Alieicci Nieuws- BRIEVEN VAN EEN ONBEKENDE. DONDERJAAG 31 DECEMBER 1914 SCIAGEF. 57ste Jaargang. No. 5514. Ü0U1ANT Dit blad verschijnt viermaal per week Dinsdag, Woeusdag, Donderdag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 9 ure wor den ADVERTENTIEN in het eerst uitkomend nummer geplaatst. UitgeversTRAPMAN Co. SCHAGEN, LAAN D 5. - Int. Teleph. No. 20. Prijs per jaar f 3.Per post f 3.6U. Lo^-se nummers 5 cent ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5 ct Groote lotters worden naar plaatsruimte berekend. Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Bekendmakingen. Burgemeester en Wethouders van Sdhagen; Gelet op artikel 264 der Gemeentewet; Brengen ter kennis van "belanghebbenden, dat hel door Iieeren Gedeputeerde Stalen op den 23 December 1914 goedgekeurde Suppletoir Kohier voor de belas ting op de hooiden dienst 1914, gedurende vijf maanden ter Secretarie voor een ieder ter lezing is nederget- legd. Bezwaren legen den aanslag kunnen binnen 3 maau- den naj dien dag der uitreiking van het aanslagbiljet, bij den Raad op ongezegeld papier worden ingebracht Schagen, den 29 December 1914. Burgemeester en Wethoudërs voornoemd: J. P. W. YAN DOORN, Burgemeester. ROGGEVEEN, Secretaris. Kohier van den Hoofdelijken Omslag. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen maken bekead, dat een afschrift van het -aanvullings- kohier van den Hoofdelijken Omslag voor het dienstjaar 1914, gedurende vijf maanden, van den 29 December 1914 tot en met den 30 April 1915, ter Gemeentesecre tarie voor een -ieder ter lezing ligt. Schagen, den 29 December 1914. Burgemeester en Wethouders voornoemd1, J. P. W. VAN DOORN. Burgemeester. ROGGEVEEN, Secretaris. De Burgemeester en Wethouders van Schagen doen te weten dat door den Raad dier gemeente m zijne vergadering van 2 December 1914 is vastgesteld de volgende VERORDENING: Dé Raad der gemeente Schagen; Overwegende de wenschelijkheid tot aanvulling en wijziging der Aigemeene Poli.ieverordening voor d.e ge meeate; Gehoord het- voorstel van Burgemeester en Wei houders; Gelet op het advies der Gezondheidscommissie, ge zeteld te Schagen; i Besluit: tot wijziging en aanvulling - der Aigemeene Politiever ordening als volgt: Toe te voegen aan Hoofdstuk 4, afdeeling 2: Art. 19a. Wanneer bij het dreigen van eene besmettelijke ziekte of om welke andere reden ook van gemeentewege keuring plaats heeft van vee, paarden, schapen eai varkens voor de markt bestemd, is hel verboden op de markt vee, paarden, schapen en varkens te plaat sen zander deze vooraf aan de keuring te hebben onder worpen. Toe te voegen aan Hoofdstuk 5, afdeeling 1: Art. 25a. Het is verboden beer- en secreetputten te ledi gen, zonder minstens 24 uur te voren daarvan kennis te geven aan den gemeente-opzichter en anders dan overeenkomstig door dezen in elk geval te stellen voor waarden. Art. 25b. Het is verboden op Qf aan den openbaren weg in de kom der gemeente papier, stroo, vuilnis en ander afval aanwezig te hebben anders dan in gesloten bak ken of emmers.. Te wijzigen artikel 53 van Hoofdstuk 5, afdeeling 2 en te lezen Art. 53. Het is verboden bouwmaterialen, afbraak, zand grond, mest of afval op de straten, wegen, voetpaden of bennen te plaatsen, storten, neer te werpen, tenzij met vergunning van Burgemeester en Wethouders en op de door hen gestelde voorwaarden. Te wijzigen artikel 97 van Hoofdstuk 9, afdeeling 1 en te lezen: Art. 97 Het is verboden "dood of ziek vee, binnen deze ge meente in te voeren, door te voeren, zonder schrifte lijke vergunning door Burgemeester en Wethouders verleend. Deze vergunning