LEVEN. spoorwegongeluk. Eon berichtgever van het Hdbld. meldt: Zondagavond heeft op de lijn AntwerpenEsschen een ernstige treinbotsing plaats gehad, waaromtrent ik eerst heden nadele bijzonderheden verneem. De per.vonentrin uit Antwerpen is op het kruispunt van een lijn, die eenige forten verbindt, met een militai- wen trein in botsing gekomen; de trein werd achter de locomotief ingereden, een bagagewagen en een personenrijtuig werden vernield, do overige rijtuigen ontspoorden. De militaire trein overvoerde geen pas sagiers. Van den personentrein werdqn 8 personen gedood. 25 ernstig en eenige licht gewond. De iden titeit der gedooden is nog onbekend. grondstoffen voor rrood. Men meldt ons uit Wageningen: Reeds lang lag het in de bedoeling van hot Sta tion voor Maalderij en Bakkerij alhier ook bakproe- ven te verrichten, waarbij mais een deel van de grondstof was. Yenrloopig werden die prooven alleen verricht met maïsmeel (maisbloem), bereid van zuivere, gezonde wille mais. Voor de bereiding van wittebrood (ge huild brood), leent zich maisbloem alleen, al9 een klein percentage wordt toegevoegd. Brood, gebakken van een mengsel van tarwebloem en maisbloem, is zwaar en dicht, zelfs bij eene toevoeging van 52% maisbloem. Het rijzen van het deeg verloopt zeer abnormaal en het blijkt een onmogelijkheid, een luchtig, licht verteerbaar brood te krijgen, 't Spreekl vanzelf, dat in tijden van nood dit bezwaar minder telt. Voor de bereiding van bruin brood (ongebuild brood) is maisbloem in hooge mate geschikt. De vol gende mengsels van grondstoffen zijn o.a. gebruikt: twee deelen ongebuild tarwemeel, een deel tarwe bloem ën een deel maisbloem; twee deelen onge build tarwemeel ën een dool maisbloem. In beide gevallen werd zeer smakelijk brood verkregen. Dit brood blijft zeer lang verscli, zeker even lang als c'at geheel van tarwe bereid, terwijl de smaak niet in het minst daarvoor onderdoet. Nog wordt nagegaan of zich niet een grooter percentage mais bloem met succes laat bezigen. Ook zullen proeven worden genomen met gemalen mais. waarbij dus de „zemel" ook gebruikt wordt. Over deze proeven kunnen nog geen mededeelingen worden gedaan. Opgemerkt zij, dat de prijs van mais in de laat-, sto maanden aanmerkelijk gestegen is. Mocht deze prijs wcor dalen tot een normale, dan is het ten zeerste aanbevelenswaardig mais voor broodberei ding te gebruiken. Reeds thans wordt door groote ondernemingen in den lande van de resultaten van deze bakproeven gebruik gemaakt in verband met het feit, dat in sommige streken roggebrood niet meer kan worden bereid uit gebrek aan rogge, of in ieder geval veel te duur zou worden. sigarenfabricage. Het Verbond van Sigarenfabrikanten in Neder land verzamelt thans gegevens bij de sgiarenfabri- kanten in de negen noordelijke provicnies omtrent den omvang der sigaren-industrie in ons land, het aantal daarbij betrokken werklieden, de productie en den uitvoer, ten einde bij de Regeering stappen te kunnen doen in zake de in voorbereiding zijnde tabaksbelasting .Ten einde een zoo volledig moge lijk beeld te verkrijgen, wordt het onderzoek ook tot Noord-Brabant uitgebreid. ernstig geval van spionnage. De justitie is een ernstig geval van spionnage op het spoor, dat tot do arrestatio van een geëm ployeerde bij den dienst der telegrafie heeft geleid. In hoofdzaak komt het gepleegde ernstige vergrijp daarop neer, dat telegrammen van een der oorlog voerende mogendheden worden ingezien en van uit verschillende plaatsen der lands, door bij het uit gebreid complot betrokkenen, naar een andere oor logvoerende mogendheid werden overgebracht. Het vrij langdurig moeilijk onderzoek heeft tot het punt van uitgang geloid. Tel. nieuwe niedorp. Onzo