LEVEN.
spoorwegongeluk.
Eon berichtgever van het Hdbld. meldt:
Zondagavond heeft op de lijn AntwerpenEsschen
een ernstige treinbotsing plaats gehad, waaromtrent
ik eerst heden nadele bijzonderheden verneem. De
per.vonentrin uit Antwerpen is op het kruispunt van
een lijn, die eenige forten verbindt, met een militai-
wen trein in botsing gekomen; de trein werd achter
de locomotief ingereden, een bagagewagen en een
personenrijtuig werden vernield, do overige rijtuigen
ontspoorden. De militaire trein overvoerde geen pas
sagiers. Van den personentrein werdqn 8 personen
gedood. 25 ernstig en eenige licht gewond. De iden
titeit der gedooden is nog onbekend.
grondstoffen voor rrood.
Men meldt ons uit Wageningen:
Reeds lang lag het in de bedoeling van hot Sta
tion voor Maalderij en Bakkerij alhier ook bakproe-
ven te verrichten, waarbij mais een deel van de
grondstof was.
Yenrloopig werden die prooven alleen verricht met
maïsmeel (maisbloem), bereid van zuivere, gezonde
wille mais. Voor de bereiding van wittebrood (ge
huild brood), leent zich maisbloem alleen, al9 een
klein percentage wordt toegevoegd. Brood, gebakken
van een mengsel van tarwebloem en maisbloem, is
zwaar en dicht, zelfs bij eene toevoeging van 52%
maisbloem. Het rijzen van het deeg verloopt zeer
abnormaal en het blijkt een onmogelijkheid, een
luchtig, licht verteerbaar brood te krijgen, 't Spreekl
vanzelf, dat in tijden van nood dit bezwaar minder
telt.
Voor de bereiding van bruin brood (ongebuild
brood) is maisbloem in hooge mate geschikt. De vol
gende mengsels van grondstoffen zijn o.a. gebruikt:
twee deelen ongebuild tarwemeel, een deel tarwe
bloem ën een deel maisbloem; twee deelen onge
build tarwemeel ën een dool maisbloem. In beide
gevallen werd zeer smakelijk brood verkregen.
Dit brood blijft zeer lang verscli, zeker even lang
als c'at geheel van tarwe bereid, terwijl de smaak
niet in het minst daarvoor onderdoet. Nog wordt
nagegaan of zich niet een grooter percentage mais
bloem met succes laat bezigen. Ook zullen proeven
worden genomen met gemalen mais. waarbij dus
de „zemel" ook gebruikt wordt. Over deze proeven
kunnen nog geen mededeelingen worden gedaan.
Opgemerkt zij, dat de prijs van mais in de laat-,
sto maanden aanmerkelijk gestegen is. Mocht deze
prijs wcor dalen tot een normale, dan is het ten
zeerste aanbevelenswaardig mais voor broodberei
ding te gebruiken. Reeds thans wordt door groote
ondernemingen in den lande van de resultaten van
deze bakproeven gebruik gemaakt in verband met
het feit, dat in sommige streken roggebrood niet
meer kan worden bereid uit gebrek aan rogge, of
in ieder geval veel te duur zou worden.
sigarenfabricage.
Het Verbond van Sigarenfabrikanten in Neder
land verzamelt thans gegevens bij de sgiarenfabri-
kanten in de negen noordelijke provicnies omtrent
den omvang der sigaren-industrie in ons land, het
aantal daarbij betrokken werklieden, de productie
en den uitvoer, ten einde bij de Regeering stappen
te kunnen doen in zake de in voorbereiding zijnde
tabaksbelasting .Ten einde een zoo volledig moge
lijk beeld te verkrijgen, wordt het onderzoek ook
tot Noord-Brabant uitgebreid.
ernstig geval van spionnage.
De justitie is een ernstig geval van spionnage
op het spoor, dat tot do arrestatio van een geëm
ployeerde bij den dienst der telegrafie heeft geleid.
In hoofdzaak komt het gepleegde ernstige vergrijp
daarop neer, dat telegrammen van een der oorlog
voerende mogendheden worden ingezien en van uit
verschillende plaatsen der lands, door bij het uit
gebreid complot betrokkenen, naar een andere oor
logvoerende mogendheid werden overgebracht.
Het vrij langdurig moeilijk onderzoek heeft tot
het punt van uitgang geloid. Tel.
nieuwe niedorp.
Onzo organist bij de Ned. Herv. Kerk, do heer G.