mag alleen worden gegeven, wan neer het ingevoende vergezeld gaat van een deugde lijk bewijs van herkomst, afgegeven door een bevoegd deskundige. Toe te voegen aan Hoofdstuk 9, afdeeling 2: Art. 101a. Het is verboden bepaald aangewezen vruchten en groenten rond te venten ,uit te stallen, ten verkoop aan te bieden, te verkoonen of te leveren, wanneer door Burgemeester en Wethouders bij het dreigen of verschijnen van besmettelijke ziekten bij openbare aan kondiging het rondventen, uitstallen, ten verkoop aan bieden, verkoopen of leveren van die vruchten is ver boden, "Decm^^^igil6^ *>Pen*,are vergadering van den 2en De Voorzitter, (get.) J. P. W. VAN DOORN De Secretaris, J J (get ROGGEVEEN. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Noordholland, volgens hun he-idht van den 16 December 1914, No. 85 in afschrift medegedeeld. j i)iervan afkond ging geschied, waar het behoort den 28 December 1914, Burgemeester en Wethouders voornoemd J. P. W. VAN DOORN. Burgemeester. ROGGEVEEN, Seerehns. LI. Rust en fwees stil. Treulich bringt ein jedas Jahr, Welkes Laub und welk es Hoffen. LESSING. Geendet halten wir schon lang, Eth wir noch kaum begonnen. HEINE. Verlies uzelven niét In 't druk gewoel van 't leven; Laat rusten voor een wijl Uw arbeid en jjw strijd. 't Is niet voldoende, steeds Te streven en to werken, Als ook niet 't hart Kan spreken op zijn tijd. Nu ik me zet om mijn Oudejaarsoverdcnking neer te sdiiijven, staat daarbuiten een vliegende sorm, bijkans een orkaan. De wind huilt om de hoeken van mijn huis .Hij' rukt aan mijn ruiten en dreigt ze te doen bezwijken. Hij zingt een helsdh lied in zwie pende boomtakken en slingerende telefoondraden He maantje tracht den enkelen mensch, dien het lot in dit weer nog naar buiten roept, bij te lichien, maar fan- tastisch-gevormde woest-voortijlende wolken werpen tel kens spookachtige schaduwen voor zijn voeten. Daar is in den storm altijd iets wal den mensch ontroert en aangrijpt. Daar is indezea storm, die komt nu. dit oudé ramp zalige jaar gaat sterven, iels huiveringwekkends. Is het de klaagzang, dio natuur aanheft over het stervende jaar? Wil het oude jaar nog voor liet laatst goed in ons geheugen vastleggen, wat het ons de laats'e maanden reeds .zoo aangrijpend heeft gezegd: „Ik ben een jaar van on'heilspetlenden storm"? In dat geval doet het oude jaar overbodig .werk Ook zonder deze geweldige stem zulten we tot het eind onzer dagen ons herinneren: 1914 het sformjaar bij -izitnemendheidhet jaar waarin de oorlogsorkaan over het grootste gedeelte van de wereld is losgebarsten. En. inu overweldigd door den ernst van den storm en den ernst van den naderenden Oudejaars avond nu kunnen 'we niet anders dan rmt ont roering denken aan verbroken menschenleveis, pan weggevaagde welvaart, aan verwoeste schoonheid, en vooral aan te'.eurges'elde verwach'ingen, aan her- en-derwaarts verstrooide hoop en vertrouwen, aan in- flavdon-gescheurde idealen. 1914. gij s'ormjaar, jaar van bloed en tranen, \va' laat gij een wonden achter, direct-doodelijke wonden, maar ook die nog een menjchenleven lang pijn blij ven doen. Ja! dat is een gedachte, zoo aangrijpend, dat hij ou de tranen naar de oogen perstte weten, dat daar dezen avond in duizenden huizen en in milkoanen harten nameloos wee wordt geleden. Van een bekend Duitsch schrijver las ik dezer dagen„Als de laatste oogenbükken van hel Oude Jaar „naderen, dan klinkt- van menigen toren het aloude „lied „Nutn danket alle Gott mit Herzen, Mund und Handen, „Der grosze Dinge tut ,jaa uns und allen Enden. „En dan vouwen vele handen zich en vele