organist bij de Ned. Herv. Kerk, do heer G. Groen, gediplomeerd muziekonderwijzer te Medem- blik, heeft wegens drukke bezigheden als organist to n. Niedorp bedankt met ingang van 1 Januari jl. nieuwe medorp. Tot organist bij do Doopsgezinde Kerk alhier, is itanten voor een bepaalden proeftijd Bedelen kan ze niet. De (honger 'heeft hanir dom besluiten) het kind in een „gesticht'- 'te geven cn dan zelf naar 't gasthuis te gaan, want ze hjeeft longtering. Het overgebleven brood bewaart ze voor morgen, want misschien wordt 't kind niet aangenomen, ia „'t huis", en dan moet ze weer verder zwerven. Ze is weer wat uitgerust en staat van de stoep op. Met het kind op haar axm sleept ze haar teer licnaam door de sneeuw voort, naar 't grootte gebouw. Nog teenigo stappen'en zo is er, ze kan bijna met meer, doch met Yaslen wi/tioopit ze verder en"" slaat nu voor den ingang, waar boven eon bord met het op schrift: „Tehuis voor daklooze knideren". Hier moet ze wezen. Goddank, nog eenige treden do stoep op. Maar het opkopen heeft haar zóó vermoeid, dat ze voor de groote deuren neervalt en eenige oogenblik- ken blijft liggen. Ze wil opstaan doch kan niet, haar hongerlichaam is geheel krachteloos, zo blijft op de koude sternen liggen. Ze heeft nog den wil haar omslagdoek af te doen en haar kind daarmee te dekken en wil nu voor 't kinde en stukje brood fijn kauwen. Het gelukt haar en zelf eet ze voor het eerst na lan gen lijd; misschien geeft dat brood haar nog kracht om zich op te richten. Na eenige oogenblikken wil ze weer opstaan, doch dadelijk valt het halfverstijfd beenlichaam op dc stoep terug, met het kind in haar armen. Geheel verzwakt valt ze in onmacht en f>lijft zóó liggen lang-.* i uit drie sollicitanten benoemd de jongeheer Jb. Hovenier, alhier. hoogheemraden. Bij Kon. besluit van 2 dezer zijn benoemd: in de provicnie Noord-Holland: tot hoofdingeland van Westfriesland, vanwege het ambacht van Westfriesland, genaamd do Schager- on Niedorperkoggen, de heer P. Buis Jz. te Scha-* 8vn; tot hoofdingeland-plaatsvervanger van Westfries land, vanwege het ambacht van Westfriesland, ge naamd de Schager- en Niedorperkoggen, de heer J. Stammes te Nieuwe Niedorp en de heer K. Jon ker te Alkmaar; tot hoogheemraad van het hoogheemraadschap van den Hondsbossche en Duinen tot Petten: vanwege den kavel Waterland, de heer K. Olij Dz. te Alkmaar, en vanwege Duinkavel de heer J. van Roenen te Bergen; tot heemraad van den polder Assendelft de heer d. Jongejans Pz. te Assendelft; tot hoogheemraad van het hoogheemraadschap van de Uitwaterende sluizen in Kennemerland en Westfriesland, de heer K. Kaaskooper te Oosthui zen. Den volgenden morgen, heel vroeg, gaat een deur van "het „Tehuis" open. De huisbewaarder treedt .naar buiten en in <'t donker struikelt hij over een hoop goed. Hij bukt zich en. ziet een vrouw met een kind in haar armen, beiden slapende. Met een paar knechten draagt hij het pakje menschen naar binnen. Het kind is wakker geworden en begint te „schreeuwen, maar de arme vrouw slaapt nog en wordt niet meer wakker. De 'huisdokter wordt geroepen. „Doodgevroren'-, kegt hij, na gedaan onderzoek, en gaat weer naar zijn warme kamer. (Eeln schetsje.) Winternacht. Bruingrijs steekt het groote gebouw af tegen de besneeuwde straten. Het Bijna onbetreden sneeuwvlak wordt op enkele plaatsen waar een gloeikouslan taarn brandt bleekgroen, kringvormig beschenen. Het groote gebouw staat geheel in 't duister en komt daardoor, nu, rechtlijniger tegen den witten grond uit, dan 's avonds, wanneer de lantaarns aan "den hoofd ingang hun licht verspreiden en daardoor dë grondlij nen mol de straat doen ineenloiopen. I'n den omtrek is niemand to zien. Alles schijnt te