Groen, gediplomeerd muziekonderwijzer te Medem-
blik, heeft wegens drukke bezigheden als organist
to n. Niedorp bedankt met ingang van 1 Januari jl.
nieuwe medorp.
Tot organist bij do Doopsgezinde Kerk alhier, is
itanten voor een bepaalden proeftijd
Bedelen kan ze niet. De (honger 'heeft hanir dom besluiten)
het kind in een „gesticht'- 'te geven cn dan zelf
naar 't gasthuis te gaan, want ze hjeeft longtering.
Het overgebleven brood bewaart ze voor morgen,
want misschien wordt 't kind niet aangenomen, ia
„'t huis", en dan moet ze weer verder zwerven.
Ze is weer wat uitgerust en staat van de stoep op.
Met het kind op haar axm sleept ze haar teer licnaam
door de sneeuw voort, naar 't grootte gebouw.
Nog teenigo stappen'en zo is er, ze kan bijna met
meer, doch met Yaslen wi/tioopit ze verder en"" slaat nu
voor den ingang, waar boven eon bord met het op
schrift: „Tehuis voor daklooze knideren".
Hier moet ze wezen. Goddank, nog eenige treden
do stoep op.
Maar het opkopen heeft haar zóó vermoeid, dat ze
voor de groote deuren neervalt en eenige oogenblik-
ken blijft liggen. Ze wil opstaan doch kan niet, haar
hongerlichaam is geheel krachteloos, zo blijft op de
koude sternen liggen.
Ze heeft nog den wil haar omslagdoek af te doen en
haar kind daarmee te dekken en wil nu voor 't kinde en
stukje brood fijn kauwen.
Het gelukt haar en zelf eet ze voor het eerst na lan
gen lijd; misschien geeft dat brood haar nog kracht om
zich op te richten. Na eenige oogenblikken wil ze weer
opstaan, doch dadelijk valt het halfverstijfd beenlichaam
op dc stoep terug, met het kind in haar armen. Geheel
verzwakt valt ze in onmacht en f>lijft zóó liggen
lang-.* i
uit drie sollicitanten
benoemd de jongeheer Jb. Hovenier, alhier.
hoogheemraden.
Bij Kon. besluit van 2 dezer zijn benoemd:
in de provicnie Noord-Holland:
tot hoofdingeland van Westfriesland, vanwege het
ambacht van Westfriesland, genaamd do Schager-
on Niedorperkoggen, de heer P. Buis Jz. te Scha-*
8vn;
tot hoofdingeland-plaatsvervanger van Westfries
land, vanwege het ambacht van Westfriesland, ge
naamd de Schager- en Niedorperkoggen, de heer
J. Stammes te Nieuwe Niedorp en de heer K. Jon
ker te Alkmaar;
tot hoogheemraad van het hoogheemraadschap
van den Hondsbossche en Duinen tot Petten:
vanwege den kavel Waterland, de heer K. Olij Dz.
te Alkmaar, en vanwege Duinkavel de heer J. van
Roenen te Bergen;
tot heemraad van den polder Assendelft de heer
d. Jongejans Pz. te Assendelft;
tot hoogheemraad van het hoogheemraadschap
van de Uitwaterende sluizen in Kennemerland en
Westfriesland, de heer K. Kaaskooper te Oosthui
zen.
Den volgenden morgen, heel vroeg, gaat een deur
van "het „Tehuis" open. De huisbewaarder treedt .naar
buiten en in <'t donker struikelt hij over een hoop
goed.
Hij bukt zich en. ziet een vrouw met een kind in
haar armen, beiden slapende. Met een paar knechten
draagt hij het pakje menschen naar binnen. Het kind
is wakker geworden en begint te „schreeuwen, maar
de arme vrouw slaapt nog en wordt niet meer wakker.
De 'huisdokter wordt geroepen. „Doodgevroren'-, kegt
hij, na gedaan onderzoek, en gaat weer naar zijn
warme kamer.
(Eeln schetsje.)
Winternacht.
Bruingrijs steekt het groote gebouw af tegen de
besneeuwde straten. Het Bijna onbetreden sneeuwvlak
wordt op enkele plaatsen waar een gloeikouslan
taarn brandt bleekgroen, kringvormig beschenen.