harten zeggen daarop ja en amen." Ik vrees, dat in de eerste plaats in het vaderland van dezen schrijver, maar verder ook allerwegen over de aarde velen dit „ja en amen zeggen" at héél moeilijk, zoo niet gansch onmogelijk zal wezen. De dag, die voor velen kan zijn een dag van dan ken en loven, zal nu allermeest zijin een dag van klagen en weenen, misschien wel van aanklagen en vervloeken. Waar wij tot nu toe gespaard bleven voor het laat ste en het eerste nog ons deel kan 'zijn zou dat op zich zelf wel reeds een reden kunnen zijn, dat Oude jaarsavond ons vindt m een stemming van dank? Die stemming van dank. is mij niet vreemd en evenmin de wensch, dat déze stemming op Oudejaars avond ook de uwe mag zijn. Hoe kan het anders of onze eerste Oudejaair&gft dachte moest zijn een gedachte aan dat ontzettende wereldwee, dal thahs ons aller aandacht trekt? Onze eerste gedachte? Ja. Maar niet onze e e n i g s t e. Oudejaarsavond is (als ik het zoo maar eens noe men mag) een „persoonlijke" avond bij uitnemendheid. Wat we van den medemensch gewoonlijk niet dul den, n I. dat hij „persoonlijk" wordt, dat dulden we van den laatst en avond, des jaars; dat moeten we dulden. We staan van avond als een schooljongen voor zijn onderwijzer; of misschien nog juister als de zoon voor ,den vader: „Jonge, kijk me eens aan!'" En als we onwillig zijn: „Nee! me aankijken! En zeg me nu eens eerlijk...." Nietwaar? dat is de stem van Oudejaarsavond; de ernstige, de soms-lovende, maar meestal-verwijtende stem van Oudejaarsavond. Gij kent die stem, nietwaar?, die ieder onzer wee- wat anders, maar ons allen ernstige dingen zegt Ein het maakt ons den Oudejaarsavond niet to een gemakkelijken avond, maar tot een stormavond, waarbij we het hard te verduren hebben en het ver troostend licht wel eens schuil gaat. Jadat is toch wel onze ellende, dat we kunnen denken en moeten denken over ons leven Konden we maar van den eenen dag in den anderen dommelen als het vee! Of groeien en verdorren als d grashalmen in de wei, onbewust van Qnszelven. niet wetend van gisteren 'en morgen! Dan zou het op Ou dejaarsavond .niet in ons stormen; dan zou die dag even gemakkelijk, even gewoon zijn als alle andere Maar die martelende gedachten, hoe we zijn ai hoe we moeten wezen dat is onze ellende Onze ellende? Neenl onze grootheid! Onze groo'heid, onze verhevenheid boven de dieren des velds, onze meerderheid boven de planten, dat wij kunnen denken >over onszelven, dat wij óns kun nen herinneren wat voorbij is, dat wij kunnen denken aan wat wezen zal. Onze grootheid, dat we ons verleden kunnen be oordeel en; en dat w» dat moeten doen naar den maatstaf van het ideaal: onze grootheid, dal we ons aldus ellendig kunnen gevoelen. Onze grootheid, dat we in gedachten aan de toe komst kunnen bouwen; en dat we (lat moeten "doen al weer naair den maatstaf van het ideaal; onze groot heid, dat we ons aldus geroepen weten, geroepen tot het volmaakte. Ja! Oudejaarsavond kan ons „in diepten van el lenden" storten, maar juist die ellende is naar het woord van Pascal een „misère de grand seigneur En als we dat weten, dan zeggen we: 't is goed dat de Oudejaarsavondslorm over ons komt. En dan buigen we het hoofd onder den storm: „vergeef ons onze schulden". En dan blijft het heil van den storm niet uit: een verreinde en gezuiverde dampkring „Heer" schep mij een rein hart en vernieuw den geest in mijn bin nenste!" Ook die stemming is mij niet vréémd en ik moet me al zeer vergissen, als niet iets van die stem ming ook in u te vinden is. En a I s dat zoo is, dan meen ik, dat er nog eens reden is om op