts ln het oor te krie
belen, hem te doen schrikken scfhalksclhbeld! Ben
overmoedig gezichtje, hoeft de jonge1 Vrouw.
„U ls weinig spraakzaam, Peterl* zedde mevrouw
verrast, met den staart tusschen de beenen afdruipt,
om pngstig en gillend bescherming te zoeken tqsschen
ae beenen van zajn meester. Het is vermoedelijk nog
Wj niemand opgekomen om bet te beproeven, maar
indien, men eens probeerde dien heer Treub met flu-
w celen. handschoenen aan te pakken, wie weet of
men niet overwon; want bij alles is hem een natuur
lijke goedhartigheid, waarmede hij op sommige oogen-
blikken zelf verlegen schijnt, niet vreemd.
Naast strijdlust heeft zijn geweldig meerdertueidsL
gevoel een foooge mate van zelfstandigheid en onaf
hankelijkheid gebaard. In den hoogen dunk van zich
zelf gaat hij voor niemand op zij en houdt hij1 kramp
achtig vast aan eigen inzicht en eigen oordeel. Hiji
past dientengevolge wel heel slecht in een partijgareel
en moest, als de heer jnr. S. van Houten, een partij
kunnen vormen van hem alleen. Hij Is echter te jong.
heeft een te vol leven vóór hem en in zich een te
sterken drang tot daden, om als een mr. S. van Hou
ten zich mopperend in zijn tent terug te trekken en
van daar naar ieder en alles zijn pijlen ie richten. Hij
kan in al zijn onafhankelijkheid niet op zich zelf staan,
maar heeft behoefte ded uit te maken van een partij.
De partij binnentredend voelt hij echter -spoedig het
lidmaatschap als een blok aan het been, dat hij graég
schudt, om het hinderlijke ervan zelf goed te hooren
en te voelen en om, alsjiet zoo te hinderlijk wordt,
het af te schudden.
Van 's minister houding tegenover de Kamer bij
de behandeling van het ontwerp zegt „De Tijdf':
Het maakt een weemoedjg-pïjnlïjken indruk, dezen
man van zóó geweldige kracht en dus tot veel pi
staat, maar toch als elk mensch van beperkte kracht,
met een overschatting van zichzelf, die aan kinderlijke
naïveteit grensde, na zijn geweldige philippica, een
program van financieele hervormingen te hooren ont
wikkelen, dat, indien al met zijn werkkracht dan toch
met de werkkracht van deStaten-Generaal absoluut
geen rekening houdt, zelfs voor normale omstandig
heden. Men werd droevig gestemd, te zien, hoe deze
groote en machtige geest ach tot onvruchtbaarheid
doemde, door hooger aan te leggen dan hij reiken
kcm, stekeblind voor de hinderpalen, die hij op zijn
weg moet vinden eni die hij voor een dleel dienzelfden
avond zelf op den weg hadl geworpen. Het was blijk
baar niet tot hemj doorgedrongen, dat foij iets anders
had gedaan dian een schitterend tournooi voeren, dat
hij"! politieke vrienden, bloedig treffend, tot vijanden
h!ad gemaakt, zoodat zij hem voorloopig noódgedwóïi-
gen nog kunnen sparen, en hem daarna misschien
nog eenigen tijd zullen ontzien, maar dat zij geen
hand zuüan uitsteken te zijner redding, indien hij
in gevaar komt. Hij heeft niet begrepen, dat hij, te
genover de oorlogsheffing ineens onverbiddtelijk „nooit'
uitsprekend, een groot deel zijner vrienden de nood
zakelijkheid verplichtte om nog vóór 1917 het op zijn
ministerieelen dood aan te leggen. Hij heeft niet inge
zien, dat hij van de troepen, die hij teraeersloeg, niet
morgen weer de aanvoerder kan zijn en hij zich
voor de toekomst in een zuiver politiek kabinet onmo
gelijk heeft gemaakt, en dus na de verkiezingen nooit
achter de groene tafel weer kan terugkeereu. Het is
hem ten eenemale blijkbaar ontgaan, dat hij, alleen
reeds ten gevolge van. den oorlogstoestand1, onder nor
male verhoudingen moeilijk zijn oorspronkelijke taak
zou hebben kunnen vervullen, maar dat het eene ab
solute onmogelijkheid is na wat gisteren gebeurde, in
de even twee jaren, die nog resten, zelfs als d!e oor
logstoestand eindigt, naast ae verzekeringswetten, zijn
compleet belastingplan te behandelen.