Het groote gebouw staat geheel in 't duister en komt
daardoor, nu, rechtlijniger tegen den witten grond uit,
dan 's avonds, wanneer de lantaarns aan "den hoofd
ingang hun licht verspreiden en daardoor dë grondlij
nen mol de straat doen ineenloiopen. I'n den omtrek
is niemand to zien. Alles schijnt te slapen, behalve de
natuur, idCie de ijs-koude droge sneeuw in groote, veer
achtige vlokken, naar den grond doet dwarrelen.
De winter is streng dit jaar, en er wordt veel èn
groote armoede geleden.
Daar komt eèn nachtwaker den hoek om, blazend
en stampend, met gebogen rug loopt hij door zonder
in 't rond te riqn. Ilij denkt misschien, dat het nu voor
misdadigers zelfs geen weer is om op dé vangst te
gaan.
Vóór het groote gebouw blijft hij eon oogenblik staan
en ziet onwillekeurig rechtuit de straat af waar hij,
heel ver eetn donker voorwerp ziet, dat zich langzaam
schijnt voort te bewegen. Denkende dat het een hond
is, vervolgt hij 'zijn gestamp in de sneeuw.
Het donkere voorwerp komt allengs nader; door den
afstand en door het dikke vallen van de sneeuw is niet
goed te onderscheiden, of 't loopt of rolt.
Dóór, waar een, lantaarn brandt, schijnt het telkens
uit het donker op te duiken, om op duistere plekken
weer voor 't oog te verdwijnen. Dichterbij gekometa
blijkt het een mensch te zijn; eene vrouw met een
pakje op den arm, waarin een schreiend kind
Nu en dan zet ze zich' neer om wat uit te rusten.
Op een stoep valt ze vermoeid neder. Vóór haar staat een
lantaarn en in 't schijnsel daarvan bemerkt ze een korst
besneeuwd stuk brood op een der treden van de blauwe
steenen. Grtelig raapt' ze het op en na een brok ervan
in den mond met speeksel geweekt en het fijtngee
kauwd te hebben, geeft ze eenige stukjes aan 't kind,
dat hierdoor verkwikt wordt Zeil eet ze niets, doch be
waart de rest op liaar boezem. Haar borsten zijn door
onvoldoende voeding uitgedroogd, zoodat ze haar kind
niet kan zoogen. In drie dagen heeft ze geen eten of
drinken gebruikt. Ze is te zwak om te werken en kan
daardoor na den dood van haar maft niets verdienen.
Verschillende Oorlogsberichten
z.em. kardinaal merc1er gevangen geno
men.
Uit Roosendaal ontving „De Tijd" de volgende mede
deeling:
Naar aanleiding van 't herderlijk schrijven van kard.
Merci er is Z. Eminentie in hechtenis genomen. Door
geheel België hebben politie en justitie in alle parochies
een onderzoek ingesteld, on het stuk op te sporen en,
zoo mogelijk, te vernietigen. Verscheidene priesters zijn
In hechtenis genomen, doch velen van hen werden na
eenige uren weer op vrije voeten gesteld.
Zondag j.I. (haid in Öinze Lieve Vrouwekerk te Ant
werpen de plechtige opdracht plaats van België aan
het H. Hart van Jesus, welke plechtigheid oorspronke
lijk! ti'Oor Z. Em. Kardinaal Merci er zou geleid wor
den. Duizenden konden geen plaats vinden in de over
volle kerk. Het lof kon tot veler verrassing niet door
Z. Em. kardinaal worden gecelebreerd. Dit geschiedde
door den Hoogeenv. Deken van Antwerpen.
De Deken hield een sermoen, waarin Xmspelingen.
op het schrijven ya'n kardinaal Mercier voorkwamen
en betuigingen vdn trouw.
Na het sermoen Weid bok "dë bekéhdo socioloog en
geliefde volksredenaar, pater Rutten Ö.F.. eene toespraak,
waarin hij' o„a. zeide: „Antwerpen heeft altijd behoord
aan de Antwerpenaren en zal ook in de toekomst aan
de Antwerpenaren blijven. Eigenlijk zou Z.Em. onze
geëerbiedigde en veelbeminde kardinaal op <Je plaats
moeten staan, van waar ik thans hét woord tot u richt
maar dobr oen b.ultengewone omstandigheid is Zjjne
Eminentie belet, to ons midden aanwezig te zijn.
De redevoeringen vatn' dein Deken van Antwerpen
en pa'er Rutten maakten diepen Indruk.
vele Duitscho soldaten waren to do kerk aanwezig,
dc voorste banken werden Ingenomen door Duitsche
officieren.