slapen, behalve de natuur, idCie de ijs-koude droge sneeuw in groote, veer achtige vlokken, naar den grond doet dwarrelen. De winter is streng dit jaar, en er wordt veel èn groote armoede geleden. Daar komt eèn nachtwaker den hoek om, blazend en stampend, met gebogen rug loopt hij door zonder in 't rond te riqn. Ilij denkt misschien, dat het nu voor misdadigers zelfs geen weer is om op dé vangst te gaan. Vóór het groote gebouw blijft hij eon oogenblik staan en ziet onwillekeurig rechtuit de straat af waar hij, heel ver eetn donker voorwerp ziet, dat zich langzaam schijnt voort te bewegen. Denkende dat het een hond is, vervolgt hij 'zijn gestamp in de sneeuw. Het donkere voorwerp komt allengs nader; door den afstand en door het dikke vallen van de sneeuw is niet goed te onderscheiden, of 't loopt of rolt. Dóór, waar een, lantaarn brandt, schijnt het telkens uit het donker op te duiken, om op duistere plekken weer voor 't oog te verdwijnen. Dichterbij gekometa blijkt het een mensch te zijn; eene vrouw met een pakje op den arm, waarin een schreiend kind Nu en dan zet ze zich' neer om wat uit te rusten. Op een stoep valt ze vermoeid neder. Vóór haar staat een lantaarn en in 't schijnsel daarvan bemerkt ze een korst besneeuwd stuk brood op een der treden van de blauwe steenen. Grtelig raapt' ze het op en na een brok ervan in den mond met speeksel geweekt en het fijtngee kauwd te hebben, geeft ze eenige stukjes aan 't kind, dat hierdoor verkwikt wordt Zeil eet ze niets, doch be waart de rest op liaar boezem. Haar borsten zijn door onvoldoende voeding uitgedroogd, zoodat ze haar kind niet kan zoogen. In drie dagen heeft ze geen eten of drinken gebruikt. Ze is te zwak om te werken en kan daardoor na den dood van haar maft niets verdienen. Verschillende Oorlogsberichten z.em. kardinaal merc1er gevangen geno men. Uit Roosendaal ontving „De Tijd" de volgende mede deeling: Naar aanleiding van 't herderlijk schrijven van kard. Merci er is Z. Eminentie in hechtenis genomen. Door geheel België hebben politie en justitie in alle parochies een onderzoek ingesteld, on het stuk op te sporen en, zoo mogelijk, te vernietigen. Verscheidene priesters zijn In hechtenis genomen, doch velen van hen werden na eenige uren weer op vrije voeten gesteld. Zondag j.I. (haid in Öinze Lieve Vrouwekerk te Ant werpen de plechtige opdracht plaats van België aan het H. Hart van Jesus, welke plechtigheid oorspronke lijk! ti'Oor Z. Em. Kardinaal Merci er zou geleid wor den. Duizenden konden geen plaats vinden in de over volle kerk. Het lof kon tot veler verrassing niet door Z. Em. kardinaal worden gecelebreerd. Dit geschiedde door den Hoogeenv. Deken van Antwerpen. De Deken hield een sermoen, waarin Xmspelingen. op het schrijven ya'n kardinaal Mercier voorkwamen en betuigingen vdn trouw. Na het sermoen Weid bok "dë bekéhdo socioloog en geliefde volksredenaar, pater Rutten Ö.F.. eene toespraak, waarin hij' o„a. zeide: „Antwerpen heeft altijd behoord aan de Antwerpenaren en zal ook in de toekomst aan de Antwerpenaren blijven. Eigenlijk zou Z.Em. onze geëerbiedigde en veelbeminde kardinaal op <Je plaats moeten staan, van waar ik thans hét woord tot u richt maar dobr oen b.ultengewone omstandigheid is Zjjne Eminentie belet, to ons midden aanwezig te zijn. De redevoeringen vatn' dein Deken van Antwerpen en pa'er Rutten maakten diepen Indruk. vele Duitscho soldaten waren to do kerk aanwezig, dc voorste banken werden Ingenomen door Duitsche officieren. Om geen nog grooter opzien te baren dan reeds geschiedt door de Duitsche actie tegen het rondschrijven van kardinaal Mercier, wordt deze gevangen gehouden en bewaakt in het aartsbisschoppelijk palcis te Mechelerc, In verband met de aanhouding