Hij was voor ons Vrijdag als een, die dronken door
het applaus, waarmede een krachtproef is begroet,
zich plotseling een Atlas waant, die de wereld op zijn
schouders tilt, waarvan deze bovenmenschelijke po
ging onder den last bezwijkt. Houdt op gij vermoordt uzelf
Lente.
„MIJ ging" een schKlkietriJi diootr hejt hoofd, teem compo
sitie. Als een bliksernrrtrapl komt ssootets soms orver
mij, en dan het altijd het beste. En, foovenjddieoi
u moogt bij zulk weer inliet op straat sptrekten, CeotMo.
de dokter heeft u dat verbodeUi,"
.„De leerling van Rapfooël heeft gedijkt weeto ge
hoorzaam, CeclUa," vermaande nu ootk. de echtgenoot.
„Ik zal zwijgen." zeilde mevrouw Lente, „maar 't
te mij toch wel veroorloofd, het mijn» te denken-"
HOOFDSTUK 3.
Den volgenden dag gUng allee in de woning der
familie Heller weer zJJn gewonen gang. Op dfeo ge
wonen tijd, 's morgens om neven uur, moesten ook
de jon®-- meisjes ln koude ten duisternis opstaan, bun,
werd geen foaJf uur eleap over den tijd gegund- Efen
familie moest elkander voor dien oanwalnjg dor bezig
heden goeden morgen, wteupchen era igtezamemiHjk koffie
drinken. Dat vorderde eenvoudig- het gevoel van
saamhooriighedd, en daarop btestiomldl gieem uitzonde
ring.
Ella bevond zich dn eeln gelukkige stemming. Hoe
vereerd voelde zij zich en maar dla,t was toch njiet
mogelijk zou hij werkelijk, terwilliei van haar terug
gekomen zijn? O n»en. zij schrok niet weinfig
van deze gedachte, 1m dte nuchtere gra,urwheid van den
morgen, van haar gehoede koude oemgjevtnig. Maar wel
licht, neen wel zeker, had1 hij aan haar gedacht, toen
hij besloot de uiftnooidfiglSng van Lente aan te nemen.
Dat was reeds genoeg zonneschijn van het geluk.
Maar schaduwen trokken daar overheen, als zij
aan haar onervarenheid etn onkunde dajcht Deze man
moest zich weer van haar afkoeren., zelfs indien hij
haar met belangsttelMhlg genaderd wa». Deöe gedachte
maakte haar steeds treurig gestemde maar dot ge
lukte slechts voor eten oogBnJbiLik.
Bij het a.anlkleedea was Tlonj nog eng slaperig-
„Ik ben zoo moe ltk giitajg hot Itefiate dadelijk wieter
liggen," klaagde zij. ..Ze(g maar dat ik riek ben, en
breng mij de koffie hdjer."
„Dan wordt je niett meer meegenomen."
„Dat gebeurt toch wed. Mama zegrt immers altijd,
dat een jong meisje onder de menschen, moot ZSj
willen mij toch ook een» uithuwelijken,"
Bij het koffiedrinken was Toni stid van moeheid
en ook omdat zij een bestraffiifag verwachtta Er was
altijd iets niet in den haak geweest, wanneer men
ergens geweest was.