Om geen nog grooter opzien te baren dan reeds
geschiedt door de Duitsche actie tegen het rondschrijven
van kardinaal Mercier, wordt deze gevangen gehouden
en bewaakt in het aartsbisschoppelijk palcis te Mechelerc,
In verband met de aanhouding van kardinaal "Mer
cier vernemen wij" 5jog dat tegelijkertijd door de Duit
sche overheid is aangehouden, de heer Dessain, waar
nemend burgemeester van Mëöhclen, eetn broeder Ven
don burgemeester.
In het rondschrijven .van Wen Belgischen Kardinaal,
dat in zoo hooge mate de boosheid der Duitsche auto
riteiten hoeft gaande gesmaakt, schrijft hij ondier meer:
„Neem wel in acht,.dat ik 1» niet vraag, oen enkele
uwer verwachtingen prijs to geven. Integendeel, ik houd
hot voor mijn plicht .te bepalen, wat u in geweten
te doen staat tegenover' dë macht, die otns land over
viel en het tijdelijk grootondeels bezet.
Deze macht is geen wettig gezag; bijgevolg zijt
gij haar in het innige van uw gemoed noch' achting,
noch verkleefdheid, noch' gehoorzaamheid verschuldigd,
Het eenige wettige gezag in België is dat, wat aan
onzen Kohtog, zijne Regeering en aan "de vertegenwoor
digers der natie, toebehoort.
Na 'te hebben uiteengezet, dat dë Belgische koning
en de wettige regeertog recht hebben op de liefde dór
Belgische harten, erkent de Kardinaal, 'dat deze over
heden stil en zwijgend "de maatregelen toelaten, welke
door dde bezetting des lands worden genomen, ten bate
van het algemeen en die daaraan hun rechtswaande ont-
Ieenen.
Door soldaten bezette provincies zijn 'door die be
zetting alleen geen veroverde provincies: even weinig
als Galicië een Russische provincie, werd België een
Duitsche provincie uitsluitend door de Duitsche be
zetting.
Nochtans is h^t bezette gedeelte des lands m' een toe
stand. dien het oprecht moet ondergaan. De steden,
die zich aan den vijand overgaven, moeten de voor
waarden der overgave eerbiedigen.
Van het begin der krijgsbedrijven af hebben Ide
burgerlijke overheden dës lands er hijr de burgers op
aangedrongen, idlat dezen zich' van elke vijandelijke daad
jegens het vijandelijke leger zouden onthouden. Deze
aanbevelingen blijven vêh kracht. Het Belgische leger
uitsluitelijk heeft, te zamen mët de dappere troepen
der Verbondenen, de eer en het recht, om het land
te verdedigen en alleen daarvan mag het Belgische volk
de bevrijding des lands verwachten.
drijvende mijnen.
Uil Berlijn, 5 Januari. In de laatste dagen is een
groot aantal drijvende mijnen aan de zuidkust van
Noorwegen geland, of in de Noordzee drijvende ge
zien. De in Christiansund aangekomen stoomboot
„Gotland" meldt, dat het ook acht mijnen bij Hons-
rit'f (Noorwegen) voorbijkwam en de stoomboot „Si-
tona" passeerde 26 December zeven mijnen tusscben
Hanstbolmen en het vuurschip. Het schijnt dat het
gedeelte der Noordzee van de Hebriden tot-Neder
land. Denemarken en Noorwegen sedert de Kerst
stormen vol losgeraakte nnjnen is.
uitwisseling van krijgsgevangenen.
Londen, 5 Jan. Duitschland heeft het voorstel van
Engeland aangenomen tot uitwisseling van krijgsge
vangenen, die physiek ongeschikt zijn voor verde
ren krijgsdienst.
landtorpedo's.
Uit I-onden, 5 Januari. Uit St. Pelersburg aan de
Moming Post:
De Duitschers hebben nu een oorlogswerktuig in
gevoerd, dat ons doet denken aan de oude ballista
en catpulta van de Romeinen en Byzantijnen. Onder
de jongste aanvalswapenen zijn zgn. torpedo's (een
officieel Russisch communiqué heeft reeds van het
werpen van deze ladntorpcdo's melding gemaakt.)
van groote afmeting, die, door contact ontploffende,
dood om zich heen verspreiden door hun stukken
weg te slingeren en de lucht te vergiftigen. Zij wor
den geluidloos door een werptuig weggeslingerd en
do goede schootsafstand is ongeveer vijftig yard.