van kardinaal "Mer cier vernemen wij" 5jog dat tegelijkertijd door de Duit sche overheid is aangehouden, de heer Dessain, waar nemend burgemeester van Mëöhclen, eetn broeder Ven don burgemeester. In het rondschrijven .van Wen Belgischen Kardinaal, dat in zoo hooge mate de boosheid der Duitsche auto riteiten hoeft gaande gesmaakt, schrijft hij ondier meer: „Neem wel in acht,.dat ik 1» niet vraag, oen enkele uwer verwachtingen prijs to geven. Integendeel, ik houd hot voor mijn plicht .te bepalen, wat u in geweten te doen staat tegenover' dë macht, die otns land over viel en het tijdelijk grootondeels bezet. Deze macht is geen wettig gezag; bijgevolg zijt gij haar in het innige van uw gemoed noch' achting, noch verkleefdheid, noch' gehoorzaamheid verschuldigd, Het eenige wettige gezag in België is dat, wat aan onzen Kohtog, zijne Regeering en aan "de vertegenwoor digers der natie, toebehoort. Na 'te hebben uiteengezet, dat dë Belgische koning en de wettige regeertog recht hebben op de liefde dór Belgische harten, erkent de Kardinaal, 'dat deze over heden stil en zwijgend "de maatregelen toelaten, welke door dde bezetting des lands worden genomen, ten bate van het algemeen en die daaraan hun rechtswaande ont- Ieenen. Door soldaten bezette provincies zijn 'door die be zetting alleen geen veroverde provincies: even weinig als Galicië een Russische provincie, werd België een Duitsche provincie uitsluitend door de Duitsche be zetting. Nochtans is h^t bezette gedeelte des lands m' een toe stand. dien het oprecht moet ondergaan. De steden, die zich aan den vijand overgaven, moeten de voor waarden der overgave eerbiedigen. Van het begin der krijgsbedrijven af hebben Ide burgerlijke overheden dës lands er hijr de burgers op aangedrongen, idlat dezen zich' van elke vijandelijke daad jegens het vijandelijke leger zouden onthouden. Deze aanbevelingen blijven vêh kracht. Het Belgische leger uitsluitelijk heeft, te zamen mët de dappere troepen der Verbondenen, de eer en het recht, om het land te verdedigen en alleen daarvan mag het Belgische volk de bevrijding des lands verwachten. drijvende mijnen. Uil Berlijn, 5 Januari. In de laatste dagen is een groot aantal drijvende mijnen aan de zuidkust van Noorwegen geland, of in de Noordzee drijvende ge zien. De in Christiansund aangekomen stoomboot „Gotland" meldt, dat het ook acht mijnen bij Hons- rit'f (Noorwegen) voorbijkwam en de stoomboot „Si- tona" passeerde 26 December zeven mijnen tusscben Hanstbolmen en het vuurschip. Het schijnt dat het gedeelte der Noordzee van de Hebriden tot-Neder land. Denemarken en Noorwegen sedert de Kerst stormen vol losgeraakte nnjnen is. uitwisseling van krijgsgevangenen. Londen, 5 Jan. Duitschland heeft het voorstel van Engeland aangenomen tot uitwisseling van krijgsge vangenen, die physiek ongeschikt zijn voor verde ren krijgsdienst. landtorpedo's. Uit I-onden, 5 Januari. Uit St. Pelersburg aan de Moming Post: De Duitschers hebben nu een oorlogswerktuig in gevoerd, dat ons doet denken aan de oude ballista en catpulta van de Romeinen en Byzantijnen. Onder de jongste aanvalswapenen zijn zgn. torpedo's (een officieel Russisch communiqué heeft reeds van het werpen van deze ladntorpcdo's melding gemaakt.) van groote afmeting, die, door contact ontploffende, dood om zich heen verspreiden door hun stukken weg te slingeren en de lucht te vergiftigen. Zij wor den geluidloos door een werptuig weggeslingerd en do goede schootsafstand is ongeveer vijftig yard. Het ls feitelijk een ontwikkeling van de handgrana ten. welke eveneens in grooten getale bij de aan vallen op de loopgraven door de Duitschers gebruikt worden. de waarde van den tijd. Alle oorlogen zijn, gewoonlijk voor