Dit bleef ook nu nfet lang uit. „Het is piet net
jes," zeide haar broedfer, „dat je altijd bij luite
nant Born blijft."
hadden wij op de lippen, hem toe te roepen. Hij
schijnt echter in deze zijn noodlot te hebben gevolgd.
In zijn gebeden levensloop treft niets meer, aan dat
hij, telkens als zijn doei bereikt schijnt, de teleurstel
ling volgt. Wethouder van Amsterdam en wethouder
van groote verdienste en als zoodanig gekend en hoog
geschat, ruilde hij tot eigen voldoening, maar tol vol
doening van velen, die zich door zijn weihouderschap
bezwaard gevoelden, den zetel in de Raadhuis zaal tegen
de professorale toga. Enkele jaren professor zijn
liartewensch' verliet hij Amsterdam, om! ach. te
's-Gravenhage aan dte politiek etn aan zaken te wijden.
Door zijn partij' uit het parlementair leven weggedron
gen, dook hij plotseling op als Minister van Landbouw,
om even daarna te midden van zijn succes naar Finan
ciën te verhuizen, en bij zijn eerste daad als zoodanig
zich van zijn vrienden af te scheiden en zijn doodvon
nis te teekenen. Zoo vechten zijn rustelooze geest,
zijn onafhankelijkheid en zijn zucht tot daden zonder
ophouden in hem, en doen hem wegwerpen het hooge
doel dat zijn ideaal scheen tot Jpj het bereikte, maar
dat, nu hij het bereikte, voor hem een meester schijnt
te worden, waarvan hij de slavernij vreest en het juk
>t. Wij zullen, al k hïj geen Minister meer,
bovenki
mr. Treub wel weer zien bovenkomen ais directeur
van een groot bedrijf, als Commissaris der Koningin
hier of daar, als burgemeester van een der groote ste
den, maar het ergens lang uithouden doet hij nooit,
tenzij hij oud wordt, ca dat wordt hij niet zoolang hij
wachten kam.
De dag van Vrijdag heeft echter eetn grootere betee-
kenis dam voor Treub alleen.
Welke gevolgen in de toekomst de strijd zal bren
gen, in 'de eigen gelederen der liberalen uitgebroken,
valt niet te zeggen. Het zou ons echter zeer verbazen,
indien hij, in verband mede met wat een vorig jaar ge
schied is en het program der partij tot een historische
dag werd, waarvan zij de nawerking op.ons politiek
leven minstens een leven lang zullen bespeuren. Er zijn
onder gelach en het gejuich bij velen ter linkerzijde,
maar onder het tandengeknars en het verbijten van
meerderen, Vrijdag zooveel kostbare ruiten gebroken,
dat het herstel geen quaestie van enkele dagen kan zijn.
zelfs niet in dezen tijd Van politieke werkeloosheid)!
Den Haag, 15 Deoemfber.
WIJ leven nu wteer ftn, de ïusüg-k»lm» restanten, vafo.
de Begroetingen. Dte storm uren van de „275-peatade"
schijnen reeds ver achter ons te liggen, en „het
bestand", ofte wel de Gtodsvrede te weer van kracht.
Bij Hoofdstuk II der nieuwe Staatsbelgraotlng (Hooge
Colleges van Staat), dat heden, evenals Hoofdstuk I
(Huls der KoningSo.) werd goedgekeurd, verklaard» d«
heer Beladingen, ook namens zijne partljgeopoten, Üat
men zich, zij 't nood» thans zou neerkeggeta bij
de intrekking van al Hertelt voorgenomen lotsverbete
ringen; ook voegde hij er aan toe voor men-
schen, die met minder moeten zien, rond te komen
dan de (toch al karige) utóifceerin® van de Steun
comités. Maar uitstel zij geen afstel! Men te op zijn
qui-vive. Zoodra 't slecht» kan. komt men op d» Zaak
der lotsverbetering terug. Bij dit Hoofdstuk bereed'
de heer Blchon zijn stokpaardje, de diecorattën en
de heer Kleerefcoper deedi 't nog een» dunnetjes, of
lievër dtkjes, over. Geen ridldierorden nju! te zijn
devies. En wilt ge absoluut decoreer en.. welaan,
,,ond oer scheid" dan de Vróuwen der arbeiders, dte de
tooveTkun»t Verstaan om in deze» dagen met xntnrtmum-
loon den honger bulten de deur te houden. Minister
Treub bepaalde zich tot een verwjjzen naar dte Me
morie van Antwoord, waarin gezegd la. dat gedurende
den crisis-tijd het „dteoerreeren," tot een minimum zal
worden beperkt.