Oudejaarsavond dankbaar te zijn. Oudejaarsavond het lied van weemoed en schuld besef! Nieuwjaar het lied van hoop en vertrouwen! Het is ohs als de jonge man, die de ouderlijke wo ning verlaat om de wereld in te gaan Nog eens om zien met een traan in het oog; nog een laatst vaarwel dan vooruitzien en wikken en wegen en werken Wat zal het Nieuwjaar brengen? O! we hebben vele wensch en voor de wereld pn onszelven! Of ze allen zullen worden verwezenlijkt? De ervaring der jaren heeft ons wel anders geleerd. De vervulling ervan ligt niet in onze hand - en we denken aan leven, sterven, gezondheid, ziekte, zorg, voorspoed, teleurstelling, oorlog, vrede en wat al niet meert Zullen we vreezen en ons angstig maken? Neen! Oudejaarsavond heeft een andere stemming in ons gewekt: „Wees sterk en vreest niet, want het is de Heer, uw God, Die met u gaat". Ja! zoo zal het zijn! Sterk rijn en niet vreezen En nog meer! Want we hebben vele wenschen voor de wereld en onszelven. En de vervulling van vele dier wenschen ligt voor 'een goed deel in eigen "handen. F.n we denken aan bijbelwoorden als,,'t hart te bewaren beven al wat te -bewaren is" en „God liefhebben mef geheel ons hart en den naaste als onszelven' "en „vol maakt worden geUk pnze Vader in de hemelen vol maakt is". Zoo moet het worden in het Nieuwe Jaar. God wil het! En al« wij het nu maar met Hem willen! Met dien zegen zegene ons de Nieuwjaarsdag! Een nieuwe dag, een nieuw begin In dit kortstondig leven, Waarin gij u opnieuw aan God Ein aan Zijn dienst kunt geven. Een nieuwe dag, een nieuwe kans Om alles wei te -maken. Te strijden voor wat edel is, Te werken en te waken. Een nieuwe dag. een nieuwe lust VH< Om voor den Heer te strijden, En met voorbijgaan van het „ik", Den naaste te verblijden. X. Brieven uit Engeland. Londen, 19 Dec. 1914. We hebben nu natuurlijk allen reeds lang geleden gehoord van het Duitsch e bombardement van dne open Engelsche kustplaatsen. Waarschijnlijk zelfs wordt, wan neer deze brief in de Sehager verschijnt, ai in 't ge heel niet meer over geschreven. In Engeland evenwel zal deze onverwachte aanval heel lang in herinnering blijven en misschien, óf liever zeker, dit goede gevolg hebben dat zich de eerstvolgende dagen nog meer re- cruten komen aanmelden. De eerste indruk, dien wij hier kregen toen de aan plakbiljetten. en daarna, meer uitvoerig, de telegrammen, het feit bekend maakten, was een van bewondering. Dat ze het nu toch weer gewaagd hadden, ondanks de mijnen, ondanks de sterke Engelsche vloot, te voorschijn te 'komen en Engelsche kustplaatsen 'te bombardeeren. Vaar '.oen kwamen al gauw nadere bijzonderheden, en alle bewondering, die wc misschien gevoeld mochtén hebben voor den moed van de Duitscbc-rs, maakte plaats voor diepe verontwaardiging over het schandelijk optre den van de „helden". Vólgens de laatste berichten rijn 121 personen in Hartlepool, Scarborough en Whitby ge dood, meer dan 500 gewond En dat in geheel onver dedigde kustplaatsen. Onschuldige menschen. mannen, die naar hun werk gingen, vrouwen, kinderen. Is dat oorlog voeren? Langzamerhand komen de bijzonderheden van dien vreeselijken Woensdagmorgen in de bladen tc Staan Een poli'ieagent deelt dat hel bombardémen' begon, toen hij bezig was zich te kleeden. In twer\ drie tellen was' hij op straat Het eerste wat hij zag. was een vrouw met een dood kindje in de armen. Slachtoffer van den oorlog! Ze wilde het niet afstaan, en wilde evenmin een huis binnen gaan. Met het kindje in haar armen liep de moeder 'door de straten, die nu langzamerhand gevuld werden met hl eek e. verschrikte menschen. Wat