Het ls feitelijk een ontwikkeling van de handgrana
ten. welke eveneens in grooten getale bij de aan
vallen op de loopgraven door de Duitschers gebruikt
worden.
de waarde van den tijd.
Alle oorlogen zijn, gewoonlijk voor beide partijen
vol verrassingen, aldus de militaire medewerker van
de Times, in zijn beschouwing van 2 Januari. Wij
Nvoten nu, dat Duitschland feitelijk al zijn bruik
bare mannen onder de wapenen roept, om in de
lente, zoo niet oorder, een nieuwe poging to wagen,
en dat de openbare meening in Duitschland, gehyp
notiseerd door het verbergen van misslagen en door
valsche overwinningsberichten, nog steeds eensge
zind en vol hoop is. De uithongerings-oorlog, die
steeds zeer lang duurt, heeft nog geen tijd gehad,
Duitscbland's krachtmaterieel te beïnvloeden en, al
hebben wij reeds veel gedaan, er blijft ons ook nog
veel te doen, alvorens Duitschland zal inzien, dat
het voor een verloren zaak vecht.
De Pruisische verliezen worden nu officiëel er
kend als ruim een millioen man te bedragen, terwijl
de andere Duitsche staten minstens half zoo veel
soldaten verloren. Wij verliezen in 't minst geen
tijd, door Duitschland in Vlaanderen en Polen uit
te putten, want het is juist ons doel, deze legers
af to matten, totdat het uur slaat, waarop wij ze
kunnen vernietigen. Het streven naar aardrijkskun
dige doeleinden is voor ons van ondergeschikt be
lang. Wij spelen om tijd, en wij doen dat met suc
ces. Om met succes een oorlog om het bestaan te
voeren, waarop geen dor geallieerden was voorbe
reid, moesten wij allen niet alleen nieuwe troepen
op de been brengen en daarmee blijven doorgaan,
maar tevens moesten wij geheel nieuwe inrichtin
gen maken, ter voorziening in den aanmaak van de
noodige krijgsbehoeften.
Gedurende dit hoogst gevaarlijke tijdperk van
betrekkelijke zwakte, zijn de Duitsche wapenen on
machtig gebleken, van de hun geboden kans ge
bruik te maken.
Mr. Clemenceau zegt, dat eenige zijner vrienden
geneigd zijn, het cijfer, dat wij onlangs noemden,
als het waarschijnlijk aantal ongeoefende Duit
schers, die thans zijn opgeroepen, met 25% te ver
minderen. Wij zouden zeer verheugd zijn, als wij
het hiermede eens konden zijn, maar wij moeten
opmerken, dat ons cijfer van 4.000.000 man verkre
gen is n a aftrek der bijeengetelde cijfers van een
getal, dat tusschen 6 en 7 millioen schommelt. Vele
schrijvers, met name de Zwitsersche, baseeren hun
ramingen op percentages van de mannelijke bevol
king. Wij daarentegen hebben officiëele cijfers tot
grondslag onzer berekeningen genomen, cijfers van
het nauwkeurig aantal Ersatz-Reserve en late Ban
Landstormmannen, die gedurende ieder jaar van
1880 af in deze categorieën werden geplaatst. Dit
lijkt ons een veiliger wijze van raming, dan het
bestudeeren van percentencijfers, en naar onze mee
ning zou het van gevaarlijk optimisme getuigen, als
men geloofde, dat er achter het geoefende Duitsche
leger, oorspronkelijk bijna 5 millioen man sterk, min
der dan 4 millioen man staan, die opgeroepen kun
nen worden, om de legers te velde te versterken.
1urksche bluf.
Een oflicieuzc mededeelin» van Russische zijde lo
gees Iraft de berichten uit Turkschfi bron over over
winningen "van de Turks,che vloot in die Zwarte Zee.
Aangaande dc vermeende vernieling van de Russische
mijnleggers Olog eh Alfios verklaart zij, dat er inoioit mnjin.-
leggers van dien naam bij de Russische vloot zijn go
weest. Ook van (biet heldenfeit van de rBesIau laat de
medodeeling niets over. Deze snelle kruiser is op 24
December door de Russische vloot gevolgdi, maar hij
verdweent elkens als er Russische kruisers en toipedo-
jagers pp hem afgezonden werden. 'S Avonds verdween
de Bréslau voorgoed] aan de Mm.
joffre.
De Franscheh kunnen nooit genoeg te hooren krfy
gen van hun „'Joffre den Zwijger".