Voordat deze bedde begrooöngem wenden goedgte-
„Daar kam Ik toch nftet» aan veranderen, ajb hij
mij telken» vteogt."
„Ge kunt er heel goed/ voor zorgen, dat döit njjeit
zoo dikwijls gtebeurt."
Toni trok een pru1ien)di mondje, maar zweeg.
Ook Ella verwachtte gelaten een terechtwijtetag,
wamt zij wist dat men haar slechts noodte geheel al
leen aan de tafel der familie Lente haid gjaptan, ZU\ had
het wel te waar niet kunnen vermijden, maar mén
zou roor het vervolg waarschuwen, verwachtte rij.
Het wa» zeldzaam, maar de opmerkingen bleven uit.
Moeder en zoon hadden d&ar reeds teroreto over ge
sproken. Mijnheer Pnulsea stelde aoganaohiJnBJk be
lang in Ella, hij wa» een peef van mevrouw I^nbe.
dus in leder eevaj ook vermogend hier wilden, zij
niet verstorend ingrijpen. Want het plan met kapi
tein Wehrenjdorf scheen schipbreuk te zullen ÜJiden
op Ella's eLgenriunjgheid- Een kameraad wp» dep, ad
judant wel liever geweest., want ondanks alle uiter
lijke vriendelijkheid, bOschoiuwde hij todh aQefi wat
geen uniform droeg, al® minderwaardig.
De kunstschilder Pmuteem legdte de volgende djajgan
in het stadje een groot aamtej beooeken af, wout
niemand mocht vergoten wordten. Hij, wUlde dus lm
ieder gevaj nog een tlWlJte hllijivem, en zich Jfcn dé
kringen vam, het stadje ziten ingevoerd. Overal werd
de neef vam den rijken Lepte vrien|d»lijk ontvangen.
Alle moeders, die huwbare dochters hajddten, hadden
hun hoop op hem gevestigd; Hij echter bevoorrechte
zichtbaar Ella Wolfers. Dat verwekte voel nijd en
ijverzucht. Kapitein Wehrenjdorf had men haar wel
gegund, zij behoorden beiden tot den militairen stamd
en het wa» merkwaardig, maar vam hert begta af had
het vastgestaan, dè.t die twee een pear zouden wor
den. Door mevrouw Heller en, haar zoom wa» deze
gedachte heel handig gelanceerd!
Maar bijzonder eigenaard^ was het, hoe men er
naar streefde Paulaen ep, ELBa Wolfers zooveel mogH-
lijlk bij elkander vandoain ró houden,. Méji venmotedjdte,
men zag een wcrkeHjtke eaamboorilgheüd, het opiviam-
men van ware liefde en dat wendiroot. Wteïrfjfl menf-
echem 'kunnen het geluk van amftarem gjelIJknioedjg
verdrogen, nog andhdter heibiben het vermogten»
dit van zich af te dwingen, Bm jucst Ella. wier ver
schijning de andere jonge meisjes ta de schaduw
stelde, gunde men den rijken vreemdeling niet
die zou met haar kapitein tevreden moeten zijco
Paulsen en Ella ontmoetten etkander dikwijls ln
de verschillende kringen. Zij wilden alleen dicht bij
elkander zijn, om de rest bekommerden, zij zich nfiet-
Maar zij bespraken ook ernstige dingen.