ze wilden, was niet duidelijk Sommi gen hadden een of ander meubelstuk meegenomen, zooals menschen doen, die uit een brandend huis vluchten. En het vluchten, wat "deze menschen de den. was, ach'eraf beschouwd, juist het domste, wa' ze hadden kunnen doen. Want de meeaten werden gedood straat, slechts weinigen in de huizen. Eén projectiel trof een huis. zonder een van de inwoners te wonden, maar tien menschen. die dicht -bij het huis te zamen stonden," werden allen op slag gedood Ongeveer vijf honderd schoten schijnen rrelost 1e dim Tk zag Cen photograohie tn de Daily Chronicle vanmorgen, waarop een viertal der projectieten stónd afgebeeld. Twee daarvan waren meer dan een meier hoog,. We hoeven niet te vragen, welk eek) uitwerking dergeliike moordwerktuigen moeten hebben. Maar we'k nu* of welke eer de -Duifschers in deze daad van ge weld zien. is mij', en ieder ander, een raadsel. De Engelsche vloot zal er geen schrik door Ingeboezemd worden. Ze zal allicht nog meer op haar .hoede rijn. Waarom waren onze schepen niet in de huurt, was het eerste, wat je hoonie Alsof de vloot zoo groo', of de Engelsche kust zoo klein is, dat die ten allen tiide in haar geheel nauwlettend bewaakt kan worden, 't ls jammer, natuurlijk, dat de Engelsche vloot niet bij Scarborough was. .Maar een verwijt kan haar daar voor allerminst treffen. De schrik onder de bevolking der drie plaatsen moet groot geweest rijn. Treinen werden bestormd, zells die, welke geen locomotief luidden, 't Zitten in een coupé, hel idéé van, weggaan, maakte sommige mensdien al geruster. Velen waren slechts half ge kleed, hadden geen kousen of schoenen aan. Anderen zag men loopen inet een brood onder den arm. Eén vrouw bleef rustig aan haar werk. Zij was op hel* bombardement voorbereid, want haar éian had haar den vorigen avond verteld, dat ze niet moest schrik ken, als ze hoorde schieten, want dat een nieuw kanon zou worden geprobeerd. Met een "kalm ladiej hoorde ze dus de eersto losbarstingen van liet Duilsch geschut aan, to! ze plotseling bemerkte, dal hier heef iets anders plaats greep dan onschuldige oefeningen met een nieuw kanon. Ze werd getroffen in den arm, hoe wel niet ernstig, en besloot toch maar liever pp te houden met het glazenwasschen, waarmee ze 'bezig was. Een eigenaardig verschijnsel is het, dat de meeste gewonden verklaren geen pijn gevoeld te hebben. De opwinding kan hiervan haluunijk de oorzaak zijn. Wij menschen kunnen nu eenmaal niet goed aan twee dingen tegelijk denken. Een stouw vertelt dan ook, dat ze, bij het eerste losbranden van het geschut, het huis uitholde om de kinderen te roepen, die bui ten spoelden. Een projectief ontplofte dicht bij haar, maar ze werd niet getroffen naar ze meende. Ze wensch te zich al geluk met haai wonderbaarlijke ontsnapping, tot ze, weer thuis komende, merkte, dat ze vol bloed zat. Eerst toen begon ze pijn te voelen. Een visscher werd ook gewond tijdens het bombarde ment, maar hiervoor zijn de Duitschers slechts indi rect verantwoordelijk, 't Is den man natuurlijk niet kwalijk te nemen, dat hij, zoodra het vuren begon, zijn boot naar land wendde, om er, zoodra rij grond raakte, uit te springen, maar bij het beencn maken over de steenachtige kust, viel onze visscher, en liep op die manier een verwonding op, rij het dan een niet zeer eervolle. Twee meisje die blijkbaar weinig vrees kenden, moesten haar stoutmoedigheid of onvoorzichtigheid met den dood bekoopen. Inplaats van. zooals dé meesteo deden, in doodsangst uit het huis te vluchten, of, zoools 'de verstandigen deden, een toevlucht U zoeken in. den kelder, gingen