beide partijen vol verrassingen, aldus de militaire medewerker van de Times, in zijn beschouwing van 2 Januari. Wij Nvoten nu, dat Duitschland feitelijk al zijn bruik bare mannen onder de wapenen roept, om in de lente, zoo niet oorder, een nieuwe poging to wagen, en dat de openbare meening in Duitschland, gehyp notiseerd door het verbergen van misslagen en door valsche overwinningsberichten, nog steeds eensge zind en vol hoop is. De uithongerings-oorlog, die steeds zeer lang duurt, heeft nog geen tijd gehad, Duitscbland's krachtmaterieel te beïnvloeden en, al hebben wij reeds veel gedaan, er blijft ons ook nog veel te doen, alvorens Duitschland zal inzien, dat het voor een verloren zaak vecht. De Pruisische verliezen worden nu officiëel er kend als ruim een millioen man te bedragen, terwijl de andere Duitsche staten minstens half zoo veel soldaten verloren. Wij verliezen in 't minst geen tijd, door Duitschland in Vlaanderen en Polen uit te putten, want het is juist ons doel, deze legers af to matten, totdat het uur slaat, waarop wij ze kunnen vernietigen. Het streven naar aardrijkskun dige doeleinden is voor ons van ondergeschikt be lang. Wij spelen om tijd, en wij doen dat met suc ces. Om met succes een oorlog om het bestaan te voeren, waarop geen dor geallieerden was voorbe reid, moesten wij allen niet alleen nieuwe troepen op de been brengen en daarmee blijven doorgaan, maar tevens moesten wij geheel nieuwe inrichtin gen maken, ter voorziening in den aanmaak van de noodige krijgsbehoeften. Gedurende dit hoogst gevaarlijke tijdperk van betrekkelijke zwakte, zijn de Duitsche wapenen on machtig gebleken, van de hun geboden kans ge bruik te maken. Mr. Clemenceau zegt, dat eenige zijner vrienden geneigd zijn, het cijfer, dat wij onlangs noemden, als het waarschijnlijk aantal ongeoefende Duit schers, die thans zijn opgeroepen, met 25% te ver minderen. Wij zouden zeer verheugd zijn, als wij het hiermede eens konden zijn, maar wij moeten opmerken, dat ons cijfer van 4.000.000 man verkre gen is n a aftrek der bijeengetelde cijfers van een getal, dat tusschen 6 en 7 millioen schommelt. Vele schrijvers, met name de Zwitsersche, baseeren hun ramingen op percentages van de mannelijke bevol king. Wij daarentegen hebben officiëele cijfers tot grondslag onzer berekeningen genomen, cijfers van het nauwkeurig aantal Ersatz-Reserve en late Ban Landstormmannen, die gedurende ieder jaar van 1880 af in deze categorieën werden geplaatst. Dit lijkt ons een veiliger wijze van raming, dan het bestudeeren van percentencijfers, en naar onze mee ning zou het van gevaarlijk optimisme getuigen, als men geloofde, dat er achter het geoefende Duitsche leger, oorspronkelijk bijna 5 millioen man sterk, min der dan 4 millioen man staan, die opgeroepen kun nen worden, om de legers te velde te versterken. 1urksche bluf. Een oflicieuzc mededeelin» van Russische zijde lo gees Iraft de berichten uit Turkschfi bron over over winningen "van de Turks,che vloot in die Zwarte Zee. Aangaande dc vermeende vernieling van de Russische mijnleggers Olog eh Alfios verklaart zij, dat er inoioit mnjin.- leggers van dien naam bij de Russische vloot zijn go weest. Ook van (biet heldenfeit van de rBesIau laat de medodeeling niets over. Deze snelle kruiser is op 24 December door de Russische vloot gevolgdi, maar hij verdweent elkens als er Russische kruisers en toipedo- jagers pp hem afgezonden werden. 