Bij een diner, gegeven, door den fabrikant Witte,
een vriend van Lemta geleidde hij, Eaia aan, tafaL De
keurd, hebben we een, lijstje „kleingoed'' afgedaan,
o.a. wijziging en aanvuVUng van de „Bevordering-
wet voor de Zeemacht-1902", waarbij de tu&t Hugec.-
holtz aandrong op meerdere „stabiliteit en oontinui-
telt" bij het hoogere en lagere peraooeel onzer Ma
rine, het bekende, oude desideratum en de
heer Van der Voort van Zijp de noodzekclfikhedki be
toogde van oen ingrijpende herótemtag der Befvordte-
rlngswet.
Daarna zijn we qem, hajfuurtje to, comlté-generaOl
geweest Voor hen, wie bij het varn»men dezter
bijzonderheid - reed» de schrik om 't hort plaat...
„De Pruisen voor do dlejurl"... voeg ik hier aanptonds
hij, <Lat het slechte betrof een bespreking van dte al
of niet toekenning der periodieke trakt»m)entsverhoo-
ging aan ambtenaren der Kamer.... Heuech, anders
niets!
Bepaald te na de pauae,, dat m«rg>an. Woensdag, bij
den aanvang der zitting het wetje wordt behandeld ln
verband met de mdnteter8-wteeeaing (zonder debat
gaat het stellig niet onder 'e voorzitters hamer door)
en eindelijk kwamen we WJ de Begroeting van Ju»
title. Te ruim vier ure waren nog .verscheidene spre
kers" ingeochrevenv Bn er was reed» hee) wat bouw
stofgeschonken voor de rede van minister Ort!
De heer Van Roalte had' dB kweptte der optdjuiacfeg
van de Loterij-wet, door Lotosdoo, Tijdgeest, Witte
Kruis etc. tot hoofdonderwerp gekozen. Bn bepleitte
wetswijziging tn, de richting van ahisoluut verbod van
alle premie-leeningen, nuet ultzondjeaing van dda dbor
pubiiékrechteJiJIke ltchameta ondernomen. Mr. Mondste
acht dit te krap, maar zocht heil tn een „flat", doen
de Regeering te verlteohten voor elke voorgenomen pre-
raie-leenipg. Dit 1» z.t, deste meer aoa te bevelen, wijl
men nu „een staalkaart van Jurisprudentie" te zien
krijgt t. a. der overtreding van de LoberiJwet. Overi
gens vindt mr. Meadels, dat men tegenover de par
ticuliere ondernemingen te kra», te dn verhoede is cp-
getreden. Bn dat zegt hU waar dte Staat zeflf
een loterij exploiteert en ajldrlei Beu rs-zwetndelarijen
sanctionneert... In elk geval moest de Staat zorgen
voor een voldoend aantaj Uiten, opdat het publiek
niet dupe worde van praktijken, door sommige collec
teurs naar men zegt gebezigd om hun beur»
te spekken, "Nog meerdere punten heeft de heer
Mendels aangeroerd. Zoo: dte noodzakelijkheid oan de
grond wettige vrijheid vte® RySkBOmbitefliaren beter te
eerbiedigen. Dit naar Banltetdinjg van 's mtotetere ver
bod aan een adtministrattef ambtenaar der gevanigetnl»
te Alkmaar, om met Het Volk te colporteeren.
Ook wees mr. Mende!® erop, dat kleine venters,
stroopëTs e. d-, die altertei vonniseen hebben „uit te
zitten" en verlof krijgen oan dat tn dien voor hen
slappen tijd achter elkaar te doen, een vloed van
dagen op water-e u-brood; moeten ritten, wijl de wet
nu eenmaal gelast, dat op de twee eerste dagen der
straf geen weelderiger nuebn wordt verstrekt. Zoo ge
beurt het, dat een man, dfe bijv. 45 degen moe* „brom
men",, gedurende dertig diagen het „water en broods
régime" te genieten krijgt, 't Lijkt wel wat erg hard
en „formeel"!...