ze naar dé bovenste verdieping van het huis, o:n uit het dakvenster het bombardement gade te slaan. We voelen bewondering voor die twee Engelsche meisjes, maar lezer, helaas, dat beiden te gelijk werden gedood. Hoe, in dergelijke omstandigheden, nog steeds men schen gevonden kunnen worden, die zoo overvloeien van humor, zidh zelf zoo grappig vinden, dat 'ze ook nu nog leuk moeten 'rijn, is onbegrijpelijk! Toch si-hëhen er te rijm Em dit was de alleraardigste grap, aardig, dal we hopen, dat het geen grap, maar een vergissing was. Vrijdagmorgen den 18en, a bt en veertig uur na het bombardement, werden de inwoners van Hartle pool op wrqede wijze opg^-chrikt. Bij de poütie was bericht ingekomen van de Admiraliteit, dat vier vij andige kruipers zich op de hoogte der stad bevonden, en het bombardement ieder oogenblik kon beginnen. De poli'ie deed het beste, wat ze in de omstandig heden doen kon. Ik weet niet, of ze het bericht 'en volle geloofde, maar ze nam terstond het besluit alle inwo ners der stad te waarschuwen, en in enkele minuten zag mem agenten en anderen van deur tot deur snel len, om de menschen te zeggen, óf binnenshuis te blij ven, óf <lc stad oogenblikkelijk te verlaten. Alle werk werd gestaakt. De mannen verlieten de 'Scheepstim merwerven. en in een oogenblik waren de straten vol menschen, die vluchtten hiet het noodigste. wat ze in den korten ti#i bij elkaar hadden kunnen schar relen. Ook gew'onden zag men onder de vluchtelingen. De winkels werden gesloten. En toen toen werd langzamerhand bekend, dat het een valsch alarm was geweest. Als het een ..grap' was, wat we niet hopen, moet gezegd worden, dat ze goed geslaagd is. De schrik zat er nog goed in bij de inwoners van Hartlepool, en die paar uren op Vrijdagmorgen, met ieder oogenhlfk de ver.va-h'ing dat het toon.ee! van Woensdag herhaald zou worden zul len zeker velen een doodelijken angst bezorgd hebben. Het grootf feit van de week Ls thans weer ach'er den rug. De Duitschers hebben hun schitterende overwin ning behaald. 121 dood en en .500 gewonden. Aan Duit sch e rijde waarschijnlijk niemand gevallen. Een groot - sche overwinning, die ongetwijfeld den oor'og tót een spoedig emde zal brengen. De overma-ht van En geland op zee is ten einde, schrijven de Duitsche bin den. Waarom? We hebben drie open kustplaatsen beschoten, toen de Engelsche vloot niet in de buur! was, om Jiel te beletten: nog duidelijker bewijs norxlig? BEDE BIJ DEN AANVANG VAN 1915. 't Oude jaar is heengevloden, En het Nieuwe brak weer aan; Maar nóg staart de Vredesengel, Moeder Aarde weenend aan! „God is Liefde"! welk een wanklank, Wat satire in deez' eeuw, Nu de Noodkreet stijgt ten hemel Van zoo menig wees en weêuw. Spreekt het ui! het zwaardgekletter, Zelfs in d' ingewand der Aard'? Of uit het kanongebulder, Dat aan Dood vernieling paart? Ook de jjfeën en de heem'Ien, Sjio'tcn met dit God'lijk woord: uigond niet van Menschen] i c fd e. Maar, helaasvan Menschenm oord. S' Ti Toch, o, Mensch, blijf immer hopen. Blijf vertrouwen op Uw God, Al is nu 't verdwaasde Menschdom 't Heilig Christendom ten spot. Richt het oog op f Englendaden Waar de nood zoo hoog soms klom Van Geduld en Zélfverlooch'ning; Sprank van 's menschen Adeldom. Moog dat sprankje weldra uitslaan Tot een feiten Wereldbrand, Maar nu slechts weldadig koest'rend. Niet verwoestend Stad en Land. Nieuwe Jaar! nieuw is Uw tijdkring: Achvernieuw de Menschheid mee; Hoo- ons smeek en„Geef ons spoedig Moog' he* rijn: een Éeüvr'ge vree"' Warmenhulzen. C. DE GEUS Kz.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1914 | | pagina 1