Thans heeft cctn berichtgever van de Franco de
Bordeaux et 'du Sud-Oucst, de eenige 'nog levende
zuster van den generalissimus, een mevr. Artus te
Rivesaltus, geïnterviewd. Uit do mededeelingen van
deze dame blijkt dat de Jofires niet van Fransdie
origine zijn. De 'familie, toen nog da Gouffre hce-
lende, komt Uit Spanje. De bet-overgrootvader van
den opperbevelhebber Ga mevr. Artus was een Spaansch
edelman, die toi do achttiende eeuw zijn land was ont
vlucht, om zfeh in Spanje te vestigen. De vader van
Joffre was een kind nit oen groot gezin van Josep Joftre
(de generalissimus zelf) was één. uit elf kinderen. Bij
zafn examen Voor de Ecole Polylechnlaue had hij ecu
laan mimmor (14) Goed In dc wiskundige vakken, was
„zwak in het Duits ch". Over Joffrc's militaire loop
baan hefobetn wij vroeger bi het een en ander gemeld, cn
gaan die d|us thans mot stilzwijgen voorbij.
liet was do gewoonte van den militair om zijn
verloven door te brengm to Rivesalles, wnnr hij dan
met zijn hoogbejaarden vnder speilctjea „mauiuu
speelde.
Mevr. Artus koestert goede hoop voor -ten goaaen
afloop van den oorlog, want haar broer had "haar in
oen brief laten 'weten, „dat bij best tevreden was
over den gang van zaken."
Een ander bericht over Joffre to de Fransehe bla
den behelst, dat die zetel tol de Académie, vrijgeko
men door detn dood Van den graaf "de Mun, bestemd
is voor Joffre, die na den oorlog daarin zijn plaats
zal krijgen.
Dit zou dan de vervulling zijn van 'een voorspel
ling, Uitgesproken door Renan, bif gelegenheid van
de toelating Van de Lesseps tot de 'Academie. Re
nan had toen in rijn rede het goed recht van een
Academiezetel voor de manheh van- de daad be
pleit. En hïji h'ad er öan -toegevoegd: „Nog iemand;
is et-1, die verzekerd zou rijn van een zetel in ons
midden, n.I. de generaal, die aan Frankrijk- de over
winning brengt Wij zouden over het proza van
zoo'n man riïel vitten. Wij zouden hem bij accla
matie tot lid kiezen, zonder ons van-rijn geschrif
ten iets aan te trekken. Wat zon de dag van rijn
Inauguratie als lid een glorierijke dag wezen, en wat
zou het een eer zijn voor wie op dien dag de Academie
presideerde".
het lekkende benzinereservoir.
Een Belersche militaire avialeur schrijft in een veld-
postbrief
„Toen wij" met onze vlieg-afdeeltog reeds een week
te lagen, werd ik op zekeren morgen om vier uur
opgeroepen tot een verkenningstocht.
Omstreeks 7 uur gingen verschillende machines op.
de mijne vertrok als tweede; snel komen wij op een
noogté van 1800 meter; hel uitzicht werd steeds wijder
en duidelijker; oj> 10 K.M. afstand moesten de vijande
lijke stellingen zijin'.
Hier moesten de eerste loopgraven rijn, d'us verdwij
nen wij achter gen wolk. Afgaande op het loerenaanla!
van de schroef, den tegenwind, en den tijd, moeien wij
40 a 45 K M. achter het vijandelijk front zijn. Wij daal
den van 2400 tot op 1500 meter, voortdurend door
wolken beschermd... als wij op zeker oogenblik op
1100 meter zijn, hebben wij één kort oogenblik je vrij
nilricht.
Hier vlogen de eerste- kogels lahgs ons; rij' troffen
niet, doch enkele seconden later begon ook' die artillerie
o-ns onder vuur te nemen'. Een korte wending, en weer
waren wij achter een wolk, het veiligste schuilhoekje,
want men verandert snel den koers, en de vijand is
misleid.
Weer dalen wij; 2 minuten lang vliegen wij weet
onbeschermdToto's en teekentogen rijn gereed... de
terugtocht wordt aangevangen.
Nauwelijks hadden wij daartoe besloten, of_ een
moorddadig vuur wordt op ons geopend; infanterie en
artillerie bestookten ons, eh telkenmale waggelde onze
machine ontzettend. Toen heette het koel blijven! 'On
willekeurig keek ik eens op mijn benzine-wijzer!je;
het wees nog slechts 52 liter aan. Een half uur geleden
moest het reservoir 100 liter gehad hebben... u-aar was
de rest? De wijzer liep snel tegug; 504540 liter; ons
reservoir moest lek rijn!