De HoornBche Unta-lltteraol De Jcfcg «prak naar
aanleiding van een onlangs ingestelde, algemepn be
kende vervolging, over de heenetnj woekteraar», wien
't spëcioal in, deze dagen „.naar dien vleeeche" gaat-
HJJ citeerde krap&e, staajtjee van schandelijke h4tb.ui-
tlng en vroeg strafbaw-eteaiten van dien woeker; het
kunnen nietig-verklaren vUpj woeker-conltiactch,
Dr. Beumer wil sttevijger toepaaaiEng. ook döor
verordeningen van dte wet tegeto dte zedeloosheid
door de gemeenten. De vriJ-Kberaal rhr. Ter öpiü had
het over de vervolgingen, ingesteld' weg»nd ©eechrlftetn
en platen, die „in deae dagen" aanstoot kunnen s&-
ven, en wee» erop, dat onge wet geetn wbteleediging ren
gemeenschappen" kent. Wij moeten hier „een, stuk
nationale onafhankelijkheid" njet prijs ©even. riep de
schilder vertelde haar van riJn Jeugd.
„Ik werd vroeg een wees. Een tante np.m. mij tot
zich. Ik wa» echter te wUld, en daarom stuurde Bij
mtj naar een pensionaat in, ThutrHngeax. Een modteHeier-
ling wa» ik niet. Ik had! altijd drvrane streken tn het
hoofd. Derhalve werd tfc naar Brandenburg bij een
zeer strengen onderwijzer gebracht. Later verwAaöeddte
Ik nog een» van gymnasium, en rerwterf eindelijk op
achttien Jarigen leeftijd het dftpkmia om slechte éten
Jaar te beihoeven te dteaeci *n Gbetrow, een kletn
stadje van Mecklenburg. U zult het nauwplijk» ken
nen."
EHa antwoordde ontkennend!
„Hierop kwam ik tn d» leer bij oen koopman ln
Bremen; maar mij ontbrak alle lust tot dtat beroep..
Ik vertrok op eeu. moofen dag eenvoudig naar Ber
lijn om schilfler te worden. Mijn, voogd weigerde mij
geld te geven; toen trad 3k faort besloten in, dienst
WJ de garde-fusTlterB, om miju Jaar te dienen,
Toen moest hij. over de brug komen. Daarop gitog £k
naar München, bleief eten Jiajar op de aradearóe en
sedert dien, tijd' heb ik verschillende landen door
kruist. Daar hebt u tn het kort miijm levensgeschie
denis, waarom u mij gevraagd) hebt."
„Hebt u bij de görde-fuaiMere gedttend?" vroeg een
luitenant de audtere rijdje van de tafel, wien
deze opmerking had getmpooiQerö. Zijn dame was
met Ja en neen nu Juist niet bijzonder onderhou
dend, en luisterde du» mede noOr dte gesprekken van
anderen.
„Ja." antwoordde Paulsen kort, niet erg gesticht
over deze stoom*»-
„Hebt u daar ook hrfcenant v. Schorre gekend?
HU was met mij op de krijgsschool."
„Ik had niet die eer."
„Jammer een aangenam» kameraad."
„Dan betreuT ik het des te meer."
„Veroorloof mij,, mljpheer Paulsen." De officier
dronk hem toe. De scMbder deed hem beecheidi en
wendde zich, zijn gte» neerzettend, weer tot Elite,
„Wat hebt u van uw Vroegste Jeugd af aj vteel
beleefd!" zeide zij.
„-Ta, rondgetrokken, heb fk genoeg en onbestendig
was mijn leven
„Als ik mij daarmee vergelijk, wat kern ük„ wat
weet ik."
..Zeker, uw leven wa» nfct rijk aan afwisseling.
want
Het gesprek werd onderbroken, daar een bediend»
aan Ella den fazant presenteerde.
Wondt vervolgd.