'S Avonds verdween de Bréslau voorgoed] aan de Mm. joffre. De Franscheh kunnen nooit genoeg te hooren krfy gen van hun „'Joffre den Zwijger". Thans heeft cctn berichtgever van de Franco de Bordeaux et 'du Sud-Oucst, de eenige 'nog levende zuster van den generalissimus, een mevr. Artus te Rivesaltus, geïnterviewd. Uit do mededeelingen van deze dame blijkt dat de Jofires niet van Fransdie origine zijn. De 'familie, toen nog da Gouffre hce- lende, komt Uit Spanje. De bet-overgrootvader van den opperbevelhebber Ga mevr. Artus was een Spaansch edelman, die toi do achttiende eeuw zijn land was ont vlucht, om zfeh in Spanje te vestigen. De vader van Joffre was een kind nit oen groot gezin van Josep Joftre (de generalissimus zelf) was één. uit elf kinderen. Bij zafn examen Voor de Ecole Polylechnlaue had hij ecu laan mimmor (14) Goed In dc wiskundige vakken, was „zwak in het Duits ch". Over Joffrc's militaire loop baan hefobetn wij vroeger bi het een en ander gemeld, cn gaan die d|us thans mot stilzwijgen voorbij. liet was do gewoonte van den militair om zijn verloven door te brengm to Rivesalles, wnnr hij dan met zijn hoogbejaarden vnder speilctjea „mauiuu speelde. Mevr. Artus koestert goede hoop voor -ten goaaen afloop van den oorlog, want haar broer had "haar in oen brief laten 'weten, „dat bij best tevreden was over den gang van zaken." Een ander bericht over Joffre to de Fransehe bla den behelst, dat die zetel tol de Académie, vrijgeko men door detn dood Van den graaf "de Mun, bestemd is voor Joffre, die na den oorlog daarin zijn plaats zal krijgen. Dit zou dan de vervulling zijn van 'een voorspel ling, Uitgesproken door Renan, bif gelegenheid van de toelating Van de Lesseps tot de 'Academie. Re nan had toen in rijn rede het goed recht van een Academiezetel voor de manheh van- de daad be pleit. En hïji h'ad er öan -toegevoegd: „Nog iemand; is et-1, die verzekerd zou rijn van een zetel in ons midden, n.I. de generaal, die aan Frankrijk- de over winning brengt Wij zouden over het proza van zoo'n man riïel vitten. Wij zouden hem bij accla matie tot lid kiezen, zonder ons van-rijn geschrif ten iets aan te trekken. Wat zon de dag van rijn Inauguratie als lid een glorierijke dag wezen, en wat zou het een eer zijn voor wie op dien dag de Academie presideerde". het lekkende benzinereservoir. Een Belersche militaire avialeur schrijft in een veld- postbrief „Toen wij" met onze vlieg-afdeeltog reeds een week te lagen, werd ik op zekeren morgen om vier uur opgeroepen tot een verkenningstocht. Omstreeks 7 uur gingen verschillende machines op. de mijne vertrok als tweede; snel komen wij op een noogté van 1800 meter; hel uitzicht werd steeds wijder en duidelijker; oj> 10 K.M. afstand moesten de vijande lijke stellingen zijin'. Hier moesten de eerste loopgraven rijn, d'us verdwij nen wij achter gen wolk. Afgaande op het loerenaanla! van de schroef, den tegenwind, en den tijd, moeien wij 40 a 45 K M. achter het vijandelijk front zijn. Wij daal den van 2400 tot op 1500 meter, voortdurend door wolken beschermd... als wij op zeker oogenblik op 1100 meter zijn, hebben wij één kort oogenblik je vrij nilricht. Hier vlogen de eerste- kogels lahgs ons; rij' troffen niet, doch enkele seconden later begon ook' die artillerie o-ns onder vuur te nemen'. Een korte wending, en weer waren wij achter een wolk, het veiligste schuilhoekje, want men verandert snel den koers, en de vijand is misleid. Weer dalen wij; 2 minuten lang vliegen wij weet onbeschermdToto's en teekentogen rijn gereed... de terugtocht wordt aangevangen. Nauwelijks hadden wij daartoe besloten, of_ een moorddadig vuur wordt op ons geopend; infanterie en artillerie bestookten ons, eh telkenmale waggelde onze machine ontzettend. Toen heette het koel blijven! 