Een kort besluit... zoo lalng m'ogolijk- stijgen, en dan
een glijvlucht, misschien van 3000 Al. hoogte... dit was
do eentge redding die ons overbleef. Wij waren toen
op 1800 AL, cn bezaten nog enkele liters in onze reservo
tank.
Mijn verkenner en ïk keken .Uitsluitend naar de ben
zine. en onder ons, zoodat wij niet bemerkten, dat een
vijandelijk vliegtuig ons op 25Ó0 Af. hoogte achterzolgde.
Hooger gaan was onmogelijk, dalen uitgesloten, want
reeds 100 Mi. lager zouden wij do prooi worden van
dc vijandelijke kogels'.
Het waren vréesdijke oogenblikkon. Ik stelde mijn
motor op rijn maximum-capaciteit; wij maakten zoowat
120 K.M. per uur; op 'eens stelde ik mijn motor af,
de andere machine schoot ons Vooruit. Wïf waren op
een afstand van hoogstens 200 Af. van elkander, en
nu begon eetn duel tusschen de verkenners. Dit mag
10 seconden geduurd hebben, toen de vijandelijke
eendekker plots steigerde, omsloeg eh viel., fnijh verken
ner had d'on vija'ndclijkon bestuurder getroffen. Vijf mi
nuten. later waren wij boven do onzen... wij .waren ont
komen.
Toen wij geland waren, wilde ik- vrooIIfJr uit do
machine springen, en mijn Verkenner hartelijk- de hand.
drukken, want hij' had mij" het leven gered.
Maar wat was dat?
De arme kerel zat met glazige dogen, in zijn stoeltje,
recht vóór zich' te kijken, en bewoog niet.
Hij was dood; de papieren en kaarten hield hij in
de ritanidi geklemd
een keizerlijk diner.
De Figaro publiceert het volgende verhaal van 'n
keizerlijk banket te Luxemburg, toen daar nog het
roofdkwartier was. Het had plaats in de eerste
dagen van September, toen het succes der Duit
sche wapenen zijn hoogtepunt bereikt had. De
keizer, met Von Moltke, Von Tirpitz, den Rijkskan
selier en andere hoogwaardigheidsbekleeders uit zijn
gmdg, dineerden in de groote zaal van hotel Bras-
scur, het voornaamste in de stad. Voor deze gele
genheid waren gewone gasten verwezen naar hoek
plaatsjes achter pilaren, van waar zij alles konden
zier.. Do keizer zat aan het hoofd van een lange
tafel van tachtig couverts, met Von Bethmann-Holl-
weg aan zijn rechterhand.
Midden onder het diner kwam een ordonnans bin
nen en reikte den kanselier een enveloppe over.
Von Bettmann-Hollweg vroeg zijn keizerlijken mees
ter verlof haar te openen, hetgeen vol genado werd
toegestaan. De kanselier las 't telegram, sprong toen
op en overhandigde het den keizer, die glimlachte
ert straalde van vreugde. Er volgde een kort gesprek
tusschen den keizer en den kanselier, toen stond de
laatste op en zeide, na stilte verzocht te hebben,
op luiden toon: „Heeren, Verdun heeft zich met 100
duizend man overgegeven."
De mededeeling werd met donderend hoera ont
vangen en men bestelde nieuwe hoeveelheden cham
pagne. Den geheelen nacht liepen Duitschers, de
„Wacht am Rhein" zingend, door do straten. Drie
dagen later hoorde men te Luxemburg, door een
Fransch blad, van de overwinning der Franschen
aan de Marne.
steeds meer.
I)e groote rol, door de duikbooten in dezen oor
log gespeeld, zal tengevolge hebben, dat de regee
ring der Ver. Staten het CCongres een ontwerp zal
voorleggen, om een groot aantal dezer schepen te
bouwen. Intusschen zal waarschijnlijk ook het aan
tal slagschepen op het vlootprogram worden uit
gebreid. Dan zullen, volgens de Daily Telegraph, wet
ontwerpen worden ingediend om het leger te ver-
grooter en meer geschut voor de kustverdediging
aan te schaffen.
von hindenburg und kein ende.