'On willekeurig keek ik eens op mijn benzine-wijzer!je; het wees nog slechts 52 liter aan. Een half uur geleden moest het reservoir 100 liter gehad hebben... u-aar was de rest? De wijzer liep snel tegug; 504540 liter; ons reservoir moest lek rijn! Een kort besluit... zoo lalng m'ogolijk- stijgen, en dan een glijvlucht, misschien van 3000 Al. hoogte... dit was do eentge redding die ons overbleef. Wij waren toen op 1800 AL, cn bezaten nog enkele liters in onze reservo tank. Mijn verkenner en ïk keken .Uitsluitend naar de ben zine. en onder ons, zoodat wij niet bemerkten, dat een vijandelijk vliegtuig ons op 25Ó0 Af. hoogte achterzolgde. Hooger gaan was onmogelijk, dalen uitgesloten, want reeds 100 Mi. lager zouden wij do prooi worden van dc vijandelijke kogels'. Het waren vréesdijke oogenblikkon. Ik stelde mijn motor op rijn maximum-capaciteit; wij maakten zoowat 120 K.M. per uur; op 'eens stelde ik mijn motor af, de andere machine schoot ons Vooruit. Wïf waren op een afstand van hoogstens 200 Af. van elkander, en nu begon eetn duel tusschen de verkenners. Dit mag 10 seconden geduurd hebben, toen de vijandelijke eendekker plots steigerde, omsloeg eh viel., fnijh verken ner had d'on vija'ndclijkon bestuurder getroffen. Vijf mi nuten. later waren wij boven do onzen... wij .waren ont komen. Toen wij geland waren, wilde ik- vrooIIfJr uit do machine springen, en mijn Verkenner hartelijk- de hand. drukken, want hij' had mij" het leven gered. Maar wat was dat? De arme kerel zat met glazige dogen, in zijn stoeltje, recht vóór zich' te kijken, en bewoog niet. Hij was dood; de papieren en kaarten hield hij in de ritanidi geklemd een keizerlijk diner. De Figaro publiceert het volgende verhaal van 'n keizerlijk banket te Luxemburg, toen daar nog het roofdkwartier was. Het had plaats in de eerste dagen van September, toen het succes der Duit sche wapenen zijn hoogtepunt bereikt had. De keizer, met Von Moltke, Von Tirpitz, den Rijkskan selier en andere hoogwaardigheidsbekleeders uit zijn gmdg, dineerden in de groote zaal van hotel Bras- scur, het voornaamste in de stad. Voor deze gele genheid waren gewone gasten verwezen naar hoek plaatsjes achter pilaren, van waar zij alles konden zier.. Do keizer zat aan het hoofd van een lange tafel van tachtig couverts, met Von Bethmann-Holl- weg aan zijn rechterhand. Midden onder het diner kwam een ordonnans bin nen en reikte den kanselier een enveloppe over. Von Bettmann-Hollweg vroeg zijn keizerlijken mees ter verlof haar te openen, hetgeen vol genado werd toegestaan. De kanselier las 't telegram, sprong toen op en overhandigde het den keizer, die glimlachte ert straalde van vreugde. Er volgde een kort gesprek tusschen den keizer en den kanselier, toen stond de laatste op en zeide, na stilte verzocht te hebben, op luiden toon: „Heeren, Verdun heeft zich met 100 duizend man overgegeven." De mededeeling werd met donderend hoera ont vangen en men bestelde nieuwe hoeveelheden cham pagne. Den geheelen nacht liepen Duitschers, de „Wacht am Rhein" zingend, door do straten. Drie dagen later hoorde men te Luxemburg, door een Fransch blad, van de overwinning der Franschen aan de Marne. steeds meer. I)e groote rol, door de duikbooten in dezen oor log gespeeld, zal tengevolge hebben, dat de regee ring der Ver. Staten het CCongres een ontwerp zal voorleggen, om een groot aantal dezer schepen te bouwen. Intusschen zal waarschijnlijk ook het aan tal slagschepen op het vlootprogram worden uit gebreid. Dan zullen, volgens de Daily Telegraph, wet ontwerpen worden ingediend om het leger te ver- grooter en meer geschut voor de kustverdediging aan te schaffen. von hindenburg und kein ende. Het Berliner Tagcblatt richt een woord van ver maning tot de Berlijnsche meisjes om maarschalk von Hindenburg niet meer met haar brieven lastig te vallen. De groote veldheer 'moet mot Nieuwjaar oen overstelpende massa meisjesbrievon uit de hoofdstad en zeker ook wel uit andere plaatsen heb ben ontvangen. Berlijnsche bladen hebben er een aantal van afgedrukt. Ze waren voor oen deel naïef, vnor een deel humoristisch, ze waren zonder uitzon dering lieftallig maar nu beginnen ze lastig te wordon: de meisjes vragen Hindenburg b.v. om grpe- ten voor haar over te brongon aan broers on ne ven die in zijn legers dienen. De voldheer heeft ech ter wel wat rnstigers aan zijn hoofd, meent het Berliner Tageblatt, en do meisjes moeten maar rechtstreeks aan die broers en neven schrijven. Volwassenen mogen den wenk eveneens ter harte nornen. Het schijnt ook onder hen eon manie to zijn geworden om van alles on nog wat aan Hinden burg te schrijven. oost enrijksciie verliezen. De correspondent van de Daily Telegraph loNisj geeft bot volgendo overzioht van do verliezen, dio ae Oostenrijkers totdusvor in Servië hebben gele den. Uit Boedapest was gemeld, dat de Oostenrijkers tot. half Octobor volgens ambtelijke opgaven op het Servische oorlogsooneel 148.000 matn hadden verloren. Bij de laatste krijgsverrichtingen waren de verliezen nog grooter. De Oostenrijkers verlo ren toen stellig meer dan dé helft van hun mansc.hai pen. Sedert 1 November verloren zij naar schatting 180.000 man aan dooden, gewonden, zieken en ge vangenen, zoodat het geheole verlies tegen de Ser viërs op 330.000 man gesteld kan worden, van wie er 68.900 krijgsgevangen gemaakt zijn. Van de 640 gevangen genomen officieren zijn 182 Duitschers, 161 Hongaren, 142 Tsjechen, 67 Kroa- ten, 130 Serviërs, 8 Italianen, 8 Polen, 7 Roeme- niërs, 5 Russen uit Galicië en 3 Joden. Het 102de, 16de, lide en 23ste regiment werden geheel vernie tigd. Van een bataljon bleven niet meer dan 58 man over. Een compagnie had niet meer dan een officier en negen man over. Gemengd Nieuws. een gevecht met orangs oetan. Eenige dagen geleden, verhaalt de Sum. Post van 18 November., heeft in Beneden-Langkat op een klein kebonnetje een gevecht plaats gehad tusschen mcnschen en orangs oetan. Een assistent die met 4 of 5 Javaanschc koelies in het bosch op weg was naar een ploeg van ongeveer 30 rintissende koelies, ontmoette 4 orangs oetan, die zich in de boomen schuil hielden. Een ervan had toen de aardigheid om met stukken hout, denkelijk van afgebroken takken afkomstig, in de richting van den assistent roet zi'n koelies te gooien en kwam .vervolgens, toen hem dit spelletje lang genoeg had geduurd, naar beneden. Een der Javanen, die meende dat het het beste was den orang oetan onschadelijk te maken, deed inet zijn parang .een houw naar het ondier, dat toen woedend geworden, op de mensehen in vloog. De assistent loste nu een schot op het dier, dat echter niet geraakt werd en den assistent zelf in oen parrit smeet en hem een stuk vleesch uit hot been beet. Inutsschen waren ook de drie an dere orangs oetan naar beneden gekomen en stort ten zich op do Javanen, die zich, zoo goed cn zoo kwaad dat ging, met hunne parangs verdedig/ion en trachtten door gillen en schreeuwen de M>rderop niets kwaads vermoedende koelies te waarschuwer.. Gelukkig hoorden zij de noodkreten en snelden too en verdreven de monsters. De koelies bleken echter deerlijk gehavend, zoo, dat zij allen in het hospitaal ter verpleging moesten worden opgenomen. een ultimatum van de ver. staten .aan mexico. De Yoreengide Staten hebben Mexico een ultima tum gezonden, waarin gezegd wordt, dat het eorsto schot dat over de grens in de buurt van Nneo en Douglas vallen zal, tot resultaat zai hebben, dat de Verecnigde Staten de vijandelijkheden zullen begin nen. schrijft de correspondent van de Daily Telegr. te Washington. In dit stadium is nu de Mexicaan- sche kwestie gekomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1915 | | pagina 2