Het Berliner Tagcblatt richt een woord van ver
maning tot de Berlijnsche meisjes om maarschalk
von Hindenburg niet meer met haar brieven lastig
te vallen. De groote veldheer 'moet mot Nieuwjaar
oen overstelpende massa meisjesbrievon uit de
hoofdstad en zeker ook wel uit andere plaatsen heb
ben ontvangen. Berlijnsche bladen hebben er een
aantal van afgedrukt. Ze waren voor oen deel naïef,
vnor een deel humoristisch, ze waren zonder uitzon
dering lieftallig maar nu beginnen ze lastig te
wordon: de meisjes vragen Hindenburg b.v. om grpe-
ten voor haar over te brongon aan broers on ne
ven die in zijn legers dienen. De voldheer heeft ech
ter wel wat rnstigers aan zijn hoofd, meent het
Berliner Tageblatt, en do meisjes moeten maar
rechtstreeks aan die broers en neven schrijven.
Volwassenen mogen den wenk eveneens ter harte
nornen. Het schijnt ook onder hen eon manie to
zijn geworden om van alles on nog wat aan Hinden
burg te schrijven.
oost enrijksciie verliezen.
De correspondent van de Daily Telegraph loNisj
geeft bot volgendo overzioht van do verliezen, dio
ae Oostenrijkers totdusvor in Servië hebben gele
den.
Uit Boedapest was gemeld, dat de Oostenrijkers
tot. half Octobor volgens ambtelijke opgaven op
het Servische oorlogsooneel 148.000 matn hadden
verloren. Bij de laatste krijgsverrichtingen waren
de verliezen nog grooter. De Oostenrijkers verlo
ren toen stellig meer dan dé helft van hun mansc.hai
pen. Sedert 1 November verloren zij naar schatting
180.000 man aan dooden, gewonden, zieken en ge
vangenen, zoodat het geheole verlies tegen de Ser
viërs op 330.000 man gesteld kan worden, van wie
er 68.900 krijgsgevangen gemaakt zijn.
Van de 640 gevangen genomen officieren zijn 182
Duitschers, 161 Hongaren, 142 Tsjechen, 67 Kroa-
ten, 130 Serviërs, 8 Italianen, 8 Polen, 7 Roeme-
niërs, 5 Russen uit Galicië en 3 Joden. Het 102de,
16de, lide en 23ste regiment werden geheel vernie
tigd. Van een bataljon bleven niet meer dan 58
man over. Een compagnie had niet meer dan een
officier en negen man over.
Gemengd Nieuws.
een gevecht met orangs oetan.
Eenige dagen geleden, verhaalt de Sum. Post van
18 November., heeft in Beneden-Langkat op een
klein kebonnetje een gevecht plaats gehad tusschen
mcnschen en orangs oetan. Een assistent die met 4
of 5 Javaanschc koelies in het bosch op weg was
naar een ploeg van ongeveer 30 rintissende koelies,
ontmoette 4 orangs oetan, die zich in de boomen
schuil hielden. Een ervan had toen de aardigheid
om met stukken hout, denkelijk van afgebroken
takken afkomstig, in de richting van den assistent
roet zi'n koelies te gooien en kwam .vervolgens, toen
hem dit spelletje lang genoeg had geduurd, naar
beneden. Een der Javanen, die meende dat het het
beste was den orang oetan onschadelijk te maken,
deed inet zijn parang .een houw naar het ondier,
dat toen woedend geworden, op de mensehen in
vloog. De assistent loste nu een schot op het dier,
dat echter niet geraakt werd en den assistent zelf
in oen parrit smeet en hem een stuk vleesch uit
hot been beet. Inutsschen waren ook de drie an
dere orangs oetan naar beneden gekomen en stort
ten zich op do Javanen, die zich, zoo goed cn zoo
kwaad dat ging, met hunne parangs verdedig/ion en
trachtten door gillen en schreeuwen de M>rderop
niets kwaads vermoedende koelies te waarschuwer..
Gelukkig hoorden zij de noodkreten en snelden too
en verdreven de monsters.
De koelies bleken echter deerlijk gehavend, zoo,
dat zij allen in het hospitaal ter verpleging moesten
worden opgenomen.
een ultimatum van de ver. staten .aan
mexico.
De Yoreengide Staten hebben Mexico een ultima
tum gezonden, waarin gezegd wordt, dat het eorsto
schot dat over de grens in de buurt van Nneo en
Douglas vallen zal, tot resultaat zai hebben, dat de
Verecnigde Staten de vijandelijkheden zullen begin
nen. schrijft de correspondent van de Daily Telegr.
te Washington. In dit stadium is nu de Mexicaan-
sche kwestie gekomen.